mmtfCm g m NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 2 APRIL 1927 Gewijde en Ongewijde Historie. DE ARK VAN NOACH. Het woord „ark", waarmee wij ge woon zijn het vaartuig van Noach aan te duiden, is van Latijnschen oor sprong; het be teek ent: „kist, koffer". Wij gebruiken ditzelfde woord voor de ark de® verbonds; het HebreeuWsch heeft hier evenjwel 'n ander woord dan in het Zondvloedverhaal. De ark des verbonds heet in het oorspronkelijke „aroon", d.w.z. „kist", terwijl in Gen. 6 14 e.v. het woord „teebdh" gebruikt is, dat ongeveer dezelfde beteekenis heeft en zeer goed door „ark" vertaald ie. Dit woord „teebdh" komt nog in één andere geschiedenis des Ouden Testa ment® voor, en wel Ex. 2 3 en 5, waar het wordt gebezigd van het biezen kistje van Mozes. D© afleiding van dit woord is onzeker, doch het is niet onmogelijk dat bet samenhangt met het Egyptische woord „teb", dat „kist" beteekent. In elk geval hebben wij, gelijk wij reeds zeiden, in het uit de Vulgata overgenomen woord „ark" een zeer goede vertaling. Nu zou men uit het grondwoord mo gen afleiden, dat de ark van Noach den vorm van een koffer had, alzoo dat de bodem ervan niet kielvormig doch vlak was. Uit een oogpunt van scheepsbouwkundfc i® dit evenwel niet waarschijnlijk; een dusdanig schip zou veel te spoedig zijn evenwicht verlie zen te midden van de stormvloeden Waaraan het blootgesteld was. Het hout waarvan de ark vervaar digd werd was goferhout, d.w.z. hars hout: het hout van den boom dien de Assyriërs „giparoe" noemden, een harsboom, waarschijnlijk de cypres of een daaraan verwante boom. De afmetingen ier ark waren: 300 ellen de lengte, 50 ellen de breedte en 30 ellen de hoogte. Onder een el wordt een arm wijdte verstaan: de babyloni- sche el die 49.5 c.M. was. Het vaartuig van Noach kwam alzoo in grootte on geveer overeen met een stoomschip van de Holland-Amerikalijn; alleen was het naar verhouding breeder. De ark was voorts met kameren of cellen („nesten" staat er in het He- breeuwsch), en deze waren van bin nen en van buiten met pek bepekt. Een venster, of zooals er eigenlijk staat lichtopening was aan de ark aangebracht, alsmede aan haar zijde de deur of ingang. Er waren drie ver diepingen kamers. Aldus waren de instructies die God aan Noach gaf voor den bouw der ark en Noach maakte haar overeenkom stig alles wat God hem geboden had (Gen. 6 22). Evenals ons door den gewijden schrijver het stijgen van het water in een viertal en de daardoor teweegge brachte verwoesting in een drietal stadia wordt beschreven, wordt ook van het afnémen van het water een breedvoerige beschrijving gegeven, en wel in een zevental stadia. En God gedacht aan Noach en alle wilde dieren en alle huisdieren die met hem in de ark waren, zoo vangt Gen. 8 :1 aan, en God liet een wind over de aarde opkomen, den gloeien- den Zuidenwind, en maakte daardoor aan verdere rijzing van het water een eind. Dan wordt in vs. 24 de eerste da ling beschreyen. De fonteinen van den oervloed en de vensters des hemels werden gesloten en de plasregen hield op. De wateren namen af en op den zeventienden dag van de zevende maand rustte de ark op de bergen van Ararat. Daarna beschrijft vs. 5 hoe na ver dere daling van het water op den eer sten der tiende maand de toppen der hergen zichtbaar werden. Na verloop van 40 dagen opende Noach het venster van de ark en liet eerst een raaf en daarna een duif uit. De duif kwam terug omdat zij geen rustplaats vond voor het hol van haar voet (vs. 69). Na nog 7 dagen liet Noach weer een duif uit de ark, en deze keerde tegen den avond tot hem terug, met een frisch olijfblad in