m mi m m m m m m NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 23 APRIL 1927 Aan liet einde der Week De voorbereidende ontwapenings conferentie heeft Donderdagmiddag haar werkzaamheden hervat,"doch zij was niet veel fortuinlijker dan de vo rige week. Al dadelijk konden de hee- ren het niet eens worden over een door Nederland ingediend voorstel, dat jaarlijksche inzending van een lijst aan den Volkenbond bevattend het aan tal wapenen en de hoeveelheid muni tie zoowel in dienst als in reservevoor- raad van de land-, zee- en luchtmacht ei9cht. Dit was nu eens een „democratisch" voorstel: openbaarheid voor alles. Japan en Frankrijk verzetten er zich echter met heftigheid tegen; duidelijk bleek welk een wantrouwen er nog tusschen de mogendheden heerscht. Zoolang dit niet overwonnen is, is er weinig kans op slagen met betrekking tot beperking der bewapening. Het i9 dan ook.de vraag of de a.s. ontwape ningsconferentie wel iets in het be lang van den wereldvrede zal k,unnen doen, gesteld dat zij inderdaad bijeen geroepen wordt, wat ons nog niet zoo zeker lijkt. Een nieuw perspectief voor de te houden Volkenbondsconferenties biedt de deelneming van Rusland, waartoe dit land na de wegruiming van het geschil met Zwitserland ten gevolge van den moord op,Worowski besloten heeft. De Sovjet-republiek zal radicale eischen stellen, zo.is reeds aangekon digd. De vraag zal dan evenwel zijn of zij zelve bereid is tot ontwapening, want het is een algemeen bekend feit dat er geen militairistischer staten zijn dan Rusland en Italië. Deze vor men een voortdurende bedreiging van den vrede in ons werelddeel, om maar te zwijgen van de wijze waarop zij in andere werelddeelen den toestand trachten te beïnvloeden. In China is de verwarring de laat ste dagen weer grooter geworden dóór de scheuring onder de Zuidel.. Tus schen Tsjang kai sjelc en de extremis ten van Hankau is het tot een breuk gekomen. Tsjang treedt op krachtige wijze te Sjanghai en op andere plaat sen tegen de communisten op en schijnt voornemens den invloed van Rusland geheel te breken. Opperbevelhebber der Hankau-troe- pen is thans de z.g. Christengeneraal Feng, van wien we maandenlang niets gehoord hebben. Deze hield steeds voe ling met de regeering te Moskou, even wel niet uit sympathie voor het bol sjewisme, doch omdat hij in Rusland steun vond voor zijn actie, die al thans zooals hij het ziet, in Moskou denkt men er anders over en verwacht er heil van voor de wereldrevolutie een zuiver nationalistsich karakter draagt-. Een typisch staaltje van de chaoti sche toestanden in China is dat zoo wel Tsjang kai sjek als Feng naar Pe king op zullen rukken, doch dat Feng tevens opdracht kreeg Tsjang te Nan king aan te vallen. Wat zal er uit dezen heksenketel gebrouwen worden? Niet veel beter dan in China is het in Mexico, de republiek waar dè ka tholieke kerk zoo onderdrukt wordt. De „liberale" president deed beter in zijn land een ordelijken toestand in het leven te roepen en maatregelen te nemen tegen de bandieten die deze week een trein hebben in brand ge stoken en de ongeveer 200 passagiers vermoord of verbrand