Dit nummer bestaat uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Strijdkas-Gemeenteraadsverkiezino.
CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
Belangrijkste nieuws in dit Nummer
7JAARGANG
DINSDAG 29 MAART 1927
NUMMER 2081
HE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
Is Leiden en buiten Leiden
waar Agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Saldo 74.50.
Ontvangen van N.N. 2.50, te zamen
77.—
Aan de eerste 100.ontbreken
nog 23.Wie helpt mede, dit be
drag vol te maken?
Men zende zijn bijdrage aan onder-
geteekende.
J. KARSTENS.
Bur. Nieuwe Leidsche Courant.
V Innerlijke kracht?
Wanneer naen alleen op de getallen
let schijnt het wel of de Sociaal-De
mocraten gelijk hebben met hun be
wering dat zij de hechtst gefundeerde
partij zijn.
Het nu pas verschenen jaarverslag
der Partij over 1926 geeft weer eens
respectabele getallen. Op 31 Dec. 1926
telde de Partij 590 afdeelingen met
43196 leden.
Toch geven deze cijfers op zichzelf
reeds stof tot ernstigen twijfel of de
kracht zoo groot is als men belieft
voor te stellen. Inderdaad toch is dit
ledental niet in overeenstemming met
het stemmen-aantal op de S.D.A.P.-
candidaten uitgebracht. Nu steunt
echter het optreden der S.D.A.P. op
dat stemmen aantal terwijl toch de in
nerlijke waarde eerder door het leden
tal kan worden benaderd. Heeft elke
partij een kring bijloopers, waarop
men niet onder alle omstandigheden
rekenen kan, de S.D.A.P. heeft dit wel
in zeer sterke mate. Door haar propa
ganda en „vrijmoedige" leuzen wor
den heel wat kiezers verschalkt, die
waai lijk niet uit beginsel op haar can
aidaten ste/mimen.
Sterker spreekt dit echter zoodra in
de praktijk wat van de leden gevraagd
wordt. Hoe de S.D.A.P. er ook op uit
is om te leunen op de publieke kas, er
moet toch voor den strijd heel wat
worden opgebracht. Dat nu schijnt nog
al eens moeite te geven. Er is een sterk
verloop onder de partijleden en afdee
lingen. Wij mogen gerust verklaren,
dat wanneer de S.D.A.P. eens zulke ge
weldige offers moest brengen voor
haar zaak als b.v. de Anti-revolutio
nairen voor politiek, kerk, school, zen
ding en barmhartigheid dan zou het
verloop nog grooter zijn.
Maar er is nog iets. Wij zien in de
S.D.A.P. dat de wintercampagne een
sterke opleving brengt, zoodat het
vroege voorjaar het grootst aantal af
deelingen geboekt staan. Dan treedt
echter een snelle daling in. Niet een
inzinking van het krachtig leven zoo
als wij dat ook kennen, neen heele af
deelingen leggen er het bijltje bij neer.
In 1926 trokken zich niet minder dan
21 afdeelingen terug. Alleen door op
richting van nieuwe afdeelingen be
hield men het peil. Dit toont waarlijk
geen innerlijke sterkte. Onder de ver-
dwenen afdeelingen zijn er waarvan
gezegd wordt, dat zij er met vallen en
opstaan wel komen. Er zijn er bij cp
plaatsen waar men zeker een krachtig
leven kent en waar het aan ontwikke
ling en verkeer met andere plaatsen
niet ontbreekt.
Dit alles toont ons ook in de cijfers
en de feiten, die de partij zelf publi
ceert, dat er aan de innerlijke kracht
nog al wat ontbreekt.
Dit is maar gelukkig ook. Was die
kracht recht evenredig aan de vrij
moedigheid waarmede leuzen verkon
digd worden, dan was het gevaar nog
veel grooter. Nu is echter de rumoe
rige propaganda gelukkig voor een
deel niets beteekenend lawaaierig ge
doe. Dat mogen wij als tegenhanger
van de groote ontwikkeling waarop
de S.D.A.P. wijzen kan, wel eens noe
men.
De S.D.A.P. leeft meer dan een an
dere partij boven haar stand. Zij lijdt
ernstig aan gebrek aan innerlijke
kracht.
STADSNIEUWS.
