NIEUWE LEIOSCHE COURANT wnrltë mm zeggen. TEÜken school. DONDERDAG 21 JULI 1927 TWEEDE BLAD. Belgisch verzuim. „Het Huisgezin" merkt' op-, dat het Ib'ezoek! van H. M. de Koningin aan! Zuid Limburg kan worden beschouwd als een antwoord op de onhebbelijk heden, die Belgen zich den laatsten tijd' in Zuid-Li mburgsche gemeenten heb ben veroorloofd, en wijst vervolgens' op een verzuim van Belgischen kant. „Het gebeurt vaak, dat, wanneer het ■hoofd yan 'n staat in een grensgewest vertoeft, het hoofd van het naburige land een vertegenwoordiger zendt om' zijn groeten en wenschen over te bren gen. In het gewone maatschappelijke ver keer'zou, men dat een bewijs van bur gerlijke beleefdheid noemen; hier wgfc .re het een getuigenis van koninklijke hoffelijkheid, een accentueering van (de goede betrekkingen, die tusschen. 'twee landen bestaan. In dit geval waren er twee redenen geweest, "die den koning van België- tot zulk-een hoffelijkheidsbetuiging jden kunnen nopen. De eerste, dat het Nedeiiariclscli-Bel- gische verdrag, nog altijd hangende,, iae goede stemming en den goeden feest' '\n België niet had verstoord en at men daar bereid was door wel willend' overleg tot een voor beiden aannemelijke regeling te komen. De tweede, dat de koning door het zenden van een vertegenwoordiger de kwajongensstreken had willen desa- youeereM, die onverantwoordelijke en in het 'donker van den nacht handelen de personen hebben uitgehaald. 1 Limburg blijft Limburg en Limburg blijft Necterlandsch, wat er ook ge beurt, maar de Koning van België zou; idoor zulk een ridderlijke daad het smadelijk bedrijf van ettelijke, zijner, onderdanen hebben gebrandmerkt en de betrekkingen tusschen België en Nederland meer hebben verbeterd, !dan door 'diplomatieke samensprekin- gen van langen adem het geval kan zijn. Afkeurenswaardig van begin iol einde. De houding, door de Regeerihg aan genomen tegenover de bedrukte aarde werk-industrie, schrijft De Standaard, wekt bij weinigen bewondering; bij ve len critiek. Die critiek is verklaarbaar, waar dooi' verschillende bewindslieden ern stige feiten zijn begaan. Afkeurenswaardig was hét, dat op denzelfden dag. waarop Minister Slo- temaker de Brïiine zich naar Maas tricht begaf om zich van den feitelij ken staat wan zaken op de hoogte te stellen, een ministerieele meedeeling werd gepubliceerd met, onjuiste feite lijke gegevens. Afkeurenswaardig was het, dat Mi nister De Geér bij het algemeen e be- gTootingsdebat in de Eerste .Kamer een passage urt een anoniem rapport voorlas, dat voor de Maastrichtsche jn- dustrieelen in meer dan één opzicht grievend onrechtvaardig mocht, hee- ten. Afkeurenswaardig was liet, dat het Kabinet zich laat voorlichten door een deskundige, wiens rapport zoo deer lijk gehavend is. dat van zijn deskun digheid weinig- of niets overblijft. Afkeurenswaardig is het, dat na maan den van tijd-verspillend wachten nog altijd achterwege blijft de in uitzicht gestelde verandering van het recht naar de waarde in een specifiek recht. Afkeurenswaardig van begin tot einde! Bed a n k tVcor Birdaard (Fr.), A. oSteenbsek te Dcrkwerd (Gr.). GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Edam, E, Smildo, Cand. te Hec-renveen. NED. .HERV. KERK. Beroe pen - Te Vreeland. J. Kuil man, te Maasdam. Te Onze Lieve 'Vrou wen P,arochie> J. de Jong te fLosdorp. Te Dirksland. iW. J. van Lokhorst 'te 33elfsha.ven. CHR. GEREF. KERK. Be dankt: Voor Maarssen, J. L. de Vries te Rijnsburg. DOOPSGEZINDE GEMEENTEN. Aangenomen: Naar E-dam. A. Lei stra, Prep on en te bij de A. D1. B. BAPTISTEN GEMEENTEN. Beroepen: Te Groningen, J. Louw t© 2e Exlöermond. 