CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
8>"> JAARGANG
MAANDAG 23 MEI 1927
NUMMER 2135
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal i 2.50
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Oil aiMM hostaal uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
DE UITSLAG.
Evenals bij de Statenverkiezing, zal
de uitslag der Gemeenteraadsverkie
zing morgenavond op 't bekende bord
voor ons gebouw worden bekend ge
maakt.
Te ongeveer 8 uur hopen we de to
tale uitslag in ons bezit te hebben.
Direct na het bekend zijn van den
uitslag is er in De Graanbeurs een sa-
renKomst van de A.R. partij. Het is
goed, dat wij na den strijd samen zijn.
Bij nederlaag of overwinning is het
bemoedigend als A.R. volk bijeen te
zijn.
De waarde van één stem.
Bij elke verkiezing zijn er velen, die,
veelal uit gemakzucht, niet aan hun
stemplicht voldoen en hun houding
goedpraten met de bewering, dat het
op één stem toch niet aankomt.
lederen keer wordt uit den ireure 't
tegendeel betoogd, en toch
Doch laten de l'eiten spreken.
In het Overijselsche plaatsje H e i n o
hadden de roomsch-katholiekon bij de
overschotzetcls 151 stemmen en de an
ti-revolutionairen 150, waardoor .de ka
tholieken een zetel wonnen en de an
ti-revolutionairen een zetel verloren.
Heino heeft nu tengevolge van deze
ééne stem een roomsch-katholieke
meerderheid in den gemeenteraad.
In Maarssen werden de stemmen
nog eens nageteld. Hierbij bleek, dat 1
biljet, hetwelk van onwaarde was ver
klaard, alsnog aan de gecombineerde
C.H. en A.R. lijst en wel aan den A.R.
candidaat moest worden toegekend.
Hierdoor werd een aftredend antirev.
lid alsnog benoemd verklaard.
In Brouwershaven hadden
Vrijheidsbond en S.D.A.P. elk een over
schot van 45aj- stem. Bij loting kreeg
de V.B. de zetel.
In R ij s w ij k kregen een anti-revo
lutionair en een chr.-historisch candi
daat evenveel stemmen. De laatste
werd bij loting gekozen verklaard.
In Krabbend ij ke hing het wel
niet aan één stem, maar daar kreeg de
Chr. hist, partij met 224 stemmen 2 ze
tels, evenals de Vrijz.-democraten met
230 stemmen; de antirev. echter brach
ten 220 stemmen uit en blijven één
zetel bezetten.
In Dirksland kreeg de candidaat
der S.G.P. 124 stemmen. Dat was 1 */7
stem te weinig om den kiesdeelèr te
halen en den zetel te bezetten.
Daartegenover staat weer, dat in
Rilland Bath onze partij op 't
kantje af één zetel haalde, terwijl de
S.G.P., welke heel wat meer stemmen
uitbracht, óók een zetel kreeg en in to
taal twee zetèls verloor.
Een merkwaardig geval Is ook dat
ter gemeente V 1 i s t, waaromtrent zoo
pas de „Nieuwe Zuid-Hollander" be
richtte. In dit dorpje, bij Haastrecht ge
legen, kwam de Katholieke lijst 1/7
stem te kort óih voor een tweeden ze
tel in aanmerking te komen en daar
door werd tevens verhinderd, dat het
zwaartepunt van den 7-koppigen raad
ter rechterzijde kwam te liggen.
Als voorbeeld vermelden we nog
Zwartsluis. De S.D.A.P. verkreeg
hier juist één stem minder dan 75 pet.
van den kiesdeeler. Het gevolg was,
dat haar lijst bij de zetelverdeeling
niet in aanmèrking kwam en zij haar
eenigen zetel verloor aan de C.H.
Genoeg om u te overtuigen dat het
morgen aan uw stem hangen kan.
Weet wat gij doet.
V Genoeg en goed.
't Is heden de laatste dag van voor
bereiding voor de stembus van morgen
Er is door velen hard en veel ge
werkt.
Er is met enthousiasme gewerkt.
Maar ook gelooven wij, dat niet al
len zoo gewerkt hebben. Er zijn ook nu
lauwen geweest, die niet waren te be
wegen om ook* eens de schouders er
onder te zetten.
