CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
Gi! liamüier beslaat uil TWEE üladea.
8*(« JAARGANG
VRIJDAG 27 MEI 1927
NUMMER 2138
rs?
p;%l
ABONNEMENTSPRIJS
Ia Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal I 2.90
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 227a cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent.
EERSTE BLAD.
Strijdkas-Semeeiileraadsverkiezing.
Saldo 232.25.
Ontvangen van N. N. 1.
Totaal233 25
De hoop welke ik koesterde dat de
Strijdkas nog vóór de verkiezing 250
zou bedragen, is niet in vervulling ge
gaan.
Er ontbreekt nog 16.75 aan.
Is er, na den voor ónze partij zoo ge-
zegenden uitslag der Raadsverkiezing,
voor één of meerdere geestverwanten
geen aanleiding om dit kleine bedrag
alsnog bijeen te brengen?
Wie doet mij het genoegen aan den
penningmeester onzer Kiesvereeniging
250 te kunnen afdragen?
J. KARSTENS.
Bur Nieuwe Leidsche Courant
Verbetering noodig.
In onze beschouwing over cïen uit
slag van de gemeenteraadsverkiezing
maakten wij Woensdag een belangrij
ke fout. Wij hebben de wijziging van
art. 100 der Kieswet van 1925 over het
hoofd gezien.
Bij deze wijziging toch is nogmaals
uit art. 100 een fout weggenomen. Dere
wijziging heeft juist bedoeld weg te ne
men wat wij mogelijk achten.
Wat toch is het geval?
De Vrijzinnig-Democraten krijgen
met hun 1294 stemmen hij eerste ver
deeling een zetel. Hun overschot is
is echter niet groot genoeg om voor
de tweede verdeeling in aanmerking
te komen omdat na toekenning van
dien tweeden zetel elk der twee plaat
sen geen 75 pet. van den kiesdeeler zou
halen. Dit is juist door de wijziging
van 1925 als een voorwaarde gesteld
Het gevolg is nu dat voor de Vrijzin
nig-Democraten de zetel van Mevr
van Itallie verloren gaat.
Het tweede gevolg is dat een derde
verdeeling plaats heeft, bij welke ver
deeling naar het algemeen ooriec) de
S.D.A.P. haar tienden zetel krijgt. Ook
wij zullen het daarbij houden en heien
den officieelen uitslag afwachten.
Aan de S.D.A.P. is inmiddels heden
den tienden zetel toegewezen.
V Twee markante iiguren.
Wij doen zeker niet tekort aan de
persoonlijke waarde van de andere le
den van onzen Gemeenteraad, die niet
meer in den nieuwen Raad terugkee-
ren, indien wij zeggen, dat twee hun
ner Mevr. van Itallievan Embden en
de heer Knuttel als markante figuren
moeten worden beschouwd.
Mevr. Van Itallie, steeds met vrou
welijke gratie het woord voerende,
wist soms het peil van het debat in
den Raad even weer omhoog te voeren,
wanneer zij een opmerking, doorgaans
kort en zakelijk, maakte. Haar kracht
lag achter in de opmerkingen bij de
rondvraag of bij sommiue onderwer
pen als zij wees op een en ander dat
Leiden in vergelijking met andere ste
den nog mist. Haar woord had invloed
meer dan op het moment openbaar
werd. Had vaak meer invloed dan dat
van haar partijgenoot den heer Sijtsma
Ook de heer Knuttel was een bijzon
dere figuur in den Raad. Opbruischend
heftig kon hij de voorstellen van het
Dagel. Bestuur, maar ook die van zijn
huurlieden afkammen. Revolutionair
in heftige bewoordingen, maar zelden
kwetsend, kon hij zich de Communist
van groote kracht toonen. Toch was
hij nooit gelijk aan Lou de Visser. Men
krijgt van den heer Knuttel den in
druk dat hij als menscb veel beter is
dan de door hem voorgestane beginse
len. De S.D.A.P. heeft straks geen last
meer van een gevatten opposant.
Y De S. G. P. en H. G. S.
Tot de opmerkelijke feiten van de
raadsverkiezing van Dinsdag behoort
ook het gering aantal stemmen dat de
S.G.P en H.G.S. op zich wisten te ver
eenigen.