1 Ds. J. A. TAZELAAR. Ds. J. A. 'hazelaar, cm. Precf. wan de Geref. Kerk te We esp. verzoekt mede te deelen. dat zijn adres thans 'is: Ro- zenhageplein 12. Haarlem. Ds. CHR, HUNNINGHER. Het provinciaal' Kerkbestuur van N.- Hclland, heeft Ds. Chr. Hunningher, Ned Herv. Fred, te Amsterdam, om gezond heidsredenen eervol' emeritaat verleend en wel met Ingang van 1 ^September a.s. TWEE PREDIKANTEN ONDER VERKEERD GELEIDE. 't Gebeurde dezer dagen aan een rde-r drukste 'West-Friesche stations; een plaats waar èn de Herv. Evangelisatie èn de Geref. Kerk wachten cp 'de komst van hun nieuwen Predikant, en waar 'dus nog wel eens vacaturebeurten door Pre dikanten van elders worden vervuld. Een bestuurslid van de Evangelisatie ien een diaken van de Geref. (Iv:?rk staan daar bij den uitgang van 'het sta tion, zonder dat zij in de 'drukte elkan der opmerken cf althans zonder dat 'zij merken, dat zg elk c-.en domiflë 'moeten afhalen. Ieder ziet op zijn beurt oen 'heer langs de controle' gaan. wiens .uiterlijk dat"ondefinieerbare heeft, dat over 'tal- gemeen aan Predikanten pleegt eigen te zijn. Voor alle zekerheid vragen ze nog: „U is de dominé? „.Ja" en 'spoeden zich dan uit het gedrang. Doch 'als do rustige wandeling begint. bemerkt ieder op z n beurt, dat de Herv. 'Pred. met den Geref. diaken wandelt, en dat het 'be stuurslid wlrèr Evangelisatie met den Geref. Dominé op stap is. Onder begrijpelijke hilariteit wisselen de Dominé's snoedig van geleider. CONFERENTIE INWENDIGE ZENDING. ■Te Lunteren wordt deze week de 'ice conferentie voor Inwendige Zending ge houden. onder leiding van Ds. A. 'J. Reosemeyer. Pred.-Directeur van de Ne:l, Herv. Diakcnesseninrichting te Amsterdam.. Maandagavond is cl© bij eenkomst geopend met een rede van (Ds. J. O. W. Goedhard over Deernis". Als thema voor de geheele conferentie noemde spreker ,,d: deerniswaardige wereld". VV'ij loop-en. zoo zeide spr. 'in den loop van zijn betoog p.m. 'Zo'o licht gevaar om. wanneer wij ons gelukkig g-> voelen, onverschillig te worden voror an deren, Onze ziel wordt pas tot 'nieuw le ven gewekt zoo wij onszelf verloochenen, wanne ,r wij ons kruis cp ons 'nemen en Hem volgen Die onas smarten 'ver dragen heeft. We moeten met innerlijke barmhartigheid worden bewogen. God. ieischt van ons dat wij den 'Vader ver heerlijken door veeL vrucht te dragen en zijn discipelen te zijn. Het 'kruis van Christus als de eenige wegwijzer naar het licht, roept alle Christenen toe: '„Gij zijt het zout der aarde". Deze- 'roeping moeten wij verstaan en straks ook wol gen. 1 GLASSICALE 2ENDINGSDAG, Gisteren werd cp Vreugd en Rust" te Voorburg de jaarlrjksche Zsndingsdag gehouden, van de classis 's-Gravenhag© der Geref. Kerken. Ook nu weer 'had een gr00te schare zich opgemaakt ten- (einde een dag in de- natuur 'bijeen te zijn en aangewakkerd te worden in liefde tct de zending. Bij plotselinge- ontstentenis van den voorzitter Ds. T. J. Hagen van 'Delft, werd de samenkomst om to uur 'geopend door Ds. K. v. Anken van Delft, die tulks 'deed cp gebruikelijke wijze en daarna Ps. 87 las. 1 Nadat Ds. van Anken een openings woord gesproken had. sprak Ds. D'. K. Wielenga, Geref. Pred. te Diemen, voor heen vele jaren missionair Dienaar des Wcords op Soemba. over „Een iegelijk in zijn eigen taal". Neg werd het 'woord gevoerd door Ds. P. Ncmes. Delfshaven; Ds. W. J. 