m
mi
m
m
m
m
m
m
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 23 APRIL 1927
Aan liet einde der Week
De voorbereidende ontwapenings
conferentie heeft Donderdagmiddag
haar werkzaamheden hervat,"doch zij
was niet veel fortuinlijker dan de vo
rige week. Al dadelijk konden de hee-
ren het niet eens worden over een door
Nederland ingediend voorstel, dat
jaarlijksche inzending van een lijst
aan den Volkenbond bevattend het aan
tal wapenen en de hoeveelheid muni
tie zoowel in dienst als in reservevoor-
raad van de land-, zee- en luchtmacht
ei9cht.
Dit was nu eens een „democratisch"
voorstel: openbaarheid voor alles.
Japan en Frankrijk verzetten er zich
echter met heftigheid tegen; duidelijk
bleek welk een wantrouwen er nog
tusschen de mogendheden heerscht.
Zoolang dit niet overwonnen is, is er
weinig kans op slagen met betrekking
tot beperking der bewapening. Het i9
dan ook.de vraag of de a.s. ontwape
ningsconferentie wel iets in het be
lang van den wereldvrede zal k,unnen
doen, gesteld dat zij inderdaad bijeen
geroepen wordt, wat ons nog niet zoo
zeker lijkt.
Een nieuw perspectief voor de te
houden Volkenbondsconferenties biedt
de deelneming van Rusland, waartoe
dit land na de wegruiming van het
geschil met Zwitserland ten gevolge
van den moord op,Worowski besloten
heeft. De Sovjet-republiek zal radicale
eischen stellen, zo.is reeds aangekon
digd. De vraag zal dan evenwel zijn
of zij zelve bereid is tot ontwapening,
want het is een algemeen bekend feit
dat er geen militairistischer staten
zijn dan Rusland en Italië. Deze vor
men een voortdurende bedreiging van
den vrede in ons werelddeel, om maar
te zwijgen van de wijze waarop zij in
andere werelddeelen den toestand
trachten te beïnvloeden.
In China is de verwarring de laat
ste dagen weer grooter geworden dóór
de scheuring onder de Zuidel.. Tus
schen Tsjang kai sjelc en de extremis
ten van Hankau is het tot een breuk
gekomen. Tsjang treedt op krachtige
wijze te Sjanghai en op andere plaat
sen tegen de communisten op en
schijnt voornemens den invloed van
Rusland geheel te breken.
Opperbevelhebber der Hankau-troe-
pen is thans de z.g. Christengeneraal
Feng, van wien we maandenlang niets
gehoord hebben. Deze hield steeds voe
ling met de regeering te Moskou, even
wel niet uit sympathie voor het bol
sjewisme, doch omdat hij in Rusland
steun vond voor zijn actie, die al
thans zooals hij het ziet, in Moskou
denkt men er anders over en verwacht
er heil van voor de wereldrevolutie
een zuiver nationalistsich karakter
draagt-.
Een typisch staaltje van de chaoti
sche toestanden in China is dat zoo
wel Tsjang kai sjek als Feng naar Pe
king op zullen rukken, doch dat Feng
tevens opdracht kreeg Tsjang te Nan
king aan te vallen. Wat zal er uit dezen
heksenketel gebrouwen worden?
Niet veel beter dan in China is het
in Mexico, de republiek waar dè ka
tholieke kerk zoo onderdrukt wordt.
De „liberale" president deed beter in
zijn land een ordelijken toestand in
het leven te roepen en maatregelen te
nemen tegen de bandieten die deze
week een trein hebben in brand ge
stoken en de ongeveer 200 passagiers
vermoord of verbrand hebben.
Als wij aan dergelijke misdaden den
ken, wat hebben wij \t dan hoeveel
de eeonomische toestand ook te wen-
schen overlaat nog betrekkelijk
goed in ons eigen land, al neemt ook
helaas bij ons het aantal moorden on
rustbarend toe.
Wel moge hier en elders de over
heid bedenken dat haiar het zwaard ge
geven i9 om den doodslag te weren.
Will flE BLIIUEM ZEGGEH.
Als in de dagen van Noach.
Onlangs, zoo schrijft de Chr. Am
sterdammer is er discussie geweest
over de vraag of het juist is onzen tijd
te vergelijken met de dagen van
Noach.