Dezen hebben zich te beklagen over
een niet genoeg.
Moge de uitslag morgen ondanks dit
tekort niet tegen vallen.
Maar er zijn er ook, die niet goed
gewerkt hebben.
Bij het huisbezoek is het gevaar zoo
groot om af te breken in stede van te
over uigen. Zoo licht krijgt een poginir
om een weifelende kiezer te bewegen
tot Antirevolutionair stemmen, den
schijn dat men andere bevriende'pa r-
tijen afbreekt. Voor dien schijn zelfs
'••o-w eewarht Veelmeer nog voor een
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 22'/» cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine adrertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
rechtstreekschen aanval. Dat levert
ons nooit voordeel.
Maar ook hoorden wij, dat zelfs som
migen onzer, die zich niet voor huis
bezoek wilden geven, wel biljetten heb
ben verspreid om propaganda te ma
ken voor een ander dan no. i. Ook dat
is niet goed.
Men versta ons wel. Wij keuren het
niet met even beslistheid a[f, dat men
stemt op een ander dan no. 1, maar
wanneer de lijst eenmaal is samenge
steld en de propaganda wordt gevoerd,
dan moet de organisatie één lijn trek
ken, dan moet niet anders dan op de
algemeen aangegeven wijze gewerkt
worden. Nu is het een organisatori
sche fout om tegenleiding te ge
ven.
Moge ook ondanks dit niet goed
werken de uitkomst niet minder zijn.
V Met ootmoed.
Voor wie hard gewerkt heeft, en op
morgen zijn werk bekroond mag zien
in een gestegen aantal stemmen op de
Antirevolutionaire lijst, is er alle re
den om verblijd te zijn. Hij mag jube
len.
Maar ook geldt voor hem het woord:
Zijt met ootmoedigheid bekleed. Noch
heden aan den vooravond, noch mor
gen na den uitslag, past één onzer de
iaal van een Nebucadnezar, die op het
door hem gebouwde Babèl neerzag.
Neen ootmoed, ook als God ons in
staat stelde, veel te werken, dat zij ons
sieraad.
Met ootmoedigheid achte de een den
ander uitnemender dan zichzelf.
Is het niet heerlijk om in dagen van
groote spanning, van heerlijk samen
werken, dat verkwikkende gevoel van
ootmoed en den ander uitnemender
achten te mogen aantreffen. Dat staalt
ons.
Dat stemt onze ziel tot dank en aan
bidding. Dat geeft ons geen overmoed,
die straks éven spoedig in moedeloos
heid terugslaat. Dut geeft ons vastbe
radenheid, ook dan wanneer de uit
slag eens niet meevalt.
In ootmoed verkeeren, met ootmoe
digheid bekleed zijn, doet ons alles in
Gods hand stellen. Alle eer en roem is
dan voor God alleen. Alle tegenspoed
en teleurstellingen worden dan uit zijn
hand aanvaard.
Zij zoo onze stemming aan den voor
avond van den beslissenden dag. Blijft
dan de gemeenteraad rechts, dankbaar
zullen wij het uit Gods hand ontvan
gen. Mocht de meerderheid verplaatst
worden, wij zullen ons buigen, om
straks als oppositie-partij voor onze
beginselen te strijden.
STADSNIEUWS.
NAAR HET NUT.
Wij wekken onze mannen v, u-
wen, en speciaal onze werkers en onze
candidaten, op om hedenavond Buur
vooral samen te komen in het Nut aun
de Steenschuur.
Ieder doe voor het laatst zijn plicht,
voor dat we ons werk in Gods hand
geven.
BEVESTIGING EN INTREDE
A. D. MEETER.
De bevestiging.
Zondagmorgen te 10 uur had in de
Pieterskerk zich een groote schare ver
zameld, om de bevestiging hij te wo-"
nen van den nieuwen herder en lee-
raar, Ds. A. D. Meeter, die van Loos
duinen gekomen was. De bevestiging
had plaats door Ds. Joh. W. Groot En-
zerink.
'Rot samenzijn werd geopend met het
zingen van Gez. 1 1, 2 en 4, waarna
het votum werd. uitgesproken, gevolgd
door de voorlezing van de Wet des
Heeren en 2 Cor. 2 143 11.
