NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 26 MAART t927 A n 'iet einde der Week 7 o !s dan deze we?k een der be- lnn^-rijk.cte beslissirgén gevallen, waar voor nn? parlement ooit gesteld is: de ratificatie van het ontwerp-Neder- land och-Pelp-isch Verdrag. Met een moordnrhpid van twp« derden van het nor»toi common is hot voorstel door do Tf«vrr»r»p verwnmPTI Pp-rp beslissing werd in den lande over het algemeen met vreugde ont- Men vreesde van aanneming van het verdrag pen gevaar voor Ne derlands welvaart Of het zoo'n vaart zou geloopen heb ber? En of nu het gevaar afgewend is? Daar is wel niemand onder de tegen standers van het verdrag, die dit laat ste gelooft, althans niemand onder de genen. die in staat zijn te begrijpen, waar het om gaat. Want de zaak is ïtu natuurlijk niet afgeloopen. Een negatieve beslissing lost zulke ingrijpende kwesties als die hef in dit geding betreft niet op, doch laa+ ze slechts onopgelost. Zoodat we opnieuw naar een oplossing moeten zoeken. En het gevaar is groot, dat we dan een oplossing krijgen die nog veel nadeeliger is dan eene die als vrucht van» jarenlangen arbeid door onzen uiterst bekwamen Minister v. Buiten- landsche zaken is verkregen. De moge lijkheid is niet uitgesloten, ja. het is zelfs zeer waarschijnlijk, dat thans de groote mogendheden, vooral Enge- lard en Frankrijk, zich met de zaak zullen bemoeien, terwijl het geding bij aanneming van het Verdrag door de beide betrokken mogendheden In onderling overleg was geregeld, wat onze internationale positie zou hebben versterkt. Doch, dit is thans niet meer moge lijk, het ontwerp is verworpen en Mi nister van Kamebeek heeft aan H.M. de Koningin- reeds ontheffing uit zijn ambt gevraagd. Het tweede groote feit van de afge loopen week is de val van Sjanghai en Nanking, die door de Kantonneezen bezet zijn. Deze hebben- thans de ge- heele Jang-tsevallei in hun bezit, wat een belangrijke versterking van hun invloed beteekent. Doch vooral is de bezetting van Sjanghai van be'eekenis omdat er thans een zeer nauw contact is gekomen tusschen de Zuidelijke Chi neezen en de internationale concessies zoodat de verschillende mogendheden gedrongen worden hun houding te be palen tot de Kantonneezen. Ook is van deze bezetting een ver sterking van het bolsjewisme te ver wachten. Sjanghai is een stad met een groot fabrieksproletariaat, dat onder zeer slechte sociale verhoudingen werkt. De vrouwen- en kinderarbeid is er nog ongelimiteerd. De sparning, die in Zuid-Oost-Eu ropa ontstaan was ten gevolge van door Italië verspreide berichten over oorlogstoebereidselen van Joego-Slavië is weer wat verminderd en het schijnt dat hier geen sprake is van dreigend oorlogsgevaar. Joego-Slavië heeft al thans. dit is wel uit tal van uitlatin gen zijner vooraanstaande staatslie den gebleken, geen oorlogszuchtige plannen, doch Italië had deze geruch ten in omloop gebracht omdat het vreesde, voor een opstand in- Albanië tegen de thans geheel onder Italiaan- schen invloed staande regeering daar. Het wilde een voorwendsel om een la ter eventueel ingrijpen in de verhou dingen aldaar te rechtvaardigen. Het Italiaansche imperialisme is nu eenmaal, hoezeer Mussolini's binnen- landsch bestuur zijn land ten zepen is geweest, een gevaar voor den Euro- peeschen vrede. In Genève is voorts deze week voor de derde maal de commissie van voor bereiding voor de Internationale ont wapeningsconferentie bijeen