NIEUWE LEIOSCHE COURANT
Zomerwarmte
van
ZATERDAG 30 JULI 1927
TWEEDE BLAD.
?=F==F=g==^ g
UIT DE SCHRIFTEN
HET EINDE DES HEEREN.
Zie, wij houden ze gelukzalig
die verdragen; gij hebt de ver
draagzaamheid van Job gehoord
en grj lïebt het einde des Heo-
ren gezien, dat de Heere zeer
barmhartig is en een Ontfer-
mer.
Jac. 5 vs. ii.
De verdraagzaamheid, de christelij
ke volharding in geloof, in onderwer
ping, in geduld en in hope, is het on
derwerp waarmee Nde 'Apostel Jacobus
zijn schrijven aan de twaalf stammen
die in de verstrooiing waren, aan
vangt, en waartoe hij gedurig 'terug
keert.
Het was voor zijn eerste lezers pok
in hooge mate actueel.
De vijandschap van Joden en heide
nen, om Christus' wille, stelde hun
uithoudingsvermogen op zware proef
Maar sinds z ij het niet meer noo-
dig hadden, werd het vermaan des
Apostels tot verdraagzaamheid voor
de geloovigen nog allerminst overbo
dig.
Evenmin als het vallen in velerlei
beproevingen (vers 2) bij hen iets on
bekends werd.
Zelfs in den vorm, waarin het den
eersten lezers des Apostels overkwam,
is het hun niet vreemd. En als het
zeldzaam werd in ons l^ven, is het
hoog tijd, te onderzoeken of we ook
misschien bezig zijn het tegen al te
hoogen prijs af te koopen.
Doch ook buiten vijandschap, on
recht, terugzetting en onderdrukking,
waarmede de wereld hem voor het
trouw belijden van den naam des Hee-
ren straft, is er nog beproeving voor
den christen te over.
Te bitterder en te banger vaak, om
dat ze van geheel tegenovergestelden
kant over hem komt.
Omdat ze hem overkomt door het
voorzienig bestel van zijn Vader in de
hemelen.
Men behoeft nog geen onverbeterlijk
pessimist of een gedachteloos na
prater te zijn, om David toe te stem
men, dat de tegenspoeden der recht
vaardigen vele zijn. Zoo we getuigen,
die het bevestigen, al niet in grooten
getale in eigen leven ontmoeten, zul
len we des te meer tijd en gelegenheid
hebben, ze in anderer leven te beluis
teren.
En o, wat harde dingen gaven ze
ons dan te hoorén, te zien.
Hoe schijnen ze dan gedurig te spot
ten met de liefde des hemelschen Va
ders voor zijn kinderen op aarde, met
hun eigen geloof en gebed.
Ze schenen het óók te doen in het
leven der christenen aan wie Jakobus
schreef.
En wat doet hij nu, om hen in hun
beproevingen, die zooveel verzoekin
gen tot ergernis, tot ongeduld, tot on
geloof en tot erger zijn, te hulp te ko
men?
Stellig, hij vermaant hen tot lijd
zaamheid, tot volharding.
En hij houdt hun vóór het exempel
van Job.
Doch hij laat het niet bij het woord,
dat wekt en bij het voorbeeld dat trekt.
Hij wijst hen ook op „het einde", d.
w.z, op de uitkomst die er mee bedoeld
en die er ook door bereikt zal wor
den.
Het einde, de uitkomst, daarop
komt het ten slotte bij alle dingen aan.
Daarbuiten mag er nog velerlei zijn,
waai-voor we niet onverschillig zijn
.in het eind beslist toch het eind.
Wat de beproevingen; die ons over
komen zoo zwaar maakt, is dan ook
dit, dat we het einde, dat we de uit
komst ervan niet zien.
Soms vragen we naar haar niet; zijn
we zóó verzonken en begraven in het
leed van het tegenwoordige, dat we
FEUILLETON.
