H. M. PIERROT
MIFUWF mm COURANT
Maarsmansst. 7-14-21. Tel. 630 - 1293
HORLOGEMAKER
OPRUIMING WEGENS
VERBOUWING
Niets menschelijks vreemd
VRIJDAG 29 JULI 1927
TWEEDE BLAD.
WflT PE BLflBEH ZEGGEH.
Pirsoonlijke Geschillen uit den
weg ruimen.
„Ik kan niet spreken, alsof alles in
orde is, schrijft R. in „Onze Banier",
het Orgaan van de Nat. Chr. O.O.-
terwijl ik overtuigd ben, dat gebrek
aan wederzijdsch vertrouwen, dat ge
mis aan hartelijke samenwerking
zoo niet hatelijke tegenwerking als
een worm knaagt aan onze gemeen-
RECLAME
Volgende week komen de
werklieden in den ouden winkel
Dus de artikelen moeten er uit.
atUC 111 UllZ/t) VYCClUiaUUl,
waaraan wij onze krachten en onzen
tijd willen geven, waarvoor ons dage-
lijksch gebed opgaat om de komst
van Gods Koninkrijk. Wij zullen ons
allen eerst voor God moeten veroot
moedigen vanwege ónze schuld en
als eerlijke mannen alle persoonlijke
geschillen moeten uit den weg rui
men, voordat wij op de hulp en den
zegen Gods mogen rekenen. Dat alles
is als een ban in ons leven".
Zoo sprak de legerpredikant Ds.
Bootsma op onze Algemeene Verga
dering in 1924.
Sommige geschillen zijn niet op te
ruimen. Ze wortelen in beginselver-
schil. Iets meer kans bieden de ge
schillen, die niet het uitgangspunt
maar den te volgen weg betreffen. De
beste kans moesten de persoonlijke
geschillen geven. Men kan deze ech
ter, helaas, zoo gemakkelijk vermen
gen met beginselverschillen en in-
zichtsverschillen. Wie over zulke ge
schillen oordeelen moeten, behooren
daarom altoos eer_t het persoonlijk
geschil apart te plaatsen. En strikt
apart te berechten.
Een nieuw soort menschen.
Mevr. Dr. Annie Besant, schrijft
De Waarheidsvriend, de oude
dame met wereldvermaardheid, be
kend theosofe, spiritiste en bescherm
vrouw v. den nieuwen Christus Krish-
namurthi, heeft 'n ontdekking gedaan
en heeft daarvan verteld in een volle
vergadering, welke gehouden is in
het gebouw van de Vrije Gemeente
te Amsterdam.
Zij heeft er dit van meegedeeld:
„In Amerika wordt een nieuw
menschentype geboren. De kinder
tjes zijn bij hun geboorte al net zoo
verstandig als andere kinderen, die
9 maanden oud zijn. Dit nieuwe
menschentype heeft de intuïtie,
waardoor het kan uitmaken wat
gedaan moet worden. Én het is van
een anderen geeét dan het vooraf
gaande: immers deze kinderen be
houden nimmer voor zichzelf wat
ze krijgen, ze kennen de idee van
mededeelzaamheid en goedgeefsch-
heid. De jonge menschen, die thans
opgroeien, kennen de goddelijke
stem die kracht geeft; ze vertrou
wen op een toekomst, gelukkiger
dan thans, waarin geen armoede
en ellende zal zijn".
Er is dus een nieuw soort men
schen op komst.
Eerst in Amerika. Maar dan zal
het ook wel hier, in Europa, ook wel
in Nederland komen, dat geluksland,
dat Paradijs op aarde.
Hoe iemand zulken onzin durft ver-
koopen en dan nog wel in het kerk
gebouw van de Vrije Gemeente te
Amsterdam, is ons een raadsel. Hoe-
we] reeds lang bekend is, dat mevr.
Annie Besant voor geen enkele
x dwaasheid terugdeinst.
