Zomerwarmte
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 18 JUNI 1927
Gewijde en Ongewijde
Historie»
DE ROEPING VAN ABRAHAM.
Terah, de vader van Abram, vertrok
met zijn familie uit Ur der Chaldeën
om te gaan naar het land Kanaan
aldus verhaalt Gen. 1131 en zij
kwamen tot. (Haran, en woonden al
daar. Dat zij de bedoeling hadden
naar het land Kanaan te gaan volgt
niet uit dezen, tekst, want het He-
breeuwsche taaleigen onderscheidt niet
tusschen doel en gevolg, zoodat we
ook kunnen vertalen „om te gaan in
de richting van het land Kanaan".
Doch zelfs al ware het oorspronke
lijk de bedoeling van Terah en de zij
nen geweest naar Kanaan te trekken,
dan nog is de gewone weg geweest
over Haran, al heeft dit voor ons als
we een blik op de kaart van Voor-
Azië werpen iets van een omweg.
Haran lag aan den oever van den
Belias, een zijrivier van den Euphraat
in zijn middelloop. De naam dezer
stad beteekent „weg" (het Soemeri-
sche woord „garanoe" heeft deze be
teekenis) en zij heette zoo, omdat zij
een knooppunt van karavaanwegen
was. De groote handelsweg van het
Euphraat- naar het Nijlgebied liep van
Zuid-Babylonië eerst langs den Eu
phraat in Noordelijke richting en dan
voorbij Haran en Damascus door de
vlakte van Jizreël naar.de Westelijke
kuststreken.
De tocht dien Terah en de zijnen
maakten was dan ook niets bijzonders
en we moeten ons b.v. niet voorstellen
dat ze door onbekende woestijnen of
nog nimmer betreden oerwouden trok
ken. Een levendig karavanenverkeer
had blijkens de Amarnabrieven langs
dezen weg plaats. Trouwens, de Phoe-
niciërs waren in vroeger tijden ook
vanuit het Zuid-Oosten naar de kust
der Middellandsche Zee getrokken.
Merkwaardig is voorts de groote
overeenkomst die er in godsdienstig
opzicht tusschen Ur en Haran bestond
en waarom als mislukt moet worden
beschouwd de poging die in den jong-
eten tijd door enkele geleerden is ge
daan om het vertrek van Terah en zijn
familie uit Ur uit religieuze motieven
te verklaren. Zoowel te Ur als te Ha
ran werd op bijzondere wijze de Ba
bylonische maangod vereerd: te Ur
onder den naam Nannar, te Haran on
der den naam Sin.
„En de dagen van Terah waren twee
honderd en vijf jaren, en Terah stierf
te Haran," aldus Gen. 1132. Dan be
gint een nieuw hoofdstuk, niet slechts
in het boek Genesis, doch ook in de
wereldgeschiedenis en in de geschie
denis der Godsopenbaring.
Ook de Ouden begrepen dit reeds en
zij drukten dit op uitwendige wijze
aldus uit, door de laatste letter van
dit hoofdstuk, de „Noen" van „Haran"
om te draaien zoodat hij met den hol-'
len kant naar rechts stond. Met deze
letter is, wat wij tegenwoordig noe
men de „oergeschiedenis" ten einde.
De eerste elf hoofdstukken van Ge
nesis bevatten de algemeen-mensche-
lijke heilshistorie; met-de roeping van
Abraham wordt een bijzondere heils
geschiedenis begonnen. God verkiest
Abraham en zijn nakomelingschap
zich ten erfdeel, niet evenwel om nu
de andere volken der wereld aan hun
lot over te laten, doch juist opdat zij
door en in Abraham gezegend zullen
worden. Het plan Gods met de wereld
zal eerst in kleinen kring verwezen
lijkt worden in het theocratisch gere
geerde volk Israël, opdat in de volheid
des tijds het heil zou uitgaan tot de
geheele wereld en overal gepredikt
worden, dat het koninkrijk Gods, d.w.z.
de koningsheerschappij Gods nabij ls,
Ja zelfs reeds in beginsel gekomen is
en ook verder moet gerealiseerd wor
den.
Xeidsche Penkrassen.