'D Velders. Rotterdam; Dr. J. H. Bavinek, Heemstede en Ds. T. Kramer. Monster. Dr. D. J. van Katwijk, Schipluiden, sprak een slotwoord. Voorts zij nog gemeld, dat de 'Chr. Harmonievereeniging „Crescendo" van Loosduinen den zendingsdag opluisterde HET M. U. L. O. Het rapport van de Commissie, samen gesteld uit Üe. hoofdbesturen van de Vereeniging voor M.U.L.O., van de Ver- ieeniging voor Chr. M.U.L.O., en van 'de Vereeniging voor R. K. M.U.L.O., komt tot de volgende conclusies: ie. Het is vcor alle leerlingen, 'die voortgezet onderwijs verlangen, ook vcor de begaafde, gewenscht, dat zij, rna de gewone lagere school te hebben doror- loopen. overgaan naar een school, waar het' onderwijs gegeven wórdt volgens het getemperde- vakleerarensysteem. 2. 'Deze "school', die we tusschenschool zouden kunnen -noemen (de tegenwoor dige U.L.O-.-school) moet den' schakel vormen tusschen het L.O. en "het -ver der voortgezette Middelbaar en Voorbe reidend Jiooger Onderwijs. 3e. De Tusschenschool mag allerminst het karakter van een eenheidsschool aannemen; integendeel: een groote dif ferentiatie is wensehelijk, zoowel tus schen de scholen onderling als in 'één school zelf. 1 4e. Het leerplan moet voldoende re kening Ji ouden met de mogelijkheid van differentiatie. 5c. Die differentiatie wordt mede mo gelijk gemaakt door de vrijheid in 'het reerplan één der vakken: Fransch, TDuitach cf Engelsch in het '5e 'en 6e 'lieerjaar der L.CS. op te 'nemen. 6e. Aan de- bestaande U.L.O.-kopscha len kunnen twee klassen als voorberei dende klassen verbonden worden. 7e. Onderwijs; dat het karakter heeft van Voorbereidend Hooger Onderwijs is bestemd voor die leerlingen, die blijken geven van geschiktheid,"om dit onder wijs te volgen. 8e. De normale overgang van de D.S. naar de inrichtingen van Voortgezet On derwijs heeft plaats na het zesde leer jaar. ge. De toelating-'-tot de b-grospen 'ge schiedt niet door middel van een (examen, doch op verklaring. Het examen blijft gehandhaafd- -voor die kinderen, die niet cp de verklaring kunnen rwor- den toegelaten en vóór wie d> 'ouders to e lating wen-schen. ice. Van de leerlingen, die toegelaten wenschen te worden tot de ie klas der IJL..0.-scheel, meet verklaard kunnen worden, dat zij de- leerstof van 'de- eer ste 6 klassen eener school voor 'G.L.O. met vrucht verwerkt hebben en voldoen den aanleg hebben voor hot Ü.L.O. He: hoofdbestuur der Vereen, voor M.U.L.O, heeft zich, niet vereenigd met conclusie 5 en 'conclusie 6. BE SCHOOLKWESTIE TE WEESFERKARSPEL. Mrr. J. Terpstra schrijf t aan de (St. In uw blad van 16 dezer dees ik onder he: opschrift „De schoolkwestie te "W eesperkarspel" „Als naar gewoonte zal het advies van den Raad 'van State ongunstig voor het schoolbestuur luiden, waarna de Minister van Onderwijs in tiegonovergéstclden zin aan IL M. de Koningin adviseert ende Chr. school aan de Geinbrug komt er". v Bit zinnetje- (behalve natuurlijk do wensch aan het slot) mag naar 'mijn meening niet onweersproken blijven, wijl het volstrekt onjuist is en schadelijke-ge volgen zou kunnen hebben. De recht spraak van de Krco.n in onderwijsge- schillen heeft als gevolg van mijnwerk- kring, mijn greoie belangstelling. Welnu, ik herinner mij slechts èén geval, 'dat in do talrijke kwesties van stichting van bijzondere scholen de Kroon (de Minis ter van Onderwijs) afgeewken is van fhet (advies van den- Raad van State;/het be trof teen den bouw van een CR. 