NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG S3 APRIL T927
GEREF. KERKEN.
Bedankt. Voor Utrecht en 'sGra
venhage-West, Dr. W. G. Harrenstein
te Amsterdam. Voor Klundert, W.
Steunenberg te Heefenveen.
NED. HERV. GEMEENTE TE
's-GRAVENHAGE.
Bij de Donderdag gehouden ver
kiezing van 61 leden vam het kiescol
lege der Ned. Herv. Gemeente te
's Gravenhage zijn alle aftredende le«
(den herkozen en van de nieuwe can-
ididaten gekozen de candidaten van
ide confessioneele kiesvereeniging Ev
vangelie en Belijdenis.
Het aantal kiezers was 8443, uitge
bracht zijn 2826 geldige stemmen, de
meerderheid 1414.
Hiervan hebben verkregen de eigen
candidaten van de confessioneele kies
vereeniging Evangelie en Belijdenis
15071504 stemmen, de eigen candi
daten van de vereeniging Band des
(Vredes 71370V stemmen, de geza
menlijke candidaten van deze twee
kiesvereenigingen 22012213 stem
men en de candidaten van Evenredige
Vertegenwoordiging 596590 sten>
men.
Verleden jaar was het aantal geldige
stemmen 2797, meerderheid 1399,
waarvan verkregen de eigen candid?
ten van Evangelie en Belijdenis 1415'
die van den Band des Vredes 864
853, de gezamenlijke candidaten van
beide vereenigingen 22852284 en de
candidaten van Evenredige Vertegen
woordiging 519513 stemmen.
DE OPLOSSING?
Dat er voor proponenten groote be-»
zwaren aan verbonden zijn, terstondi
na het praeparatoir examen te worden
beroepen, wordt vrijwel algemeen er
kend.
De meesten trachten aan die be
zwaren te ontkomen door den Kerken
te verzoeken in den eersten tijd geen
beroep op hen uit te brengen.
Zoo echter krijgt men telkens weer
het zonderlinge geval, dat een candi-
daat zich aanbiedt voor het praepara-
toir examen teneinde beroepbaar te
worden gesteld, en zoodra hij geslaagd
is een publicatie de wereld inzendt,
waaruit blijkt, dat het hem feitelijk
niet, althans niet dadelijk, om die be-
roepbaarstell ng te doen was, maar
om het recht, in de Kerken te propo-
neeren.
Prof. Hepp schijnt een weg gevon
den te hebben, waarin de candidaten
hun wensch krijgen met vermijding
van de genoemde kerkrechtelijke on
regelmatigheden".
De Hoogleeraar oppert in „De Re
formatie" het denkbeeld, dat een ze
kere termijn worde vastgesteld, binnen
welken een candidaat niet mag wor
den beroepen. Dit lijkt ons een geluk
kige trouvaille.
Indien de Generale Synode bepaalt,
|dat het slagen voor het praeoaratoir
examen de bevoegdheid geeft, aan
stonds in de Kerken te nroponeeren
en b.v. na drie maanden door de Ker'
ken te worden beroepen, komen we
in het goede spoor.
De bezwaren der meeste candidaten
zijn dan ondervangen.
En het ,.ze'fbeschikkingsrecht", dat
kerkrechtelijk niet te verdedigen is,
is dan meteen de wereld uit.
HONGAARSCHE HERDENKING VAN
MICHIEL ADRIAANSZ. DE RUYTER.
De president van de Algemeene Sy
node der Ned. Herv. Kerk heeft van
het bestuur der Evang. Luth. Kerk in
Hongarije den volgenden brief ontvan
gen.
„De Evangelisch-Luthersche Kerk
van Hongarije heeft in het afgeloopen
jaar het 250-jarig eeuwfeest herdacht
van het feit, dat de groote zeeheld
der Nederlanden, Michiel Adriaansz*
de Ruyter, d^ wegens hun protes-
tantsch geloof tot galeislaven veroor
deelde predikanten en onderwijzers te
Napels uit de galeien heeft verlost
Onze generale vergadering herdenkt
in verband hiermede vol piëteit de
nagedachtenis van Admiraal de Ruy
ter; van den predikant der Nederland
sche vloot Aegidius Viseth en van
Westhovius, den predikant van admi
raal de Ruyter, die als echte broedérs
in het geloof, aan de bevrijding, ver
troosting en verzorging van onze ver-
Toste predikanten hebben deelgeno
men.
