CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
Dit nummer hestaai uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
De Stormramp.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
8«'« JAARGANG
WOENSDAG 15 JUNI 1927
NUMMER 2153
EU
BUREAU: Hooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiëii per regel 227a cent
Ingezonden Medjedeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, Worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent.
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal I 2.50
Per weekI 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Saldo ƒ122.63
Ingezameld op een bruiloft 6.
Mej. v. d. O. 0.50
Totaal 129.13
DIRECTIE.
AUTOMATISCH GIREEREN.
Wij maken, er onze abonné's nog
eens opmerkzaam op, dat wij de gele
genheid hebben opengesteld, om de
abonnementsgelden van abonné's-post-
rekeninghouders automatisch te doen
overschrijven op onze postrekening.
Degenen, die hiervan gebruik wen-
schen te maken, worden beleefd ver
zocht zich zoo spoedig mogelijk hier
voor op te geven, met vermelding van
hun postgironummer.
ADMINISTRATIE.
De Indonesiërs.
Er gaa<t een begrijpelijke schok door
onze gelederen nu door .politie en jus
titie een inval is gedaan in de wonin
gen van de leden der Indonesische
studenten vereeniging.
Wij zijn gewoon aan de stille be
scheiden wijze waarop deze Oosterlin
gen hun gang gaan. Onbewogeii, cor
rect, niet buitengewoon vriendelijk,
maar toch ook niet afstootend, zoo
zien wij ze in het openbaar. Ook hun
minder openbare handeling verraadt
geen revolutionair streven.
Maar dat het daarbinnen woeden en
gisten kan, zonder dat er het minste
gerucht van naar buiten komt; dat
weet ieder die de Oostersche ziel wat
meer van nabij heeft leefen kennen.
Zoo is het dus volstrekt niet onge
woon, dat de meest revolutionaire ele
menten hier stil en rustig hun weg
gaan. Dat moge ons vreemd voorko
men, het is niet minder waar.
Uit de mededeelingen van den Di
recteur van Onderwijs te Weltevreden,
blijkt voldoende, dat de Regeering niet
onkundig was van wat er in stilte
broeide.
Voor wie het niet weten mocht, die-
ne de mededeeling dat velen van deze
zich noemende Indonesiërs, zonen uit
Indische vorsten- en adellijke geslach
ten zijn, die 'hier -hun opleiding ont
vangen. Velen studeeren op kosten van
het Indische Gouvernement, en wan
neer ze al op eigen kosten studeeren,
staan ze toch onder leiding van Regee-
ringswege. Er is om begrijpelijke, vaak
politieke, redenen de Regeering wat
aan gelegen dat deze menschen een
goede wetenschappelijke opleiding krij
gen. Straks toch worden zij geroepen
een vooraanstaande plaats onder hun
volk in te nemen. Zij behooren dan de
noodige wetenschappelijke vorming
daarvoor' te bezitten. Maar ook het le
ven in de Westersche cultuur in hun
studietijd -kan dan een hulpmiddel zijn
om te beter het ethisclï streven, de ont
wikkeling van de Indische volkeren, te
waardeeren en te helpen bevorderen.
In stede van zich met ernst op deze
hooge roeping toe te leggen, leenden
reeds lang een groot aantal van deze
jongelui hun oor aan de revolutie-lok
stem.
Nu is dat op zichzelf, zonder nader
en dieper oordeel, begrijpelijk. Indië
staat nog onder ons gezag. Dat gezag
is vreemde heerschappij. Maar deze
menschen moesten de eersten zijn, dat
als een zegen voor hun land te' be
schouwen. Zij moesten doorvoelen dat
loyale, dankbare houding de beste en
de zekerste weg was tot spoedige vrij
wording van hun volk.
Wij weten niet, hoever of dit kwaad
reeds heeft doorgeyreten, hoever de
kern reeds is aangetast, maar begrijpe
lijk is, dat een impulsieve natuur als
van een. K. Wijbrants de Hoofdredac
teur-Directeur van het Nieuws van den
Dag van Ned. Indië reeds nu de drei
gende stok zwaait. Hij vraagt of de In
dische burgerij moet blijven betalen
aan de opvoeding van zulke oproerma
kers die ten onrechte aan de Indische
^kkers onttrokken zijn.
