NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 18 JUNI 1927
Aan het einde der Week
De eerste dag dezer week is voor het
Nederlandsche volk, en speciaal voor
de Christenen, een zeer gedenkwaardi
ge dag geweest. Op dezen Zondag heeft
H.K.H. Prinses Juliana belijdenis des
geloofs afgelegd, of zooals het in
de officieele terminologie heette zij
is bevestigd als lidmaat van de Ned.
Herv. Gemeente te 's-Gravenhage, na
enkele dagen te voren te zijn aange
nomen.
Dit is een verheugend feit, vooral
omdat wij van het Koninklijk gezin
wel zooveel weten, dat wij mogen aan
nemen dat het hier geen bloote forma
liteit betreft. H.M. onze Koningin heeft
Haar dochter steeds voor de groote
taak, die haar naar wij hopen eenmaal
wacht, opgevoed in .afhankelijkheid
van den Koning der koningen en daar
om heeft er dezer dagen in het hart
der Nederlandsche Christenheid iets
getrild van dankbaarheid, omdat ook
de Prinses zich voorgenomen heeft
deze schoone traditie der Oranjes te
blijven voortzetten.
Het is wel een moeilijke taak, waar
toe Vorstenkinderen geroepen worden,
speciaal in een zoo fel bewogen tijd
als de onze. Op allerlei wijze worden
de grondslagen van het gezag onder
mijnd en de beginselen van ongeloof
en. revolutie gepropageerd. Dat is ook
de laatste dagen weer gebleken, toen
de justitie zich geroepen achtte een in
val te doen bij de Indonesiërs te Lei
den en 's-Gravenhage. Het juiste be
treffende deze zaak is nog wel niet be
kend, doch zooveel is wel zeker, dat
verschillende bewoners van ons eilan
denrijk, die in ons land gastvrijheid
genoten, lid zijn van een vereeniging
die er naar streeft het Nederlandsche
gezag in Indië omver te werpen. Het
is wel een daad van schromelijke on
dankbaarheid. in de eerste plaats ook
omdat deze Indonesiërs persoonlijk
dikwijls veel aan ons land te danken
hebben, doch voorts niet minder om
dat het Nederlandsche bestuur Indië
in vele opzichten ten zegen geweest
is: zi] het ook dat aan de Nederland
sche heerschappij hoe kan het an
ders in een zondige wereld? voor
al in vroeger eeuwen de schaduwzijde
niet ontbroken heeft. Men heeft Indië
in den tijd der O.-I. Compagnie meer
als winstobject beschouwd dan dat.
men zich geroepen voelde het met het
Evangelie bekend te maken.
Gelukkig is dit thans veelszins an
ders geworden. Daar komt nog bij, dat
door den vooruitgang der techniek
Moederland en Koloniën hoe "langer
hoe nauwer aan elkaar verbonden wor
don. Het zal weldra mogelijk zijn met
elkaar radio-telefonisch te spreken,
terwijl de gemakkelijkheid, waarmee
in deze week de Fokker VII van de
KJL.M. den vliegtocht naar Indië on
derneemt wel bewijst, dat het pio
nierswerk van den heer Van der Hoop
en zijn helpers niet vruchteloos is ge
weest.
De Volkenbondsraad heeft deze week
te Genève vergaderd. De belangrijk
heid van dit feit ligt evenwel niet zoo
zeer in de verschillende zittingen,
waarin de agenda wordt afgewerkt,
doch vooral daarin dat de vertegen
woordigers der mogendheden er el
kaar ontmoeten en met elkaar kunnen
spreken over de verschillende staat
kundige vraagstukken, waardoor dik
wijls heel wat misverstanden worden
opgeruimd en de weg gebaand voor
een oplossing.
En er zijn op 't oogenblik heel wat
kwesties,, vooral dié welke samenhan
gen met het Russische probleem, 't
Schijnt of Rusland, nu de betrekkingen
met Engeland verbroken zijn, steeds
onbeschaamder optreedt. Men denke
b.v. aan de nota's die het tot Polen
richtte en aan de terroristische exe
cuties van de laatste dagen. De reden
daarvan kan tweeërlei zijn: óf het ziet
zich van alle zijden door het buiten
land belaagd, óf dit optreden is nood
zakelijk voor den binnenlandschen toe
stand. Wellicht werken »hier beide oor
zaken.