Enkelen van de zooeven genoem
den vonden, na de galeien een vrien
delijke opname, ja een tehuis in Hol
land.
Volgens het besluit van ónze gene
rale vergadering zonden wij aan Hare
Majesteit Wilhelmina, Koningin der
Nederlanden, de schriftelijke verzeke
ring van onze diepste hulde.
Wij achten het echter onzen plicht,
als broeders, door uwe tusschenkomst,
hooggeachte voorzitters van de Alge
meene Synode der Ned. Herv. Kerk
onzen diep gevoelden dank te brengen
ook aan de geheele Protestantsche bo
volking van Nederland, voor de hulp
welke eertijds door onze Nederlana-
sche broederen aan onze voorvaderen
op de galeien en door hen, aan onze
geheele protestantsche kerk is ver
leend.
Onze generale vergadering vereeu
wigde in hare notulen de nagedachte
nis van onze 'weldoeners. Ook aan
het tegenwoordig geslacht van het pro
testantsche Nederland zal de Evan
gelische Luthersche Kerk van Hon
garije met nimmer ophoudende dank
baarheid gedachtig blijven.
Terwijl wij' het geheele protestant
sche Nederland met broederlijke op
rechtheid daarvan de verzekering ge
ven, vragen wij, dat aan ons, uwe ge
loof sverwanten, ook in de toekomst
de warme christelijke broederliefde
niet worde onthouden.
De brief was geteekend door den
bisschop, kerkelijk voorzitter, en door
den generaal-opziener, leekenvoorzit
ter der geheele Evangelisch-Luther
sche Kerk in Hongarije.
BINNENLAND.
PRINSES JULIANA.
Naar wij vernemen ligt het in de
bedoeling van de koningin om, in ver
band met het bereiken door Prinses
Juliana van den achttien jarigen leef
tijd, Zaterdagavond 30 dezer vóór den
aanvang der feestelijkheden op den
Hofvijver, ten koninklijken paleize in
het Noordeinde een gala-diner te ge
ven.
WETHOUDERSCRISIS TE
ROTTERDAM.
Onze A.R. Rotterdammer schrijft
hierover:
Eigenlijk valt er weinig of niets te
overzien.
Want het geval bleef, zooals het
was.
Ware het niet, dat de verkiezings
rede van den heer Van Burink met de
daarop volgende ontruiming der pu
blieke tribune onder het noodige ge-
vlqek en gescheld aan het adres der
s.d.a.p.ers eenige kleur aan de fitting
had gegeven we waren binnen het
uur klaar geweest en met hetzelfde re
sultaat als nu naar huis gegaan.
De crisis bleef. Beide groepen, die in
dit geding iets te beduiden hebben,
volhardden bij de aangenomen hou
ding: Rechts en Rood stemden blan
co. Bij rechts zullen op dezen regel
enkele uitzonderingen zijn. bij rood
niet.
Vandaar dat mevr. Brauns en de
heer Hendriks enkele stemmen op zich
vereenigden.
Volgende keer dus de demonstratie
der impotentie maar weer voortgezet.
De zaak zal Rood op deze manier
al heel weinig wind in de zeilen bla
zen.
Wie er goed garen bij spint is v. Bu
rink.
Onzerzijds de taak om in onze ver-
kiezingslectuur de groote categorie,
die wel eens naar Rood afdwaalt,
TWEEDE BLAD.
UIT DE SCHRIFTEN
ONS VERNEDERD LICHAAM
VERANDERD.
Die ons vernederd lichaam
veranderen zal or>dat het ge
ÏHVvoTTrg wo~de aan Zijn heer
lijk lichaam.
Philipp. 3 21.
Ons vernederd lichaam. Het .li
chaam onzer vernedering.
Ta, zoo moet het genoemd worden.
Hee' dat lichaam draagt het stempel
van onzen geva'len staat, van onzen
afval van den levenden God.
De oorspronke'ijke glans is verdoofd
de eens zoo heerlijke kracht schier
weggevloeid, een zwak, broos vat is
het geworden, dat na weinige jaren
ineen stort.
Het is zoo zwak en wordt spoedig
zoo moede. Het wordt door krankhe
den ondermijnd en het brengt de kiem
des doods in de geboorte reeds mee.
Het draagt ons wankelend naar het
graf.
En dan komt die laatste vernede
ring. Het wordt neerge'egd in het stof
des doods. Het weggeworoen worden
in de donkere groeve. Het verteerd!
worden door de maden. Het version,
!den worden door de aarde.
