Zomerwarmte NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 18 JUNI 1927 Gewijde en Ongewijde Historie» DE ROEPING VAN ABRAHAM. Terah, de vader van Abram, vertrok met zijn familie uit Ur der Chaldeën om te gaan naar het land Kanaan aldus verhaalt Gen. 1131 en zij kwamen tot. (Haran, en woonden al daar. Dat zij de bedoeling hadden naar het land Kanaan te gaan volgt niet uit dezen, tekst, want het He- breeuwsche taaleigen onderscheidt niet tusschen doel en gevolg, zoodat we ook kunnen vertalen „om te gaan in de richting van het land Kanaan". Doch zelfs al ware het oorspronke lijk de bedoeling van Terah en de zij nen geweest naar Kanaan te trekken, dan nog is de gewone weg geweest over Haran, al heeft dit voor ons als we een blik op de kaart van Voor- Azië werpen iets van een omweg. Haran lag aan den oever van den Belias, een zijrivier van den Euphraat in zijn middelloop. De naam dezer stad beteekent „weg" (het Soemeri- sche woord „garanoe" heeft deze be teekenis) en zij heette zoo, omdat zij een knooppunt van karavaanwegen was. De groote handelsweg van het Euphraat- naar het Nijlgebied liep van Zuid-Babylonië eerst langs den Eu phraat in Noordelijke richting en dan voorbij Haran en Damascus door de vlakte van Jizreël naar.de Westelijke kuststreken. De tocht dien Terah en de zijnen maakten was dan ook niets bijzonders en we moeten ons b.v. niet voorstellen dat ze door onbekende woestijnen of nog nimmer betreden oerwouden trok ken. Een levendig karavanenverkeer had blijkens de Amarnabrieven langs dezen weg plaats. Trouwens, de Phoe- niciërs waren in vroeger tijden ook vanuit het Zuid-Oosten naar de kust der Middellandsche Zee getrokken. Merkwaardig is voorts de groote overeenkomst die er in godsdienstig opzicht tusschen Ur en Haran bestond en waarom als mislukt moet worden beschouwd de poging die in den jong- eten tijd door enkele geleerden is ge daan om het vertrek van Terah en zijn familie uit Ur uit religieuze motieven te verklaren. Zoowel te Ur als te Ha ran werd op bijzondere wijze de Ba bylonische maangod vereerd: te Ur onder den naam Nannar, te Haran on der den naam Sin. „En de dagen van Terah waren twee honderd en vijf jaren, en Terah stierf te Haran," aldus Gen. 1132. Dan be gint een nieuw hoofdstuk, niet slechts in het boek Genesis, doch ook in de wereldgeschiedenis en in de geschie denis der Godsopenbaring. Ook de Ouden begrepen dit reeds en zij drukten dit op uitwendige wijze aldus uit, door de laatste letter van dit hoofdstuk, de „Noen" van „Haran" om te draaien zoodat hij met den hol-' len kant naar rechts stond. Met deze letter is, wat wij tegenwoordig noe men de „oergeschiedenis" ten einde. De eerste elf hoofdstukken van Ge nesis bevatten de algemeen-mensche- lijke heilshistorie; met-de roeping van Abraham wordt een bijzondere heils geschiedenis begonnen. God verkiest Abraham en zijn nakomelingschap zich ten erfdeel, niet evenwel om nu de andere volken der wereld aan hun lot over te laten, doch juist opdat zij door en in Abraham gezegend zullen worden. Het plan Gods met de wereld zal eerst in kleinen kring verwezen lijkt worden in het theocratisch gere geerde volk Israël, opdat in de volheid des tijds het heil zou uitgaan tot de geheele wereld en overal gepredikt worden, dat het koninkrijk Gods, d.w.z. de koningsheerschappij Gods nabij ls, Ja zelfs reeds in beginsel gekomen is en ook verder moet gerealiseerd wor den. Xeidsche