In China schijnt men, zoowel de Zui
delijken als de Noordelijken, doch de
laatsten vooral, hoe langer zoo meer
het gevaar van het bolsjewisme in te
zien. Men heeft wel eens met Rusland
samengewerkt, doch dan geschiedde
dit meest niet uit sympathie voor het
communisme, doch omdat men den
Russischen steun in dienst stelde van
eigen nationalistische oogmerken.
De verhouding van' China tot Rus
land is ook voor West-Europa een
uiterst belangrijke zaak. Zal de Chi-
neesche republiek, die ongetwijfeld als
eenheid uit de verdeeldheid zal ko
men, een bondgenoote zijn van de Sov
jet-republiek., of zal zij zich tegen de
doorwerking van het communisme te
weer stellen?
Gelukkig is er thans grond te hopen
dat deze laatste mogelijkheidzal ver
wezenlijkt worden.
WAÏ DE BLADEN ZEGGEN.
Onverdraagzame verdraagzaamheid.
De „Waarheidsvriend" schrijft on
der Rovenstaanden titel het volgende:
„Dat is niet met elkaar te vereeni
gen, zult gij zeggen, verdraagzaam te
zijn en onverdraagzaam te wezen. Net
zoo min als liberaal te zijn ep niets te
dulden dan wat men zelf voorstaat
011 gelooft.
t Is ook niet te vereenigen.
Eu toch, de geschiedenis bewijst, dat
hot telkens «-voorkomt die wondere
ziekte van onverdraagzame onver
draagzaamheid.
De heer O o s t e r 1 e e, voorzitter van
de Christelijke Onderwijzersvereni
ging, deed ons Dinsdag in de groote
zaal van de Diergaarde te 's-Graven
hage weer denken aan dit merkwaar
dige verschijnsel, dat in het midden
van het Nederlandsche volk en
daar niet alleen telkens voorkomt.
Die pittige onder wijs-man zei, zoo
bij zijn neus weg, in zijn openingsrede,
waarbij tal van hooge autoriteiten te
genwoordig waren en een duizendtal
christelijke onderwijzers en onderwij
zeressen, deze merkwaardige woorden:
„Ais in de laatste maanden de gansch
zeer verdraagzamen, die allen kun
nen verdragen, alleen ons, onverdraag-
zamen, niet enz."
Dus ook: gansch zeer verdraagza
men, die niet kunnen verdragen
Hoe zou 't toch komen, dat er zulke
verdraagzamen zijn, die zoo onver
draagzaam zich betoonen?
Laat de geschiedenis maar spreken.
Donker C u r t i u s, die in de eer
ste Synode, 1816, als een voorbeeld
van vrijzinnigheid en verdraagzaam
heid gold, was later de man, die niet
de minste toegeeflijkheid had voor het
optreden der eerste afgescheidenen en
zelfs den Koning raadde hun werk
door dragonades soldaten en paar
denvolk te onderdrukken.
De verdraagzame liberalist dus weer
onverdraagzaam
Maar is die verdraagzaamheid dan
wel verdraagzaamheid?
Want verdraagzaamheid is toch de
gave te bezitten anderen, die niet den
ken en zijn zooals wij, te kunnen ver
dragen; toegeeflijk zijn ten opzichte
van andersdenkenden inzake godsdien
stige overtuiging.
En ziet, dat zijn die z.g.n. verdraag
zamen niet.
Die zijn alleen inschikkelijk voor
links, en hatelijk voor rechts. En men
is dan inschikkelijk, omdat men aan
leerverschil niet hecht en het best kan
hebben, dat iemand naar links af
wijkt.
Maar men heeft dan van verdraag
zaamheid, van echte verdraagzaam
heid, geen besef. Tegenovergestel
de godsdienstige overtuigingen (naar
rechts) kan men niet eerbiedigen noch
daarin zien een eerlijk streven om de
goddelijke waarheid te erkennen. En
dan wordt men onverdraagzaam ook
al noemt men zich'verdraagzaam.
Het goddelijke erkent men niet; al
leen zich zelf.
Die het nu met God en Zijn Woord
houdt, haat men en men gunt denzul-
ken geen vrijheid.
Men gunt alleen zichzelf vrijheid en
die het zoo ongeveer met hen eens is;
die mogen dan ook vrijheid hebben,
maar over de anderen moet verdruk
king en vervolging komen; ze moeten
uitgeroeid worden, dat fijn gebroed!