hebben. Als wij aan dergelijke misdaden den ken, wat hebben wij \t dan hoeveel de eeonomische toestand ook te wen- schen overlaat nog betrekkelijk goed in ons eigen land, al neemt ook helaas bij ons het aantal moorden on rustbarend toe. Wel moge hier en elders de over heid bedenken dat haiar het zwaard ge geven i9 om den doodslag te weren. Will flE BLIIUEM ZEGGEH. Als in de dagen van Noach. Onlangs, zoo schrijft de Chr. Am sterdammer is er discussie geweest over de vraag of het juist is onzen tijd te vergelijken met de dagen van Noach. Onzerzijds is er toen op gewezen, dat er "wel aanleiding is om dit te doen. Al moet dankbaar erkend worden, dat er in sommige kringen een gods dienstige opwaking en een verdieping van het geestelijk leven valt op te merken, deze. reveil heeft toch niet zulk een omvang, dat het een stempel op onzen tijd drukt.. De geest van onzen tijd is verre gaand lichtzinnig, precies als in de dagen van Noach. Wilt ge een voorbeeld? In de buitenlandsche pers wordt ge schreven over een komeet, die op 27 Juni a.s. in contact met de aarde zou kpmen, waardoor bij sommigen de vraag is gerezen of zulk een contact niet het einde der wereld kan betee- kenen. In „De Telegraaf" wordt deze kwes tie besproken en uiteengezet, dat de bewoners van de aarde van die ko meet niet te duchten hebben. Op een en ander valt niets aan te merken. Maar wel op de zinnetjes, waarme de ,,De Telegraaf" haar beschouwing eindigt. Die luiden als volgt: „Derhalve.... wij moeten hen he- laas teleurstellen, die wellicht voor nemens waren den 27sten Juni een dag vrij-af te nemen, om het „ver gaan der wereld" te aanschouwen. iHet zal niet doorgaan." Zie, dat is nu de geest van onzen tijd. Met het meest ernstig gebeuren dat de wereld eenmaal te wachten staat, openlijk den spot te steken. Dat „De Telegraaf", die zich aan het oppervlakkig en mondaine leven van onze dagen zoo wonderwel weet aan te passen, zich zulke spottaal ver oorlooft, is voor ons een symptoom, dat onze tijd indertijd veel overeen komst vertoont met de dagen van Noach. „Het zal niet doorgaan." Zeker, man nen en vrouwen, die hun Bijbel ken nen, weten dat. de voleinding der din gen onder andere omstandigheden zal plaats hebben. Maar de spotter, die deze woorden neerschreef en duizenden met hem, houden het vergaan der wereld heele- maal voor iets ongerijmds. Gelijk al9 in de dagen van Noach, toen men dezen grijsaard zijr^ ark al leen liet bouwen en zich om de toe komst niet bekommerde. Eenmaal zal het wèl geschieden. Eenmaal zal het einde der wereld in derdaad gekomen zijn alle onge- loovigen en spotters ten spijt. Maar van die ure weet niemand. Juist in de ure, in welke wij het niet meenen, zal de Zoon des menschen komen. Zoo is het ons in de Heilige Schrift geopenbaard. SCHAAKRUBRIEK Probleem van F. L. Alexander. lste prijs in een wedstrijd van de Western Morning News and Mercury. h Wit begint en geeft mat in drie zet ten. Oplossing volgt hieronder. Nog een partij uit New-York. Wit: Marshall. Zwart: Capablanca. 1. e2—e4 c7c6 2. d2—d4 d7—d5 3. Pbl—c3 d5Xe4 4. Pc3Xel Rc8f5 5. Pe4g3 Rf5g6 6. f2—14 e7—eO 7. Pgl—f3 RfS— .IS 8. Rfl—d3 Pg8e? 9. 