gekomen. Eenige voorstellen zijn daar inge diend, o.a. door Engeland en Frank rijk, en getracht wordt door de ver schillende vertegenwoordigers tot een compromis te komen. Merkwaardig is dat men van Fransche zijde vreest, dat Engeland afschaffing van den dienst plicht zal voorsteillen. iets waarvan ook onmiddellijk na den oorloe sprake was. doch waarvan we sindsdien niet meer hoorden. Zouden de goede voornemens*, waar van men in 1918 vervuld was, weer herleven? Of is men door de realiteit die men sindsdien heeft beleefd ont nuchterd? In elk geval geven wij een dergelijk voorstel niét veel kans. WHT BE mm ZEGGEH. He4 Belgisch Verdrag. Onder het hoofd „de loods over boord" wijdt de „Standaard" een be schouwing aan den nieuwen toestand, die aldus concludeert: „Daarom zou het goed geweest zijn. indien men var de zijde der tegenstan ders de gedachte had aangegrepen, door den heer Colijr aan de hand ge daan, da* men zich te bezinnen had op een positieve, op een constructieve politiek. Een verklaring, waarin van Ivarnebeeks politieke gedachte duide lijk naar voren kwam en waarin een grondslag was aangegeven voor de nadere uitwerking dier gedachte, zou ongetwiifeld een andere groeprering te zien hebben gegeven dan nu uit de stemverdeelirg bleek. Velen dergenen, die nu hebben tegengestemd, zouden. naas1 vele voorstemmers, aan zulk een verklaring hun stem hebben gegeven. En samen zouden- ze een goed© meer derheid hebben opgeleverd. Nu dit niet geschied is. hangt eigen lijk alles in de lucht. En toch leeft de gedacht© door Van Karnebeek als richtsnoer voor onze po litiek jegens België gekozen. Wij allen voor- en tegenstemmers hebben nu te zorgen, dat zij blijft leven, dat zij, voor zooveel het van Ne derland afhangt, het element blijft in de nieuwe onderhandelingen, die vroeg of laat weer beginnen moeten. Laat het verleden thans blijven rusten. We moeten- nu in de toekomst zien!-' De „Rotterdammer" zegt na de stem verhoudingen te hebben besproken; „Wat nu de verwerping zelf aangaat, welke ons zeer verheugt, waarschu wen we ernstig voor een hoera-stem- ming. Van- uitjubelen mag nergens sprake zijn. Elke prikkeling is een on dienst aan het vaderland en vergroot de moeilijkheden, die, in welken vorm ook, natuurlijk zullen rijzen. Overdreven- vrees voor die moeilijk heden behoeft ook weer niet te bestaan Maar in België is men vertrouwd ge raakt aan de gedacht© voor den vöor dat land zeer voordeeligen inhoud van het Tractaat en vóór deze plaats heeft gemaakt voor een andere, zal wel een weinig geduld moeten geoefend wor den. De minister koppelde de oppositie tegen het Verdrag vast aan een anti- Belgischen geest, welke ons volk zou bezitten. Dez© uiting moet betreurd, maar ook ontkend worden. Er zijn met België geen geschillen geweest in drie kwart eeuw. In niets aangaande de uitwegen 't meest sprekend voorbeeld hebben wij Bel gië één stroobreed in den weg gelegd. Dat men toch nuchter zij! Al naar het pas geeft, is een vreemde natie po pulair of moet men er niets van heb ben." En verder: „Maar inderdaad, de opheffing van België's neutraliteit heeft een soort kwestie doen geboren worden en deze blijft voorshands bestaan. Bij aanne ming precies zoo, in een anderen vorm. Maar nu is zij verzwaard door een wonderlijke royaliteit over de ge- heele linie. Daarom mag niet gejubeld over de zen uitslag. Betreurd moet, dat ver wachtingen zijn gewekt,- die niet wa ren te vervullen. En België