Zou ook hier de kwestie van vrij
heid en gebondenheid, van gezag en
vrijheid niet aan de orde zijn?
Die kent alleen gezag, die God kent.
Die kent alleen vrijheid, die God
dient.
God bindt en God laat vrij.
In God ligt de synthese van gezag
en vrijheid.
Overal elders is menschvergoding en
onverdraagzaamheid, tyrannie, haat
en nijd, omdat de mensch regeeren
wil; den mensch, die God haat en zijn
naaste haat; alleen in het kwade gaar
ne vriendschap sluit; maar het goede
tegenstaat.
SCHAAKRUBRIEK
PROBLEEM VAN S. HARTMAN.
Eerste prij9 in een wedstrijd te Han
nover.
abed ei g h
Wit begint en geeft mat in twee zet
ten.
Oplossing volgt hieronder.
RUBINSTEIN—DANIUSZEWSKI.
De volgende partij is gespeeld in een
in Mei gehouden Poolschen nationa-
len wedstrijd te Lodz. Zij dingt mede
naar een door maarschalk Pilsoedski
uitgeloofden schoonheidsprijs.
Rubinstein werd in dezen wedstrijd
een, Tartakower twee.
Wit: Zwart:
A. Rubinstein. D. Dariiuszewski.
1. d2—d4 Pg8—f6
2. c2c4 e7eö
Eenige jaren geleden is dit gambiet
door Boedapestsche spelers onderzocht
en beproefd. Het heeft echter weinig
navolging gevonden. Men achtte het
spoedig onjuist.
3. d4Xe5 Pf6—g4
4. Rel—f4
Ook 4. e4 is sterk.
4Rf8b4+
In aanmerking ook komen 4
g5 en 4Pc6.
5. Pbld2 Pb8c6
6. Pgl—f3 Dd8e7
Door 6f6, 7. ef6:, df6 8. Rc7: Db2:
enz. ontstaan zeer levendige speelwij
zen.
7. a2a3
Ook na 7. Rg5 Dc5 verliest Wit den
gambietpion.
7Rb4Xd2f
R. DdlXdS Pg4X'e5
0. Pf3Xe5 Pc6Xe5
10. c4—c5
Stand na 10. c4c5.
S f
X
wm mm
'VVii
m m
it
g nn m m
g m jui i
g:
HK ff WêW
I!
de f g h
Een merkwaardige zet. Kan Zwart
den pion nemen? Zie 10Dc5;
11. Tel Dd6, 12. Dc3 (12. Dd6: cdfi:. 13.
Tdl Ke7!) Pd3f! 13. ed3: Df4:, 14. Dc7:
Dc7:, 15. Tc7: b6, 16. d4 Kd8. Dit geeft
gelijkwaardig spel.
1 00—0
11. e2e3-
Nu zou 11Dc5: voor Zwart
ongunstig zijn. Zie 11Dc5:, 12.
Tel Dd6, 13. Dd6: cd6:, 14. Tdl gevolgd
door Td6: Wit heeft dan verreweg de
beste stelling en de pion d7 is zwak.
1 1Tf8e8
Sterker was Td8, om d6 te laten vol
gen.
12. Tal—cl a7a5
13. Rfle2 De7—f6
14. 0—0 b7b6
d6 was beter geweest.
15. c5Xb6 Df6Xb6
16. Dd2c3 Pe5c6
Wit bestrijkt reeds het meeste ter
rein en maakt dit evenwicht met de
volgende zetten nog grooter.
17. Tfl—dl Ta8b8
18. Tdl—d2 h7h6
Zwart kan zich bijna niet bewegen.
De druk op c7 en d7 is zeer hinderlijk.
19. h2h3
Wit wil, terwijl Zwart op den konin-
ginnevleugel in bedwang houdt, op
den koningsvleugel voorwaarts gaan.
191 f7—f6
Verhindert stormloopen met g2g4
- -g5, doch maakt een gat op g6.
20. Rc2—g4 Te8—e7
21. Rg4—f5 Kg8—f7
22. h3—h4
Dreigt verdere insluiting, door h5.
2 2g7—g6
23. Rf5bl
De raadsheer staat nu uitmuntend
om een aanval op den koning te on
dersteunen. Zwart moet 24. h5 verhin
deren. Daar dit niet mag worden be
antwoord met 24gh5: wegens
25. Dd3 en 26. Dg6+ of Dh7f, moet
dan wel g5 geschieden en ook dit zou
spoedig de beslissing door Dd3 ten ge-*
volge hebben.