Penkrassen. Amice, Telkens als er wat te verhakstukken valt op politiek gebied staat de Pers in het centrum. Dan wordt van en over de courant gesproken. In verkiezings dagen vooral grijpt ieder 's avonds naar de courant. Soms komt er nog een extra courant bij, maar ook ons gewone, dagblad is dan zoowat de ka- mer-thermomeiter, waar ieder de tem peratuur op afleest. Soms de barome ter om de weervoorspellingen mee te bevestigen. Bij velen echter is het zoo, dat na deze gloriedagen voor de Pers, de ver slapping erg merkbaar wordt, 't 13 als na een geweldige geestelijke in spanning de inzinking, moeheid, lus teloosheid. Dan vraagt men niet meer naar de courant. Ja zelfs is het vaak zoo, dat wat in verkiezingsdagen hoog geprezen werd, dan erg kleingeestig bedild wordt. Dat is niet nu zoo, en niet alleen hier, dat is óveral zoo, en dat bestaat al lang. Toch komt er meer en meer een kern, die onder geen voorwaarde zijn eigen orgaan meer missen wil. Daar voor ben ik dankbaar, Amice. 'k Léés nog wel eens gaarne na, wat Dr. Kuyper daarover schreef. Onze krachtige voortrekker had het nog veel moeilijker dan wij. In onze dagen is er tenminste reeds sprake van een exploitatie met een winst- en verlies rekening. Dan is het nog wel steeds een verliesrekening, maar wij hebben dan toch nu vaste creditposten van groote beteekenis. Daarentegen moest Dr. Kuyper het nog heelemaal doen zonder exploitatierekening. Van een mogelijkheid van geregelde exploita- In dit licht moet de roeping van Abraham gezien worden: hij moest breken met den kring waaruit hij voortgekomen was en de vader wor den van een nieuw volk. waarmee God in zeer bijzonderen zin Zijn verbond zou oprichten. „En Jahweh sprak tot Abram: ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal." (Gen. 12 1). Abram moet alzoo niet slechts Haran, doclr ook zijn geslacht en zijn familie ver laten, hij moet zich losmaken van ge heel het milieu waarin hij tot dusver geleefd heeft (en dat zegt wat voor een Oosterling, meer nog dan voor ons!). Hij moet op zichzelf gaan staan en zich geheel geven om het plan Gods te dienen. Doch aan dezen eisch Gods is te vens een belofte verbonden, ja een vijfvoudige zegen. Vooreerst zal de Heere hem een land w ij z e n, dat wil hier niet slechts zeg gen „doen zien," doch meer dan dat: tot eigendom geven, doen bezitten. In de tweede plaats belooft God hem:, „en Ik zal u tot een groot volk maken": in het land der belofte zal een volk komen te wonen, dat als na tie een factor van beteekenis zal zijn, niet zoozeer politiek als wel gods dienstig, want: God voegt* aan deze belofte onmid dellijk een derde toe: „en Ik zal u ze genen." Deze zegen is overeenkomstig den zin des Ouden Testaments mede in stoffelijken zin te verstaan; het geestelijke en het materieele zijn niet van elkaar te scheiden. Abram zelf was ook blijkens Gen. 13 2 zeer rijk, in vee, in zilver, en in goud. Ten vierde belooft God aan Abram: „en Ik zal uw naam groot maken, zoo dat gij een zegen wordt", d.w.z. een zegenformule. De bedoeling van dit woord is, dat men in en buiten Israël zichzelf zegenen zal met deze woor den: „God zegene mij als Abraham". Doch niet slechts in ideëelen, doch ook in werkelijken zin zal Abraham de bemiddelaar tusschen den zegen Gods en de menschheid worden, want en zie hier de vijfde belofte „en Ik zal zegenen die u zegenen, en wie u vloekt, zal Ik vloeken, en in u zullen alle