NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 26 MAART t927
A n 'iet einde der Week
7 o !s dan deze we?k een der be-
lnn^-rijk.cte beslissirgén gevallen, waar
voor nn? parlement ooit gesteld is: de
ratificatie van het ontwerp-Neder-
land och-Pelp-isch Verdrag. Met een
moordnrhpid van twp« derden van het
nor»toi common is hot voorstel door
do Tf«vrr»r»p verwnmPTI
Pp-rp beslissing werd in den lande
over het algemeen met vreugde ont-
Men vreesde van aanneming
van het verdrag pen gevaar voor Ne
derlands welvaart
Of het zoo'n vaart zou geloopen heb
ber? En of nu het gevaar afgewend is?
Daar is wel niemand onder de tegen
standers van het verdrag, die dit laat
ste gelooft, althans niemand onder de
genen. die in staat zijn te begrijpen,
waar het om gaat.
Want de zaak is ïtu natuurlijk niet
afgeloopen. Een negatieve beslissing
lost zulke ingrijpende kwesties als die
hef in dit geding betreft niet op, doch
laa+ ze slechts onopgelost. Zoodat we
opnieuw naar een oplossing moeten
zoeken. En het gevaar is groot, dat we
dan een oplossing krijgen die nog veel
nadeeliger is dan eene die als vrucht
van» jarenlangen arbeid door onzen
uiterst bekwamen Minister v. Buiten-
landsche zaken is verkregen. De moge
lijkheid is niet uitgesloten, ja. het is
zelfs zeer waarschijnlijk, dat thans de
groote mogendheden, vooral Enge-
lard en Frankrijk, zich met de zaak
zullen bemoeien, terwijl het geding
bij aanneming van het Verdrag door
de beide betrokken mogendheden In
onderling overleg was geregeld, wat
onze internationale positie zou hebben
versterkt.
Doch, dit is thans niet meer moge
lijk, het ontwerp is verworpen en Mi
nister van Kamebeek heeft aan H.M.
de Koningin- reeds ontheffing uit zijn
ambt gevraagd.
Het tweede groote feit van de afge
loopen week is de val van Sjanghai
en Nanking, die door de Kantonneezen
bezet zijn. Deze hebben- thans de ge-
heele Jang-tsevallei in hun bezit, wat
een belangrijke versterking van hun
invloed beteekent. Doch vooral is de
bezetting van Sjanghai van be'eekenis
omdat er thans een zeer nauw contact
is gekomen tusschen de Zuidelijke Chi
neezen en de internationale concessies
zoodat de verschillende mogendheden
gedrongen worden hun houding te be
palen tot de Kantonneezen.
Ook is van deze bezetting een ver
sterking van het bolsjewisme te ver
wachten. Sjanghai is een stad met een
groot fabrieksproletariaat, dat onder
zeer slechte sociale verhoudingen
werkt. De vrouwen- en kinderarbeid
is er nog ongelimiteerd.
De sparning, die in Zuid-Oost-Eu
ropa ontstaan was ten gevolge van
door Italië verspreide berichten over
oorlogstoebereidselen van Joego-Slavië
is weer wat verminderd en het schijnt
dat hier geen sprake is van dreigend
oorlogsgevaar. Joego-Slavië heeft al
thans. dit is wel uit tal van uitlatin
gen zijner vooraanstaande staatslie
den gebleken, geen oorlogszuchtige
plannen, doch Italië had deze geruch
ten in omloop gebracht omdat het
vreesde, voor een opstand in- Albanië
tegen de thans geheel onder Italiaan-
schen invloed staande regeering daar.
Het wilde een voorwendsel om een la
ter eventueel ingrijpen in de verhou
dingen aldaar te rechtvaardigen.
Het Italiaansche imperialisme is nu
eenmaal, hoezeer Mussolini's binnen-
landsch bestuur zijn land ten zepen is
geweest, een gevaar voor den Euro-
peeschen vrede.
In Genève is voorts deze week voor
de derde maal de commissie van voor
bereiding voor de Internationale ont
wapeningsconferentie bijeen gekomen.
Eenige voorstellen zijn daar inge
diend, o.a. door Engeland en Frank
rijk, en getracht wordt door de ver
schillende vertegenwoordigers tot een
compromis te komen. Merkwaardig is
dat men van Fransche zijde vreest, dat
Engeland afschaffing van den dienst
plicht zal voorsteillen. iets waarvan
ook onmiddellijk na den oorloe sprake
was. doch waarvan we sindsdien niet
meer hoorden.