dient getoond, dat hier goede wil aanwezig is en een verlan gen naar de beste buurschap. Beproefd is in de Tweede Kamer on ze buurnatie dien goeden wil kenbaar te maken. Tusschen Eerst© Kamerle den is iets dergelijks bespróken gewor den. Maar beide malen is dit goede doel in den weg gestaan door de on verzettelijkheid van eenige voorstan ders. Onverzettelijkheid, vandaag een deugd, morgen een ondeugd, heeft ons trouwens heel wat ondiensten bewe zen bij dit Verdrag." RECHTZAKEN. KANTONGERECHT LEIDEN Vele van de 48 zaken, die voor open bare behandeling op de rol voor kwa men, werden door Mr. Nord Thomson berecht. Op vereerend verzoek van den ver dachte n.l. werden we nog eens aan genaam verrast met de zaak tegen H. S., koopman te Schoten, die in de Janvossensteeg een auto had gesta tioneerd met onvoldoende verlichting Verd. zeide dat het feit toch niet zoo erg was, maar #de verbalisant ver klaarde dat de straat daar smal en het verkeer druk is, zoodat de ambt. bevestiging eischte van het vonnis. Natuurlijk stonden er ook weer eeni ge chaufffeurs op de bon, zoo o.a. J. B. te Leiden, die niet was verschenen. Hij was beklaagd, de Blauwpoorts- brug oprijdende met zijn auto links te hebben gehouden, wat een aanrijding met den tram tengevolge had gehad. A. S. Witteman, agent van politie en de trambestuurder Oudshoorn, ver klaarden, dat verd. links had gehou den en dat het bij rechtshouden niet zou zijn gebeurd. 4 of 4 dagen. J. P. S., chauffeur te Rotterdam, werd beticht op den Leidschen weg te Voorschoten door onvoorzichtigheid een aanrijding te hebben veroorzaakt met een paard en wagen, waardoor de wagen beschadigd werd. Verd. ontkende. Het ging om een wagen van de fa. Bierman uit Rotter dam, eenige getuigen hadden dien naam duidelijk op den achterkant der auto gelezen. Nu heeft die firma twee zulke wagens, maar er werd betoogd, dat de eene om half tien reeds in Den Haag was, terwijl verd. zeide, dat hij om 10 u. uit Leiden was vertrokken, zoodat geen van beiden op den gesig- naleerden tijd ter plaatse kon zijn ge weest. Hoe de Kantonrechter dit ook poog de uit te rekenen, de juiste tijd kon niet worden vastgesteld. Toch vond de ambt. dat verd. niet vrij uitging en eischte 10 of 10 dagen. Verd. werd toegestaan op 4 April eenige getuigen k décharge te doen hooren, maar mr. Nord Thomson be loofde hem vast een zware straf, in dien zijn onschuld niet zou worden be wezen. D. v. K. te B o s k o o p, had twee de licten op zijn geweten. Hij had gereden zonder nummer- en letterbewijs en bovendien gereden op een weg waar zulks niet geoorloofd was. Tegen dezen eischte de ambt. 2 maal 4 of 2 maal 2 dagen. Met de arbeidswet schijnen velen nog overhoop te liggen. Althans L. J. B., een aannemer te Zoeterwou- d e, was voor zulk een overtreding ge snord. Hij had op een bouwwerk twee menscken laten arbeiden, wier namen niet op de arbeidslijst stonden inge schreven. Hij wist het niet, zeide hij, maar onbekendheid met de wet is geen verschooning. 3 maal 4 of 3 m. 2 dagen. T. W. C., stoffeerder te Leiden, had eenzelfde overtreding gepleegd. Hij had stoelen moeten afleveren voor een bruidspaar. 