Lijstenmakerij „Rembrandt", Haarl.str. 187, bij ds Kerksteeg.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 2 APRIL T927
RECLAME
W Bewaar dezen Bon. "W
Ondanks onze lage prijzen, geven wij als Reclame aan eiken abonné
van dit blad, bij aankoop van Spiegels, Schilderstukken, omlijsten
van Plaatwerk, Foto's, enz., IjSF"" 10 pCi. korting.
Alleen op vertoon van dezen Bon, geldig tot 1 Mei 1927.
TWEEDE BLAD.
HET BEDING.
Jezus antwoordde hem: In
dien Ik u niet wassche, gjj
hebt geen deel met Mrj.
Joh. 13 8b.
Welk een voorrecht. Hoe onschat
baar. Deel te hebben met Jezus. Wat
staat daarnevens, of Wat gaat daarbo
ven? Het is het hoogste en beste,
wat den mensch te ocurt vallen kan.
Het overtreft in waarde zeer verre de
meest begeerlijke dingen.
Want indien gij deel hebt met Je*
zus, dan is er tusschen u en Hem een
band van gemeenschap, een betrek
king der liefde; dan is Hij de uwe en>
gij pijt de Zijne. Hij is dan de Mees
ter, en gij zijt Zijn discipel. Hij' is dan
het Hóófd, en gij zijt een ïid Zij no
lichaaira, n.l. Zijner Gemeente. Er is
eejn eenheid, een saambinding, een
inmer.ijke en uitwendige gemeenschap
der liefde door den H. Geest.
En uit die nauwe betrekking tot
den persoon ViOeit dan weer voort,
dat ge ook deei hebt aan de zaligheid
ear heerlijkheid, welke Hij voor Zijn
vrienden bereid heeft; gij zijt nu mede
erfgenamen van Christus, Die in den
dag Zijner glorierijke toekomst, ver
lost van zonde en smart, aan Hem
gelijk met eere en heerlijkheid zulc
worden gekroond.
Het voorrecht is groot. Wie schat
het genoegzaam naar waarde?
Maar er is een beding.
Gij kunt geen deel hebben met Je
zus. indien Hij u de voeten niet wascht
Dit is het beding.
Jezus zegt tot retrus ernstig en ge
streng: Incuen ik u met wassche, n.l
de voeten, gij hebt geen deel met Mij.
Dat is sterk gesproken. Als Pe-
trus niet toelaten wil, dat de Mees
ter hem de voeten wascht, dani is
bet tusschen Petrus en den PI eiland,
gedaan; dan is Petrus niets voor Je
zus: en Jezus niets voor Petrus; dan
is het uit met den omgang, dien ze
tot .dusver met elkander hebben ge
had. Petrus moet nu maar kiezen. Zich
de voeten laten wasschen door Zijn
Meester, óf van nu voortaan den kringi
der vrienden verlaten.
"Petrus bedenkt zich niet lang. JElij
geeft zijn beide voeten; ja zelfs zijn
gansche lichaam biedt hij aan. Hij is
tot alles bereid, ind.en hij maar met
Jezus niag zijn. Plet breken van dien
band der gemeenschap is hem een
scnnkoeeld.
Maar ai geeft hij ook toe om erger
té voorkomen, hij begrijpt toch niet
waarvoor het nuttig kan zijn, dat de
Meester de voeten Zijner jongeren
wascht. Hij begrijpt niet de noodza
kelijkheid, zoodat weigering gelijk met
een breike zou staan. De Heiland zegit
echter: Wat ik doe, verstaat gij nu
niet, maar gij zult het na dezen ver
staan.
En Petrus heeft het leeren verstaan,
waarom men geen deel met Jezus kan
hebben, indien Hij ons de voeten niet
wascht.
Petrus heef: later oog gekregen voor
's Heilands diens.knecntgesta.te.
Iemands voelen wasschen was m
Israël het werk van den d ens.onecht,
den slaaf, maar niet van den beer des
huizes, niet van den meester. Voor
dat d ens.knechtswerk en dien sla
venarbeid achtte Petrus zijn Heere en
Meester te hoog.