Nu gaan wij natuurlijk niet zoo ver.
Het zijn geen Indische landbouwers
die hier studeeren. Ook zijn het niet al
len oproermakers. Maar wel mogen
wij van die jonge menschen verwach
ten dat zij rustig, dankbaar, en met
ernst, zich de kennis zullen ten nutte
maken, en met een ernstig voornemen
bezield zijn, om die kennis straks ten
hate van eigen volk aan te wenden.
Willen ze dat niet, "welnu, dan Is
ook naar onze meening elk medelijden
misplaatst.
V LeidenUtrecht.
Welke ernstige beteekenis ook de
actie der Indonesische studenten' moge
hebben, het daaraan verbinden van de
tegenstelling LeidenUtrecht is glad
verkeerd.
Men kent die tegenstelling. Er is een
tijd geweest, waarin men zeer scherp
aanvoelde de tegenstelling tusschen
laat ons zeggen de geforceerde ethi
sche richting in ons bestuur in Indië
en de behoiiden.de meer conservatieve
richting. Men meende, dat de Profes
soren te Leiden te. ethisch waren.
Daaruit is ontstaan de opleiding te
Utrecht.
Nu is op zichzelf die tegenstelling
al niet geheel juist, er zijn ook nog an
dere factoren die deze tweeërlei oplei
ding beinvloeden.
Maar wat wij nooit mogen aanne
men is dat de Professoren- aanleiding
zouden geven tot het voedën van de
gedachte dat de Regeering zelf partij
zou kiezen. Integendeel heel duide
lijk is steeds, het officieel neutrale
standpunt van de Regeering aange
toond. Het praatje, blijkbaar door de
studenten zelf in deri mond gegeven,
dat hier een actie achter zou zitten
om officieel de studie hier te Leiden
tegen te werken is dan ook absurd.
Neen, voor ons staat vast, dat blij
ken zal d,at de handelingen van de
studenten zelf, geheel tegen den wil
hunner ouders en hunner leermeesters
in, ja ook geheel tegen den plicht hun
opgelegd in, aanleiding zijn geweest
tot dit gewelddadig ingrijpen. Of het
door Aneta berichte over het optre
den te Amsterdam het eerste officieel
revolutionair optreden moet geacht
worden, dan wel of dit de druppel was
die den emmer deed overloopen, moet
nog blijken.
Voor ons staat vast, dat elke daad,
zelfs elk verborgen streven, geheel om
gaat buiten de Universiteit en buiten
den invloed' van welke Professor ook.
Voor ons staat ook vast, dat wan
neer de leiding en het toezicht op deze
jongelui daartoe aanleiding gevonden
mogen hebben, alleen in hun daden
oorzaak tot ingrijpen is gevonden.
Naar ons gevoel buitengewoon lank
moedig heeft men de vrije meenings-
uiting dezer heeren behandeld. Wan
neer dan ook in Indië zeer terecht
met kracht de gewelddadige pogin
gen van de revolutie worden tegenge
gaan, dan moet een verscherpt toezicht
hier daarmede gepaard gaan.
Er is een aanwijsbaar verband ge
zien in de uitingen hi«' en de actie
ginds, daar gaat het om.
STADSNIEUWS.
STORMRAMP-COMITé.
Bij het Stormramp-Comité 1927, ten
behoeve van de nood^n der slachtof
fers van den cycloon in het Oosten van
ons land zijn de volgende giften inge
komen:
B. J. J. N. T. f 10; Prof. Dr. L. V. I.
f 10; C. A. K. O. te Oegstgeest f25;
Mevr. de Wed. R. B. f2.50; Dr. J. 1$.
K. f 100; P. S. f 10; D. B. f25; J. V. Jzn.
te Oegstgeest f2.50; Mej. C. d. B. f5;
N. N. te Leiderdorp f5; Juffr. A. S.
fl; N. L. S. fl; W. J. K. f25; D. V.
f5; y. T. f5; Mej. J. J. d. H. f 10; Da
mes B. B. f 2.50; G. K. f 5.50; H. W.
fl; A. W. F. f 10; gecollecteerd op het
jaarfeest der Christelijke Jongelings-
vereen. „Prediker" f 10; nagekomen
gift N. N. f 1; v. B. f 10.