'K. schopl te Kaatsheuvel, gemeente Leon op Zand en toen luidde het advies van (den Raad van State voor hot schoolbestuur ook nog gunstig', terwijl de Kroon in "voor het schoolbestuur ongunstigen zin be slist heeft. Vcorzoover ik weet. hebben de opeenvolgende Ministers van Dndér- wrjs zich in schoolbouwkwesties be houdens deze ééne uitzondering steeds met het advies van de Af deeling 'van den Raad van State voor de 'geschillen van bestuur vereenigd. Het leek mij. ter voorkoming van legendevorming, èesr wensehelijk, deze onjuistheid even te corrigeeren. EXAMEN HOQFBONBERWIJZER(ES). De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen brengt ter alge- meene kennis, dat, behoudens, onvoor ziene omstandigheden, de examens ter verkrijging van 'n akte van bekwaam heid als hoofdonderwijzer(es) zullen worden gehouden te Breda. Roermond, Arnhem, Zwolle, 's-Gravenhage, Noord einde '142a (2 hoog): op 19, 20 21, 22, 23, 25, 26, 27, 28, 29, 30 Juli, 'l, 2, 3, 4. 5. 6, 9, 10, 11. 12, 13, 15, 16, 17, 18 19, 20, 22, 23, 24, 25, 26. 27, 29, 30 en 31 Augustus, te beginnen des voormid dags 9 uur; Rotterdam, in de Gustaaf Adolfschool aan den Molenwaterweg 6: op 19 tot en roet 23, 25 tot en met 30 Juli, 1 tot en met 6, 8 tot ,en met 13, 16 tot en met 20, 22 tot en met 27, 29 tot en met 31 Augustus, 1 tot en met 8 September, te beginnen des voormid- dags 9 uur; Utrecht, Haarlem, Gronin gen en Leeuwarden. STADSNIEUWS. GEMEENTE-ARCHÏEF. Wij ontvingen van Mr. Dr. J. C. Ovei'vcorde het. Verslag over den 'toe stand van het Gemeente-archief alhier gedurende het. jaar 1926, en ontleenen daaraan het volgende: De samenstelling der commissie bleef ongewijzigd, doch met het einde van den ambttijd van- den burgemees ter bracht het nieuwe jaar ook het af treden van Jhr. Mr, Dr. N. C. de Gijse- laar als lid en voorzitter. Een woord van welgemeenden dank en van waardeering zij hem hier gebracht voor de steeds door hem in het archief betoonde belangstelling en de aange name samenwerking. Door den adjunct-archivaris, Mr. J. W. Verburgt, werd met goed gevolg het examen afgelegd,: vereischt voor de benoeming tot archiefambtenaar le klasse. De volontaire Mej. Chavannes vol tooide haar stage-jaren en verliet! daarna het archief, na de voorioopige beschrijving te hebben voltooid van het archief van de Leiclsehe Maat schappij van Nijverheid en Handel. Dr. Overvoorde herdacht onder vele blijken van belangstelling den len Mei zijn 25-jarig jubileum als archiva ris der gemeente loeiden. De concierge A. de. Bruin bereikte den pensioenleeftijd na 33-jarigen trouwen dienst aan het archief. De hoofdwerkzaamheid bestond in het verder bewerken van de archieven van de secretarie, tresorie en fabrica ge en de kleinere daarbij aansluitende archieven. De beschrijving is thans zooverre gevorderd, dat de Archivaris hoopt, behoudens onverhoopt opont houd, de beschrijving van het geheele stadsarchief en de in bewaring opge nomen archieven voltooit te hebben vóór dat de leeftijdsgrens hem tot het verlaten van zijn werkkring noopt. Van de kleinere afdeelingen, aldus gaat Dr. Overvoorde voort, beschreef ik o.a. eene collectie stukken betreffen de de heerlijkheid Benthuizen, het hier aanwezige gedeelte van het archief der kerkmeesters, waarbij ik een re gister vervaardigde op het door J. van Hout aangelegde Register van Kerke lijke Zaken (16021615). Ik maakte een begin met de beschrijving van het particulier archief van den hekenden Antwerpschen koopman en politicus D. van der Meulen, die zich na het overgaan van Antwerpen aan Spanje te Leiden vestigde in eene patricische woning