NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG S3 APRIL T927 GEREF. KERKEN. Bedankt. Voor Utrecht en 'sGra venhage-West, Dr. W. G. Harrenstein te Amsterdam. Voor Klundert, W. Steunenberg te Heefenveen. NED. HERV. GEMEENTE TE 's-GRAVENHAGE. Bij de Donderdag gehouden ver kiezing van 61 leden vam het kiescol lege der Ned. Herv. Gemeente te 's Gravenhage zijn alle aftredende le« (den herkozen en van de nieuwe can- ididaten gekozen de candidaten van ide confessioneele kiesvereeniging Ev vangelie en Belijdenis. Het aantal kiezers was 8443, uitge bracht zijn 2826 geldige stemmen, de meerderheid 1414. Hiervan hebben verkregen de eigen candidaten van de confessioneele kies vereeniging Evangelie en Belijdenis 15071504 stemmen, de eigen candi daten van de vereeniging Band des (Vredes 71370V stemmen, de geza menlijke candidaten van deze twee kiesvereenigingen 22012213 stem men en de candidaten van Evenredige Vertegenwoordiging 596590 sten> men. Verleden jaar was het aantal geldige stemmen 2797, meerderheid 1399, waarvan verkregen de eigen candid? ten van Evangelie en Belijdenis 1415' die van den Band des Vredes 864 853, de gezamenlijke candidaten van beide vereenigingen 22852284 en de candidaten van Evenredige Vertegen woordiging 519513 stemmen. DE OPLOSSING? Dat er voor proponenten groote be-» zwaren aan verbonden zijn, terstondi na het praeparatoir examen te worden beroepen, wordt vrijwel algemeen er kend. De meesten trachten aan die be zwaren te ontkomen door den Kerken te verzoeken in den eersten tijd geen beroep op hen uit te brengen. Zoo echter krijgt men telkens weer het zonderlinge geval, dat een candi- daat zich aanbiedt voor het praepara- toir examen teneinde beroepbaar te worden gesteld, en zoodra hij geslaagd is een publicatie de wereld inzendt, waaruit blijkt, dat het hem feitelijk niet, althans niet dadelijk, om die be- roepbaarstell ng te doen was, maar om het recht, in de Kerken te propo- neeren. Prof. Hepp schijnt een weg gevon den te hebben, waarin de candidaten hun wensch krijgen met vermijding van de genoemde kerkrechtelijke on regelmatigheden". De Hoogleeraar oppert in „De Re formatie" het denkbeeld, dat een ze kere termijn worde vastgesteld, binnen welken een candidaat niet mag wor den beroepen. Dit lijkt ons een geluk kige trouvaille. Indien de Generale Synode bepaalt, |dat het slagen voor het praeoaratoir examen de bevoegdheid geeft, aan stonds in de Kerken te nroponeeren en b.v. na drie maanden door de Ker' ken te worden beroepen, komen we in het goede spoor. De bezwaren der meeste candidaten zijn dan ondervangen. En het ,.ze'fbeschikkingsrecht", dat kerkrechtelijk niet te verdedigen is, is dan meteen de wereld uit. HONGAARSCHE HERDENKING VAN MICHIEL ADRIAANSZ. DE RUYTER. De president van de Algemeene Sy node der Ned. Herv. Kerk heeft van het bestuur der Evang. Luth. Kerk in Hongarije den volgenden brief ontvan gen. „De Evangelisch-Luthersche Kerk van Hongarije heeft in het afgeloopen jaar het 250-jarig eeuwfeest herdacht van het feit, dat de groote zeeheld der Nederlanden, Michiel Adriaansz* de Ruyter, d^ wegens hun protes- tantsch geloof tot galeislaven veroor deelde predikanten en onderwijzers te Napels uit de galeien heeft verlost Onze generale vergadering herdenkt in verband hiermede vol piëteit de nagedachtenis van Admiraal de Ruy ter; van den predikant der Nederland sche vloot Aegidius Viseth en van Westhovius, den predikant van admi raal de Ruyter, die als echte broedérs in het geloof, aan de bevrijding, ver troosting en verzorging van onze ver- Toste predikanten hebben deelgeno men. Enkelen van de zooeven genoem