0—0 Pb8d7 10. Kgl—hl Dd8—e!, 11. Pf3—e5 Ta8—d8 12. Ddle2 Rg6Xd3 13. Pe5Xd3 0—0 14. Rel—d2 c6c5 15. Pg3—«4 Pe7—f5 16. d4Xc5 Pd7Xc5 17. Pd3Xc5 Rd6Xc5 18. Rd2c3 Rc5d4 19. Tal—dl Rd4Xc3 20. Pe4Xc3 Td8xdl 21. Pc3Xdl* Tf8—d8 22. Pdl—c3 Dc7—b6 23 Tfl—dl Td8xdlf 24. Pc3Xdl DbG—b4 25. De2f2 h7—h5 26. a2—a3 Db4d6 27. Pdl—c3 Dd6d4 28. Df2Xd4 Pf5Xd4 29. Pc3e4 Pd4Xe2 30. Pe4d6 Pc2e3 31. a3—a4 32. Pd6Xb7 33. b2b4 34. b4b5 35. Pb7a5 36. Pa5—c6 Stand na 36 Kf8, Pe3d5 Pd5Xf4 Pf4d5 Pd5c3 Pc3Xa4 Kg8—f8 n |g|| jp 1 1 n PP f 2 a i§^ 37. Pc6Xa7 Kf8e7 38. Pa7c6 Ke7—d6 39. Khl—gl f7—f6 40. Kgl—f2- e6e5 41. Pc6—d8 Kd6d7 42. Pd8b7 Kd7c7 43. Pb7—a5 Pa4c3 44. Kf2—f3 Pc3Xb5 45. Kf3e4 Pb5d6f 46. Ke4—dó Kc7—d7 47. Pa5cG Pd6c8 48. Pc6—b8f Kd7e7 49. Pb8—c6+ Ke7—f7 50. Pe6d8f Kf7—e8 51. Wit gaf het op. Oplossing Driezet: 1. Pc4 Ke4, Dd3t. Of 1Kc6:, 2. Re6:. Of 1.... d2, 2. Pc3f. Of 1f2, 2. Rg2f. Of 1. Pf4, 2. Dd4f. Of 1Pc5, 2. Pb6f Ons Babbelhoekje. Als jullie het letterraadsel dat deze week in de courant staat, opgelost hebt dan zul je wel merken dat dit raadsel eigenlijk een week te laat is. Maar 't kwam te laat om het de vorige week nog te gebruiken. En om Jat ik het zoo jammer vond, als Goudblondie haar werk voor niets had gedaan, heb ik het deze week nog maar een plaatsje geg»? ven. 'k Wou jullie dit maar even verte? len, anders had je er misschien niets van begrepen. En nu komen de brief jes aan" de beurt. „Grie". Zoo als je ziet~is je briefje toch in mijn bezit gekomen, al is hij door zooveel handen gegaan. Iedereen heeft er dus goed voor gezorgd. Wat ge zellig vcor je, dat ;jc zoo prettig uit lo- geeren 'bent. De tüd zal wel omvliegen voor je, denk ik. Vond je het jammöi dat je er alken heen moest gaan en niet met .J meei kon? Maar och zoo'n fiets tochtje overdag is ook wel gezellig. „S erin gentakV Vond je de raadsels zoo makkelijk? Nu dan was je er gauw mee klaar, en dat kwam je goed te pas nu jullie gasten kregen. Dat is dicht bij Utrecht waar zij vandaan komen hé? Ben jij daar ook wel eens geweest of niet? Ja, zulke dagen zijn haast altijd druk. Bijna iedereen krijgt gasten of gaat zelf uit. „Rie". 'k Heb je boekje en beide briefjes ontvangen. Leuk dat je op zoo'n manier toch nog voor Grie haar briefje kon zorgen, 'k Heb de namen van de boekjes die je al hebt nagezien en 'k denk wel dat ik nog wat anders voor je heb. Misschien is het al in je bezit als je dit leest. Vertel me dan vol gende week maar, of dit naar genoegen is. Ja, dat gaat zoo, g als de vriendinnen uit zijn, dan schiet je alleen over. „Meitakje". Je kunt nu wat fiin van je vacantie genieten, nu de drukte op school voorbij is. Prettig dat je rapport zoo goed was. Daar ben je zeker wel blij om. Neen, ik ben met de Paaschda- Ëen niet naar de bollenvelden geweest. iat is me te druk. 