NIEUWE LEIOSCHE COURANT Zomerwarmte van ZATERDAG 30 JULI 1927 TWEEDE BLAD. ?=F==F=g==^ g UIT DE SCHRIFTEN HET EINDE DES HEEREN. Zie, wij houden ze gelukzalig die verdragen; gij hebt de ver draagzaamheid van Job gehoord en grj lïebt het einde des Heo- ren gezien, dat de Heere zeer barmhartig is en een Ontfer- mer. Jac. 5 vs. ii. De verdraagzaamheid, de christelij ke volharding in geloof, in onderwer ping, in geduld en in hope, is het on derwerp waarmee Nde 'Apostel Jacobus zijn schrijven aan de twaalf stammen die in de verstrooiing waren, aan vangt, en waartoe hij gedurig 'terug keert. Het was voor zijn eerste lezers pok in hooge mate actueel. De vijandschap van Joden en heide nen, om Christus' wille, stelde hun uithoudingsvermogen op zware proef Maar sinds z ij het niet meer noo- dig hadden, werd het vermaan des Apostels tot verdraagzaamheid voor de geloovigen nog allerminst overbo dig. Evenmin als het vallen in velerlei beproevingen (vers 2) bij hen iets on bekends werd. Zelfs in den vorm, waarin het den eersten lezers des Apostels overkwam, is het hun niet vreemd. En als het zeldzaam werd in ons l^ven, is het hoog tijd, te onderzoeken of we ook misschien bezig zijn het tegen al te hoogen prijs af te koopen. Doch ook buiten vijandschap, on recht, terugzetting en onderdrukking, waarmede de wereld hem voor het trouw belijden van den naam des Hee- ren straft, is er nog beproeving voor den christen te over. Te bitterder en te banger vaak, om dat ze van geheel tegenovergestelden kant over hem komt. Omdat ze hem overkomt door het voorzienig bestel van zijn Vader in de hemelen. Men behoeft nog geen onverbeterlijk pessimist of een gedachteloos na prater te zijn, om David toe te stem men, dat de tegenspoeden der recht vaardigen vele zijn. Zoo we getuigen, die het bevestigen, al niet in grooten getale in eigen leven ontmoeten, zul len we des te meer tijd en gelegenheid hebben, ze in anderer leven te beluis teren. En o, wat harde dingen gaven ze ons dan te hoorén, te zien. Hoe schijnen ze dan gedurig te spot ten met de liefde des hemelschen Va ders voor zijn kinderen op aarde, met hun eigen geloof en gebed. Ze schenen het óók te doen in het leven der christenen aan wie Jakobus schreef. En wat doet hij nu, om hen in hun beproevingen, die zooveel verzoekin gen tot ergernis, tot ongeduld, tot on geloof en tot erger zijn, te hulp te ko men? Stellig, hij vermaant hen tot lijd zaamheid, tot volharding. En hij houdt hun vóór het exempel van Job. Doch hij laat het niet bij het woord, dat wekt en bij het voorbeeld dat trekt. Hij wijst hen ook op „het einde", d. w.z, op de uitkomst die er mee bedoeld en die er ook door bereikt zal wor den. Het einde, de uitkomst, daarop komt het ten slotte bij alle dingen aan. Daarbuiten mag er nog velerlei zijn, waai-voor we niet onverschillig zijn .in het eind beslist toch het eind. Wat de beproevingen; die ons over komen zoo zwaar maakt, is dan ook dit, dat we het einde, dat we de uit komst ervan niet zien. Soms vragen we naar haar niet; zijn we zóó verzonken en begraven in het leed van het tegenwoordige, dat we FEUILLETON. Niets menschelijks vreemd Een episode uit de geschiedenis van de Christenen op het Sinaïtisch Schiereiland omstreeks het jaar 300. 