geslachten der aarde gezegend worden". Met dit laatste woord wordt getee- kend de plaats, die Abraham en zijn nakomelingschap in de heilsgeschie denis zullen innemen, een profetie die ten volle vervuld is in de komst van Abrahams grooten Zoon. Uit het Sociale Leven. VAN ZORG EN ZEGEN. Het is een beteekenisvolle titel die de heer J. Hofman, de voorzitter van den Nederl. Chr» Graf. Bond, geko zen heeft voor het gedenkboek, ge schreven ter gelegenheid van het 25- jarig bestaan van dezen Bond. We houden er een exemplaar van in onze handen en bekijken den fraaien omslag die een typografisch kunst stukje genoemd mag worden, wat ook niet anders te verwachten is bij een gedenkboek van een Graf. Bond. Meer echter dan dö omslag treft de inhoud, die zooals op de titelpagina staat aangegeven bevat: Het ontstaan en de geschiedenis van den Nederl. Chr. Graf. Bond naar de voorhanden zijnde officieele bescheiden. Wel mocht de titel zijn „Van zorg en zegen". Wanneer we lezen wat aan de oprichting voorafging en hoe de Bond ontstaan is, de groote moeilijk heden, die daarbij te overwinnen wa ren, dan kon wel van zorg gesproken worden. Wanneer we dan lezen van de moei lijke jaren die doorworsteld zijn, van het getob, van den strijd, van de zor- tie,was alleen bij de gratie van het schrijverstalent van Kuyper en de meer of mindere goedgeefsheid van de vrienden sprake. Nu, Kuyper moest schrijven; stel je voor: Dr. Kuyper in zijn kracht, zonder Standaard en He raut, dat is eenvoudig ondenkbaar. Zoo moest ook telkens weer elk lek ge dicht worden en was voortdurend hoozen noodig om het scheepje voor zinken te bewaren. Hij vertelt er van in Anti-Revolutionaire Staatkunde, le deel blz. 584, alwaar ik lees: „Toen overkwam mijzelf een curiosum, waar uit blijkt, hoever zelfs hiij (dat was Groen van Prinsterer) nog af was van het Amerikaansche voorbeeld (het steunen van de pers door legaten of groote giften). Toen ik in het voorjaar van 1876, waarin Groen van Prinsterer ten grave werd uitgedragen, in diepe neuralgische inzinking, geheel ter ne der geslagen in Zwitserland ronddool de, ontmoette ik bij verrassing te Aigle den heer Walhert Ameshoff. Zoo- dra deze me zag, liep hij op me toe en zei: „Heb je 't al gehoord: Groen's testament is gelezen, en aan U is een millioen vermaakt; zoo 'k hoor voor publjeke aangelegenheden. Vooral ook voor de Pers." Wie toen, gelijk de heer Walhert Ameshoff, doorzag met wat blik der wanhoop ik juist toen de toekomst te- genzag, begreep aanstonds hoe dit zoo verrassend gerucht mij allicht uit m'n volslagen zenuw-depressie kon doen opleven. Als 't. eens waar wasl Onze Pers was dan althans verzekerd. Maar natuurlijk, ik hoorde er verder niets van, het was niets dan een loos ver zinsel geweest, en w at ik uit Groen s nalatenschap ontving, bestond in 't bronzen beeldje van het paard met de slang, door enkele vrienden aan Groen RECLAME. veroorzaakt vaak Hevige Hoofdpijn; een paar Mijnhardt's Hoofdpijntabletten doen deze spoedig bedaren. In Buisjes 60 en 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten. gen en kommer, dan krijgen we res pect voor de mannen die ondanks dit alles niet hopeloos werden, maar zich met liefde gaven voor de goede zaak. dan krijgen we vooral respect voor den heer Smit, het hart van de actie die zooals in het gedenkboek staat „het vermogen bezat om zoo weinig moge lijk de bezwaren naar voren te bren gen en sterk den