RAARLEMSCHE ORKESTVEREEN.
De Gehoorzaal, zóó vol als we nog
nimmer bij een concert hebben bijge
woond, ^egroette den heer Gerharz
met een bijzonder warm applaus toen
deze het podium be'rad. Er was reden
voor: een Beethoven-herdenking ?ou
het waardig slot zijn van de reek-en
concerten, welke het Haarlemsch Or.
kest hier gedurende drie jaren onder
de energieke aanvoering van Gerharz
gegeven heeft. En tevens zon het do
laatste maal zijn, dat de populaire di
rigent hier leiding gaf.
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
Men begon met de Coriolan-ouver
ture. Onwillekeurig denkt men hierbij
aan Shakespeare's „Coriolanus'. Maar
dat is toch mis. De Coriolanus-tekst
waarvoor Beethoven dez© ouverture
componeerde, was een zelfstandig naar
Plutarchus bewerkt treurspel van Col
lin. Deze tekst is allang vergeren;
maar j>eethovens muziek leeft nog
even hevig en sterk als Shakespeare s
gelijknamig drama. Wat we reeds vroe
ger opmerkten over Beethovens Ouver
tures zou hier herhaald kunnen wor
den. Ook in dit genre toont Beethoven
zich de man van geniale tgcüeppings-
kracht en sterke phantasie, die aan
deze muziek veel meer diepgang weet
te geven, dan gewoonlijk in Ouvertu
res het geval is. Het orkest gaf een
gave vertolking, die ons zeer heeft ge
boeid.
Daarna kwam aan de orde het eeni-
ge, maar dan ook overschoone viool
concert, dat Beethoven geschreven
heeft (D. gr. t.)
't Is een zeldzaam rijk werk. Tref
fend is reeds het om zoo te zeggen:
steen voor steen opbouwen van de in
leiding: paukgeroffel, een blazersac-
coord; en dit herhaalt zich; dan ko
men de violen met een kor:© melodi
sche figuur gevolgd door accoorden
van 't geheel© orkest. De inleiding
wordt voltooid en dan volgt eindelijk
het hoofdthema van 't allegro, uitge
zongen door 't heele orkest. Hieruit
ontwikkelt zich het passagespel van
den solist, dezen avond Jos. de Clerck.
Een ontzettend moeilijke opdracht
heeft deze te volbrengen, want Beetho
ven beeft in zijn eenigste vioolconcert
alleen naar de technische zijd© reeds
een summum van eisehen gesteld. De
heer de Clerck toonde zich een violist
van uitstekenden aanleg, die zonder
twijfel eens dit zware werk geheel tot
zijn geestelijk eigendom zal maken. De
toon kan nog iejs grooter worden, het
passagespel nog meer technisch be-
heerscht. opdat de solist de muzikali
teit die hij bezit, er geheel aan kan
uitleven. Hoe verder hij vorderde, des
te meer kwam hij op dreef in deze
zonnige, speelsche muziek, die vol hu
mor is en vol van betooverende klan-
kenweelde. Vooral in het gedeelte,
waarin de solist een tijdlang alleen
„aan 't woord" is blijkt, hoe ontzettend
«moeilijk Beethoven geschreven heeft.
Het Larghetto, dat zeer schoon door
het strijkorkest Con sordire werd in
gezet, is vol melodische innigheden.
Het klinkt als 't ruischen van een
plechtig orgelkoraal. De diep-apngrij-
pende melodie wordt na eenigen tijd
overgenomen door de blazers en daar
na door den violist, die in dit gedeelte
wel zeer gelukkig was. Verrukkelijk
schoon heeft Beethoven dezen Satz óp-
gebouwd en uitgewerkt. Telkens hoort
men van een ander instrument het
hoofdmotief, waaruit de variaties van
de solopartij zoo logisch on vanzelf
sprekend voortvloeien.
Heerlijke, rustig stemmende muziek
aristocratisch voortvloeiend uit een
ziel, die de hoogste schoonheid kent.
Muziek, die stemt tot een sterke span
ning van geboeid luisteren, muziek,
die een verwachting suggereert en
plotseling wordt die verwachting ver
vuld als uit het Larghetto het slotalle-
gro opbruist. En dit is één flitsing van
licht en kleuren; één tintelend zonne
glansen; één fijn getriller als het hoo-
ge vibrato der insecten die op een zo-
merschen dag het stille woud vullen
met hun veelstemmig gegons; één len
tevreugde.