Niets menschelijks vreemd
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
37. o—
Phoebicius had gelijk. Noch Petrus,
noch Dorothea bezaten de macht,
haar tegen hem, den Romeinschen
burger, in bescherming te nemen.
Als zij zichzelve niet hielp, was zij
een gevangene, en zonder lucht, licht
en vrijheid kon zij niet leven. Door de
laatste dreigende woorden van haar
echtgenoot was hdar besluit tot rijp
heid gekomen, en nauwelijks had hij
den drempel overschreden en haar
den rug toegekeerd, of zij vloog naar
hare legerstede, wond het bevende
hondje in het laken, nam het als een
kind op d?n arm, en liep met harén
lichten last naar het woonvertrek.
Daar stonden de" luiken van het ven
ster nog open, waardoor Hermas een
goed heenkomen had gezocht. Door
middel van een stoel nam zij denzelf
den weg, en liet zich van de borstwe
ring op straat nederglijden. Zonder
een bepaald doel, of te weten waar
heen, maar alleen vervuld - van tien
wensch om een insluiting in dat duis
ter vertrek te ontgaan, en eiken band
te verscheuren, die haar verbond aan
dien gehaten man, liep zij in de rich
ting van den kérkheuvel naar den
voor de toekomst geen aandacht heb
ben.
Soms ook denken we aan haar;
maar, om haar op te bouwen uit de
gegevens van het tegenwoordige. En
ach, dan is het al teleurstelling en el
lende wat we ons spellen.
Daar is maar één weg om het einde
als goed te zien.
En dat is de weg des geloofs.
Niet van het geloof der oppervlak-
i kigheid, dat het ten slotte nog wel
'weer losloopen zal; maar van het
waarachtige en levende geloof in den
Heere onzen God, als onzen Vader in
Christus.
In het zien van het einde, zonder
het te zien, als het einde des Heeren;
als bepaald door de liefde onzes Gods,
als vastliggend in zijn onverbrekelij-
ken Raad en als gewaarborgd door
zijn almachtige en onwankelbare
trouw.
Zóó gezien, stelt het ons hart ge
rust, blijkt het, niet anders dan goed
te kunnen zijn, dan te moeten dienen
onze zaligheid en de verheerlijking on
zes Gods.
En dat bant de vreeze, dat slaat ons
ongeduld in den band, dat stelt in
staat tot dulden en dragen en tot vol
houden ten einde toe.
Hier, bij dit zien van het einde als
het einde des Heeren, begint de over
winning in de verdrukking.
Maar hier begint ook de strijd.
Want het is het zien niet van het
oog. maar van het geloof.
Van het geloof, dat door het zien
van het oog schijnt weersproken en
gelogenstraft te worden.
Doch zie, hóe in dezen strijd de
Heere ons worstelend geloof te hulpe
komt.
Het einde, Zijn einde, van onze be
proevingen en van heel onzen weg
geeft Hij ook ons oog te zien, in het
einde, Zijn einde, van de beproevin
gen en den weg zijner kinderen vóór
ons.
Van Ahraham, van Israël, van David
en zooveel anderen.
Van Job. dat boven alle uitblinkend
voorbeeld der volharding, bovenal.
„Gij hebt de verdraagzaamheid van
Job gehoord," schrijft de Apostel aan
de geloovigen in de verstrooiing, „en
gij hebt het einde des Heeren (bij hem)
gezien, dat de Heere zeer barmhartig
is en een Ontfermer".
En zoo schrijft hij nog aan ons. als
we in beproeving zijn.
Zien we dan het einde des Heeren
bij Job.
Zien we er, door 't geloof, het einde
des Heeren in bij óns.
Het einde, dat bewijzen zal, dat de
Heere zeer barmhartig is en een Ont
fermer.
WAAR BLIJFT DE TIJD?
Waar blijft de tijd? In de eeuwigheid!
In de eeuwigheid wordt hij geborgen
met al ons tobben, wroeten, zorgen,
al onze diépe ellendigheid.