nadruk te leggen op de lichtpunten". Hoe verder we echter komen in de geschiedenis van den Bond, hoe meer danktonen oprijzen en wanneer we na gaan dat momenteel de N.C.G.B. bijna 2400 leden telt en dat het vermogen van de bondskas ruim f150.000 be draagt, ongeacht de Werkloosheids- en ziektekas, dan is er zeker wel re den om van zegen te spreken en dan onderschrijven we ten volle de uit drukking van den schrijver van het gedenkboek in zijn naschrift: „Indien geesteseenheid en geloof het leven van den bond blijven beheerschen en stu ren, zal een plaats voor den bond be stendigd blijven en het recht op die plaats in de arbeidersbeweging, spe ciaal in de grafische bedrijven, tenslot te moeten worden erkend." Verder zullen we op het boek niet ingaan. We merken alleen nog op, dat het voor het sociale leven van groote waarde is, omdat het een mooien kijk geeft op de geschiedenis van de Chr. arbeidersbeweging.. Zooals we reeds opmerkten is het boek voorzien van een fraaien band of omslag en verder bevat het ver schillende foto's van bonds- en afdee- lingsbestuurders, een groote foto voor in van den oprichter van den bond, den heer M. W. Smit, een foto van het tegenwoordige bondsbestuur, foto's van het exterieur en het interieur van het BondsgebOuw en verschillende an dere illustraties. Het is geschreven in een prettige overzichtelijke stijl, eenvoudig en toch mooi, en is alleszins lezenswaardig, ook voor degenen, die buiten den ty- pografischen bond staan. GEMENGD NIEUWS. HET ONWEER VAN GISTEREN. Amsterdam. Gistermiddag is tijldens een hevig on weer, dat zich boven de Hoofdstad ontlast heeft, een ernstig ongeval aan de Amsterdamsche Droogldokmij. ge beurd. In een elevator waren een 15-tal lossers aan het werk, toen het vaar tuig, waarop de elevator was geplaatst door den bliksem werd getroffen. Tot nu toe staat het vast, dat 4 arbei1 ders om het leven zijn gekomen. Het zijn Vonk, Couvée, Vies en Otto. Een vijfde arbeider. Raamsdonk ge heeten. zal zeer waarschijnlijk even eens het leven laten. De overigen waren min of meer ernstig gekwetst. De Geneeskundige dienst heeft on middellijk na het bekendmaken van het ongeval eenige doktoren en am bulances naar het terrein der Amster Idamsohe Droogdok-Mij, gelegen aan kien overkant van het IJ, gezonden. Nader wordt gemelld: Vier arbeiders werden op slag ge dood. De vijfde arbeider is aan de bekomen verwondingen overleden. Behalve deze vijf dooden zijn er nog vijf andere arbeiders zwaar gewond. De dooden en ernstig gewonden wer den naar het Binnen Gasthuis ver voerd. De overige zes arbeiders kre gen lichte kwetsuren en konden nai vereerd op zijn 70en verjaardag." Wat bittere tegenstelling: In plaats van het millioen slechts het bronzen paard met de slang. Maar Kuyper getuigt, dat hij „bij het indenken van den aanmerkelijken po- litieken invloed van zijn klein blad, toch steeds voelde, dat hier een mys tieke factor in 't spel was, en dat daar om de diepste toon van zijn dank naar Hooger moest opgaan. Zoo is 't nog, Amice. Maar toch niet geheel meer zoo. Het millioen van Kuyper is er geko men. Dat komt ook in stoffelijken en zedelijken zin de Pers ten goede. Maar bovenal die Pers begint zoo langza merhand zichzelf te redden. Dat zou je maar denken, hoor ik je al zeggenI En toch, Amice, zoo is 't. Onze Pers redt zich zelf heel best, als ieder zijn plicht doet. Ik spreek hier een waarheid als een koe. Maar ik