Onzerzijds is er toen op gewezen,
dat er "wel aanleiding is om dit te
doen.
Al moet dankbaar erkend worden,
dat er in sommige kringen een gods
dienstige opwaking en een verdieping
van het geestelijk leven valt op te
merken, deze. reveil heeft toch niet
zulk een omvang, dat het een stempel
op onzen tijd drukt..
De geest van onzen tijd is verre
gaand lichtzinnig, precies als in de
dagen van Noach.
Wilt ge een voorbeeld?
In de buitenlandsche pers wordt ge
schreven over een komeet, die op 27
Juni a.s. in contact met de aarde zou
kpmen, waardoor bij sommigen de
vraag is gerezen of zulk een contact
niet het einde der wereld kan betee-
kenen.
In „De Telegraaf" wordt deze kwes
tie besproken en uiteengezet, dat de
bewoners van de aarde van die ko
meet niet te duchten hebben.
Op een en ander valt niets aan te
merken.
Maar wel op de zinnetjes, waarme
de ,,De Telegraaf" haar beschouwing
eindigt. Die luiden als volgt:
„Derhalve.... wij moeten hen he-
laas teleurstellen, die wellicht voor
nemens waren den 27sten Juni een
dag vrij-af te nemen, om het „ver
gaan der wereld" te aanschouwen.
iHet zal niet doorgaan."
Zie, dat is nu de geest van onzen
tijd. Met het meest ernstig gebeuren
dat de wereld eenmaal te wachten
staat, openlijk den spot te steken.
Dat „De Telegraaf", die zich aan
het oppervlakkig en mondaine leven
van onze dagen zoo wonderwel weet
aan te passen, zich zulke spottaal ver
oorlooft, is voor ons een symptoom,
dat onze tijd indertijd veel overeen
komst vertoont met de dagen van
Noach.
„Het zal niet doorgaan." Zeker, man
nen en vrouwen, die hun Bijbel ken
nen, weten dat. de voleinding der din
gen onder andere omstandigheden zal
plaats hebben.
Maar de spotter, die deze woorden
neerschreef en duizenden met hem,
houden het vergaan der wereld heele-
maal voor iets ongerijmds.
Gelijk al9 in de dagen van Noach,
toen men dezen grijsaard zijr^ ark al
leen liet bouwen en zich om de toe
komst niet bekommerde.
Eenmaal zal het wèl geschieden.
Eenmaal zal het einde der wereld in
derdaad gekomen zijn alle onge-
loovigen en spotters ten spijt.
Maar van die ure weet niemand.
Juist in de ure, in welke wij het niet
meenen, zal de Zoon des menschen
komen.
Zoo is het ons in de Heilige Schrift
geopenbaard.
SCHAAKRUBRIEK
Probleem van F. L. Alexander.
lste prijs in een wedstrijd van de
Western Morning News and Mercury.
h
Wit begint en geeft mat in drie zet
ten.
Oplossing volgt hieronder.
Nog een partij uit New-York.
Wit: Marshall.
Zwart: Capablanca.
1. e2—e4
c7c6
2. d2—d4
d7—d5
3. Pbl—c3
d5Xe4
4. Pc3Xel
Rc8f5
5. Pe4g3
Rf5g6
6. f2—14
e7—eO
7. Pgl—f3
RfS— .IS
8. Rfl—d3
Pg8e?
9. 0—0
Pb8d7
10. Kgl—hl
Dd8—e!,
11. Pf3—e5
Ta8—d8
12. Ddle2
Rg6Xd3
13. Pe5Xd3
0—0
14. Rel—d2
c6c5
15. Pg3—«4
Pe7—f5
16. d4Xc5
Pd7Xc5
17. Pd3Xc5
Rd6Xc5
18. Rd2c3
Rc5d4
19. Tal—dl
Rd4Xc3
20. Pe4Xc3
Td8xdl
21. Pc3Xdl*
Tf8—d8
22. Pdl—c3
Dc7—b6
23 Tfl—dl
Td8xdlf
24. Pc3Xdl
DbG—b4
25. De2f2
h7—h5
26. a2—a3
Db4d6
27. Pdl—c3
Dd6d4
28. Df2Xd4
Pf5Xd4
29. Pc3e4
Pd4Xe2
30. Pe4d6
Pc2e3
31. a3—a4
32. Pd6Xb7
33. b2b4
34. b4b5
35. Pb7a5
36. Pa5—c6
Stand na 36
Kf8,
Pe3d5
Pd5Xf4
Pf4d5
Pd5c3
Pc3Xa4
Kg8—f8
n
|g||
jp
1
1
n
PP
f
2
a
i§^
37.