Bij de laatste staten-verkiezing haal
de de Staatk. Geref. partij nog 581
stemmen, thans daalde dit getal tot 443
Eveneens daalde het getal van de
Herv. Geref. Staatspartij van 578 tot
346.
Met andere partijen hebben deze
twee gemeen, dat zij hebben moeten
offeren aan de intensieve propaganda
van de groote partijen.
Maar toch dat niet alleen.
Zoo is de Communisten-groep be
trekkelijk weinig achteruitgeloopen in
verhouding tot deze twee. Dé Vrijzin
nig Democraten hebben zelfs het stem
cijier nog belangrijk opgehaald, ver
moedelijk voor een groot deel ten kos
te van de Democratische partij.
Waar bij de Chr. Hist, ook een klei
ne achteruitgang is te constateeren,
zijn deze stemmen toch zeker niet ten
goede gekomen aan de H.G.S. Integen
deel de daling was bij deze nog groo-
ter dan van de S.G. P., die cp de A.-R.
partij parasiteert.
Bij vernieuwing is hieruit de conclu
sie te trekken dat beide groepen slechts
dan slagen als zij mêt minder óirbare
middelen de kiezers kunnen verschal
ken, doch dat hun succe9 gering is als
de andere partijen waakzaam zijn.
Maar ook leert het deze broeders
dat zij met hun dwaalbegrippen op
den verkeerden weg zijn. Gelukkig
keert een groot deel van de kiezers,
dat het nieuwe geluid eer9t sympa
thiek in het oor klonk thans terug.
Moge de leering verstaan worden en
ter harte genomen.
V De groote steden.
De uitslag van de gemeenteraadsver
kiezingen in de groote steden heeft
Woensdag geen groote verandering ge
bracht.
In Amsterdam gaan de Soc Deen.
van 16 op 15 zetels terug. De R -K. ko
men van 8 op 7 en daarentegen de Vrij
heidsbond van 4 op 5. De Anti-Rev ui
Christ.-Hist. behouden resp. hun 3 en
4 zetels. Eveneens' de Vrijzinnig-Demo
craten en de Middenstand ,un 3 en 3
zetels. De Communisten groep-Seegers
heeft 2 van zijn 4 zetels moeten af
staan aan de Wijnkoop-groep, terwijl
eindelijk de groep-Ivits ook een zetel
haalde. De verhouding 30 links 15
rechts is nu geworden 14 rechts .31
links.
In Rotterdam hebben de drie Chris
telijke partijen: A.-R. C.-II. en R.-K.
resp. hun 7, 4 en 8 zetels behouden, ter
wijl een Staatk. Geref. gekozen werd.
De Rappaljaan werd uitgeworpen en
de Vrijzinnig-Democratn moesten een
zetel aan den Vrijheidsbond afstaan,
terwijl de S. D; A. P. op 16 zetels staan
bleef.
Rekent men de stem v. den S.G.P.'er
mee dan is de verhouding 19 rechts 26
iinks nu geworden 20 rechts 25 links.
In Den Haag heeft de A.-R. partij
een zetel verloren, terwijl de S.D.A.P.
een zetel won. Alle partijen behielden
verder hun zetels.
Rokent men onk hier de 2 H. G S.'ers
tot rechts dan wordt de verhouding
die nu is 21 rechts, 24 links, 20 rechts,
25 links.
In Utrecht, waar de verhouding tot
heden was 20 links 19 rechts is dit nu
geworden 20 rechts 19 links.
In het algemeen dus geen groote ver
schuiving.
Ook bij deze verkiezing valt op te
merken dat bet met sprongen voor
waarts gaan van de S. D. A. P. tot stil
stand is gekomen.
STADSNIEUWS.
CE EEHSTE MUTATIE IN DEN
NIEUWEN BAAD.
Bij K. B. is Mr. J. Schokking alhier
benoemd tot burgemeester van. Kat
wijk.
De geruchten, die omtrent deze be
noeming de ronde deden en die wij ook
in ons blad hebben vermeld, blijken
derhalve niet uit de lucht gegrepen te
zijn.
De beer Schokking, die j.l. Dinsdag
tot lid van den Leidschen raad is ge
kozen, zal dus geen zitting nemen.
Zijn opvolger is no. 8 op de Christelijk.