Giften worden nog gaarne ingewacht
hij den Penningmeester, den Heer F.
Muys van de Moer, Plantsoen 49 Lei
den, postgiro No. 57471.
„SURSUM CORDA".
Kerkconcert.
Tot sluiting van 't seizoen gaf-„Sur-
sum Ccida" gisteravond in de flink
bezette Pieterskerk zijn jaarlijksch
kerkconcert. 't Is altijd een wijdings
volle avond, wanneer subliem uitge
voerde geestelijke muziek in de hallen
van dit oude heiligdom weerklinkt. De
Gothische spitsbogen schijnen nog hoo-
ger en rijziger te worden en de ziel in
extatische vlucht omhoog te voeren,
„Sursum Corda" zong Ps. 84 vs. 1 en
2 en Psalm 98 vs. 1 en 3 in de oor-
sproiikelijke rhythmiek, door Cuypers
meerstemmig gezet. Met sterke inacht-
name van de tekstbeteekenis heeft
Cuypers deze Ps.almen gearrangeerd.
Hoe kwary hier de innerlijke inhoud
der mooie psalmen tot zijn recht. Men
denke aan: „Hoe lieflijk, hoe vol heil
genot," en daartegenover „Hoe bran
den mijn genegenheên" met het accent
op de suggestieve verklanking van
„branden". Men denke bij Ps. 98 aan
de" bewerking van de regels:,
„Dat 's Heeren Huis van vreugde
druische
Voor Isrels grooten Opperheer".
Maar de prachtigste compositie zou
niet tot haar recht komen, indien niet
een koor met innerlijke muzikaliteit
met distinctie, deze compositie wist
voor te dragen. Cuypers' groote muzi
kaliteit, zijn gevoel voor evenwichtig
en steeds genuanceerd klankschoon,
zijn gevoel voor proporties maakte van
de uitvoering der Psalmen iets van bij
zondere schoonheid. Soms de sterke
verinniging van het hemelverlangen,
dan weer de bruisende vreugde der
Godverheerlijking. En dit alles bereikt
door een geperfectioneerde koorzang-
techniek.
Heeft niet Wagner gezegd, dat men
bij den zang allereerst op de conso
nanten heeft te letten, en dat de vo-
calèn dan vanzelf wel komen? Dit is
zeker, dat Cuypers bijzondere zorg
besteedt aan de consonanten. Vooral
mét de mooie resonans der nasale
consonanten weet hij zooveel te be
reiken, dat innerlijk warme, die af
wezigheid van alles wat naar banali
teit zweemt.
Een geheel eigen compositie van
Cuypers, en niet een bewerking, zooals
het tekstboekje abusievelijk vermeld
de, is „Rorate Coeli", een koorwerk,
waarin de aanhef klinkt als een mach
tige roep om den Rechtvaardige, ter
wijl de volgende verzen in hun meer
stemmige declamatie een beeld geven
van het verlaten Jeruzalem met zijn
verwoeste heiligdom. „Sursum" gaf
hiervan 'n zeldzaam mooie vertolking
evenals van de voorafgaande „Impro-
peira" van Palestrina, klachten die
den lijdenden Verlosser in den mond
worden gelegd. Welk een rijkdom van
nuanceering in deze reine muziek, en
welk een weelde van klankschoonheid.
Maar die klanksclfbonheid kwam mis
schien nog weelderiger tot haar recht
in de tweede strophe van Sweelincks
Pseaume 150. Hoe heeft onze oude in
Holland onovertroffen meester der vo
cale compositie hier een suggestief
beeld gegeven van de wijze, waarop
schalmei en luit en harp en ofgel en
fluiten en andere instrumenten moe
ten worden dienstbaar gemaakt om
den lof des Heeren te verkondigen. En
het was een bruisend bloeiende pracht
een weelde van zwellende en deinende
en dan weer innig verstillende accen
ten, waarmee Cuypers dit heerlijke
werk liet uitvoeren, een zuiver spel
van laat Gothieke lijhen in hun soe
pele vervloeiing en statige rijping.