Pc6Xa7
Kf8e7
38.
Pa7c6
Ke7—d6
39.
Khl—gl
f7—f6
40.
Kgl—f2-
e6e5
41.
Pc6—d8
Kd6d7
42.
Pd8b7
Kd7c7
43.
Pb7—a5
Pa4c3
44.
Kf2—f3
Pc3Xb5
45.
Kf3e4
Pb5d6f
46.
Ke4—dó
Kc7—d7
47.
Pa5cG
Pd6c8
48.
Pc6—b8f
Kd7e7
49.
Pb8—c6+
Ke7—f7
50.
Pe6d8f
Kf7—e8
51.
Wit gaf het op.
Oplossing Driezet: 1.
Pc4 Ke4,
Dd3t. Of 1Kc6:, 2. Re6:. Of 1....
d2, 2. Pc3f. Of 1f2, 2. Rg2f. Of 1.
Pf4, 2. Dd4f. Of 1Pc5, 2. Pb6f
Ons Babbelhoekje.
Als jullie het letterraadsel dat deze
week in de courant staat, opgelost hebt
dan zul je wel merken dat dit raadsel
eigenlijk een week te laat is. Maar 't
kwam te laat om het de vorige week
nog te gebruiken. En om Jat ik het zoo
jammer vond, als Goudblondie haar
werk voor niets had gedaan, heb ik het
deze week nog maar een plaatsje geg»?
ven. 'k Wou jullie dit maar even verte?
len, anders had je er misschien niets
van begrepen. En nu komen de brief
jes aan" de beurt.
„Grie". Zoo als je ziet~is je briefje
toch in mijn bezit gekomen, al is hij
door zooveel handen gegaan. Iedereen
heeft er dus goed voor gezorgd. Wat ge
zellig vcor je, dat ;jc zoo prettig uit lo-
geeren 'bent. De tüd zal wel omvliegen
voor je, denk ik. Vond je het jammöi
dat je er alken heen moest gaan en niet
met .J meei kon? Maar och zoo'n fiets
tochtje overdag is ook wel gezellig.
„S erin gentakV Vond je de raadsels
zoo makkelijk? Nu dan was je er gauw
mee klaar, en dat kwam je goed te pas
nu jullie gasten kregen. Dat is dicht bij
Utrecht waar zij vandaan komen hé?
Ben jij daar ook wel eens geweest of
niet? Ja, zulke dagen zijn haast altijd
druk. Bijna iedereen krijgt gasten of
gaat zelf uit.
„Rie". 'k Heb je boekje en beide
briefjes ontvangen. Leuk dat je op
zoo'n manier toch nog voor Grie haar
briefje kon zorgen, 'k Heb de namen
van de boekjes die je al hebt nagezien
en 'k denk wel dat ik nog wat anders
voor je heb. Misschien is het al in je
bezit als je dit leest. Vertel me dan vol
gende week maar, of dit naar genoegen
is. Ja, dat gaat zoo, g als de vriendinnen
uit zijn, dan schiet je alleen over.
„Meitakje". Je kunt nu wat fiin van
je vacantie genieten, nu de drukte op
school voorbij is. Prettig dat je rapport
zoo goed was. Daar ben je zeker wel
blij om. Neen, ik ben met de Paaschda-
Ëen niet naar de bollenvelden geweest.
iat is me te druk. 'k Heb een rustige
fietstocht gemaakt, daar kun je veel
meer van genieten. Een verhaaltje zal
er wel weer gauw komen. Prijsraadsels
geef ik gewoonlijk om de drie maanden.
Ja, je hebt een gezelligen brief geschre
ven.
