mmtfCm
g
m
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 2 APRIL 1927
Gewijde en Ongewijde
Historie.
DE ARK VAN NOACH.
Het woord „ark", waarmee wij ge
woon zijn het vaartuig van Noach aan
te duiden, is van Latijnschen oor
sprong; het be teek ent: „kist, koffer".
Wij gebruiken ditzelfde woord voor de
ark de® verbonds; het HebreeuWsch
heeft hier evenjwel 'n ander woord dan
in het Zondvloedverhaal. De ark des
verbonds heet in het oorspronkelijke
„aroon", d.w.z. „kist", terwijl in Gen.
6 14 e.v. het woord „teebdh" gebruikt
is, dat ongeveer dezelfde beteekenis
heeft en zeer goed door „ark" vertaald
ie.
Dit woord „teebdh" komt nog in één
andere geschiedenis des Ouden Testa
ment® voor, en wel Ex. 2 3 en 5, waar
het wordt gebezigd van het biezen
kistje van Mozes. D© afleiding van
dit woord is onzeker, doch het is niet
onmogelijk dat bet samenhangt met
het Egyptische woord „teb", dat „kist"
beteekent. In elk geval hebben wij,
gelijk wij reeds zeiden, in het uit de
Vulgata overgenomen woord „ark"
een zeer goede vertaling.
Nu zou men uit het grondwoord mo
gen afleiden, dat de ark van Noach
den vorm van een koffer had, alzoo
dat de bodem ervan niet kielvormig
doch vlak was. Uit een oogpunt van
scheepsbouwkundfc i® dit evenwel niet
waarschijnlijk; een dusdanig schip zou
veel te spoedig zijn evenwicht verlie
zen te midden van de stormvloeden
Waaraan het blootgesteld was.
Het hout waarvan de ark vervaar
digd werd was goferhout, d.w.z. hars
hout: het hout van den boom dien de
Assyriërs „giparoe" noemden, een
harsboom, waarschijnlijk de cypres of
een daaraan verwante boom.
De afmetingen ier ark waren: 300
ellen de lengte, 50 ellen de breedte en
30 ellen de hoogte. Onder een el wordt
een arm wijdte verstaan: de babyloni-
sche el die 49.5 c.M. was. Het vaartuig
van Noach kwam alzoo in grootte on
geveer overeen met een stoomschip
van de Holland-Amerikalijn; alleen
was het naar verhouding breeder.
De ark was voorts met kameren of
cellen („nesten" staat er in het He-
breeuwsch), en deze waren van bin
nen en van buiten met pek bepekt.
Een venster, of zooals er eigenlijk
staat lichtopening was aan de ark
aangebracht, alsmede aan haar zijde
de deur of ingang. Er waren drie ver
diepingen kamers.
Aldus waren de instructies die God
aan Noach gaf voor den bouw der ark
en Noach maakte haar overeenkom
stig alles wat God hem geboden had
(Gen. 6 22).
Evenals ons door den gewijden
schrijver het stijgen van het water in
een viertal en de daardoor teweegge
brachte verwoesting in een drietal
stadia wordt beschreven, wordt ook
van het afnémen van het water een
breedvoerige beschrijving gegeven, en
wel in een zevental stadia.
En God gedacht aan Noach en alle
wilde dieren en alle huisdieren die
met hem in de ark waren, zoo vangt
Gen. 8 :1 aan, en God liet een wind
over de aarde opkomen, den gloeien-
den Zuidenwind, en maakte daardoor
aan verdere rijzing van het water een
eind.
Dan wordt in vs. 24 de eerste da
ling beschreyen. De fonteinen van den
oervloed en de vensters des hemels
werden gesloten en de plasregen hield
op. De wateren namen af en op den
zeventienden dag van de zevende
maand rustte de ark op de bergen van
Ararat.
Daarna beschrijft vs. 5 hoe na ver
dere daling van het water op den eer
sten der tiende maand de toppen der
hergen zichtbaar werden.