Dat er nog menschen zijn, die er
rustig naar luisteren, begrijpen we
niet.
Zou er werkelijk nog iemand zijn,
die er een spiertje van gelooft?
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te IJ 1st, Ph. Peter te
(Amstelveen.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Amsterdam-Oost, N.
Bijdemast te Rotterdam en P. de Smit
te Boskoop.
Ds. BRUSSAARD EN „WOORD EN
GEEST".
Ds. J. C. Brussaard te Bloeanendaal
heeft zich teruggetrokken als medewer
ker van „Woord en Geest". Men her
innert zich de verklaring van Ds. B. in
het blad, ongeveer een half jaar gele-
uen, omtrent zijn houding toen hij met
de classis Haarlem der Geref. Kerken
ieen compromis had gesloten; andere me
dewerkers van het blad waren nuetdeae
verklaring weer niet tevreden, en ever?
unin met wat Ds. B. in gesprekken zou
hebben gezegd.
De „Opr. Haarl. Crt." meldt nu over
wat er sindsdien gebeurd is het volgen
de: Over de actie tegen Ds. B., waarb
bevens de hierboven vermelde mondelin
ge uitspraken, zooals men ons verze
kerde, nog onjuist waren weergegeven
waren èn Ds. B. èn vele medewerkers
imet hem niet te spreken en eischt-n zq
rehabilitatie. In een kort hierop gehou
den medewerkersvergadering zijn deze
geschillen, waarbij ook kwam net be
zwaar dat Ds. Brussaard had tegen de
tegenwoordige richting van „Woord en
Geest", uitvoerig besproken, zonder dat
pnen tot een oplossing kwam. Echter
meest toch dit geschil uit den weg en
werd besloten een commissie te benoe
men die een en ander nader zou on
derzoeken; en zoö mogelijk met een
voorstel ter overeenstemming zou ko-
(men.
reneinde de zaak zoo objectief moge
lijk ie behandelen, werd besloten dat
„.Woord en Geest" twee leden in die
-commissie zou benoemen en ook Df;
Brussaard twee.
Namens de redactie van Woord en
Geest' hebben in dezè commissie zitting
gjenomen: Trof. Dr. Z. W. Sneller te
Rotterdam en Ds. E. L. Smelik te Tien
hoven en namens Ds. J. C. Brussaard,
Ds .J. J. Buskes te Amsterdam-Zuid en
Mr. F. J. D. Theysse te Blöemendaal
Deze commissie kwam nu dezer da
gen met een voorstel, dat de redactie
van „Woord en Geest" haar leed wezen
zou betuigen pver de, naar Ds. Brus
saard 's meerling, onjuist weergegeven
mondelinge uitspraken en verder nog
rets zou zeggen over de richting waarin
zich „Woora en Geest" den laatsten tijd
bewoog, een en ander omdat zij prijs
stelde op Ds. Brussaaid's medewerking
aan „Woord en Geest". -
Hoewel Ds. Brussaard met dit voorstel
niet geheel van harte instemde, doch
hq ook met minder dan 100 pet. recht
wilde genoegen nemen, wilde hij zich
hiermede toch wel vereenigen.
De redactie van „Woord en Geest"
verklaarde echter dit voorstel onaan
nemelijk. Wel deed zij nog een teger-
voorstel, Uöch hiermee kon Ds. Brus
saard zich onder geen voorwaarde ver
eenigen.
Bi] een dergelijken stand van zaken
meende thans Ds. Brussaard niet anders
te kunnen doen, dan te bedanken als
medewerker van „Woord en Geest"
Daarmede is eindelijk aan den wensch
van vele kerkelijke vergaderingen en
Geref. bladen vo.daan.
NED. HERV. (GER.) PREDIKANTEN
VERGADERING.
De zesde jaarlijksche Ned. Herv. Go
reformeerde Predikantenvergadering zal
Ponderdag 8 September a.s. te Utrecht
FEUILLETON.
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het fftar 300.
