CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN 8>"> JAARGANG MAANDAG 23 MEI 1927 NUMMER 2135 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal i 2.50 Per weeki 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Oil aiMM hostaal uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. DE UITSLAG. Evenals bij de Statenverkiezing, zal de uitslag der Gemeenteraadsverkie zing morgenavond op 't bekende bord voor ons gebouw worden bekend ge maakt. Te ongeveer 8 uur hopen we de to tale uitslag in ons bezit te hebben. Direct na het bekend zijn van den uitslag is er in De Graanbeurs een sa- renKomst van de A.R. partij. Het is goed, dat wij na den strijd samen zijn. Bij nederlaag of overwinning is het bemoedigend als A.R. volk bijeen te zijn. De waarde van één stem. Bij elke verkiezing zijn er velen, die, veelal uit gemakzucht, niet aan hun stemplicht voldoen en hun houding goedpraten met de bewering, dat het op één stem toch niet aankomt. lederen keer wordt uit den ireure 't tegendeel betoogd, en toch Doch laten de l'eiten spreken. In het Overijselsche plaatsje H e i n o hadden de roomsch-katholiekon bij de overschotzetcls 151 stemmen en de an ti-revolutionairen 150, waardoor .de ka tholieken een zetel wonnen en de an ti-revolutionairen een zetel verloren. Heino heeft nu tengevolge van deze ééne stem een roomsch-katholieke meerderheid in den gemeenteraad. In Maarssen werden de stemmen nog eens nageteld. Hierbij bleek, dat 1 biljet, hetwelk van onwaarde was ver klaard, alsnog aan de gecombineerde C.H. en A.R. lijst en wel aan den A.R. candidaat moest worden toegekend. Hierdoor werd een aftredend antirev. lid alsnog benoemd verklaard. In Brouwershaven hadden Vrijheidsbond en S.D.A.P. elk een over schot van 45aj- stem. Bij loting kreeg de V.B. de zetel. In R ij s w ij k kregen een anti-revo lutionair en een chr.-historisch candi daat evenveel stemmen. De laatste werd bij loting gekozen verklaard. In Krabbend ij ke hing het wel niet aan één stem, maar daar kreeg de Chr. hist, partij met 224 stemmen 2 ze tels, evenals de Vrijz.-democraten met 230 stemmen; de antirev. echter brach ten 220 stemmen uit en blijven één zetel bezetten. In Dirksland kreeg de candidaat der S.G.P. 124 stemmen. Dat was 1 */7 stem te weinig om den kiesdeelèr te halen en den zetel te bezetten. Daartegenover staat weer, dat in Rilland Bath onze partij op 't kantje af één zetel haalde, terwijl de S.G.P., welke heel wat meer stemmen uitbracht, óók een zetel kreeg en in to taal twee zetèls verloor. Een merkwaardig geval Is ook dat ter gemeente V 1 i s t, waaromtrent zoo pas de „Nieuwe Zuid-Hollander" be richtte. In dit dorpje, bij Haastrecht ge legen, kwam de Katholieke lijst 1/7 stem te kort óih voor een tweeden ze tel in aanmerking te komen en daar door werd tevens verhinderd, dat het zwaartepunt van den 7-koppigen raad ter rechterzijde kwam te liggen. Als voorbeeld vermelden we nog Zwartsluis. De S.D.A.P. verkreeg hier juist één stem minder dan 75 pet. van den kiesdeeler. Het gevolg was, dat haar lijst bij de zetelverdeeling niet in aanmèrking kwam en zij haar eenigen zetel verloor aan de C.H. Genoeg om u te overtuigen dat het morgen aan uw stem hangen kan. Weet wat gij doet. V Genoeg en goed. 