NIEUWE LEIOSCHE COURANT
wnrltë mm zeggen.
TEÜken school.
DONDERDAG 21 JULI 1927
TWEEDE BLAD.
Belgisch verzuim.
„Het Huisgezin" merkt' op-, dat het
Ib'ezoek! van H. M. de Koningin aan!
Zuid Limburg kan worden beschouwd
als een antwoord op de onhebbelijk
heden, die Belgen zich den laatsten tijd'
in Zuid-Li mburgsche gemeenten heb
ben veroorloofd, en wijst vervolgens'
op een verzuim van Belgischen kant.
„Het gebeurt vaak, dat, wanneer het
■hoofd yan 'n staat in een grensgewest
vertoeft, het hoofd van het naburige
land een vertegenwoordiger zendt om'
zijn groeten en wenschen over te bren
gen.
In het gewone maatschappelijke ver
keer'zou, men dat een bewijs van bur
gerlijke beleefdheid noemen; hier wgfc
.re het een getuigenis van koninklijke
hoffelijkheid, een accentueering van
(de goede betrekkingen, die tusschen.
'twee landen bestaan.
In dit geval waren er twee redenen
geweest, "die den koning van België-
tot zulk-een hoffelijkheidsbetuiging
jden kunnen nopen.
De eerste, dat het Nedeiiariclscli-Bel-
gische verdrag, nog altijd hangende,,
iae goede stemming en den goeden
feest' '\n België niet had verstoord en
at men daar bereid was door wel
willend' overleg tot een voor beiden
aannemelijke regeling te komen.
De tweede, dat de koning door het
zenden van een vertegenwoordiger de
kwajongensstreken had willen desa-
youeereM, die onverantwoordelijke en
in het 'donker van den nacht handelen
de personen hebben uitgehaald. 1
Limburg blijft Limburg en Limburg
blijft Necterlandsch, wat er ook ge
beurt, maar de Koning van België zou;
idoor zulk een ridderlijke daad het
smadelijk bedrijf van ettelijke, zijner,
onderdanen hebben gebrandmerkt en
de betrekkingen tusschen België en
Nederland meer hebben verbeterd,
!dan door 'diplomatieke samensprekin-
gen van langen adem het geval kan
zijn.
Afkeurenswaardig van begin iol
einde.
De houding, door de Regeerihg aan
genomen tegenover de bedrukte aarde
werk-industrie, schrijft De Standaard,
wekt bij weinigen bewondering; bij ve
len critiek.
Die critiek is verklaarbaar, waar
dooi' verschillende bewindslieden ern
stige feiten zijn begaan.
Afkeurenswaardig was hét, dat op
denzelfden dag. waarop Minister Slo-
temaker de Brïiine zich naar Maas
tricht begaf om zich van den feitelij
ken staat wan zaken op de hoogte te
stellen, een ministerieele meedeeling
werd gepubliceerd met, onjuiste feite
lijke gegevens.
Afkeurenswaardig was het, dat Mi
nister De Geér bij het algemeen e be-
gTootingsdebat in de Eerste .Kamer
een passage urt een anoniem rapport
voorlas, dat voor de Maastrichtsche jn-
dustrieelen in meer dan één opzicht
grievend onrechtvaardig mocht, hee-
ten.
Afkeurenswaardig was liet, dat het
Kabinet zich laat voorlichten door een
deskundige, wiens rapport zoo deer
lijk gehavend is. dat van zijn deskun
digheid weinig- of niets overblijft.
Afkeurenswaardig is het, dat na maan
den van tijd-verspillend wachten nog
altijd achterwege blijft de in uitzicht
gestelde verandering van het recht
naar de waarde in een specifiek recht.
Afkeurenswaardig van begin tot
einde!
Bed a n k tVcor Birdaard (Fr.), A.
oSteenbsek te Dcrkwerd (Gr.).
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Edam, E, Smildo,
Cand. te Hec-renveen.
NED. .HERV. KERK.
Beroe pen - Te Vreeland. J. Kuil
man, te Maasdam. Te Onze Lieve 'Vrou
wen P,arochie> J. de Jong te fLosdorp.
Te Dirksland. iW. J. van Lokhorst 'te
33elfsha.ven.
CHR. GEREF. KERK.
Be dankt: Voor Maarssen, J. L. de
Vries te Rijnsburg.
DOOPSGEZINDE GEMEENTEN.
