Purolbij Ruwe enSchraleHuid
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 28 APRIL 1927
RECLAME
TWEEDE BLAD.
WAT DE BLADEN ZEGGEN.
Om de Coalitie.
Tegenover diegenen onder de Ka
tholieken, die blijkbaar haast hebben
«net de rood-zwarte combinatie, be
toogt Het Centrum nogmaals de
grootere wenschelijkbeid van een coa
litieverband tusschèn de rechtsche
fracties.
Nog kort voor zijn dood schreef Dr.
Schaepman
„Mijne vrienden, maakt u om de een
beid niet te spoedig bevreesd. Waar
bet gaat om de grondbeginselen, die
den inzet van den strijd onzer eeuw
uitmaken, d&ar zijn wij eensgezind.
Juist daarom moeten wij op alle bij
komende punten geen éénstemmig
heid vorderen. Wij kunnen niet uiteen
gaan over vragen over bescherming of
vrijhandel, <uver de noodzakelijkheid
yan deze of. gene meerdere of mindere
staatsbemoeiing. Als men deze dingen
vermeldt als „verschil van meening",
niet als „verscheidenheid" of „scha
keering", maar als gevaren in den
„strijd tegenover een gemeenschappe-
lijken vijand"', dan overdrijft men, dan
idrijft m eneen vermetel spel"' (Chro
nica, IL, blz. 37—38).
En ebkele jaren later, op b Decem
ber 1904, zeide mr. Goeman Borgsius,
over de Liberale Unie sprekende, vrij
wel "hetzelfde in de Tweede Kamer-
„Vat men het partijverband zoo eng
op, dat men daamnede verstaat, dat er
volkomen overeenstemming moet zijn
over elke bijzondere kwestie, dan zeer
zeker is dat afles niet voldoende, maar
wel is het voldoende, als men ruimte
laat voor verschil van opvatting en op
grond yan gemeenschappelijke begin
selen zich er toe bepaalt met elkander
vast te stellen in welke richting gedu
rende de eerstvolgende jaren moet
worden gestuurd".
Aldus oordeelden deze beide Staats
lieden over het partij-verband en het
partij-program
Spreekt het niet van zelf, dat ieder,
die geen doldriftige beginselruiter,
maar een practisch Staatsman is, met
minstens dezelfde breedheid zal moe
ten oordeelen over het coalitie-ver
band en het coalitie-program?
Voldoende is overeenstemming in
rde groote beginselen, en over een ge
noegzaam aantal practische program
punten, om er een behoorlijk Regee-
ringsprogram mee te vullen.
En hierin nu ligt het groote essen-
tieele verschil tusschen een Christelij
ke Coalitie, als wij willen, en een sa
mengaan van Katholieken en Sociaal
democraten.
In beide gevallen, dit geven wij toe,
aal het wel mogelijk zijn, zij het met
Wederzijdsch geven en nemen, om het
eens te worden over een practisch re-
geerprograin voor eenig vierjarig tijd
perk.
Maar bij een Rechtsche Coalitie zal
er bovendien en allereerst, ook in ve
lerlei opzicht, overeenstemming zijn
over de te volgen beginselen van Re-
geerbeleid.
En is dit reeds van groot belang, ook
waar het enkel betreft den wetgeven-
den arbeid, van. nog veel grooter belang
is het voor het algemeen bestuurs-be-
Jeid.
Het wil ons voorkomen, dat zij on
der ons. die zoo gemakkelijk denker,
over een samengaan van Katholieken
en Sociaal-democraten, teveel denken
aan het enkele program van wetge
ving, te weinig aan het algemeen be
stuursbeleid der Regeering.
En men behoeft nog niet eens ach
ter de schermen te hebben gezien, om
te kunnen beseffen, dat, juist uit het
'oogpunt der beginselen bezien, het
laatste van nog grooter belang is dan
het eerste.
Een ander ideaal.
Minister Slotenmaker de Bruine
heeft, aldus de Chr. Ams terdara-
m e r, de vorige week in de Eerste Ka
mer een schoon woord gesproken.