den vonden, na de galeien een vrien delijke opname, ja een tehuis in Hol land. Volgens het besluit van ónze gene rale vergadering zonden wij aan Hare Majesteit Wilhelmina, Koningin der Nederlanden, de schriftelijke verzeke ring van onze diepste hulde. Wij achten het echter onzen plicht, als broeders, door uwe tusschenkomst, hooggeachte voorzitters van de Alge meene Synode der Ned. Herv. Kerk onzen diep gevoelden dank te brengen ook aan de geheele Protestantsche bo volking van Nederland, voor de hulp welke eertijds door onze Nederlana- sche broederen aan onze voorvaderen op de galeien en door hen, aan onze geheele protestantsche kerk is ver leend. Onze generale vergadering vereeu wigde in hare notulen de nagedachte nis van onze 'weldoeners. Ook aan het tegenwoordig geslacht van het pro testantsche Nederland zal de Evan gelische Luthersche Kerk van Hon garije met nimmer ophoudende dank baarheid gedachtig blijven. Terwijl wij' het geheele protestant sche Nederland met broederlijke op rechtheid daarvan de verzekering ge ven, vragen wij, dat aan ons, uwe ge loof sverwanten, ook in de toekomst de warme christelijke broederliefde niet worde onthouden. De brief was geteekend door den bisschop, kerkelijk voorzitter, en door den generaal-opziener, leekenvoorzit ter der geheele Evangelisch-Luther sche Kerk in Hongarije. BINNENLAND. PRINSES JULIANA. Naar wij vernemen ligt het in de bedoeling van de koningin om, in ver band met het bereiken door Prinses Juliana van den achttien jarigen leef tijd, Zaterdagavond 30 dezer vóór den aanvang der feestelijkheden op den Hofvijver, ten koninklijken paleize in het Noordeinde een gala-diner te ge ven. WETHOUDERSCRISIS TE ROTTERDAM. Onze A.R. Rotterdammer schrijft hierover: Eigenlijk valt er weinig of niets te overzien. Want het geval bleef, zooals het was. Ware het niet, dat de verkiezings rede van den heer Van Burink met de daarop volgende ontruiming der pu blieke tribune onder het noodige ge- vlqek en gescheld aan het adres der s.d.a.p.ers eenige kleur aan de fitting had gegeven we waren binnen het uur klaar geweest en met hetzelfde re sultaat als nu naar huis gegaan. De crisis bleef. Beide groepen, die in dit geding iets te beduiden hebben, volhardden bij de aangenomen hou ding: Rechts en Rood stemden blan co. Bij rechts zullen op dezen regel enkele uitzonderingen zijn. bij rood niet. Vandaar dat mevr. Brauns en de heer Hendriks enkele stemmen op zich vereenigden. Volgende keer dus de demonstratie der impotentie maar weer voortgezet. De zaak zal Rood op deze manier al heel weinig wind in de zeilen bla zen. Wie er goed garen bij spint is v. Bu rink. Onzerzijds de taak om in onze ver- kiezingslectuur de groote categorie, die wel eens naar Rood afdwaalt, TWEEDE BLAD. UIT DE SCHRIFTEN ONS VERNEDERD LICHAAM VERANDERD. Die ons vernederd lichaam veranderen zal or>dat het ge ÏHVvoTTrg wo~de aan Zijn heer lijk lichaam. Philipp. 3 21. Ons vernederd lichaam. Het .li chaam onzer vernedering. Ta, zoo moet het genoemd worden. Hee' dat lichaam draagt het stempel van onzen geva'len staat, van onzen afval van den levenden God. De oorspronke'ijke glans is verdoofd de eens zoo heerlijke kracht schier weggevloeid, een zwak, broos vat is het geworden, dat na weinige jaren ineen stort. Het is zoo zwak en wordt spoedig zoo moede. Het wordt door krankhe den ondermijnd en het brengt de kiem des doods in de geboorte reeds mee. Het draagt ons wankelend naar het graf. En dan komt die laatste vernede ring. Het wordt neerge'egd in het stof des doods. Het weggeworoen worden in de donkere groeve. Het verteerd! worden door de maden. Het version, !den