SG. o—
Reeds als meisje had Sirona het
hondje bezeten. Het was baar naar
Rome en in de oase gevolgd. Het was
met teederheid aan haar gehecht en
zij aan dit diertje; want Jambe liet
zich door niemand zoo gaarne lief
kozen en streelen als door haar. Zij
was zoo vaak alleen, maar het hazen-
windje was steeds bij haar. Het hield
haar bezig, niet alleen door kunstjes,
die men géwoon is aan honden te lee-
ren, neen, het was voor haar een lie
ve, stomme maar volstrekt niet doo-
ve metgezel uit haar vaderland, die
de ooren spitste, wanneer zij de na
men noemde van hare lieve kleine
broertjes en zus'jes in het verre Are-
late, van welke zij sedert een jaar
niets had vernomen; die haar ook
droevig aanzag en hare blanke han
den lekte, wanneer het heimwee de
tranen in hare oogen deed wellen. In
haar eenzaam, ledig, kinderloos le
ven was Jambe veel, zeer veel; en toen
zij nu zag ho% deze trouwe metgezel
en vriend werd mishandeld, en hui
lend naar hare legerstede kroop;
toen het diertje vergeefs alle krach-
Bed an kt: Voor Almkerk, G. P. v
van Itterzon te Gélselaar. Voor Kolham,
F. A. Visser te Oosterzee (Fr.).
GEREF. KERKEN.
Aangenomen: Naar Haarlem,hulp
prediker, M. den Beer, Gand. te Zie
rikzee.
ten inspande, om in haar schoot be
scherming te zoeken; toen het be
vend zijn gekwetste, misschien ge
broken pootje al kermend naar baar
A uitstak; toen week alle vrees uit het
hart der beangstigde jonge vrouw.
Zij sprong van haar bed op, nam het
hondje in haar armen, en zeide met
een blik, waarin Phoebicius alles be
halve vrees of berouw kon lezen:
„Raak het diertje niet weder aan; dit
raad ik ui"
„Ik zal het morgen verzuipen";
antwoordde T iioebicius zeer gelaten,
maar met een boosaardig lachje om
den ingevallen mond. „Er komen
zooveel tweebeenige vrijers in mijn
huis, dat ik niet inzie waarom ik uwe
liefde nog met een vierbeenigen dee-
len zal. Hoe komt dat schaapsvel
hier?"
Sirona verwaardigde zich niet
hem op de laatste vraag een ant
woord te geven, maar riep op verbol
gen toon: ,Bij uw god, en de Mithras-
rots en alle goden! Als gij dit dier
eenig leed aandoet, ben ik den Jang-
ston tijd bij u geweest!"
„Kijk nu eens aan!" antwoordde
de centurio. „Waar gaat de reis naar
toe? De woestijn is groot en daar is
ruimte genoeg om te versmachten en
voor verbleekende beenderen. Wat
zouden uwe vrijers van verdriet weg
kwijnen! Om hunnentwil zal ik, al
vorens den hond te verzuipen, de
ipeesteres moeten opsluiten."
■onder presidium van Ds. R. Dijkstra van
Amsterdam worden gehouden.
Als referenten zullen optreden die hcL
ren Ds. J. IJ. Woelderink, Ned. Herv.
i red. te Hoornaar, met het onderwerp
„Geloof en bevinding'en Dr. J. C. S.
Locher, idem te Leiden, die over
„Rechtvaaxdigmaking en heiligmaking"
spreken zal.
DE HOOGE HOED ALS
STUDENTENKENMERK.
Er is zéér belangrqk bericht uit de
hoofdstad van den staat Para, in Brazi
lië. De studenten aldaar hebben besloteai
voortaan, bq wijze van onderscheidend
kenmerk, <hooge hoeden te gaan dragen.
Dan zal, hopen zq, niemand meer een
burger voor een student aanzien.
RESERVE-LEGERPREDIKANTEN.
