NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 18 JUNI 1927 Aan het einde der Week De eerste dag dezer week is voor het Nederlandsche volk, en speciaal voor de Christenen, een zeer gedenkwaardi ge dag geweest. Op dezen Zondag heeft H.K.H. Prinses Juliana belijdenis des geloofs afgelegd, of zooals het in de officieele terminologie heette zij is bevestigd als lidmaat van de Ned. Herv. Gemeente te 's-Gravenhage, na enkele dagen te voren te zijn aange nomen. Dit is een verheugend feit, vooral omdat wij van het Koninklijk gezin wel zooveel weten, dat wij mogen aan nemen dat het hier geen bloote forma liteit betreft. H.M. onze Koningin heeft Haar dochter steeds voor de groote taak, die haar naar wij hopen eenmaal wacht, opgevoed in .afhankelijkheid van den Koning der koningen en daar om heeft er dezer dagen in het hart der Nederlandsche Christenheid iets getrild van dankbaarheid, omdat ook de Prinses zich voorgenomen heeft deze schoone traditie der Oranjes te blijven voortzetten. Het is wel een moeilijke taak, waar toe Vorstenkinderen geroepen worden, speciaal in een zoo fel bewogen tijd als de onze. Op allerlei wijze worden de grondslagen van het gezag onder mijnd en de beginselen van ongeloof en. revolutie gepropageerd. Dat is ook de laatste dagen weer gebleken, toen de justitie zich geroepen achtte een in val te doen bij de Indonesiërs te Lei den en 's-Gravenhage. Het juiste be treffende deze zaak is nog wel niet be kend, doch zooveel is wel zeker, dat verschillende bewoners van ons eilan denrijk, die in ons land gastvrijheid genoten, lid zijn van een vereeniging die er naar streeft het Nederlandsche gezag in Indië omver te werpen. Het is wel een daad van schromelijke on dankbaarheid. in de eerste plaats ook omdat deze Indonesiërs persoonlijk dikwijls veel aan ons land te danken hebben, doch voorts niet minder om dat het Nederlandsche bestuur Indië in vele opzichten ten zegen geweest is: zi] het ook dat aan de Nederland sche heerschappij hoe kan het an ders in een zondige wereld? voor al in vroeger eeuwen de schaduwzijde niet ontbroken heeft. Men heeft Indië in den tijd der O.-I. Compagnie meer als winstobject beschouwd dan dat. men zich geroepen voelde het met het Evangelie bekend te maken. Gelukkig is dit thans veelszins an ders geworden. Daar komt nog bij, dat door den vooruitgang der techniek Moederland en Koloniën hoe "langer hoe nauwer aan elkaar verbonden wor don. Het zal weldra mogelijk zijn met elkaar radio-telefonisch te spreken, terwijl de gemakkelijkheid, waarmee in deze week de Fokker VII van de KJL.M. den vliegtocht naar Indië on derneemt wel bewijst, dat het pio nierswerk van den heer Van der Hoop en zijn helpers niet vruchteloos is ge weest. De Volkenbondsraad heeft deze week te Genève vergaderd. De belangrijk heid van dit feit ligt evenwel niet zoo zeer in de verschillende zittingen, waarin de agenda wordt afgewerkt, doch vooral daarin dat de vertegen woordigers der mogendheden er el kaar ontmoeten en met elkaar kunnen spreken over de verschillende staat kundige vraagstukken, waardoor dik wijls heel wat misverstanden worden opgeruimd en de weg gebaand voor een oplossing. En er zijn op 't oogenblik heel wat kwesties,, vooral dié welke samenhan gen met het Russische probleem, 't Schijnt of Rusland, nu de betrekkingen met Engeland verbroken zijn, steeds