Amice,
Telkens als er wat te verhakstukken
valt op politiek gebied staat de Pers in
het centrum. Dan wordt van en over
de courant gesproken. In verkiezings
dagen vooral grijpt ieder 's avonds
naar de courant. Soms komt er nog
een extra courant bij, maar ook ons
gewone, dagblad is dan zoowat de ka-
mer-thermomeiter, waar ieder de tem
peratuur op afleest. Soms de barome
ter om de weervoorspellingen mee te
bevestigen.
Bij velen echter is het zoo, dat na
deze gloriedagen voor de Pers, de ver
slapping erg merkbaar wordt, 't 13
als na een geweldige geestelijke in
spanning de inzinking, moeheid, lus
teloosheid. Dan vraagt men niet meer
naar de courant. Ja zelfs is het vaak
zoo, dat wat in verkiezingsdagen hoog
geprezen werd, dan erg kleingeestig
bedild wordt. Dat is niet nu zoo, en
niet alleen hier, dat is óveral zoo, en
dat bestaat al lang.
Toch komt er meer en meer een
kern, die onder geen voorwaarde zijn
eigen orgaan meer missen wil. Daar
voor ben ik dankbaar, Amice.
'k Léés nog wel eens gaarne na, wat
Dr. Kuyper daarover schreef. Onze
krachtige voortrekker had het nog
veel moeilijker dan wij. In onze dagen
is er tenminste reeds sprake van een
exploitatie met een winst- en verlies
rekening. Dan is het nog wel steeds
een verliesrekening, maar wij hebben
dan toch nu vaste creditposten van
groote beteekenis. Daarentegen moest
Dr. Kuyper het nog heelemaal doen
zonder exploitatierekening. Van een
mogelijkheid van geregelde exploita-
In dit licht moet de roeping van
Abraham gezien worden: hij moest
breken met den kring waaruit hij
voortgekomen was en de vader wor
den van een nieuw volk. waarmee God
in zeer bijzonderen zin Zijn verbond
zou oprichten.
„En Jahweh sprak tot Abram: ga uit
uw land en uit uw maagschap en uit
uws vaders huis naar het land, dat Ik
u wijzen zal." (Gen. 12 1). Abram
moet alzoo niet slechts Haran, doclr
ook zijn geslacht en zijn familie ver
laten, hij moet zich losmaken van ge
heel het milieu waarin hij tot dusver
geleefd heeft (en dat zegt wat voor
een Oosterling, meer nog dan voor
ons!). Hij moet op zichzelf gaan staan
en zich geheel geven om het plan Gods
te dienen.
Doch aan dezen eisch Gods is te
vens een belofte verbonden, ja een
vijfvoudige zegen.
Vooreerst zal de Heere hem een land
w ij z e n, dat wil hier niet slechts zeg
gen „doen zien," doch meer dan dat:
tot eigendom geven, doen bezitten.
In de tweede plaats belooft God
hem:, „en Ik zal u tot een groot volk
maken": in het land der belofte zal
een volk komen te wonen, dat als na
tie een factor van beteekenis zal zijn,
niet zoozeer politiek als wel gods
dienstig, want:
God voegt* aan deze belofte onmid
dellijk een derde toe: „en Ik zal u ze
genen." Deze zegen is overeenkomstig
den zin des Ouden Testaments mede
in stoffelijken zin te verstaan; het
geestelijke en het materieele zijn niet
van elkaar te scheiden. Abram zelf
was ook blijkens Gen. 13 2 zeer rijk,
in vee, in zilver, en in goud.
Ten vierde belooft God aan Abram:
„en Ik zal uw naam groot maken, zoo
dat gij een zegen wordt", d.w.z. een
zegenformule. De bedoeling van dit
woord is, dat men in en buiten Israël
zichzelf zegenen zal met deze woor
den: „God zegene mij als Abraham".
Doch niet slechts in ideëelen, doch
ook in werkelijken zin zal Abraham de
bemiddelaar tusschen den zegen Gods
en de menschheid worden, want en
zie hier de vijfde belofte „en Ik
zal zegenen die u zegenen, en wie u
vloekt, zal Ik vloeken, en in u zullen
alle geslachten der aarde gezegend
worden".