Tijdens de dit jaar te houden herha
lingsoefeningen zullen, naar wq verne
men, door de Regeering in werkelqkein
dienst worden opgeroepen de reserve-
predikers Ds. B. G. Koolhaas, Ned. Herv
Pred. te Utrecht, met standplaats Ai>
sen; Ds. E. J. v. d. Brugh, Ned. Herv.
Bred, te Tiet met standplaats Harder
wijk (beiden van n27 Aug. a.s.) Ds.
C. G. Wagenaar, Ned. Herv. Pred. te
Leeuwarden, met standplaats Amers
foort; Ds. J. P. v. Melle, Ned. Herv,
Pred. te Kralingen, met standplaats Bre
da; Ds. .W Faber, Geref. Pred. te Hoo-
gieveen, met standplaats Ede en Dr.
li. Miedema, Rem. Pred. te Amersfoort,
met standplaats Harderwijk (de laatste
vier van 824 Sept a.s.).
NIET THUIS.
Nicolaas Beets, die van 1840 tot 1854
predikant te Heemstede was, had de
gewoonte om, als hij het zeer druk had
„niet thuis" te geven.
Op zekeren Zondag deelde Ds. Beets
na de preek mede, dat hij voortaan
niet meer „niet thuis" zou geven als
hij wel thuis was. Waarom? 't Ant
woord zou hij geven op den eerstvol-
genden Zendingsavond. En wat deelde
hij daar mee?
Een onbekende had zich bij hem la
ten aandienen. Maar „Maartje. ik heb
ja gezegd, dat ik niet thuis ben!"
„Ja maar dominee, u is toch.„Dat
beteekent niet te spreken!" „Zal ik
dat dan zeggen?" „Ga je gang,
Maartje!"
De vreemde vernam dat de Dominee
„niet thuis", zooveel als niet te spre
ken was, „Dus, wél thuis? Zeg dan
dat ik Dominee moet spreken!"
Maartje naar boven. „Dominee, die
mijnheer moet u spreken!" „Wat, in
mijn huis moet of niet moet. zal ik zelf
uitmaken, 'k Ben niet te spreken. Je
hoeft niet meer terug te komen!"
Maartje naar beneden. „Zeg aan Do
minee, dat ik hem moet spreken.
God zendt me."
Het meisje verschoot van schrik
zoo'n boodschap dreef haar weer naar
boven en Dominee naar beneden.
„Wel goede vriend, wat is er?"
„Och, niet veel. Dominee, 'k heb uw
meisje drie trapgangen bezorgd.
„Nu, dit is voor den eersten", en Do
minee moest, een weinig ontdaan, een
biljet van duizend gulden aannemen.
„Dit voor den tweeden, en dit voor den
derden keer, voor de Rotterdamsche
Zendingsvereeniging."
„Wel, hartelijk dank! Kom even mee
naar binnen."
„Neen Dominee, dat doe ik liever als
u eens thuis is!"
Een oogenblik later stond Ds. Beets
met drie bankjes van 1000 voor de
Zending in zijn hand. en ging naar bo
ven met het vaste voornemen om nooit
meer „niet thuis" te geven als hij wel
thuis was. Hij heeft woord gehouden.
SCHOOLVERZUIM.
Het bijvoegsel tot de Ned. St. Crt.
van 26 dezer bevat een overzicht van
„Waag het niet mij aan te roeren!"
riep Sirona buiten zichzelve, en liep
naar het venster. „Als gij slechts een
vinger naar mij uitsteekt roep ik om
hulp, en vrouw Dorothea en haar
echtgenoot zullen mij tegen u be
schermen."
„Juist hernam Phoebicius droog
jes. „Dat zou u bevallen, wanneer gij
daarover onder één dak kondet hui
zen met dien knaap, die u gekleurde
drinkglazen medebrengt, die u rozen
in het venster werpt, en daarmede
misschien den weg lieeft bestrooid,
waarlangs hij beden tot u wist te ko
men. Maar er zijn nog wetten, die een
Romeinsch burger voor inbrekers en
onbeschaamde verleiders 'beschermen.