Historische lijst, de heer M. H. de
Roede, chef van den accountantsdienst
bij de Rijks Directe Belastingen alhier.
DE MIDDENSTAND EN DE NIEUWE
GEMEENTERAAD.
Men schrijft ons:
De verkiezing is achter den rug. Ge
lukkig, want dit maakt een einde aan
veel onwaardigen strijd en geeft hoon
dat we. nu weer enkele rustige jaren te
gemoet gaan. Van harte hopen wij, dat
in deze jaren van arbeid veel door den
nieuwen Gemeenteraad zal kunnen wou
den gedaan ien nutte van Leiden's be
volking. Want hoe verdeeld de partijen
bij de verkiezing dan ook mochuen op
trekken, hoe vaak ze elkaar ook bestre
den, dit staalt toch vast, dat het er bü
ieder er om gaat dat Leidens belangen
het beste worden gediend. Het heeft
wel eens de schijn, dat men het alge
meen belang over het hoofd ziet en
slechts groepsbelang voorstaat, doch
wij zijn hoopvol gestemd, dat de nieu
we Gemeenteraadsleden hun belofte,
de belangenf van de geheele burgerij te
zullen dienen, trouw zullen nakomen.
En het i3 juist deze goede moed, die
ons dit stukje doet schrijven, want dan
zal ook aan een zeer belangrijke groep
der bevolking, n.l. die van den handel-
■rijvenden en industoieelen Middenstand
de noodige aandacht moeten worden ge
schonken. En hot is bemoedigend voor
dezen stand, dat men zoowelvan R.K.
als van Vrijzinnige zijde- een Middenstan
cler in den Rand heeft gebracht, die in
de organisatie meeleven. De R. K. Mid-
.lenstandsvereonidng heeft in den heer
Bergers en do Neutrale Middenstands
vereeniging in den heer Mr. Romijn een
voor die vereeniging warmvoelend lid
in den Raad zien verkiezen. Dus te
rneer is het te betreuren dat zoowel van
Christelijk Historische als van Anti-Re
volutionaire zijde hiermede niet is gere
kend en geen enekelen in de Christelijke
Middenst. vereen, meelevende Midden
stander een kans is gegeven op verkie
zing. Lit gaf in MLdenstandskringm
groote ontevredenheid. Er waren er, die
meenc.en dat do vereeniging sterk pro
paganda moest maken voor eén of meer
op de lijst voorkomende Middenstan
ders, die dan door voorkeurstemmen mis
schien verkozen zouden worden. Dit heb
ben wij om verschillend© redenen afge
raden. Doch dat neemt niet weg, dat nu
de keuze der bevolking is bepaald het de
tijd tot spreken is.
Wij hebben ons voorgesteld, dat er
toch nog een oplossing is, n.l. deje, dat
de Middens tanusveroeniging nu met de
twee genoemde fracties van den Ge
meenteraad contact zoekt. Als de leden
dezer fracties ieder één persoon aanwij
zen om in contact te treden met de Mid
densiandsveireeniging, en djze vereen.-
ging .uit haar miuden ©nkeie personen
aanwijst om dit contact harerzijds te on
derhouden, dan kunnen in deze contact
commissie u© verschillende Midden-
standsonderwerpen ter sprake komen en
bestaat er kans op, dat ook van dez© zij
de met de iviiddcnstandsbelangen eenige
rekening zal worden gehouden.
Wij geven toe, dat hieraan bezwaren
verbonden zijn. i_en Middenstander, die
in de Chr. Organisatie mee.eeft in den
Gemcenueraad zou veel be.er zijn, doch
in de omstandigheden, zooais oez© nu
zijn, is cte oplossing, welke wij aan de
liand doen, toch wei een aanvulling van
ue beslaande leemte.
Wij hopen dan ook dat het zoover ko
men zal.
Of is er misschien èn bij de C. èn
bij jle A. R. fractie iemand die meele
vend lid der Christelijke MiudenstancL-
verceniging kan worden?
Dat zou nog beter zjjn.
ZENDINGSFEEST OP OUD
POELGEEST.
Gisteren werd het 17e Zendingsfeest
van de „Vereeniging tot bevordering
van de Zendingszaak voor Leiden en
Omstreken" op het landgoed Oud-Poel
geest te Oegstgeest gehouden.