Aangenomen: Naar E-dam. A. Lei
stra, Prep on en te bij de A. D1. B.
BAPTISTEN GEMEENTEN.
Beroepen: Te Groningen, J. Louw
t© 2e Exlöermond. 1
Ds. J. A. TAZELAAR.
Ds. J. A. 'hazelaar, cm. Precf. wan de
Geref. Kerk te We esp. verzoekt mede
te deelen. dat zijn adres thans 'is: Ro-
zenhageplein 12. Haarlem.
Ds. CHR, HUNNINGHER.
Het provinciaal' Kerkbestuur van N.-
Hclland, heeft Ds. Chr. Hunningher, Ned
Herv. Fred, te Amsterdam, om gezond
heidsredenen eervol' emeritaat verleend
en wel met Ingang van 1 ^September a.s.
TWEE PREDIKANTEN ONDER
VERKEERD GELEIDE.
't Gebeurde dezer dagen aan een rde-r
drukste 'West-Friesche stations; een
plaats waar èn de Herv. Evangelisatie
èn de Geref. Kerk wachten cp 'de komst
van hun nieuwen Predikant, en waar 'dus
nog wel eens vacaturebeurten door Pre
dikanten van elders worden vervuld.
Een bestuurslid van de Evangelisatie
ien een diaken van de Geref. (Iv:?rk
staan daar bij den uitgang van 'het sta
tion, zonder dat zij in de 'drukte elkan
der opmerken cf althans zonder dat 'zij
merken, dat zg elk c-.en domiflë 'moeten
afhalen.
Ieder ziet op zijn beurt oen 'heer
langs de controle' gaan. wiens .uiterlijk
dat"ondefinieerbare heeft, dat over 'tal-
gemeen aan Predikanten pleegt eigen
te zijn.
Voor alle zekerheid vragen ze nog:
„U is de dominé? „.Ja" en 'spoeden
zich dan uit het gedrang. Doch 'als do
rustige wandeling begint. bemerkt ieder
op z n beurt, dat de Herv. 'Pred. met den
Geref. diaken wandelt, en dat het 'be
stuurslid wlrèr Evangelisatie met den
Geref. Dominé op stap is.
Onder begrijpelijke hilariteit wisselen
de Dominé's snoedig van geleider.
CONFERENTIE INWENDIGE
ZENDING.
■Te Lunteren wordt deze week de 'ice
conferentie voor Inwendige Zending ge
houden. onder leiding van Ds. A. 'J.
Reosemeyer. Pred.-Directeur van de
Ne:l, Herv. Diakcnesseninrichting te
Amsterdam.. Maandagavond is cl© bij
eenkomst geopend met een rede van (Ds.
J. O. W. Goedhard over Deernis".
Als thema voor de geheele conferentie
noemde spreker ,,d: deerniswaardige
wereld". VV'ij loop-en. zoo zeide spr. 'in
den loop van zijn betoog p.m. 'Zo'o licht
gevaar om. wanneer wij ons gelukkig g->
voelen, onverschillig te worden voror an
deren, Onze ziel wordt pas tot 'nieuw le
ven gewekt zoo wij onszelf verloochenen,
wanne ,r wij ons kruis cp ons 'nemen
en Hem volgen Die onas smarten 'ver
dragen heeft. We moeten met innerlijke
barmhartigheid worden bewogen. God.
ieischt van ons dat wij den 'Vader ver
heerlijken door veeL vrucht te dragen
en zijn discipelen te zijn. Het 'kruis van
Christus als de eenige wegwijzer naar
het licht, roept alle Christenen toe: '„Gij
zijt het zout der aarde". Deze- 'roeping
moeten wij verstaan en straks ook wol
gen. 1
GLASSICALE 2ENDINGSDAG,
Gisteren werd cp Vreugd en Rust" te
Voorburg de jaarlrjksche Zsndingsdag
gehouden, van de classis 's-Gravenhag©
der Geref. Kerken. Ook nu weer 'had
een gr00te schare zich opgemaakt ten-
(einde een dag in de- natuur 'bijeen te
zijn en aangewakkerd te worden in
liefde tct de zending.
Bij plotselinge- ontstentenis van den
voorzitter Ds. T. J. Hagen van 'Delft,
werd de samenkomst om to uur 'geopend
door Ds. K. v. Anken van Delft, die
tulks 'deed cp gebruikelijke wijze en
daarna Ps. 87 las. 1
Nadat Ds. van Anken een openings
woord gesproken had. sprak Ds. D'. K.