Ge waart me reeds veel te veel in het
huis daarover, en dat spelen met die
kleine schreeuwleelijken heeft toch
alleen gediend, om dien opgeschoten
jongen, dien rozenstrooier, dien
pronkhaan te ontmoeten, die om
uwentwil en om niet herkend te wor
den. over zijn purperen overkleed een
schaapsvel heeft omgehangen. Ja, ge
moet mij verliefde nachtwandelaars
en vrouwen leeren kennen. Ik door
zie u allen. Gij zult voortaan geen
voet meer over den drempel van Pe
trus zetten! Daar is het open venster.
Schreeuw nu maar zooveel ge wilt en
breng zelve uwe schande onder de
menschen. Het was mijn voornemen
eerst morgen dit schaapsvel naar den
rechter te brengen. Thans ga ik heen
het betrekkelijke verzuim op de la
gere scholen in 1926.
Een vergelijking voor bet geheele
Rijk tusschen het aantal verzuimen
per 10.000 schooltijden in elk der ja
ren 1925 en 1926 (geoorloofd, ongeoor
loofd, totaal), geeft het volgende
beeld:
Soorten van Scholen.
1925
1926
Openbare scholen:
Geoorloofd
553
546
Ongeoorloofd
20
18
Totaal
573
564
Prot. bijz. scholen:
Geoorloofd
554
546
Ongeoorloofd
16
16
Totaal
570
562
R.-K. bijz. scholen:
Geoorloofd
400
390
Ongeoorloofd
17
15
Totaal
417
405
Israël, bijz. sch.:
Geoorloofd
584
736
Ongeoorloofd
1-
2
Totaal
585
738
Andere bijz. sch.:
Geoorloofd
639
651
Ongeoorloofd
2
3
Totaal
641
654
Alle sch. té zamert:
Geoorloofd
509
501
Ongeoorloofd
18
16
Totaal
527
517
PROVINCIALE STATEN VAN
ZUID-HOLLAND.
Gisteren is de zitting der Prov. Sta
ten voortgezet.
Verbreeding van de brug te Katwijk.
De heer WARNAAR (AR.) voorzit
ter der wegencommissie deelde mee,
dat de verbreeding van de brug bij
Katwijk 5 Yi6 Meter, door den heer
ten Hope voorgesteld bij amendement
niet veel verbetering zou brengen en
dat de spoed, die in deze zaak ver-
eischt wordt, aanneming der motie on-
gewenscht maakt.
De heer TEN HOPE (V.B.) trok zijn
amendement in. omdat hem gebleken
was, dat de voorbereiding reeds zoo
ver gevorderd is, dat verbreeding van
de brug niet wél mogelijk is. Een
breedte van 5 M. achtte spr. echter
absoluut onvoldoende, waarom hij dan
ook hoopte, dat in het vervolg slechts
bruggen met voetpaden zouden wor
den gebouwd.
De heer TER LAAN (S.D.) sloot zich
hierbij aan en meende, dat met de
voorbereiding niet zoover behoort te
worden gegaan, dat de Staten geen wij
ziging meer kunnen étanbrengen.
De heer VAN AALTEN (V.D.) merk
te op, dat Ged. Staten in het algemeen
tegenover gemeentebesturen niet de
houding aannemen als tegenover Kat
wijk. welke gemeente eenvoudig niet
afwachtte hetgeen de Staten zouden
beslissen.
De heer VON FISENNE (Ged.) deel
de mee, dat Katwijk gevraagd heeft of
men door kon gaan met de aanbeste
ding. Ged. Staten hebben geantwoord
dat dit kon, doch op risico van de ge
meente. De Staten waren dan ook vol
komen vrij in hun beslissing.
Het voorstel werd z.h.s. aangenomen
Het Geneeskundig Schooltoezicht.
Voortgezet werd de behandeling der
missive van Ged. St. betreffende ge
neeskundig schooltoezicht.