2 3h6h5
J4. Dc3d3 f6—f5
De diagonaal d3h7 is nu sterk
door Zwart bezet, doch die van a2 naar
g8 en van c3 naar h8 zijn bedenkelijk
open geworden.
25. Rbla2f Kf7—g7
Zie 25Ke8, 26. Dc4 Tg7, 27.
Rh6 enz.
26. Dd3—c3f
Zwart gaf het op. Op Kh7 volgt 27.
Rg5 Tg7, 28. Rf6. of 26Kh7, 27.
Rg5 Te4, 28. Df6. Echter door 26
Kh7, 27. Rg5 Te5, 28. Dc4 Te6 had
Zwart zijn leven nog kunnen rekken.
Oplossing van den Tweezet: Lb2.
Ons Babbelhoekje.
fe o s ■-»-»-■ c a. -a
Beste Jongens en Meisjes.
Jullie briefjes liggen op mij te wach
ten, dus ga ik maar gauw beginnen.
„Doornroosje". Dus in hebt al een zus
terr die getrouwd is. Woont ze ook bij
C"'e 05 het dorp of ergens anders?
ga je zeker wel eens bij haar logee
ren. En als ze bij jullie woont, ga je ze
ker wel vaak bij haar op visne. Zijn het
ruiten van je jurk of streepeai? 't Is
niet zoo erg hé, dat je het nog niet weet.
Je kunt er nog lang genoeg over denken.
„Reseda en Rozeknopje". Zoo, dus het'
ver jaarfeestje is toch doorgegaan, 'n
Leuk spel is dat hé, petjesbal. En met
schooltje spelen kun je ook veel pret
hebben. De smulpartij kwam achteraan,
'k Denk dat jullie allemaal een kleur
van het bakken hebt gekregen is 't niet?
Als ik het geweten had, was ik eens mee
komen proeven. Of mocht dat niet? Dat
was een fijn uitstapje want in Zeist is
het heel mooi. Heb je een gezellig mid
dagje in Bodegraven gehad?
„Roodkapje''. Je had het zóó druk met
pitgaan dat er voor tante Francien geen
tijd overschoot,, is het niet? Wat een
mooie cadeaux heeft vader gekregen. Hij
was er zeker wel blij mee? En nu jij al
zoo gauw jarig. En dan ook volop visite?
Er komt aan de pretjes geen eind geloof
ik. Heb je al een verlanglijst gemaakt?
Is ie zuster nu weer beter? Ja,, 't was
een leuk feest voor den Burgemeester.
„Piet Hein". Zoo, ben je een paar da
gen niet goed geweest admiraal? En
knap je nu weer wat op? Gelukkig maar.
Hoe prettig vacantie ook is, als je thuis
moet blijven door ziekte, is het heele
maai niet prettig hé. Leuk gezicht zal dat
zijn ,al die jonge konijntjes, 'k Vind het
raadsel dat je gestuurd hebt, heel mooi,
maai- als het maar niet te moeilijk is
voor jullie, 'k Zal het nog eens rustig na
zien, en dan zal ik het je vgkende week
wel peggen. Dat andere raadsel kan ik
zeker gebruiken en deze week staat er
ook een van je in.
„Lenteklokje". Dus jn hebt je niet
verveeld in de vacantie al was het weer
niet al te mooi, dat meerk ik wel. Was
het zulk helder weer toen je op den
Burcht was? Als het nevelig is, kun je
zoover niet zien. Hoe lang heeft Viooltje
nog bij je gelogeerd? En nu ben je zeker
weer vol moed aan het werk, is het niet?
Nog maar een klein poosje en dan begint
de zomer vacantie al weer. Maak je daar
al plannen voor?
„Crocusje". Niet zulke slechte plan
nen beramen, meisje. Om maar zoo kalm
te zeggen: 't Zal mij wel eens meer ge
beuren dat ik niet schrijf. Je moet juist
heel trouw mee doen, dan krijg je er
steeds meer pleizier in. Ja, in Groenen
daal is het heel mooi. Nee, in Bergen en
►Schoorl ben ik nog nooit geweest, al
heb ik al heel vaak gehoord dat het
daar schitterend mooi is.