Met dit laatste woord wordt getee-
kend de plaats, die Abraham en zijn
nakomelingschap in de heilsgeschie
denis zullen innemen, een profetie die
ten volle vervuld is in de komst van
Abrahams grooten Zoon.
Uit het Sociale Leven.
VAN ZORG EN ZEGEN.
Het is een beteekenisvolle titel die
de heer J. Hofman, de voorzitter van
den Nederl. Chr» Graf. Bond, geko
zen heeft voor het gedenkboek, ge
schreven ter gelegenheid van het 25-
jarig bestaan van dezen Bond.
We houden er een exemplaar van in
onze handen en bekijken den fraaien
omslag die een typografisch kunst
stukje genoemd mag worden, wat ook
niet anders te verwachten is bij een
gedenkboek van een Graf. Bond.
Meer echter dan dö omslag treft de
inhoud, die zooals op de titelpagina
staat aangegeven bevat: Het ontstaan
en de geschiedenis van den Nederl.
Chr. Graf. Bond naar de voorhanden
zijnde officieele bescheiden.
Wel mocht de titel zijn „Van zorg
en zegen". Wanneer we lezen wat aan
de oprichting voorafging en hoe de
Bond ontstaan is, de groote moeilijk
heden, die daarbij te overwinnen wa
ren, dan kon wel van zorg gesproken
worden.
Wanneer we dan lezen van de moei
lijke jaren die doorworsteld zijn, van
het getob, van den strijd, van de zor-
tie,was alleen bij de gratie van het
schrijverstalent van Kuyper en de
meer of mindere goedgeefsheid van de
vrienden sprake. Nu, Kuyper moest
schrijven; stel je voor: Dr. Kuyper in
zijn kracht, zonder Standaard en He
raut, dat is eenvoudig ondenkbaar.
Zoo moest ook telkens weer elk lek ge
dicht worden en was voortdurend
hoozen noodig om het scheepje voor
zinken te bewaren. Hij vertelt er van
in Anti-Revolutionaire Staatkunde, le
deel blz. 584, alwaar ik lees: „Toen
overkwam mijzelf een curiosum, waar
uit blijkt, hoever zelfs hiij (dat was
Groen van Prinsterer) nog af was van
het Amerikaansche voorbeeld (het
steunen van de pers door legaten of
groote giften). Toen ik in het voorjaar
van 1876, waarin Groen van Prinsterer
ten grave werd uitgedragen, in diepe
neuralgische inzinking, geheel ter ne
der geslagen in Zwitserland ronddool
de, ontmoette ik bij verrassing te
Aigle den heer Walhert Ameshoff. Zoo-
dra deze me zag, liep hij op me toe
en zei: „Heb je 't al gehoord: Groen's
testament is gelezen, en aan U is een
millioen vermaakt; zoo 'k hoor voor
publjeke aangelegenheden. Vooral ook
voor de Pers."
Wie toen, gelijk de heer Walhert
Ameshoff, doorzag met wat blik der
wanhoop ik juist toen de toekomst te-
genzag, begreep aanstonds hoe dit zoo
verrassend gerucht mij allicht uit m'n
volslagen zenuw-depressie kon doen
opleven. Als 't. eens waar wasl Onze
Pers was dan althans verzekerd. Maar
natuurlijk, ik hoorde er verder niets
van, het was niets dan een loos ver
zinsel geweest, en w at ik uit Groen s
nalatenschap ontving, bestond in 't
bronzen beeldje van het paard met de
slang, door enkele vrienden aan Groen
RECLAME.
veroorzaakt vaak Hevige Hoofdpijn; een
paar Mijnhardt's Hoofdpijntabletten doen
deze spoedig bedaren. In Buisjes 60 en 30 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
gen en kommer, dan krijgen we res
pect voor de mannen die ondanks dit
alles niet hopeloos werden, maar zich
met liefde gaven voor de goede zaak.
dan krijgen we vooral respect voor den
heer Smit, het hart van de actie die
zooals in het gedenkboek staat „het
vermogen bezat om zoo weinig moge
lijk de bezwaren naar voren te bren
gen en sterk den nadruk te leggen op
de lichtpunten".