O. de mensch is wel diep vernederd,
hij, die een koning moest zijn, en de
aarde moest hebben onder zijn voeten
Maar de Apostel wijst naar Boven,
naar den hemel, Waaruit hij den Za
ligmaker verwacht, den Heere Jezus
Christus, en jubelt het dan uit: Die
ons vernederd lichaam veranderen zal*
opdat het gelijkvormig worde aan Zijn
heerlijk lichaam.
Ja, ons lichaam zal veranderd wor
den.
Als Jezus komt, aan 't eind van de
eeuwen, op de wolken des hemels.
Dan worden de dooden opgewekt.
Alle dooden. Ook die, wier licha
men verzonken zijn in de groote wa
teren. Of wier stof verstrooid is op
de vleugelen des winds.
Ook de goddeloozen. Maar hunne
lichamen zullen dan zijn tot een
eeuwig afgrijzen.
Wie in Christus ontslapen zijn, «ui
Ten echter opstaan met een verheer
lijkt lichaam.
En die verandering zal zoo groot
zijn, dat niet alleen alle spoor van
vernedering verdwenen zal zijn, maai;
de oorspronke'ijke Paradijsheerlijk-
he d zal zelfs overtroffen worden. De
lichamen van Gods kinderen zullen
,dan gelijkvormig zijn aan het ver
heerlijkte lichaam van onzen Heere
Jezus.
De apostel Johannes heeft op Pat
mos eens iets mogen zien van die heer
lijke gestalte van Christus. Het aan
gezicht des Heeren was als de zon
schijnt in haar kracht. Johannes de
discipel, die het meest vertrouwd met
zijn Meester had omgegaan, kon dat
gezicht niet verdragen, maar stortte
als dood ter neer.
Hoe zouden wij het dan kunrten
verdragen, indien Jezus eens in Zijne
heerlijkheid Zich aan ons oog ver
toonde.
En toch, als Jezus straks komt, in
Zijne oogverblindende Majesteit en
heerlijkheid, dan zullen Gods kinde
ren niet alleen die verschijning in he-
melschen glans kunnen verdragen,
maar ze zullen zelfs in die heerlijkheid)
deelen. Hunne lichamen worden ge
lijkvormig gemaakt aan het verheerlijk
te lichaam van Christus.
Natuurlijk zal er onderscheid zijn.
Aan Jezus zal het te zien zijn, dal'
Hij het Hoofd is van Zijne Gemeente.
Aan Jezus zal het ook te zien zijn,
(dat Hij de Zoon van God is. Zijn God
delijke heerlijkheid verbergt Hij dan
FEUILLETON.
DORPSTOONEELEN.
17) -o-
Kalm antwoordde Karlientje: „Ik
heb de begrafenis voor mijn vader be
steld."
„Ja, dat geloof ik, en daarbij een
beetje rondgeslenterd. Schaamt ge u
niet, op klaarlichten dag met Herman
over de straat te gaan?"
Karlientje werd vuurrood. Doch zij
bedwong zich en ging, zonder nog een
woord te zeggen, in de kamer. Dat
echter bracht de wrouw van den bur
gemeester eerst voor goed uit haar
humeur. Als een furie snelde zij het
meisje na, dat juist tot den burge
meester het verzoek richtte, haar voor
die gelegenheid enkele oogenblikken
een schoollokaal af te staan.
Vóór Mowel antwoorden kon, riep
reeds zijn Louise: „Wat, dat zou
een mooie boel worden, als alle schooi
ers hun doodmaal in de 9chool hiel
den Maar, men begrijpt wel, waar
om gij u zoo groot wilt houden!"
Met onderdrukte woede antwoordde
het meisje: „Ik dien nu reeds in het
derde jaar bij u. Elk ander heer zou
mij het doodmaal bij zich laten hou
den. Gij echter
„Ge behoeft u daarover niet te ver
bazen," schreeuwde de woedende
vrouw, „gij meent, omdat ik de tante
niet meer achter het kleed der mensch
heid. zooals in de dagen, toen Hij op
aarde was, maar straalt in heerlijken
glans door dat menschelijk lichaam)
heen.
Zoo bliift er onderscheid.
Maar toch is het de heerlijkheid!
van Christus, die zich over de Zijnen
uitbreidt, zich aan hen mededeelt, en
hen zoo verandert, dat ze, ook door)
den glans die van hen afstraalt, blij-'
ken te zijn lidmaten van Zijn lichaam
voor eeuwig met Hem één geworden.