„Reseda en Rozeknopje". Nog harte
lijk gefeliciteeerd mte Vader's verjaar
dag, 'Reseda. Heeft Vader mooie ca
deaux gekregen en was het een gezelli
gen dag? Ja zeker? Wat fijn. Rozeknop
je, dat je mag leeren fietsen, en dat
je nichtje zoo mooi van pas kwam om
ie daarbij te helpen. Gaat het al een
beetje goed? Of ben je dikwijls ge
vallen? Blijft je nichtje de heele Paasch
vacantie, of kwam ze maar een paar
dagen?
„Goudblondje". Je briefje was heel
gezellig meisje, op één uitzondering na.
Dat je je been gebrand hebt, dat kan
ik natuurlijk niet gezellig vinden. Heb
je erg veel pijn geliad en is het nu al
wat minder? je bent zeker ook wei erg
geschrokken is 't niet? Neen, ik ben
nog niet naar de bollenvelden geweest
Met Pasciien is»het me daar veel te
druk. Ja, op de Breestraat heb ik nog
al wat vlaggen gezien, toen de Prins
jarig was. Vertel je mij volgende week
hoe het met je been is.
„Blondine' Ja, 't was heel mooi weer
met Paschen, meisje. Ik heb wel een
klein fietstochtje gemaakt, maar niet
naar de bollenvelden. Daar is het me
te druk met zuike dagen. Hoe kwam het
dat er niemand met jo mee kon gaan
fietsen? Anders maak je toch wel eens
een tochtje op zoo'n dag hé? Kon je
niet met Bas mee?
„Vergeet mij nietje". Zoo, ga jij heel
niet uit deze vacantie? Ja, je moet maar
denken, je kunt cok niet altrjd uitgaan
Jg zal cok wei eens een beurt krijger.
Dat heb ik gemerkt dat Gustaaf Ado.f
in Bodegraven en Logeetje in Rotter
dam is. Ze hebben me allebei een an
sicht gestuurd.
„Woudlelie en Theeroosje". Waar wo
nen de ouders van Theeroosje dan? Dat
hebben jullie mij nog niet verteld. Broer
tjes houden altijd van plagen, dat is
overal zoo. Als ik op Katwjk kom en
ik heb een beetje tijd, dan hoop ik
jullie eens op te zoeken. Maar iic loop
altijd zoo hard naai' de zee weet je
want daar hond ik erg veel van.
Jullie ook? Ja, in de Lente is. het over
al even mooi, dat ben ik met je eens.
Zeker, jullie mogen gerust nieuwe
raadsel inzenden.
„Piet Hein". Is dat een mooie wande
ling, de lagerwaard rond? En in dat laan
tje, is het daar mooi? 'k Ben niet erg
bekend bij jullie, weet je, dus vertel
er mn maar wat van. Houd jij ook niet
van die erge drukte op den weg Piet
Hein? Ik ook niet. Leuk hé, dat jullie
zooveel bloemen vonden, dan behoefde
je ze niet te koopen
„Moeders Meisje". Ja, dat gaat zoo
Als er een logeetje is, blijft er niet veel
tijd over om te schrijven. Leuk dat jul
lie het letterraadsel toch nog gemaakt
hebben. Volgende week hoop ik het
te plaatsen, vertel' mij in je volgend
briefje maar, of je een gezelligen tijd
hebt gehad met je nichtjes.
„Hartedief". Dus je vond het gezel
lig op den bazaar? Heb je noe iets ge
wonnen of geraden? Ben je bin dat je
nog zoo lang vacantie hebt? Welk nicht-
Je is dat? Ken ik haar ook? Weet je
naar schuilnaam nog? Prettig voor jul
lie een logeetje te hebban in de vacan
tie. Je kunt mij volgende week wel
een lang briefje schrijven, want ik heb
je een neeleboel vragen gedaan zie je
wel?
„Waterlelie". Dat geloof ik graag,
dat het bij iullie ontzettend druk is ge
weest. Nu ik zie de bloemen liever als
het wat rustiger is. Gezellig zoo in de
yacantie hé. Dan eens een handwerk
je, dan eens een boodschap of een
fietstochtje, zoo vliegt de dag om. Vond
ie het met jammer, dat toen je vlak
bij zee was, je om moest keeren? Wat
scheelt Boscnviooltje? Toch niets ern
stigs hoop ik? Wil je haar van mij groe
ten en beterschap wenschen? Je ziet
dat je briefje toch nog op tijd was.