„Blondine". Ja. ja^ meisje, op een
dorp gebeuren er ook wel eens dingen
die heel erg prettig zijn, dat zie je nu
maar weer. Ne -, dat merk ken ik niet.
Had je het heel erg druk met strijken
en al die dingen mper?? Hoe gaat het
met de tweelingen? Dank voor je raad
sels
„Vergeet mij nietje". Jij ziet er uit of
je wel altijd wat te vertellen hebt, meis-
"e. En in je briefje schrijf je zoo nu en
an in telegramstijl: Hier geen nieuws.
H. gr. van enz. Hoe kopit dat toch? Heb
je dan een beetje booze bui? Vertel me
dat volgende week maar eens dan heb
je wat t» schrijven.
„Rie". Ja, ik heb dien dag ook nog
een klein uitstapje gemaakt. Voor
een heelea dfig uit te gaan, was
het weer niet mooi genoeg. Jij hebt ook
nog een gezelKgen middag gehad hé?
In de duinen zal net wel fijn geweest znn
en had je zeker niet v,eel last van de
kou. Nog hartelijk gefeliciteerd met moe
der's verjaardag. Volgende week vertel
ie mij zeker wel of je een prettigen dag
nebt gehad en waarmee je moeder
verrast hebt
„,Goudblondje". Je hebt gezellige da
gen gehad en veel genoegen met je vrien
dinnen, dat merk ik uit je brief. Wat een
avontuur was dat in die speeltuin hé?
'k Begrjjp best, dat jullie er schik om
hebt gehad. En verveeld heb je je toch
niet,, al moest je een poosje wachten.
Hoe vond mijn kleine naamgenoot het
wel, dat ze zoo uit mocht? Leuk dat je
vriendin nu nog komt. Is ze ook al van
school af, dat ze nu komen kan?
„Hartedief". Heerlijk hé, dat je weer
uit mag en volgende week al weer naar
school. Ben je er niet blij om? Wat heb
je dan een pret als moeder ook mee
speelt Je hebt je zeker heetemaal niet
verveeld toen je ziek was is 't wel? Dan
speelde moeder eens met ie en dan hield
J. je weer gezelschap en aan nog de pop
pen. Me dunkt de dagen vlogen om.
„Moeders Meisje". Wat is dat een aar
dig idéé zoo'n club. Hoeveel meisjes zijn
er wel lid van? Die letters hebben jul
lie zeker zelf op die bandies geborduurd.
Draag ie die bandjes altijd? Om je arm?"
't Geert niets op welk papier 01 je mij
schrijft. Je behoeft Reusc'h geen duur
postpapier voor mn vte koopen. Best,
als- je tijd er voor kunt vinaen, wil' ik
het raadsel heel1 graag Rebben. Ben je
niet bljj dat D. weer beter is?
„Meitakje". Ja, ik vind het ook altijd
iammer, wanneer er iemand overslaat.
Het is zoo geoelhg om iedere week van
allen een briefje 'te krijgen. Daarbij
vind ik dat men er elkander zoo goea
door leert kennen. Wanneer er eens ©en
keer een fout in het raadsel zit, begrijp
je toch altijd wel wa/t het zijn moet en
natuurlijk vul je dat in. Dank voor je
raadsels. Maar wil1 je voortaan bijdragen
voor de babbelhoek op een apert stukje
papier schrijven?
„Sneeuwklokje". Zoo, was dat de re
den .Ik dacht al,, waar blijft Sneeuwklok
ie toch, maar nu begrijp ik het. Leuk
hé „zoo'n fietstocht met een clubje meis
jes. Heb je piet gehad? Ja zeker? Dank
voor ie raadsels. Ik hoop ze te gebrui
ken. Ben ie nog ergens heen geweest
met de Pinks tervacantie
„Logeetje". Aardig cadeautje, was jij
er blij mee? En hebben jullie een leuke
dag gehad? Ja zeker? Is dat meisje uit
Zeeland ziek, dat 2» hier naar het zieken
huis moest? Is ze nu alweer vertrokken?
Of blijft ze nog een poosje?
„Gustaaf Aaolf", Nee maar, als jij
niet verwend wordt, dan weet ik het
niet Wat een cadeaux en dan zulke
mooie dingen er bij, 'k Wil beet gelooven
dat je verrast was. Met een fiete moet
je zeker geduld -hebben .tot je wat
grooter bent is 't niet? Heb je nog vi
site van vriendinnetjes gehad? Kwam je
oom expres voor ie verjaardag?