Solist en orkest ontvingen daveren
de toejuichingen. En toen betrad Prof.
P. J. Blok het podium namens een
groot aantal geregelde bezoekers van
't H. O.
Niet Beethoven hulde te brengen en
de DUitschers te bestrijden, die het
Vlaamsch-Hollandsche van tot von
willen maken', evenmin om waardee-
rende woorden te richten tot orkest "en
solist, voor wie hij van het publiek
nogmaals een hartejijk applaus vraagt,
maar om den heer Gerharz te huldigen
De heer Gerharz heeft hier drie jaren
lang volksconcerten gegeven, die zich
in een groote toeloop van belangstel
lenden mochten verheugen. Hij heeft
zeer veel bijgedragen tot de muzikale
opvoeding van het publiek. Daarvoor
komt hem een woord van oprechten
dank toe. Vervolgens biedt cLr .Blok
den heer Gerharz een bloemenmand
aan en als blijvend aandenken de par
tituur van „Die Frau ohne Schatten"
van Eugen d' Albert, daarbij den heer
Gerharz toewenschend, dat zijn verder
leven zonder zware schaduwen moge
ver 1 o open.
De heer Gerharz dankt met een kort
woord voor de waardeering welke hij
leeds te Leiden ondervond. Zijn be-
luit om been te gaan, beeft hem veel
moeite gekost; maar de omstandighe
den waren van dien aard, dat hij niet
blijven mocht. Zijn besluit is onherroe
pelijk. Aan Leiden zal hij onverganke
lijke herinneringen behouden.
En wij voegen er aan toe; Leiden zal
hem niet vergeten!
Na de paiize kregen we een pracht-
uitvoering van de 8st© Symphonie. Dit
werk wordt wel eens de klein© sym
phonie genoemd, omdat het beschei
den van omvang is en geheel in den
vorm der 1ste en 2de Symphonie ge
schreven is. Dat woord „klein1" mag
hier niet in geringschattende beteeke-
nis worden genomen. Gelijk de 4de
Symphonie staat tuschen de Eroïca en
de geweldige 5de; zoo staat de 8ste tus
schen de machtige Zevende en de al
les overweldigende Negende. Het ge
wone verschijnsel bij Beethoven. Tus-
schen zijn ernst kwamen ontladingen
van vreugde. Hoeveel machtiger is dit
„kleine" werk dan de beide eerste.
Men voelt, dit is het werk van een
geest, die en passant zich even aan
de vreugde overgeeft. Hij speelt met
zijn motieven; de compositie heeft
geen problemen meer; een weelde van
melodieën, een weelde van rhythmen»-
siddering. De oude symphonie vorm is
nog eens weer aangewend; maar die
vorm is doorgloeid van geest en hu
mor; de idee der vreugde heeft zich
gemanifesteerd in een schitterende
climax van gouddoorgloeide tonen-
weelde. Het zinnelijk element is er
vreemd aan geworden; 't is alles idee,
zo,oals die leefde in de ziel van den
meester, die geen aardsche vreugde
meer kende.
De heer Gerharz gaf een schitteren
de vertolking, alles even gaaf en fon
kelend.
En ten slotte een heel mooie uit
voering van de Egmond-ouverture,
waarover we reeds een paar malen'
schreven. Na de uitvoering een minu
tenlange ovatie voor den innig muzi-
kalen en energieken leider.
FEESTELIJKE JUBILEUM-AVOND
J. N. F.
Ter gelegenheid van het 25-jarig be
staan van het Joods ch Nationaal
Fonds, hielden gisteravond in Huize
„Nijdam" de afdeelingen Leiden van
den Nederl. Zionistenbond en Ned.
Zion. Stud. Organisatie een Feestelij-
ken Jubileumavond.
De zaal was goed bezet en ©r
heerscht© ©en opgewekte stemming.