Na verloop van 40 dagen opende
Noach het venster van de ark en liet
eerst een raaf en daarna een duif uit.
De duif kwam terug omdat zij geen
rustplaats vond voor het hol van haar
voet (vs. 69).
Na nog 7 dagen liet Noach weer een
duif uit de ark, en deze keerde tegen
den avond tot hem terug, met een
frisch olijfblad in haar snavel, waar
uit Noach begreep dat de wateren de
aarde niet meer bedekten (vs. 10 en 11).
Na nog een week gewacht te hebben
liet Noach ten derden male een duif
uit, en zij keerde niet meer tot hem
terug (vs. 12).
Ten slotte, in het 601ste jaar, op den
lsten van de eerste maancl (ongeveer
April) was de aarde opgedroogd en in
de tweede maand, op den 27sten dag
der tweede maand, was de aarde
droog geworden (vs. 13 en 14).
Zoo had de vloed een geheel zonne
jaar geduurd. Hij was begonnen op
den 17den .dag der tweede maand
en eindigde op den 27sten dag der
tweede maand. Men rekende oudtijds
met maanjaren van 354 dagen, hierbij
komen dan nog de 11 dagen van den
17den tot den 27sten, dus dat is te za-
men 365 dagen.
De plaats, waar de ark strandde,
waren de bergen van Ararat, zoo ver
haalt Gen. 8 4. Gewoonlijk meent
men dat dit de naam van den berg is
en spreekt dan van „den berg Ararat".
Dit is evenwel niet juist; Ararat is de
naam van do landstreek, die thans
Armenië heet. Dit blijkt o.m. uit nog
enkele andere plaatsen in het O. T.,
waar sprake is van Ararat, o.a. Jes.
37 38, waar staat dat Sanheribs twee
zonen die hem gedood hadden ontkwa
men naar het land Ararat; de Septua
gint vertaalt daar „Armenia".
De hoogte der bergen van Ararat zal
waarschijnlijk een goede 300 M. bedra
gen hebben, hetgeen ook kan afge
leid worden uit het feit, dat daar ter
plaatse olijfboomen voorkwamen, wat
bij een grootere hoogte ten gevolge der
bergkoude niet meer mogelijk is.
SCHAAKRUBRIEK
Probleem van Z. Zilahi.
Eervol vermeld in een wedstrijd van
de Western Morning News and Mer
cury.
ill
lil
H
IÉ
iH
i
Is
m
ab edel g h
Wit begint en geeft mat in twee
zetten.
Oplossing volgt hieronder.
Nabeschouwing van het toernooi
te New York.
Een der grootste tournooien uit de
schaakgeschiedenis ligt weer achter
ons. De uitslag is geworden, zooals
wel algemeen verwacht werd. Er wa
ren er niet veel die niet in Capablanca
de winner van de eerste prijs zagen
met Aljechin en Niemzowitsch op hem
volgend. Over Vidmar waren de mee
ningen verdeeld, door het feit, dat hij
zeer weinig in tournooien uitkomt en
daardoor zijn spel minder bekend is.
Het is echter gebleken, dat hij over
een enorme kracht beschikt en was hij
een beroepsspeler, hij zou zeker de
grootste mededinger van Capablanca
blijken te zijn. Men had Marshall en
Spielmanm onderaan verwacht, echter
in de omgekeerde volgorde dan waar
in ze nu staan. Het blijkt dan ook
uit de partijen, dat Spielmann voor
een speler van zijn kracht zeer goed
speelde, terwijl de Kampioen der Ver-
eenigde Staten beneden zijn kracht
speelde.
Van de 60 partijen die in deze wed
strijd werden gespeeld, werd de helft
remise. In vele partijen werd slechts
op remise gespeeld en niet anders dan
openingstheorie afgedreund. Hierdoor
is het gehalte der partijen achteruit
gegaan en wij kunnen dan ook in deze
wedstrijd geen enkele partij aanwijzen
die ten allen tijde in de schaakge-
schiedenis zal blijven schitteren.