worden door de aarde. O. de mensch is wel diep vernederd, hij, die een koning moest zijn, en de aarde moest hebben onder zijn voeten Maar de Apostel wijst naar Boven, naar den hemel, Waaruit hij den Za ligmaker verwacht, den Heere Jezus Christus, en jubelt het dan uit: Die ons vernederd lichaam veranderen zal* opdat het gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam. Ja, ons lichaam zal veranderd wor den. Als Jezus komt, aan 't eind van de eeuwen, op de wolken des hemels. Dan worden de dooden opgewekt. Alle dooden. Ook die, wier licha men verzonken zijn in de groote wa teren. Of wier stof verstrooid is op de vleugelen des winds. Ook de goddeloozen. Maar hunne lichamen zullen dan zijn tot een eeuwig afgrijzen. Wie in Christus ontslapen zijn, «ui Ten echter opstaan met een verheer lijkt lichaam. En die verandering zal zoo groot zijn, dat niet alleen alle spoor van vernedering verdwenen zal zijn, maai; de oorspronke'ijke Paradijsheerlijk- he d zal zelfs overtroffen worden. De lichamen van Gods kinderen zullen ,dan gelijkvormig zijn aan het ver heerlijkte lichaam van onzen Heere Jezus. De apostel Johannes heeft op Pat mos eens iets mogen zien van die heer lijke gestalte van Christus. Het aan gezicht des Heeren was als de zon schijnt in haar kracht. Johannes de discipel, die het meest vertrouwd met zijn Meester had omgegaan, kon dat gezicht niet verdragen, maar stortte als dood ter neer. Hoe zouden wij het dan kunrten verdragen, indien Jezus eens in Zijne heerlijkheid Zich aan ons oog ver toonde. En toch, als Jezus straks komt, in Zijne oogverblindende Majesteit en heerlijkheid, dan zullen Gods kinde ren niet alleen die verschijning in he- melschen glans kunnen verdragen, maar ze zullen zelfs in die heerlijkheid) deelen. Hunne lichamen worden ge lijkvormig gemaakt aan het verheerlijk te lichaam van Christus. Natuurlijk zal er onderscheid zijn. Aan Jezus zal het te zien zijn, dal' Hij het Hoofd is van Zijne Gemeente. Aan Jezus zal het ook te zien zijn, (dat Hij de Zoon van God is. Zijn God delijke heerlijkheid verbergt Hij dan FEUILLETON. DORPSTOONEELEN. 17) -o- Kalm antwoordde Karlientje: „Ik heb de begrafenis voor mijn vader be steld." „Ja, dat geloof ik, en daarbij een beetje rondgeslenterd. Schaamt ge u niet, op klaarlichten dag met Herman over de straat te gaan?" Karlientje werd vuurrood. Doch zij bedwong zich en ging, zonder nog een woord te zeggen, in de kamer. Dat echter bracht de wrouw van den bur gemeester eerst voor goed uit haar humeur. Als een furie snelde zij het meisje na, dat juist tot den burge meester het verzoek richtte, haar voor die gelegenheid enkele oogenblikken een schoollokaal af te staan. Vóór Mowel antwoorden kon, riep reeds zijn Louise: „Wat, dat zou een mooie boel worden, als alle schooi ers hun doodmaal in de 9chool hiel den Maar, men begrijpt wel, waar om gij u zoo groot wilt houden!" Met onderdrukte woede antwoordde het meisje: „Ik dien nu reeds in het derde jaar bij u. Elk ander heer zou mij het doodmaal bij zich laten hou den. Gij echter „Ge behoeft u daarover niet te ver bazen," schreeuwde de woedende vrouw, „gij meent, omdat ik de tante niet meer achter het kleed der mensch heid. zooals in de dagen, toen Hij op aarde was, maar straalt in heerlijken glans door dat menschelijk lichaam) heen. Zoo bliift er onderscheid. Maar toch is het de heerlijkheid! van Christus, die zich over de Zijnen uitbreidt, zich aan hen mededeelt, en hen zoo verandert, dat ze, ook door) den glans die van hen afstraalt, blij-' ken te zijn lidmaten van Zijn lichaam voor eeuwig met Hem één geworden. Hier, op aarde, maakte Hij