't Is heden de laatste dag van voor bereiding voor de stembus van morgen Er is door velen hard en veel ge werkt. Er is met enthousiasme gewerkt. Maar ook gelooven wij, dat niet al len zoo gewerkt hebben. Er zijn ook nu lauwen geweest, die niet waren te be wegen om ook* eens de schouders er onder te zetten. Dezen hebben zich te beklagen over een niet genoeg. Moge de uitslag morgen ondanks dit tekort niet tegen vallen. Maar er zijn er ook, die niet goed gewerkt hebben. Bij het huisbezoek is het gevaar zoo groot om af te breken in stede van te over uigen. Zoo licht krijgt een poginir om een weifelende kiezer te bewegen tot Antirevolutionair stemmen, den schijn dat men andere bevriende'pa r- tijen afbreekt. Voor dien schijn zelfs '••o-w eewarht Veelmeer nog voor een BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 22'/» cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine adrertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent rechtstreekschen aanval. Dat levert ons nooit voordeel. Maar ook hoorden wij, dat zelfs som migen onzer, die zich niet voor huis bezoek wilden geven, wel biljetten heb ben verspreid om propaganda te ma ken voor een ander dan no. i. Ook dat is niet goed. Men versta ons wel. Wij keuren het niet met even beslistheid a[f, dat men stemt op een ander dan no. 1, maar wanneer de lijst eenmaal is samenge steld en de propaganda wordt gevoerd, dan moet de organisatie één lijn trek ken, dan moet niet anders dan op de algemeen aangegeven wijze gewerkt worden. Nu is het een organisatori sche fout om tegenleiding te ge ven. Moge ook ondanks dit niet goed werken de uitkomst niet minder zijn. V Met ootmoed. Voor wie hard gewerkt heeft, en op morgen zijn werk bekroond mag zien in een gestegen aantal stemmen op de Antirevolutionaire lijst, is er alle re den om verblijd te zijn. Hij mag jube len. Maar ook geldt voor hem het woord: Zijt met ootmoedigheid bekleed. Noch heden aan den vooravond, noch mor gen na den uitslag, past één onzer de iaal van een Nebucadnezar, die op het door hem gebouwde Babèl neerzag. Neen ootmoed, ook als God ons in staat stelde, veel te werken, dat zij ons sieraad. Met ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelf. Is het niet heerlijk om in dagen van groote spanning, van heerlijk samen werken, dat verkwikkende gevoel van ootmoed en den ander uitnemender achten te mogen aantreffen. Dat staalt ons. Dat stemt onze ziel tot dank en aan bidding. Dat geeft ons geen overmoed, die straks éven spoedig in moedeloos heid terugslaat. Dut geeft ons vastbe radenheid, ook dan wanneer de uit slag eens niet meevalt. In ootmoed verkeeren, met ootmoe digheid bekleed zijn, doet ons alles in Gods hand stellen. Alle eer en roem is dan voor God alleen. Alle tegenspoed en teleurstellingen worden dan uit zijn hand aanvaard. Zij zoo onze stemming aan den voor avond van den beslissenden dag. Blijft dan de gemeenteraad rechts, dankbaar zullen wij het uit Gods hand ontvan gen. Mocht de meerderheid verplaatst worden, wij zullen ons buigen, om straks als oppositie-partij voor onze beginselen te strijden. STADSNIEUWS. NAAR HET NUT. Wij wekken onze mannen v, u- wen, en speciaal onze werkers en onze candidaten, op om hedenavond Buur vooral samen te komen in het Nut aun de Steenschuur. Ieder doe voor het laatst zijn plicht, voor dat we ons werk in Gods hand geven. BEVESTIGING EN INTREDE A. D. MEETER. De bevestiging. Zondagmorgen te 10 uur had in de Pieterskerk zich een groote schare ver zameld, om de bevestiging hij te wo-" nen van den nieuwen herder en lee- raar, Ds. A. D. Meeter, die van Loos duinen gekomen was. De bevestiging had plaats door Ds. Joh. W. Groot En- zerink. 