37. o— Phoebicius had gelijk. Noch Petrus, noch Dorothea bezaten de macht, haar tegen hem, den Romeinschen burger, in bescherming te nemen. Als zij zichzelve niet hielp, was zij een gevangene, en zonder lucht, licht en vrijheid kon zij niet leven. Door de laatste dreigende woorden van haar echtgenoot was hdar besluit tot rijp heid gekomen, en nauwelijks had hij den drempel overschreden en haar den rug toegekeerd, of zij vloog naar hare legerstede, wond het bevende hondje in het laken, nam het als een kind op d?n arm, en liep met harén lichten last naar het woonvertrek. Daar stonden de" luiken van het ven ster nog open, waardoor Hermas een goed heenkomen had gezocht. Door middel van een stoel nam zij denzelf den weg, en liet zich van de borstwe ring op straat nederglijden. Zonder een bepaald doel, of te weten waar heen, maar alleen vervuld - van tien wensch om een insluiting in dat duis ter vertrek te ontgaan, en eiken band te verscheuren, die haar verbond aan dien gehaten man, liep zij in de rich ting van den kérkheuvel naar den voor de toekomst geen aandacht heb ben. Soms ook denken we aan haar; maar, om haar op te bouwen uit de gegevens van het tegenwoordige. En ach, dan is het al teleurstelling en el lende wat we ons spellen. Daar is maar één weg om het einde als goed te zien. En dat is de weg des geloofs. Niet van het geloof der oppervlak- i kigheid, dat het ten slotte nog wel 'weer losloopen zal; maar van het waarachtige en levende geloof in den Heere onzen God, als onzen Vader in Christus. In het zien van het einde, zonder het te zien, als het einde des Heeren; als bepaald door de liefde onzes Gods, als vastliggend in zijn onverbrekelij- ken Raad en als gewaarborgd door zijn almachtige en onwankelbare trouw. Zóó gezien, stelt het ons hart ge rust, blijkt het, niet anders dan goed te kunnen zijn, dan te moeten dienen onze zaligheid en de verheerlijking on zes Gods. En dat bant de vreeze, dat slaat ons ongeduld in den band, dat stelt in staat tot dulden en dragen en tot vol houden ten einde toe. Hier, bij dit zien van het einde als het einde des Heeren, begint de over winning in de verdrukking. Maar hier begint ook de strijd. Want het is het zien niet van het oog. maar van het geloof. Van het geloof, dat door het zien van het oog schijnt weersproken en gelogenstraft te worden. Doch zie, hóe in dezen strijd de Heere ons worstelend geloof te hulpe komt. Het einde, Zijn einde, van onze be proevingen en van heel onzen weg geeft Hij ook ons oog te zien, in het einde, Zijn einde, van de beproevin gen en den weg zijner kinderen vóór ons. Van Ahraham, van Israël, van David en zooveel anderen. Van Job. dat boven alle uitblinkend voorbeeld der volharding, bovenal. „Gij hebt de verdraagzaamheid van Job gehoord," schrijft de Apostel aan de geloovigen in de verstrooiing, „en gij hebt het einde des Heeren (bij hem) gezien, dat de Heere zeer barmhartig is en een Ontfermer". En zoo schrijft hij nog aan ons. als we in beproeving zijn. Zien we dan het einde des Heeren bij Job. Zien we er, door 't geloof, het einde des Heeren in bij óns. Het einde, dat bewijzen zal, dat de Heere zeer barmhartig is en een Ont fermer. WAAR BLIJFT DE TIJD? Waar blijft de tijd? In de eeuwigheid! In de eeuwigheid wordt hij geborgen met al ons tobben, wroeten, zorgen, al onze diépe ellendigheid. Waar blijft de tijd? In de eeuwigheid! Wat wij bestempelen als „verleden", dat blijft voor God een eeuwig „heden" met al zijn verantwoordelijkheid. Waar blijft de tijd? In de eeuwighéid! Ons vluchtig denken, spreken, leven, in onui.twischbaar schrift geschreven, ligt daar ten onderzoek bereid. In de eeuwigheid ligt onze tijd gelijk een land, gansch open, effen, waar als wij het te laat beseffenv geen schuts wij vinden, wijd noch zijd. De eeuwigheid dat is Gods tijd In 't grondelooze licht gezeten, heeft, om te meten en te wegen, de groote God heel de eeuwigheid. Pe eeuwigheid dat is Gods tijd om recht te doen. Zijn heil'ge oogen, zij kunnen 't kwade niet gedoogen, hoe ook te laatl de zondaar schreit. De eeuwigheid dat is Gods tijd om Zich te ontfermen. Vol erbarmen strekt Hij naar ons Zijn liefdearmen en