aan het Rapenburg (thans (Kantongerecht). In het Gedenkboek, aan den afgetre den burgemeester aangeboden, gaf ik een overzicht van de ontwikkeling van de archiefverzamelingen. Te Amsterdam stelde ik een onder zoek in naar de in het Rijks, prenten- cabinet en in Fodor aanwezige, teeke- ningen betreffende Leiden en omge ving, welke voor de Leidsche prenten- verzaimeling uit topographisch oog punt van belang konden zijn, waarna door den heer Bickhoff hiervan foto s werden vervaardigd. De adjuct-archivaris bracht de be schrijving ten einde van de reeds in het vorig verslag genoemde collectie Varia, mee3t eigendomsbewijzen, schuldbrieven en stukken van parti culieren aard, -waarvan reeds tevoren het grootste gedeelte voorloopig in het kort was beschreven met het doel om te kunnen nagaan, wat hieronder schuilde, dat tot een der afdeelingen van het stadsarchief of tot een der daarna opgenomen archieven te reke nen viel. Zoowel dê adjunct-archivaris als de commies W. P. van Rhijn Jr. verricht ten enkele kleinere, meest genealogi sche onderzoekingen; Mr. Verburgt leverde tijdens mijn verlof een uitge breid rapport in omtrent de rechten der gemeente ten opzichte van de kerktorens en verrichtte uitvoerige on derzoekingen betreffende de families Collet en Lelyveld. Hij beschreef voor loopig het archief van de Leidsche Mij. van Weldadigheid, van de commissie voor de Ramp van 1807 en het nog na der bijgevoegde gedeelte van het ar chief van de Mij. tot Nut van het AlgeT - meen. Met het op fiches brengen der doop- en trouwregisters der kleinere kerken werd geregeld voortgegaan. Van de verschillende afdeelingen werd dit jaar weder veel gebruik gé- imaakt voor onderzoek. Inlichtingen werden gevraagd en onderzoekingen werdén verricht door 235 personen, waarvan 85 uit Leiden, 128 uit andere ge-meenten in Nederland, 12 uit verde re landen in Europa en 10 uit plaatsen in andere werelddeelen. De toestand van het gebouw en van de verzamelingen was in alle opzich ten bevredigend, Alleen bleek het wen sehelijk het houtwerk aan het ge- houw uitwendig te verven om inwate ren te voorkomen. Het hiertoe noodi- ge bedrag werd uitgetrokken op de begrooting voor 1927. liet verslag eindigt met een opgave der aanwinsten die het Archief in het afgeloopen jaar had te hoeken. Uit het Sociale Leven. ONDER DE MENSCHEN. In een van onze ministeries leest' men-. - Gelukkig is het land Waar 't volk zijn „moer" verbrand. Rond deze strofe is de „moer" aan- aangebracht. Alen heeft er een lijst van gefabriceerd zoo goed en 200 kw^ad dit met die weerbarstige moer te doen was. (Jok elders hebben we deze soorr lijstjes al gezien. „Moer".is de bovenste laag bij on ontgonnen grond', gewoonlijk eeil soort' veenlaag, en waar heu volk zijn „moer" verbrandt, daar wordt turf gestookt en het geluk, dat daaruit voortvloeit; is het werk van den veenarbeider. Wij weten reeds jaren, da.1j werkloos heid voor den veenarbeider, hem, zoo; goed als andere werkloozen, in ar moede brengt. Men maakt nu wat reclame voor. turfverbruik en zoekt van het veen; tegelijk ook nog iets anders dan turf; te maken. Zoo zoekt men hier en elders hei werkloosheidsvraagstuk nader tot op lossing te brengen. Mocht men echter velen gelooven, dan is al dat getob en gezoek, over bodig. De werkloosheid is voor hen geen ernstige moeilijkheid. Schaf alle; werkloozensteun af, verlaag de loonen maak de arbeidsdagen lang en geef, desnoods een kerel, die dan nog werk. loos is, iederen-dag een pak slaag en; men is van alle werkloosheid af. Heel gemakkelijk, zooals ge ziet en ook heel voordeelig. Maar het is toch wel opmerkelijk. !dat deze soort menschen in werkelijk heid nog nooit werkelijk iets voor de oplossing van maatschappelijke pro blemen gedaan hebben. FEUILLETON. Niets eiieiisriteiiiks vreemd Een episode uit de geschiedenis van de Christenen op het Sinaïtisch Schiereiland omstreeks het jaar 300. 