'Rot samenzijn werd geopend met het zingen van Gez. 1 1, 2 en 4, waarna het votum werd. uitgesproken, gevolgd door de voorlezing van de Wet des Heeren en 2 Cor. 2 143 11. Na het gebed werd gezongen Ps. 89 7 en 8. Toen hield de bevestiger de be- vesiigingsrede, waaraan hij een inlei dend woord liet voorafgaan. Hij herin nerde aan Alexander den Groote, die door zijn durf de bewondering van zijn vader liad opgewekt, die hem toevoeg de: „Mijn zoon! zoekt gij een ander ko ninkrijk. V'oor u is Macedonië te klein." Alexander stichtte zich een we reldrijk, maar stierf op 33-jarigen leef tijd. Hij werd op zijn beurt overwon nen door den dood, zooals 't allen groo- ten der wereld gaat. Daar is maar één uitzondering op. Onoverwinnelijk zijn allen, die staan in *'s Heeren kracht. Van die overwinning getuigt het Evan gelie. Als tekstwoord las Z.Eerw. voor 2 Cor. 2 14a: „Gode zij dank, Die ons allen tijd doet triumfeeren in Chris tus", waar Paulus van het werk van den Evangeliedienaar zegt, dat het slaat in het teeken der overwinning. Hij werkte dit nader uit, door aan te toonen, waarop de Evangeliedienaar rekenen moet. wat hij mag verwarhten en aan welke voorwaarde hij moet voldoen. Na den tekst in zijn historisch ver band gezet te hebben, waarin hij aan toonde, hoe Paulus te Corinthe op al- lerhanden tegenstand had gestooten, wees hij er op, hoe de Evangeliever kondiger bij zijn arbeid de wereld te genover zich vindt. De mentaliteit der menschen, zoo zegt men, is zoo veran derd, dat men goed doet, om maar wat toe te geven aan hetgeen nu een maal in de lucht zit. Daarvan wil Pau lus niet weten. Wij-hebben den strijd aan te binden. Om met van Deyssel te spreken: „de woorden van den predi ker moeten neerdonderen in een stor menden vloed van passie. Sla mij met uw woord, martel mij met uw woord, en dat uw woord dan weder als een kussenregen op mij nedervalle". De prediker van- het Evangelie moet zich vorstelijk gedragen tegenover alles, wat Gods woord wederstaat. Hierna werd gezongen Ps. 45 2. Brengt de Evangelieverkondiging strijd met zich, het zwaard in dien strijd is niets anders dan Gods Woord hetwelk onvvederstaanbaar is. De eindtriumf is aan Christus. Is dat niet te absoluut: Die ons allen t ij d doet triumfeeren? En de nederlagen dan? Spreker herinnert nu aan hetgeen den overwinnenden veldheer te Rome over kwam. Staande op zijn krijgswagen, voerde hij de gevangen koningen mede in zijn triomf. Zoo doet God ook met Zijn gezanten, die Hij op 't onver wachtst laat ervaren, dat Hij hen mee voert in Zijn triomftocht door de we reld. De voorwaarde, waaronder dit evenwel gebeurd is, dat de prediker Christus verkondigt in Diens algenoeg- zaamheid. Daar is zooveel onwaarach tigs, zooveel koopmanschap met het Evangelie. De prediker die het Evan gelie brengt, zooals 't daar ligt, hij zal ervaren, dat hij deelt in Gods overwin ning, zij het Evangelie niet ten leven, dan ten doode. Hot gaat om de eere Gods. Christus is de overwinning. Het orgel speelde hierna de melodie van het Lutherlied. Vervolgens had na de voorlezing van het gebruikelijke formulier de bevesti ging plaats van den nieuwen leeraar, die op de hem gestelde vragen ant woordde met: „Ja, ik, van ganscher harte". De gemeente zong toen, op ver zoek van den bevestiger Gez. 91 2 (in de tweede en laatste regel iets gewij zigd.) Na het gebed en het zingen van Ps. 68 16 werd de zegen uitgesproken en ging de schare huiswaarts. De intrede. Des avonds had de intrede