zegt: „Wees Mijn voor de eeuwigheid!" Grijp nu het' heil voor u bereid, laat af van uw verkeerde wegen, en roemen zult gij 't als een zegen: „Mijn tijd blijft in Gods eeuwigheid." weg, die over den berg naar zee leide. Phoebicius gaf haar ruimschoots gelegenheid hem vooruit te komen,, 'want nadat hij het donkere vertrek achter de keuken tot een gevangenis had ingericht, bleef hij daar nog zeer lang vei'toev9n, niet 0111 haar tijd te geven tot nadenken, noch om te over peinzen welk eene houding hij ver der tegenover haar zou aannemen, maar omdat hij gevoelde dat zijne krachten waren uitgeput. De centurio was dicht bij de zestig, en zijn lichaam, dat eens lyachtig mocht heeten, maar door uitspattin gen v. allerlei aard geheel ontzenuwd was, bleek niet langer in staat om aan de inspanning en de aandoeningen' van dezen nacht weerstand te bieden. De magere, gespierde, zeer bewegelij ke man gevoelde gewoonlijk zulk een verslapping slechts overdag, terwijl er na zonsondergang bij dezen grij zen krijgsman, die alleen gedurende «je uitoefening zijner dienstplichten bet voorkomen had van een kloek en jeugdig soldaat, eene merkbare ver andering plaats greep. Want dan ver hieven zich zijn zware oogleden, die anders de oogappels bijna geheel be dekten; dan trok zich zijne slap han gende onderlip krachtig samen; de lange hals, waarop het smalle lang werpige hoofd-rustte, rekte zich uit, en wanneer hij laat in den avond uit ging naar een drinkpartij of om Mi thras te dienen, zou men hem nog oen flink, jeugdig er onverzwakt KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Loon op Zand. A F. P Pop te Vaassen (Geld.). Te Bir. daard (Fr.) A. C. H. Vollenweider, te ('ubaard. Te Oosterwolde, P. Kuvlmaa ie Houten. Aangenomen: Naar Hedel, Mr. I F. Dijkstra te 's-Gravenhage. Bedankt: Voor Burum, K. Engefe- te Zwartsluis. GEREF. KERKEN. Tweetal': Te Middelburg (vac. L Bouma), A. Dercksen, te Pjjnacker Nootdorp en J. C. Houtzagers te Reeu- wijk. Beroepen: Te Kiundert, A. J.Bou- ma te Wanswerd. Bedankt: Voor Waardhuizen. J Schelhaas Jzn., te Nederhorst den Berg CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te 's-Gravenhage (2e m) L. H. v. d. Meiden te Dordrecht. BEVESTIGING, INTREDE EN AFSCHEID. Cand. E. de Jong hoopt 25 Sept. in trede te doen in de Geref. Kerk te Bel- lingwoldeNieuwe Schans, na betvstigd te zijn door Ds. P. Prins te Oosterwolde (Ol'dambt). Ps. G. Venema hoopt 28 Aug. a.s. afecheid te nemen van de Ned. Hert Kerk te Appingedam, om 4 September d.a.v. intrede te doen te Loosduinsn. VOOR DE TWEEDE MAAL BEROEPEN. Na bekomen machtiging van de classis heelt de Chr. Geref. Kerk Den Haag Donderdagavond voor de tweede maal beroepen Ds. L. H. v. d. Meiden, te Dordrecht. BINNENLAND. DE DROOGMAKING VAN DE ZUIDERZEE. De Times heeft, behalve een artikel van haar Haagschen correspondent, een hoofdartikel over de droogmaking van de Zuiderzee, waarin de geschie denis en de beteekenis van het werk nagegaan wordt en waaruit ook groote waardeering spreekt voor den moed en de energie, waarmede het werk Is aan gepakt. INTERNAT. ACADEMIE VAN VERGE LIJKEND RECHT. Heden heeft de Internationale Aca demie voor vergelijkend recht haar bij eenkomsten in het Vredespaleis te 's- Gravenhage geopend. Na een plechtige openingszitting zullen de volgende da gen, tot Maandagmiddag werkverga deringen worden gehouden. Voorzitter is de heer André 'Weiss, vice-president van het Permanente Hof van Internationale Justitie ,die thans weder geheel hersteld is en ook zal deelnemen aan de aanstaande be handeling voor het Hof van de Lotus zaak); vice-president is de heer Bus- 1 tam an te, rechter in genoemd hof. Se cretarissen-generaal zijn prof. Ullman van de universiteit te Parijs, en prof Balogh. van de universiteit te Kovno en secretaris-generaal der deskundi- gen van het Internationaal Instituut voor intellectueele samenwerking voor den Volkenbond. 