De heer WERKER (V.D.) zag in deze
behandeling iets zonderlings. Er is
geen voorstel van Ged. St., doch een
mededeeling, en er wordt eigenlijk ge
debatteerd over de vraag wat Ged.
Staten zullen voorstellen.
Spr. merkte op, dat op^ het punt van
geneeskundig schooltoezicht van prin
cipieel verschil eigenlijk geen sprake
meer is.
Hij wees voorts op het belang van
om het kamertje achter de keuken
voor u in orde te maken. Dat heeft
geen venster waardoor men mij
schapenvachten in mijn huis kan
dragen. Daar zult gij wonen, totdat
gij gedwee wordt en mij de voeten
kust, en gebiecht zult hebben wat he
dennacht hier gebeurd is. Door de
slaven van den senator, dat weet ik,
zal ik niets te weten komen, want gij
hebt hun het hoofd op hol gebracht.
Zij schreeuwen van pleizier, als zij U
zien. U zijn alle vrienden even wel
kom, al dragen zij ook maar een
schaapsvel. Laten ze doen wat ze wil
len, 'ik heb de rechte wachters voor
u gevonden. Nu ga ik heen. Schreeuw
maar gerust; maar het zou mij toch
wel zoo aangenaam zijn, wanneer ge
u rustig hield. Over dien hond heb
ben wij bet laatste woord nog niet
gesproken. Ik wil het beest bier hou
den. Zijt gij rustig en komt gij tot re
de, dan mag hij wat mij betreft leven.
Maar blijft gij weerspannig, dan is er
ras een strik en een steen te vinden,
en de beek vloeit daar omlaag. Ik
spot nooit en heden allerminst."
Sirona verkeerde in de grootste
spanning. Zij hijgde naar adem, beef
de over al haar leden, maar was niet
in staat een woord uit te brengen.
Phoebicius zag wat er bij haar om
ging en sprak: „Maak u nu maar
boos, doch er komt eene ure, waarin
gij, evenals uw lamme bond, naar mij
toe kruipen en mij om genade bede
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 29 Juli 1027.
In Het Vaderland, het bekende
Haagscbe orgaan, schrijft zekere
zich noemende Garruli Filius, zij
lichtjes. Soms valt dat licht wel eens
wat erg schuin. Zoo iets als wanneer
men in den zomeravond langs een
breede vaart wandelt en de zon
werpt haar stralen op dit watervlak.
Dat kan bepaald hinderlijk zijn.
Zooiets nu had hij ook deze week.
Hij och de man weet zoo weinig
van Leiden af, dat hem iets moet
worden toegegeven maakt de hoo-
ge zuivere luchttoren van Prof.
Storm van Leeuwen bij de inrichting
voor Allergische ziekten aan den
Zo^terwoudsche Singel, bespottelijk.
De man stelt het voor alsof Prof.
Storm van Leeuwen louter voor zijn
plezier, zoo bij vhjze van gril, dat
doet.
Zie dat kan ik niet hebben.
Als Garruli Filius nog eens weer
zijlichtjes laat schijnen over Leiden
en zijn geëerde burgers, laat hij dan
wachten tot de zon van zijn spranke
lend vernuft niet meer zoo hinderlijk
anderer avondwandeling vergalt.
OBSERVATOR.
medische voorlichting bij de beroeps
keuze. Spr. wachtte het plan af, dat
Ged. Staten zullen voorleggen.
De heer RUTGERS (A.R.) meende,
dat men aan het argument, dat de leer
plicht de ouders dwingt hun kinderen
naar school te zenden, niet te groote
waarde moet hechten. Voor de bijzon
dere school geldt dit argument al
thans niet, want de wet dwingt de
ouders niet de kinderen naar een bij
zondere school te zenden. En wat de
openbare school betreft, de meeste
ouders zenden hun kinderen daar ge
heel vrijwillig heen, onafhankelijk van
den wettelijken dwang. Overigens zou
het niet op den weg der provincie lig
gen de schadelijke gevolgen van den
leerplicht weg te nemen.