plaats. Na de gebruikelijke Liturgie, waar bij gezongen werd Ps. 19 5 en 7 en ge lezen Efeze 19 5 en 7, sprak Ds. Mee ter een inleidend woord op zijn tekst. Z.Eerw. begon met aan te halen het woord van Achab: Die zich aangordt beroeme zich niet als die zich los maakt. Dit woord van Achab heeft ook zijn beteekenis voor den herder en leeraar die in zijn nieuwe gemeente intrede doet. Is prediken niet strijden? De waarheid die in Christus is, strijdt tegen den natuurlijken mensch, maar het woord van God moet gebracht wor den omdat God door de dwaasheid der prediking de geloovigen wil zaligen. Z. Eerw. zegt zich niet te zullen beroe men als die zich losmaakt, zich heele- maal niet beroemen, want van God moet alles komen. Spr. hoopt in deze gemeente steeds te roemen in: Jezus Christus, vrije gunst, genade. Niet zich beroemend, maar roemen in Jezus Christus Na deze inleidende woorden kiest spr. als tekst Efeze 3 8, waar we le zen: Mij, den allerminste van alle de heiligen is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen den onnaspeurlijken rijkdom van Christus. Spr. verdeelt deze stof in drieën: 1. Van wie die prediking geschiedt. 2. Wat die prediking inhoudt. 3. Tot wie Üie prediking is gericht. Daarna werd gezongen Ps. 84 2 en 5. Z.Eerw. begon daarna de uitleg van zijn tekst met te zeggen, dat er in het tekstwoord iet9 ligt van verwondering, dat het Gode behaagt menschen te ge bruiken tot de prediking des Woords. Is dat niet eenigszins zonderling? Zou het niet meer in overeenstemming met Gods heiligheid zijn wanneer hij daar voor heilige reine engelen nam. Eens was de mensch eveneens goed en rein maar dat is geweest. Thans is de heer lijkheid er uit. Het woord mensch klinkt thans als de schrille toon van een gebarsten klok. De koningskroon is den mensch van de slapen gevallen. Als er één schepsel is da: ongeschikt is voor het Evangeliewerk dan is het toch zeker wel «le mensch. Ecbter weet God door genade van den rneest on willigen mensch een wil lig dienaar te maken VnnJp.ir hot woord van Paulus. Vandaar ook de aanvang van het hoofdstuk: Ik, de ge vangene in Jezus Christus. Paulus heeft zich niet genoemd de allerminste van al de heiligen omdat hij is gaan vergelijken, dit woord is evenmin een valsche nederigheid, maar het is een woord uit het hart. Paulus wil er mee zeggen: Dat alles is uit en door en tot God. God heeft menschen geroepen, om door hun zwakheid zijn kracht te vol brengen. Ontroerend woord in deze ure. Z. Eerw. durft zich niet meten met Pau lus, wie zou dat durven, maar hij wil zich in zijn schaduw stellen en dankt God, dat Hij hem heeft waardig geacht Zijn Evangelie te verkondigen. Zoo wil spr. zijn taak in aeze ge meente vervullen. Spr. komt nu tot zijn tweede punt: Wat de prediking inhoudt. Het ant woord daarop is: Den onnaspeurlijken rijkdom van Christus. In Paulus' pre diking was Christus altijd het centrale punt, niet de mensch, Christus is de volle inhoud van de prediking. Wie Christus zegt, zegt niet alleen zonde, maar ook genade, niet alleen kruis, maar ook kroon. Christus is voor ons zonde gemaakt, opdat wij zouden wor den rechtvaardigheid Gods in Hem. Christus is!de eenige weg ter verlos sing, de weg van genade voor recht. De prediking van Christus houdt in onze zonde, onze doemschuld. Wan neer God niet komt van omhoog, dan is er bij den mensch geen gerechtig heid en als God komt van omhoog, dan wordt onze ongerechtigheid openbaar. De opheffende waarheid van