4 of 4 dagen. H. J. F., te K a t w ij k, had in zijn motor- en rijwielherstelplaats twee menschen te lang laten werken. Hij verdedigd© zich met te zeggen, dat het werk af moest. Hij kon zich niet aan de wet houden, daar hij blij was als hij eens wat werk kreeg. De ambtenaar vroeg 2 maal 4 of 2 maal 4 dagen, waarop cle kantonrechter hem meteen tot 2 maal 1 veroordeelde. W. H. T., koetsier te Leiden, kwam de Stille Mare afgereden in de richting Haarlemmerstraat en botste toen zeer ongelukkig tegen de Haag- sche tram op. Deswege stond bij nu terecht. Verd. zeide, geen signaal te hebben gehoord. Verschillende getuigen ver klaarden dat de tram wel signalen had gegeven, terwijl een getuige a déchar ge, Paardekooper, verklaarde dat dit te laat was geschied. D© ambt. eischte 10 of 10 dagen, wat verd. rijkelijk veel vond. Dat niet alleen menschen maar ook honden van een Kippenboutje houden, bewees de bond van A. N. W. V., smid te N o o r d w ijk e r h o u t. die be klaagd was zijn hond, een bruine haze wind. te hebben losgelaten, van welke gelegenheid deze gebruik had ge maakt om 's buurmans kip te dooden Verd. ontkende, maar de gedupeerde kippenbezitier, Heemskerk, verd.'s buurman, verklaarde dat het wel de gelijk verd.'s hond was geweest. Ook andere getuif ju legden soortge lijlce verklaringen af. De tegenstrib belende smid hoorde toen 25 of 10 dagen tegen zich eischen en verklaar de onmiddellijk in verzet te zullen gaan. C. K. te K a t w ij k a a n Z e e, had op straat een meisje lastig gevallen, zoo dat deze de politie had gewaarschuwd Verbalisant Kleinman verklaarde, dat verd. een lastig jongmensch was. Ver dachte echter was niet verschenen, en de Kantonrechter achtte deze zaak Van zulk een importantie dat hij al vorens vonnis te vellen de persoonlij ke verschijning van verd. gelastte op 4 April. H. den H., te Leiden, had een se rie alcoholische dranken en gehemel te streelende dranken in voorraad ge had, zonder daarvoor vergunning te hebben. Alles lag netjes geëtaleerd voor het raam, wat wel bewijst, dat verd. geheel te goeder trouw was, zoo dat de kantonrechter, toen de ambt. J 10 of 5 dagen eischte dit aanstonds tot 2 of 1 dag reduceerde. INGEZONDEN. (Buiten verantwooruolijknolcJ dor Redactie.) Geachte Redactie, Het is naar aanleiding van bet stukje in Uw blad v. Woensdagavond, inzake het stratenplan in onze ge meente, in verband met ons gemeente lijk financiën-wezen, dat ik aandacht vraag. Welnu, ten aanzien hiervan wordt steeds de kwestie aldus gesteld, zelfs op de Raadsvergadering welke deze zaak behandelde: een groot© verbete ring wordt op niet al te bezwarende wijze tot stand gebracht. Ën nu stel ik de kwestie eens an ders: Gedoogt ons gemeentelijk finan- ciën-wezen een© nieuwe uitgave, on verschillig voor welk doel? Deze vraag nu wordt door mij met een beslist neen beantwoord, onder verwijzing naar de volgende feiten: 1. In verhouding tot andere gemeen ten zijn de lasten hier buitengewoon hoog; van een reeks omliggend© ge meenten komt K. t.a.h. als no. 3 voor. 2. Het belastbaar inkomen over het jaar 1926 gerekend, zal aanzienlijk la ger zijn dan dat van voorgaande jaren, gezien het feit, dat door het overgroote deel der bevolking vrij wat minder is verdiend geworden in bedoeld jaar. 3. Het onder 2. genoemde doet dus de noodzakelijkheid gevoelen van ver laging der gemeentelijk© uitgaven, wil men niet voor verhooging der belas ting voor d© afzonderlijke belasting betalers komen te staan. Ten slotte wil ik er nog op wijzen, dat bij bespreking van het stratenplan door, ja door bijna iedereen, geen re kening ermee gehouden is dat de heele zaak nu zoo gunstig mogelijk is voor gesteld; de tegenvallers zijn niet ge noemd. Ik schrijf over deze dingen" omdat velen van onze gemeentenaren zich geen juist oordeel hebben kunnen* vor men. wijl de zaak van meet af wat eenzijdig is belicht geworden. Ik al thans heb dezen indruk omtrent het geen bij de voorstanders voorzat: Het stratenplan moet er door en daarom moet de zaak zoo gunstig mogelijk voorgehouden worden. Mij komt echter, èn voor huiselijk, èn voor zakelijk, èn voor gemeentelijk beheer, als de beste stelregel voor: niet boven je stand t© leven. G. J. REIJNEVELD. Koudekerk. 