'k Heb een rustige fietstocht gemaakt, daar kun je veel meer van genieten. Een verhaaltje zal er wel weer gauw komen. Prijsraadsels geef ik gewoonlijk om de drie maanden. Ja, je hebt een gezelligen brief geschre ven. „Reseda en Rozeknopje". Nog harte lijk gefeliciteeerd mte Vader's verjaar dag, 'Reseda. Heeft Vader mooie ca deaux gekregen en was het een gezelli gen dag? Ja zeker? Wat fijn. Rozeknop je, dat je mag leeren fietsen, en dat je nichtje zoo mooi van pas kwam om ie daarbij te helpen. Gaat het al een beetje goed? Of ben je dikwijls ge vallen? Blijft je nichtje de heele Paasch vacantie, of kwam ze maar een paar dagen? „Goudblondje". Je briefje was heel gezellig meisje, op één uitzondering na. Dat je je been gebrand hebt, dat kan ik natuurlijk niet gezellig vinden. Heb je erg veel pijn geliad en is het nu al wat minder? je bent zeker ook wei erg geschrokken is 't niet? Neen, ik ben nog niet naar de bollenvelden geweest Met Pasciien is»het me daar veel te druk. Ja, op de Breestraat heb ik nog al wat vlaggen gezien, toen de Prins jarig was. Vertel je mij volgende week hoe het met je been is. „Blondine' Ja, 't was heel mooi weer met Paschen, meisje. Ik heb wel een klein fietstochtje gemaakt, maar niet naar de bollenvelden. Daar is het me te druk met zuike dagen. Hoe kwam het dat er niemand met jo mee kon gaan fietsen? Anders maak je toch wel eens een tochtje op zoo'n dag hé? Kon je niet met Bas mee? „Vergeet mij nietje". Zoo, ga jij heel niet uit deze vacantie? Ja, je moet maar denken, je kunt cok niet altrjd uitgaan Jg zal cok wei eens een beurt krijger. Dat heb ik gemerkt dat Gustaaf Ado.f in Bodegraven en Logeetje in Rotter dam is. Ze hebben me allebei een an sicht gestuurd. „Woudlelie en Theeroosje". Waar wo nen de ouders van Theeroosje dan? Dat hebben jullie mij nog niet verteld. Broer tjes houden altijd van plagen, dat is overal zoo. Als ik op Katwjk kom en ik heb een beetje tijd, dan hoop ik jullie eens op te zoeken. Maar iic loop altijd zoo hard naai' de zee weet je want daar hond ik erg veel van. Jullie ook? Ja, in de Lente is. het over al even mooi, dat ben ik met je eens. Zeker, jullie mogen gerust nieuwe raadsel inzenden. „Piet Hein". Is dat een mooie wande ling, de lagerwaard rond? En in dat laan tje, is het daar mooi? 'k Ben niet erg bekend bij jullie, weet je, dus vertel er mn maar wat van. Houd jij ook niet van die erge drukte op den weg Piet Hein? Ik ook niet. Leuk hé, dat jullie zooveel bloemen vonden, dan behoefde je ze niet te koopen „Moeders Meisje". Ja, dat gaat zoo Als er een logeetje is, blijft er niet veel tijd over om te schrijven. Leuk dat jul lie het letterraadsel toch nog gemaakt hebben. Volgende week hoop ik het te plaatsen, vertel' mij in je volgend briefje maar, of je een gezelligen tijd hebt gehad met je nichtjes. „Hartedief". Dus je vond het gezel lig op den bazaar? Heb je noe iets ge wonnen of geraden? Ben je bin dat je nog zoo lang vacantie hebt? Welk nicht- Je is dat? Ken ik haar ook? Weet je naar schuilnaam nog? Prettig voor jul lie een logeetje te hebban in de vacan tie. Je kunt mij volgende week wel een lang briefje schrijven, want ik heb je een neeleboel vragen gedaan zie je wel? „Waterlelie". Dat geloof ik graag, dat het bij iullie ontzettend druk is ge weest. Nu ik zie de bloemen liever als het wat rustiger is. Gezellig zoo in de yacantie hé. Dan eens een handwerk je, dan eens een boodschap of een fietstochtje, zoo vliegt de dag