Zich aan ons gelijk, droeg" Hij onze ver- smaadheid, het kleed onzer vernede ring, en stlortte Hij Zijn ziel voor ons in dsn dood. Maar dan maakt Hij ons aan Zi ch gelijk. En gelijk wij hier het beeld des aardschen (den vernederden Adam) gedragen hebben, zullen wij straks het beeld des hemelschen (den ver hoogden Christus) dragen. Het lichaam wordt gezaaid in ver derfelijkheid, het wordt opgewekt ini onverderfelijkheid. Het wordt gezaaid; in oneere, het wordt opgewekt in heer1 lijkheid; het wordt gezaaid in zwak heid, het wordt opgewekt in kracht; een natuurlijk lichaam wordt er ge zaaid, een geestelijk lichaam wordt er opgewekt. Want dit verderfelijke moet onver derfelijkheid aandoen, en dit sterfe lijke moet onsterfelijkheid aandoen. En wanneer dit verderfelijke zal on sterfelijkheid aangedaan hebben, als dan zal het woord geschieden, dat ge schreven is: De dood is verslonden tor overwinning. Dood, waar is uw prik- kél? Hel, waar is uw overwinning? De prikkel nu des doods is de zonde en de kracht der zonde yis de wöt. Maar Gode zij dank, Die ons de over winning geeft door onzen Heere Je zus Christus. Neen, de hemel stelt ons niet te leur. Het is goed met Paulus te kunnen zeggen: Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zalig maker verwachten, namelijk de Hee re Jezus Christus. Dan is er licht in de toekomst. Een licht, dat niet meer wordt uir gedoofd. Het is het licht van den eeuwigen dag. Dan is niet alleen de ziel, maar ook het lichaam bevrijd van het laatste spoor der vernedering. En gelrjkvor mig gemaakt aan het verheerlijkte lichaam van Christus, zullen Gods kin deren ervaren, wat het zeggen wil, niet het vergankelijke goed def we reld, maar God zeiven te hebben ont vangen als 'den rijkdom van hun hart MET BLIJDSCHAP OMGORD. Vreugd in den Heer is 't geheim van mijn leven; Vreugd in den Heer is de klare fontein Van al mijn denken, mijn willen, mijn streven Vreugd in den Heer 19 mijn eigenlijk zijn. Kon ik u allen, o, kon ik u geven Vreugd in den Heer, als den lavenden dronk, Die reeds aan zóóvele stervenden 't Leven Zóóveel vertwijflenden Hope weer schonk. Vreugd in den Heere 1zij- is er voor allen, Need'rig, aanzienlijk, verheven of klein; Vreugd in den Heer zal doen juichen en schallen Iedere ziel die des Heeren wil zijn. NELLIE VAN KOL. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen. Te 's Gravezande, ML H. A. Kalkman te Werkendam. Te Norg (toez.), H. J. Witkop Jr., te Ro- ckanj.e. van uw vrijer ben, dat wij daarom het begrafenis-maal van uw vader hier moesten geven, aha, ga dan liever in eens naar de noteboomhofstede en houd 't daar." Met fonkelende oogen sprak het ge kwelde meisje: „Zwijg van Herman en mij, dat is uwe zaak niet; u is toch biet de burgemeester, dat is uw man." Beteekenend knikte Mowel bij de laatste woorden met het hoofd en trok den mond vergenoegd samen, als wil de hij fluiten. Daardoor schoot zijn vrouw eerst voor goed „uit haar slof" zöoals men pleegt te zeggen, „Dat*is mijn zaak niet? Dat zal ik u toonen. Ik heb Herman gedreigd, dat ik u op staanden voet uit huis zou jagen, als ik u tweeën nog efens bij el kaar zag. En daar juist „Louise, bezin u", vermaande Mo wel. „Wat", schreeuwde de vrouw met scherpe, overheerschende stem, „over de dienstmeid heb ik te bevelen en niet gij. Ga terstond naar boven en pak uw koffer en gij, Hannes, reken haar 't loon uit voor drie kwart jaar. Geen dag langer blijft me dat brutale vrouwmensch in huis". „Louise, bezin u, wat zullen de men- schen wel zeggen?" „Wat kan mij dat schelen. Maak dat je weg komt. Ge hebt hier niets meer te maken. Maar ik zal ook dadelijk