23 Maart 1927. Raak antwoord. Een student in de wijsbegeerte zei de eens tot een theologisch hoogled raar: „Professor, ik geloof niet, dat ik} een ziel heb". „Zoo, ik wil daarover met u nietj strijden, jonge man," luidde het ant woord. „Ik neb er wel een, goeden morgen". Beste Jongens en Meisjes. 't Is weer de tijd voor de babbelhoek en ditmaal een babbelhoek met prijsraad seis, dos jullie zult wel erg nieuwsgierig zijn denk ik. Toch vertel ik pas aan het eind van de babbelhoek, waar ditmaal het prijsraadsel in bestaat, 't Is weer een nieuw werkje. En nu ga ik eerst de briefjes beantwoorden. „Rie". Dat is niet erg prettig voor je, flat al je vriendinnetjes van school gaan Toch zou ik in ion plaats blij zün, dat ik nog een jaartje b1 ij ven mocht. De schooltijd is zulk een prettigen tijd. Als je groot bent, zie je er dikwijls nog met genoegen op terug. Als de overgang voorbij is, vertel ie mij zeker wel'wat van je rapport, 't Was een heerlijke dag voor je zusje om weer het eerst buiten te zijn. „Grie". Vind jij het ook zoo heerlijk om on een boerderij te logeeren? Ik ook. Toen ik nog op school ging, had ik ook een vriendinnetje die op een boerderij woonde. En ik vond het altijd even fijn als ik een paar. dagen komen mocht. Alleen de eerste week dat ik er was, durfde ik niet te slapen, omdat de hofhond los was, en die had eens zijn eigen baas een stukje uit het oor gebe ten Ja, je schooltijd gaat nu opschieten Wat ga je dan doen? Het huishouden leeren? „Vergeet mij nietje". Vind je dat niet prettig zoo'n openbare les? Komen er dan veel menschen? En gaat je Moe ook? Of kan dat niet om de kleintjes. Na de verhooging hoor ik zeker wel wat over je rapport? Jacob is zeker een kleinen wildeman is 't niet? Zijn die twee met elkaar niet erg gezellig aan het spelen altgd? Of vechten ze ook wel een beetje? „Blondine", 'k. Denk dat wij erg op elkaar lijken, meisje, want ik houd net als jij, van fietsen, van roeien, van bloemen (vooral rozen,) en ik ver lang ook naar den zomer. Ja, de eerste lentedag was prachtig. En op zoo'n dag gaat men vanzelf naar den zomer verlan gen hé. 'k Verloot ditmaal geen prijs onder de getrouwen, omdat het prijs raadsel anders is als gewoon, 'k Ver loot de prijzen dit keer niet, je moet een prijs verdienen. „Junior". Dat begrüp ik dat jij het raadsel leuk vindt, omdat je eigen haam de oplossing was. Ja, 't was lieol aardig bedacht van Blondine. Dus je hebt een gezellig dagje gehad in de stad? Was het mooi weer, zoodat je winkels kon kijken? Of houd je daar niet van? 