H. M. PIERROT MIFUWF mm COURANT Maarsmansst. 7-14-21. Tel. 630 - 1293 HORLOGEMAKER OPRUIMING WEGENS VERBOUWING Niets menschelijks vreemd VRIJDAG 29 JULI 1927 TWEEDE BLAD. WflT PE BLflBEH ZEGGEH. Pirsoonlijke Geschillen uit den weg ruimen. „Ik kan niet spreken, alsof alles in orde is, schrijft R. in „Onze Banier", het Orgaan van de Nat. Chr. O.O.- terwijl ik overtuigd ben, dat gebrek aan wederzijdsch vertrouwen, dat ge mis aan hartelijke samenwerking zoo niet hatelijke tegenwerking als een worm knaagt aan onze gemeen- RECLAME Volgende week komen de werklieden in den ouden winkel Dus de artikelen moeten er uit. atUC 111 UllZ/t) VYCClUiaUUl, waaraan wij onze krachten en onzen tijd willen geven, waarvoor ons dage- lijksch gebed opgaat om de komst van Gods Koninkrijk. Wij zullen ons allen eerst voor God moeten veroot moedigen vanwege ónze schuld en als eerlijke mannen alle persoonlijke geschillen moeten uit den weg rui men, voordat wij op de hulp en den zegen Gods mogen rekenen. Dat alles is als een ban in ons leven". Zoo sprak de legerpredikant Ds. Bootsma op onze Algemeene Verga dering in 1924. Sommige geschillen zijn niet op te ruimen. Ze wortelen in beginselver- schil. Iets meer kans bieden de ge schillen, die niet het uitgangspunt maar den te volgen weg betreffen. De beste kans moesten de persoonlijke geschillen geven. Men kan deze ech ter, helaas, zoo gemakkelijk vermen gen met beginselverschillen en in- zichtsverschillen. Wie over zulke ge schillen oordeelen moeten, behooren daarom altoos eer_t het persoonlijk geschil apart te plaatsen. En strikt apart te berechten. Een nieuw soort menschen. Mevr. Dr. Annie Besant, schrijft De Waarheidsvriend, de oude dame met wereldvermaardheid, be kend theosofe, spiritiste en bescherm vrouw v. den nieuwen Christus Krish- namurthi, heeft 'n ontdekking gedaan en heeft daarvan verteld in een volle vergadering, welke gehouden is in het gebouw van de Vrije Gemeente te Amsterdam. Zij heeft er dit van meegedeeld: „In Amerika wordt een nieuw menschentype geboren. De kinder tjes zijn bij hun geboorte al net zoo verstandig als andere kinderen, die 9 maanden oud zijn. Dit nieuwe menschentype heeft de intuïtie, waardoor het kan uitmaken wat gedaan moet worden. Én het is van een anderen geeét dan het vooraf gaande: immers deze kinderen be houden nimmer voor zichzelf wat ze krijgen, ze kennen de idee van mededeelzaamheid en goedgeefsch- heid. De jonge menschen, die thans opgroeien, kennen de goddelijke stem die kracht geeft; ze vertrou wen op een toekomst, gelukkiger dan thans, waarin geen armoede en ellende zal zijn". Er is dus een nieuw soort men schen op komst. Eerst in Amerika. Maar dan zal het ook wel hier, in Europa, ook wel in Nederland komen, dat geluksland, dat Paradijs op aarde. Hoe iemand zulken onzin durft ver- koopen en dan nog wel in het kerk gebouw van de Vrije Gemeente te Amsterdam, is ons een raadsel. Hoe- we] reeds lang bekend is, dat mevr. Annie Besant voor geen enkele x dwaasheid terugdeinst. Dat er nog menschen zijn, die er rustig naar luisteren, begrijpen we niet. Zou er werkelijk nog iemand zijn, die er een spiertje van gelooft? KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te IJ 1st, Ph. Peter te (Amstelveen. CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te Amsterdam-Oost, N. Bijdemast te Rotterdam en P. de Smit te Boskoop. Ds. BRUSSAARD EN „WOORD EN GEEST". Ds. J. C. Brussaard te Bloeanendaal heeft zich teruggetrokken als medewer ker van „Woord en Geest". Men her innert zich de verklaring van Ds. B. in het blad, ongeveer een half jaar gele- uen, omtrent zijn houding toen hij met de classis Haarlem der Geref. Kerken ieen compromis