Na het gebed werd gezongen Ps. 89
7 en 8. Toen hield de bevestiger de be-
vesiigingsrede, waaraan hij een inlei
dend woord liet voorafgaan. Hij herin
nerde aan Alexander den Groote, die
door zijn durf de bewondering van zijn
vader liad opgewekt, die hem toevoeg
de: „Mijn zoon! zoekt gij een ander ko
ninkrijk. V'oor u is Macedonië te
klein." Alexander stichtte zich een we
reldrijk, maar stierf op 33-jarigen leef
tijd. Hij werd op zijn beurt overwon
nen door den dood, zooals 't allen groo-
ten der wereld gaat. Daar is maar één
uitzondering op. Onoverwinnelijk zijn
allen, die staan in *'s Heeren kracht.
Van die overwinning getuigt het Evan
gelie.
Als tekstwoord las Z.Eerw. voor 2
Cor. 2 14a: „Gode zij dank, Die ons
allen tijd doet triumfeeren in Chris
tus", waar Paulus van het werk van
den Evangeliedienaar zegt, dat het
slaat in het teeken der overwinning.
Hij werkte dit nader uit, door aan te
toonen, waarop de Evangeliedienaar
rekenen moet. wat hij mag verwarhten
en aan welke voorwaarde hij moet
voldoen.
Na den tekst in zijn historisch ver
band gezet te hebben, waarin hij aan
toonde, hoe Paulus te Corinthe op al-
lerhanden tegenstand had gestooten,
wees hij er op, hoe de Evangeliever
kondiger bij zijn arbeid de wereld te
genover zich vindt. De mentaliteit der
menschen, zoo zegt men, is zoo veran
derd, dat men goed doet, om maar
wat toe te geven aan hetgeen nu een
maal in de lucht zit. Daarvan wil Pau
lus niet weten. Wij-hebben den strijd
aan te binden. Om met van Deyssel te
spreken: „de woorden van den predi
ker moeten neerdonderen in een stor
menden vloed van passie. Sla mij met
uw woord, martel mij met uw woord,
en dat uw woord dan weder als een
kussenregen op mij nedervalle". De
prediker van- het Evangelie moet zich
vorstelijk gedragen tegenover alles,
wat Gods woord wederstaat.
Hierna werd gezongen Ps. 45 2.
Brengt de Evangelieverkondiging
strijd met zich, het zwaard in dien
strijd is niets anders dan Gods Woord
hetwelk onvvederstaanbaar is. De
eindtriumf is aan Christus. Is dat niet
te absoluut: Die ons allen t ij d doet
triumfeeren? En de nederlagen dan?
Spreker herinnert nu aan hetgeen den
overwinnenden veldheer te Rome over
kwam. Staande op zijn krijgswagen,
voerde hij de gevangen koningen mede
in zijn triomf. Zoo doet God ook
met Zijn gezanten, die Hij op 't onver
wachtst laat ervaren, dat Hij hen mee
voert in Zijn triomftocht door de we
reld. De voorwaarde, waaronder dit
evenwel gebeurd is, dat de prediker
Christus verkondigt in Diens algenoeg-
zaamheid. Daar is zooveel onwaarach
tigs, zooveel koopmanschap met het
Evangelie. De prediker die het Evan
gelie brengt, zooals 't daar ligt, hij zal
ervaren, dat hij deelt in Gods overwin
ning, zij het Evangelie niet ten leven,
dan ten doode. Hot gaat om de eere
Gods. Christus is de overwinning.
Het orgel speelde hierna de melodie
van het Lutherlied.
Vervolgens had na de voorlezing van
het gebruikelijke formulier de bevesti
ging plaats van den nieuwen leeraar,
die op de hem gestelde vragen ant
woordde met: „Ja, ik, van ganscher
harte". De gemeente zong toen, op ver
zoek van den bevestiger Gez. 91 2 (in
de tweede en laatste regel iets gewij
zigd.)
Na het gebed en het zingen van Ps.
68 16 werd de zegen uitgesproken en
ging de schare huiswaarts.
De intrede.
Des avonds had de intrede plaats.