De heer Danz, een van de socialisti
sche leden van de Eerste Kamer, had
den Minister verweten, dat hij zich on
derwerpt aan de bevelen van de werk
gevers.
De Minister is op deze leelijke aan
tijging het antwoord niet schuldig ge
bléven.
Hij zei het volgende:
„De heer Danz heeft een paar
maal een uitdrukking gebruikt, die
ik niet goed hebben kan. Hij heeft
gesproken over het dictaat van de
werkgevers, dat ik volg. Ik kan dat
niet goed hebben, omdat het een
beetje grof uitgedrukt rmjn ka
rakter aantast. Ik sta niet op het
standpunt van 'den klassensrijd. I k
heb een ander ideaal, dan mij
te laten leiden, hetzij door de werk
gevers, hetzij door de arbeiders. Men
bederft de zaak totaal, door te zeg
gen: want de arbeiders vragen, zal
gebeuren; en even totaal bederft
men de zaak door te zeggen: wat de
werkgevers vragen zal gebeuren. Ik
ben niet bereid naar het klasse
standpunt van den heer Danz over
te gaan, noch naar den z.i. goeden,
noch naar den z.i. slechten kant. Ik
moet evenwel opmerken, dat het
principieel precies hetzelfde is, of
men zich laat dicteeren door de ar
beiders, dan wel door de werkge
vers".
Een duidelijk woord.
We onderschrijven het van harte.
We staan niet op het standpunt van
den klassenstrijd.
We hebben een ander ideaal.
„Toenadering eischt Gods orde en
dezer tijden nood", zong Da Costa.
We willen geen dictatuur, noch van
werkgevers noch van arbeiders.
Wé wenschen in den weg van be
spreking en overleg de geschillen uit
den weg te ruimen
Geen klassenstrijd, maar hartelijke
samenwerking. Vrede door recht!
Dat is het andere, dat is het betere
dcleaaL
Laten we daarbij volharden.
Een ieder op de hem van God gege
ven plaats. De arbeider op de fabriek,
de patroon op het kantoor en de Minis
ter op zijn departement.
Socialistische eischen.
Uddo schrijft in Friesch Dag
blad:
Het was, blijkens het verslag in het
Volk, dhr. Cornalynslyper van Den
Kaag, die in zijn door applaus toege
juichte rede over dat apenspel bij de
openingsplechtigheid, uitriep: „Dat
mogen wij van onze tegenstanders
eischen, die niet noodeloos onze gevoe
lens hebben te kwetsen".
Let eens op dien slotzin: niet noode
loos onze gevoelens kwetsen.
Waar de S. D. A. P. dat van haar te
genstanders meent te moeten eischen,
daar mag niet anders verwacht, dan
dat zij ook „noodeloos de gevoelens
van haar tegenstanders zal kwetsen"
Onze Socialisten mogen die schoone
woorden bedenken, als
er in de Gemeenteraden eens weer
gehandeld wordt over de afschaffing
der kermissen, over de handhaving
van de Zondagsrust, over brugsluiting
en voetbalwedstrijden, over dansen en
demonstraties op den dag des Heeren.
Hun Notenkraker mag die schoone
woorden bedenken, als....
zij de wereld ingaat met allerlei
spottaal op wat hun Christen-landge-
nooten het dierbaarst is van alles; het
zijn woorden, waaruit de „Oproerige
Krabbelaar" in het Volk nog ontzag
lijk veel kan leeren.
Ja de geachte spreker zelf lette na
deze schoone slotontboezeming eens
op het woord „apenspel", dat juist te
voren aan zijn lippen ontsnapt was
en.... neme zich voor allereerst zelf
te gaan beantwoorden aan zijn eisch,
zijn schoone eisch: ,Dat hij "niet noo
deloos de gevoelens van anderen
kwetst".
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen, naar Spankeren
en Laag Soeren: J. W. C. Ort, te Bor-
culo.