Onder de talrijke aanwezigen merk
ten we op Jonkvr. Willink, de gast-
vrouwe, en Z.Exc. Min. Koningsberger,
wiens zoon, Ds. Koningsberger, als
spreker op het programma stond.
Ongeveer kwart voor 2 betreedt Ds.
M. J. Punselie van Leiden het spreek
gestoelte tot bet houden van een ope
ningsrede, nadat de muziek, de Chr.
Harmonievereen. „Athalia" te Leiden
een marsch had gespeeld als inleiding.
Nadat gezongen was no. 1 van het
programma „Looft, looft verheugd
den Heer der Heeren", gaat Ds. Punse
lie voor in gebed.
Spr. begint met zijn hartelijken dank
uit te spreken aan Jonkvr. Willink, de
gastvrouwe, dat ze thans voor de ze
ventiende maal gastvrijheid bewust,
en dringt er bij de bezoekers op aan,
eerbied te hebben voor de schoonheid
van dit buiten.
Spr. herdenkt dan dat Prof. van Nes
heden dit feest niet kan openen, wat
bij zestienmaal gedaan heefi en het is
zoo treurig, dat hij dat nu niet meer
kan doen in verband met zijn gezond
heidstoestand. Daarom mankeert er
wel iets aan deze feestvreugde. Spr.
hoopt, dat God Prof. van Nes nog lang
mag sparen voor de zijnen en voor het
zendingswerk.
Daarna herdenkt spr. nog met een
enkel woord wijlen den heer Spruyt,
wiens liefde voor de Zending eveneens
groot was. Op dezen dag schijnt dat
leed weer vooral voor zijn weduwe en
haar kinderen, wien Spr. Gods sterkte
toebidt.
Spr. stelt dan de vraag: Mogen wij
Zendingsfeest vieren. Wij zijn hier niet
om een dagje uit te zijn, maar wij voe
den zendingsgedachten. Dat beteekent
gezonden zijn. Spr. herinnert aan het
feit van den Hemelvaart van Christus,
waarbij Christus zijn discipelen riep
om Zijne getuigen te zijn. Zending
houdt in strijd. Dit behoeft evenwel
onze feestvreugde niet te luwen. We
sluiten het oog niet voor het offer dat
gevraagd wordt, maar we zien over het
offer heen naar de heerlijkheid die
komt. Spr. hoopt, dat zoo feest gevierd
mag worden. We zien op naar boven
en vragen een feestzegen. We gelooven
dat God Zijn kracht in onze zwakheid
kan volbrengen. Dwars door den strijd
heen klinkt toch de jubel: We weten
dat wij meer dan overwinnaars zullen
zijn.
Spr. wenscht alle aanwezigen een
genoeglijken middag, een oprecht zen
dingsfeest.
Hierna neemt het woord zendeling
A. J. de Neef van Nieuw Guinea, die
als onderwerp had gekozen: Verleden,
Heden, Toekomst.
Spr. begint met te zeggen dat het
zendingswerk op Oost-Nieuw Guinea
is pionierswerk, dus zonder achter
grond. Op Noord-Nieuw Guinea waar
het zendingswerk een historie heeft,
heeft spr. wonderen gezien, wonderen
van geloof en liefde. Spr. vertelt ten
bewijze daarvan hoe de Papoea's in
een van die kerkgebouwen mede aan
zaten aan den disch des Heeren. Van
verschillende rassen waren ze en ze
hadden eeuwige bloedveten gehad en
thans zaten ze bijeen eendrachtig. Op
Oost-Nieuw Guinea is het echter ge
heel anders. Daar is een maatschappij
die jaar in jaar uit stil gestaan neeft.
Spr. had veel gelezen van de Papoea's
en ze waren* precies eender gebleven
toen hij er aankwam. Men zou ze kun
nen noemen de achterbuurters van N.
Guinea. Ze geven zich zooals ze zijn.