de predi king van Christus is dat de Vader be rust in de genoegdoening van Christus Paulus noemt die tweeërlei waarheden de rijkdom van Christus en dat is niet alleen dat Christus die rijkdom heeft bij zichzelve, maar dat hij ook die rijk dom geeft. Paulus had in zichzelve niets, maar in Christus alles. Wie arm wordt voor God, voor die is het rijk dom, niet voor wie in zichzelve rijk is. De rijkdom van Christus is onnaspeur lijk. Aan alle menschenlof komt een einde maar de rijkdom van Christus, die is niet uit te meten. We kunnen over den rijkdom van Christus njDoit uitgesproken raken. Z.Eerw. zal niet brengen den mensch maar den Christus. Hij zal prediken de ellende van den mensch, maar ook de genade van Christus. Thans neemt spr. in behandeling het' derde punt: Tot wien de prediking is gericht. De apostel Paulus is daarme de nauw maar ook aan de andere kant weer zoo ruim. Nauw was Paulus daar mede, wanneer hij zegt: Die God uit verkoren heeft, die heeft hij ook geroe pen enz., maar ook is hij ruim waar hij het Evangelie bracht aan alle volken, predikende aan zondaren, zooals hij ook zichzelf wist te zijn, het Evangelie. Paulus richtte zich tot iedereen, tot vromen en onvromen opdat ook zij, zooals hij, hun naam zondaar zouden weten. Spr. past dit woord van Paulus weer op zichzelve toe en zegt zich niet tot een deel te zullen richten, maar tot allen, tot Gods volk en tot zoovelen die leven buiten God, al hebben ze reeds in hun kindsheid van hem geleerd. Dezen roept spr. toe: Verlaat de kwade paden waarom zoudt gij verloren gaan. Spr. besluit met den wensch uit te spreken; dat het aan de gemeente mo ge gegeven zijn, het Evangelie in hun ne harten te ontvangen. Na deze predikatie richt spr. zich tot verschillend, personen, die den dienst bijwonen. Allereerst tot de leden van het Gemeentebestuur, voorzoover deze tegenwoordig zijn, die hij dankt voor hun tegenwoordigheid. Vervolgens spreekt hij toe zijn bevestiger, Ds. Groot Ezerink, die hij dankt voor de woorden waarmede hij hem en de zij nen heeft toegesproken. Dan wendt spr. zich tot de overige collega's, en spreekt de wensch uit dat de verstandhouding onder hen steeds goed zal zijn. Dit wenscht spr. even eens van de broeders van den kerke- raad. Spr. hoopt dat zij allen tezamen zich zullen stellen onder de heerschap pij van het Woord Gods. Spr. dankt het Kiescollege voor het vertrouwen in hem gesteld. Verder spreekt hij toe de Kerkelijke commis sie en de notabelen, in het bijzonder prof. van Nes en prof. Plooy, het wijk- comité, kosters organisten en verder kerkpersoneel en de vereeniging 'van collectanten. Vervolgens zijn vrienden uit Loosduinen waar hij 4 jaar pre dikant is geweest en die in grootcn ge tale aanwezig zijn. Tenslotte wendt spr. zich tot zijn ge heele gemeente, van wie hij hoopt dat ze hem met zijn gebreken er, zwakheid zullen dragen en bovenal dat ze hem zullen gedenken in den gebede. Daarna werd gezongen Gez. 46 48 en 55, waarna Z.Eerw. den zegen uit sprak. De gemeente song haar nieuwen Belangrijkste nieuws in dit Hummer. Binnenland. Bevestiging en intrede van Ds. A. J. Meeter te Leiden. Buitenland. Lindbergh's vlucht New-YorkParijs is geslaagd. Groote geestdrift te Parijs en New-York. In de coördinatie-commissie doe economische conferentie is overeea- stemming bereikt met de Russen. De economische conferentie heeft de rapporten der handels-, industrie- en landbouwcommissies aangenomen met de stemmen der Russen