En evenwelvoor dien dienst-
lcnechtsarbeid was Jezus nu juist in
de wereld gekomen. Niet om gediend
te worden, maar om te dienen. Dai
moest Petrus nog leeren verstaan. En
dat begon Jezus liem met de voet
wassching te leeren. En het zou hein
nog duidelijker worden getoond, als
hij weldra Jezus zou zién als den
onwaardigste onder de menschen, aL>
een man van smarten, dragende ons
kruis, onze zonde, onze vervloeking
én onzen dood.
Voorzeker, Jezus is de Heere der
heerlijkne.d, waardig om gediend, aan
gebeden en verheerlijkt te worden
door al.en, die Hem liefhebben.
Maardan moet Hij eerst als
JbEÜiLLETOiN.
BORPSTOONEELEN.
1.
Izaak Löb, handelaar te GladOmberg
maakte zich gereed onr op den haindel
te gaan. Hij trok een blauw-linnen
kiel aan welke tot aan de knieën
reikté, zette een vuile lakensche pot
op zijn vuurrood haar en nam zijn
zwaren koedrijversstok. Daarna riep
hij zijne vrouw uit de keuken, om
haar nog enkele gedragslijnen 'voor te
schrijven. ,,Sara, als iemand komt om
wat te verhandelen, teeken den raam
op. Wil iemand hebben uitstel van
rentebetaling, spreek dan over slech
te tijden. Zeg, het geld is duur; had
ik reeds gedacht u op te zeggen het
kapitaal. Hij zal spartelen. Maar
brengt iemand geld, zoo reeni 't; maar
geef daar niet van een schriftelijk be
wijs. Zullen ze dat ook niet verlan
gen. ze zijn nog te dom hier te land,
de boeren, echte hoornossen zijn ze."
„Waartoe die complimenten, Izaak!
Heb ik 't gedaan een enkelen keer an
ders?"
„Nah, nah, Sara-lief, goed Is goed
en beter is beter", hervatte Löb en
klopte daarbij zijn zwaarlijvige weder
helft op den breeden rug.
„Waar wilt ge dan heen, Izaak?"
Man van Smarten u hebben gediend
eerst uw voeten hebben gewasschen.
om uw overtredingen vei'wond en oin
uwe ongerechtigheid verbrijzeld zijn
Ge zult in Jezus' heerlijkheid met kun
nen deelen, wanneer ge in Zijn verne
dering om uwentwille geen noodwen
digheid ziet. Het zou wel kunnen we
zen, dat ge met vuur en geestdrift
hebt gezongen: „Ja, U kiest ons hart
eeuwig tot Zijn Koning", maar her
zal u niet baten, indien uw hart Hem»
ook niet met inmge uvertuigang heeft
gekozen als den Middelaar en Borg,
Die in diepe vernedering al de gerech
tigheid der Goddelijke Wet heeft ver
vuld voor u. Het is noodzakelijk, dat'
Jezus u de voeten wascht, en dat do
Man van Smarten u dient, zult gif
den Heere der Heerlijkneid kunnen
dienen, loven en prijzen 111 Zijn eeuwig;
koninkrijk.
Gelukidg wie het verstaat. En die
het nog met vatten kan, benaarstige
zich 0111 het te leeren verstaan. Want
iiet beding is duidelijk. Indien Ik u
niet wascn, gij hebt geen deel mee
Mij. Het is hooge ernst bij den Hei
land. Dat wij er ook ernst mede ma
ken. Want met Jezus verheenijict ie
worden, het is iets groots. Wie zou
het niet begeeren Maar het voorrecht
valt slechts ten deel aan u, die van
harte gelooft, dat Jezus' diepe vei
nedering, Zijn dienstkpechtsgestalte
om uwer zonden wil noodzakelijk was.
DE VERLOOCHENING VAN PETRUS
Simon Petrus, klotk van tale,
Vol van geestdrift voor Gods eer,
Heeft in s hocgepriesters zale
Eens verloochend zijnen Heer.
Bitter heeft bij moeten we enen
Niets dan weedom in het hart,
En b jro-uwv ging hij henen,
Schie- vertee. I door zielesmart
Simon Petrus vond vergeving
Bij zijn Meester, bij zijn Heer.