haar snavel, waar uit Noach begreep dat de wateren de aarde niet meer bedekten (vs. 10 en 11). Na nog een week gewacht te hebben liet Noach ten derden male een duif uit, en zij keerde niet meer tot hem terug (vs. 12). Ten slotte, in het 601ste jaar, op den lsten van de eerste maancl (ongeveer April) was de aarde opgedroogd en in de tweede maand, op den 27sten dag der tweede maand, was de aarde droog geworden (vs. 13 en 14). Zoo had de vloed een geheel zonne jaar geduurd. Hij was begonnen op den 17den .dag der tweede maand en eindigde op den 27sten dag der tweede maand. Men rekende oudtijds met maanjaren van 354 dagen, hierbij komen dan nog de 11 dagen van den 17den tot den 27sten, dus dat is te za- men 365 dagen. De plaats, waar de ark strandde, waren de bergen van Ararat, zoo ver haalt Gen. 8 4. Gewoonlijk meent men dat dit de naam van den berg is en spreekt dan van „den berg Ararat". Dit is evenwel niet juist; Ararat is de naam van do landstreek, die thans Armenië heet. Dit blijkt o.m. uit nog enkele andere plaatsen in het O. T., waar sprake is van Ararat, o.a. Jes. 37 38, waar staat dat Sanheribs twee zonen die hem gedood hadden ontkwa men naar het land Ararat; de Septua gint vertaalt daar „Armenia". De hoogte der bergen van Ararat zal waarschijnlijk een goede 300 M. bedra gen hebben, hetgeen ook kan afge leid worden uit het feit, dat daar ter plaatse olijfboomen voorkwamen, wat bij een grootere hoogte ten gevolge der bergkoude niet meer mogelijk is. SCHAAKRUBRIEK Probleem van Z. Zilahi. Eervol vermeld in een wedstrijd van de Western Morning News and Mer cury. ill lil H IÉ iH i Is m ab edel g h Wit begint en geeft mat in twee zetten. Oplossing volgt hieronder. Nabeschouwing van het toernooi te New York. Een der grootste tournooien uit de schaakgeschiedenis ligt weer achter ons. De uitslag is geworden, zooals wel algemeen verwacht werd. Er wa ren er niet veel die niet in Capablanca de winner van de eerste prijs zagen met Aljechin en Niemzowitsch op hem volgend. Over Vidmar waren de mee ningen verdeeld, door het feit, dat hij zeer weinig in tournooien uitkomt en daardoor zijn spel minder bekend is. Het is echter gebleken, dat hij over een enorme kracht beschikt en was hij een beroepsspeler, hij zou zeker de grootste mededinger van Capablanca blijken te zijn. Men had Marshall en Spielmanm onderaan verwacht, echter in de omgekeerde volgorde dan waar in ze nu staan. Het blijkt dan ook uit de partijen, dat Spielmann voor een speler van zijn kracht zeer goed speelde, terwijl de Kampioen der Ver- eenigde Staten beneden zijn kracht speelde. Van de 60 partijen die in deze wed strijd werden gespeeld, werd de helft remise. In vele partijen werd slechts op remise gespeeld en niet anders dan openingstheorie afgedreund. Hierdoor is het gehalte der partijen achteruit gegaan en wij kunnen dan ook in deze wedstrijd geen enkele partij aanwijzen die ten allen tijde in de schaakge- schiedenis zal blijven schitteren. Hieronder volgt nog een door Vid mar gewonnen partij met analysaties ontleend aan de N(ieuwe) R(otterdam- sche) C(ourant). Wit: F. Marshall. Zwart: M. Vidmar. Koninginnegambiet 1. d2d4 Pg8—f6 2. Pgl—f3 d7—d5 3. c2c4 c7c6 4. c4Xd5 c6Xd5 5. Pblc3 6. Rel—f4 Sterker is Rg5. 6 7. o2e3 8. Rf4XdG 9. Rfl—d3 10. 0—0 ©7—ef> RfSd6 DdSXdG 0—0 eOe5 De gezondste en sterkste zet. Zwart krijgt een alleenstaanden pion op d5, doch bevrijdt zijn raadsheer en maakt de e-baan open voor zijn kasteel. 11. Pc3bo Dd6e7 12. d4X«Ö Pc6Xe6 13. Tal—cl Stand na 13. Tel. X S X* abcdefg h Zwart had den nu dreigenden inval van het witte kasteel door Pc6 kunnen verhinderen. Hij zet echter een tegen aanval op touw. 13Rc8g4 14. Tel—c7 De7d8 15. Tc7Xb7 Hier moet Wit zich bij het schatten van de kracht van Zwart's volgende zetten hebben vergist. 