De voorzitter, de heer Noach. open
de, nadat door het koor Nes-Zionah
uit den Haag gezongen was het Hati-
kwah, het Joodsche volkslied, de ver
gadering niet een hartelijk welkom
aan de sprekers voor dezen avond en
aan het zangkoor. Spr. zegt, dat deze
avond zal staan ook in het teeken van
het offer, dat een der eerste Joodsche
plichten is. Er worden offers gevraagd
voor het doel der Zionisten, n.l. om
Palestina weer te maken zooals het
vroeger was. Daarmede opent spr. de
vergadering. Het koor brengt eenige
liederen ten gehoore, waarna het
woord is aan den Weled. Gestr. heer
Mr. Henri Edersheim.
Spr. begint met te zeggen, dat het
plan van het Nationaal Fonds onge-
'veer 40 jaar oud is. Het plan was
van1 prof. Schapira, De bedoeling was,
een groot fonds te stichten om ver
schillende gedeelten van Palestina te
koopen. De oplossing van het Jood
sche vraagstuk gaai langs moeilijke
wegen en vraagt zware offers. De fi
nanciën spelen een groote rol overal en
ook hier. Het is zoo noodig, dat geld.
Het mag echter niet bij geld blijven
staan. Het Zionisme is een beweging
van ons allen, voor ons allen. Spr.
bestrijdt de gedachte alsof het Jood
sche volk een volk van koophandel
zou zijn. Dat is niet waar. Veeleer is
het een volk van geestelijken inhoud.
Het stelt het geestelijke boven het ma
terieel e.
Het Zionisme werd in' het begin van
zijn bestaan beschouwd als een uto
pie. Het resultaat dat thans in Pales
tina mede door den wereldoorlog be
reikt is, is wonderbaar te noemen.
Thans komt iedereen die Palestina
bezoekt terug onder den indruk van
hetgeen daar is verricht. Dit alles is
een eerste grondslag, waarop onver
moeid wordt verder gewerkt, opdat
een nieuwe toekomstmogelijkheid ge
schapen wordt voor verschillende
menschen, die een materieel ellendig
bestaan hebben. Echter is dat het doel
riet in de eerste plaats. Het doel is
allereerst het geestelijke element weer
op te wekken en op te voeren. Het
Zionisme is Iets waarvan de zegenin
gen over allen zullen uitgestort wor
den. Het Zionisme beoogt den band tus
schen het volk en het oude land weer
te leggen, opdat de man weer achter
de ploeg gaat, niet alleen voor zich-
zelve maar meer voor het gemeen
schappelijk heil.
Thans komt de vraag: Wat hebben
wij met deze groot© beweging gemeen
en wat is onze plicht daartegenover?
Wij moeten uitgaan van de gedachte
dat wij aller' zonen van één volk zijn.
Het is slechts weinigen gegeven groo
te mannen te zijn. Wij zijn meest men-
schen van middelmatigheid. Toch mag
nooit vergeten worden de vraag: Wat
doén wij voor het volk? De verant
woordelijkheid is thans groot voor het
Joodsche volk, 'nu door den Volken
bond het land Palestina, aan het Jood
sche volk gegeven is, om daar zijn
nationaliteit te stichten. En nu is de
vraag nogmaals: Wat doe,t gij voor het
volk? Want allen tezamen moeten het
doen. Spr. hoopt, dat allen zullen me
dewerken, opdat het oude land ook het
nieuwe land mag zijn.
„Nes-Zionah" zong thans weer eeni
ge liederen, waarna het woord kreeg
de WelEerw. heer Rabbijn A. Ph. de
Vries Mzn. Spr. begint met op te mer
ken, dat telkens gezegd wordt, dat of
fers gevraagd worden, maar dat is
niet waar, want er wordt veel meor
ontvangen. Alles wat gegeven wordt
is geen offer, want men krijgt het hon
derdmaal terug. Twee ontdekkingen
heeft het Joodsche volk in d© laatste
40 jaar gedaan. Ten eerste hebben de
Joden Amerika ontdekt. Onder groote
verschrikking der vervolgingen werd
Amerika ontdekt als toevluchtsoord.
3% millioen Joden wonen daar thans.
Die Amerikaansche Joden hebben de
Russische Joden gesteund. Terzelfder
tijd dat die groote stroom ging naar
Amerika,heeft een kleine groep van
menschen Palestina weer ontdekt.