Bedankt, voor Sommelsdijk: G.
Enkelaar, te Ter Aar (Z.-H.).
GEREF. KERKEN.
Bedankt, voor Bussum: A. J.
Bouma, te Wanswerd a. d. Streek.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE
Ds. H. v. D ij k e n hoopt 29 Mei a.s.
afscheid te nemen van de Ned. Herv.
Gem. te Wageningen om 5 Juni intre
de te doen te Leidschendam. Bevesti
ger is Ds. A. C. G. den Hertog, te Rot
terdam.
Ds. J. Tonkens nam Zondag
afscheid van de Geref. Kerk te Ber-
gum om te vertrekken naar Epe en
hield daarbij een predikatie over 1
tor. 15 1 en 2. Na de gebruikelijke toe
spraken werd hij toegesproken na
mens den kerkeraad door ouderling A.
A. Hoekema, die een woord van waar
deering en dank sprak voor al den
trouwen ambtsarbeid én Psalm 134 3
liet toezingen; en door den heer F, W.
Steenhuizen, burgemeester van Tie-
tjerksteradeel.
Ds. G. Grootjans Thzn., nam
Zondag afscheid van de Ned. Herv.
Kerk te Stedum, wegens vertrek naar
Heelsum en Doorwerth, met een pre
dikatie over Jesaja 40 8. Ds. W J.
Reesink, van Oosterwijtwerd, dankte
hem namens gemeente en kerkeraad
voor wat hij voor de gemeente was ge
weest, en Ds. Thijssen, van Leermens,
namens den ring Loppersum.
Cand. P. van Lelyveld, van
Dinther (N.-Br.), kwam Zondag j.l.
over tot de Ned. Herv. Gem. van Dur-
gerdam, die gedurènde acht maanden
vacant was geweest. Des morgens werd
hij door zijn vader, Ds. R. C. van Lely
veld, van Dinther, tot zijn dienstwerk
ingeleid. Des middags sprak Ds. Lely
veld zijn eerste woord tot de Gemeen
te over Psalm 119 173. Verschillende
toespraken volgden. Aan het eirxde
van den dienst werd hij toegesproken
door Ds. J. H. Vaandrager, van Monni
kendam, en door den consulent, die de
gemeente verzocht haar predikant Ge
zang 91 3 toe te zingen.
Dr. J. G, UBB3NE.
Dr. J. G. Ubbink, predikant der
Geref. Kerk van Zevenhoven heeft het
Diaconessenhuis te Leiden verlaten.
Ds. G. v. DUINEN.
Ds. G. v. Duinen, predikant bij cle
Geref. Kerk van Schiedam, die zich
als legerpredikant in Indië beschik
baar stelde, is voornemens Zondag 12
Juni as. afscheid te nemen van zijn
gemeente en Dinsdag 5 Juli a.s. te Am
sterdam op de „Koningin der Neder
landen" zich naar Indië in te sche
pen.
Ds. J. C. SCHULLER.
Ds. J. C. Schuller, Ned. Herv predi
kant te 's-Gravenbage, die ten gevol
ge van een verwaarloosde verkoudheid
reeds enkele dagen ongesteld is, heeft
ten aanval van zware bronchitis ge
kregen, tengevolge waarvan hij het
bed moet houden en c(e eerste weken
zijn dienstwerk niet zal kunnen ver
richten.
FILIPPUS EN DE OLYMPISCHE
SPELEN.
Zooal9 bekend is hebben de Geref.
Kerken van Amsterdam en omgeving
een commissie benoemd, die Evangeli
satie-arbeid zal verrichten tijdens de
Olympische spelen in 1928 te Amster
dam.
Ook „Filippus" benoemde daartoe
oen speciale commissie, bestaande uit
den heer N. Baas te Amsterdam, Ds.
J J. Berends, van Veenendaal; den
lieer A. Boot, van Groningen en D9. J.
Mulder, van Leeuwarden.