2 MILLIOEN SCHADEVERGOEDING. De Raad van Heemstede hebben aan Ged. Staten van Noord-Holland ver zocht te bepalen: 1. dat de gemeente' Heemstede ver moedelijk een saldo verlies zal lijden als bedoeld in het le lid van artikel 22 der Wet tot een bedrag gekapitali seerd van meer dan 2.000.000; 2 dat mitsdien, ingaande 1 Mei 1927, door de gemeente Haarlem aan de ge meente Heemstede een schadeloosstel ling tot een afloopend bedrag zal uit gekeerd worden gedurende twintig achtereenvolgende jaren en wel zoo, dat de uitkeeringen aan Heemstede tot eën totaal bedrag van ƒ2.000.000 zijnde het maximum genoemd in het eerste lid van gemeld art. 22. zullen geschieden tenzij de gemeente Bloe- mendaal en Haarlemmerliede en man hebben kunnen noemen. Doch oqk in zijn roes was hij niet vroolijk, maar onstuimig, pochend en luidruchtig. Dikwijls overviel hem te midden zijner drinkebroers eer hij het gelag verliet, diezelfde inzinking van krachten, waardoor hij Sirona vaak den schrik op het lijf had ge jaagd, én waarvoor hij dan alleen iiiet te vreezen liad, wanneer hij in dienst aan de spits zijner soldaten stond. De hartstochtelijke lange man zag er in zulke oogenblikken van on macht afzichtelijk uit, want dan werd zijn taankleurig gelaat doodsbleek, dan scheen zijn rug gebroken en elk lid uit het gewricht te zijn. Zijn oog appels alleen bleven voortdurend in beweging, en nu en dan beefde zijn lichaam, als dat van iemand die door de koude bevangen is. Zijn lieden zeiden, wanneer de centurio in zulk een toestand geraaktê, dat zijn bleeke demon in hem was gevaren, en hijzelf geloofde aan zulk een boozen geest cn vreesde dien. Ja, hij had beproefd door heidensche geestenbanners en zelfs door christelijke duivelbezweer ders zich daarvan te bevrijden. Hij zat nu in de donkere kamer op het schaapsvel, dat hij, om zijn vrouw nog meer smaad aan te doen, op een harde houten bank had uitgespreid. Zijn handen en voeten rilden, zijn oogen gloeiden, en hij gevoelde zelfs de kracht niet om een vinger te ver roeren. Zijn lippen alleen vertrokken zich. terwijl hij in zijn yerbeelding RECLAME. veroorzaakt vaak Hevige Hoofdpijn; een paar Mijnliardt's Hoofdpijntabletten doen deze spoedig bedaren. In Buisjes 60 en 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten. Spaarnwoude hun recht doen gelden op een gedeelte van genoemd totaal bedrag, in welk geval de uitkeeringen naar evenredigheid van de vermoede lijke saldi verlies kunnen worden be paald; 3. dat indien de uitkeeringen niet op de door Uw college bepaalde data heb ben plaats gehad, het bedrag daarvan wordt verhoogd met rente berekend naar zes procent 's jaars, vanaf de vervaldata tot aan den dag van beta ling. DE KLOMPENINDUSTRIE. Naar gemeld wordt, heeft gisteren aan het departement van arbeid, han del en nijverheid 'n bespreking plaats gevonden met eene commissie uit de klompenmakers, teneinde gezamenlijk te overleggen wat ten behoeve van ae noodlijdende klompenindustrie kan ge daan worden. Verschillende denkbeel den zijn daarbij aan een bespreking onderworpen, terwijl verder is beslo ten, om in onderlinge samenwerking de noodige gegevens te verzamelen ter verkrijging van een juist inzicht in den aard en den omvang van de door deze industrie ondervonden moeilijk heden. RAADSLID VOOR ééN ZITTING. Donderdagmiddag werd in den Bloe- mendaalschen raad in de vacature-v. Kessel de heer K. Kooiman geïnstal leerd. Deze behoort echter niet tot de in den nieuwen raad gekozenen. Aan het einde van de vergadering