„Heidebloempje". Dus jij hebt een
fijn fietstochtje gemaakt meisje? Ja 't
weer was er prachtig voor, maar was
het niet ontzettend arak op den weg?
Of geef je daar niet om? Ik houd er
niet erg van. Hoe gaat het met Moeder?
Wil je haar van mij groeten?
„Crocusje". Zóó in je boek verdiept
dat je tante Francien vergeten was?
't Is mooi hoor. Hoe heette dat fnooie
boek? Misschien ken ik het ook" wel
Gezellig voor je om met dat mooie weer
een paar dagen uit logeerem te zijn. 'k
Begrijp best. dat je genoten hebt, meisje
„Lenteklokje". Ja, Crocus je heeft het
me n'et verteld, dat ze om een mooi
boek tante Francien heelemaal verge
ten was. Ik ben er verschrikkelijk boos
cm, dat begrijp je. Jjj geniet nog al
in de vacantie. Eerst Crocus je een paar
dagen op bezoek gehad en nu zeli uit
logeeren. 't Is haast te erg.
„Viooltie". Best hoor, Viooltje, ik
vind het ncnd gezellig dat jij met Prins
Maurits samen aan het Balbelhoekje
mee wilt doen. Waar ga je op school1?
En in welke klas zit je?
„Sneeuwklokje". Zeker, dat is zoo
Vacantie thuis is ook gezellig, want dan
kun je allerlei dingen doen waar je an
ders geen tijd vcor hebt. Speel je veel
buiten met het mooie weer? Dank ja
wel voor je raadsel .Ik zal het nazien
en zoo spoedig mogelijk plaatsen.
„Juniora". Natuurlijk niet meisje, als
er zooveel visite is dan kun je niet
schrijven. Zgn de logeees nu weer ver
trokken? En heb j^j in Leiden gelo
geerd? In welke straat? Wat gezellig dat
ie broertje nü weer thuis* is hé. Zeker,
heb ik toen een ansichtkaart van hem
ontvangen. Ik hpb er in het Babbelhoek
je van uè week die daarop vols&p nog
voor bedankt. Wijfje Kern'hartelijk van
ptij gegeten?
De oplossingen van de vorige week
zijn:
1. De Heer is waarlijk opgestaan.
Onderdeelen: Aaron, Nathanaël, Pries
ter, Wees, Dina, Goliath, Y.
2. Het woord „eindigt" begint met
een E.
3. Jona in de walvisch.
4. Ka - Neel, Kaneel.
5. Haring - Vliet, Haringvliet.
En hier volgen de nieuwe raadsels:
Ingezonden door Goudblondje.
1. Mijn geheel bestaat uit 44 letters,
die tezamen een wensch vormen.
Een 3 14 23 34 7 8 wil iedereen
graag vervuld zien.
24 29 4 19 36 38 29 15 is een schuil
naam.
27 29 12 13 2 is een meisjesnaam.
41 43 43 10 is een afgekorte jongens
naam.
We hebben pas 31 32 6 33 36 9 5 ge
vierd.
11 18 28 4.3 15 en 37 25 33 18 40
zijn jongensnamen.
1 17 16 20 25 13 21 12 2922 is
een schuilnaam.
De heidenen gelooven aan booze 30
39 44 6 42 26 5.
Ingezonden door Bosch viooltje.
2. Hoe kan mevrouw de dienstbode
met drie letters iets opdragen?
Ingezonden door Klaproos en Batavier.
3. Haal eens uit een kerstboom een
vrucht, een hemellichaam, een viervoe
tig dier, een bloem, en een Vaartuig.
Ingezonden door Zwartje.
4. Neem de kop van een tijger en een
otter, van een merel en een arend, de
staart van een geit, de kop van een
eend, de staart van een hoen, V.i van
een gans, - 3- van een koe en de kop
van een paard. Welk gerecht krijg je
dan?
5. Wie gaat op zgn kop de trap op?
Anecdote ingez. door Goudblond je.
Moeder: Maar Piet, heb je nu een
winkelhaak in je broek?