29. o— ,Gaarne betaal ik hem met dezelfde munt", antwoordde Petrus. „Dat wat hem van mij vervreemdt is waarlijk niet iets laags. Hij waant het zuiver geloof alleen t© bezütten, en daarvoor te moeten strijden. Hij noemt de wer ken der kunstenaars heidensehe gru welen. Die nimmer de louterende kracht van de schoone ondervonden heeft, :neent dat elke afbeelding tot af goderij voert. Polycasrpus' engelen en diens goede herder mochten zijne goedkeuring nog wegdragen, maar over de leeuwen geraakte de oude krijgsman in woede. I-Ii.j noemde ze- vervloekte afgoden en duivelswerk." „Maar ook in den tempel van Salo mo waren beelden va.n leeuwen te zien", sprak Dorothea. „Dat juist wierp ik hem tegen, en verder nog, dat men in de catecheten- scholen en in de stichtelijke dierkunde die wij bezitten, den Heiland zeiven bij een leeuw vergelijkt; dat ook Mar kus de evangelist, die 't evangelie des He eren naar Alexandrië overbracht, met een leeuw Wordt afgebeeldT Maar hij bestreed mij steeds heftiger, op grond dat de werken van Pol year pus bestemd zijn niet eene heilige plaats maar het Caesareum te versieren. Want hij ziet daarin niets anders dan een heidensch gebouw, en de schoone werken der Grieken, die daar bewaard worden, noemt hij ellendige fratsen, waarmede de, Satan de harten der christenen verleidt. De andere sena toren verstaan zijne, onbeschaafde taal, mijne redenen 'niet, en daarom vielen zij hem bij en werd mijn voorstel om den weg aan te leggen verworpen, op grond dat het eene christelijke ge meente niet betaamt de afgoderij in de hand te werken, en wegen te hanen voor den duivel". „Ik kan het u aanzien, dat gij hun scherp te woord hebt gestaan". „Dat geloof ik wel", ging Petrus voort met neergeslagen oogen. „Er zal menig hard woord gevallen zijn, en dat liet men mij ontgelden. Agapitus was bijzonder ontevreden'. Hij toonde een verslag der diakenen met eene reke ning en verantwoording. Zij misprezen het zeer, dat gij evenveel brooden aan heiden- als aan christengezinnen hartt uitgedeeld. Dat is nu wel waar, maar. „Maar vervolgde Dorothea levendig, „de honger kwelt de ongedoopten even zeer. Hunne christelijke huren onder- steunen ze niet, en zij zijn toch ook onze naasten. Ik zou mijn ambt al zeer slecht uitoefenen, wanneer ik ze liet verhongeren, omdat zij den hesten troost moeten ontberen". „Toch", zeide Petrus, „besloot de raad, clat gij in het vervolg hoogstens een vierde, cleel van het u toegewezen graan voor hen zouclt besteden. Gifbe- hoeft niet te schrikken. Wat vroeger van het onze verkocht werd, zal voort aan ter uwer beschikking zijn. Gij zult voortaan aan geen van uwe pleegkin deren een enkel brood onthouden. Wat echter den aanleg van den weg be treft. dat kan nog een poos duren. Er is toch geen haast met de voltooiing, want Folycarpus zal toch hij ons zijne leeuwen moeilijk kunnen afwerken. Die arme kaap. Met welk eene liefde lieefi liij de modellen van klei gevormd, en hoe wonderbaar is het hc-m gelukt de houding der koninklijke dieren we der te geven- Het was alsof de geest van do. oude meesters van Athene hem bezielde. Wij zullen