had gesloten; andere me dewerkers van het blad waren nuetdeae verklaring weer niet tevreden, en ever? unin met wat Ds. B. in gesprekken zou hebben gezegd. De „Opr. Haarl. Crt." meldt nu over wat er sindsdien gebeurd is het volgen de: Over de actie tegen Ds. B., waarb bevens de hierboven vermelde mondelin ge uitspraken, zooals men ons verze kerde, nog onjuist waren weergegeven waren èn Ds. B. èn vele medewerkers imet hem niet te spreken en eischt-n zq rehabilitatie. In een kort hierop gehou den medewerkersvergadering zijn deze geschillen, waarbij ook kwam net be zwaar dat Ds. Brussaard had tegen de tegenwoordige richting van „Woord en Geest", uitvoerig besproken, zonder dat pnen tot een oplossing kwam. Echter meest toch dit geschil uit den weg en werd besloten een commissie te benoe men die een en ander nader zou on derzoeken; en zoö mogelijk met een voorstel ter overeenstemming zou ko- (men. reneinde de zaak zoo objectief moge lijk ie behandelen, werd besloten dat „.Woord en Geest" twee leden in die -commissie zou benoemen en ook Df; Brussaard twee. Namens de redactie van Woord en Geest' hebben in dezè commissie zitting gjenomen: Trof. Dr. Z. W. Sneller te Rotterdam en Ds. E. L. Smelik te Tien hoven en namens Ds. J. C. Brussaard, Ds .J. J. Buskes te Amsterdam-Zuid en Mr. F. J. D. Theysse te Blöemendaal Deze commissie kwam nu dezer da gen met een voorstel, dat de redactie van „Woord en Geest" haar leed wezen zou betuigen pver de, naar Ds. Brus saard 's meerling, onjuist weergegeven mondelinge uitspraken en verder nog rets zou zeggen over de richting waarin zich „Woora en Geest" den laatsten tijd bewoog, een en ander omdat zij prijs stelde op Ds. Brussaaid's medewerking aan „Woord en Geest". - Hoewel Ds. Brussaard met dit voorstel niet geheel van harte instemde, doch hq ook met minder dan 100 pet. recht wilde genoegen nemen, wilde hij zich hiermede toch wel vereenigen. De redactie van „Woord en Geest" verklaarde echter dit voorstel onaan nemelijk. Wel deed zij nog een teger- voorstel, Uöch hiermee kon Ds. Brus saard zich onder geen voorwaarde ver eenigen. Bi] een dergelijken stand van zaken meende thans Ds. Brussaard niet anders te kunnen doen, dan te bedanken als medewerker van „Woord en Geest" Daarmede is eindelijk aan den wensch van vele kerkelijke vergaderingen en Geref. bladen vo.daan. NED. HERV. (GER.) PREDIKANTEN VERGADERING. De zesde jaarlijksche Ned. Herv. Go reformeerde Predikantenvergadering zal Ponderdag 8 September a.s. te Utrecht FEUILLETON. Een episode uit de geschiedenis van de Christenen op het Sinaïtisch Schiereiland omstreeks het fftar 300. SG. o— Reeds als meisje had Sirona het hondje bezeten. Het was baar naar Rome en in de oase gevolgd. Het was met teederheid aan haar gehecht en zij aan dit diertje; want Jambe liet zich door niemand zoo gaarne lief kozen en streelen als door haar. Zij was zoo vaak alleen, maar het hazen- windje was steeds bij haar. Het hield haar bezig, niet alleen door kunstjes, die men géwoon is aan honden te lee- ren, neen, het was voor haar een lie ve, stomme maar volstrekt niet doo- ve metgezel uit haar vaderland, die de ooren spitste, wanneer zij de na men noemde van hare lieve kleine broertjes en zus'jes in het verre Are- late, van welke zij sedert een jaar niets had vernomen; die haar ook droevig aanzag en hare blanke han den lekte, wanneer het heimwee de tranen in hare oogen deed wellen. In haar eenzaam, ledig, kinderloos le ven was Jambe veel, zeer veel; en toen zij nu zag ho% deze trouwe metgezel en vriend werd mishandeld, en hui lend naar hare legerstede kroop; toen het diertje vergeefs alle krach- Bed an kt: Voor Almkerk, G. P. v van Itterzon te