Toen spr. ze voor het eerst zag, trof
het hem, dat ze iets eigenaardigs heb
ben. Ze hebben een uitdrukking op 't
gelaat alsof ze meer geleefd worden
dan dat ze leven. Wie iets voor het
communisme gevoelt, moet daar eens
gaan kijken, want daar heerscht reeds
lang het communisme. Er is daar geen
strijd om het bestaan en het kon een
paradijs zijn, maar er wordt nameloos
leed geleden. Rijk en schoon is de na
tuur, maar daarin zit het ellendige
volk, gebonden door de banden der de
monen. Elke Papoea is een deel van
het geheel en heeft geen zelfstandig
heid. Het kleine en ongelukkige wordt
aan zichzelf overgelaten en zoo groeit
er in die stammen een boom van zelf
zucht. En het ergste is het ontzetten
de bijgeloof van de Papoea's. Een af
schuwelijk verminkte godsdlenstvoor-
stelling heeft de arme heiden daar. Al
tijd zijn ze in vrees voor de demonen.
Vandaar die donkere moedelooze ge
laatsuitdrukking. De toovermiddelen
zijn hun eenige troost bij leven en bij
sterven.
Het zendingswerk nu is om in die
samenleving te brengen Jezus Chris
tus, de rust van Jezus Christus komt
in de plaats van him hevige onrust.
Dat is het heerlijke werk van den zen
deling. De zendeling leeft op Nieuw
Guinea in een glazen huisje en wordt
van alle kanten bezien, ook in zijn
zwakheid, maar ze-zien toch wel. dat
de zendeling iets heeft wat zij missen.
Zoo zijn de eerstelingen gekomen en
thans leeft men in de opwaking.
Spr. wil thans nog wat zeggen over
de toekomst. Die toekomst bestaat uit
uitroepteekens en vraagteekens. De toe
komst is in Gods hand, maar die toe
komst heeft God ons gegeven en wij
mogen daaraan allen meewerken. En
deze taak moeten wij goed vervullen.
Spr. roept allen op getrouw te zijn, op
dat ook de zendelingen op Nieuw Gui
nea merken, dat hier op Oud-Poelgeest
Zendingsfeest wordt gehouden.
Spr. wekt op tot trouw geven op de
zen dag, opdat ook wij oprecht' kunnen
bidden: Uw koninkrijk kome. Wat ge
daan wordt uit liefde tot Jezus, dat
houdt zijn waarde en blijft eeuwig be
staan.
Daarna neemt het woord Ds. Ko
ningsberger van Amsterdam die tot
onderwerp had gekozen: „De Zending
als levensuiting der Gemeente." Men
kan de Zending zien op verschillende
'manier, maar men kan ze ook zien als
een levensuiting der Gemeente. Spr.
herinnert aan de geschiedenis van de
Samaritaansche, de spontane uiting,
het getuigen daarbij naar voren bren
gend. Zoo is het ook met de discipe
len in het boek der Handelingen. Zij
getuigen spontaan zelf aangeraakt zijn
de. Zulke menschen zijn er thans nog.
Menschen die gegrepen zijn, willen dat
ook dadelijk tot uiting brengen. Een
tweede periode, van die levensuiting
is die van het systeem, van het be-
zonkene dat de bezwaren die spoedig
naar voren komen overwint. Datzelfde
zien we ook bij de zending; eerst het
spontane getuigen en daarna de pe
riode van het overleg, van het bezon-
kene, van het eerst overwinnen der
bezwaren, van de bezinning. De derde
periode is het welbewust voorwaarts
gaan. Ook onze zending doet dat. Ze
heeft gezien dat de menschen eerst
vragen naar wetenschap, en daaraan
is tegemoet gekomen door scholen en
opleidingen. Het spontane getuigen is
goeddeels voorbij, in ons land ook. Wij
kunnen niet spontaan getuigen, omdat
zij zelf aan handen en voeten gebon
den zijn. De tijd van de bezinning is
ook voorbij. Nu is het aanpakken! Er
is verbazend veel werk. Als wij het
niet doen. dan doen anderen het. Daar
om mogen wij op dezen Hemelvaarts-
nieuws in i
Binnenland.
Mr. J. Schokking te Leiden is tot
burgemeester van Katwijk benoemd.
De Gemeenteraadsverkiezingen in de
groote steden.
Droevig ongeval op den Rijn bij Arn
hem.
Bnltenlnnd
Het voorstel der BrHsche regeering
tot afbreking dsr diplomatieke betrek
kingen en het opzeggen van de han
delsovereenkomst is door het Lager
huis goedgekeurd.
dag opzien naar de open hemel en
vragen om Gods Geest.