J.l. Donderdag werden te Utrecht
voorloopige samensprelcingen gehou
den betreffende het aandeel, dat „Filip
pus" in dit zware en langdurige werk
leveren kan.
In de Pinksterweek hoopt de com
missie uit „Filippus" te Groningen sa
men te komen.
„JACHIN".
Op de in de Paaschweek gehouden
vergadering van het Hoofdbestuur van
„Jachin" werd besloten de e.v. jaarver
gadering D.V. te houden op Woens
dag 13 Juli te Scheveningen.
Aan den vooravond zal in den ge-
bruikelijken bidstond voorgaan Ds. J.
A. Tazeiaar, van Rotterdam.
In de morgenvergadering zal de ge
houden enquête aan de orde worden
gesteld, terwijl voor de middagverga
dering een spreker is uitgenoodigd om
een zeer belangrijk onderwerp in te
leiden.
DE NFT». FT'-RV. TN HET
ZUIDERZEEGEBIED.
Het orgaan v?n de Vereeniging van
Hervormde Kerkvoogdijen beticht da-,
het hoofdbestuur heeft besloten, een
commissie te benoemen, waarin verte
genwoordigd moeten z'r'n: de bestuur*
en beheers-inricMing in onze kerk, de
kerkvoogdijen, die vrij beheer hebben,
het hoofdbestuur der vereeniging, en
eenige andere personen, een groote com
missie dus, die dan weer een executieve
kiest voor het lcoyende werk.
De taak van die commissie zou o.m
kunnen zijn:
1. Bestudeering van d@ verwachtingen
op maatschappelijk gebied in het droog
te leggen land (wegen, spoorwegen, dor
pen, strderri en in de randgebieden in
Frie Iird Cv r ;s 1 Ge'de 1" nd, Utrecht
en Noord-Holland.
2. Vaststelling der plaatsen, waar ver-
wclc. ka worden, dat kerkgemeen
schappen zullen ontstaan en overleg met
de kerkelijke besturen voor de vastste
ling der grenzen van zulke gemeenscha]}
pen.
3. Uitzoeken van en zoo mogelijk de
hand leggen op ds benocdigde gronden
in zulke' gemeenschappen voor de stich
ting van kerkgebouwen, wijkgebouwen,
of godsdienstonderwrsgabouwen, past
ri een, scholen en ziekenhuizen.
4. Het voorstaan van de belangen der
Hervormde Kerk bij het uitgeven vaa
gronden en het verieenen van subsidies
door openbare lichamen.
.5 Voor de doeleinden ondsr 3 wordt
een Zuiderzecbcuwfonds gevormd, waar
van het eerste milbcen zoo spoedig ma
gelijk bij elkaar moet worden gebracht
Daarvcor wordt in iedere classis uit kei?
keraadsleden, kerkvoogden en particu
lieren een Zuiderzee-bouwfondscommis
sie gevormd.
6. Het regelen der voorwaarden voor
het uitgeven van gel"1 en uit het bouw
fonds san kerkgemec-nschapren voor
doeleinden onder 3 genoemd.
Een speciale Zuiderzee Zondag zou
oens per jaar oveT het geheele land ge
houden kunnen worden, waar dan voor
het bouwfonds wordt gecollecteerd.
DE AMERIKAANSCHE KERKEN.
De Amerikaansche Kerkenbcnd hoeft
onlangs een proclamatie uitgevaardigd
over de Chinecsche quaes'is.'De Kerken
zoo zegt dit stuk o.m., moeten tot een
rechtvarrd;ge oplossing medewerken. Zij
moeten de overtu'gimj propageerem dat
deze vraagstukken alleen door vriend
schappelijke pcg'ngen en niet door w
pengewefd tot een goed einde gebracht
kunnen worden. Vereischte is, dat hot
Chineesche volk gesteund wordt door
de christelijke Kerken op zijn weg tot
nationale vernieuwing. Deze proclamatie
is ook gezonden aan den Nat. Christelp*
ken Raad van China met een begeleider
den brief, waarin 0 a. gezegd werd: Wjj
beklagen ten zeerste het onchristelijk ka
rakter 'f.n het optreden van sommige
Westersohe mogendheden, die zich op
geweld verlaten. Wij bidden dat China
van het Westen alleen moge overnemen
die gedachten en me heden, welke goed
en christelijk zijn, en moge verwerpen,
wat slecht en zondig is.