Wielenga, Geref. Pred. te Diemen, voor
heen vele jaren missionair Dienaar des
Wcords op Soemba. over „Een iegelijk
in zijn eigen taal".
Neg werd het 'woord gevoerd door Ds.
P. Ncmes. Delfshaven; Ds. W. J. 'D
Velders. Rotterdam; Dr. J. H. Bavinek,
Heemstede en Ds. T. Kramer. Monster.
Dr. D. J. van Katwijk, Schipluiden,
sprak een slotwoord.
Voorts zij nog gemeld, dat de 'Chr.
Harmonievereeniging „Crescendo" van
Loosduinen den zendingsdag opluisterde
HET M. U. L. O.
Het rapport van de Commissie, samen
gesteld uit Üe. hoofdbesturen van de
Vereeniging voor M.U.L.O., van de Ver-
ieeniging voor Chr. M.U.L.O., en van 'de
Vereeniging voor R. K. M.U.L.O., komt
tot de volgende conclusies:
ie. Het is vcor alle leerlingen, 'die
voortgezet onderwijs verlangen, ook
vcor de begaafde, gewenscht, dat zij, rna
de gewone lagere school te hebben doror-
loopen. overgaan naar een school, waar
het' onderwijs gegeven wórdt volgens
het getemperde- vakleerarensysteem.
2. 'Deze "school', die we tusschenschool
zouden kunnen -noemen (de tegenwoor
dige U.L.O-.-school) moet den' schakel
vormen tusschen het L.O. en "het -ver
der voortgezette Middelbaar en Voorbe
reidend Jiooger Onderwijs.
3e. De Tusschenschool mag allerminst
het karakter van een eenheidsschool
aannemen; integendeel: een groote dif
ferentiatie is wensehelijk, zoowel tus
schen de scholen onderling als in 'één
school zelf. 1
4e. Het leerplan moet voldoende re
kening Ji ouden met de mogelijkheid van
differentiatie.
5c. Die differentiatie wordt mede mo
gelijk gemaakt door de vrijheid in 'het
reerplan één der vakken: Fransch,
TDuitach cf Engelsch in het '5e 'en 6e
'lieerjaar der L.CS. op te 'nemen.
6e. Aan de- bestaande U.L.O.-kopscha
len kunnen twee klassen als voorberei
dende klassen verbonden worden.
7e. Onderwijs; dat het karakter heeft
van Voorbereidend Hooger Onderwijs is
bestemd voor die leerlingen, die blijken
geven van geschiktheid,"om dit onder
wijs te volgen.
8e. De normale overgang van de D.S.
naar de inrichtingen van Voortgezet On
derwijs heeft plaats na het zesde leer
jaar.
ge. De toelating-'-tot de b-grospen 'ge
schiedt niet door middel van een
(examen, doch op verklaring. Het examen
blijft gehandhaafd- -voor die kinderen,
die niet cp de verklaring kunnen rwor-
den toegelaten en vóór wie d> 'ouders
to e lating wen-schen.
ice. Van de leerlingen, die toegelaten
wenschen te worden tot de ie klas der
IJL..0.-scheel, meet verklaard kunnen
worden, dat zij de- leerstof van 'de- eer
ste 6 klassen eener school voor 'G.L.O.
met vrucht verwerkt hebben en voldoen
den aanleg hebben voor hot Ü.L.O.
He: hoofdbestuur der Vereen, voor
M.U.L.O, heeft zich, niet vereenigd met
conclusie 5 en 'conclusie 6.
BE SCHOOLKWESTIE TE
WEESFERKARSPEL.
Mrr. J. Terpstra schrijf t aan de (St.