nu eens overleg gen, of zich te Alexandrië niet...." „Beproeven wij liever terstond," viel zijne vrouw hem in de rede, „Polycar- pus over te halen om deze modellen te laten liggen en andere meer heilige werken uit, te voeren. Agapitus ziet scherp, en die heidensehe werken gaan den jongen al te zeer ter harte". Bij de laatste woorden fronsdc de senator het. voorhoofd, en zeide niet zonder opgewondenheid: „Niet alles wat de heidenen hebben gemaakt, is te verwerpen. Polycarpus moet, ern stig en voortdurend aan het werk blij ven. Sirona is de vrouw van een ander, en men mag ook niet uit scherts de vrouw van zijn naaste voor zich trachten te v innen. Acht gij de Galli sche in staat haar plicht te verzaken?" Dorothea aarzelde; na een oogenblik nadenkens antwoordde zij: „Zij is een schoon en ijdel kind, ja een kind! Ik denk daarbij aan hare geheele manier van zijn, niet aan haar ouderdom, of schoon zij inderdaad de kleindochter kon zijn van den wonderlijken man, voor wien zij geen liefde of achting, neen, niets dan afkeer gevoelt. Wat het is weet ik niet, maar reeds in Ro me moet hij haar iets ontzettends voorgesteld hebbenden ik doe maar geen pogingen- meer om haar hart gunstig voor hem te stemmen. In alle andere dingen is' zij gevoelig en laat zij zich gemakkelijk leiden, en dik wijls kan ik mij niet begrijpen, hoe zij zoo uitgelaten kan zijn, wanneer zij met. de kinderen speelt. Gij weet toch hoe de kleinen, zelfs Marthana aan haar gehecht zijn, Ik wenschte wel dat zij eene christin was, want ook ik, waarom zou ik het verzwijgen, heb haar lief. Men kan in hare tegenwoor digheid niet droefgeestig zijn, en zij is mij genegen. Zij vreest mijne berisping en is er altijd op uit mijn© goedkeuring te winnen. Het is waar, zij tracht alle menschen te behagen, zelfs den kinde ren; doch Poly carpus, welk een flink mian hij ook is, zoover ik zien kan, niet meer dan anderen, stellig niet!" „Doch de jongen", zeide Petrus, „ziet' telkens naar haar om, en Phoebicius heeft het opgemerkt. Gisteren is hij mij tegengekomen, toen ik naar huis ging, en hii verzocht mij. cp zijn beleef de, maar scherpe manier, mijn zoon den goeden raad te geven, in Jiet ver volg, als hij rozen wilde schenken, de ze liever in de vensters van anderen, dan in het zijne te werpen, want hij was geen vriend van bloemen, en voor zijn vrouw plukte hij ze liever zelf". De vrouw van den senator verbleek te, en zeide kortaf en op stenigen toon: „Wij hebben dien huurder niet noodig, en hoezeer ik zijne vrouw ook missen zal, geloof ik toch dat het het beste zal zijn, wanneer gij hem verzoekt naar een ander verblijf uit te zien". „Spreek niet verder, vrouw", zeide Petrus ernstig, terwijl hij met de hand zijne afkeuring te kennen gaf. „Zullen wij er Sirona voor laten boeten, dat onze zoon om harentwille eene onbe zonnenheid heeft begaan? Gij hebt echter gezegd, dat het verkeer met de kinderen en hare achting voor u haar voor afdwalingen zullen bewaren, en nu zouden wij haar de deur wijzen? Dat nooit. De Galliërs blijven in mijn huis, zoolang zij niets doen wat mij dwingt hen er uit te zetten. Mijn va der was wel een Griek, maar van moe derszijde heb ik Amelekietisch bloed in de aderen, en zoo ik hen, met vrie ik eens onder mijn dak het brood deelde, over mijn drempel joeg, zou ik mij- zelven onteeren. Polycarpus moet ge waarschuwd worden en vernemen, wat hij aan ons, aan zichzelven en aan het gebod des Heeren verschuldigd is. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5