Hieronder volgt nog een door Vid
mar gewonnen partij met analysaties
ontleend aan de N(ieuwe) R(otterdam-
sche) C(ourant).
Wit: F. Marshall. Zwart: M. Vidmar.
Koninginnegambiet
1. d2d4 Pg8—f6
2. Pgl—f3 d7—d5
3. c2c4 c7c6
4. c4Xd5 c6Xd5
5. Pblc3
6. Rel—f4
Sterker is Rg5.
6
7. o2e3
8. Rf4XdG
9. Rfl—d3
10. 0—0
©7—ef>
RfSd6
DdSXdG
0—0
eOe5
De gezondste en sterkste zet. Zwart
krijgt een alleenstaanden pion op d5,
doch bevrijdt zijn raadsheer en maakt
de e-baan open voor zijn kasteel.
11. Pc3bo Dd6e7
12. d4X«Ö Pc6Xe6
13. Tal—cl
Stand na 13. Tel.
X S X*
abcdefg h
Zwart had den nu dreigenden inval
van het witte kasteel door Pc6 kunnen
verhinderen. Hij zet echter een tegen
aanval op touw.
13Rc8g4
14. Tel—c7 De7d8
15. Tc7Xb7
Hier moet Wit zich bij het schatten
van de kracht van Zwart's volgende
zetten hebben vergist.
15PeöX^t
16. g2Xf3 Rg4h3
17. Tflel PfO—e4!
Dreigt Dg5f en mat op g2.
18. f3—f4 Dd8h4
19. Rd3x*4
Nog de beste verdediging. Op Df3 zou
Rg4 zijn gevolgd en De2 is zeer passief.
1 9d5Xe4
Nu moet wit waken tegen Rh3g4
f3 en daarna Dg4f en Dg2 mat.
20. Pbod4
Om Rg4 te beantwoorden met f3.
2 0TaSc8
21. Tb7bö
Wit had De2 moeten spelen. Ook in
deze partij, evenals in de bovenstaan
de speelt nu een kasteelzet, door wel
ken de witte koningin een bedreigd
punt niet kan blijven dekken, de be
slissende rol.
2 1Tc8—cl
22. Tb5g5
Del:? dan mat door Dg4f enz.
2 2Tel X dl
23. Tel Xdl Rh3—g4
24. Tdl—cl h7h6
Wit gaf het op.
Oplossing van den tweezet: Dfó.
ÜiT~DE'"OMGËviNG
VOORSCHOTEN.
C. EGGINK Sr.
1857 4 April 1927
Maandag 4 April zal bet op huize
„Woelwijk" te Voorschoten feest zijn.
Den1 heer C. Eggink Sr., in Voorscho
ten en heel de ohigeving overbekend,
valt bet voorrecht te beurt a.s. Maan
dag te midden van zijn familie, 2ijn
7C«ten. verjaardag te mogen vieren.
'Het zal niemand, die bekend is met
de plaats en positie, welke de beer Eg
gink in het maatschappelijke en pu
blieke leven inneemt verwonderen, dat
wij aan dit feit, op deze plaats, bijzon
dere belangstelling schenken.
Immers de beer Eggink neemt in on
zen kring, zoowel te Voorschoten als
daarbuiten, een meer dan gewone
plaats in. en heeft door zijn veelszins
omvangrijken arbéïd op verschillend
levensterrein zich een naam verwor
ven, welke met eere mag worden ge
noemd.
En wij weten te spreken namens ve
len, als wij bij het feit, dat den a.s.
jubilaris thans de „leeftijd der ster
ken" wordt gegund, met waardeering
melding maken van het goede wat
door hem in krachtigen ijver voor de
zaak en den naam des Heeren is tot
stand gebracht.