Hier, op aarde, maakte Hij Zich
aan ons gelijk, droeg" Hij onze ver-
smaadheid, het kleed onzer vernede
ring, en stlortte Hij Zijn ziel voor ons
in dsn dood.
Maar dan maakt Hij ons aan Zi ch
gelijk. En gelijk wij hier het beeld des
aardschen (den vernederden Adam)
gedragen hebben, zullen wij straks
het beeld des hemelschen (den ver
hoogden Christus) dragen.
Het lichaam wordt gezaaid in ver
derfelijkheid, het wordt opgewekt ini
onverderfelijkheid. Het wordt gezaaid;
in oneere, het wordt opgewekt in heer1
lijkheid; het wordt gezaaid in zwak
heid, het wordt opgewekt in kracht;
een natuurlijk lichaam wordt er ge
zaaid, een geestelijk lichaam wordt
er opgewekt.
Want dit verderfelijke moet onver
derfelijkheid aandoen, en dit sterfe
lijke moet onsterfelijkheid aandoen.
En wanneer dit verderfelijke zal on
sterfelijkheid aangedaan hebben, als
dan zal het woord geschieden, dat ge
schreven is: De dood is verslonden tor
overwinning. Dood, waar is uw prik-
kél? Hel, waar is uw overwinning?
De prikkel nu des doods is de zonde
en de kracht der zonde yis de wöt.
Maar Gode zij dank, Die ons de over
winning geeft door onzen Heere Je
zus Christus.
Neen, de hemel stelt ons niet te
leur.
Het is goed met Paulus te kunnen
zeggen: Maar onze wandel is in de
hemelen, waaruit wij ook den Zalig
maker verwachten, namelijk de Hee
re Jezus Christus.
Dan is er licht in de toekomst.
Een licht, dat niet meer wordt uir
gedoofd. Het is het licht van den
eeuwigen dag.
Dan is niet alleen de ziel, maar ook
het lichaam bevrijd van het laatste
spoor der vernedering. En gelrjkvor
mig gemaakt aan het verheerlijkte
lichaam van Christus, zullen Gods kin
deren ervaren, wat het zeggen wil,
niet het vergankelijke goed def we
reld, maar God zeiven te hebben ont
vangen als 'den rijkdom van hun hart
MET BLIJDSCHAP OMGORD.
Vreugd in den Heer is 't geheim van
mijn leven;
Vreugd in den Heer is de klare fontein
Van al mijn denken, mijn willen, mijn
streven
Vreugd in den Heer 19 mijn eigenlijk
zijn.
Kon ik u allen, o, kon ik u geven
Vreugd in den Heer, als den lavenden
dronk,
Die reeds aan zóóvele stervenden
't Leven
Zóóveel vertwijflenden Hope weer
schonk.
Vreugd in den Heere 1zij- is er voor
allen,
Need'rig, aanzienlijk, verheven of
klein;
Vreugd in den Heer zal doen juichen
en schallen
Iedere ziel die des Heeren wil zijn.
NELLIE VAN KOL.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen. Te 's Gravezande, ML
H. A. Kalkman te Werkendam. Te
Norg (toez.), H. J. Witkop Jr., te Ro-
ckanj.e.
van uw vrijer ben, dat wij daarom het
begrafenis-maal van uw vader hier
moesten geven, aha, ga dan liever in
eens naar de noteboomhofstede en
houd 't daar."
Met fonkelende oogen sprak het ge
kwelde meisje: „Zwijg van Herman
en mij, dat is uwe zaak niet; u is toch
biet de burgemeester, dat is uw man."
Beteekenend knikte Mowel bij de
laatste woorden met het hoofd en trok
den mond vergenoegd samen, als wil
de hij fluiten. Daardoor schoot zijn
vrouw eerst voor goed „uit haar slof"
zöoals men pleegt te zeggen,
„Dat*is mijn zaak niet? Dat zal ik
u toonen. Ik heb Herman gedreigd,
dat ik u op staanden voet uit huis zou
jagen, als ik u tweeën nog efens bij el
kaar zag. En daar juist
„Louise, bezin u", vermaande Mo
wel.
„Wat", schreeuwde de vrouw met
scherpe, overheerschende stem, „over
de dienstmeid heb ik te bevelen en
niet gij. Ga terstond naar boven en
pak uw koffer en gij, Hannes, reken
haar 't loon uit voor drie kwart jaar.
Geen dag langer blijft me dat brutale
vrouwmensch in huis".
„Louise, bezin u, wat zullen de men-
schen wel zeggen?"