moet er dadelijk hij zeg gen, dat juist het niet hun plicht doen van sommigen, de groote moeilijkheid geeft. Ik ken ze, Amice, beste brave broe ders en zusters, pilaren in Gods huis, die er volstrekt geen been in zien om aan de neutrale Pers de voorkeur te geven niet alleen, maar de Christelijke Pers tegen te werken. Ja, je staat er versteld van, hoe dat mogelijk is. Zie je, Amice, dan denk ik aan een „voor zichtig verdrag" dat dezen gesloten hebben. Voorzichtig, ja natuurlijk, heel voorzichtig! In de belijdenis en in het overig openbaar leven, onberispe lijk, maar die krant, nu ja. wat ik niet lezen wil, dat lees ik immers niet! De minderwaardigheid van onze courant ligt er immers dik op. Vraag nu maar niet verder, want al kan onze broeder verbonden te zijn naar huis terug1 k'ee- ren. De namen der arbeiders welke ten-, gevolge van het ongeluk' zwaar gei wond werden zijn als volgt. Van Tiewaarder, Libert, E. Grava maker, G. Bergen en Sloofe. Later wordt gemeld: Hedenmiddag tusschen half een en half twee ontlastte zich een hevig on weder boven Arasterdam, gepaarcf gaande met zware regens. Het was zoo donker, dab men in do 'huizen het licht moest opsteken. De bliksem trof den ouden molep De Goyer, nabij het voormalig Funen (buiten de Muiderpoort) waarvan juist dezer dagen de restauratie wordt 'ovenvogen. De schade was gering. Iq het Gooi. Gistermiddag 3 uur is de bliksem in geslagen in het landhuis „De Zonne bloem" van mr. 01 de welt aan den Houtweg te Laren (N.-H.). Het hui? brandde uit. Veel antieke voorwerpen uit de benedenverdieping konden nog worden gered, ddch 'n kostbare boeke rij kwam in de vlammen om. Bij dezen brand bleek, dat de aanwe zigheid der waterleiding, waarop twee slangen konden worden aangesloten, het tijdperk der groote branden te La ren nog niet heeft afgesloten De druk op het water was naar het schijnt te gering om het vuur met kracht aan te vatten. Als van ouds werd dan ook nog gepoogd me' van hand tot hand aan gevoerde e srs water, gevuld uit een vijvertje m den tuin, den brand te blusschen. Baarn. Ook boven Baarn heeft een waar noodweer gewoed. Het water stond op sommige plaatsen een meter hoog. Er vielen hagelsteenen, sommige ter grootte van duiveneieren. Boomen en telefoonpalen werden door het .hemel vuur getroffen. Persoonlijke ongeluk ken kwamen niet voor. Amersfoort. Ook boven Amersfoort woedde het onweer geweldig. Hagelsteenen richt ten aan de gewassen groote schade aan. Wilnis. Ook hier een slachtoffer. Te en bij Wilnis hebben zware hagel buien groote verwoestingen aange richt. Van de broeikassen der tuinders is zoo goed als geen ruit heel gebleven, terwijl de te velde staande gewassen groote schade leden. In de Betuwe. Tijdens het onweer dat gistermiddag boven de Nèder-Betuwe woedde is de bliksem geslagen in de groote graan schuur van den molenaar Jan Augus- tinus te IJzendoorn. Het houten ge bouw brandde geheel af. Alles was ver zekerd. Woudrichem. Gistermiddag is de bliksem ingesla gen in de boerderij van de gez. Daim aan den Ouden Dijk te Woudrichem. Pe hoeve brandde geheel uit. Doetinchem. Te Doetinchem is gistermiddag de bliksem ingeslagen in Hotel Boogman; een gedeelte van het dak werd ver nield. In een aangrenzend hui9 werden alle lichtpunten van het electrische licht stukgeslagen. Brand werd niet veroorzaakt. Bi] Roermond. Nog een slachtoffer Gistermiddag drie uur is de bliksem geslagen in een hooiruiter