't Was zeker wel druk in de stad hé, bij jullie vergeleken. Woont je familie in de stad of meer in de buitenwijken? Moest je niet naar school dien dag of mocht je vrij „Zangvogeltje". Dat geloof ik graag dat ie met zoo'n heerlijke lentedag als het Maandag was, genoten hebt in het duin. Laat je je wel eens van boven afrollen of houd je daar niet van? Je was zeker wel moe toen je thuis kwam is 't niet? Mag je er ook bij ziin als je tante trouwt? Vertel mij volgenden week dan maar eens of je het mooi vond. „Goudblondje". Dat kan wel eens een 'keertje voorkomen, dat je weinig hebt te vertellen. Dat gebeurt iedereen wél eens. Ja, we hebben een paar heerlijke lentedagen gehad, 't Is nu wel wat min der mooi, maar die prachtige dagen heb ben we toch al vast genoten, 'k Heb die etalage nog niet gezien, dus kan ik heusch niet raden. "V ertel het mij volgen de week maar eens. „Anemoon", 't Spreekt vanzelf dat je nieuwsgierig bent wat voor soort prijs raadsel ik opgeef. Vertel me volgende week maar eens of je het een leuk werk je vind of dat ie er erg veel moeite mee hebt gehad. Ik vind marmotjes aar diger dan konijnen. Jij ook? Toch erg leuk om er verschillende dieren op na te houden. „Piet Hein". Jij hadt een heel .andere oplossing van het kruiswoordraadsel, 't Klopte wel op de laatste letter na. Dat moest een klinker zijn en een f is dat toch .niet? 'k Geloof het best, dat moe der blij zal zijn als die boomen weg zijn. Als jullie er door in 't water vallen lijkt me dat maar erg gevaarlijk. En ©en scheur in kiel of broek zal je er ook wel eens o pdoen is het niet? „Meitakje". Dat begrijp ik, dat jullie daar pret bü hebben. Als je aan V boe nen bent, wordt er zeker wel meer in gewreven dan de meubels. En ben je aan het dweilen, dan wordt er vast wel meer nat gemaakt dan de vloer. Voor prijsraadsel geef ik ditmaal geen letter raadsel. Daar heb ik een apart werkje voor. Veel suces er mee, meisje. „Seringentak". Dat gaat gewoonlijk samen. De vakken die je het liefst doet daar haal je ook miesstal de beste eb fers in. Houd je niet erg van handwer ken? Maar op_ school doe je het toch wel? Of heb je niets onderhanden op het oogenblik. 't Raadsels oplossen gaat je goea af hé. Je had ze allemaal op één na. „Logeetje". Dus Tante is nog niet hersteld? Maar.ze gaat toch zeker wel vooruit dat ze weer even op mocht. Ja de eerste lentedag was een echte lénté- bode. 't Schiet al op naar de verhooging hé? Later vertel je mij dan zeker wel wat van ie rapport. Ik vind dat ook een heel aardig spel voor meisjes. „Gustaaf Adolf". Fijn hé, zoo'n speel plaats. Jullie maakt er zeker druk ge bruik van, is 't niet? 't Is maar te ho pen, dat moeder spoedig weer heelemaal beter is hé. 't Is niets prettig in huis als moeder in bed ligt, vind je wel? Dus jij kent die babbelhoeker wel? „Heidebloempje". Ja, ik vond het ook een bijzonder geslaagden avond. Met wie was jb.er en waarom ben je niet even naar mg toegekomen? Want ik heb jou heelemaal niet gezien. Was je bb de af gevaardigden? Ik heb er ook aan mee gedaan, en had er twee fout. Die in leiding heb ik ook gehoord. Nee, die doet niet meer mee. „Moeders Meisje". Alweer op ver jaarsvisite. Voor jou kem: er geen eind aan de pretjes is 't wel? t Was zeker een vriendinnetje v n jou alleen on niet van D., dat zij niét mee- mocht Ha<? je het deze weel; zoo druk dat je later was dan anders? „Hartedief". Maar als j'e nu nieuwe voorbeelden krijgt, vind je teekenen dam wel prettig? Voor aardrijkskunde krijg je zeker wel een mooi cgfer op je re port is 't niet? Prettig werkje is dat op de teekenlap hé? Of denk je dat de maaslap leuker is? Dat zal wel een prachtige bouwdoos zijn, denk ik. „Lenteklokje". De kleine baas was ze ker wel erg big op zijn verjaardag is 't niet? Om de cadeautjes niet het minst denk ik. Nee,_ je briefje was nog net op tgd. Als je je rapport hebt, vertel