Waar blijft de tijd? In de eeuwigheid!
Wat wij bestempelen als „verleden",
dat blijft voor God een eeuwig „heden"
met al zijn verantwoordelijkheid.
Waar blijft de tijd? In de eeuwighéid!
Ons vluchtig denken, spreken, leven,
in onui.twischbaar schrift geschreven,
ligt daar ten onderzoek bereid.
In de eeuwigheid ligt onze tijd
gelijk een land, gansch open, effen,
waar als wij het te laat beseffenv
geen schuts wij vinden, wijd noch zijd.
De eeuwigheid dat is Gods tijd
In 't grondelooze licht gezeten,
heeft, om te meten en te wegen,
de groote God heel de eeuwigheid.
Pe eeuwigheid dat is Gods tijd
om recht te doen. Zijn heil'ge oogen,
zij kunnen 't kwade niet gedoogen,
hoe ook te laatl de zondaar
schreit.
De eeuwigheid dat is Gods tijd
om Zich te ontfermen. Vol erbarmen
strekt Hij naar ons Zijn liefdearmen
en zegt: „Wees Mijn voor de
eeuwigheid!"
Grijp nu het' heil voor u bereid,
laat af van uw verkeerde wegen,
en roemen zult gij 't als een zegen:
„Mijn tijd blijft in Gods eeuwigheid."
weg, die over den berg naar zee leide.
Phoebicius gaf haar ruimschoots
gelegenheid hem vooruit te komen,,
'want nadat hij het donkere vertrek
achter de keuken tot een gevangenis
had ingericht, bleef hij daar nog zeer
lang vei'toev9n, niet 0111 haar tijd te
geven tot nadenken, noch om te over
peinzen welk eene houding hij ver
der tegenover haar zou aannemen,
maar omdat hij gevoelde dat zijne
krachten waren uitgeput.
De centurio was dicht bij de zestig,
en zijn lichaam, dat eens lyachtig
mocht heeten, maar door uitspattin
gen v. allerlei aard geheel ontzenuwd
was, bleek niet langer in staat om aan
de inspanning en de aandoeningen'
van dezen nacht weerstand te bieden.
De magere, gespierde, zeer bewegelij
ke man gevoelde gewoonlijk zulk een
verslapping slechts overdag, terwijl
er na zonsondergang bij dezen grij
zen krijgsman, die alleen gedurende
«je uitoefening zijner dienstplichten
bet voorkomen had van een kloek en
jeugdig soldaat, eene merkbare ver
andering plaats greep. Want dan ver
hieven zich zijn zware oogleden, die
anders de oogappels bijna geheel be
dekten; dan trok zich zijne slap han
gende onderlip krachtig samen; de
lange hals, waarop het smalle lang
werpige hoofd-rustte, rekte zich uit,
en wanneer hij laat in den avond uit
ging naar een drinkpartij of om Mi
thras te dienen, zou men hem nog
oen flink, jeugdig er onverzwakt
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Loon op Zand. A
F. P Pop te Vaassen (Geld.). Te Bir.
daard (Fr.) A. C. H. Vollenweider, te
('ubaard. Te Oosterwolde, P. Kuvlmaa
ie Houten.
Aangenomen: Naar Hedel, Mr. I
F. Dijkstra te 's-Gravenhage.
Bedankt: Voor Burum, K. Engefe-
te Zwartsluis.
GEREF. KERKEN.
Tweetal': Te Middelburg (vac. L
Bouma), A. Dercksen, te Pjjnacker
Nootdorp en J. C. Houtzagers te Reeu-
wijk.
Beroepen: Te Kiundert, A. J.Bou-
ma te Wanswerd.
Bedankt: Voor Waardhuizen. J
Schelhaas Jzn., te Nederhorst den Berg
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te 's-Gravenhage (2e m)
L. H. v. d. Meiden te Dordrecht.
BEVESTIGING, INTREDE EN
AFSCHEID.