deelde de Voorzitter mee, dat in de maand Augustus niet meer zal worden verga derd. De heer Kooiman is dus voor maar één zitting raadslid geweest, want in September komt de raad in nieuwe samenstelling bijeen. VERKAVELING WIERINGERMEER. Naar wij vernemen, zal het eerstvol gend driemaandelijksch bericht der Zuiderzeewerken het verkavelingsplan der Wieringermeer (N.W. Zuiderzee polder) bevatten. Dit plan zal, behoudens enkele wij zigingen van ondergeschikte beteeke nis, geheel berusten op de principes, destijds aangegeven door de Staats- commissie-Lovink. PREDIKBEURTEN. AARLANDERVEEN. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Da Klomp. Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.3° uur Ds. H. Moolhuizen. Chr. Geref. Kerk v.m. 10.30 en des avonds 7.30 uur Preeklezen. NIEUWVEEN. Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Ds. J. D. Speelman. Ned. Herv. Evangelisatie v.m. 10 en 's avonds 7.30 uur de heer A. P. de Jong. NIEUWKOOP. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Ds. VV. J. Keiler. Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Preeklezen. NOORDEN. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk Vrijzinnige pienst. Geref. Kerk v.m. 10.30 uur Preek- liezen en 's avonds 7.30 uur Dr. J. G' Ubbink vam Zevenhoven. TER AAR. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Ds. G. Enkelaar. Geref. Kerk v.m. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Ds. G. van Heiningen. ZEVENHOVEN. Predikbeurten. Ned. Herv .Kerk v.m. 10.30 geen opgave ontvangen en 's avonds 7.30 uur Ds. Wolfensberger. terugzag op een lang vervlogen verle den, dat zich in steeds scherper trek ken aan hem voordeed. „Had ik", zoo dacht hij, „pa dat onzinnig loopen door de oase, dat geen jongere mij zoo spoedig zal na doen, aan mijne woede den teugel ge vierd inplaats van mij met geweld in te houden, dan zou die demon zich niet zoo gemakkelijk van mij hebben meester gemaakt. Hoe fonkelden de oogen van die duivelin, die Mirjam, toen zij mij zeide, dat een man mij bedroog! Zij heeft hem die deze vacht droeg zeker gezien, doch vóór ik de oase bereikte, verloor ik haar uit het oog. Ik geloof dat zij omkeerde en den berg weder is opgestegen. Wat mag Sirona haar toch wel gedaan hebben? Die vrouw weet anders met hare oogen harten te vangen, gelijk een vogelaar de vogels met zijne fluit. Wat hebben die heertjes in Rome haar nageloopenl Zou zij mij daar ook al bedrogen hebben? Den legaat Ouintillus, die mij gaarne een gunst zou hebben bewezen, en wiens vijand schap ik aan deze gekkin te danken heb, heeft zij afgewezen. Doch hij was nog ouder dan ik, en zij houdt zeker meer van jongere. Zij is als de rest! Dat had ik, domkop, moeten weten! Zoo gaat het in de wereld: heden deelt men klappen uit, en morgen wordt men zelf geslagen". De centurio vertrok de lippen tot een weemoedig lachje. Vervolgens kwam er sombere ernst in zijne ge- AAN HET ZOEKLICHT. Leiden. 30 Juli 1927. De heer Lingbeek is „ouderwetsch" Gereformeerd. Wel eens wat heel ouderwetsch. Maar zooals het met ouderwetsche kleeding gaat, zoo gaat het Lingbeek ook met zijn ouderwet sche denkbeelden. Ze komen toch nog eenmaal terecht, evenals oud-modi- sche kleeding eenmaal weer nieuw modisch wordt. Daardoor komt hij in gezelschap van die „gereformeer den" die dezen naam ajleen kennen in onderscheiding van „roomsch". Of hij echter ook dat bedoelt met zijn ouderwetsch gereformeerd zijn, weet ik niet. want er is soms geen touw vast te knoopen aan de redenee ring van onzen gebaarden dominee. Nog deze week betoogde hij, dat het ouderwetsche, gereformeerde stand punt niet is: de school aan de ouder3, doch: de school aan de overheid. In dien dit juist