tegen. Zij zul len echter bij de eindstemming voor stemmen. leeraar toe het zevende vers van den Avondzang (eenigszins gewijzigd). Ds. Meeter dankte hiervoor met een enkel woord, waarna de schare huis waarts ging. Ds. K. J. KOUV/ENHCVEN. Er gaan den laatsten tijd geruchten dat Ds. H. J. Kouwenhoven, Geref. predikant alhier, iegen 1 Januari 1928 emeritaat zal aanvragen. Wij hebben ons dienaangaau.de met Ds. Kouwen hoven in verbinding gesteld, welke ons machtigde te meiden, dat bovenstaand bericht pure fantasie is. WETENSCHAPPELIJKE VOOR DRACHT. Op uitnoodiging van de Leidsche Ver. voor Wetensch. voordrachten zal Dinsdag 31 Mei des avonds 8 uur Prof. Dr. Rob. Debré, uit Parijs, in de Colle gezaal van het Bot. Lab. in de Nonnen steeg, een voordracht houden over: „De prophylaxis van de mazelen". PROF. KRABBE. Naar wij vernemen, zal Prof. Krabbe Woensdagmiddag na zijn afscheidscol lege in de kamer van de Rechtsgeleer de faculteit receptie houden. CHR. ONDERWIJZERS. Zaterdagmiddag vergaderde de afd. Leiden van de vereeniging van Chr. Onderwijzers en onderw.essen. Om 6 uur opent de voorzitter, de heer P. Zijlstra de vergadering door te laten zingen Ps. 25 7 en door gebed. Zijn kort openingswoord sluit aan bij de laatste 5 verzen van Romeinen 11. Na de voorlezing der notulen worden enkele voorstellen aan de orde ge bracht. De vergadering besluit voorloo pig mede te werken aan de oprichting van paedag. leeszaal, bibliotheek en schoolmuseum door afgevaardigden te zenden naar de te houden vergadering. Na de pauze geeft de voorzitter het woord aan den inleider, den heer C. H. v. Ulden, die inleidt: De uitroeiing der Baaispriesters op den Karmel door Elia. Inl. vangt aan met een opmerking over den titel. De uitroeiing der Baais priesters is genomen als voorbeeld van de z.g. wreedheden in de H.S. Het punt waar het om gaat Is, of we hier tedoen hebben met menschel ijke wraakneming of met Goddelijk recht. En dan kiest de inl. zonder aarzeling voor de laatste rpeening. Elia is niet een volksmenner, die zijn kans schoon ziet om te wreken, wat Achab aan de profeten Gods heeft misdaan. Deze geschiedenis zou dan geen plaats in de H. S. verdienen. Maar ze staat el- terecht in, omdat God ook in den weg Zijner gerichten Zijn uitnemende liefde bewijst aan Zijn afgedwaalde volk. Dat laat Hij Elia doen, als de2e op Karmel slechts uitvoerder is van de wet in Deut: 13 en 17 gegeven. Onze humaniteit zou het droeve ge volg hebben, dat de verleiders, van den tijdelijken dood gespaard, voort zou den kunnen gaan te verleiden, naar den eeuwigen dood voeren. God waakt daarvoor in Elia's geschiedenis en bij alle andere gevallen, waar de kinderen des Boozen in welken vorm ook, trach ten Gods volk kwaad te doen. 'We moeten hier ook vooral de me dewerking van God zelf opmerken. Bij menschelijke wraakneming zou dat on mogelijk zijn. Deze geschiedenissen moeten we ook zien als zeer kleine voorbeelden van het gericht van den Oordeelsdag, als een schaduw der toekomende dingen. Bij 't vertellen aan de leerlingen zal het zeker niet gemakkelijk zijn ze het inzicht te geven, 'dat recht en de mee9t verheven liefde hier samengaan. Geen te plastische voorstelling van het dooden der priesters is gewenscht. De soberheid des Bijbels zij hier hand leiding, maar wel moet met zorg ver teld van de liefde en het recht Gods, dat hier samengaat. De nietigheid des menschen ook van 450 priesters te-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1