Na de gebruikelijke Liturgie, waar
bij gezongen werd Ps. 19 5 en 7 en ge
lezen Efeze 19 5 en 7, sprak Ds. Mee
ter een inleidend woord op zijn tekst.
Z.Eerw. begon met aan te halen het
woord van Achab: Die zich aangordt
beroeme zich niet als die zich los
maakt. Dit woord van Achab heeft ook
zijn beteekenis voor den herder en
leeraar die in zijn nieuwe gemeente
intrede doet. Is prediken niet strijden?
De waarheid die in Christus is, strijdt
tegen den natuurlijken mensch, maar
het woord van God moet gebracht wor
den omdat God door de dwaasheid der
prediking de geloovigen wil zaligen. Z.
Eerw. zegt zich niet te zullen beroe
men als die zich losmaakt, zich heele-
maal niet beroemen, want van God
moet alles komen. Spr. hoopt in deze
gemeente steeds te roemen in: Jezus
Christus, vrije gunst, genade. Niet zich
beroemend, maar roemen in Jezus
Christus
Na deze inleidende woorden kiest
spr. als tekst Efeze 3 8, waar we le
zen: Mij, den allerminste van alle de
heiligen is deze genade gegeven, om
onder de heidenen door het Evangelie
te verkondigen den onnaspeurlijken
rijkdom van Christus.
Spr. verdeelt deze stof in drieën:
1. Van wie die prediking geschiedt.
2. Wat die prediking inhoudt.
3. Tot wie Üie prediking is gericht.
Daarna werd gezongen Ps. 84 2 en
5. Z.Eerw. begon daarna de uitleg van
zijn tekst met te zeggen, dat er in het
tekstwoord iet9 ligt van verwondering,
dat het Gode behaagt menschen te ge
bruiken tot de prediking des Woords.
Is dat niet eenigszins zonderling? Zou
het niet meer in overeenstemming met
Gods heiligheid zijn wanneer hij daar
voor heilige reine engelen nam. Eens
was de mensch eveneens goed en rein
maar dat is geweest. Thans is de heer
lijkheid er uit. Het woord mensch
klinkt thans als de schrille toon van
een gebarsten klok. De koningskroon
is den mensch van de slapen gevallen.
Als er één schepsel is da: ongeschikt
is voor het Evangeliewerk dan is het
toch zeker wel «le mensch.
Ecbter weet God door genade van
den rneest on willigen mensch een wil
lig dienaar te maken VnnJp.ir hot
woord van Paulus. Vandaar ook de
aanvang van het hoofdstuk: Ik, de ge
vangene in Jezus Christus. Paulus
heeft zich niet genoemd de allerminste
van al de heiligen omdat hij is gaan
vergelijken, dit woord is evenmin een
valsche nederigheid, maar het is een
woord uit het hart. Paulus wil er mee
zeggen: Dat alles is uit en door en tot
God. God heeft menschen geroepen, om
door hun zwakheid zijn kracht te vol
brengen.
Ontroerend woord in deze ure. Z.
Eerw. durft zich niet meten met Pau
lus, wie zou dat durven, maar hij wil
zich in zijn schaduw stellen en dankt
God, dat Hij hem heeft waardig geacht
Zijn Evangelie te verkondigen.
Zoo wil spr. zijn taak in aeze ge
meente vervullen.
Spr. komt nu tot zijn tweede punt:
Wat de prediking inhoudt. Het ant
woord daarop is: Den onnaspeurlijken
rijkdom van Christus. In Paulus' pre
diking was Christus altijd het centrale
punt, niet de mensch, Christus is de
volle inhoud van de prediking. Wie
Christus zegt, zegt niet alleen zonde,
maar ook genade, niet alleen kruis,
maar ook kroon. Christus is voor ons
zonde gemaakt, opdat wij zouden wor
den rechtvaardigheid Gods in Hem.
Christus is!de eenige weg ter verlos
sing, de weg van genade voor recht.
De prediking van Christus houdt in
onze zonde, onze doemschuld. Wan
neer God niet komt van omhoog, dan
is er bij den mensch geen gerechtig
heid en als God komt van omhoog, dan
wordt onze ongerechtigheid openbaar.