In zijn ziel kwam weer herleving,
Hij werd d'oude Petra weer.
Als een rots stond hij te midden
Van 't vergramde Jodendom,
Met zijn strijden, werken, bidden,
Christus predikend alom!
Laat ons hieruit mogen leeren
Nooit in eigen kracht te staan;
Ons ootmoedig te bekeeren
Als w op kwade wegen gaan.
Ook aan ons wil God dan geven
Vreê, vergeving, blij genot;
En de ziele mag weer leven
In gemeenschap met haar Godl
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Be roepen: Te Delft (vac. P.Zandt)
Dr. N. G. Veldhoen te Alphen a. d. Rijn.
Bedankt: Voor Mo.ra Lioessens, T.
J. de Boer te St. JaoobipaiQcliie.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te AmsterdamOost,
L. H. v. d. Meiden te DoixLeoht.
Bedankt: Voor Den Haag, L. H.
v. d. Meiden te-Dordrecht.
Ds. A. VAN DIJKEN.
Naar wij vernemen, is Ds. A. van Dij
ken le Rh enen, emeritus-Predikant der
Geref. Kerk van AmsterdamZuid, zeer
ernstig ziek.
Ds. R. J. SCHOENMAKER, f
In den oudercou v.n 5 ja r s te
Groningen overleuen Ds. R. -j. Schoe-
maker, Em. Pred. der Geref. Kerk te
Den Ham (Overijssel).
GEREF. PREDIKANTENVEREEN.
Naar we vernemen, zal in het gezel
lig samenzijn, verbonden aan de jaarver
g adering der Geref. Pr edi kanten ver eo-
niging en te houden 00 Woensdag20
April, 's avonds Ds. D. K. Wielenga van
Diemen, een causerie houden..
NED. HERV. PREDIKANTENVEREEN.
De jaaiirksche algemeene vergade
ring van de Ned. Herv. Predikantenver-
eenwing zal Dinsdag 25 en Woensdag 26
April a.s. te Utrecht ditmaal in de
Plompe'oren v. rden gehouden. Aan
den vooravond wordt in de Domkerk
een samenkomst gehouden, waarin Dr.
A. Troelstra van Den Haag, zal voor
gaan.
Als referenten zullen optreden Dr.
I I! 8
„Wil ik gaan naar Hartehause, naar
Ludwig Lotz, wil met hem ruilen
mijne guste koe tegen zijne drachtige
koe".
„Zal zoo dom niet zijn, die Ludwig
Lotz."
,,Ge zult zien, Saira-lief, hij doet 't.
Heb ik hem immers aan een touwtje,
hij moet mij vreten uit de hand."
Met deze woorden verliet Izaak Löb
de kamer, terwijl zijne vrouw hem een
bewonderenden blik nawierp: „Hij is
toch een liandels-genie, die Izaak",
murmelde zij voor zich heen.
Niet lang daarna liep Izaak Löb, een
borstelharige koe achter zich aan trek
kend, den straatweg langs. Heet bran cl
de de Juli-zon. Reikhalzend zag Löb
het nog ver afgelegen woud te ge-
moet, waardoor de weg liep. Van tijd
tot tijd stiet het dier een naar geloei
uit. Telkens ontving het dan een slag
op den kop. Met tegenzin- beenden
mensch en dier na deze afwisseling
wederom verder.
Eindelijk schaduw! Eenzaam slin
gerde zich de weg tusschen de hooge,
overhangende boomen voort. Niemand
zoo ver men kon zien. Lob verhaastte
zijn pas, onwillig volgde het dier. Nu
en dan echter bleef de handelaar staan
zoo plotseling, dat de koe hem bijna
omver liep. Levendiger en opgeruim
der werden zijne gelaatstrekkon. Daar
bij zwaaide hij met zijn dikken stok
door de lucht. Eindelijk begon bij bin
nensmonds iets te brommen, dan wat
K. J. Brouwer, zendingsdirectar te Oegst
geest onderwerp: Openingswoord; Prof.
Dr. A. J. de Sopper van Heiden, ;.Over
de voorwaarden voor de mogelijkheid
van openbaring"; Ds. H. W. Briedé van
A'dam, „Gemeente en wetenschapDs.