Zouden de goede voornemens*, waar
van men in 1918 vervuld was, weer
herleven? Of is men door de realiteit
die men sindsdien heeft beleefd ont
nuchterd? In elk geval geven wij een
dergelijk voorstel niét veel kans.
WHT BE mm ZEGGEH.
He4 Belgisch Verdrag.
Onder het hoofd „de loods over
boord" wijdt de „Standaard" een be
schouwing aan den nieuwen toestand,
die aldus concludeert:
„Daarom zou het goed geweest zijn.
indien men var de zijde der tegenstan
ders de gedachte had aangegrepen,
door den heer Colijr aan de hand ge
daan, da* men zich te bezinnen had
op een positieve, op een constructieve
politiek. Een verklaring, waarin van
Ivarnebeeks politieke gedachte duide
lijk naar voren kwam en waarin een
grondslag was aangegeven voor de
nadere uitwerking dier gedachte, zou
ongetwiifeld een andere groeprering te
zien hebben gegeven dan nu uit de
stemverdeelirg bleek. Velen dergenen,
die nu hebben tegengestemd, zouden.
naas1 vele voorstemmers, aan zulk een
verklaring hun stem hebben gegeven.
En samen zouden- ze een goed© meer
derheid hebben opgeleverd.
Nu dit niet geschied is. hangt eigen
lijk alles in de lucht.
En toch leeft de gedacht© door Van
Karnebeek als richtsnoer voor onze po
litiek jegens België gekozen.
Wij allen voor- en tegenstemmers
hebben nu te zorgen, dat zij blijft
leven, dat zij, voor zooveel het van Ne
derland afhangt, het element blijft in
de nieuwe onderhandelingen, die vroeg
of laat weer beginnen moeten. Laat
het verleden thans blijven rusten.
We moeten- nu in de toekomst zien!-'
De „Rotterdammer" zegt na de stem
verhoudingen te hebben besproken;
„Wat nu de verwerping zelf aangaat,
welke ons zeer verheugt, waarschu
wen we ernstig voor een hoera-stem-
ming. Van- uitjubelen mag nergens
sprake zijn. Elke prikkeling is een on
dienst aan het vaderland en vergroot
de moeilijkheden, die, in welken vorm
ook, natuurlijk zullen rijzen.
Overdreven- vrees voor die moeilijk
heden behoeft ook weer niet te bestaan
Maar in België is men vertrouwd ge
raakt aan de gedacht© voor den vöor
dat land zeer voordeeligen inhoud van
het Tractaat en vóór deze plaats heeft
gemaakt voor een andere, zal wel een
weinig geduld moeten geoefend wor
den.
De minister koppelde de oppositie
tegen het Verdrag vast aan een anti-
Belgischen geest, welke ons volk zou
bezitten. Dez© uiting moet betreurd,
maar ook ontkend worden.
Er zijn met België geen geschillen
geweest in drie kwart eeuw. In niets
aangaande de uitwegen 't meest
sprekend voorbeeld hebben wij Bel
gië één stroobreed in den weg gelegd.
Dat men toch nuchter zij! Al naar
het pas geeft, is een vreemde natie po
pulair of moet men er niets van heb
ben."
En verder:
„Maar inderdaad, de opheffing van
België's neutraliteit heeft een soort
kwestie doen geboren worden en deze
blijft voorshands bestaan. Bij aanne
ming precies zoo, in een anderen
vorm. Maar nu is zij verzwaard door
een wonderlijke royaliteit over de ge-
heele linie.
Daarom mag niet gejubeld over de
zen uitslag. Betreurd moet, dat ver
wachtingen zijn gewekt,- die niet wa
ren te vervullen.
En België dient getoond, dat hier
goede wil aanwezig is en een verlan
gen naar de beste buurschap.
Beproefd is in de Tweede Kamer on
ze buurnatie dien goeden wil kenbaar
te maken. Tusschen Eerst© Kamerle
den is iets dergelijks bespróken gewor
den. Maar beide malen is dit goede
doel in den weg gestaan door de on
verzettelijkheid van eenige voorstan
ders. Onverzettelijkheid, vandaag een
deugd, morgen een ondeugd, heeft ons
trouwens heel wat ondiensten bewe
zen bij dit Verdrag."
RECHTZAKEN.
KANTONGERECHT LEIDEN
Vele van de 48 zaken, die voor open
bare behandeling op de rol voor kwa
men, werden door Mr. Nord Thomson
berecht.
Op vereerend verzoek van den ver
dachte n.l. werden we nog eens aan
genaam verrast met de zaak tegen H.
S., koopman te Schoten, die in de
Janvossensteeg een auto had gesta
tioneerd met onvoldoende verlichting
Verd. zeide dat het feit toch niet zoo
erg was, maar #de verbalisant ver
klaarde dat de straat daar smal en
het verkeer druk is, zoodat de ambt.
bevestiging eischte van het vonnis.