om. Vond ie het met jammer, dat toen je vlak bij zee was, je om moest keeren? Wat scheelt Boscnviooltje? Toch niets ern stigs hoop ik? Wil je haar van mij groe ten en beterschap wenschen? Je ziet dat je briefje toch nog op tijd was. „Heidebloempje". Dus jij hebt een fijn fietstochtje gemaakt meisje? Ja 't weer was er prachtig voor, maar was het niet ontzettend arak op den weg? Of geef je daar niet om? Ik houd er niet erg van. Hoe gaat het met Moeder? Wil je haar van mij groeten? „Crocusje". Zóó in je boek verdiept dat je tante Francien vergeten was? 't Is mooi hoor. Hoe heette dat fnooie boek? Misschien ken ik het ook" wel Gezellig voor je om met dat mooie weer een paar dagen uit logeerem te zijn. 'k Begrijp best. dat je genoten hebt, meisje „Lenteklokje". Ja, Crocus je heeft het me n'et verteld, dat ze om een mooi boek tante Francien heelemaal verge ten was. Ik ben er verschrikkelijk boos cm, dat begrijp je. Jjj geniet nog al in de vacantie. Eerst Crocus je een paar dagen op bezoek gehad en nu zeli uit logeeren. 't Is haast te erg. „Viooltie". Best hoor, Viooltje, ik vind het ncnd gezellig dat jij met Prins Maurits samen aan het Balbelhoekje mee wilt doen. Waar ga je op school1? En in welke klas zit je? „Sneeuwklokje". Zeker, dat is zoo Vacantie thuis is ook gezellig, want dan kun je allerlei dingen doen waar je an ders geen tijd vcor hebt. Speel je veel buiten met het mooie weer? Dank ja wel voor je raadsel .Ik zal het nazien en zoo spoedig mogelijk plaatsen. „Juniora". Natuurlijk niet meisje, als er zooveel visite is dan kun je niet schrijven. Zgn de logeees nu weer ver trokken? En heb j^j in Leiden gelo geerd? In welke straat? Wat gezellig dat ie broertje nü weer thuis* is hé. Zeker, heb ik toen een ansichtkaart van hem ontvangen. Ik hpb er in het Babbelhoek je van uè week die daarop vols&p nog voor bedankt. Wijfje Kern'hartelijk van ptij gegeten? De oplossingen van de vorige week zijn: 1. De Heer is waarlijk opgestaan. Onderdeelen: Aaron, Nathanaël, Pries ter, Wees, Dina, Goliath, Y. 2. Het woord „eindigt" begint met een E. 3. Jona in de walvisch. 4. Ka - Neel, Kaneel. 5. Haring - Vliet, Haringvliet. En hier volgen de nieuwe raadsels: Ingezonden door Goudblondje. 1. Mijn geheel bestaat uit 44 letters, die tezamen een wensch vormen. Een 3 14 23 34 7 8 wil iedereen graag vervuld zien. 24 29 4 19 36 38 29 15 is een schuil naam. 27 29 12 13 2 is een meisjesnaam. 41 43 43 10 is een afgekorte jongens naam. We hebben pas 31 32 6 33 36 9 5 ge vierd. 11 18 28 4.3 15 en 37 25 33 18 40 zijn jongensnamen. 1 17 16 20 25 13 21 12 2922 is een schuilnaam. De heidenen gelooven aan booze 30 39 44 6 42 26 5. Ingezonden door Bosch viooltje. 2. Hoe kan mevrouw de dienstbode met drie letters iets opdragen? Ingezonden door Klaproos en Batavier. 3. Haal eens uit een kerstboom een vrucht, een hemellichaam, een viervoe tig dier, een bloem, en een Vaartuig. Ingezonden door Zwartje. 