is, is er ook niets tegen, - dat de overheid op de school ook haar medische zorg laat gelden. Zie dat is wel heel „ouderwetsch". Daarin is noch de Gereformeerde be lijdenis, noch de Gereformeerde prac- tijk te herkennen. Maar de categorie, die het „gereformeerd" alleen kent als tegenstelling tegenover „roomsch", ja, daaronder zijn er die het met onzen zonderlingen dominee eens zijn. OBSERVATOR. Gtetref. Kerk v.m. 10.30 uur Dr. -7. G. Ubbink en 's avonds 7.30 uurPree^. kaen. BQSKOOP. Geref. Kerk v.m. 10 en n.m. 6 uur Ds. v. d. Heyden van Wassenaar. Gebouw „Salvatori" v.m. 9.30 en n.m. 6 uur Ds. Kijnders uit Rotterdam. Evangelisatie Dwars-Nieuwstr. v.m 9.30 en ram 6 ,uur de heer Bouman uit (Stellendam. HAZFRSWC o .JE. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 10.30 uur de 'heer de Wit van iNoordwijk en 's avonds 7.30 uur D§ Groot Bnzerink van Leiden. Geref. Kerk ym. 10.30 en 's avonds 7.30 uur Ds. Gispen. KATWIJK AAN DEN RIJN. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 9.30 en n.m. 6 uur Ds. Bollee. Geref. Kerk vm 9.30 en n.m. 6 uur Ds. Metering. KOUDEKERK. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk &\m. 10 en n.m. 6.30 uur Ps. Luteqn van Apeldoorn. Geref. Kerk v.m. 10 uur en n.m. 7 uur Ds. P. van der Marei van Krab bendam. LEIDERDORP. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk VÜn. 10 en 's avonds 6.30 jiur Ds Mondt. 's- Morgens H. A. en 's avonds Dank zegging H. A. Geref. Kerk v.m. 9.30 en n.m. 6.30 uur Ds. Woudstra. NOORDWIJK AAN ZEE. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 10 en n.m. 5 uur Ps. Hospers. Gerei:. Kerk v.m. 10 en n.m. 5 uur Ds. Koers. NOORDWIJK BINNEN. Ned. Herv. Gem. v.m. ioenn.m. 5 uur Ds. Eykman te Sebaldeburen. Geref. Kerk v.m. 10 en n.m. 5 uur Ds. P. A. Zeilstra van Sliedrecht. WASSENAAR. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk )v.m. 10 uur Ds. G- v. Ingem van Augm- tïnusga en a.m. 3 uur.Ds. Kloosterman van Voorburg. Doopsb'ediening. Kievitskerk v.m. 10 uur Ds. Brouwer van de Meern. WOUBRUGGE. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 10 en 's avonds 7.30 uur Ds. Kqne. H. Doopsbediening. Geref. Kerk v.m. 10 en 's avonds 7.30 uur Ds. Nauta. SASSENHEIM. Chr. Geref. Gem. voorin 10 en nam. 5 uur Ds. VV. F. v. d. Kodde van Delft. Voorber'. H. A. laatstrekken, want duidelijk ver schenen er allerlei beelden voor zijn ziel, die hem minder welkom waren, en die hij toch niet geheel van zich kon zetten. Het geweten van den Gallileër stond in omgekeerde ver houding tot <ijn lichaamskracht. Als het hem.goedging, dan had hij met zijn verleden, dat zoo rijk was aan donkere vlekken, weinig te stellen, maar wanneer de zwakheid hem overmande, wist hij den boozen de mon niet te keeren, die hem dsvong zich juist zulke feiten met pijnlijke duidelijkheid voor den geest ie bren gen, die hij liefst vergeteh wilde. Zoo moest hij in deze ure aan zijn vrien delijken weldoener en krijgsoverste, den tribuun Servianus en zijn schoo- ne vrouw denken, die hij door dui- zende kunsten had verleid om echt genoot en kind te verlaten, en met hem de wijde wereld in te vluchten. Op dit oogenblik heelde hij zich in, dat hijze'f de tribuun Servianus was en toch tegelijk Phoebicius. Al de smart, het nameloos lijden, dat zijn bedrogen weldoener aan hem te dan ken had gehad, nadat hij hem Gly- cera, zijn vrouw, had ontroofd, moest hij thans doorworstelen, en de vijand die hem, Servianus, bedroog, was bovendien, dit gevoelde hij, geen an der dan Phoebicius zelf. Hij zocht zich te verweren en zon op wraak te gen den verleider, en toch verloor hij daarbij niet geheel en al het bewust zijn van zijn eigen persoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5