De opheffende waarheid van de predi
king van Christus is dat de Vader be
rust in de genoegdoening van Christus
Paulus noemt die tweeërlei waarheden
de rijkdom van Christus en dat is niet
alleen dat Christus die rijkdom heeft
bij zichzelve, maar dat hij ook die rijk
dom geeft. Paulus had in zichzelve
niets, maar in Christus alles. Wie arm
wordt voor God, voor die is het rijk
dom, niet voor wie in zichzelve rijk is.
De rijkdom van Christus is onnaspeur
lijk. Aan alle menschenlof komt een
einde maar de rijkdom van Christus,
die is niet uit te meten. We kunnen
over den rijkdom van Christus njDoit
uitgesproken raken.
Z.Eerw. zal niet brengen den mensch
maar den Christus. Hij zal prediken de
ellende van den mensch, maar ook de
genade van Christus.
Thans neemt spr. in behandeling het'
derde punt: Tot wien de prediking is
gericht. De apostel Paulus is daarme
de nauw maar ook aan de andere kant
weer zoo ruim. Nauw was Paulus daar
mede, wanneer hij zegt: Die God uit
verkoren heeft, die heeft hij ook geroe
pen enz., maar ook is hij ruim waar hij
het Evangelie bracht aan alle volken,
predikende aan zondaren, zooals hij
ook zichzelf wist te zijn, het Evangelie.
Paulus richtte zich tot iedereen, tot
vromen en onvromen opdat ook zij,
zooals hij, hun naam zondaar zouden
weten.
Spr. past dit woord van Paulus weer
op zichzelve toe en zegt zich niet tot
een deel te zullen richten, maar tot
allen, tot Gods volk en tot zoovelen die
leven buiten God, al hebben ze reeds in
hun kindsheid van hem geleerd. Dezen
roept spr. toe: Verlaat de kwade paden
waarom zoudt gij verloren gaan.
Spr. besluit met den wensch uit te
spreken; dat het aan de gemeente mo
ge gegeven zijn, het Evangelie in hun
ne harten te ontvangen.
Na deze predikatie richt spr. zich tot
verschillend, personen, die den dienst
bijwonen. Allereerst tot de leden van
het Gemeentebestuur, voorzoover deze
tegenwoordig zijn, die hij dankt voor
hun tegenwoordigheid. Vervolgens
spreekt hij toe zijn bevestiger, Ds.
Groot Ezerink, die hij dankt voor de
woorden waarmede hij hem en de zij
nen heeft toegesproken.
Dan wendt spr. zich tot de overige
collega's, en spreekt de wensch uit dat
de verstandhouding onder hen steeds
goed zal zijn. Dit wenscht spr. even
eens van de broeders van den kerke-
raad. Spr. hoopt dat zij allen tezamen
zich zullen stellen onder de heerschap
pij van het Woord Gods.
Spr. dankt het Kiescollege voor het
vertrouwen in hem gesteld. Verder
spreekt hij toe de Kerkelijke commis
sie en de notabelen, in het bijzonder
prof. van Nes en prof. Plooy, het wijk-
comité, kosters organisten en verder
kerkpersoneel en de vereeniging 'van
collectanten. Vervolgens zijn vrienden
uit Loosduinen waar hij 4 jaar pre
dikant is geweest en die in grootcn ge
tale aanwezig zijn.
Tenslotte wendt spr. zich tot zijn ge
heele gemeente, van wie hij hoopt dat
ze hem met zijn gebreken er, zwakheid
zullen dragen en bovenal dat ze hem
zullen gedenken in den gebede.
Daarna werd gezongen Gez. 46 48
en 55, waarna Z.Eerw. den zegen uit
sprak.
De gemeente song haar nieuwen
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
Binnenland.
Bevestiging en intrede van Ds. A. J.
Meeter te Leiden.
Buitenland.
Lindbergh's vlucht New-YorkParijs
is geslaagd. Groote geestdrift te Parijs
en New-York.
In de coördinatie-commissie doe
economische conferentie is overeea-
stemming bereikt met de Russen.
De economische conferentie heeft de
rapporten der handels-, industrie- en
landbouwcommissies aangenomen met
de stemmen der Russen tegen. Zij zul
len echter bij de eindstemming voor
stemmen.
leeraar toe het zevende vers van den
Avondzang (eenigszins gewijzigd).