Cand. E. de Jong hoopt 25 Sept. in
trede te doen in de Geref. Kerk te Bel-
lingwoldeNieuwe Schans, na betvstigd
te zijn door Ds. P. Prins te Oosterwolde
(Ol'dambt).
Ps. G. Venema hoopt 28 Aug. a.s.
afecheid te nemen van de Ned. Hert
Kerk te Appingedam, om 4 September
d.a.v. intrede te doen te Loosduinsn.
VOOR DE TWEEDE MAAL
BEROEPEN.
Na bekomen machtiging van de
classis heelt de Chr. Geref. Kerk Den
Haag Donderdagavond voor de tweede
maal beroepen Ds. L. H. v. d. Meiden,
te Dordrecht.
BINNENLAND.
DE DROOGMAKING VAN DE
ZUIDERZEE.
De Times heeft, behalve een artikel
van haar Haagschen correspondent,
een hoofdartikel over de droogmaking
van de Zuiderzee, waarin de geschie
denis en de beteekenis van het werk
nagegaan wordt en waaruit ook groote
waardeering spreekt voor den moed en
de energie, waarmede het werk Is aan
gepakt.
INTERNAT. ACADEMIE VAN VERGE
LIJKEND RECHT.
Heden heeft de Internationale Aca
demie voor vergelijkend recht haar bij
eenkomsten in het Vredespaleis te 's-
Gravenhage geopend. Na een plechtige
openingszitting zullen de volgende da
gen, tot Maandagmiddag werkverga
deringen worden gehouden.
Voorzitter is de heer André 'Weiss,
vice-president van het Permanente
Hof van Internationale Justitie ,die
thans weder geheel hersteld is en ook
zal deelnemen aan de aanstaande be
handeling voor het Hof van de Lotus
zaak); vice-president is de heer Bus-
1 tam an te, rechter in genoemd hof. Se
cretarissen-generaal zijn prof. Ullman
van de universiteit te Parijs, en prof
Balogh. van de universiteit te Kovno
en secretaris-generaal der deskundi-
gen van het Internationaal Instituut
voor intellectueele samenwerking voor
den Volkenbond.
2 MILLIOEN SCHADEVERGOEDING.
De Raad van Heemstede hebben aan
Ged. Staten van Noord-Holland ver
zocht te bepalen:
1. dat de gemeente' Heemstede ver
moedelijk een saldo verlies zal lijden
als bedoeld in het le lid van artikel
22 der Wet tot een bedrag gekapitali
seerd van meer dan 2.000.000;
2 dat mitsdien, ingaande 1 Mei 1927,
door de gemeente Haarlem aan de ge
meente Heemstede een schadeloosstel
ling tot een afloopend bedrag zal uit
gekeerd worden gedurende twintig
achtereenvolgende jaren en wel zoo,
dat de uitkeeringen aan Heemstede
tot eën totaal bedrag van ƒ2.000.000
zijnde het maximum genoemd in het
eerste lid van gemeld art. 22. zullen
geschieden tenzij de gemeente Bloe-
mendaal en Haarlemmerliede en
man hebben kunnen noemen.
Doch oqk in zijn roes was hij niet
vroolijk, maar onstuimig, pochend en
luidruchtig. Dikwijls overviel hem te
midden zijner drinkebroers eer hij
het gelag verliet, diezelfde inzinking
van krachten, waardoor hij Sirona
vaak den schrik op het lijf had ge
jaagd, én waarvoor hij dan alleen
iiiet te vreezen liad, wanneer hij in
dienst aan de spits zijner soldaten
stond. De hartstochtelijke lange man
zag er in zulke oogenblikken van on
macht afzichtelijk uit, want dan werd
zijn taankleurig gelaat doodsbleek,
dan scheen zijn rug gebroken en elk
lid uit het gewricht te zijn. Zijn oog
appels alleen bleven voortdurend in
beweging, en nu en dan beefde zijn
lichaam, als dat van iemand die door
de koude bevangen is. Zijn lieden
zeiden, wanneer de centurio in zulk
een toestand geraaktê, dat zijn bleeke
demon in hem was gevaren, en hijzelf
geloofde aan zulk een boozen geest
cn vreesde dien. Ja, hij had beproefd
door heidensche geestenbanners en
zelfs door christelijke duivelbezweer
ders zich daarvan te bevrijden.