H. Kluin van Anderen, „Onze houding
ten opzichte van net bevindelijk Chris
tendom in onze gemeenten" en Dr.
F. H. Berkelbach v. d. Sprenkel van Rot- 1
terd&m over: „De kansen in de groote
stad".
MEDISCHE ZENDING.
Ter vergadering van de Classis Woer
den der Geref. Kerken werd omtrent
Dr. van Leersum gerapporteerd, dat de
ze zich wil bekwamen voor de oogheel
kunde, voor het werk der Medische Zen
ding. Dr. van Leersum is voornemens
tijdens zijn verblijf hier te lande zich
hiervoor te bekwamen en zal daartoe
trachten assistent te worden aan de Uni
versiteit. Bij de installatie vaa dezea
nieuwen dokter zal het Zendingshospi-
taai dus in de bijzondere behoef.en van
den inlander kunnen voorzien ook in
Je chirurgische en oogheelkundige prac
tijk.
Het voorbehoud, dat de aanstelling
van den nieuwen dokter geen financiëele
lasten mocht medcb.engon, bleek reeds
vervallen te zijn, J»ar de nieuwe Rijks
subsidieregeling aan zijn ui zending geen
bezwaren in den weg legt.
KERKBOUW.
In de Donderdagavond gehouden ver
gadering van de vere&nigmg tot stich
ting van een vierde kerk aer Ned. Herv
Gem<eenle_ te Scheveningen is de bouw
van de Prinses Jubanakerk met toren en
kosters woning aldaar geguad aan H. V.
en J. de vries, te Pui-merend voor
f 107.700.
VARIA.
De heer J. J. Kraan te 's-Gravenhaga
verzoekt mede te- deelen, dat momenteel
nog niet vo'daan kan worden aan de vele
aanvragen om toezending van het Hand
boekje der Geref. Kerken in Ned. Oost-
Indië. Een aanvrage om meer boekjes is
reeds naar Indïonderweg.
STADSNIEUWS.
EERETENTOONSTELLING FLORIS
VERSTER.
Hedenmiddag is in het stedelijk Mu
seum „De Lakenhal" de eere-tentoon-
stelling geopend van werken van den
onlangs op zoo noodlottige wijze om
het leven gekompn Leidscken schil
der, Floris Verster.
Behalve verschillende gemeeentelij-
ke autoriteiten waren bij de opening
aanwezig deputaties van verschillen
de kunstvereenigingen en tal van
kunstbroeders van den schilder.
Gistermiddag hadden we reeds het
genoegen een kijkje te nemen in de^
drie zalen van het Stud. Museum „De
Lakenhal", waar de tentoonstelling
plaats heeft. De organisatie hiervan
verdient alle lof.
Uit het buitenland zijn nimmer ge
ziene bijdragen gezonden, o.a. het tin
nen bakje met eieren, door Mevr. H.
Wolfskehl, Kiclclingsberg. De heer
Scheibier uit Keulen zond in „Came-
lias" en „Kristallen Kandelaar". Van
Mevr. KrollerMuller te Den Haag is
de geheele verzameling tegenwoordig.
Verder troffen we aan het groote doek
„Papavers" van baron van Pallandt
van Neerijnen.
Uit alle perioden van Floris Verster
zijn zijn beste werken aanwezig, o.a.
„de geplukte kippen", zoowel in water
als olieverf, ,de blikken kannen' de
houten nap met eieren, de drie bloem
krans jes, de doode roeke, verschillen
de portretten, w.o. dat van den heer
Kinzon en Mevr. H. Ook zijn aanwezig
alle drie de zelfportretten van den
schilder. Van zijn waskrijtteekeningen
luider en verstaanbaar: „Honderd en
twintig verdiend, honderd en twintig
percentjes, dat heet eerst winst. Izaak
Löb, als uw vader dat eens beleefd
had. Heeft hij altijd gezegd, Izaak,
heeft hij gezegd, jij bent te goed voor
den handel en goedheid is domheid,
honderd en twintig percentjes."