Zion was weg, ondanks de gebeden
van de velen die nog aan Zion dach
ten. 't Was echter een idee geworden.
Het conrete was er niet. Enkel© men
schen zijn naar Palestina gegaan en
eindelijk is een kolonie gesticht. Toen
kwam Mr. Schapira en is de strijd be
gonnen om d© bezwaren te overwin
nen en dat is gelukt. Het land Pales
tina was woest. En dat was wel te
begrijpen, want dat land luistert al
leen naar zijn kinderen. De Ameri
kaansche dollar heeft echter veel ge
holpen en ook de arbeid der thans in
Palestina wonende Joden. Nog worden
wij bestreden met te zeggen: Wij heb
ben immers geen land noodig. Spr.
haalt aan de allegorie die vertelt, dat
Abraham kon kiezen voor zijn nage
slacht tusschen eeuwige verdoemenis
en ballingschap en de keus was moei
lijk voor hem, wel een bewijs van het
vreeselijke van ballingschap. Het J. N.
F. heeft ons in diè 25 jaar dichter ge
bracht bij Zion. Palestina bebeerscht
thans de Joodsche geschiedenis. Spr.
eindigt met een bezielend woord en
een opwekking om mee te helpen in
den strijd voor Erets Israël.
De avond werd verder aangevuld
met de vertooning van lichtbeelden'.
De voorzitter sloot met een woord
van dank aan allen, die medegewerkt
hadden tot het welslagen van dezen
avond.
KON. NED. MIJ. VOOR TUINBOUW
EN PLANTKUNDE.
Gisteravond hield de afd. Leiden en
Omstreken van bovengenoemde Mij.
haar Maart-vergadering in huize „Nij-
dam".
De voorzitter, de heer E. Th. Witte
opende deze vergadering en wees op
het 50-jarig© bestaan der zaak van den
heer W. v. Veen. Deze kweeker is een
van de oudste leden der Afdeeling en
een zeer geziene persoonlijkheid op
tuinbouwgebied, redenen om deze Fir
ma namens de afd. geluk te wenschen
met dit zeldzaam jubileum.
De notulen werden door den waar-
nemenden secretaris, den heer J.
Kriest Jzn. gelezen en door de verga
dering goedgekeurd, terwijl 2 leden
werden geballoteerd.
Door den Secretaris der Ned. Dah-
lia-vereeniging werd aan den heer J.
Mater met een toepasselijk Woord de
gouden Medaille overhandigd. Spreker
deed uitkomen wat voor nut het kan
en zal hebben wanneer van een bepaal
de plantensoort, alle bekroonde va
riëteiten bekend zijn. De samensteller
van het Ned. Dahlia Stamboek heeft
dan ook een zeer nuttig werk verricht
waarover zelfs een groot Duitsch des
kundige zijn bewondering in de pers
heeft geuit.
Hierna overhandigd© de vdorzitter
met eenige toepasselijke woorden het
diploma anet een zilveren medaille aan
den heer W. Lagerberg voor het feit,
dat deze 25 jaren als tuinman aan de
plantsoenen te Leiden is verbonden.
Tevens werden aan de H. H. G. T.
Hemerik, J. G. Ballego, C. Vianen, J.
H. Smit, J. Kriest Jzn., G. Lubbe en A.
v. d. Kloot de diploma's overhandigd
voor het ingezondene op diverse keu
ringen en tentoonstellingen der Mij.
Na de pauze deed de voorzitter
eenige mededeelingen over het Advies
bureau en over de a.s. feestelijkheden.
Hierna kreeg de heer Jonker het
woord om de vraag te behandelen:
„Waarom geeft men menie op als een
deugdelijk afweermiddel voor zaden
tegen vogels?" Spreker zoekt het in
de kleur, terwijl men bij de hierop vol
gende bespreking van meening was,
dat de vogels het minder lekker van
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertenAiSn per regel 22'/» cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief*
Bij contract, belangrijke redactie.
Kleine advert en tiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
Binnenland.
Een verklaring der Belgische reges-
iing over de verwerping van het Ver
drag.
Ernstige grondverschuiving aan de
Maas nabij Eisloo (Limbnrg).
De algemeene vergadering der Alg.
Ver. voor Bloembollencultuur.
Buitenland.