onbeschaamder optreedt. Men denke b.v. aan de nota's die het tot Polen richtte en aan de terroristische exe cuties van de laatste dagen. De reden daarvan kan tweeërlei zijn: óf het ziet zich van alle zijden door het buiten land belaagd, óf dit optreden is nood zakelijk voor den binnenlandschen toe stand. Wellicht werken »hier beide oor zaken. In China schijnt men, zoowel de Zui delijken als de Noordelijken, doch de laatsten vooral, hoe langer zoo meer het gevaar van het bolsjewisme in te zien. Men heeft wel eens met Rusland samengewerkt, doch dan geschiedde dit meest niet uit sympathie voor het communisme, doch omdat men den Russischen steun in dienst stelde van eigen nationalistische oogmerken. De verhouding van' China tot Rus land is ook voor West-Europa een uiterst belangrijke zaak. Zal de Chi- neesche republiek, die ongetwijfeld als eenheid uit de verdeeldheid zal ko men, een bondgenoote zijn van de Sov jet-republiek., of zal zij zich tegen de doorwerking van het communisme te weer stellen? Gelukkig is er thans grond te hopen dat deze laatste mogelijkheidzal ver wezenlijkt worden. WAÏ DE BLADEN ZEGGEN. Onverdraagzame verdraagzaamheid. De „Waarheidsvriend" schrijft on der Rovenstaanden titel het volgende: „Dat is niet met elkaar te vereeni gen, zult gij zeggen, verdraagzaam te zijn en onverdraagzaam te wezen. Net zoo min als liberaal te zijn ep niets te dulden dan wat men zelf voorstaat 011 gelooft. t Is ook niet te vereenigen. Eu toch, de geschiedenis bewijst, dat hot telkens «-voorkomt die wondere ziekte van onverdraagzame onver draagzaamheid. De heer O o s t e r 1 e e, voorzitter van de Christelijke Onderwijzersvereni ging, deed ons Dinsdag in de groote zaal van de Diergaarde te 's-Graven hage weer denken aan dit merkwaar dige verschijnsel, dat in het midden van het Nederlandsche volk en daar niet alleen telkens voorkomt. Die pittige onder wijs-man zei, zoo bij zijn neus weg, in zijn openingsrede, waarbij tal van hooge autoriteiten te genwoordig waren en een duizendtal christelijke onderwijzers en onderwij zeressen, deze merkwaardige woorden: „Ais in de laatste maanden de gansch zeer verdraagzamen, die allen kun nen verdragen, alleen ons, onverdraag- zamen, niet enz." Dus ook: gansch zeer verdraagza men, die niet kunnen verdragen Hoe zou 't toch komen, dat er zulke verdraagzamen zijn, die zoo onver draagzaam zich betoonen? Laat de geschiedenis maar spreken. Donker C u r t i u s, die in de eer ste Synode, 1816, als een voorbeeld van vrijzinnigheid en verdraagzaam heid gold, was later de man, die niet de minste toegeeflijkheid had voor het optreden der eerste afgescheidenen en zelfs den Koning raadde hun werk door dragonades soldaten en paar denvolk te onderdrukken. De verdraagzame liberalist dus weer onverdraagzaam Maar is die verdraagzaamheid dan wel verdraagzaamheid? Want verdraagzaamheid is toch de gave te bezitten anderen, die niet den ken en zijn zooals wij, te kunnen ver dragen; toegeeflijk zijn ten opzichte van andersdenkenden inzake godsdien stige overtuiging. En ziet, dat zijn die z.g.n. verdraag zamen niet. Die zijn alleen inschikkelijk voor links, en hatelijk voor rechts. En men is dan inschikkelijk, omdat men aan leerverschil niet hecht en het best kan hebben, dat iemand naar links af wijkt. Maar men heeft dan van verdraag zaamheid, van echte verdraagzaam heid, geen