4. Neem de kop van een tijger en een otter, van een merel en een arend, de staart van een geit, de kop van een eend, de staart van een hoen, V.i van een gans, - 3- van een koe en de kop van een paard. Welk gerecht krijg je dan? 5. Wie gaat op zgn kop de trap op? Anecdote ingez. door Goudblond je. Moeder: Maar Piet, heb je nu een winkelhaak in je broek? Piet: Nee Moeder, dat kan niet, ik ben niet eens in een winkel geweest. Ziezoo, jongens en meisjes, jullie kunt weer aan het'werk. Veel succes met de raadsels. Nu neem ik afscheid van julL lie tot volgende week, zoo we hopen. Vele groeten van je TANTE FRANCIEN. EEN OUDE PARABEL. Zwaar hing de duisternis over Egyp- teland. En donkerheid spreidde ook haar vlerken over het land Gosen, waar de Israëlieten woonden. Maar licht was in hun woningen, vroo lijk licht. Ja, de nacht was gekomen, maar hij kon dat licht niet verdonkeren. Het was het licht der verlossing, het licht van de eindelijke redding. Want deze nacht was Paaschnacht. Het was de laatste nacht van gevan genschap en gebondenheid. 't Zou de eerste worden van vrijheid vrijheid over het heele volk; vrijheid voor altoos. Licht was het in de woningen. En blijdschap heerschte er; de hoop leefde de hoop op uitredding. 't Paaschmaal stond gereed; 't lam was geslacht en bereid; net brood stond op de tafel, en de bittere saus. En rond de tafel zouden zich straks de huisgeoooten scharen; grooten en kleinen, ouders en kinderen. Reisvaardig waren ze reeds; het lange kleed opgeschort met den leeren riem. Ook in het huis van Harim. Neen, niet allen. Eén niet. Die eene lag op een rustbed. Het was de zoon van Harim. Ach, hij kón niet als de anderen Krank was hij, o, zoo krank. Al maan den lang. Deze nacht was voor hem een.' schrik kelijke. In dezen nacht zou de Doodsen gel door het land trekken en alle eerst geborenen slaan. Adin was de eerstgeborene. Zou de Engel des Verderfs ook hém slaan? Of zou deze Paaschnacht vqor hem worden het begin van een nieuw leven? Onrustig bewoog zich Adin op zijn eger. „Vader", riep hij met zwakke stem. „Mijn zoon", zei Harim, en hij boog zich over zijn eerstgeborene.. „Vader, is het bloed al gesprengd aan de deurposten?" „Ja mijn zoon, het bloed is ge sprengd". Adin lag eenige ocgenMikken stil. Toen klonk weer zijn stem: „Vader" En weer boog de zorgzame Harim zich over zijn eerstgeborene. „Mijn zoon", zei hij. „Vader,is hèt bloed al gesprengd? O, Vader, ik moet sterver^ als het bloed nïet aan de deurposten is". Angst, groote angst donkerde in Adin's oogen. „Wees gerust, mijn zoon", zei Harim. 't Is alles in orde, wees gerust"'. Weer bleef Adin een poos stil liggen. Maar de angst liet hem geen rast. „Vader. Mijn Vader". En opnieuw bo og Harim zich over zijn ■eerstgeborene. „Mrn zoon", sprak hii. „Vaaer, o vader, is net bloed ge sprengd? O, vader, ik ben een kind des doods, als't niet gebeurd is. Vader, o vader". Adin greep Harim's hand als in doods angst vast. „Luister, mün zoon", trachtte Harim gerust te stellen, „,ik heb zelf het lam geslacht". „En het bloed, vader, het bloed?" „Ik heb Amram, onzen ouden knecht geboden, dat hii het zou strijken aan de dorpels van de deur, Adin. Wees nu gerust, mijn zoon". Adin legde het hoofd op de peluw. Hij sloot de oogen. Maar nog woelden de onrust en de angst in zijn hart. En opnieuw klonk ziin