Het slotnummer van het koor was
„kuper flumina Babylonis". Ps. 137,
waarin óns het lijden der Joden in de
Babylonische ballingschap wordt ver
klankt, hun weemoed, hun haat tegen
de verdrukkers die hun beleedigen in 't
heiligste wat ze hebben: Sionsliederen;
hun bittere opstandigheid en het roe
rend heimwee naar het erfland.
Sterk dramatisch en met rijke fanta
sie heeft Cuypers deze compositie be
handeld en met gebruikmaking van
moderne tonaliteit, maar dan zóó, dat
het edel.en beschaafd blijft..
Voor „Sursum Corda" was de uit
voering van dit machtige koorwerk
een krachtprestatie, want het stelt zeer
hooge eischen aan alle partijen, van
af de hooge sopranen tot de diepe dreu
nende bassen. Eischen van trefzeker
heid en van rhythmische zekerheid;
eischen van zuiverheid vooral in de
chromatische gangen. Maar de uitvoe
ring was een schitterend succes. Er
werd met zeldzame toewijding en met
gloed en overtuiging gezongen, dank
zij de uiterst verzorgde voorbereiding.
Als gewoonlijk werkte mevr. Noor-
dewier mede aan dit kerkconcert. Om
dat deze nog altijd even voortreffelijke
zangeres gaarne Hollandsche liederen
op haar programma plaatste, had de
heer Ant. van der Horst speciaal voor
dit concert een viertal oud-Holland-
sche liederen bewerkt. Hij had in zijn
begeleiding denzelfden serenen toon
weten te bereiken die de melodie en
den tekst der liederen karakteriseert:
dat wezen van innige vroomheid.
Zoo trof ons b.v. in het eerste „Het
viel een Hemels Douwe" de begelei
ding als van zacht harpgeruisch. Me
vrouw Noordewier zingt haar liederen
met dezelfde vlekkelooze schoonheid,
die ze ons altijd wist te geven. In de
forto's een geluid van grooten om
vang, dat grooter ruimte dan de Pie-
tél-skerk geheel zou kunnen vullen;
in de pianissimo's, dat verinnigde, dat
boven-werkelijke, dat wel mystiek is
in zijn diepste beteekenis: klaarheid
en zuiverheid die de diepste geheimen
verhullen; op de aarde vertoevend en
onttogenheid aan de sferen der aarde.
Deze techniek is volmaakt en. de kunst
is in hoogeren zin weer tot natuur ge
worden, maar een hoogere natuur,
hoogste vrijheid binnen dé grenzen der
mogelijkheid. En het spel van Ant
van der Horst steiyide en omvlocht
de zangstem met fijne begeleiclingsac-
coorden.
Vervolgens zong Mevr. Noordewier
nog een viertal liederen van Bach,
waaronder tot slot de prachtige Aria
uit de „Pfingstkantate".
Bij het begin van het concert deed
de heer van der Horst zich hooren als
orgelsolist met de F-dur-Toccata van
Bach, het monumentale werk, dat op
voortreffelijke wijze werd vertolkt,
evenals later nog een Cantabile van
César Franck. Maar zou het nu heusch
geen tijd worden, dat men het orgel
in de Pieterskerk eens ging restauree-
ren'? Èr staat prachtig materiaal op,
maar in de Toccata hoorde men tel
kens hinderlijke bijgeluiden.
En dat was niet de schuld van den
speler.
GEMEENTEZAKEN.
Overschrijding crediet houw
Politiebureau.
Door B. en W. is een uitvoerig voor
stel aan den gemeenteraad gedaan
met betrekking tot deze aangelegen
heid.
Daarin wordt voorgesteld:
a. alsnog een crediet van f 69000 toe
te staan; de raming van den bouw
was f 250. 000, de werkelijke kosten be
droegen f 319.000.
b. een som van 8000 te voteeren als
vergoeding aan de aannemers voor ge
leden verlies wegens nalatigheid van
de gemeente, en daar tegenover af
stand te doen van het opleggen van
boete wegens te late oplevering van
het werk.
c. alsnog een som van f 10.000 toe
te staan voor den verbouw van per
ceel Langebrug 99 tot garag© met bo
venwoning.