In uw blad van 16 dezer dees ik onder
he: opschrift „De schoolkwestie te
"W eesperkarspel" „Als naar gewoonte
zal het advies van den Raad 'van State
ongunstig voor het schoolbestuur luiden,
waarna de Minister van Onderwijs in
tiegonovergéstclden zin aan IL M. de
Koningin adviseert ende Chr. school
aan de Geinbrug komt er". v
Bit zinnetje- (behalve natuurlijk do
wensch aan het slot) mag naar 'mijn
meening niet onweersproken blijven, wijl
het volstrekt onjuist is en schadelijke-ge
volgen zou kunnen hebben. De recht
spraak van de Krco.n in onderwijsge-
schillen heeft als gevolg van mijnwerk-
kring, mijn greoie belangstelling. Welnu,
ik herinner mij slechts èén geval, 'dat in
do talrijke kwesties van stichting van
bijzondere scholen de Kroon (de Minis
ter van Onderwijs) afgeewken is van fhet
(advies van den- Raad van State;/het be
trof teen den bouw van een CR. 'K. schopl
te Kaatsheuvel, gemeente Leon op Zand
en toen luidde het advies van (den Raad
van State voor hot schoolbestuur ook
nog gunstig', terwijl de Kroon in "voor
het schoolbestuur ongunstigen zin be
slist heeft. Vcorzoover ik weet. hebben
de opeenvolgende Ministers van Dndér-
wrjs zich in schoolbouwkwesties be
houdens deze ééne uitzondering steeds
met het advies van de Af deeling 'van
den Raad van State voor de 'geschillen
van bestuur vereenigd.
Het leek mij. ter voorkoming van
legendevorming, èesr wensehelijk, deze
onjuistheid even te corrigeeren.
EXAMEN
HOQFBONBERWIJZER(ES).
De minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen brengt ter alge-
meene kennis, dat, behoudens, onvoor
ziene omstandigheden, de examens ter
verkrijging van 'n akte van bekwaam
heid als hoofdonderwijzer(es) zullen
worden gehouden te Breda. Roermond,
Arnhem, Zwolle, 's-Gravenhage, Noord
einde '142a (2 hoog): op 19, 20 21, 22,
23, 25, 26, 27, 28, 29, 30 Juli, 'l, 2, 3,
4. 5. 6, 9, 10, 11. 12, 13, 15, 16, 17, 18
19, 20, 22, 23, 24, 25, 26. 27, 29, 30 en
31 Augustus, te beginnen des voormid
dags 9 uur; Rotterdam, in de Gustaaf
Adolfschool aan den Molenwaterweg
6: op 19 tot en roet 23, 25 tot en met
30 Juli, 1 tot en met 6, 8 tot ,en met 13,
16 tot en met 20, 22 tot en met 27, 29
tot en met 31 Augustus, 1 tot en met 8
September, te beginnen des voormid-
dags 9 uur; Utrecht, Haarlem, Gronin
gen en Leeuwarden.
STADSNIEUWS.
GEMEENTE-ARCHÏEF.
Wij ontvingen van Mr. Dr. J. C.
Ovei'vcorde het. Verslag over den 'toe
stand van het Gemeente-archief alhier
gedurende het. jaar 1926, en ontleenen
daaraan het volgende:
De samenstelling der commissie
bleef ongewijzigd, doch met het einde
van den ambttijd van- den burgemees
ter bracht het nieuwe jaar ook het af
treden van Jhr. Mr, Dr. N. C. de Gijse-
laar als lid en voorzitter. Een woord
van welgemeenden dank en van
waardeering zij hem hier gebracht
voor de steeds door hem in het archief
betoonde belangstelling en de aange
name samenwerking.
Door den adjunct-archivaris, Mr. J.
W. Verburgt, werd met goed gevolg
het examen afgelegd,: vereischt voor
de benoeming tot archiefambtenaar
le klasse.
De volontaire Mej. Chavannes vol
tooide haar stage-jaren en verliet!
daarna het archief, na de voorioopige
beschrijving te hebben voltooid van
het archief van de Leiclsehe Maat
schappij van Nijverheid en Handel.
Dr. Overvoorde herdacht onder vele
blijken van belangstelling den len
Mei zijn 25-jarig jubileum als archiva
ris der gemeente loeiden.
De concierge A. de. Bruin bereikte
den pensioenleeftijd na 33-jarigen
trouwen dienst aan het archief.
De hoofdwerkzaamheid bestond in
het verder bewerken van de archieven
van de secretarie, tresorie en fabrica
ge en de kleinere daarbij aansluitende
archieven. De beschrijving is thans
zooverre gevorderd, dat de Archivaris
hoopt, behoudens onverhoopt opont
houd, de beschrijving van het geheele
stadsarchief en de in bewaring opge
nomen archieven voltooit te hebben
vóór dat de leeftijdsgrens hem tot het
verlaten van zijn werkkring noopt.