OER. H. B. S. TE ZWOLLE.
Aan de Chr. H. B. S te Zwolle is be
noemd tot leeraar in de Natuurlijke
Historie doctorandus J. Verseveldt te
's-Gravenhage.
GEMENGD NIEUWS.
Brandstichting. In het
Huis van Bewaring te Leeuwarden is
thans ook opgesloten de vrouw van
(den hotelhouder te Drachten, ver-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 28 April 1927.
A. B. K., wie kent hem niet, de „op
roerige", zooals hij zich zelf noemt.
Hij heeft weer wat! Ja, natuurlijk, ons
volk wordt weer niet spoedig genoeg
revolutionair. Dan stoot die nazaat
'van het Oude Bondsvolk zich overal
aan. Zelfs de naam onzer Koningin
kan hij dan niet met rust laten.
Hij fulmineert tegen het regiment
Genietroepen, omdat dit op 30 April
een nieuw vaandel zal krijgen, 't Is
natuurlijk maar ,een stelletje van
niks". Kanonnen komen er bij, maar
„die zijn alleen goed voor parade", er
mee schieten, neen, dat gaat niet.
Maar 't voornaamste komt daarna.
Brutaal weg zegt hij dat pas een
derde van het Nederlandsche volk
voor ontwapening heeft gestemd.
Waar? Wanneer?
Wat een bedrog! In de eerste plaats
zelfbedrog, maar ook arbeidersbedrog!
Maar och, hij weet niet beter.
Want aan het slot vraagt hij toch
weer, hoe dat toch in elkaar zit.
Ja, daar heb je het, *t is altijd nog
die verkeerde kronkel in de A. B. K s
hersenen, die 't em, anders niet!
OBSERVATOR.
dacht van brandstichting in het ho
tel, dat onlangs een prooi der vlam
men werd.
Ernstige va 1. De 74-jarige J.
K., verpleegde in het R. K. Wees-
en Oude" iedenhuis aan he-; Westein
de in Den Haag, is gisteren in die
straat gevallen en bekwam zoodanige;
verwondingen, dat opname in het
■ziekenhuis noodzakelijk was.
Onbewaakte over we gen.
Men me'dt uit Bome d.d. 26 April:
Hedenmorgen is bij een onbewaak
ten overweg, richting Almelo, een be
laden melkwagen door den D-trein
aangereden en totaal versplinterd; het
paard bekwam weinig letsel.
Het ongeluk was te wijten aan de
onachtzaamheid van den voerman,
die den wagen onbeheerd had laten
staan.
De rijkspolitie heeft de zaak in on
derzoek.
Ontspoord. De stoomtram
ZutphenEmmerik, die des middags!
omstreeks 1 uur te Zutphen aankom?
is gisteren bij den wissel aan den
Houtwal aldaar gederailleerd. De lo
comotief bleef nog in de rails, doch
de personenwagen vlak daarachter ont
spoorde en viel schuin teven een boom
aan. Ook de dan vo'gende bagagewa
gen liep uit de rails en sloeg in een
andere richting om.
Van de passagers. een 12-tal kreeg]
niemand letsel. Het verkeer was door
dit déraillement geruimen tijd geheel
Kokendekoffie. Een kindl
van M. te Stokkum, gem. Bergh, had!
gisteren het ongeluk uit een kan ko
kende koffie te drinken.
In bedenkelijken toestand is de
kleine in het ziekenhuis te Emmerik]
opgenomen.
In beslag genomen. In de
z.g. eerste gren$lin:e onder Nispen is
(door de douane te Roosendaal een
auto van de fa. B. te Oudenbosch,
hoofdvertegenwoordiger van een Bel
gische onderneming, aangehouden en
in beslag genomen wegens het ver
voer van een zending ongedekte cho
colade.