„Hoeveel percentjes?" klonk plotse
ling van achter een bremstruik aan
den zoom van het bosch een krachtige
mannenstem.
Ontzet kromp Izaak Löb ineen. Zijn
gezicht werd krijtwit. Onrustig zoch
ten zijne oogen. Aan den voet van een
machtigen beuk, aan den overkant v.
een langs den weg gelegen sloot, zat
een jonge man, die ongeveer dertig ja-
reni oud kon zijn. Hij was van een
reusachtige gestalte. Heldere, grij-ze
oogen staarden van onder den witten
stroohoed. Het hooge voorhoofd, de
scherp gevormde kin duidden op geest
en wilskracht. Izaak Löb had dit met
een enkelen blik gezien, ook dat de
onwelkome vrager eeni vreemdeling in
de streek was.
„Maar man, wat hebt gij mij doen
schrikken. Is me de angst op het hart
geslagen. Ik ben er geheel door van
streek. Ik zal in Hartehause koopen
moeten een cognac."
De jonge man stond op, sprong over
de sloot en schreed naast Löb voort.
„Zoo. gij wilt naar Hartehausen?
Hoe ver is dat nog?"
„Kan nog zijn een goed half uur. Als
merkten wij op de Eucalyptus uit de
Lakenhal, het dorpshuis te Borger,
waarvan ook een groote en naar de
natuur gemaakte teekening aanwezig
is, de Pompoenen, huisje te Oegstgeest,
huis te Noordwijk, enz. enz.
De Tentoonstelling werd geopend
met een enkel woord door den heer
August L. Reymeringer, waarna de
ihoogleeraar prof. Albert Verwey een
rede hield. Spr. vertelde eerst in zijn
mooien stijl van Verster's leven, van
zijn stemmig huis met zijn oude boo
men, zijn volière en zijn overgroeide
paden. Uit den tijd dat bij daar op
„Groenoord" woonde zijn zoo goed als
geen getuigenissen betreffende de stem
ming waarin fiij zijn kunstwerken
maakte. V ere ter was geen schrijver,
ook geen briefschrijver. Van zijn
schaarsche brieven kent spr. er een van
het jaar 1895, geschreven aan een
van zijn vertrouwdste stadgenooten,
die op dat oogenblik elders vertoefde.
Spr. citeert verschillende momenten
uit dien brief, waarin Verster over
zichzelf scheef, wat hij niet vaak deed
en wat hij verontschuldigde bijna met
de woorden: „Vergeef die kleine ont
boezeming in de late avondlucht". Spr.
wil den tijd waarin hij dien brief
schreef noemen zijn bekeering, den
tijd van anders willen en nog niet an
ders kunnen, van vallen laten en weer
opvatten, van hopen en wanhopen.
Verster werd de droomer van het licht,
zooals dat in het oppervlak van de din
gen leefde en spiegelde. Voor het waar
nemen van dit lichtleven gevoelde hij
veel meer behoefte aan kleine, licht-
vattende voorwerpen, dan aan land
schappen of bewegende lichamen. Hoe
langer hoe meer kon hij toen al de ont
roeringen, waarmee dit wonder van
het licht hem aandeed, de fijnste en
de felste, de zilverigste en de stralend
ste, even zoowel plotseling en onmid
dellijk als in uitvoerige schakeerin
gen, die nochtans de volle grootheid
van zijn opvatting behielden, weerge
ven. Verster heeft zich echter nooit
verwijderd van de werkelijkheid. Zijn
zien was anders dan het onze. Niet al
ken zijn gevoel maar ook zijn verbeel
ding nam er deel aan. Al wat er in hem
omging is in zijn werk uitgebeeld.
Omdat te zien, staan we nog niet ver
genoeg van hem af. Maar er zal een
tijd komen, dat deze kunstwerken als
stille tijdelooze verschijningen zullen
gaan spreken van een mensch en kun
stenaar die lang gestorven is. Dan zal
men hem gaan zien niet alleen als
iemand met talent maar ook als
iemand met een gemoed, een geest en
een karakter van ongewone waarde, en
de kluizenaar van Groenoord zal dan
zonder twijfel nog anders dan alleen
als schilder in de gedachtenis van de
menschen voortleven.