Van de kleinere afdeelingen, aldus
gaat Dr. Overvoorde voort, beschreef
ik o.a. eene collectie stukken betreffen
de de heerlijkheid Benthuizen, het hier
aanwezige gedeelte van het archief
der kerkmeesters, waarbij ik een re
gister vervaardigde op het door J. van
Hout aangelegde Register van Kerke
lijke Zaken (16021615). Ik maakte
een begin met de beschrijving van het
particulier archief van den hekenden
Antwerpschen koopman en politicus
D. van der Meulen, die zich na het
overgaan van Antwerpen aan Spanje
te Leiden vestigde in eene patricische
woning aan het Rapenburg (thans
(Kantongerecht).
In het Gedenkboek, aan den afgetre
den burgemeester aangeboden, gaf ik
een overzicht van de ontwikkeling
van de archiefverzamelingen.
Te Amsterdam stelde ik een onder
zoek in naar de in het Rijks, prenten-
cabinet en in Fodor aanwezige, teeke-
ningen betreffende Leiden en omge
ving, welke voor de Leidsche prenten-
verzaimeling uit topographisch oog
punt van belang konden zijn, waarna
door den heer Bickhoff hiervan foto s
werden vervaardigd.
De adjuct-archivaris bracht de be
schrijving ten einde van de reeds in
het vorig verslag genoemde collectie
Varia, mee3t eigendomsbewijzen,
schuldbrieven en stukken van parti
culieren aard, -waarvan reeds tevoren
het grootste gedeelte voorloopig in het
kort was beschreven met het doel om
te kunnen nagaan, wat hieronder
schuilde, dat tot een der afdeelingen
van het stadsarchief of tot een der
daarna opgenomen archieven te reke
nen viel.
Zoowel dê adjunct-archivaris als de
commies W. P. van Rhijn Jr. verricht
ten enkele kleinere, meest genealogi
sche onderzoekingen; Mr. Verburgt
leverde tijdens mijn verlof een uitge
breid rapport in omtrent de rechten
der gemeente ten opzichte van de
kerktorens en verrichtte uitvoerige on
derzoekingen betreffende de families
Collet en Lelyveld. Hij beschreef voor
loopig het archief van de Leidsche Mij.
van Weldadigheid, van de commissie
voor de Ramp van 1807 en het nog na
der bijgevoegde gedeelte van het ar
chief van de Mij. tot Nut van het AlgeT -
meen.
Met het op fiches brengen der doop-
en trouwregisters der kleinere kerken
werd geregeld voortgegaan.
Van de verschillende afdeelingen
werd dit jaar weder veel gebruik gé-
imaakt voor onderzoek. Inlichtingen
werden gevraagd en onderzoekingen
werdén verricht door 235 personen,
waarvan 85 uit Leiden, 128 uit andere
ge-meenten in Nederland, 12 uit verde
re landen in Europa en 10 uit plaatsen
in andere werelddeelen.
De toestand van het gebouw en van
de verzamelingen was in alle opzich
ten bevredigend, Alleen bleek het wen
sehelijk het houtwerk aan het ge-
houw uitwendig te verven om inwate
ren te voorkomen. Het hiertoe noodi-
ge bedrag werd uitgetrokken op de
begrooting voor 1927.
liet verslag eindigt met een opgave
der aanwinsten die het Archief in het
afgeloopen jaar had te hoeken.
Uit het Sociale Leven.
ONDER DE MENSCHEN.
In een van onze ministeries leest'
men-. -
Gelukkig is het land
Waar 't volk zijn „moer" verbrand.
Rond deze strofe is de „moer" aan-
aangebracht. Alen heeft er een lijst
van gefabriceerd zoo goed en 200
kw^ad dit met die weerbarstige moer
te doen was.
(Jok elders hebben we deze soorr
lijstjes al gezien.
„Moer".is de bovenste laag bij on
ontgonnen grond', gewoonlijk eeil soort'
veenlaag, en waar heu volk zijn „moer"
verbrandt, daar wordt turf gestookt
en het geluk, dat daaruit voortvloeit;
is het werk van den veenarbeider.
Wij weten reeds jaren, da.1j werkloos
heid voor den veenarbeider, hem, zoo;
goed als andere werkloozen, in ar
moede brengt.
Men maakt nu wat reclame voor.
turfverbruik en zoekt van het veen;
tegelijk ook nog iets anders dan turf;
te maken.
Zoo zoekt men hier en elders hei
werkloosheidsvraagstuk nader tot op
lossing te brengen.