Bij alle menscbelijke- zwakheid en
gebrek, waarvan de jubilaris de eerste
zal zijn getuigenis af te leggen, zal op
den 4en April de danktoon oprijzen tot
God, die na een leven van strijd en
Leidsche Penkrassen.
Amice,
Nog slechts een tweetal werkdagen
scheiden ons van den stemmingsdag.
Die zijn nog juist voldoende om een
stevige repetitie te houden, om het
veld nog eens af te jagen, of om een
iregeling voor den stemmingsdag in
elkaar te zetten. Het huisbezoek is na
tuurlijk zoowat afgeloopen. Wie nu
nog bezocht moeten worden zijn enkele
twijfelachtige adressen. Zoon laat3te
bezoek kan soms nog een merkwaar
dige verrassing brengen.
't Is imij al eens overkomen dat een
kiezer die mij de eerste keer wel de
deur uit wilde gooien, maar daarna nog
heel wat bezoek van anderen ontving,
op zoo*n laatste avond voor de verkie
zing verklaarde: ik heb toch maar be
sloten om morgen Anti-revolutionair
te stemmen. Zie, Amice, zooiets moet
je meegemaakt hebben ooi nog eens
even in vuur te komen.
Maar deze laatste dagen zijn vooral
van gewicht voor onze Kiesvereenigin-
gen en propagandacluhs. Deze hebben
nog heel wat te regelen. Op admini
stratief gebied komt er heel wat kij
ken met zoo'n stemmingsdag, .wil m&n
van die stemming ook voor volgende
verkiezingen profijt hebben. Maar ook
is er nog heel wat te regelen.
Daar heb je b.v. het laten; overko
men van kiezers die naar elders zijn
vertrokken. Met betrekking tot ver
kiezingen voor de Tweede Kamer
is in de artikelen 57a tot em met 57j
der Kieswet een regeling gemaakt voor
de kiezers die in een andere dan de
gemeente alwaar ze op de kiezerslijst
voorkomen, aan de stemming willen
deelnemen. Voor verkiezingen voor de
Provinciale Staten en Gemeenteraden
geldt dit echter niet. Alle naar elders
vertrokken kiezers moeten dus stem
men in de gemeente alwaar ze op de
kiezerslijst voorkomen. De Kiesver-
eeniging of Propagandaclub moet dus
een lijst hebben van alle vertrokken
kiezers die zeker op de Anti-revolutio
naire lijst zullen stemmen. Natuurlijk
Almice, laat men geen kiezers van el
ders overkomen als men twijfelt aan
de stem. Verder is het zaak om in de
eerste plaats te nemen de kiezers die
betrekkelijk gemakkelijk kunnen over
komen. Natuurlijk ontmoet het geen
bezwaar cxm een kiezer die uit Leiden
naar Roermond is verhuisd en zelf de
overkomst wil betalen, daarover aan
te schrijven. Maar in de meeste geval
len zal de reis wel door de kiesvereeni
ging betaald moeten worden. Daarom
is het noodig om dan in de eerste
plaats diegenen te nemen wier woon
plaats niet al te ver af ligt.
Dit uitzoeken en de kiezers aan
schrijven is, wanneer dit nog niet heeft
plaats gehad, nu het werk wat hoog
noodig gebeuren moet.
Wanneer de werkzaamheden voor
de Statenverkiezing zijn afgeloopen
moet natuurlijk ook nu aandacht
worden geschonken aan de nieuwe kie
zerslijst. Straks wanneer de termijn
van beroep verstreken is, kan niemand
meer op de lijst gebracht worden.
Nu is het natuurlijk noodig dat
ieder kiezer zich zelf overtuigt of hij
op de lijst voor komt. Maar men ziet
het doorgaans dat de kiezers zelf dat
niet doen.