Spr. eindigde met de woorden: Ik
geloof, dat we er niet door zullen ver
liezen als we bij de bezichtiging van
deze tentoonstelling ons een korte
poos met Verster vereenzelvigen en de
schoonheid van de wereld zien zooals
h ij ze zag.
LEIDSCHE EXPL. V. ONROERENDE
GOEDEREN.
De Leidsche Exploitatie Maatsch.
van Onroerende goederen, Directeur
de heer N. A. van Zijp, geeft uit een
onderhandsche obligatieleening groot
300.000, rentende 5 Yi procent, welke
k pari wordt uitgegeven.
Rentebetaling heeft plaats in April
en October. Jaarlijks wordt 4000 af
gelost k pari. Versterkte aflossing kan
plaats hebben na 1 April 1932.
De Maatsch. berekend dat de onroe
rende eigendommen een aanzienlijke
overwaarde hebben.
Obligaties zijn verkrijgbaar ten kan
tore der Maatsch., Stationsweg 18 en
bij de Nationale Bankvereeniging.
we het bosch uit zijn, kunnen wij de
huizen in het dal zien liggen. Gaat gij
ook naar Hartehause? Meheer is zeker
de nieuwe onderwijzer?"
„Juist geraden, mijnheer Izaak Löb,
ik ben de nieuwe onderwijzer van Har-
tenhausen."
„Hóe kent gij mij?" ging de hande
laar voort.
„Gij hebt u mij reeds bekend ge
maakt, vóór gij mij zaagt. Honderd en
twintig percentjes, dat heet eerst
winst. Izaak Löb, als uw vader dat
eens beleefd had!"
Met een lach om den mond boot
ste de onderwijzer de alleenspraak
van den jood na.
„Nah, nah," zei de Löb, „lk merk, gij
houdt nog al van een grap. Nu, wie
de schade heeft, heeft er de schande
bij."
„Nu, mijnheer Löb, honderd en
twintig percent, bij zulk een handel
kan toch van schade van uwe zijde
geen sprake zijn. Zorg slechts, dat «r
niemand achter komt, anders zou 't u
ongetwijfeld slecht vergaan. Doch dat
zijn uwe zaken. Waar kan ik in
Hartenhausen het best mijn intrek ne
men?"
„Het best kunt gij uw intrek nemen
bij den kastelein Hodel. Frits Hodel.
Dat is een net huis, dat is een zinde
lijk huis Het heeft een goeden naam
bij alle fatsoenlijke en notabele lie
den. Mag ik ook weten uw waarden
naam
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 2 April 1927.
De Sociaal Democraten willen niets
weten van de Communisten. Die zijn
him te bruut. Nu. gelijkheid in de
practijk is er niet. Evenmin in de uit
gewerkte theorieën. Maar de dieper
liggende beginselen rijn dezelfde. Ona
huwelijksrecht, en in het algemeen
on^ samenleven naar Christelijke orde
ning, is bij geen van beiden veilig.
Wat de beginselen aangaat, gaan so
cialist en communist beiden daarte
gen" in.
In Rusland hebben de Communisten
een „Liga der goddeloozen" welke zich
d© uitroeiing der religie ten doel stelt.
Deze publiceert over 1926 ctat in Mos
kou 75 der huwelijken alleen bur
gerlijk werden voltrokken" en 25
nog kerkelijk. Dat zegt wat, omdat
eenmaal nagenoeg alle inwoners van
Moskou lid waren van de Grieksche
Kerk. Het percentage gedoopte kinde
ren daalt ook. Maar niet daalt het
percentage van de Kerkelijke begra-
f en i s^en.
Gelukkig! zou ik zeggen, want het
bewijst mede, dat. als de dood komt,
de levenden nog even nadenken. Zoo
wild goddeloos kan hét leven niet
zijn of bij den dood huivert de
zondaar nog.
Hoe zalig daarentegen te weten dat
de eenige troost beide in leven en
sterven niet is in ons zelf, maar dat
wij het eigendom van Jezus Christus
zijn. Dan kan leven en sterven
gelijk zijn.
OBSERVATOR.
INSTITUUT KERN.