„Wat kan mij dat schelen. Maak dat
je weg komt. Ge hebt hier niets meer
te maken. Maar ik zal ook dadelijk
naar mijn broer gaan, dat hij ook Her
man eens duchtig de ooren wa9sche."
Zonder nog een woord te spreken,
ging Karlientje naar boven op haar
kamer. Werktuigelijk zocht zij hare
kleederen en haar overige schamele
bezittingen bij elkaar en legde alles
in de groote kist, welke zij al9 eenige
erfenis van haar moeder van den on
dergang gered had.
Zij was niet in staat, zich een denk
beeld van haar toestand te vormen.
Vader verloren, met smaad en schan
de uit haar dienst gejaagd, haar hart
en zijn liefde door het slijk, gesleurd,
geen tehuis meer, het was het arme
meisje te moede, als stond zij aan een
diepen afgrond, zonder voor- of ach
teruit te kunnen. Toen zij al haar heb
hen en houden had ingepakt en de
kist gesloten had, zette zij zich er op
neder. Langen tijd zat zij daar met ge
vouwen handen. Langzamerhand werd
zij kalmer. Zij begon te overleggen.
Hier in het dorp kon zij niet blijven.
Het gold slechts een onderkomen te
vinden voor de dagen, dat haar vader
nog boven de aarde stond. Doch waar?
In «een herberg mocht zij niet gaan.
Waar zou zij overigens hij kennissen
aankloppen? Dat wilde zij ook niet,
want in haar hart bezat zij nog den
echten boerentrots, dat zij zich nie
mand mocht opdringen. Toen schoten
haar de vriendelijke woorden van
vrouw Volker te binnen. Zij besloot,
tot deze vrouw haar toevlucht te ne
men.
Ondertusschen werd beneden in de
kamer een heete slag geleverd. Mowel
speelde eens geducht op zijn poot en
hoe meer hij het deed, hoe meer hoog
achting hij kreeg voor zichzelven. Hij
kon zijn zwager, den noteboer, niet
uitstaan. En nu zou hij om diens wille
die flinke dienstmeid verliezen. „Moe
ten wij voor een ander de kastanjes
uit het vuur halen?"
Louise maakte hem echter duidelijk,
dat Karlientje met Kerstmis toch ge
gaan zou zijn. Met Paschen zou Chris-
tiaan, hun oudste, huwen, dan kwam
er hulp in huis. Het voornaamste werk
op het land was toch gedaan. De tien
daalder loon tot nieuwjaar kon men
sparen.
Het woor.d „sparen" sloeg bij Mo
wel in. Na nog een beetje brommen
gaf hij toe en Louise ging als overwin-
nares heen, om haar broer, den note
boer, op te hitsen.
Mowel zat aan de tafel en telde juist
het geld neer, toen Karlientje binnen
kwam. Hij gevoelde zich niet geheel
behagelijk bij haar aanblik. Want hij
had het gevoel, dat het meisje voor
haar trouwen dienst eigenlijk toch
slecht behandeld was. Hij overlegde
reeds, of hij iets meer zou doen dan
hij verplicht was en haar een mark
meer dan dertig daalders geven zou.
Doch terstond verschrok hij voör zich
zeiven, dat hij zulk een verkwistende
gedachte hebben kon. Neen, hij zou
het meisje een schoollokaal voor het
begrafenismaal toestaan. Dat kostte
maar er niet hoort, duidelijk te makfti
wat voor soort politiek er in dien hoek
wordt gevoerd.
De zetel van den heer Schouten,
werd letterlijk en figuurlijk ingeno
men door den heer Jos. de Jonge.
De beste felicitatie is onzerzijds, dat
we zorgen in September den heer
Schouten te doen terugkeeren. maar
tegelijk den heer De Jonge te doen
blijven.
Voor de fractie, die dan op 8 zou
staan, ware dat een dubbele verster
king. Keert dan de heer Heukels ook
terug nu dan durven we het wel
aan.
De komende Raad zal nog lastiger
blijken dan deze reeds is en daarom
rust op ons de taak te zorgen, dat we
er een stevig stel mannetjes neerzet
ten, die van „koers houden" weten en
die het a.r. principe tot invloed bren
gen in de stedelijke politiek.
Hier sta het punctum.
Want een overzicht mag geen ver-
kiezingsspeech worden.
En 't zou er waarlijk zoetjes aan op
gaan gelijken.
Met zoo'n raadsvergadering ook!