Daarom is dat eigenlijk ook al weer
het werk van de propaganda. Daarvoor
heeft men natuurlijk de gegevens noo
dig maar deze zijn inmiddels bij het
huisbezoek en langs anderen weg
reeds verzameld. Alle mannen of vrou
wen van Anti-revolutionairen huize
die vóór 15 Mei 25 jaar zullen gewor
den zijn en op 1 Febr. 1926 in de ge-
zorgen, hem gekroond heeft met rijken
zegeni en in den dag des ouderdoms,
genade en eere wil schenken.
De heer Christiaan Eggink werd den
4en April 1857 te Dubbeldam bij Dor
drecht geboren. Na de lagere school te
hebben doorloopen werd hij door zijn
vader, die tuinbaas was op de buiten
plaats „Dordwijk" opgeleid in het bloe
mis ten vak. Reeds op 14-jarigen leeftijd
verliet de jonge Eggink zijn ouderlijk
huis en werd werkzaam bij een der
grootste bloemisten t© 's-Gravenhage.
Op 20-jarigen leeftijd veranderde hij
van patroon en trad in dienst hij de
firma Olto te Gouda.
Bij gelegenheid dat hij voor de fa. O.
eeru opdracht had te volbrengen te
Voorschoten (Voorschoten was toen
vanuit Voorburg slechts te voet te be-
beikende stoomtram, het moderne
vervoermiddel dier dagen was er toen
nog niet) ontwaakte bij hem de be
geert© in deze streek, zoo gunstig ge
legen1 tusschen Den Haag en Leiden,
zich als zelfstandig bloemist te vesti
gen. Geheel overeenkomstig zijn door
tastend karakter, zette hij onmiddellijk
door en richtte zijn schreden naar het
notariskantoor om te zien, of er te V.
een bescheiden stukje land, z'n finan
cieel© draagkracht niet te hoven gaan
de, te koop was.
Zeer kort daarop kwam de koop tot
stand en op 1 Augustus 1881 vestigde
de heer Eggink zich als bloemist te
Voorschoten.
Was oorspronkelijk het plan, zicli
geheel toe te leggen op de bloemisterij,
op aanraden van zijn zwager, wijlen
den heer R. Segers te Lisse, besloot de
heer Eggink zich te vestigen als bloem
bollenkweeker.
Intusschen was men in 't buitenland
begonnen met het z.g.n. forceeren van
bloembollen. De jonge zakenman, zijn
tijd begrijpende, voelde zich tot deze
cultuur aangetrokken en reeds in 1886
bouwde hij bakken om zij het op
primitieve wijze Lelietjes van Dalen*
te forceeren.
Spoedig daarop, in 1890 werd de eer
ste kas gebouwd voor het forceeren
van Tulpen, zoodat de heer Eggink
mag gerekend worden tot een der eerste
bloemisten in ons land, die in den
winter bloeiende tulpen aan de markt
bracht.
Naast deze speciale cultuur werkte
de heer Eggink met kracht en energie
aan de uitbreiding van zijn Bloembol-
lenkweekerij, totdat hij in 1910 aan
zijn twee oudste zoons die inmiddels
in het vak waren opgeleid, de be
staande zaak overdeed en met zijn bei
de jongste zoons opnieuw een kwee-
kerij begon.
Zoodat de Voorschoten gevestigd zijn
twee groote zaken, één onder den fir
manaam Gebr. Eggink en één on
der de firma C. Eggink Zoon.
Ziehier het kort© levensbericht van
den man, die a.s. Maandag zijn 70sten
verjaardag mag vieren en van die 70
jaren niet minder dan 46 jaren te Voor
schoten heeft gewoond ©n gearbeid.
En wat hij in deze bijna halve eeuw
voor het Voorschoten® che publieke en
kerkelijke leven is geweest, kunnen al
leen zij beoordeelen, die hem in zijn
dagelijkschen arbeid hebben gadegesla
gen. Dezelfde energie en doortastend
heid die hem in het zakenleven ken
merkten, waren hem ook eigen op
maatschappelijk en kerkelijk terrein.