Hoe verder we echter komen in de
geschiedenis van den Bond, hoe meer
danktonen oprijzen en wanneer we na
gaan dat momenteel de N.C.G.B. bijna
2400 leden telt en dat het vermogen
van de bondskas ruim f150.000 be
draagt, ongeacht de Werkloosheids-
en ziektekas, dan is er zeker wel re
den om van zegen te spreken en dan
onderschrijven we ten volle de uit
drukking van den schrijver van het
gedenkboek in zijn naschrift: „Indien
geesteseenheid en geloof het leven van
den bond blijven beheerschen en stu
ren, zal een plaats voor den bond be
stendigd blijven en het recht op die
plaats in de arbeidersbeweging, spe
ciaal in de grafische bedrijven, tenslot
te moeten worden erkend."
Verder zullen we op het boek niet
ingaan. We merken alleen nog op, dat
het voor het sociale leven van groote
waarde is, omdat het een mooien kijk
geeft op de geschiedenis van de Chr.
arbeidersbeweging..
Zooals we reeds opmerkten is het
boek voorzien van een fraaien band
of omslag en verder bevat het ver
schillende foto's van bonds- en afdee-
lingsbestuurders, een groote foto voor
in van den oprichter van den bond,
den heer M. W. Smit, een foto van het
tegenwoordige bondsbestuur, foto's
van het exterieur en het interieur van
het BondsgebOuw en verschillende an
dere illustraties.
Het is geschreven in een prettige
overzichtelijke stijl, eenvoudig en toch
mooi, en is alleszins lezenswaardig,
ook voor degenen, die buiten den ty-
pografischen bond staan.
GEMENGD NIEUWS.
HET ONWEER VAN GISTEREN.
Amsterdam.
Gistermiddag is tijldens een hevig on
weer, dat zich boven de Hoofdstad
ontlast heeft, een ernstig ongeval aan
de Amsterdamsche Droogldokmij. ge
beurd.
In een elevator waren een 15-tal
lossers aan het werk, toen het vaar
tuig, waarop de elevator was geplaatst
door den bliksem werd getroffen.
Tot nu toe staat het vast, dat 4 arbei1
ders om het leven zijn gekomen. Het
zijn Vonk, Couvée, Vies en Otto.
Een vijfde arbeider. Raamsdonk ge
heeten. zal zeer waarschijnlijk even
eens het leven laten.
De overigen waren min of meer
ernstig gekwetst.
De Geneeskundige dienst heeft on
middellijk na het bekendmaken van
het ongeval eenige doktoren en am
bulances naar het terrein der Amster
Idamsohe Droogdok-Mij, gelegen aan
kien overkant van het IJ, gezonden.
Nader wordt gemelld:
Vier arbeiders werden op slag ge
dood. De vijfde arbeider is aan de
bekomen verwondingen overleden.
Behalve deze vijf dooden zijn er nog
vijf andere arbeiders zwaar gewond.
De dooden en ernstig gewonden wer
den naar het Binnen Gasthuis ver
voerd. De overige zes arbeiders kre
gen lichte kwetsuren en konden nai
vereerd op zijn 70en verjaardag."
Wat bittere tegenstelling: In plaats
van het millioen slechts het bronzen
paard met de slang.
Maar Kuyper getuigt, dat hij „bij het
indenken van den aanmerkelijken po-
litieken invloed van zijn klein blad,
toch steeds voelde, dat hier een mys
tieke factor in 't spel was, en dat daar
om de diepste toon van zijn dank naar
Hooger moest opgaan.
Zoo is 't nog, Amice. Maar toch niet
geheel meer zoo.
Het millioen van Kuyper is er geko
men. Dat komt ook in stoffelijken en
zedelijken zin de Pers ten goede. Maar
bovenal die Pers begint zoo langza
merhand zichzelf te redden.
Dat zou je maar denken, hoor ik je
al zeggenI
En toch, Amice, zoo is 't. Onze Pers
redt zich zelf heel best, als ieder zijn
plicht doet.