Piet: Nee Moeder, dat kan niet, ik
ben niet eens in een winkel geweest.
Ziezoo, jongens en meisjes, jullie kunt
weer aan het'werk. Veel succes met de
raadsels. Nu neem ik afscheid van julL
lie tot volgende week, zoo we hopen.
Vele groeten van je
TANTE FRANCIEN.
EEN OUDE PARABEL.
Zwaar hing de duisternis over Egyp-
teland.
En donkerheid spreidde ook haar
vlerken over het land Gosen, waar de
Israëlieten woonden.
Maar licht was in hun woningen, vroo
lijk licht.
Ja, de nacht was gekomen, maar hij
kon dat licht niet verdonkeren. Het was
het licht der verlossing, het licht van de
eindelijke redding.
Want deze nacht was Paaschnacht.
Het was de laatste nacht van gevan
genschap en gebondenheid.
't Zou de eerste worden van vrijheid
vrijheid over het heele volk; vrijheid
voor altoos.
Licht was het in de woningen. En
blijdschap heerschte er; de hoop leefde
de hoop op uitredding.
't Paaschmaal stond gereed; 't lam
was geslacht en bereid; net brood stond
op de tafel, en de bittere saus.
En rond de tafel zouden zich straks
de huisgeoooten scharen; grooten en
kleinen, ouders en kinderen.
Reisvaardig waren ze reeds; het lange
kleed opgeschort met den leeren riem.
Ook in het huis van Harim.
Neen, niet allen. Eén niet. Die eene
lag op een rustbed. Het was de zoon
van Harim.
Ach, hij kón niet als de anderen
Krank was hij, o, zoo krank. Al maan
den lang.
Deze nacht was voor hem een.' schrik
kelijke. In dezen nacht zou de Doodsen
gel door het land trekken en alle eerst
geborenen slaan.
Adin was de eerstgeborene.
Zou de Engel des Verderfs ook hém
slaan? Of zou deze Paaschnacht vqor
hem worden het begin van een nieuw
leven?
Onrustig bewoog zich Adin op zijn
eger.
„Vader", riep hij met zwakke stem.
„Mijn zoon", zei Harim, en hij boog
zich over zijn eerstgeborene..
„Vader, is het bloed al gesprengd
aan de deurposten?"
„Ja mijn zoon, het bloed is ge
sprengd".
Adin lag eenige ocgenMikken stil.
Toen klonk weer zijn stem: „Vader"
En weer boog de zorgzame Harim zich
over zijn eerstgeborene.
„Mijn zoon", zei hij.
„Vader,is hèt bloed al gesprengd?
O, Vader, ik moet sterver^ als het bloed
nïet aan de deurposten is".
Angst, groote angst donkerde in
Adin's oogen.
„Wees gerust, mijn zoon", zei Harim.
't Is alles in orde, wees gerust"'.
Weer bleef Adin een poos stil liggen.
Maar de angst liet hem geen rast.
„Vader. Mijn Vader".
En opnieuw bo og Harim zich over zijn
■eerstgeborene.
„Mrn zoon", sprak hii.
„Vaaer, o vader, is net bloed ge
sprengd? O, vader, ik ben een kind
des doods, als't niet gebeurd is. Vader,
o vader".
Adin greep Harim's hand als in doods
angst vast.
„Luister, mün zoon", trachtte Harim
gerust te stellen, „,ik heb zelf het lam
geslacht".
„En het bloed, vader, het bloed?"
„Ik heb Amram, onzen ouden knecht
geboden, dat hii het zou strijken aan
de dorpels van de deur, Adin. Wees nu
gerust, mijn zoon".
Adin legde het hoofd op de peluw.
Hij sloot de oogen. Maar nog woelden de
onrust en de angst in zijn hart.
En opnieuw klonk ziin stem, nu ge
jaagd en stootend: „Vader, mjjn vader"
En vcor de vierde maal boog Harim
zich over zijn beminden zoon.
„Mjjn zoon", sprak hij, teer en ga
duldig.
„0 vader, vader, wéét gij het wel ze
ker, dat Amram het bloed aan de pos
ten streek? O vader, als hij het eens
had vergeten; o. vader, dan'ben ik een
kind des doods".