besef. Tegenovergestel de godsdienstige overtuigingen (naar rechts) kan men niet eerbiedigen noch daarin zien een eerlijk streven om de goddelijke waarheid te erkennen. En dan wordt men onverdraagzaam ook al noemt men zich'verdraagzaam. Het goddelijke erkent men niet; al leen zich zelf. Die het nu met God en Zijn Woord houdt, haat men en men gunt denzul- ken geen vrijheid. Men gunt alleen zichzelf vrijheid en die het zoo ongeveer met hen eens is; die mogen dan ook vrijheid hebben, maar over de anderen moet verdruk king en vervolging komen; ze moeten uitgeroeid worden, dat fijn gebroed! Zou ook hier de kwestie van vrij heid en gebondenheid, van gezag en vrijheid niet aan de orde zijn? Die kent alleen gezag, die God kent. Die kent alleen vrijheid, die God dient. God bindt en God laat vrij. In God ligt de synthese van gezag en vrijheid. Overal elders is menschvergoding en onverdraagzaamheid, tyrannie, haat en nijd, omdat de mensch regeeren wil; den mensch, die God haat en zijn naaste haat; alleen in het kwade gaar ne vriendschap sluit; maar het goede tegenstaat. SCHAAKRUBRIEK PROBLEEM VAN S. HARTMAN. Eerste prij9 in een wedstrijd te Han nover. abed ei g h Wit begint en geeft mat in twee zet ten. Oplossing volgt hieronder. RUBINSTEIN—DANIUSZEWSKI. De volgende partij is gespeeld in een in Mei gehouden Poolschen nationa- len wedstrijd te Lodz. Zij dingt mede naar een door maarschalk Pilsoedski uitgeloofden schoonheidsprijs. Rubinstein werd in dezen wedstrijd een, Tartakower twee. Wit: Zwart: A. Rubinstein. D. Dariiuszewski. 1. d2—d4 Pg8—f6 2. c2c4 e7eö Eenige jaren geleden is dit gambiet door Boedapestsche spelers onderzocht en beproefd. Het heeft echter weinig navolging gevonden. Men achtte het spoedig onjuist. 3. d4Xe5 Pf6—g4 4. Rel—f4 Ook 4. e4 is sterk. 4Rf8b4+ In aanmerking ook komen 4 g5 en 4Pc6. 5. Pbld2 Pb8c6 6. Pgl—f3 Dd8e7 Door 6f6, 7. ef6:, df6 8. Rc7: Db2: enz. ontstaan zeer levendige speelwij zen. 7. a2a3 Ook na 7. Rg5 Dc5 verliest Wit den gambietpion. 7Rb4Xd2f R. DdlXdS Pg4X'e5 0. Pf3Xe5 Pc6Xe5 10. c4—c5 Stand na 10. c4c5. S f X wm mm 'VVii m m it g nn m m g m jui i g: HK ff WêW I! de f g h Een merkwaardige zet. Kan Zwart den pion nemen? Zie 10Dc5; 11. Tel Dd6, 12. Dc3 (12. Dd6: cdfi:. 13. Tdl Ke7!) Pd3f! 13. ed3: Df4:, 14. Dc7: Dc7:, 15. Tc7: b6, 16. d4 Kd8. Dit geeft gelijkwaardig spel. 1 00—0 11. e2e3- Nu zou 11Dc5: voor Zwart ongunstig zijn. Zie 11Dc5:, 12. Tel Dd6, 13. Dd6: cd6:, 14. Tdl gevolgd door Td6: Wit heeft dan verreweg de beste stelling en de pion d7 is zwak. 1 1Tf8e8 Sterker was Td8, om d6 te laten vol gen. 12. Tal—cl a7a5 13. Rfle2 De7—f6 14. 0—0 b7b6 d6 was beter geweest. 15. c5Xb6 Df6Xb6 16. Dd2c3 Pe5c6 Wit bestrijkt reeds het meeste ter rein en maakt dit evenwicht met de volgende zetten nog grooter. 17. Tfl—dl Ta8b8 18. Tdl—d2 h7h6 Zwart kan zich bijna niet bewegen. De druk op c7 en d7 is zeer hinderlijk. 19. h2h3 Wit wil, terwijl Zwart op den konin- ginnevleugel in bedwang houdt, op den koningsvleugel voorwaarts gaan. 191 f7—f6 Verhindert stormloopen met g2g4 - -g5, doch maakt een gat op g6. 20. Rc2—g4 Te8—e7 21. Rg4—f5 Kg8—f7 22. h3—h4 Dreigt verdere insluiting, door h5. 2 2g7—g6 23. Rf5bl De raadsheer staat nu uitmuntend om een aanval op den koning te on dersteunen. Zwart moet 24. h5 verhin deren. Daar dit niet mag worden be antwoord met 24gh5: wegens 25. Dd3 en 26. Dg6+ of Dh7f, moet dan wel g5 geschieden en ook dit zou spoedig de beslissing door Dd3 ten ge-* volge hebben. 