De jaarvergadering van de Vereen.
„Instituut Kern", zal Zaterdag 9
April in het instituut worden gehou
den.
PROF. SNOUCK HURGRONJE.
Naar wij van zeer bevoegde zijde
vernemen, worden er pogingen aange
wend, prof. dr. C. Snouck Hurgronje
hoogleeraar in het Arabisch aan de
Universiteit alhier, die wegens het be
reiken van den 70-jarigen leeftijd in
gevolge de Hooger Onderwijswet aan
het eind va ndezen academischen cur
sus moet aftreden, als hoogleeraar
aan de Leidsche Universiteit te behou
den. Het ligt namelijk in de bedoeling,
voor de vakken, of althans voor een
deel der vakken, welke prof. Snouck
Hurgronje onderwijst, een bij zon deren
leerstoel te stichten, evenals zulks
vanwege het Leidsch Universiteits
fonds is geschied, toen prof Lorenta
wegens het her ei ken van den 70-jari
gen leeftijd het gewoon hoogleeraar-
schap moest neerleggen.
Naar wij verder vernemen is het
reeds zoo goed als zeker, dat op deze
wijze prof. Snouck Hurgronj© voor de
Leidsche Universiteit behouden blijft*
UIT HET TUINBOUWBEDRIJF.
De organisaties van land-, tuin- en!
bloemistenarbeiders hadden op 29 en'
31 Maart conferenties uitgeschreven
met 'de patroons in het tuinbouwbe
drijf.
Telken jare was geprobeerd contact
te krijgen, doch steeds mislukte dit
Thans had een enkele patroon aan ie
uitnoodiging der arbeidersorganisa
ties gehoor gegeven. Meerderen waren
met kennisgeving afwezig. Direct re
sultaat heeft 't niet gehad. De wenschen
der arbeiders zijn een weekloon van
f24, Overuren 50 cent Pei* uur. Doorbe
taling van het loon op R.K. en Chr.
feestdagen. Drie vrije dagen per jaar
met behoud van loon. Een regeling
voor uitkeering bij ziekte en een werk
tijdregeling.
De arbeidersorganisaties besloten de
pogingen om tot een contract te ko
men voort té zetten.
RAAD VAN ARBEID.
Door het Bestuur van den Raad van:
Arbeid is bevorderd tot adjunct-com
mies de heer K. F. C. Baron van He-
mert tot Dingshof, thans klerk, en
zijn in vasten dienst aangesteld do
heer P. J. Bergers tot klerk en de da
mes A. A. Stasse en E. Eikerbout tot
schrijfster, thans tijdelijk.
„Ik heet Albert Volker. Maar dat
daar beneden is zeker Hartenhausen?"
In de verte lag een dorp. Ver uitge
strekt lag het in een breed weidedai,
Tusschen het groen der ooftboomen.
schitterden de leiendaken. Hier en
daar wisselde hun zon-beglansdo»
grauw af met het rood van een pan
nendak, wat een aantrekkelijk gezicht
opleverde.
Op den weidegrond werkten man
nen in hemdsmouwen en vrouwen
met witte doeken om het hoofd. Op enj
af reden ledige en zwaar beladene kar
ren.
Het werd den nieuwen onderwijzer
warm om het hart bij hel zien zijner
nieuwe woonplaats. Hij verhaastte on
willekeurig den pas. Izaak Löb kon
hem met de koe nauwelijks bijhouden.
Thans had men het dorp bereikt.
„Roodkop, roodkop!" klonk het eens
klaps van af de weiden.
Een groep knapen speelden aan een
beek in het afgemaaide weiland. Eeni-
gen dansten naakt, anderen slechts
half gekleed rond. Luid lachend rie
pen zij onophoudelijk: „Roodkop, rood
kop!" Dezen naam had men Izaak Löb
wegens zijn vuurrood haar gegeven.
Löb dreigde toornig met zijn stok.
Toen sprak hij tot den onderwijzer:
„Meheer Volker, zult gij hebben in
Hartehause zwaren arbeid. Is d© jeugd
zoo onbeschaafd, zijn de jongens allen
brutaal en onbeschaamd als kofhon
den."