Als er niets te „overzien" valt!
Nader wordt vernomen:
In de gistermorgen gehouden verga
dering van het College is besloten, dat
de heer A. B. de Zeeuw (s.d.) wethouder
voor onderwijs, zich voorloopig zal be
lasten met de waarneming van het
opengevallen departement van finan
ciën en bedrijven.
REORGANISATIE VAN DE GENIE.
De minister van oorlog heeft inge
steld eep interdepartementale commis
sie voor reorganisatie van de genie.
Daarin zijn benoemd tot lid en voor
zitter, de gepens. luitenant-generaal
W. F. Pop, voorzitter der bezuinigings
commissie; luitenant-kolonel der ge
nie, G. C. Beltman, eerst aanwezend
ingenieur te Amsterdam; majoor van
den generalen staf E. H. van den Ak
ker, chef van den staf der vesting Hol
land; de heer D. A. van Heyst, hoofd
ingenieur-directeur van den rijkswa
terstaat in de directie Zuid-Holland
en Utrecht, te 's-Gravenhage; de heer
P. J. P. van der Steur, referendaris bij
het departement van waterstajat; J. C.
E. baron van Lynden, hoofd van den
rijksgebouwen-dienst; de he®- J. C.
Roelofsen, bezuinigingsinspecteur aan.
het departement van financiën, en mr.
A. de Block, te 's-Gravenhage, secre
taris der commissie.
Deze commissie zal a.s. Maandag
middag kwart over 2 in het departe
ment van oorlog door minister Lam-
booy worden geinstalleerd.
ABSENTEÏSME!
De „N* R. Crt." schrijft:
Natuurlijk. Dat kon niet uitblijven!
Nu er zooveel van de Eerste Kamer ge
vergd wordt, nu zoozeer beslag op den
geheelen mensch gelegd wordt, moet
het absenteïsme op angstwekkende
wijze toenemen. Gevolg: vergaderin
gen, die wegens afwezigheid van de
helft of meer dan de helft der leden
niet kunnen doorgaan.
Zoo was het gisteren. Tot twee
maal toe liet de voorzitter de aanwe
zigen geduld oefenen, maar zelfs om
half één anderhalf uur na het of-
ficieele aanvsmgsuur ontbraken er
nog 25 leden, waarvan 16 niet eens be
richt van verhindering hadden gezon
den.
Nu komt men Dinsdagavond weer
bijeen. Misschien zit de schrik er dan
nog in en krijgt men dien keer geen
quorum-moeilijkheden. Maar daarna
zal het opnieuw noodzakelijk blijken,
de opgekomen leden naar huis te zen
den, omdat al te veel van hun collega's
ontbreken. Ook in dat opzicht zal de
Tweede Kamer nageaapt worden.
DE KONING VAN SIAM NAAR
INDIë.
De koning van Siam heeft, naar de
„Telegraaf" verneemt, het voornemen
een bezoek te brengen aan Ned.-Indië.
Aanvankelijk was het de bedoeling dit
jaar Indië te bezoeken, doch in ver
band met omstandigheden is dit voor
nemen voorloopig uitgesteld en kan
men het bezoek thans het volgend
jaar tegemoet zien.
niets, bewees het meisje zijn goeds
gezindheid en eindelijk, het ergerde
zijn Louise. Doch ook dit goed voor
nemen smolt weg als sneeuw voor de
zon, toen Karlientje verklaarde, dat zij
veertig daalders moest ontvangen in
plaats van dertig.
Mowel zette een mond open als een
schuurdeur en zijn oogen kregen een
uitdrukking, als anders slechts zijn g.
hoornde lievelingen in den stal had
den.
„Je lijkt wel gek", stotterde hij.
Kalm zette Karlientje hem uiteen
dat een opzegtermijn van drie maan
den wederzijdsch was goedgevonden
Zij was zonder reden weggejaagd
daarom had zij het recht op het voll
loon, en dat recht liet zij zich niet ont
nemen.
Mowel zag dit terstond in. Daaron
begon hij verschrikkelijk te razen er
te dreigen. Als zij de dertig daalde
niet nemen wilde, kreeg zij in 't ge
heel niets.
„Dat is goed, ik heb tijd genoeg. Mo
genvroeg ga ik naar het gerecht te G1
denberg. Adieu mijnheer". Daarmed
ging Karlientje heen.
Mowel liep nu op en neer door d
kamer en stelde zich aan als iemand
die van kiespijn dreigt razend te wor
den.
(Wordt vervolgd).