te Poster- holt bij Roermond waaronder twee personen gevlucht waren; de 51-jarige Th. Zeegers, vader van zes kinderen, werd op slag gedood, de 50-jarige Rid- derbex werd met zware brandwonden overdekt gevonden. In Groningen. Gisteren sloeg te Weelerveen (Gron.) de bliksem in een arbeidersbehuizing van de aardappelmeelfabriek „Wester- wolde" in. De bewoner, J. Boddo, kreeg bij het naar buiten gaan een zwaren steen op het hoofd, waardoor hij ern stig werd gewond. Het huis bekwam geen schade. ook op geen enkele vraag antwoorden, toch blijft hij een vooroordeel houden. Wil ik je eens wat zeggen, Amice, als ze het die ménschen niet als vuur aan de schenen leggen, dan verande ren ze niet. Het lezen van couranten en boeken behoort bij vele belijders tot, het terrein der middelmatigheden, waarop ieder volgens zijn consciëntie handelen moet. Wanneer die consciën tie dan eerst wordt opgevoed in een verkeerde richting, langzamerhand ge drongen om als het wijfje uit het Thu- ringer weerhuisje altijd mooi weer aan te wijzen, och ja, dan wordt het gemakkelijk. Ik geloof, Amice, dat to* het geeste lijk werk van het „acht hebben op el kander" ook behoort het vermanen tot het gebruik van eigen Pers. Waarom wel de meest zuivere open baring van de Kerk opgezocht, en met het lezen van dagelijksche lectuur de hand gelicht? Waarom wel voor zijn kinderen de bijzondere school begeerd, en in de courant voorgezet, wat niet voor onze jeugd bestemd is, in bios coop, sport op Zondag, enz.? Waarom wél christelijk georganiseerd, en de organisatie om de Pers te steunen met een luttel bedrag per week, verwaar loosd? Waarom wel in het algemeen, verband gezocht met gelijkgezinden in het geloof, en de mensehen dié de schouders zetten onder den noodzake lijken last van een eigen Pers, met moeiten laten tobben? 't Is alleen lauwheid. Men rekent het niet tot zijn plicht. 't Is er mee als met de neringdoen den onder onze broeders. Er zijn zoo van die menschen die steeds afgeven op winkelier A., een broeder der ge meente. Neen, maar dan bij B., iemand die er liefst geen beginsel op na houdt, Hengelo (O.) Gistermiddag om half 5 brak boven Hengelo (O.) een kort doch hevig on weer los, vergezeld van zwaren hagel slag. In korten tijd waren van honder den huizen, vooral die waarvan de ge velzijde naar het Westen gelegen is, de ruiten vernield. Zoo werden van het St. Antoniusgesticht en de O. L. school aan het Hasselder Voetpad alle ruiten totaal vernield; van het huis van liet hoofd der laatstgenoemde school werd mede een massa pannen weggeslagen.' Er vielen hagelsteenen als duiveneieren. In een minimum van tijd waren verschillende straatge deelten onder water geloopen. Boomen en tuinvruchten leden enorme schade. Vink eve en. Men meldt nog aiit Vinkeveen dat bij het hevig onweer met geweldigen ha gelslag gisterenmiddag de tuinders zeer veel schade hebben geleden, door dat meer dan 1/5 deel van de door hen gebruikte glasplaten werd vernield. Dp groentenhandelaar Albers is door den bliksem getroffen en gedood. Aalten. Bij het oriweder van gisterenmiddag werd de rijwielhandelaar B., terwijl hij per fiets naar huis reed, door den blik sem getroffen en gedood. Hij laat een vrouw en zes kinderen achter. Borcnlo. Gisterenmiddag is de landbouw- schuur van Hilhorst te Gelseiaar door den bliksem getroffen en afgebrand. Ongelukken deden zich niet voor; wel is een koe, eigendom van den landbou