Gélselaar. Voor Kolham, F. A. Visser te Oosterzee (Fr.). GEREF. KERKEN. Aangenomen: Naar Haarlem,hulp prediker, M. den Beer, Gand. te Zie rikzee. ten inspande, om in haar schoot be scherming te zoeken; toen het be vend zijn gekwetste, misschien ge broken pootje al kermend naar baar A uitstak; toen week alle vrees uit het hart der beangstigde jonge vrouw. Zij sprong van haar bed op, nam het hondje in haar armen, en zeide met een blik, waarin Phoebicius alles be halve vrees of berouw kon lezen: „Raak het diertje niet weder aan; dit raad ik ui" „Ik zal het morgen verzuipen"; antwoordde T iioebicius zeer gelaten, maar met een boosaardig lachje om den ingevallen mond. „Er komen zooveel tweebeenige vrijers in mijn huis, dat ik niet inzie waarom ik uwe liefde nog met een vierbeenigen dee- len zal. Hoe komt dat schaapsvel hier?" Sirona verwaardigde zich niet hem op de laatste vraag een ant woord te geven, maar riep op verbol gen toon: ,Bij uw god, en de Mithras- rots en alle goden! Als gij dit dier eenig leed aandoet, ben ik den Jang- ston tijd bij u geweest!" „Kijk nu eens aan!" antwoordde de centurio. „Waar gaat de reis naar toe? De woestijn is groot en daar is ruimte genoeg om te versmachten en voor verbleekende beenderen. Wat zouden uwe vrijers van verdriet weg kwijnen! Om hunnentwil zal ik, al vorens den hond te verzuipen, de ipeesteres moeten opsluiten." ■onder presidium van Ds. R. Dijkstra van Amsterdam worden gehouden. Als referenten zullen optreden die hcL ren Ds. J. IJ. Woelderink, Ned. Herv. i red. te Hoornaar, met het onderwerp „Geloof en bevinding'en Dr. J. C. S. Locher, idem te Leiden, die over „Rechtvaaxdigmaking en heiligmaking" spreken zal. DE HOOGE HOED ALS STUDENTENKENMERK. Er is zéér belangrqk bericht uit de hoofdstad van den staat Para, in Brazi lië. De studenten aldaar hebben besloteai voortaan, bq wijze van onderscheidend kenmerk, <hooge hoeden te gaan dragen. Dan zal, hopen zq, niemand meer een burger voor een student aanzien. RESERVE-LEGERPREDIKANTEN. Tijdens de dit jaar te houden herha lingsoefeningen zullen, naar wq verne men, door de Regeering in werkelqkein dienst worden opgeroepen de reserve- predikers Ds. B. G. Koolhaas, Ned. Herv Pred. te Utrecht, met standplaats Ai> sen; Ds. E. J. v. d. Brugh, Ned. Herv. Bred, te Tiet met standplaats Harder wijk (beiden van n27 Aug. a.s.) Ds. C. G. Wagenaar, Ned. Herv. Pred. te Leeuwarden, met standplaats Amers foort; Ds. J. P. v. Melle, Ned. Herv, Pred. te Kralingen, met standplaats Bre da; Ds. .W Faber, Geref. Pred. te Hoo- gieveen, met standplaats Ede en Dr. li. Miedema, Rem. Pred. te Amersfoort, met standplaats Harderwijk (de laatste vier van 824 Sept a.s.). NIET THUIS. Nicolaas Beets, die van 1840 tot 1854 predikant te Heemstede was, had de gewoonte om, als hij het zeer druk had „niet thuis" te geven. Op zekeren Zondag deelde Ds. Beets na de preek mede, dat hij voortaan niet meer „niet thuis" zou geven als hij wel thuis was. Waarom? 't Ant woord zou hij geven op den eerstvol- genden Zendingsavond. En wat deelde hij daar mee? Een onbekende had zich bij hem la ten aandienen. Maar „Maartje. ik heb ja gezegd, dat ik niet thuis ben!" „Ja maar dominee, u is toch.