De zaak en de naam des Heeren-
hadden zijn vurige liefde. Nimmer
heeft hij zich voor den arbeid in Gods
Koninkrijk geschaamd, integendeel,
het was hem steeds een lust, om naast
zijn drukken maatschappelijken werk
kring ook werkzaam te zijn in 's Hee
ren wijngaard.
Dat heeft hem bij zijn geestverwan
ten bemind gemaakt en geëerd doen
zijn.
De heer Eggink is een karakter.
Soepelheid en schipperen zijn geen
dingen die hem aantrekken.
Op den man af, rond en klaar de
dingen zien en zeggen, dat is steeds
een van zijn karaktertrekken geweest,
welke hem tot op den dag van heden
eigen gebleven zijn.
Op velerlei terrein is de heer Eg
gink nog werkzaam. Alle functies wel
ke hij hekleed heeft en nog bekleedt
te noemen is niet mogelijk. Slechts
enkele willen wij noemen: Wethouder
der gemeente Voorschoten, bestuurslid
van de Boerenleenbank en- de Vereen.
STRIJDLIED.
Hoe talrijk ook de vijand zij,
Die driest -rit staat en maatschappij
't Geloof in Gocl wil bannen,
Hoe ook de revolutiegeest
Den opstand predikt onbevreesd,
God zelf belacht die plannen.
Laat vrij hun blinde eigenwaan
Den Christus en Zijn Woord weerstaan,
Het zal bv- ooit gelukken,
't Geloof ii 1 en in Zijn Woord,
Van hein, dl' Christus toebehoort,
Ooit uit het hart te rukken.
Hoe ook de goden dezer eeuw,
Met al hun stout en woest geschreeuw,
Den wereldling bezielen;
Hoe ook die Baal wordt geëerd,
Wij hebben door gena geleerd
Voor Christus slechts te knielen.
Wij trekken in des Heeren kracht
Ten strijde op, hoe groot van macht
Die vijand ook moog' blijken.
Al waant "hij zich ook trotsch en fier,
Toch zal hij voor de Kruisbanier
Eenmaal de vanen strijken!
RECLAME.
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Bij alle Drogisten.
Ziekenzorg, Voorzitter van de afdee-
ling Voorschoten van Bloembollencul
tuur; lid van het scheidsgerecht voor
Bloembollencultuur, oud-hoofdbestuur
der van Bloembollencultuur, enz., enz.
Ook is de heer Eggink een vooraan
staand lid der Geref. Kerk en mede
door zijn arbeid kwam de Geref. Kerk
t© V. tot openbaring en hij had een
werkzaam aandeel in den bouw der
nieuwe kerk.
Het nieuwe mooie Raadhuis en het
woningpark met badhuis zijn mede
onder zijn bekwame leiding tot stand
gekomen.
Ongetwijfeld zullen zich op den a.s.
4en April bij den jubilaris de gedach
ten vermenigvuldigen, want naast de
vele zegeningen, welke hij van zijn
God ontving, zijn de dagen van smart
en droefheid bij het verlies van dier
bare panden hem niet gespaard ge
bleven.
Maar ziende op de leiding en de
trouw zijns Gods in heel zijn leven, zal
het woord van Jacob: „ik ben gerin
ger dan al deze weldadigheid en
trouw", ook de bede zijns harten zijn.
Geachte jubilaris! Bij de vele geluk-
wenschen welke U op a.s. Maandag
ten deel zullen vallen, willen wij ook
gaarne, de onze voegen; spare de
I-Ieere U nóg in lengte van dagen voor
Uw gade en kinderen en moge het
woord der Schrift voor het leven Uws
geloofs in rijke vervulling gaan: „en
het zal geschieden ten tijde des avonds
dat het licht zal wezen". K.
HA: aswcjiJE.
De voorloopig vastgestelde kie
zerslijst bevat de namen van 1917 kie
zers voor den Gemeenteraad en 1984
voor de Tweede Kamer.