Ik spreek hier een waarheid als een
koe. Maar ik moet er dadelijk hij zeg
gen, dat juist het niet hun plicht doen
van sommigen, de groote moeilijkheid
geeft.
Ik ken ze, Amice, beste brave broe
ders en zusters, pilaren in Gods huis,
die er volstrekt geen been in zien om
aan de neutrale Pers de voorkeur te
geven niet alleen, maar de Christelijke
Pers tegen te werken. Ja, je staat er
versteld van, hoe dat mogelijk is. Zie
je, Amice, dan denk ik aan een „voor
zichtig verdrag" dat dezen gesloten
hebben. Voorzichtig, ja natuurlijk,
heel voorzichtig! In de belijdenis en in
het overig openbaar leven, onberispe
lijk, maar die krant, nu ja. wat ik niet
lezen wil, dat lees ik immers niet! De
minderwaardigheid van onze courant
ligt er immers dik op. Vraag nu maar
niet verder, want al kan onze broeder
verbonden te zijn naar huis terug1 k'ee-
ren.
De namen der arbeiders welke ten-,
gevolge van het ongeluk' zwaar gei
wond werden zijn als volgt.
Van Tiewaarder, Libert, E. Grava
maker, G. Bergen en Sloofe.
Later wordt gemeld:
Hedenmiddag tusschen half een en
half twee ontlastte zich een hevig on
weder boven Arasterdam, gepaarcf
gaande met zware regens.
Het was zoo donker, dab men in do
'huizen het licht moest opsteken.
De bliksem trof den ouden molep
De Goyer, nabij het voormalig Funen
(buiten de Muiderpoort) waarvan
juist dezer dagen de restauratie wordt
'ovenvogen. De schade was gering.
Iq het Gooi.
Gistermiddag 3 uur is de bliksem in
geslagen in het landhuis „De Zonne
bloem" van mr. 01 de welt aan den
Houtweg te Laren (N.-H.). Het hui?
brandde uit. Veel antieke voorwerpen
uit de benedenverdieping konden nog
worden gered, ddch 'n kostbare boeke
rij kwam in de vlammen om.
Bij dezen brand bleek, dat de aanwe
zigheid der waterleiding, waarop twee
slangen konden worden aangesloten,
het tijdperk der groote branden te La
ren nog niet heeft afgesloten De druk
op het water was naar het schijnt te
gering om het vuur met kracht aan te
vatten. Als van ouds werd dan ook nog
gepoogd me' van hand tot hand aan
gevoerde e srs water, gevuld uit
een vijvertje m den tuin, den brand
te blusschen.
Baarn.
Ook boven Baarn heeft een waar
noodweer gewoed. Het water stond op
sommige plaatsen een meter hoog. Er
vielen hagelsteenen, sommige ter
grootte van duiveneieren. Boomen en
telefoonpalen werden door het .hemel
vuur getroffen. Persoonlijke ongeluk
ken kwamen niet voor.
Amersfoort.
Ook boven Amersfoort woedde het
onweer geweldig. Hagelsteenen richt
ten aan de gewassen groote schade
aan.
Wilnis. Ook hier een slachtoffer.
Te en bij Wilnis hebben zware hagel
buien groote verwoestingen aange
richt. Van de broeikassen der tuinders
is zoo goed als geen ruit heel gebleven,
terwijl de te velde staande gewassen
groote schade leden.
In de Betuwe.
Tijdens het onweer dat gistermiddag
boven de Nèder-Betuwe woedde is de
bliksem geslagen in de groote graan
schuur van den molenaar Jan Augus-
tinus te IJzendoorn. Het houten ge
bouw brandde geheel af. Alles was ver
zekerd.
Woudrichem.
Gistermiddag is de bliksem ingesla
gen in de boerderij van de gez. Daim
aan den Ouden Dijk te Woudrichem.
Pe hoeve brandde geheel uit.
Doetinchem.
Te Doetinchem is gistermiddag de
bliksem ingeslagen in Hotel Boogman;
een gedeelte van het dak werd ver
nield. In een aangrenzend hui9 werden
alle lichtpunten van het electrische
licht stukgeslagen. Brand werd niet
veroorzaakt.