Ds. Meeter dankte hiervoor met een
enkel woord, waarna de schare huis
waarts ging.
Ds. K. J. KOUV/ENHCVEN.
Er gaan den laatsten tijd geruchten
dat Ds. H. J. Kouwenhoven, Geref.
predikant alhier, iegen 1 Januari 1928
emeritaat zal aanvragen. Wij hebben
ons dienaangaau.de met Ds. Kouwen
hoven in verbinding gesteld, welke ons
machtigde te meiden, dat bovenstaand
bericht pure fantasie is.
WETENSCHAPPELIJKE VOOR
DRACHT.
Op uitnoodiging van de Leidsche
Ver. voor Wetensch. voordrachten zal
Dinsdag 31 Mei des avonds 8 uur Prof.
Dr. Rob. Debré, uit Parijs, in de Colle
gezaal van het Bot. Lab. in de Nonnen
steeg, een voordracht houden over: „De
prophylaxis van de mazelen".
PROF. KRABBE.
Naar wij vernemen, zal Prof. Krabbe
Woensdagmiddag na zijn afscheidscol
lege in de kamer van de Rechtsgeleer
de faculteit receptie houden.
CHR. ONDERWIJZERS.
Zaterdagmiddag vergaderde de afd.
Leiden van de vereeniging van Chr.
Onderwijzers en onderw.essen.
Om 6 uur opent de voorzitter, de
heer P. Zijlstra de vergadering door te
laten zingen Ps. 25 7 en door gebed.
Zijn kort openingswoord sluit aan bij
de laatste 5 verzen van Romeinen 11.
Na de voorlezing der notulen worden
enkele voorstellen aan de orde ge
bracht. De vergadering besluit voorloo
pig mede te werken aan de oprichting
van paedag. leeszaal, bibliotheek en
schoolmuseum door afgevaardigden te
zenden naar de te houden vergadering.
Na de pauze geeft de voorzitter het
woord aan den inleider, den heer C. H.
v. Ulden, die inleidt:
De uitroeiing der Baaispriesters op
den Karmel door Elia.
Inl. vangt aan met een opmerking
over den titel. De uitroeiing der Baais
priesters is genomen als voorbeeld van
de z.g. wreedheden in de H.S.
Het punt waar het om gaat Is, of we
hier tedoen hebben met menschel ijke
wraakneming of met Goddelijk recht.
En dan kiest de inl. zonder aarzeling
voor de laatste rpeening. Elia is niet
een volksmenner, die zijn kans schoon
ziet om te wreken, wat Achab aan de
profeten Gods heeft misdaan.
Deze geschiedenis zou dan geen plaats
in de H. S. verdienen. Maar ze staat
el- terecht in, omdat God ook in den
weg Zijner gerichten Zijn uitnemende
liefde bewijst aan Zijn afgedwaalde
volk. Dat laat Hij Elia doen, als de2e
op Karmel slechts uitvoerder is van
de wet in Deut: 13 en 17 gegeven.
Onze humaniteit zou het droeve ge
volg hebben, dat de verleiders, van den
tijdelijken dood gespaard, voort zou
den kunnen gaan te verleiden, naar
den eeuwigen dood voeren. God waakt
daarvoor in Elia's geschiedenis en bij
alle andere gevallen, waar de kinderen
des Boozen in welken vorm ook, trach
ten Gods volk kwaad te doen.
'We moeten hier ook vooral de me
dewerking van God zelf opmerken. Bij
menschelijke wraakneming zou dat on
mogelijk zijn.
Deze geschiedenissen moeten we ook
zien als zeer kleine voorbeelden van
het gericht van den Oordeelsdag, als
een schaduw der toekomende dingen.
Bij 't vertellen aan de leerlingen zal
het zeker niet gemakkelijk zijn ze het
inzicht te geven, 'dat recht en de mee9t
verheven liefde hier samengaan.
Geen te plastische voorstelling van
het dooden der priesters is gewenscht.
De soberheid des Bijbels zij hier hand
leiding, maar wel moet met zorg ver
teld van de liefde en het recht Gods,
dat hier samengaat. De nietigheid des
menschen ook van 450 priesters te-