Door de Ghr. Historische Kiesve<r-
eeniging zijn tot candidaat voor den Ge
meenteraad gesteld de heeren
1. C. A. van Dam.
2. D. Buitenhuis.
3. C. Pa tij n.
4. J. D. de Kort.
5. A. v. d. Lelie.
6. G. van Ommering.
7. ik. Mosterd.
8. .J A. Brinks,
9. W. van Klaveren.
10. C. Verheul.-
Maandag a s. des avonds half acht
uur, hoopt in het lokaal „SalvatorG
voor de Ckr. Historische Kiesvereeni-
ging op te treden de WelEd. heer H. v.
Boeijen, lid van Ged. Staten van Zuid-
Holland, met het onderwerp: „Het Chr.
ïïist. beginsel en de komende verkiezia-
gen.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
v.m. 9.30 uur Ds. Voorsteegh van Kat
wijk aair Zee en n.m. 6.30 uur Ds. Lou
ring.
Geref. Kerk v.m. 9.30 en n,m. 6.30
uur Ds. Gispen.
LEIDERDORP.
Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk
v.m. 10 uur (Bod. H'. Doop) en n.ra. 6.30
.uur Ds. H. Mondt.
Geref. Kerk v.m. 9.30 uur Bed. H.
Avondmaal en n.m. 6.30 uur Bed. EL
Avondmaal en Nabetrachting, Ds. F. EL
Wou ds tra.
meent© woonden moeten op de lijst
voorkomen. De opmerking moet ge
maakt, Amice, dat de leeftijd wordt
bepaald naar den datum van 15 Mei
van dit jaar, maar omdat men i 11-
gezetene moet zijn, hetgeen iets
anders is dan inwoner, welk ingezeten
schap men heeft als men 12 maanden
in de gemeente woont, wordt deze
datum 1 Febr. 1926. Op de kiezerslijst
worden n.l. gebracht alle ingezetenen
die dit en verdere vereischte bezaten
op 1 Febr.
Wanneer nu de propagandaclub even
de kiezerslijst inziet en deze vergelijkt
met de lijst die zij Zelf heeft opge
maakt blijkt dadelijk of alles klopt.
Op een zaak moet ik nog even terug
komen, Amice! Blijkbaar heeft de heer
Wilbrink, ons raadslid, mede gerea
geerd op mijn opmerking van de vori
ge week, dat de Chr.-Hist. raadsfractie
zich in hooghartig stilzwijgen hulde.
Het benoemen van een tijdelijk wet
houder had aan onze zijde ernstig pijn
veroorzaakt. Men meende dat de daad
van Chr.-Hist, zijde onvoldoende ge
motiveerd was. Om die motieven als
nog te vernemen daarop werd van An
ti-revolutionaire zijde aangedrongen.
Wanneer dat nu niet komt, ja wat
moet men dan gaan denken? Zoo ook
kwam ik er toe om te spreken van
hooghartig stilzwijgen.
Nu wil ik gaarne dat woord terug
nemen, Amice, wanneer dat zeer ge
daan heeft Heusch het gaat niet om
de kwalificatie, maar om de daad.
Die daad is nu wel niet goedgepraat,
maar althans verklaard. Ik wil daar
niet meer over spreken. Gedane zaken
nemen geen keer. Wel wil ik mijn blijd
schap er over uitspreken dat de heer
Wilbrink zelf, en ook de Redactie van
ons blad, nu hebben vastgesteld dat
cmen van Chr.-Hist. zijde ons, althans
bij de tegenwoordige zet el verhouding,
den wethouderszetel niet betwist. Dat
is het voornaamste. Dan moge er een
zeer blijven, voor wrok is dan geen
plaats meer.
Laat ons zoeken wat vereenigt,
straks hebben wij als rechterzijde in
den Raad elkander voortdurend noo
dig. Daarop moet dan ook onder allee
de aandacht gevestigd blijven.
Bovenal wij dienen eenen Koning tot
Wiens eer wij alles willen doen.
VERITAS.