In de uitvoerige toelichting zeggen
B. en W. in de eerste plaats, dat de
kubieke inhoud van bet ontwerp was
gerekend op 7400 M3, terwijl dit gewor
den is8800 M3. Verhooging van bet toe
gestaan crediet werd nagelaten, om
dat de directeur der gemeentewerken
meende, dat ondanks deze vergrooting
van den kubieken inhoud de raming
niet overschreden zou worden.
Later bleek, dat d© z.g. verrekenba
re posten, waarvan bet risico voor de
gemeente bleef, veel te laag waren be
rekend. Dit had een sterk verlagen clen
invloed op de aannemingssom.
B. en W. meenen, dat de schuld bij
de directie van bet werk ligt, waar
voor zij voornamelijk aanwijzen den
ambtenaar met de uitvoering belast.
Dat het werk 25 Mei 1926 had moe-,
ten zijn opgeleverd, doch in werkelijk
heid eerst op 29 Maart is opgeleverd,
is naar B. en W. meenen, ook in hoof:!
zaak de schuld dei* directie, die te veel
de aannemers bond aan den gang van
het werk op de gemeentelijke bureaux
Zoo waren b.v. op 25 Mei 192G, den da
tum, waarop het werk moest zijn op
geleverd, nog niet all edetailteekenin-
gen klaar. Ook moesten de aannemers
soms op de materialen wachten.
Het gevolg is geweest een schadere
kening van de Aannemers. Daarente
gen is bij dezen gang van zaken ook
geen verhaal meer op de te late ople
vering
Het verbouwen van het huis Lange
brug 99 staat los van het politiebureau
Beheden wordt dit ingericht voor gar a
ge. Het bovenhuis was oorspronkelijk
bestemd voor woning van den concier
ge. Vermoedelijk kan het na gereedko
men worden verhuurd.
Wij zijn zeer nieuwsgierig naar do
opmerkingen die in den Gemeenteraad
daarover gemaakt zullen worden.
Ook al neemt men een treurigen sa
menloop van omstandigheden aan dan
steekt hier toch weer achter een slordi
ge behandeling en een tekort aan
voortvarendheid die alleen in Over
heidsdienst mogelijk schijnt.
DE INVAL BIJ DE INDONESIëRS.
Naar wij vernemen, hebben na den
inval der politie bij de Indonesische
studenten alhier, dezen nog geen cor
respondentie per post ontvangen.
Naar een hunner ons mededeelde,
bestaat er reden te vermoeden, dat1 de
justitie ook op de hun toegezonden
correspondentie beslag heeft gelegd.
Het eenige wat hun door middel
van de post na den inval bereikt heeft,
zijn eenige Holl. kranten en tijdschrif
ten. Blieven- uit Indië deze komen
anders geregeld in hun bezit zijn
sedert niet aangekomen.
Naar aanleiding hiervan, dat er in
enkele berichten op is gezinspeeld, dat
somlmige studenten van communisti
sche zijde geldelijk worden gesteund,
wat hieruit zou blijken, dat zij sedert
geruimen tijd geen Rijkstoelage meer
ontvangen, doch dat zij niettemin geen
geldzorgen hadden, deelde men ons
mede, dat van communistische zijde
aan dezen geen cent werd verstrekt.
„Wij zijn zeide een hunner met
stemverheffing immers geen com
munisten". Dat deze studenten, on
danks de inhouding hunner toelage
toch niet aan de armoede zijn overge
leverd, komt omdat ieder der Indone
siërs van hetgeen hij ontvangt een deel
vooi* zijn medestrijders afzondert, hoe
zwaar dit ons ook valt".
Binnenland.
De schrijfster Mart© Sloot („Melati
van Java") is overleden.
H. M. de Koningin heeft het Van
Heutsz-detachement Indische militai
ren ontvangen.
Buitenland.
Besprekingen der ministers van
bnitenlandsche zaken te Genève.
Vuurpijlsignalen van Nungesser en
Coli?
De Engelsche schrijver Jerome K.