Rede van Mr. Rutgers in de voorbs-
reidingsqommissie der Ontwapenings
conferentie. Het Fransche voorstel is
voorloopig aangenomen.
Bij een mijnramp ic Japan zijn 136
mijnwerkers omgekomen.
smaak vinden, gezien dat ze dan ook
enkel de jonge spruitjes opeten en het
zaad zelf niet.
De vraag: Is de naam Rosa Wichu-
riana of Rosa Wichura, werd door Dr.
Goethart ingeleid, maar men kon nog
niet tot een definitieve oplossing ko
men.
De vraag: Wat is juister, groenhlij-
vende planten en coniferen tusschen
alle andere soorten van heesters
(struiken) te plaatsen, of zoo te groe-
peeren, dat het karakter van de plant
niet verloren gaat? De Heer Jonker,
die eveneens deze vraag behandelde,
zei, dat er over dit onderwerp heel wat
te zeggen is.
Spreker noemde verschillende voor
beelden van groenblijvende planten,
gecombineerd met heesters, wat niet
wegneemt, dat smaken zeer verschil
len en er vele vakgenooten zijn, dio
aarzelen iets nieuws te brengen.
Spreker vroeg dan ook verlof, om
op een herfstvvergadering nogmaals
over dit onderwerp te mogen spreken.
Door de Commissie van beoordee
ling wed aan de nieuwe Trompet-
Narcis van den Heer G. L'ubbe Tz. te
Oegstgeest het hoogste aantal punten
toegekend. Schitterend was dan ook
de Var. Lloyd George en Hort. Witte,
vooral de eerste is onberispelijk.
Daar er niets voor de rondvraag was,
sloot de Voorzitter deze bij uitstek
aangename vergadering.
DE BOLLEN.
Op de bollenvelden wordt de alge
meen© bloei nu binnen kort te gemoet
gezien. Het riet is overal opgeborgen,
de planten groeien hard. nog een paar
zonnige dagen en de klepren beginnen
te spreken.
Bij zacht weer en wat zon zal de
top-bloei in de eerste week van April
te zien zijn.
ARMENRAAD.
In de gisteravond gehouden verga
dering van den Armenraad is in de
plaats van den heer Dr. S. C. Mete
ring (die wegens vertrek naar Indië
ontslag nam) tot voorzitter gekozen,
de heer G. A. Smit. Pastoor alhier.
Aan het eind der vergadering nam
de heer Meijering met een kort woord
afscheid van den Armenraad, waar
van hij slechts korten tijd, voorzitter
mocht zijn.
•Namens de leden van den Armen
raad richtte Dr. Boonacker een woord
van dank en waardeering tot den schei
tienden voorzitter, voor het vele wat
hij voor den Armenraad heeft willen,
doen.
De vergadering betuigd© door ap
plaus haar hartelijke instemming met
bet door Dr. Boonacker gesprokene.
ELECTRIFIüATIE LIJN
ROTTERDAM—HAARLEM.
Donderdag X Maart a.s. zal op de
lijn RotterdamHaarlem heen en te
rug een electrische trein rijden, die
11.30 uur uit Rotterdam vertrekt, tot
welke rit ook de pers uitgenoodigd is.
In hotel Funckler te Haarlem zal een
overzicht gegeven worden van de elc-
trificatie en zal het noenmaal worden
gebruikt. De trein vertrekt om 2.42 uur
weer uit Haarlem en zal 3.34 te R'dara
aankomen.
AFSCHEID F. J. HOPMAN.
Heden heeft de heer F. J. Hopman,
leeraar in het Engelsch aan de Gem.
H. B. S. aan den H. Rijndijk, die be
noemd is met ingang van 1 April tot
redacteur van de rubriek „Kunst en
Letteren" bij de „N. R. Crt.", van leer
aren en leerlingen afscheid genomen.
Op verzoek van den heer Hopman
droeg dit afscheid een intiem karakter
en werd er geen ruchtbaarheid aan ge
geven, zoodat ook de onderwijs-autori
teiten enz. er niet bij tegenwoordig
waren.
Het afscheid van de leerlingen ge-*
schiedde hedenmorgen in de verschil
lende klassen waar hij gewoon waa
les te geven. In ieder dezer klassen