„Heidebloempje'Toen het aieWoens
dfljdmorgen zoo regende, lieb ik aan
jullie en ie uitstapje gedacht en be
greep dat het een groote teleurstelling
voor jullie moest zqn. Maar later is me
door een paar (tochtgenooten van je
verteld, dat jullie toch een wht leuken
middag gehad hebt. Dus dat maakte nog
veel goed hé? En tot 's avonds toe is
het verder prachtig weer gebleven. Ik
ben het heusch nog niet vergeten hoor,
wat ik je beloofde.
„Waterlelie". Ja> dat weet ik wel
dat huiswerk maken Reel wat tijd in
neemt Maar later, als je grooter bent,
zul ie wel zien, dat al heb je geen huis
werk meer, je het toch heel aruk kunt
hebben. Wanneer denk je nu examen te
doen? Bedoel je voor het M. U. L. O, di-
Elorna? Of ben je nog zoo ver niet? Met
et mooie weer is het fnn, om een eindje
te fietsen, vind ie niet:
„BoschviooltjeGelukkig, dat moe
der herstellende is. Al mag zq dan nog
het bed niet uit, 't is toch al heerlik als
de dokter zegt, dat ze vooruitgaat. Pret
tig, dat je tante je komt helpen, anders
was het misschien ook wel wat zwaar
voor je. En 's middags houd je moeder
zeker gezelschap, 't Beste er verder
mee hoor.
„Braamstruik en Denneappel". Ja, 't
was jammer, maar verleden week was
jullie briefje te laat. Jullie hebt me leuk
alles van het feest verteld, 't Moet een
heel aardige dag geweest zijn hé? En nu
behoort het feest van den Burgemeester,
't uitstapje van Br. en de vacantie al
weer tot net verleden. En zijn jullie nu
weer- vol moed aan het werk? Zeker al
verlangend uitzien naar de zomervacan-
tie of niet?
t JTr-rc-v,vn Fdelwoh". Zoo, flU b©b
ben we een beetje nader kennis gemaafkfc
met elkaar hé. Dan wordt het dadel^S
veel gezelliger. Hebben jullie veel broer
tjes en zusjes Jam-mier, dat 'jullie pic
nic niet door kon gaan. Maar je moet
maar denken: jullie zijn heuscE de eenï-
gen niet. Er zijn door het weer al heel
wat rdannetj-es in duigen gevallen.
..Alpenroos en_ Gentiaan". Natuurlek
heb ik jullie gemist, want ik geloof dat
het de eerste keer was dat ie oversloeg.
Was het leuk teen de nichtjes er wa
ren? Zeker braaf pret gehad? Prettig dat
de jurk zoo goed is uitgevallen. Tc Hoor
volgende week zeker wel wat van 'de
verjaarvisite bij Theeroos? Komen er
veel meisjes? Nu is het toch' wel lekker
om buiten te zitten., vind je niet?
„Theeroosje en Woudlelie". .Dat was
een heel feest voor jullie bij de installa
tie van den nieuwen Burgemeeester. Na
tuurlijk heb ik jullie gemist, dat'spreekt
vanzelf. Wat heb je een beste verjaar
dag gehad, 'k Heb 'je cadeautjes eens ge
tela. Jij ook zeker wel' is het met? 't (Wjai-
ren er maar liefst dertien. Heb je nog
prettige visite gehad? Fnn hé, de aard
beien uit je eigen tuin. Die smaken veel
lekkerder ate anderen.
De oplossingen van de vorige week znn
1. Zoo de ouden zongen, piepen ae
jongen.
Onderdeden: Pen, Den, Oud-gediende^
Open, Gonzen, Jood, Zon.
2. De weg.
3. Een gezonde eetlust.
4. Omdat er zoo dikwijls „woorden
tusschen hen zijn.
5. Een dreu - mes.
En hier volgen de nieuwe raadsels.
Ingez. door Pioenroos en Seringentak.
1. Mijn geheel bestaat uit 35 letters die
tezamen een spreekwoord vormen.
26 1 8 20 is een metaal.
13 18 14 34 is een getal.
De 35 28 5 is een rivier in Egypte.
Een 163 32 is een slim dier.