Hij zat nu in de donkere kamer op
het schaapsvel, dat hij, om zijn vrouw
nog meer smaad aan te doen, op een
harde houten bank had uitgespreid.
Zijn handen en voeten rilden, zijn
oogen gloeiden, en hij gevoelde zelfs
de kracht niet om een vinger te ver
roeren. Zijn lippen alleen vertrokken
zich. terwijl hij in zijn yerbeelding
RECLAME.
veroorzaakt vaak Hevige Hoofdpijn; een
paar Mijnliardt's Hoofdpijntabletten doen
deze spoedig bedaren. In Buisjes 60 en 30 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
Spaarnwoude hun recht doen gelden
op een gedeelte van genoemd totaal
bedrag, in welk geval de uitkeeringen
naar evenredigheid van de vermoede
lijke saldi verlies kunnen worden be
paald;
3. dat indien de uitkeeringen niet op
de door Uw college bepaalde data heb
ben plaats gehad, het bedrag daarvan
wordt verhoogd met rente berekend
naar zes procent 's jaars, vanaf de
vervaldata tot aan den dag van beta
ling.
DE KLOMPENINDUSTRIE.
Naar gemeld wordt, heeft gisteren
aan het departement van arbeid, han
del en nijverheid 'n bespreking plaats
gevonden met eene commissie uit de
klompenmakers, teneinde gezamenlijk
te overleggen wat ten behoeve van ae
noodlijdende klompenindustrie kan ge
daan worden. Verschillende denkbeel
den zijn daarbij aan een bespreking
onderworpen, terwijl verder is beslo
ten, om in onderlinge samenwerking
de noodige gegevens te verzamelen ter
verkrijging van een juist inzicht in
den aard en den omvang van de door
deze industrie ondervonden moeilijk
heden.
RAADSLID VOOR ééN ZITTING.
Donderdagmiddag werd in den Bloe-
mendaalschen raad in de vacature-v.
Kessel de heer K. Kooiman geïnstal
leerd. Deze behoort echter niet tot de
in den nieuwen raad gekozenen. Aan
het einde van de vergadering deelde
de Voorzitter mee, dat in de maand
Augustus niet meer zal worden verga
derd. De heer Kooiman is dus voor
maar één zitting raadslid geweest,
want in September komt de raad in
nieuwe samenstelling bijeen.
VERKAVELING WIERINGERMEER.
Naar wij vernemen, zal het eerstvol
gend driemaandelijksch bericht der
Zuiderzeewerken het verkavelingsplan
der Wieringermeer (N.W. Zuiderzee
polder) bevatten.
Dit plan zal, behoudens enkele wij
zigingen van ondergeschikte beteeke
nis, geheel berusten op de principes,
destijds aangegeven door de Staats-
commissie-Lovink.
PREDIKBEURTEN.
AARLANDERVEEN.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Da
Klomp.
Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds
7.3° uur Ds. H. Moolhuizen.
Chr. Geref. Kerk v.m. 10.30 en des
avonds 7.30 uur Preeklezen.
NIEUWVEEN.
Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds
7.30 uur Ds. J. D. Speelman.
Ned. Herv. Evangelisatie v.m. 10
en 's avonds 7.30 uur de heer A. P. de
Jong.
NIEUWKOOP.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Ds.
VV. J. Keiler.
Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds
7.30 uur Preeklezen.
NOORDEN.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
Vrijzinnige pienst.
Geref. Kerk v.m. 10.30 uur Preek-
liezen en 's avonds 7.30 uur Dr. J. G'
Ubbink vam Zevenhoven.