stem, nu ge jaagd en stootend: „Vader, mjjn vader" En vcor de vierde maal boog Harim zich over zijn beminden zoon. „Mjjn zoon", sprak hij, teer en ga duldig. „0 vader, vader, wéét gij het wel ze ker, dat Amram het bloed aan de pos ten streek? O vader, als hij het eens had vergeten; o. vader, dan'ben ik een kind des doods". „Wees gerust,, Adin, m^jn zoon. Am ram is te vertrouwen. Maar ik zal zelf gaan zien". Harim vertrok. Hij bleef een heele poos weg. Inspan ning wachtte Adin zijn komst. Daar klon ken voetstappen. 'Daar was Vader. Adin's oogen, hol en groot, vroègen. „0 ,mijn zoon, Amram was het toch vergeten. Ik heb nu een bundeltje hysop genomen. Zélf heb ik»het bloed aan die posten gestreken. Alles is nu in orde Adin. Wees nü gerust. Adin legde het moede hoofd neer. Toch nog bijna te laat. Maar nü was het goed. Nu was alles in orde. Ja? Alles? O, als eens Neen, dat kon niet. Vader zou niet liegen. Maar toch. Als... „O, ik ben een kind des doods, een kind des dcods", gilde hij eensklaps. „Vader, vader, breng me naar de deurposten. Breng me er naar toe. Ik wil het zién, zién" _Toen nam Harim in groot medelijden f'jn krank en zoon in zijn sterke armepw tj voelde, hoe Adin siaderde van angst •en onrust; hij voelde den koortsgloed jagenHii bracht Adin naar buiten. Toen werd Adin stil, heel stil Hij zag het, het bloed was aan de posten. Nu was het goed. Nu kon hij rusten. De doodsengel zou voorbijgaan. Paschen was het voor Adin Uit d» Hillegomsche Kerkbode. KWADE GEWOONTEN Een Grieksché fluitspeler liet de| leerlingen, die vooraf bij een onbe-» kwamen onderwijzer les hadden ge- bomen, dubbel betalen wetend^ dat hii hen, voor dat zij konden gaan leeren, veel moest afleeren. Kwade gewoonten te krijgen is ga makkelijk genoeg; kwade gewoonten! •uit te roeien is moeilijk. Scheepstij dingen. HOLLAND—AMERI KA-LIJN. EEMDIJK Vanc. n. Rott. via Hamburg P. 21 Portland Firth. BEEMSTERDIJK zi v. Galveston n Rotterdam. RIJNDAM Londen o. NYork 21 5.50 v.m. 150 mijl Z.U. v. Valentia. MOERDIJK Rott. n. Vanc. 20 te Pio, Colombia. tEDAM Rott. n. N.-Orl. 22 6 n.m. vaa Antwerpen. NIEUW AMSTERDAM N.-York n. Rott 22 12 n.m. G.P. 1050 mjjl v. Plymouth ROTTERDAM 22 v.m. v. Rott. te N.- York. v HOLLAND—AFRIKA-LIJN. KLIPFONTEIN uitr. 21 te Gelagoabaai OALLISTO uitr. 22 v. Zanzibar. BILDERDIJK tbr. 21 v. Kilindini. HOLLAND WEST-AFRIKA LIJN. iSCHELDESTROOM 21 v. A mat. te Ham' burg. OERES thr. 22 ladend te Liberia. DELFLAND thr. 20 v. Las Paimas. HELDER thr. 22 v. Accra. JAARSTROOM thr. 21 v. Havre. RIJNLAND uitr. 22 te Seccondea. JAARSTROOM 22 v. W.-Afrika teAmsi DRECHTSTROOM uitr. p. 22 Las Pal mas. ROïïERDAMSCHE LLOYD. KERTOSONO thr. via Londen 21 9.44 v.m. 110 mijl Z.W. v. Niton. MADIOEN tbr. 22 v. Gibraltar. SLAMAT thr. 21 v. Marseille. DJAMBI 22 v. Hamburg t» Bremen, DELI uitr. 21 te Belawan. MOD J OKERTO uitr. p. 21 Gibraltar. MERAUKE tbr. 22 v. Padang. STOOMVAART MIJ. NEDERLAND. RADJA 22 v. Amst te Batavia. ROEPAT uitr. p. 20 Gibraltar. RIOUW thr. 21 v. Marseille. J. P. COEN thr. p. 21 Perim. KON. FAKETVAART MIJ. OREMER 22 v. Medan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 7