2 3h6h5 J4. Dc3d3 f6—f5 De diagonaal d3h7 is nu sterk door Zwart bezet, doch die van a2 naar g8 en van c3 naar h8 zijn bedenkelijk open geworden. 25. Rbla2f Kf7—g7 Zie 25Ke8, 26. Dc4 Tg7, 27. Rh6 enz. 26. Dd3—c3f Zwart gaf het op. Op Kh7 volgt 27. Rg5 Tg7, 28. Rf6. of 26Kh7, 27. Rg5 Te4, 28. Df6. Echter door 26 Kh7, 27. Rg5 Te5, 28. Dc4 Te6 had Zwart zijn leven nog kunnen rekken. Oplossing van den Tweezet: Lb2. Ons Babbelhoekje. fe o s ■-»-»-■ c a. -a Beste Jongens en Meisjes. Jullie briefjes liggen op mij te wach ten, dus ga ik maar gauw beginnen. „Doornroosje". Dus in hebt al een zus terr die getrouwd is. Woont ze ook bij C"'e 05 het dorp of ergens anders? ga je zeker wel eens bij haar logee ren. En als ze bij jullie woont, ga je ze ker wel vaak bij haar op visne. Zijn het ruiten van je jurk of streepeai? 't Is niet zoo erg hé, dat je het nog niet weet. Je kunt er nog lang genoeg over denken. „Reseda en Rozeknopje". Zoo, dus het' ver jaarfeestje is toch doorgegaan, 'n Leuk spel is dat hé, petjesbal. En met schooltje spelen kun je ook veel pret hebben. De smulpartij kwam achteraan, 'k Denk dat jullie allemaal een kleur van het bakken hebt gekregen is 't niet? Als ik het geweten had, was ik eens mee komen proeven. Of mocht dat niet? Dat was een fijn uitstapje want in Zeist is het heel mooi. Heb je een gezellig mid dagje in Bodegraven gehad? „Roodkapje''. Je had het zóó druk met pitgaan dat er voor tante Francien geen tijd overschoot,, is het niet? Wat een mooie cadeaux heeft vader gekregen. Hij was er zeker wel blij mee? En nu jij al zoo gauw jarig. En dan ook volop visite? Er komt aan de pretjes geen eind geloof ik. Heb je al een verlanglijst gemaakt? Is ie zuster nu weer beter? Ja,, 't was een leuk feest voor den Burgemeester. „Piet Hein". Zoo, ben je een paar da gen niet goed geweest admiraal? En knap je nu weer wat op? Gelukkig maar. Hoe prettig vacantie ook is, als je thuis moet blijven door ziekte, is het heele maai niet prettig hé. Leuk gezicht zal dat zijn ,al die jonge konijntjes, 'k Vind het raadsel dat je gestuurd hebt, heel mooi, maai- als het maar niet te moeilijk is voor jullie, 'k Zal het nog eens rustig na zien, en dan zal ik het je vgkende week wel peggen. Dat andere raadsel kan ik zeker gebruiken en deze week staat er ook een van je in. „Lenteklokje". Dus jn hebt je niet verveeld in de vacantie al was het weer niet al te mooi, dat meerk ik wel. Was het zulk helder weer toen je op den Burcht was? Als het nevelig is, kun je zoover niet zien. Hoe lang heeft Viooltje nog bij je gelogeerd? En nu ben je zeker weer vol moed aan het werk, is het niet? Nog maar een klein poosje en dan begint de zomer vacantie al weer. Maak je daar al plannen voor? „Crocusje". Niet zulke slechte plan nen beramen, meisje. Om maar zoo kalm te zeggen: 't Zal mij wel eens meer ge beuren dat ik niet schrijf. Je moet juist heel trouw mee doen, dan krijg je er steeds meer pleizier in. Ja, in Groenen daal is het heel mooi. Nee, in Bergen en ►Schoorl ben ik nog nooit geweest, al heb ik al heel vaak gehoord dat het daar schitterend mooi is. „Blondine". Ja. ja^ meisje, op een dorp gebeuren er ook wel eens dingen die heel erg prettig zijn, dat zie je nu maar weer. Ne -, dat