Jerome is overleden.
In het conflict tusschen Polen en
Rusland is een aanmerkelijke ver
scherping ingetreden.
COMMUNISTISCH COMPLOT.
Het Haagsche Aneta-kantoor meldt:
De inval bij de Indonesische studen
ten te Leiden en 's-Gravenhage heeft
plaats gehad op grond van art. 140 van
het Wetboek van Strafrecht,2e lid. Dit
artikel luidt als volgt:
„Deelneming aan een vereeniging,
die tot oogmerk'heeft het plegen van
misdrijven, wordt gestraft met gevan
genisstraf van ten hoogste vijf jaren.
Deelneming aan andere bij de wet
verboden vereeniging wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste
zes maanden of geldboete van ten hoog
ste driehonderd gulden."
De justitie heeft in het optreden der
Indonesische Vereeniging en in de
steeds heftiger wordende uitingen der
Indonesische Vereeniging in haar or
gaan Indonesia Merdeka meer dan vol
doende aanleiding gevonden, over te
gaan. tot haar gewichtigen stap.
Wat het optreden der vereeniging
naar buiten betreft, wordt herinnerd
aan het volgende Jeit:
Op Donderdag 9 Juni j.l. heeft te 8
uur 's avonds, dus na de plechtige bij
zetting van bet stoffelijk overschot van
luit.-generaal Van Heutsz, in het ge
bouw Handwerkers Vriendenkring te
Amsterdam een vergadering plaats ge
had van de Communistische Partij,
waarin geprotesteerd werd tegen „de
nationalistische en militairistische pro
paganda, officieel gevoerd ter gelegen
heid van de overbrenging en bijzetting
van het lijk van den beul van Atjeh."
Bij die gelegenheid zou oorspronke
lijk de voorzitter der Indonesische ver
eeniging, de heer Mohammed Hatta,
het woord hebben gevoerd. De "heer
Hatta vertoeft echter, naar gemeld
wordt, momenteel in. Zwitserland,
waarheen hij tracht den zetel van de
vereeniging over te brengen.
Er is toen gesproken door zekeren
zich noemenden Aboe Bakar, die als
vertegenwoordiger der Indonesische
Vereeniging zijn volle sympathie met
het protest verklaarde, en daarbij zei-
de, dit in Holland te doen, aangezien
zulks in Indië voor de Indonesiërs niet
mogelijk was.
Den volgenden dag heeft de inval
plaats gehad.
Wat de uitingen in het orgaan der
vereeniging betreft, kan worden ver
klaard, dat deze voortdurend heftiger
zijn geworden en herhaaldelijk hebben
geculmineerd in directe bedreigingen
van het Nederlandsche gezag en opwek
king tot aanslagen daartegen.
Het lid der Tweede Kamer, mr. M.
A. Joekes heeft een bezoek gebraalit
aan de Indonesische studenten, die in
bet huis Wasstraat no. 1 wonen, om
een onderzoek in te stellen, in boe
verre er aanleiding zou bestaan, den
minister van justitie in de Kamer vra
gen te stellen over den inval, welken
justitie en politie bij deze studenten
hebben gedaan.
EEN PROTEST VAN DE S. D.
INDISCHE CLUB.
De Soc. Dem. Indische Club, die j.l.
Zaterdag in den Haag, vergaderde en
o.m. de inval in de huizen van een aan
tal Indonesiërs besprak, verzocht aan
„Het Haagsche Volk" het volgende op
te nemen:
Dat de „Indonesische Vereeniging'
gevormd werd door hier studeerende
Indonesiërs, die met jeugdig vuur de
vrijmaking van hun land van Neder
landsche overheersching voorstaan, is
algemeen bekend.
Deze jonge mannen hebben het nim
mer onder stoelen of banken gescho
ven en zelfstandig blijvend na
tuurlijk-.een toegestoken hand aan
vaard/als zij meenden, dat deze hand
op eenigerlei wijze van nut kon zijn
voor hun ideaal: Indië zoo spoedig mo
gelijk een onafhankelijk rijk.
Dat zij in hun blad „Indonesia
Merdica" („Het vrije Indië"* zeli