Bedoelde firma had een zending
chocolade af te leveren te Roosen
daal, welke echter niet geaccepteerd
werd.
Aangezien de chauffeur ook enkele
orders te Nispen had, kwam hij me?
zijn auto binnen de verboden linie,
waarbij hij de bekeuring opliep en de
auto in beslag zag nemen.
De zaak zal nader onderzocht wor
den.
FEUILLETON.
DORPSTOONEELEN.
'21) —o—
Zij kwamen zichzelven vandaag bui
tengewoon gewichtig voor, want zij
ontvingen niet alleen, geschenken,
maar zij, de kleinen, üeelden heden
ook geschenken uit aan de grooten.
Zij zongen voor hen liederen, verhaal
den de oude, lieve Kerstnachtgeschie
denis, declameerden gedichten, hiel
den voordrachten, en de volwassenen
luisterden oplettend toe, verbaasd, hoe
die kinderen dat alles in het hoofd ge
kregen hadden. Daarbij beefden va
ders en móeders, alis een jongen of
meisje van hen bezig was een vers
op te zeggen. Doch alies ging als van
een leien dakje. Slechts één ging het
slecht af, den kleinen Frits Reinhardt
Hij zou een gedicht de cl araeeren, doch
toen hij op het podium stond en de
vele oogen zag, die zich allen tegelijk
op zijn kleine persoonlijkheid richtten
zonk hem het anders zoo vermetele
hart in de schoenen.
Volker wilde hern helpen en fluis
terde hem de begipwoorden toe. On
ze Frits trachtte ook ze na te zeggen,
doch geen toon kwam uit de kleine
beangste borst. Hij bewoog slechts de
lippen, als een visch die op het droge
geraakt is. Gelukkig was zijn gedicht
het laatste vóór de toespraak van den
onderwijzer. Volker liet hem dus van
het podium afstappen, om zelf eenige
eenvoudige, hartelijke woorden tot de
vergadering te richten. H'ij sprak van
de groote vreugde der christenen, van
den Kerstnacht, het kinderfeest, en
hoe de school en huis verbonden zijn
en elkander de hand moeten reiken
tot gemeenschappelijken arbeid in den
dienst van God.
Met een door allen gezongen lied
werd het feest gesloten. De volwasse
nen gingen naar huis. Allen waren het
volkomen eens, dat zoo iets schoons
nog nooit in Hartenhausen gezien was
Zelfs de monarch Keizer, die, hij
wist zelf niet hoe, ook in de school
was verzeild geraakt, stemde hierme
de in: „Om de waarheid te zeggen,
menschen, naar de kerk ga ik niet,
maar naar zulk een avond ging ik, ik
weet niet waarom, terstond nog eens.
De tranen zijn me langs mijn kaken
gerold, toen die drie meisjes, begeleid
door het orgel, het engelenlied zongen
zoo zacht en mooi was het, als kwam
het uit den hemel."
De kinderen waren nog daar geble
ven. De hoogste verwachting stond in
hun oogen te lezen. Nu brachten eeni
ge vrouwen en meisjes Margaretha
Thomhof was ook onder haar een
paar volle korven binnen, waarin ge
bakjes, appelen en noten. De gebakjes
waren door cle moeder van Volker en
haar helpsters bereid, de dominee van
Gunthersberg, die zich over dit feestje
van harte verheugde, had meel, sui
ker en dergelijke betaald. De appelen
en noten waren door de kinderen zelf
langs de huizen gecollecteerd.
Nu zette de stoet van kinderen zich
in beweging langs de korven. Elk kind
ontving van de vrouwen een gelijke
hoeveelheid der gebakjes, appels en
noten, en van den onderwijzer een
plaatje met een spreuk.