Natuurlijk stonden er ook weer eeni
ge chaufffeurs op de bon, zoo o.a. J. B.
te Leiden, die niet was verschenen.
Hij was beklaagd, de Blauwpoorts-
brug oprijdende met zijn auto links te
hebben gehouden, wat een aanrijding
met den tram tengevolge had gehad.
A. S. Witteman, agent van politie
en de trambestuurder Oudshoorn, ver
klaarden, dat verd. links had gehou
den en dat het bij rechtshouden niet
zou zijn gebeurd.
4 of 4 dagen.
J. P. S., chauffeur te Rotterdam,
werd beticht op den Leidschen weg te
Voorschoten door onvoorzichtigheid
een aanrijding te hebben veroorzaakt
met een paard en wagen, waardoor de
wagen beschadigd werd.
Verd. ontkende. Het ging om een
wagen van de fa. Bierman uit Rotter
dam, eenige getuigen hadden dien
naam duidelijk op den achterkant der
auto gelezen. Nu heeft die firma twee
zulke wagens, maar er werd betoogd,
dat de eene om half tien reeds in Den
Haag was, terwijl verd. zeide, dat hij
om 10 u. uit Leiden was vertrokken,
zoodat geen van beiden op den gesig-
naleerden tijd ter plaatse kon zijn ge
weest.
Hoe de Kantonrechter dit ook poog
de uit te rekenen, de juiste tijd kon
niet worden vastgesteld. Toch vond
de ambt. dat verd. niet vrij uitging en
eischte 10 of 10 dagen.
Verd. werd toegestaan op 4 April
eenige getuigen k décharge te doen
hooren, maar mr. Nord Thomson be
loofde hem vast een zware straf, in
dien zijn onschuld niet zou worden be
wezen.
D. v. K. te B o s k o o p, had twee de
licten op zijn geweten.
Hij had gereden zonder nummer- en
letterbewijs en bovendien gereden op
een weg waar zulks niet geoorloofd
was. Tegen dezen eischte de ambt. 2
maal 4 of 2 maal 2 dagen.
Met de arbeidswet schijnen velen
nog overhoop te liggen. Althans L. J.
B., een aannemer te Zoeterwou-
d e, was voor zulk een overtreding ge
snord. Hij had op een bouwwerk twee
menscken laten arbeiden, wier namen
niet op de arbeidslijst stonden inge
schreven. Hij wist het niet, zeide hij,
maar onbekendheid met de wet is
geen verschooning.
3 maal 4 of 3 m. 2 dagen.
T. W. C., stoffeerder te Leiden,
had eenzelfde overtreding gepleegd.
Hij had stoelen moeten afleveren
voor een bruidspaar.
4 of 4 dagen.
H. J. F., te K a t w ij k, had in zijn
motor- en rijwielherstelplaats twee
menschen te lang laten werken.
Hij verdedigd© zich met te zeggen,
dat het werk af moest. Hij kon zich
niet aan de wet houden, daar hij blij
was als hij eens wat werk kreeg. De
ambtenaar vroeg 2 maal 4 of 2 maal
4 dagen, waarop cle kantonrechter hem
meteen tot 2 maal 1 veroordeelde.
W. H. T., koetsier te Leiden,
kwam de Stille Mare afgereden in de
richting Haarlemmerstraat en botste
toen zeer ongelukkig tegen de Haag-
sche tram op. Deswege stond bij nu
terecht.
Verd. zeide, geen signaal te hebben
gehoord. Verschillende getuigen ver
klaarden dat de tram wel signalen had
gegeven, terwijl een getuige a déchar
ge, Paardekooper, verklaarde dat dit
te laat was geschied.
D© ambt. eischte 10 of 10 dagen,
wat verd. rijkelijk veel vond.
Dat niet alleen menschen maar ook
honden van een Kippenboutje houden,
bewees de bond van A. N. W. V., smid
te N o o r d w ijk e r h o u t. die be
klaagd was zijn hond, een bruine haze
wind. te hebben losgelaten, van welke
gelegenheid deze gebruik had ge
maakt om 's buurmans kip te dooden
Verd. ontkende, maar de gedupeerde
kippenbezitier, Heemskerk, verd.'s
buurman, verklaarde dat het wel de
gelijk verd.'s hond was geweest.
Ook andere getuif ju legden soortge
lijlce verklaringen af. De tegenstrib
belende smid hoorde toen 25 of 10
dagen tegen zich eischen en verklaar
de onmiddellijk in verzet te zullen
gaan.