15PeöX^t 16. g2Xf3 Rg4h3 17. Tflel PfO—e4! Dreigt Dg5f en mat op g2. 18. f3—f4 Dd8h4 19. Rd3x*4 Nog de beste verdediging. Op Df3 zou Rg4 zijn gevolgd en De2 is zeer passief. 1 9d5Xe4 Nu moet wit waken tegen Rh3g4 f3 en daarna Dg4f en Dg2 mat. 20. Pbod4 Om Rg4 te beantwoorden met f3. 2 0TaSc8 21. Tb7bö Wit had De2 moeten spelen. Ook in deze partij, evenals in de bovenstaan de speelt nu een kasteelzet, door wel ken de witte koningin een bedreigd punt niet kan blijven dekken, de be slissende rol. 2 1Tc8—cl 22. Tb5g5 Del:? dan mat door Dg4f enz. 2 2Tel X dl 23. Tel Xdl Rh3—g4 24. Tdl—cl h7h6 Wit gaf het op. Oplossing van den tweezet: Dfó. ÜiT~DE'"OMGËviNG VOORSCHOTEN. C. EGGINK Sr. 1857 4 April 1927 Maandag 4 April zal bet op huize „Woelwijk" te Voorschoten feest zijn. Den1 heer C. Eggink Sr., in Voorscho ten en heel de ohigeving overbekend, valt bet voorrecht te beurt a.s. Maan dag te midden van zijn familie, 2ijn 7C«ten. verjaardag te mogen vieren. 'Het zal niemand, die bekend is met de plaats en positie, welke de beer Eg gink in het maatschappelijke en pu blieke leven inneemt verwonderen, dat wij aan dit feit, op deze plaats, bijzon dere belangstelling schenken. Immers de beer Eggink neemt in on zen kring, zoowel te Voorschoten als daarbuiten, een meer dan gewone plaats in. en heeft door zijn veelszins omvangrijken arbéïd op verschillend levensterrein zich een naam verwor ven, welke met eere mag worden ge noemd. En wij weten te spreken namens ve len, als wij bij het feit, dat den a.s. jubilaris thans de „leeftijd der ster ken" wordt gegund, met waardeering melding maken van het goede wat door hem in krachtigen ijver voor de zaak en den naam des Heeren is tot stand gebracht. Bij alle menscbelijke- zwakheid en gebrek, waarvan de jubilaris de eerste zal zijn getuigenis af te leggen, zal op den 4en April de danktoon oprijzen tot God, die na een leven van strijd en Leidsche Penkrassen. Amice, Nog slechts een tweetal werkdagen scheiden ons van den stemmingsdag. Die zijn nog juist voldoende om een stevige repetitie te houden, om het veld nog eens af te jagen, of om een iregeling voor den stemmingsdag in elkaar te zetten. Het huisbezoek is na tuurlijk zoowat afgeloopen. Wie nu nog bezocht moeten worden zijn enkele twijfelachtige adressen. Zoon laat3te bezoek kan soms nog een merkwaar dige verrassing brengen. 't Is imij al eens overkomen dat een kiezer die mij de eerste keer wel de deur uit wilde gooien, maar daarna nog heel wat bezoek van anderen ontving, op zoo*n laatste avond voor de verkie zing verklaarde: ik heb toch maar be sloten om morgen Anti-revolutionair te stemmen. Zie, Amice, zooiets moet je meegemaakt hebben ooi nog eens even in vuur te komen. Maar deze laatste dagen zijn vooral van gewicht voor onze Kiesvereenigin- gen en propagandacluhs. Deze hebben nog heel wat te regelen. Op admini stratief gebied komt er heel wat kij ken met zoo'n stemmingsdag, .wil m&n van die stemming ook voor volgende verkiezingen profijt hebben. Maar ook is er nog heel wat te regelen. Daar heb je b.v. het laten; overko men van kiezers die naar elders zijn vertrokken. Met betrekking tot ver kiezingen voor de Tweede Kamer is in de artikelen 57a tot em met 57j der Kieswet een regeling gemaakt voor de kiezers die in een andere dan de gemeente alwaar ze op de kiezerslijst voorkomen, aan de stemming willen deelnemen. Voor verkiezingen voor de Provinciale Staten en Gemeenteraden geldt dit echter niet. Alle