merk ken ik niet. Had je het heel erg druk met strijken en al die dingen mper?? Hoe gaat het met de tweelingen? Dank voor je raad sels „Vergeet mij nietje". Jij ziet er uit of je wel altijd wat te vertellen hebt, meis- "e. En in je briefje schrijf je zoo nu en an in telegramstijl: Hier geen nieuws. H. gr. van enz. Hoe kopit dat toch? Heb je dan een beetje booze bui? Vertel me dat volgende week maar eens dan heb je wat t» schrijven. „Rie". Ja, ik heb dien dag ook nog een klein uitstapje gemaakt. Voor een heelea dfig uit te gaan, was het weer niet mooi genoeg. Jij hebt ook nog een gezelKgen middag gehad hé? In de duinen zal net wel fijn geweest znn en had je zeker niet v,eel last van de kou. Nog hartelijk gefeliciteerd met moe der's verjaardag. Volgende week vertel ie mij zeker wel of je een prettigen dag nebt gehad en waarmee je moeder verrast hebt „,Goudblondje". Je hebt gezellige da gen gehad en veel genoegen met je vrien dinnen, dat merk ik uit je brief. Wat een avontuur was dat in die speeltuin hé? 'k Begrjjp best, dat jullie er schik om hebt gehad. En verveeld heb je je toch niet,, al moest je een poosje wachten. Hoe vond mijn kleine naamgenoot het wel, dat ze zoo uit mocht? Leuk dat je vriendin nu nog komt. Is ze ook al van school af, dat ze nu komen kan? „Hartedief". Heerlijk hé, dat je weer uit mag en volgende week al weer naar school. Ben je er niet blij om? Wat heb je dan een pret als moeder ook mee speelt Je hebt je zeker heetemaal niet verveeld toen je ziek was is 't wel? Dan speelde moeder eens met ie en dan hield J. je weer gezelschap en aan nog de pop pen. Me dunkt de dagen vlogen om. „Moeders Meisje". Wat is dat een aar dig idéé zoo'n club. Hoeveel meisjes zijn er wel lid van? Die letters hebben jul lie zeker zelf op die bandies geborduurd. Draag ie die bandjes altijd? Om je arm?" 't Geert niets op welk papier 01 je mij schrijft. Je behoeft Reusc'h geen duur postpapier voor mn vte koopen. Best, als- je tijd er voor kunt vinaen, wil' ik het raadsel heel1 graag Rebben. Ben je niet bljj dat D. weer beter is? „Meitakje". Ja, ik vind het ook altijd iammer, wanneer er iemand overslaat. Het is zoo geoelhg om iedere week van allen een briefje 'te krijgen. Daarbij vind ik dat men er elkander zoo goea door leert kennen. Wanneer er eens ©en keer een fout in het raadsel zit, begrijp je toch altijd wel wa/t het zijn moet en natuurlijk vul je dat in. Dank voor je raadsels. Maar wil1 je voortaan bijdragen voor de babbelhoek op een apert stukje papier schrijven? „Sneeuwklokje". Zoo, was dat de re den .Ik dacht al,, waar blijft Sneeuwklok ie toch, maar nu begrijp ik het. Leuk hé „zoo'n fietstocht met een clubje meis jes. Heb je piet gehad? Ja zeker? Dank voor ie raadsels. Ik hoop ze te gebrui ken. Ben ie nog ergens heen geweest met de Pinks tervacantie „Logeetje". Aardig cadeautje, was jij er blij mee? En hebben jullie een leuke dag gehad? Ja zeker? Is dat meisje uit Zeeland ziek, dat 2» hier naar het zieken huis moest? Is ze nu alweer vertrokken? Of blijft ze nog een poosje? „Gustaaf Aaolf", Nee maar, als jij niet verwend wordt, dan weet ik het niet Wat een cadeaux en dan zulke mooie dingen er bij, 'k Wil beet gelooven dat je verrast was. Met een fiete moet je zeker geduld -hebben .tot je wat grooter bent is 't niet? Heb je nog vi site van vriendinnetjes gehad? Kwam je oom expres