TER AAR.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Ds.
G. Enkelaar.
Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds
7.30 uur Ds. G. van Heiningen.
ZEVENHOVEN.
Predikbeurten. Ned. Herv .Kerk
v.m. 10.30 geen opgave ontvangen en 's
avonds 7.30 uur Ds. Wolfensberger.
terugzag op een lang vervlogen verle
den, dat zich in steeds scherper trek
ken aan hem voordeed.
„Had ik", zoo dacht hij, „pa dat
onzinnig loopen door de oase, dat
geen jongere mij zoo spoedig zal na
doen, aan mijne woede den teugel ge
vierd inplaats van mij met geweld
in te houden, dan zou die demon zich
niet zoo gemakkelijk van mij hebben
meester gemaakt. Hoe fonkelden de
oogen van die duivelin, die Mirjam,
toen zij mij zeide, dat een man mij
bedroog! Zij heeft hem die deze vacht
droeg zeker gezien, doch vóór ik de
oase bereikte, verloor ik haar uit het
oog. Ik geloof dat zij omkeerde en
den berg weder is opgestegen. Wat
mag Sirona haar toch wel gedaan
hebben? Die vrouw weet anders met
hare oogen harten te vangen, gelijk
een vogelaar de vogels met zijne fluit.
Wat hebben die heertjes in Rome
haar nageloopenl Zou zij mij daar
ook al bedrogen hebben? Den legaat
Ouintillus, die mij gaarne een gunst
zou hebben bewezen, en wiens vijand
schap ik aan deze gekkin te danken
heb, heeft zij afgewezen. Doch hij was
nog ouder dan ik, en zij houdt zeker
meer van jongere. Zij is als de rest!
Dat had ik, domkop, moeten weten!
Zoo gaat het in de wereld: heden
deelt men klappen uit, en morgen
wordt men zelf geslagen".
De centurio vertrok de lippen tot
een weemoedig lachje. Vervolgens
kwam er sombere ernst in zijne ge-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden. 30 Juli 1927.
De heer Lingbeek is „ouderwetsch"
Gereformeerd. Wel eens wat heel
ouderwetsch. Maar zooals het met
ouderwetsche kleeding gaat, zoo gaat
het Lingbeek ook met zijn ouderwet
sche denkbeelden. Ze komen toch nog
eenmaal terecht, evenals oud-modi-
sche kleeding eenmaal weer nieuw
modisch wordt. Daardoor komt hij
in gezelschap van die „gereformeer
den" die dezen naam ajleen kennen
in onderscheiding van „roomsch".
Of hij echter ook dat bedoelt met
zijn ouderwetsch gereformeerd zijn,
weet ik niet. want er is soms geen
touw vast te knoopen aan de redenee
ring van onzen gebaarden dominee.
Nog deze week betoogde hij, dat het
ouderwetsche, gereformeerde stand
punt niet is: de school aan de ouder3,
doch: de school aan de overheid. In
dien dit juist is, is er ook niets tegen, -
dat de overheid op de school ook haar
medische zorg laat gelden.
Zie dat is wel heel „ouderwetsch".
Daarin is noch de Gereformeerde be
lijdenis, noch de Gereformeerde prac-
tijk te herkennen. Maar de categorie,
die het „gereformeerd" alleen kent als
tegenstelling tegenover „roomsch", ja,
daaronder zijn er die het met onzen
zonderlingen dominee eens zijn.
OBSERVATOR.
Gtetref. Kerk v.m. 10.30 uur Dr. -7.
G. Ubbink en 's avonds 7.30 uurPree^.
kaen.
BQSKOOP.
Geref. Kerk v.m. 10 en n.m. 6 uur
Ds. v. d. Heyden van Wassenaar.
Gebouw „Salvatori" v.m. 9.30 en n.m.
6 uur Ds. Kijnders uit Rotterdam.