naar elders vertrokken kiezers moeten dus stem men in de gemeente alwaar ze op de kiezerslijst voorkomen. De Kiesver- eeniging of Propagandaclub moet dus een lijst hebben van alle vertrokken kiezers die zeker op de Anti-revolutio naire lijst zullen stemmen. Natuurlijk Almice, laat men geen kiezers van el ders overkomen als men twijfelt aan de stem. Verder is het zaak om in de eerste plaats te nemen de kiezers die betrekkelijk gemakkelijk kunnen over komen. Natuurlijk ontmoet het geen bezwaar cxm een kiezer die uit Leiden naar Roermond is verhuisd en zelf de overkomst wil betalen, daarover aan te schrijven. Maar in de meeste geval len zal de reis wel door de kiesvereeni ging betaald moeten worden. Daarom is het noodig om dan in de eerste plaats diegenen te nemen wier woon plaats niet al te ver af ligt. Dit uitzoeken en de kiezers aan schrijven is, wanneer dit nog niet heeft plaats gehad, nu het werk wat hoog noodig gebeuren moet. Wanneer de werkzaamheden voor de Statenverkiezing zijn afgeloopen moet natuurlijk ook nu aandacht worden geschonken aan de nieuwe kie zerslijst. Straks wanneer de termijn van beroep verstreken is, kan niemand meer op de lijst gebracht worden. Nu is het natuurlijk noodig dat ieder kiezer zich zelf overtuigt of hij op de lijst voor komt. Maar men ziet het doorgaans dat de kiezers zelf dat niet doen. Daarom is dat eigenlijk ook al weer het werk van de propaganda. Daarvoor heeft men natuurlijk de gegevens noo dig maar deze zijn inmiddels bij het huisbezoek en langs anderen weg reeds verzameld. Alle mannen of vrou wen van Anti-revolutionairen huize die vóór 15 Mei 25 jaar zullen gewor den zijn en op 1 Febr. 1926 in de ge- zorgen, hem gekroond heeft met rijken zegeni en in den dag des ouderdoms, genade en eere wil schenken. De heer Christiaan Eggink werd den 4en April 1857 te Dubbeldam bij Dor drecht geboren. Na de lagere school te hebben doorloopen werd hij door zijn vader, die tuinbaas was op de buiten plaats „Dordwijk" opgeleid in het bloe mis ten vak. Reeds op 14-jarigen leeftijd verliet de jonge Eggink zijn ouderlijk huis en werd werkzaam bij een der grootste bloemisten t© 's-Gravenhage. Op 20-jarigen leeftijd veranderde hij van patroon en trad in dienst hij de firma Olto te Gouda. Bij gelegenheid dat hij voor de fa. O. eeru opdracht had te volbrengen te Voorschoten (Voorschoten was toen vanuit Voorburg slechts te voet te be- beikende stoomtram, het moderne vervoermiddel dier dagen was er toen nog niet) ontwaakte bij hem de be geert© in deze streek, zoo gunstig ge legen1 tusschen Den Haag en Leiden, zich als zelfstandig bloemist te vesti gen. Geheel overeenkomstig zijn door tastend karakter, zette hij onmiddellijk door en richtte zijn schreden naar het notariskantoor om te zien, of er te V. een bescheiden stukje land, z'n finan cieel© draagkracht niet te hoven gaan de, te koop was. Zeer kort daarop kwam de koop tot stand en op 1 Augustus 1881 vestigde de heer Eggink zich als bloemist te Voorschoten. Was oorspronkelijk het plan, zicli geheel toe te leggen op de bloemisterij, op aanraden van zijn zwager, wijlen den heer R. Segers te Lisse, besloot de heer Eggink zich te vestigen als bloem bollenkweeker. Intusschen was men in 't buitenland begonnen met het z.g.n. forceeren van bloembollen. De jonge zakenman, zijn tijd begrijpende, voelde zich tot deze cultuur aangetrokken en reeds in 1886 bouwde hij bakken om zij het op primitieve wijze Lelietjes van Dalen* te forceeren. Spoedig daarop, in 1890 werd de eer ste kas gebouwd voor het forceeren van Tulpen, zoodat de heer Eggink mag gerekend worden tot een der eerste bloemisten