Bi] Roermond. Nog een slachtoffer
Gistermiddag drie uur is de bliksem
geslagen in een hooiruiter te Poster-
holt bij Roermond waaronder twee
personen gevlucht waren; de 51-jarige
Th. Zeegers, vader van zes kinderen,
werd op slag gedood, de 50-jarige Rid-
derbex werd met zware brandwonden
overdekt gevonden.
In Groningen.
Gisteren sloeg te Weelerveen (Gron.)
de bliksem in een arbeidersbehuizing
van de aardappelmeelfabriek „Wester-
wolde" in. De bewoner, J. Boddo, kreeg
bij het naar buiten gaan een zwaren
steen op het hoofd, waardoor hij ern
stig werd gewond. Het huis bekwam
geen schade.
ook op geen enkele vraag antwoorden,
toch blijft hij een vooroordeel houden.
Wil ik je eens wat zeggen, Amice,
als ze het die ménschen niet als vuur
aan de schenen leggen, dan verande
ren ze niet. Het lezen van couranten
en boeken behoort bij vele belijders tot,
het terrein der middelmatigheden,
waarop ieder volgens zijn consciëntie
handelen moet. Wanneer die consciën
tie dan eerst wordt opgevoed in een
verkeerde richting, langzamerhand ge
drongen om als het wijfje uit het Thu-
ringer weerhuisje altijd mooi weer
aan te wijzen, och ja, dan wordt het
gemakkelijk.
Ik geloof, Amice, dat to* het geeste
lijk werk van het „acht hebben op el
kander" ook behoort het vermanen tot
het gebruik van eigen Pers.
Waarom wel de meest zuivere open
baring van de Kerk opgezocht, en met
het lezen van dagelijksche lectuur de
hand gelicht? Waarom wel voor zijn
kinderen de bijzondere school begeerd,
en in de courant voorgezet, wat niet
voor onze jeugd bestemd is, in bios
coop, sport op Zondag, enz.? Waarom
wél christelijk georganiseerd, en de
organisatie om de Pers te steunen met
een luttel bedrag per week, verwaar
loosd? Waarom wel in het algemeen,
verband gezocht met gelijkgezinden in
het geloof, en de mensehen dié de
schouders zetten onder den noodzake
lijken last van een eigen Pers, met
moeiten laten tobben?
't Is alleen lauwheid. Men rekent
het niet tot zijn plicht.
't Is er mee als met de neringdoen
den onder onze broeders. Er zijn zoo
van die menschen die steeds afgeven
op winkelier A., een broeder der ge
meente. Neen, maar dan bij B., iemand
die er liefst geen beginsel op na houdt,
Hengelo (O.)
Gistermiddag om half 5 brak boven
Hengelo (O.) een kort doch hevig on
weer los, vergezeld van zwaren hagel
slag. In korten tijd waren van honder
den huizen, vooral die waarvan de ge
velzijde naar het Westen gelegen is,
de ruiten vernield. Zoo werden van
het St. Antoniusgesticht en de O. L.
school aan het Hasselder Voetpad alle
ruiten totaal vernield; van het huis
van liet hoofd der laatstgenoemde
school werd mede een massa pannen
weggeslagen.' Er vielen hagelsteenen
als duiveneieren. In een minimum
van tijd waren verschillende straatge
deelten onder water geloopen. Boomen
en tuinvruchten leden enorme schade.
Vink eve en.
Men meldt nog aiit Vinkeveen dat bij
het hevig onweer met geweldigen ha
gelslag gisterenmiddag de tuinders
zeer veel schade hebben geleden, door
dat meer dan 1/5 deel van de door hen
gebruikte glasplaten werd vernield.
Dp groentenhandelaar Albers is
door den bliksem getroffen en gedood.
Aalten.
Bij het oriweder van gisterenmiddag
werd de rijwielhandelaar B., terwijl hij
per fiets naar huis reed, door den blik
sem getroffen en gedood. Hij laat een
vrouw en zes kinderen achter.
Borcnlo.
Gisterenmiddag is de landbouw-
schuur van Hilhorst te Gelseiaar door
den bliksem getroffen en afgebrand.
Ongelukken deden zich niet voor; wel
is een koe, eigendom van den landbou
wer Bettink, in de weide gedood.