wer Bettink, in de weide gedood. Rotterdam. Gistermiddag omstreeks half-één heeft boven Rotterdam een hevig on weer gewoed, met hagelslag en slag regens. Dë bliksem is ingeslagen in een kastje aan een paal van de electrische geleiding der R.T.M., aan den Nieuwen Binnenweg bij de Mathenesserlaan, welk kastje den sectie-afsluiter bevat. Het kastje en de afsluiter werden ver- •nield. Spuitgasten van spuit 31 doof den met behulp van zand de vlammen. Het tramverkeer had geen vertraging. De brandweer is ook naar een pand aan de Leuvehaven getokken, waar kortsluiting was ontstaan. Ook daar was het begin van brand spoedig ge- bluscht. Velen kregen het in hun huizen met het water te stellen, en de groote ha gelsteenen zullen stellig in de tuinen in de omgeving van de stad heel wat* schade hebben aangericht. Mijdrecht. Tijdens een kort doch hevig onweer sloeg de bliksem in de Ned. Herv. Kerk te Mijdrecht in, juist toen een kerke lijke dierust werd gehouden. De licht installatie geraakte defect. Even later sloeg het hemelvuur in het gebouw der N.V. Biscuitfabriek „De Lindeboom" waar verscheidene ruiten werden verbrijzeld. Gelukkig ontstond in beide gevallen geen brand. Watis eenroman? Het Duit .sche weekblad. „Jugend" gaf de vol gende geestige definitie: i Een Duitsche roman is een -boek, waarin twee menschen in het eerste hoofdstuk elkaar willen hebben. Zijl krijgen elkaar echter niet voor net llaatste. Een Fransche roman is een boek,, waarin twee menschen in het eerste hoofdstuk elkaar dadelijk krijgen en yan het tweede tot het laatste hoofd stuk willen zij elkaar niet meer hebben rn Amerikaansche roman is 'n boek, waarin twee menschen in het eerste hoofdstuk elkaar willen hebben, zijt krijgen elkaar dadelijk* en zoo blijf tl het tot het einde. Een Russische roman is echter een: boek, waarin twee menschen elkaan noch willen hebben, noch krijgen, en hiermede worden 150 treurig, gestem' de bladzijden gevuld. een man daar je nooit mee over gods dienst praten kunt, maar, om zaken te doen, neen maarl een eenige vent! Vooroordeel, want tien tegen één, dat broeder A. evengoed bedient, even goe de waar heeft en niets duurder is. Maar, zie je, dat is nu eens een ter rein, waar ieder vrij is, en daarom mag daar geen toezicht zijn. Dat zou je denken! Juist op d a t ter rein wil God ons beproeven. In die dingen, waarin wij ons vrij wanen, komt God onzen geestelijken wasdom beproeven. Hebt dan acht op elkander. Dat geldt in het bijzonder daar waar wij zoo licht gevaar loopen verkeerd te doen. Wanneer nu de straks genoemde broeder A. door de houding van me debroeders opmogelijk bestaan kan. dan is dat onze schuld. Wanneer de enkelen, die de Christelijke Pers met opoffering van bovenmenschelijke kracht in stand houden, eindelijk be zwijken, dan is dat onze schuld. Daarentegen wanneer ieder mee draagt, dan is het thans zoo, dat het gemakkelijk gaat en dat zelfs belang rijke uitbouw mogelijk is. Wat is het niet heerlijk, dat wij op Kerkelijk ter rein en op schoolgebied thkns zoo ruim ons kunnen bewegen. Daar is eendracht. Wanneer komt dat op het terrein van de Pers? Maar het komt .misschien, ik heb ge lezen dat de propagandisten den boer op gaan. Prachtig! Maar dat is nog maar half werk; als dat afgeloopen is. dan moeten die propagandisten ook de blijvende vruchten genieten. Ook daar voor is een vorm te vinden. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 6