in ons land, die in den winter bloeiende tulpen aan de markt bracht. Naast deze speciale cultuur werkte de heer Eggink met kracht en energie aan de uitbreiding van zijn Bloembol- lenkweekerij, totdat hij in 1910 aan zijn twee oudste zoons die inmiddels in het vak waren opgeleid, de be staande zaak overdeed en met zijn bei de jongste zoons opnieuw een kwee- kerij begon. Zoodat de Voorschoten gevestigd zijn twee groote zaken, één onder den fir manaam Gebr. Eggink en één on der de firma C. Eggink Zoon. Ziehier het kort© levensbericht van den man, die a.s. Maandag zijn 70sten verjaardag mag vieren en van die 70 jaren niet minder dan 46 jaren te Voor schoten heeft gewoond ©n gearbeid. En wat hij in deze bijna halve eeuw voor het Voorschoten® che publieke en kerkelijke leven is geweest, kunnen al leen zij beoordeelen, die hem in zijn dagelijkschen arbeid hebben gadegesla gen. Dezelfde energie en doortastend heid die hem in het zakenleven ken merkten, waren hem ook eigen op maatschappelijk en kerkelijk terrein. De zaak en de naam des Heeren- hadden zijn vurige liefde. Nimmer heeft hij zich voor den arbeid in Gods Koninkrijk geschaamd, integendeel, het was hem steeds een lust, om naast zijn drukken maatschappelijken werk kring ook werkzaam te zijn in 's Hee ren wijngaard. Dat heeft hem bij zijn geestverwan ten bemind gemaakt en geëerd doen zijn. De heer Eggink is een karakter. Soepelheid en schipperen zijn geen dingen die hem aantrekken. Op den man af, rond en klaar de dingen zien en zeggen, dat is steeds een van zijn karaktertrekken geweest, welke hem tot op den dag van heden eigen gebleven zijn. Op velerlei terrein is de heer Eg gink nog werkzaam. Alle functies wel ke hij hekleed heeft en nog bekleedt te noemen is niet mogelijk. Slechts enkele willen wij noemen: Wethouder der gemeente Voorschoten, bestuurslid van de Boerenleenbank en- de Vereen. STRIJDLIED. Hoe talrijk ook de vijand zij, Die driest -rit staat en maatschappij 't Geloof in Gocl wil bannen, Hoe ook de revolutiegeest Den opstand predikt onbevreesd, God zelf belacht die plannen. Laat vrij hun blinde eigenwaan Den Christus en Zijn Woord weerstaan, Het zal bv- ooit gelukken, 't Geloof ii 1 en in Zijn Woord, Van hein, dl' Christus toebehoort, Ooit uit het hart te rukken. Hoe ook de goden dezer eeuw, Met al hun stout en woest geschreeuw, Den wereldling bezielen; Hoe ook die Baal wordt geëerd, Wij hebben door gena geleerd Voor Christus slechts te knielen. Wij trekken in des Heeren kracht Ten strijde op, hoe groot van macht Die vijand ook moog' blijken. Al waant "hij zich ook trotsch en fier, Toch zal hij voor de Kruisbanier Eenmaal de vanen strijken! RECLAME. Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Bij alle Drogisten. Ziekenzorg, Voorzitter van de afdee- ling Voorschoten van Bloembollencul tuur; lid van het scheidsgerecht voor Bloembollencultuur, oud-hoofdbestuur der van Bloembollencultuur, enz., enz. Ook is de heer Eggink een vooraan staand lid der Geref. Kerk en mede door zijn arbeid kwam de Geref. Kerk t© V. tot openbaring en hij had een werkzaam aandeel in den bouw der nieuwe kerk. Het nieuwe mooie Raadhuis en het woningpark met badhuis zijn mede onder zijn bekwame leiding tot stand gekomen. Ongetwijfeld zullen zich op den a.s. 4en April bij den jubilaris de gedach ten vermenigvuldigen, want naast de vele zegeningen, welke hij van zijn God ontving, zijn de dagen van smart en droefheid bij het verlies van dier bare panden hem niet gespaard ge bleven. Maar ziende op de leiding en de trouw zijns Gods in heel zijn leven, zal het woord van Jacob: „ik ben gerin ger dan al deze