„Wees gerust,, Adin, m^jn zoon. Am
ram is te vertrouwen. Maar ik zal zelf
gaan zien".
Harim vertrok.
Hij bleef een heele poos weg. Inspan
ning wachtte Adin zijn komst. Daar klon
ken voetstappen. 'Daar was Vader.
Adin's oogen, hol en groot, vroègen.
„0 ,mijn zoon, Amram was het toch
vergeten. Ik heb nu een bundeltje hysop
genomen. Zélf heb ik»het bloed aan die
posten gestreken. Alles is nu in orde
Adin. Wees nü gerust.
Adin legde het moede hoofd neer.
Toch nog bijna te laat. Maar nü was het
goed.
Nu was alles in orde. Ja? Alles? O,
als eens Neen, dat kon niet. Vader
zou niet liegen. Maar toch. Als...
„O, ik ben een kind des doods, een kind
des dcods", gilde hij eensklaps. „Vader,
vader, breng me naar de deurposten.
Breng me er naar toe. Ik wil het zién,
zién"
_Toen nam Harim in groot medelijden
f'jn krank en zoon in zijn sterke armepw
tj voelde, hoe Adin siaderde van angst
•en onrust; hij voelde den koortsgloed
jagenHii bracht Adin naar buiten.
Toen werd Adin stil, heel stil Hij zag
het, het bloed was aan de posten.
Nu was het goed. Nu kon hij rusten.
De doodsengel zou voorbijgaan.
Paschen was het voor Adin
Uit d» Hillegomsche Kerkbode.
KWADE GEWOONTEN
Een Grieksché fluitspeler liet de|
leerlingen, die vooraf bij een onbe-»
kwamen onderwijzer les hadden ge-
bomen, dubbel betalen wetend^
dat hii hen, voor dat zij konden gaan
leeren, veel moest afleeren.
Kwade gewoonten te krijgen is ga
makkelijk genoeg; kwade gewoonten!
•uit te roeien is moeilijk.
Scheepstij dingen.
HOLLAND—AMERI KA-LIJN.
EEMDIJK Vanc. n. Rott. via Hamburg
P. 21 Portland Firth.
BEEMSTERDIJK zi v. Galveston n
Rotterdam.
RIJNDAM Londen o. NYork 21 5.50
v.m. 150 mijl Z.U. v. Valentia.
MOERDIJK Rott. n. Vanc. 20 te Pio,
Colombia.
tEDAM Rott. n. N.-Orl. 22 6 n.m. vaa
Antwerpen.
NIEUW AMSTERDAM N.-York n. Rott
22 12 n.m. G.P. 1050 mjjl v. Plymouth
ROTTERDAM 22 v.m. v. Rott. te N.-
York. v
HOLLAND—AFRIKA-LIJN.
KLIPFONTEIN uitr. 21 te Gelagoabaai
OALLISTO uitr. 22 v. Zanzibar.
BILDERDIJK tbr. 21 v. Kilindini.
HOLLAND WEST-AFRIKA LIJN.
iSCHELDESTROOM 21 v. A mat. te Ham'
burg.
OERES thr. 22 ladend te Liberia.
DELFLAND thr. 20 v. Las Paimas.
HELDER thr. 22 v. Accra.
JAARSTROOM thr. 21 v. Havre.
RIJNLAND uitr. 22 te Seccondea.
JAARSTROOM 22 v. W.-Afrika teAmsi
DRECHTSTROOM uitr. p. 22 Las Pal
mas.
ROïïERDAMSCHE LLOYD.
KERTOSONO thr. via Londen 21 9.44
v.m. 110 mijl Z.W. v. Niton.
MADIOEN tbr. 22 v. Gibraltar.
SLAMAT thr. 21 v. Marseille.
DJAMBI 22 v. Hamburg t» Bremen,
DELI uitr. 21 te Belawan.
MOD J OKERTO uitr. p. 21 Gibraltar.
MERAUKE tbr. 22 v. Padang.
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND.
RADJA 22 v. Amst te Batavia.
ROEPAT uitr. p. 20 Gibraltar.
RIOUW thr. 21 v. Marseille.
J. P. COEN thr. p. 21 Perim.
KON. FAKETVAART MIJ.
OREMER 22 v. Medan.