Evangelisatie Dwars-Nieuwstr. v.m
9.30 en ram 6 ,uur de heer Bouman uit
(Stellendam.
HAZFRSWC o .JE.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
v.m. 10.30 uur de 'heer de Wit van
iNoordwijk en 's avonds 7.30 uur D§
Groot Bnzerink van Leiden.
Geref. Kerk ym. 10.30 en 's avonds
7.30 uur Ds. Gispen.
KATWIJK AAN DEN RIJN.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
v.m. 9.30 en n.m. 6 uur Ds. Bollee.
Geref. Kerk vm 9.30 en n.m. 6 uur
Ds. Metering.
KOUDEKERK.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
&\m. 10 en n.m. 6.30 uur Ps. Luteqn
van Apeldoorn.
Geref. Kerk v.m. 10 uur en n.m. 7
uur Ds. P. van der Marei van Krab
bendam.
LEIDERDORP.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
VÜn. 10 en 's avonds 6.30 jiur Ds
Mondt.
's- Morgens H. A. en 's avonds Dank
zegging H. A.
Geref. Kerk v.m. 9.30 en n.m. 6.30
uur Ds. Woudstra.
NOORDWIJK AAN ZEE.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
v.m. 10 en n.m. 5 uur Ps. Hospers.
Gerei:. Kerk v.m. 10 en n.m. 5 uur
Ds. Koers.
NOORDWIJK BINNEN.
Ned. Herv. Gem. v.m. ioenn.m. 5 uur
Ds. Eykman te Sebaldeburen.
Geref. Kerk v.m. 10 en n.m. 5 uur
Ds. P. A. Zeilstra van Sliedrecht.
WASSENAAR.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
)v.m. 10 uur Ds. G- v. Ingem van Augm-
tïnusga en a.m. 3 uur.Ds. Kloosterman
van Voorburg. Doopsb'ediening.
Kievitskerk v.m. 10 uur Ds. Brouwer
van de Meern.
WOUBRUGGE.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
v.m. 10 en 's avonds 7.30 uur Ds. Kqne.
H. Doopsbediening.
Geref. Kerk v.m. 10 en 's avonds 7.30
uur Ds. Nauta.
SASSENHEIM.
Chr. Geref. Gem. voorin 10 en nam. 5
uur Ds. VV. F. v. d. Kodde van Delft.
Voorber'. H. A.
laatstrekken, want duidelijk ver
schenen er allerlei beelden voor zijn
ziel, die hem minder welkom waren,
en die hij toch niet geheel van zich
kon zetten. Het geweten van den
Gallileër stond in omgekeerde ver
houding tot <ijn lichaamskracht. Als
het hem.goedging, dan had hij met
zijn verleden, dat zoo rijk was aan
donkere vlekken, weinig te stellen,
maar wanneer de zwakheid hem
overmande, wist hij den boozen de
mon niet te keeren, die hem dsvong
zich juist zulke feiten met pijnlijke
duidelijkheid voor den geest ie bren
gen, die hij liefst vergeteh wilde. Zoo
moest hij in deze ure aan zijn vrien
delijken weldoener en krijgsoverste,
den tribuun Servianus en zijn schoo-
ne vrouw denken, die hij door dui-
zende kunsten had verleid om echt
genoot en kind te verlaten, en met
hem de wijde wereld in te vluchten.
Op dit oogenblik heelde hij zich in,
dat hijze'f de tribuun Servianus was
en toch tegelijk Phoebicius. Al de
smart, het nameloos lijden, dat zijn
bedrogen weldoener aan hem te dan
ken had gehad, nadat hij hem Gly-
cera, zijn vrouw, had ontroofd, moest
hij thans doorworstelen, en de vijand
die hem, Servianus, bedroog, was
bovendien, dit gevoelde hij, geen an
der dan Phoebicius zelf. Hij zocht
zich te verweren en zon op wraak te
gen den verleider, en toch verloor hij
daarbij niet geheel en al het bewust
zijn van zijn eigen persoon.