Een middel om mede te werken is
volgens spr. het kennen van het zen
dingswerk. Er moeten zendingskrin-
.gen gevormd worden w,aar men de
zending leert kennen door het lezen
van boeken e.d.
De zending is een levensuiting van
de gemeente, want de zending is het
grootste,.werk, dat God op onze schou
ders gelegd heeft.
Na deze redevoering werd een half
uur gepauzeerd en dwaalden de men
schen door de groenende lanen van het
oude landgoed en genoten van de
schoone natuur.
Vervolgens sprak de lieer A. Kooi-
stra, zendeling van Midden-Celebes.
Spr. begint met te zeggen, dat het
vroeger gemakkelijker was om het ge
hoor te boeien omdat men toen kon
vertellen sensatieverhalen. 20 jaar
geleden deden verschillende van zulke
verhalen de ronde en spr. vertelt laar
iets van. Dat alles is nu uit, verboden
als het is door de regeering. Nu ziet
men een arbeidzaam rustig volk en
het is een lust om de menschen te zien
in hun werkzaamheid. Voor luieren is
niet veel tijd meer. Het is alsof die
menschen vredig en rustig zijn en re
latief is dat ook zoo, maar als men
dieper ziet, bemerkt#nen dat dat niet
zoo is. De angst voor de demonen be-
staat ook bij hen en het afschuwelijk
heidensch geloof leeft nog in de harten
van die menschen. Spr. vertelt daar
van verschillende voorbeelden. Hier
voor is de zending gekomen in Celebes.
Het Evangelie wordt daar als de red
ding aangegrepen. In korten tijd is
veel bereikt, van een heidensch gebied
is een gechristianiseerd-volk gekomen.
Toch wil spr. de vraag stellen: Is er
wel invloed? De menschen op Celebes
hebben geen* persoonlijkheid. Wat
n. e n denkt wordt gedacht. Toch wa
ren er enkele persoonlijkheden die lei
ding gaven en zoo zijn er bij elke over
gang veel meeloopers. Waar geen goe
de hoofden zijn, daar zijn de gemeen
ten ook niet goed. In het practische
leven van den individu heeft het Chris
tendom dan ook weinig teweeg ge
bracht. Daarom dan ook dat het zede
lijk peil nog zoo dikwijls niet heel
lioog staat. En toch ondanks alles,
wanneer onze oogen er voor geopend
zijn, staat men er verbaasd over wat
in dien korten tijd tot stand is geko
men. Dat heeft God gedaan. Het was
een lust om daar te arbeiden. Ondanks
alles dat te laken is, is het duidelijk
dat Gods Geest dit volk heeft aange-
geraakt. De publieke opinie is om
gezet, hoofdzakelijk door middel van
de school en uiteindelijk door het sou-
vereine middel van de liefde. Er zijn
veel teleurstellingen en tegenvallers.
De goeroe's, de leermeester, de voor
naamste personen in de Zending, val
len dikwijls tegen, maar ook de zende
lingen zijn niet altijd zooals zij moeten
zijn en wat bereikt is dat is te danken
aan God. En er is veel bereikt en de
zekerheid dat Gods hemel boven het
land zich uitbreidt, doet met lust en
opgewektheid weder werken.
Vervolgens sprak Ds. Douma uit 's-
Gravenhage en jvel naar aanleiding
van een gedeelte van Ezech. 45 voorna
melijk over de woorden: En het zal le
ven alles waarheen deze beek zal ko
men. Ook zal het geschieden dat er
visscliers aan dezelve zullen staan van
Engédé af tot Eneglaïm toe.
Bij den arbeid in de Jodenzending
en alle andere gaat het altijd hierom:
God is het waard en ons is het een roo
ping. Dat is het uitgangspunt. Toch
vragen w© ook: Wat geeft het. Als we
hier in ons eigen land kijken dan zien
we hoe langer hoe meer het ongeloof
de kop opsteekt. Daarom wordt die
vraag wel eens moedeloos gesteld.
Echter blijft deze waarheid vaststaan
dat zooveel menschen gezaligd worden
als God verordineerd heeft. Spr. stelt
de tekst, die hij in het begin van zijn
rede genoemd heeft in haar verband.
De levensstroom gaat van God uit van
het Zuiden des altaars van onder den
dorpel des huizes naar het Oosten. De