Het. waren slechts arme giften, en
toch straalden de kinderoogen van ge
luk. Want met die gaven was de goud
glans eener wonderbare vreugde en in
nerlijke verheffing verbonden. En dien
goudglans zouden de kinderen in hun
herinnering met zich voeren door het
leven, als een kostbaren, onzichtba-
ren schat.
Toen de kleine Frits Reinhardt aan
de beurt was om zijn aandeel in ont
vangst te nemen, zeide Volker tot
hem: „Frits, blijf eens even hier."
De arme knaap dacht niet anders,
of hij zou nu een dracht behoorlijke
stokslagen ontvangen. Volker nam
hem mede naar zijn woonkamer. Frits
sidderde als een misdadiger voor de
terechtstelling. Volker nam zijn hoed
en zeide tot zijn moeder: „Ik ga even
het dorp in. Binnen het uur ben ik te
rug voor het avond-eten.
Dan streelde hij bij het heengaan
den zenuwachtigen knaap over het
hoofd en zeide gemoedelijk lachend:
„Nu, kereltje, wat is er toch? Anders
ben je toch niet bang. Kom, wees ge
rust. Den volgenden keer zult ge het
er beter afbrengen. Kom nu mee."
Hij nam den knaap bij de hand en
schreed door de duisternis voort naar
het huis van Joost Reinhardt.
Frits was vol dankbaarheid. Hij be
sloot bij zichzelven, nooit meer bij den
onderwijzer aan de appelen te zullen
gaan, zooals in den gepasseerden
herfst, en beloofde zichzelven vast be
sloten elk zijner makkers een flinke
aframmeling te geven, die begeerig
mocht zijn naar. den school-boomgaard
en diens vruchten.
Joost Reinhardt was diep geergerd.
„Ik sla hem, dat hij tegen de muur
op vliegt, dat hij acht dagen lang al
leen op zijn handen zitten kan."
„Ach, Joost, maak toch niet zoo'n
drukte," vleide de boerin, een kleine
beweeglijke vrouw. Ook Adam Wegner
en George Eesser, die op de bank ach
ter de kachel zaten en hun pijpje rook
ten, spraken den vertoornden vader
in dien geest toe; maar alles ver-
geefsch.
Daar verscheen Volker met den klei
nen zondaar, die de hand van zijn on
derwijzer krampachtig vasthield.
Volker liet Joost tn 't geheel niet
aan het woord komen.
„Frits, ga eens met uw moeder in
de keuken".
Terstond gingen moeder en zoon
heen.
„Nu, Reinhardt, neemt het niet al te
zwaar op, wat Frits overkomen is. Er
is reeds menig dominee bij zijn eerste
preek, en menig onderwijzer bij zijn
eerste les-uur blijven steken, en zijn
later toch flinke mannen geworden."
„Neen, mijnheer de onderwijzer, het
is te erg, het geheele dorp lacht een
mensch uit."
„Domme lieden! Verstandige men
schen toch niet. Maar zeg er eens,
zoudt gij zelf op zoo'n podium kun
nen klimmen en voor vele menschen
spreken?"
Toen zweeg Joost Reinhardt, geheel
in verlegenheid gebracht.
„Dan moogt gij den jongen ook niet
straffen. Hij zal den volgenden keer
reeds geen kippenkoorts meer hebben.
Ik wil er borg voor blijven, dat ik het
hem afwen. Wees daarom goed tot
den jongen, spreek hem moed in, in
plaats hem vreesachtig te maken."
Joost Reinhardt knikte in vlugge be
weging met het hoofd: „U hebt gelijk,
mijnheer de onderwijzer. De toorn is
een slechte tuchtmeester. Ik zal 't me
in het oor knoopen."
Volker riep nu den knaap binnen:
„Zoo Frits, ga nu hier eens staan, zie
mij alleen in de oogen en zeg uw ge
dicht op."
Nu zegde.de knaap met heldere,
maar zenuwachtig trillende stem zijn
gedicht op.
Toen de knaap stil zweeg, veegden
Joost Reinhardt en zijn vrouw hun tra
nen af. De beide mannen achter de
kachel luisterden met welgevallen toe.