voor ie verjaardag? „Heidebloempje'Toen het aieWoens dfljdmorgen zoo regende, lieb ik aan jullie en ie uitstapje gedacht en be greep dat het een groote teleurstelling voor jullie moest zqn. Maar later is me door een paar (tochtgenooten van je verteld, dat jullie toch een wht leuken middag gehad hebt. Dus dat maakte nog veel goed hé? En tot 's avonds toe is het verder prachtig weer gebleven. Ik ben het heusch nog niet vergeten hoor, wat ik je beloofde. „Waterlelie". Ja> dat weet ik wel dat huiswerk maken Reel wat tijd in neemt Maar later, als je grooter bent, zul ie wel zien, dat al heb je geen huis werk meer, je het toch heel aruk kunt hebben. Wanneer denk je nu examen te doen? Bedoel je voor het M. U. L. O, di- Elorna? Of ben je nog zoo ver niet? Met et mooie weer is het fnn, om een eindje te fietsen, vind ie niet: „BoschviooltjeGelukkig, dat moe der herstellende is. Al mag zq dan nog het bed niet uit, 't is toch al heerlik als de dokter zegt, dat ze vooruitgaat. Pret tig, dat je tante je komt helpen, anders was het misschien ook wel wat zwaar voor je. En 's middags houd je moeder zeker gezelschap, 't Beste er verder mee hoor. „Braamstruik en Denneappel". Ja, 't was jammer, maar verleden week was jullie briefje te laat. Jullie hebt me leuk alles van het feest verteld, 't Moet een heel aardige dag geweest zijn hé? En nu behoort het feest van den Burgemeester, 't uitstapje van Br. en de vacantie al weer tot net verleden. En zijn jullie nu weer- vol moed aan het werk? Zeker al verlangend uitzien naar de zomervacan- tie of niet? t JTr-rc-v,vn Fdelwoh". Zoo, flU b©b ben we een beetje nader kennis gemaafkfc met elkaar hé. Dan wordt het dadel^S veel gezelliger. Hebben jullie veel broer tjes en zusjes Jam-mier, dat 'jullie pic nic niet door kon gaan. Maar je moet maar denken: jullie zijn heuscE de eenï- gen niet. Er zijn door het weer al heel wat rdannetj-es in duigen gevallen. ..Alpenroos en_ Gentiaan". Natuurlek heb ik jullie gemist, want ik geloof dat het de eerste keer was dat ie oversloeg. Was het leuk teen de nichtjes er wa ren? Zeker braaf pret gehad? Prettig dat de jurk zoo goed is uitgevallen. Tc Hoor volgende week zeker wel wat van 'de verjaarvisite bij Theeroos? Komen er veel meisjes? Nu is het toch' wel lekker om buiten te zitten., vind je niet? „Theeroosje en Woudlelie". .Dat was een heel feest voor jullie bij de installa tie van den nieuwen Burgemeeester. Na tuurlijk heb ik jullie gemist, dat'spreekt vanzelf. Wat heb je een beste verjaar dag gehad, 'k Heb 'je cadeautjes eens ge tela. Jij ook zeker wel' is het met? 't (Wjai- ren er maar liefst dertien. Heb je nog prettige visite gehad? Fnn hé, de aard beien uit je eigen tuin. Die smaken veel lekkerder ate anderen. De oplossingen van de vorige week znn 1. Zoo de ouden zongen, piepen ae jongen. Onderdeden: Pen, Den, Oud-gediende^ Open, Gonzen, Jood, Zon. 2. De weg. 3. Een gezonde eetlust. 4. Omdat er zoo dikwijls „woorden tusschen hen zijn. 5. Een dreu - mes. En hier volgen de nieuwe raadsels. Ingez. door Pioenroos en Seringentak. 1. Mijn geheel bestaat uit 35 letters die tezamen een spreekwoord vormen. 26 1 8 20 is een metaal. 13 18 14 34 is een getal. De 35 28 5 is een rivier in Egypte. Een 163 32 is een slim dier. 92 22 24 17 12 en 21 33 19 21 sjju jongensnamen. Op 30 4 15 kookt men. 23 10 30 17 29 14 35 30 8 39 is een plaats in Gelderland. Een 25 11 31 6 is een vlug dier. 7 is de letter D. 27 is de letter Z. Ingezonden door Edelweis en Kerstroos. 