„Dat beteekent niet te spreken!" „Zal ik dat dan zeggen?" „Ga je gang, Maartje!" De vreemde vernam dat de Dominee „niet thuis", zooveel als niet te spre ken was, „Dus, wél thuis? Zeg dan dat ik Dominee moet spreken!" Maartje naar boven. „Dominee, die mijnheer moet u spreken!" „Wat, in mijn huis moet of niet moet. zal ik zelf uitmaken, 'k Ben niet te spreken. Je hoeft niet meer terug te komen!" Maartje naar beneden. „Zeg aan Do minee, dat ik hem moet spreken. God zendt me." Het meisje verschoot van schrik zoo'n boodschap dreef haar weer naar boven en Dominee naar beneden. „Wel goede vriend, wat is er?" „Och, niet veel. Dominee, 'k heb uw meisje drie trapgangen bezorgd. „Nu, dit is voor den eersten", en Do minee moest, een weinig ontdaan, een biljet van duizend gulden aannemen. „Dit voor den tweeden, en dit voor den derden keer, voor de Rotterdamsche Zendingsvereeniging." „Wel, hartelijk dank! Kom even mee naar binnen." „Neen Dominee, dat doe ik liever als u eens thuis is!" Een oogenblik later stond Ds. Beets met drie bankjes van 1000 voor de Zending in zijn hand. en ging naar bo ven met het vaste voornemen om nooit meer „niet thuis" te geven als hij wel thuis was. Hij heeft woord gehouden. SCHOOLVERZUIM. Het bijvoegsel tot de Ned. St. Crt. van 26 dezer bevat een overzicht van „Waag het niet mij aan te roeren!" riep Sirona buiten zichzelve, en liep naar het venster. „Als gij slechts een vinger naar mij uitsteekt roep ik om hulp, en vrouw Dorothea en haar echtgenoot zullen mij tegen u be schermen." „Juist hernam Phoebicius droog jes. „Dat zou u bevallen, wanneer gij daarover onder één dak kondet hui zen met dien knaap, die u gekleurde drinkglazen medebrengt, die u rozen in het venster werpt, en daarmede misschien den weg lieeft bestrooid, waarlangs hij beden tot u wist te ko men. Maar er zijn nog wetten, die een Romeinsch burger voor inbrekers en onbeschaamde verleiders 'beschermen. Ge waart me reeds veel te veel in het huis daarover, en dat spelen met die kleine schreeuwleelijken heeft toch alleen gediend, om dien opgeschoten jongen, dien rozenstrooier, dien pronkhaan te ontmoeten, die om uwentwil en om niet herkend te wor den. over zijn purperen overkleed een schaapsvel heeft omgehangen. Ja, ge moet mij verliefde nachtwandelaars en vrouwen leeren kennen. Ik door zie u allen. Gij zult voortaan geen voet meer over den drempel van Pe trus zetten! Daar is het open venster. Schreeuw nu maar zooveel ge wilt en breng zelve uwe schande onder de menschen. Het was mijn voornemen eerst morgen dit schaapsvel naar den rechter te brengen. Thans ga ik heen het betrekkelijke verzuim op de la gere scholen in 1926. Een vergelijking voor bet geheele Rijk tusschen het aantal verzuimen per 10.000 schooltijden in elk der ja ren 1925 en 1926 (geoorloofd, ongeoor loofd, totaal), geeft het volgende beeld: Soorten van Scholen. 1925 1926 Openbare scholen: Geoorloofd 553 546 Ongeoorloofd 20 18 Totaal 573 564 Prot. bijz. scholen: Geoorloofd 554 546 Ongeoorloofd 16 16 Totaal 570 562 R.-K. bijz. scholen: Geoorloofd 400 390 Ongeoorloofd 17 15 Totaal 417 405 Israël, bijz. sch.: Geoorloofd 584 736 Ongeoorloofd 1- 2 Totaal 585 738 Andere bijz. sch.: Geoorloofd 639 651 Ongeoorloofd 2 3 Totaal 641 654 Alle sch. té zamert: Geoorloofd 509 501 Ongeoorloofd 18 16 Totaal 527 517 PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND. Gisteren is de zitting der Prov. Sta ten voortgezet. Verbreeding van de brug te Katwijk. De heer WARNAAR (AR.) voorzit ter der wegencommissie deelde mee, dat de verbreeding van de brug bij Katwijk 5 Yi6 Meter, door den heer ten Hope voorgesteld bij amendement niet veel verbetering zou brengen en dat de spoed, die in deze zaak ver- eischt wordt, aanneming der motie on- gewenscht maakt. De heer TEN HOPE (V.B.) trok zijn amendement in. omdat hem gebleken was, dat de voorbereiding reeds zoo ver gevorderd is, dat verbreeding van de brug niet wél mogelijk is. Een breedte van 5 M. achtte spr. echter absoluut onvoldoende, waarom hij dan ook hoopte, dat in het vervolg slechts bruggen met voetpaden zouden wor den gebouwd. De heer TER LAAN (S.D.) sloot zich hierbij aan en meende, dat met de