je er nog wel wat van hé? „Crocusje". Ja, 't weer was Maandag neerlgk 't Was een echte lentedag. Gê zellig hé, als er logees zgn. Maar niet zoo erg leuk als ze afscheid komen ne men om zoo'n verre reis te maken. Zoo n groote boot zul je best nog wel eens te zien krijgen. Misschien nog wel eens als je een schoolreisje maakt. „Reseda en Rozeknopje". Je kunt nu net al zoo lang licht* btrjft, al heerlgk buiten spelen hé. En al je binnenkort op een boerderij gaat wonen, zul je dat nog beter kunnen doen. Als je verhuisd bent, Rozeknopje, moet je mij je nieuwe adres opgeven, voor het geval je eens een prrjs wint. Die kokertjes ken ik wel k Vind ze ook heel aardig. „Waterlelie". Hartelijk gefeliciteerd met vadersverjaardag' meisje. Ja, dat is zoo. Verjaardagen zijn o zoo gezellig Waarom vind ie het niet leuk dat jb zoo gauw na moeder jarig bent: Misschien bloeien de bollen dit jaar wel weer met raschen, want nog maar drie weken lan is het al zoo ver. „Boschviooltje uok al een jarige vader? Wel gefeliciteerd hoor meisje. Was Pa big met zgn cadeau? Wat duurt het lang met die portretten? 't Is maar te hopen, dat ze goed zijn uitgevallen, 'k Vind die eigengemaakte zakdoekjes heel aardig. De oplossingen van de vorige week zijn: i- J uur Lanen J u n i o r a Voorn Erf a 2. Schrikkeljaar. 3. Ruimte. 4- Bertus, Qerman, Arend. 5. Laboratorium. Als prijsraadsel heb ik ditmaal een werkje voor jullie. Jullie moet mg woor den opgeven, die je zoowel van achter naar voren als van voor naar achter kunt lezen, 'k Zal er twee s»s voor beeld geven: Daad en Otto. De zes kin deren die het grootst aantal woorden opgeven, zullen de prijswinaars zgn. Doet dus allen goed je best, want de ze prijzen moeten eerlgk verdiend wor den. En zend vooral tijdig je briefjes in, anders heb ik geen tijd om alles goed' na te zien en zouden julie een weeklan- £§F op jjgn uitslag moeten wachten. Nu jongelui, vele groeten van je TANTE FR ANCIEN. Scheepstij dingen. HOLLAND—AMERIKA-LIJN. ROTTERDAM, 25 v. Naoels. EEMDIJK, .Vancr. n. Rott', 24 te Cristobal. GROOTENDIJK, Vancr. 11. Rou p. 2ö Lizard. KINDERDIJK, Antw. n. Vancr., 23 te Cristobal. BLOMMERSDIJK, New York n. xlamb., pass. 25 Lizard. BREEDIJK, 24 v. Rott. te Tam* pico. WESTERDIJK, 25 v. New York te Rotterdam. NARENTA, Vancouver n. Rott.- 26 te Glasgow verwacht. BLIJDENDIJK, 25 van Baltimore te Rotterdam. STADSDIJK, Rott. n. New York, pas. 24 Dungeness. VOLENDXM, New York n. Rott, -o te 12 uur n.m. te Plymouth verw. MOERDIJK, Rott. n. Vancr., 25 te 6 uur nam. v. Antwerpen. HOLLAND—AFRIKA-LIJN. ^J^BITON. thuisr., p. 24 Finistcrrd RIETFONTEIN, thuisr.. 24 te Duinkerken. BILDERDIJK, uitr., 23 te Dela- goabaai. MELISKERK, uitr., p. 24 Dun ge ness. NIJKERK, thuisr., 24 te Delagoa baai. GIRKERK, uitr., 24 v. Das es Sa* Jlaam. JAGERSFONTEIN, uitr.,. 25 te Pt. Sudan. KON. HOLLANDSCHE LLOYD. DRECHTERLAND, uitr., 22 van R10 Grande. ROTTERDAMSCHE LLOYD. KERTOSONO, thuisr., p. 25 Pt. de Galle. HELI, uitr., p. 24 Gibraltar. BLITAR, uitr., 25 v. Sabang. thuisr., 25 v. Marseille. TJERIMAI, uitr., 25 v. South ampton. STOOMVAART MIJ. NEDERLAND. JOH. DE ,WITT, thuisr., 25 van Southampton. ROTTI, thuisr., 25 v. Marseille via Londen. RADJA, uitr., p. 25 Gibraltar. P. C. HOOFT, uitr., 25 v. Genua. MOENA' thuisr., v. Sa bang. EON. PAKETVAART MIJ. ROGGEVEEN, 24 v. Sydney naaQ Singapore. CkÉMER,. 25 v. Medan n. Penang..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 7