92 22 24 17 12 en 21 33 19 21 sjju
jongensnamen.
Op 30 4 15 kookt men.
23 10 30 17 29 14 35 30 8 39 is
een plaats in Gelderland.
Een 25 11 31 6 is een vlug dier.
7 is de letter D. 27 is de letter Z.
Ingezonden door Edelweis en Kerstroos.
2. Hoe moet men het aanleggen om den
geheelen winter met één mand turven
rond te komen?
Ingezonden ,-oor Waterlelie.
3. Welk dier kan op het omgekeewte
van zijn naam gaan zitten?
Ingezonden door Piet Hein.
4. Ik ben een plaats in Utrecht. Wan
neer ge de eerste .en de laatst© tetter
weg neemt, blijft ér een lichaamsdeel
over.
5. Ik ben een woord van vijf tetter»,
tfteem twee letters weg en ter bRjft
slechts een over.
Ziezoo jongelui, ik houd maar heel
gauw 00, want de babbelhoek is aardig
groot deze week. Nu gaan julHe maar
weer beginnen. Vele groetèn van je
TANTE ERANCIEN.
BERTHA.
door
TANTE FRANCTEN.
Neen, ze vond het toch maar betqr
om op te bljjven. Moeder stond ook al
tijd vroeg op en nu was moeder er im
mers niet. Tranen kwamen in haar
oogen nu ze aan moeder dacht. Die ^ar
me moeder. Hoe zou het met haar zijn?
Zachtjes kleedde zij zich aan omniei-
mand wakker te maken. Toen knielde ze
neer in een hoekje van de kamer en
deed haar morgengebed. Bertha had veel
meer te vragen dan anders. Ze vroeg of
God haar moeder beter wilde maken, ze
bad ook voor vader. Toen juffrouw de
Gunst begonnen was haar kinderen van
den Heiland te vertellen, had vooral Ber
tha daarnaar met blijdschap geluisterd.
En ook op de Zondagsschool had zij al
tijd de grootste aandacht, meer dan Cato
die dikwijls zat te draaien en te spelenj.
En toen de Juffrouw op de Zondags
school een keer had verleM dat wij met
al onze zorgen en mat al onze vreugde
tot den Heiland mogen gaan en Hem ai-
les, alles vertellen, nad Bertha dat gere
geld gedaan. De juffrouw had immers
ook gezegd, dat de Heiland altijd wilde
helpen? En in het verdriet dat nu over
hen gekomen was, had Bertha immers
die hulp zoo hard noodig? Moedig stood
ze op. Ze geloofde het vast, de Heers
zou naar helpen. Ze haalde het brood
uit de kast en begon boterhammen klaar
te maken. Bri moeder stonden die ook
altijd klaar als ze beneden kwamen. 1
Was niet veel. Maar twee kleine broe
den. Bertha vond het erg moeilijk om
daarvan voor allemaal boterhammen tel
maken. Vader at zoo veeL die moeBt al
tijd een groot stuk hebben. De rest
verdeelde zij voor haar zusjes. Zelf nam
ze maar een klein stukje. Terwijl ze zoo
bezig was hoorde ze gerucht acuter zich!
in de bedstede. Ze keeerde óch cxm. Va
der was wakker en lag naar haar te kij
ken.
Bertha'" zei vader, „kom eens hier5.
Bertha kwam dadelijk. Ze was nieta
bang. Vaders stem klonk zoo vriende
lijk.
Vader had al een heeleu tijd wakker
gel-eigen, zonder dat Bertha het gemerkt
nad. Eerst herinnerde hij zich mets vau
wat er gebeurd was, maar toen hij Ber
tha zoo druk bezig zag Inplaats van
haar moeder, toen kon hij zicb alle» weer
voorstellen.
Hoe schaamde hij zich nu. Zijn vrouw
die altijd zoo goed en geduldig voor hem
was, ziek, erg ziek, en naar net ziekeoi
huis gebracht door vreemden, terwijl hij,
haar man, bezig was het weinige geld dat
er was ,op te maken. Nu stond zijn kind
voor hem, zijn oudste, en keek hem vra
gend aan.
„Bertha", zei vader, ,ik zie dat ie al
bezig bent met moeders werk te doen.
Dat is heel goed van je. Straks zal ik
nfljtr school gaan en vragen^ of jij zoo
lang als moeder ziek is thuis mag blij
ven
'Wordt vervolgd'