Wat verder die gevaren betreft wees
spreker op de verklaring van dr. Hev-
ermans, dat de school in de versprei
ding der tuberculose en der diphtherie
geen groote rol speelt en de versprei
ding der scabies niet zoo eenvoudig
gaat. Men moet dan ook aan 't school
toezicht. dat wellicht niet vaker dan
eens per jaar zal geschieden, niet al
te groot/e beteekenis hechten. Onge
twijfeld heeft het een zekere plaats
in de bescherming van kinderen tegen
ziekten en een reden van bestaan in
de groote steden. Maar stelt men zich
nu werkelijk voor dat voor iedere plat-
telandsschool over het leerplan gere
geld overleg gepleegd wordt met liet
medisch schooltoezicht? Men vergete
toch niet, dat hygiënische begrippen
gemeengoed zijn geworden en dat daar
mede rekening gehouden wordt bij de
samenstelling van het leerplan.
Spr. zette vervolgens zijn bezwaren
uiteen tegen het uitlichten van de hy
giënische verzorging van schoolkinde
ren omdat zij schoolkinderen zijn. uit
de verzorging van het geheele volk en
het opdragen van die zorg aan de over
heid, nog wel aan de provincie, die
met die kinderen niets te maken heeft
omdat zij niet zitten in scholen van
de provincie,"
De heer DE JONG (A.R.) betoogde,
dat de kinderen op school gevaar loo-
pen door: 1. school en schoolmidde-
len, 2. medescholieren, 3. onderwijzers.
Rotterdam heeft daarom, in 1908 een
schoolartsendienst ingesteld en nooit
heeft daaromtrent verschil bestaan
tusschen de verschillende richtingen.
Spr. heeft in 1908 B. en W. gesteund
in hun streven en hij bleef op dit
standpunt staan. Droeve ervaring met
besmetting in eigen gezin versterkten
spr. in zijn opvatting.
De beer v. STAAL (S.D.) kwam terug
op een mededeeling, van den heer
Hofmann, dat in Gouda de schoolart
sendienst niet meer noodig is. Even
wel maakt de beer Hofmann deel uit
van een raadscommissie, waarin hij
zeide een warm voorstander te zijn
van geneeskundig schooltoezicht en
verklaarde, dat de adviezen van den
schoolarts zeer correct zijn opgevolgd.
Hij behield zich ten slotte slechts om
len zult. Maar wacht, daar rijst een
ander depkbeeld bij mij op. Gij hebt
eene legerstede -noodig in het don
kere kamertje, en die moet Zacht zijn,
anders schelden uwe vrijers mij uit.
Ik zal daar het schaapsvel voor u
spreiden. Gij ziet dus, hoe ik de ge
schenken van uwe aanbidders weet
te eeren!"
De Galliër barstte in lachen uit,
raapte het kluizenaarskleed op en
begaf zich daarmede en met de lamp
in het donker vertrek achter de keü-
ken, waarin thans huisraad en pro-
visiën van allerlei aard bewaard wer
den, die hij opruimde, om het tot een
slaapkamer in te richten voor zijne
vrouw, van wier schuld hij zich over
tuigd hield. Hij wist niet wie de man
was, ter wille van wien zij hem be
drogen had, want Mirjam had hem
alleen deze woorden gezegd: „Ga
naar huis; daar lacht uwe vrouw met
haar lief".
Onder de laatste bedreigingen van
haar echtgenoot had Sirona reeds tot
zichzelve gezegd, dat zij liever ster
ven wilde dan langer met zulk een
man samenleven. Het kwam niet bij
haar op, dat zijzelve niet geheel vrij
van schuld was. Wie strenger be
straft wordt dan hij verdient, vergeet
licht zijn eigen misdrijf door de fout
van den rechter.
(Wordt vervolgd.)