2. Hoe moet men het aanleggen om den geheelen winter met één mand turven rond te komen? Ingezonden ,-oor Waterlelie. 3. Welk dier kan op het omgekeewte van zijn naam gaan zitten? Ingezonden door Piet Hein. 4. Ik ben een plaats in Utrecht. Wan neer ge de eerste .en de laatst© tetter weg neemt, blijft ér een lichaamsdeel over. 5. Ik ben een woord van vijf tetter», tfteem twee letters weg en ter bRjft slechts een over. Ziezoo jongelui, ik houd maar heel gauw 00, want de babbelhoek is aardig groot deze week. Nu gaan julHe maar weer beginnen. Vele groetèn van je TANTE ERANCIEN. BERTHA. door TANTE FRANCTEN. Neen, ze vond het toch maar betqr om op te bljjven. Moeder stond ook al tijd vroeg op en nu was moeder er im mers niet. Tranen kwamen in haar oogen nu ze aan moeder dacht. Die ^ar me moeder. Hoe zou het met haar zijn? Zachtjes kleedde zij zich aan omniei- mand wakker te maken. Toen knielde ze neer in een hoekje van de kamer en deed haar morgengebed. Bertha had veel meer te vragen dan anders. Ze vroeg of God haar moeder beter wilde maken, ze bad ook voor vader. Toen juffrouw de Gunst begonnen was haar kinderen van den Heiland te vertellen, had vooral Ber tha daarnaar met blijdschap geluisterd. En ook op de Zondagsschool had zij al tijd de grootste aandacht, meer dan Cato die dikwijls zat te draaien en te spelenj. En toen de Juffrouw op de Zondags school een keer had verleM dat wij met al onze zorgen en mat al onze vreugde tot den Heiland mogen gaan en Hem ai- les, alles vertellen, nad Bertha dat gere geld gedaan. De juffrouw had immers ook gezegd, dat de Heiland altijd wilde helpen? En in het verdriet dat nu over hen gekomen was, had Bertha immers die hulp zoo hard noodig? Moedig stood ze op. Ze geloofde het vast, de Heers zou naar helpen. Ze haalde het brood uit de kast en begon boterhammen klaar te maken. Bri moeder stonden die ook altijd klaar als ze beneden kwamen. 1 Was niet veel. Maar twee kleine broe den. Bertha vond het erg moeilijk om daarvan voor allemaal boterhammen tel maken. Vader at zoo veeL die moeBt al tijd een groot stuk hebben. De rest verdeelde zij voor haar zusjes. Zelf nam ze maar een klein stukje. Terwijl ze zoo bezig was hoorde ze gerucht acuter zich! in de bedstede. Ze keeerde óch cxm. Va der was wakker en lag naar haar te kij ken. Bertha'" zei vader, „kom eens hier5. Bertha kwam dadelijk. Ze was nieta bang. Vaders stem klonk zoo vriende lijk. Vader had al een heeleu tijd wakker gel-eigen, zonder dat Bertha het gemerkt nad. Eerst herinnerde hij zich mets vau wat er gebeurd was, maar toen hij Ber tha zoo druk bezig zag Inplaats van haar moeder, toen kon hij zicb alle» weer voorstellen. Hoe schaamde hij zich nu. Zijn vrouw die altijd zoo goed en geduldig voor hem was, ziek, erg ziek, en naar net ziekeoi huis gebracht door vreemden, terwijl hij, haar man, bezig was het weinige geld dat er was ,op te maken. Nu stond zijn kind voor hem, zijn oudste, en keek hem vra gend aan. „Bertha", zei vader, ,ik zie dat ie al bezig bent met moeders werk te doen. Dat is heel goed van je. Straks zal ik nfljtr school gaan en vragen^ of jij zoo lang als moeder ziek is thuis mag blij ven 'Wordt vervolgd'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 7