voorbereiding niet zoover behoort te worden gegaan, dat de Staten geen wij ziging meer kunnen étanbrengen. De heer VAN AALTEN (V.D.) merk te op, dat Ged. Staten in het algemeen tegenover gemeentebesturen niet de houding aannemen als tegenover Kat wijk. welke gemeente eenvoudig niet afwachtte hetgeen de Staten zouden beslissen. De heer VON FISENNE (Ged.) deel de mee, dat Katwijk gevraagd heeft of men door kon gaan met de aanbeste ding. Ged. Staten hebben geantwoord dat dit kon, doch op risico van de ge meente. De Staten waren dan ook vol komen vrij in hun beslissing. Het voorstel werd z.h.s. aangenomen Het Geneeskundig Schooltoezicht. Voortgezet werd de behandeling der missive van Ged. St. betreffende ge neeskundig schooltoezicht. De heer WERKER (V.D.) zag in deze behandeling iets zonderlings. Er is geen voorstel van Ged. St., doch een mededeeling, en er wordt eigenlijk ge debatteerd over de vraag wat Ged. Staten zullen voorstellen. Spr. merkte op, dat op^ het punt van geneeskundig schooltoezicht van prin cipieel verschil eigenlijk geen sprake meer is. Hij wees voorts op het belang van om het kamertje achter de keuken voor u in orde te maken. Dat heeft geen venster waardoor men mij schapenvachten in mijn huis kan dragen. Daar zult gij wonen, totdat gij gedwee wordt en mij de voeten kust, en gebiecht zult hebben wat he dennacht hier gebeurd is. Door de slaven van den senator, dat weet ik, zal ik niets te weten komen, want gij hebt hun het hoofd op hol gebracht. Zij schreeuwen van pleizier, als zij U zien. U zijn alle vrienden even wel kom, al dragen zij ook maar een schaapsvel. Laten ze doen wat ze wil len, 'ik heb de rechte wachters voor u gevonden. Nu ga ik heen. Schreeuw maar gerust; maar het zou mij toch wel zoo aangenaam zijn, wanneer ge u rustig hield. Over dien hond heb ben wij bet laatste woord nog niet gesproken. Ik wil het beest bier hou den. Zijt gij rustig en komt gij tot re de, dan mag hij wat mij betreft leven. Maar blijft gij weerspannig, dan is er ras een strik en een steen te vinden, en de beek vloeit daar omlaag. Ik spot nooit en heden allerminst." Sirona verkeerde in de grootste spanning. Zij hijgde naar adem, beef de over al haar leden, maar was niet in staat een woord uit te brengen. Phoebicius zag wat er bij haar om ging en sprak: „Maak u nu maar boos, doch er komt eene ure, waarin gij, evenals uw lamme bond, naar mij toe kruipen en mij om genade bede AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 29 Juli 1027. In Het Vaderland, het bekende Haagscbe orgaan, schrijft zekere zich noemende Garruli Filius, zij lichtjes. Soms valt dat licht wel eens wat erg schuin. Zoo iets als wanneer men in den zomeravond langs een breede vaart wandelt en de zon werpt haar stralen op dit watervlak. Dat kan bepaald hinderlijk zijn. Zooiets nu had hij ook deze week. Hij och de man weet zoo weinig van Leiden af, dat hem iets moet worden toegegeven maakt de hoo- ge zuivere luchttoren van Prof. Storm van Leeuwen bij de inrichting voor Allergische ziekten aan den Zo^terwoudsche Singel, bespottelijk. De man stelt het voor alsof Prof. Storm van Leeuwen louter voor zijn plezier, zoo bij vhjze van gril, dat doet. Zie dat kan ik niet hebben. Als Garruli Filius nog eens weer zijlichtjes laat schijnen over Leiden en zijn geëerde burgers, laat hij dan wachten tot de zon van zijn spranke lend vernuft niet meer zoo hinderlijk anderer avondwandeling vergalt. OBSERVATOR. medische voorlichting bij de beroeps keuze. Spr. wachtte het plan af, dat Ged. Staten zullen voorleggen. De heer RUTGERS (A.R.) meende, dat men aan het argument, dat de leer plicht de ouders dwingt hun kinderen naar school te zenden, niet