weldadigheid en trouw", ook de bede zijns harten zijn. Geachte jubilaris! Bij de vele geluk- wenschen welke U op a.s. Maandag ten deel zullen vallen, willen wij ook gaarne, de onze voegen; spare de I-Ieere U nóg in lengte van dagen voor Uw gade en kinderen en moge het woord der Schrift voor het leven Uws geloofs in rijke vervulling gaan: „en het zal geschieden ten tijde des avonds dat het licht zal wezen". K. HA: aswcjiJE. De voorloopig vastgestelde kie zerslijst bevat de namen van 1917 kie zers voor den Gemeenteraad en 1984 voor de Tweede Kamer. Door de Ghr. Historische Kiesve<r- eeniging zijn tot candidaat voor den Ge meenteraad gesteld de heeren 1. C. A. van Dam. 2. D. Buitenhuis. 3. C. Pa tij n. 4. J. D. de Kort. 5. A. v. d. Lelie. 6. G. van Ommering. 7. ik. Mosterd. 8. .J A. Brinks, 9. W. van Klaveren. 10. C. Verheul.- Maandag a s. des avonds half acht uur, hoopt in het lokaal „SalvatorG voor de Ckr. Historische Kiesvereeni- ging op te treden de WelEd. heer H. v. Boeijen, lid van Ged. Staten van Zuid- Holland, met het onderwerp: „Het Chr. ïïist. beginsel en de komende verkiezia- gen. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 9.30 uur Ds. Voorsteegh van Kat wijk aair Zee en n.m. 6.30 uur Ds. Lou ring. Geref. Kerk v.m. 9.30 en n,m. 6.30 uur Ds. Gispen. LEIDERDORP. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 10 uur (Bod. H'. Doop) en n.ra. 6.30 .uur Ds. H. Mondt. Geref. Kerk v.m. 9.30 uur Bed. H. Avondmaal en n.m. 6.30 uur Bed. EL Avondmaal en Nabetrachting, Ds. F. EL Wou ds tra. meent© woonden moeten op de lijst voorkomen. De opmerking moet ge maakt, Amice, dat de leeftijd wordt bepaald naar den datum van 15 Mei van dit jaar, maar omdat men i 11- gezetene moet zijn, hetgeen iets anders is dan inwoner, welk ingezeten schap men heeft als men 12 maanden in de gemeente woont, wordt deze datum 1 Febr. 1926. Op de kiezerslijst worden n.l. gebracht alle ingezetenen die dit en verdere vereischte bezaten op 1 Febr. Wanneer nu de propagandaclub even de kiezerslijst inziet en deze vergelijkt met de lijst die zij Zelf heeft opge maakt blijkt dadelijk of alles klopt. Op een zaak moet ik nog even terug komen, Amice! Blijkbaar heeft de heer Wilbrink, ons raadslid, mede gerea geerd op mijn opmerking van de vori ge week, dat de Chr.-Hist. raadsfractie zich in hooghartig stilzwijgen hulde. Het benoemen van een tijdelijk wet houder had aan onze zijde ernstig pijn veroorzaakt. Men meende dat de daad van Chr.-Hist, zijde onvoldoende ge motiveerd was. Om die motieven als nog te vernemen daarop werd van An ti-revolutionaire zijde aangedrongen. Wanneer dat nu niet komt, ja wat moet men dan gaan denken? Zoo ook kwam ik er toe om te spreken van hooghartig stilzwijgen. Nu wil ik gaarne dat woord terug nemen, Amice, wanneer dat zeer ge daan heeft Heusch het gaat niet om de kwalificatie, maar om de daad. Die daad is nu wel niet goedgepraat, maar althans verklaard. Ik wil daar niet meer over spreken. Gedane zaken nemen geen keer. Wel wil ik mijn blijd schap er over uitspreken dat de heer Wilbrink zelf, en ook de Redactie van ons blad, nu hebben vastgesteld dat cmen van Chr.-Hist. zijde ons, althans bij de tegenwoordige zet el verhouding, den wethouderszetel niet betwist. Dat is het voornaamste. Dan moge er een zeer blijven, voor wrok is dan geen plaats meer. Laat ons zoeken wat vereenigt, straks hebben wij als rechterzijde in den Raad elkander voortdurend noo dig. Daarop moet dan ook onder allee de aandacht gevestigd blijven. Bovenal wij dienen eenen Koning tot Wiens eer wij alles willen doen. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 6