Mocht men echter velen gelooven,
dan is al dat getob en gezoek, over
bodig. De werkloosheid is voor hen
geen ernstige moeilijkheid. Schaf alle;
werkloozensteun af, verlaag de loonen
maak de arbeidsdagen lang en geef,
desnoods een kerel, die dan nog werk.
loos is, iederen-dag een pak slaag en;
men is van alle werkloosheid af.
Heel gemakkelijk, zooals ge ziet en
ook heel voordeelig.
Maar het is toch wel opmerkelijk.
!dat deze soort menschen in werkelijk
heid nog nooit werkelijk iets voor de
oplossing van maatschappelijke pro
blemen gedaan hebben.
FEUILLETON.
Niets eiieiisriteiiiks vreemd
Een episode uit de geschiedenis van
de Christenen op het Sinaïtisch
Schiereiland omstreeks het jaar 300.
29. o—
,Gaarne betaal ik hem met dezelfde
munt", antwoordde Petrus. „Dat wat
hem van mij vervreemdt is waarlijk
niet iets laags. Hij waant het zuiver
geloof alleen t© bezütten, en daarvoor
te moeten strijden. Hij noemt de wer
ken der kunstenaars heidensehe gru
welen. Die nimmer de louterende
kracht van de schoone ondervonden
heeft, :neent dat elke afbeelding tot af
goderij voert. Polycasrpus' engelen en
diens goede herder mochten zijne
goedkeuring nog wegdragen, maar
over de leeuwen geraakte de oude
krijgsman in woede. I-Ii.j noemde ze-
vervloekte afgoden en duivelswerk."
„Maar ook in den tempel van Salo
mo waren beelden va.n leeuwen te
zien", sprak Dorothea.
„Dat juist wierp ik hem tegen, en
verder nog, dat men in de catecheten-
scholen en in de stichtelijke dierkunde
die wij bezitten, den Heiland zeiven
bij een leeuw vergelijkt; dat ook Mar
kus de evangelist, die 't evangelie des
He eren naar Alexandrië overbracht,
met een leeuw Wordt afgebeeldT Maar
hij bestreed mij steeds heftiger, op
grond dat de werken van Pol year pus
bestemd zijn niet eene heilige plaats
maar het Caesareum te versieren.
Want hij ziet daarin niets anders dan
een heidensch gebouw, en de schoone
werken der Grieken, die daar bewaard
worden, noemt hij ellendige fratsen,
waarmede de, Satan de harten der
christenen verleidt. De andere sena
toren verstaan zijne, onbeschaafde taal,
mijne redenen 'niet, en daarom vielen
zij hem bij en werd mijn voorstel om
den weg aan te leggen verworpen, op
grond dat het eene christelijke ge
meente niet betaamt de afgoderij in de
hand te werken, en wegen te hanen
voor den duivel".
„Ik kan het u aanzien, dat gij hun
scherp te woord hebt gestaan".
„Dat geloof ik wel", ging Petrus
voort met neergeslagen oogen. „Er zal
menig hard woord gevallen zijn, en dat
liet men mij ontgelden. Agapitus was
bijzonder ontevreden'. Hij toonde een
verslag der diakenen met eene reke
ning en verantwoording. Zij misprezen
het zeer, dat gij evenveel brooden aan
heiden- als aan christengezinnen hartt
uitgedeeld. Dat is nu wel waar,
maar.
„Maar vervolgde Dorothea levendig,
„de honger kwelt de ongedoopten even
zeer. Hunne christelijke huren onder-
steunen ze niet, en zij zijn toch ook
onze naasten. Ik zou mijn ambt al zeer
slecht uitoefenen, wanneer ik ze liet
verhongeren, omdat zij den hesten
troost moeten ontberen".
„Toch", zeide Petrus, „besloot de
raad, clat gij in het vervolg hoogstens
een vierde, cleel van het u toegewezen
graan voor hen zouclt besteden. Gifbe-
hoeft niet te schrikken. Wat vroeger
van het onze verkocht werd, zal voort
aan ter uwer beschikking zijn. Gij zult
voortaan aan geen van uwe pleegkin
deren een enkel brood onthouden. Wat
echter den aanleg van den weg be
treft. dat kan nog een poos duren. Er
is toch geen haast met de voltooiing,
want Folycarpus zal toch hij ons zijne
leeuwen moeilijk kunnen afwerken.