te groote waarde moet hechten. Voor de bijzon dere school geldt dit argument al thans niet, want de wet dwingt de ouders niet de kinderen naar een bij zondere school te zenden. En wat de openbare school betreft, de meeste ouders zenden hun kinderen daar ge heel vrijwillig heen, onafhankelijk van den wettelijken dwang. Overigens zou het niet op den weg der provincie lig gen de schadelijke gevolgen van den leerplicht weg te nemen. Wat verder die gevaren betreft wees spreker op de verklaring van dr. Hev- ermans, dat de school in de versprei ding der tuberculose en der diphtherie geen groote rol speelt en de versprei ding der scabies niet zoo eenvoudig gaat. Men moet dan ook aan 't school toezicht. dat wellicht niet vaker dan eens per jaar zal geschieden, niet al te groot/e beteekenis hechten. Onge twijfeld heeft het een zekere plaats in de bescherming van kinderen tegen ziekten en een reden van bestaan in de groote steden. Maar stelt men zich nu werkelijk voor dat voor iedere plat- telandsschool over het leerplan gere geld overleg gepleegd wordt met liet medisch schooltoezicht? Men vergete toch niet, dat hygiënische begrippen gemeengoed zijn geworden en dat daar mede rekening gehouden wordt bij de samenstelling van het leerplan. Spr. zette vervolgens zijn bezwaren uiteen tegen het uitlichten van de hy giënische verzorging van schoolkinde ren omdat zij schoolkinderen zijn. uit de verzorging van het geheele volk en het opdragen van die zorg aan de over heid, nog wel aan de provincie, die met die kinderen niets te maken heeft omdat zij niet zitten in scholen van de provincie," De heer DE JONG (A.R.) betoogde, dat de kinderen op school gevaar loo- pen door: 1. school en schoolmidde- len, 2. medescholieren, 3. onderwijzers. Rotterdam heeft daarom, in 1908 een schoolartsendienst ingesteld en nooit heeft daaromtrent verschil bestaan tusschen de verschillende richtingen. Spr. heeft in 1908 B. en W. gesteund in hun streven en hij bleef op dit standpunt staan. Droeve ervaring met besmetting in eigen gezin versterkten spr. in zijn opvatting. De beer v. STAAL (S.D.) kwam terug op een mededeeling, van den heer Hofmann, dat in Gouda de schoolart sendienst niet meer noodig is. Even wel maakt de beer Hofmann deel uit van een raadscommissie, waarin hij zeide een warm voorstander te zijn van geneeskundig schooltoezicht en verklaarde, dat de adviezen van den schoolarts zeer correct zijn opgevolgd. Hij behield zich ten slotte slechts om len zult. Maar wacht, daar rijst een ander depkbeeld bij mij op. Gij hebt eene legerstede -noodig in het don kere kamertje, en die moet Zacht zijn, anders schelden uwe vrijers mij uit. Ik zal daar het schaapsvel voor u spreiden. Gij ziet dus, hoe ik de ge schenken van uwe aanbidders weet te eeren!" De Galliër barstte in lachen uit, raapte het kluizenaarskleed op en begaf zich daarmede en met de lamp in het donker vertrek achter de keü- ken, waarin thans huisraad en pro- visiën van allerlei aard bewaard wer den, die hij opruimde, om het tot een slaapkamer in te richten voor zijne vrouw, van wier schuld hij zich over tuigd hield. Hij wist niet wie de man was, ter wille van wien zij hem be drogen had, want Mirjam had hem alleen deze woorden gezegd: „Ga naar huis; daar lacht uwe vrouw met haar lief". Onder de laatste bedreigingen van haar echtgenoot had Sirona reeds tot zichzelve gezegd, dat zij liever ster ven wilde dan langer met zulk een man samenleven. Het kwam niet bij haar op, dat zijzelve niet geheel vrij van schuld was. Wie strenger be straft wordt dan hij verdient, vergeet licht zijn eigen misdrijf door de fout van den rechter. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5