Rotterdam.
Gistermiddag omstreeks half-één
heeft boven Rotterdam een hevig on
weer gewoed, met hagelslag en slag
regens.
Dë bliksem is ingeslagen in een
kastje aan een paal van de electrische
geleiding der R.T.M., aan den Nieuwen
Binnenweg bij de Mathenesserlaan,
welk kastje den sectie-afsluiter bevat.
Het kastje en de afsluiter werden ver-
•nield. Spuitgasten van spuit 31 doof
den met behulp van zand de vlammen.
Het tramverkeer had geen vertraging.
De brandweer is ook naar een pand
aan de Leuvehaven getokken, waar
kortsluiting was ontstaan. Ook daar
was het begin van brand spoedig ge-
bluscht.
Velen kregen het in hun huizen met
het water te stellen, en de groote ha
gelsteenen zullen stellig in de tuinen
in de omgeving van de stad heel wat*
schade hebben aangericht.
Mijdrecht.
Tijdens een kort doch hevig onweer
sloeg de bliksem in de Ned. Herv. Kerk
te Mijdrecht in, juist toen een kerke
lijke dierust werd gehouden. De licht
installatie geraakte defect.
Even later sloeg het hemelvuur in
het gebouw der N.V. Biscuitfabriek
„De Lindeboom" waar verscheidene
ruiten werden verbrijzeld. Gelukkig
ontstond in beide gevallen geen brand.
Watis eenroman? Het Duit
.sche weekblad. „Jugend" gaf de vol
gende geestige definitie: i
Een Duitsche roman is een -boek,
waarin twee menschen in het eerste
hoofdstuk elkaar willen hebben. Zijl
krijgen elkaar echter niet voor net
llaatste.
Een Fransche roman is een boek,,
waarin twee menschen in het eerste
hoofdstuk elkaar dadelijk krijgen en
yan het tweede tot het laatste hoofd
stuk willen zij elkaar niet meer hebben
rn Amerikaansche roman is 'n boek,
waarin twee menschen in het eerste
hoofdstuk elkaar willen hebben, zijt
krijgen elkaar dadelijk* en zoo blijf tl
het tot het einde.
Een Russische roman is echter een:
boek, waarin twee menschen elkaan
noch willen hebben, noch krijgen, en
hiermede worden 150 treurig, gestem'
de bladzijden gevuld.
een man daar je nooit mee over gods
dienst praten kunt, maar, om zaken
te doen, neen maarl een eenige vent!
Vooroordeel, want tien tegen één, dat
broeder A. evengoed bedient, even goe
de waar heeft en niets duurder is.
Maar, zie je, dat is nu eens een ter
rein, waar ieder vrij is, en daarom
mag daar geen toezicht zijn.
Dat zou je denken! Juist op d a t ter
rein wil God ons beproeven. In die
dingen, waarin wij ons vrij wanen,
komt God onzen geestelijken wasdom
beproeven. Hebt dan acht op elkander.
Dat geldt in het bijzonder daar waar
wij zoo licht gevaar loopen verkeerd
te doen.
Wanneer nu de straks genoemde
broeder A. door de houding van me
debroeders opmogelijk bestaan kan.
dan is dat onze schuld. Wanneer de
enkelen, die de Christelijke Pers met
opoffering van bovenmenschelijke
kracht in stand houden, eindelijk be
zwijken, dan is dat onze schuld.
Daarentegen wanneer ieder mee
draagt, dan is het thans zoo, dat het
gemakkelijk gaat en dat zelfs belang
rijke uitbouw mogelijk is. Wat is het
niet heerlijk, dat wij op Kerkelijk ter
rein en op schoolgebied thkns zoo
ruim ons kunnen bewegen. Daar is
eendracht.
Wanneer komt dat op het terrein
van de Pers?
Maar het komt .misschien, ik heb ge
lezen dat de propagandisten den boer
op gaan. Prachtig! Maar dat is nog
maar half werk; als dat afgeloopen is.
dan moeten die propagandisten ook de
blijvende vruchten genieten. Ook daar
voor is een vorm te vinden.
VERITAS.