Die arme kaap. Met welk eene liefde
lieefi liij de modellen van klei gevormd,
en hoe wonderbaar is het hc-m gelukt
de houding der koninklijke dieren we
der te geven- Het was alsof de geest
van do. oude meesters van Athene hem
bezielde. Wij zullen nu eens overleg
gen, of zich te Alexandrië niet...."
„Beproeven wij liever terstond," viel
zijne vrouw hem in de rede, „Polycar-
pus over te halen om deze modellen
te laten liggen en andere meer heilige
werken uit, te voeren. Agapitus ziet
scherp, en die heidensehe werken gaan
den jongen al te zeer ter harte".
Bij de laatste woorden fronsdc de
senator het. voorhoofd, en zeide niet
zonder opgewondenheid: „Niet alles
wat de heidenen hebben gemaakt, is
te verwerpen. Polycarpus moet, ern
stig en voortdurend aan het werk blij
ven. Sirona is de vrouw van een ander,
en men mag ook niet uit scherts de
vrouw van zijn naaste voor zich
trachten te v innen. Acht gij de Galli
sche in staat haar plicht te verzaken?"
Dorothea aarzelde; na een oogenblik
nadenkens antwoordde zij: „Zij is een
schoon en ijdel kind, ja een kind! Ik
denk daarbij aan hare geheele manier
van zijn, niet aan haar ouderdom, of
schoon zij inderdaad de kleindochter
kon zijn van den wonderlijken man,
voor wien zij geen liefde of achting,
neen, niets dan afkeer gevoelt. Wat
het is weet ik niet, maar reeds in Ro
me moet hij haar iets ontzettends
voorgesteld hebbenden ik doe maar
geen pogingen- meer om haar hart
gunstig voor hem te stemmen. In alle
andere dingen is' zij gevoelig en laat
zij zich gemakkelijk leiden, en dik
wijls kan ik mij niet begrijpen, hoe zij
zoo uitgelaten kan zijn, wanneer zij
met. de kinderen speelt. Gij weet toch
hoe de kleinen, zelfs Marthana aan
haar gehecht zijn, Ik wenschte wel
dat zij eene christin was, want ook ik,
waarom zou ik het verzwijgen, heb
haar lief. Men kan in hare tegenwoor
digheid niet droefgeestig zijn, en zij is
mij genegen. Zij vreest mijne berisping
en is er altijd op uit mijn© goedkeuring
te winnen. Het is waar, zij tracht alle
menschen te behagen, zelfs den kinde
ren; doch Poly carpus, welk een flink
mian hij ook is, zoover ik zien kan, niet
meer dan anderen, stellig niet!"
„Doch de jongen", zeide Petrus, „ziet'
telkens naar haar om, en Phoebicius
heeft het opgemerkt. Gisteren is hij
mij tegengekomen, toen ik naar huis
ging, en hii verzocht mij. cp zijn beleef
de, maar scherpe manier, mijn zoon
den goeden raad te geven, in Jiet ver
volg, als hij rozen wilde schenken, de
ze liever in de vensters van anderen,
dan in het zijne te werpen, want hij
was geen vriend van bloemen, en voor
zijn vrouw plukte hij ze liever zelf".
De vrouw van den senator verbleek
te, en zeide kortaf en op stenigen toon:
„Wij hebben dien huurder niet noodig,
en hoezeer ik zijne vrouw ook missen
zal, geloof ik toch dat het het beste zal
zijn, wanneer gij hem verzoekt naar
een ander verblijf uit te zien".
„Spreek niet verder, vrouw", zeide
Petrus ernstig, terwijl hij met de hand
zijne afkeuring te kennen gaf. „Zullen
wij er Sirona voor laten boeten, dat
onze zoon om harentwille eene onbe
zonnenheid heeft begaan? Gij hebt
echter gezegd, dat het verkeer met de
kinderen en hare achting voor u haar
voor afdwalingen zullen bewaren, en
nu zouden wij haar de deur wijzen?
Dat nooit. De Galliërs blijven in mijn
huis, zoolang zij niets doen wat mij
dwingt hen er uit te zetten. Mijn va
der was wel een Griek, maar van moe
derszijde heb ik Amelekietisch bloed
in de aderen, en zoo ik hen, met vrie ik
eens onder mijn dak het brood deelde,
over mijn drempel joeg, zou ik mij-
zelven onteeren. Polycarpus moet ge
waarschuwd worden en vernemen,
wat hij aan ons, aan zichzelven en aan
het gebod des Heeren verschuldigd is.
(Wordt vervolgd).