naar mijn broer gaan, dat hij ook Her man eens duchtig de ooren wa9sche." Zonder nog een woord te spreken, ging Karlientje naar boven op haar kamer. Werktuigelijk zocht zij hare kleederen en haar overige schamele bezittingen bij elkaar en legde alles in de groote kist, welke zij al9 eenige erfenis van haar moeder van den on dergang gered had. Zij was niet in staat, zich een denk beeld van haar toestand te vormen. Vader verloren, met smaad en schan de uit haar dienst gejaagd, haar hart en zijn liefde door het slijk, gesleurd, geen tehuis meer, het was het arme meisje te moede, als stond zij aan een diepen afgrond, zonder voor- of ach teruit te kunnen. Toen zij al haar heb hen en houden had ingepakt en de kist gesloten had, zette zij zich er op neder. Langen tijd zat zij daar met ge vouwen handen. Langzamerhand werd zij kalmer. Zij begon te overleggen. Hier in het dorp kon zij niet blijven. Het gold slechts een onderkomen te vinden voor de dagen, dat haar vader nog boven de aarde stond. Doch waar? In «een herberg mocht zij niet gaan. Waar zou zij overigens hij kennissen aankloppen? Dat wilde zij ook niet, want in haar hart bezat zij nog den echten boerentrots, dat zij zich nie mand mocht opdringen. Toen schoten haar de vriendelijke woorden van vrouw Volker te binnen. Zij besloot, tot deze vrouw haar toevlucht te ne men. Ondertusschen werd beneden in de kamer een heete slag geleverd. Mowel speelde eens geducht op zijn poot en hoe meer hij het deed, hoe meer hoog achting hij kreeg voor zichzelven. Hij kon zijn zwager, den noteboer, niet uitstaan. En nu zou hij om diens wille die flinke dienstmeid verliezen. „Moe ten wij voor een ander de kastanjes uit het vuur halen?" Louise maakte hem echter duidelijk, dat Karlientje met Kerstmis toch ge gaan zou zijn. Met Paschen zou Chris- tiaan, hun oudste, huwen, dan kwam er hulp in huis. Het voornaamste werk op het land was toch gedaan. De tien daalder loon tot nieuwjaar kon men sparen. Het woor.d „sparen" sloeg bij Mo wel in. Na nog een beetje brommen gaf hij toe en Louise ging als overwin- nares heen, om haar broer, den note boer, op te hitsen. Mowel zat aan de tafel en telde juist het geld neer, toen Karlientje binnen kwam. Hij gevoelde zich niet geheel behagelijk bij haar aanblik. Want hij had het gevoel, dat het meisje voor haar trouwen dienst eigenlijk toch slecht behandeld was. Hij overlegde reeds, of hij iets meer zou doen dan hij verplicht was en haar een mark meer dan dertig daalders geven zou. Doch terstond verschrok hij voör zich zeiven, dat hij zulk een verkwistende gedachte hebben kon. Neen, hij zou het meisje een schoollokaal voor het begrafenismaal toestaan. Dat kostte maar er niet hoort, duidelijk te makfti wat voor soort politiek er in dien hoek wordt gevoerd. De zetel van den heer Schouten, werd letterlijk en figuurlijk ingeno men door den heer Jos. de Jonge. De beste felicitatie is onzerzijds, dat we zorgen in September den heer Schouten te doen terugkeeren. maar tegelijk den heer De Jonge te doen blijven. Voor de fractie, die dan op 8 zou staan, ware dat een dubbele verster king. Keert dan de heer Heukels ook terug nu dan durven we het wel aan. De komende Raad zal nog lastiger blijken dan deze reeds is en daarom rust op ons de taak te zorgen, dat we er een stevig stel mannetjes neerzet ten, die van „koers houden" weten en die het a.r. principe tot invloed bren gen in de stedelijke politiek. Hier sta het punctum. Want een overzicht mag geen ver- kiezingsspeech worden. En 't zou er waarlijk zoetjes aan op gaan gelijken. Met zoo'n raadsvergadering ook! Als er niets te „overzien" valt! Nader wordt vernomen: In de gistermorgen gehouden verga dering van het College is besloten, dat de heer A. B. de Zeeuw (s.d.) wethouder voor onderwijs, zich voorloopig zal be lasten met de waarneming van het opengevallen departement van finan ciën en bedrijven. REORGANISATIE VAN DE GENIE. De minister van oorlog heeft inge steld eep interdepartementale commis sie voor reorganisatie van de genie. Daarin zijn benoemd tot lid en voor zitter, de gepens. luitenant-generaal W. F. Pop, voorzitter der bezuinigings commissie; luitenant-kolonel der ge nie, G. C. Beltman, eerst aanwezend ingenieur te Amsterdam; majoor van den generalen staf E. H. van den Ak ker, chef van den staf der vesting Hol land; de heer D. A. van Heyst, hoofd ingenieur-directeur van den rijkswa terstaat in de directie Zuid-Holland en Utrecht, te 's-Gravenhage; de heer P. J. P. van der Steur, referendaris bij het departement van waterstajat; J. C. E. baron van Lynden, hoofd van den rijksgebouwen-dienst; de he®- J. C. Roelofsen, bezuinigingsinspecteur aan. het departement van financiën, en mr. A. de Block, te 's-Gravenhage, secre taris der commissie. Deze commissie zal a.s. Maandag middag kwart over 2 in het departe ment van oorlog door minister Lam- booy worden geinstalleerd. ABSENTEÏSME! De „N* R. Crt." schrijft: Natuurlijk. Dat kon niet uitblijven! Nu er zooveel van de Eerste Kamer ge vergd wordt, nu zoozeer beslag op den geheelen mensch gelegd wordt, moet het absenteïsme op angstwekkende wijze toenemen. Gevolg: vergaderin gen, die wegens afwezigheid van de helft of meer dan de helft der leden niet kunnen doorgaan. Zoo was het gisteren. Tot twee maal toe liet de voorzitter de aanwe zigen geduld oefenen, maar zelfs om half één anderhalf uur na het of- ficieele aanvsmgsuur ontbraken er nog 25 leden, waarvan 16 niet eens be richt van verhindering hadden gezon den. Nu komt men Dinsdagavond weer bijeen. Misschien zit de schrik er dan nog in en krijgt men dien keer geen quorum-moeilijkheden. Maar daarna zal het opnieuw noodzakelijk blijken, de opgekomen leden naar huis te zen den, omdat al te veel van hun collega's ontbreken. Ook in dat opzicht zal de Tweede Kamer nageaapt worden. DE KONING VAN SIAM NAAR INDIë. De koning van Siam heeft, naar de „Telegraaf" verneemt, het voornemen een bezoek te brengen aan Ned.-Indië. Aanvankelijk was het de bedoeling dit jaar Indië te bezoeken, doch in ver band met omstandigheden is dit voor nemen voorloopig uitgesteld en kan men het bezoek thans het volgend jaar tegemoet zien. niets, bewees het meisje zijn goeds gezindheid en eindelijk, het ergerde zijn Louise. Doch ook dit goed voor nemen smolt weg als sneeuw voor de zon, toen Karlientje verklaarde, dat zij veertig daalders moest ontvangen in plaats van dertig. Mowel zette een mond open als een schuurdeur en zijn oogen kregen een uitdrukking, als anders slechts zijn g. hoornde lievelingen in den stal had den. „Je lijkt wel gek", stotterde hij. Kalm zette Karlientje hem uiteen dat een opzegtermijn van drie maan den wederzijdsch was goedgevonden Zij was zonder reden weggejaagd daarom had zij het recht op het voll loon, en dat recht liet zij zich niet ont nemen. Mowel zag dit terstond in. Daaron begon hij verschrikkelijk te razen er te dreigen. Als zij de dertig daalde niet nemen wilde, kreeg zij in 't ge heel niets. „Dat is goed, ik heb tijd genoeg. Mo genvroeg ga ik naar het gerecht te G1 denberg. Adieu mijnheer". Daarmed ging Karlientje heen. Mowel liep nu op en neer door d kamer en stelde zich aan als iemand die van kiespijn dreigt razend te wor den. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5