C. K. te K a t w ij k a a n Z e e, had op
straat een meisje lastig gevallen, zoo
dat deze de politie had gewaarschuwd
Verbalisant Kleinman verklaarde, dat
verd. een lastig jongmensch was. Ver
dachte echter was niet verschenen,
en de Kantonrechter achtte deze zaak
Van zulk een importantie dat hij al
vorens vonnis te vellen de persoonlij
ke verschijning van verd. gelastte op
4 April.
H. den H., te Leiden, had een se
rie alcoholische dranken en gehemel
te streelende dranken in voorraad ge
had, zonder daarvoor vergunning te
hebben. Alles lag netjes geëtaleerd
voor het raam, wat wel bewijst, dat
verd. geheel te goeder trouw was, zoo
dat de kantonrechter, toen de ambt.
J 10 of 5 dagen eischte dit aanstonds
tot 2 of 1 dag reduceerde.
INGEZONDEN.
(Buiten verantwooruolijknolcJ dor Redactie.)
Geachte Redactie,
Het is naar aanleiding van bet
stukje in Uw blad v. Woensdagavond,
inzake het stratenplan in onze ge
meente, in verband met ons gemeente
lijk financiën-wezen, dat ik aandacht
vraag.
Welnu, ten aanzien hiervan wordt
steeds de kwestie aldus gesteld, zelfs
op de Raadsvergadering welke deze
zaak behandelde: een groot© verbete
ring wordt op niet al te bezwarende
wijze tot stand gebracht.
Ën nu stel ik de kwestie eens an
ders: Gedoogt ons gemeentelijk finan-
ciën-wezen een© nieuwe uitgave, on
verschillig voor welk doel?
Deze vraag nu wordt door mij met
een beslist neen beantwoord, onder
verwijzing naar de volgende feiten:
1. In verhouding tot andere gemeen
ten zijn de lasten hier buitengewoon
hoog; van een reeks omliggend© ge
meenten komt K. t.a.h. als no. 3 voor.
2. Het belastbaar inkomen over het
jaar 1926 gerekend, zal aanzienlijk la
ger zijn dan dat van voorgaande jaren,
gezien het feit, dat door het overgroote
deel der bevolking vrij wat minder is
verdiend geworden in bedoeld jaar.
3. Het onder 2. genoemde doet dus
de noodzakelijkheid gevoelen van ver
laging der gemeentelijk© uitgaven, wil
men niet voor verhooging der belas
ting voor d© afzonderlijke belasting
betalers komen te staan.
Ten slotte wil ik er nog op wijzen,
dat bij bespreking van het stratenplan
door, ja door bijna iedereen, geen re
kening ermee gehouden is dat de heele
zaak nu zoo gunstig mogelijk is voor
gesteld; de tegenvallers zijn niet ge
noemd.
Ik schrijf over deze dingen" omdat
velen van onze gemeentenaren zich
geen juist oordeel hebben kunnen* vor
men. wijl de zaak van meet af wat
eenzijdig is belicht geworden. Ik al
thans heb dezen indruk omtrent het
geen bij de voorstanders voorzat: Het
stratenplan moet er door en daarom
moet de zaak zoo gunstig mogelijk
voorgehouden worden.
Mij komt echter, èn voor huiselijk,
èn voor zakelijk, èn voor gemeentelijk
beheer, als de beste stelregel voor:
niet boven je stand t© leven.
G. J. REIJNEVELD.
Koudekerk. 23 Maart 1927.
Raak antwoord.
Een student in de wijsbegeerte zei
de eens tot een theologisch hoogled
raar: „Professor, ik geloof niet, dat ik}
een ziel heb".
„Zoo, ik wil daarover met u nietj
strijden, jonge man," luidde het ant
woord. „Ik neb er wel een, goeden
morgen".
Beste Jongens en Meisjes.
't Is weer de tijd voor de babbelhoek
en ditmaal een babbelhoek met prijsraad
seis, dos jullie zult wel erg nieuwsgierig
zijn denk ik. Toch vertel ik pas aan het
eind van de babbelhoek, waar ditmaal
het prijsraadsel in bestaat, 't Is weer
een nieuw werkje. En nu ga ik eerst
de briefjes beantwoorden.
„Rie". Dat is niet erg prettig voor je,
flat al je vriendinnetjes van school gaan
Toch zou ik in ion plaats blij zün, dat
ik nog een jaartje b1 ij ven mocht. De
schooltijd is zulk een prettigen tijd. Als
je groot bent, zie je er dikwijls nog met
genoegen op terug. Als de overgang
voorbij is, vertel ie mij zeker wel'wat
van je rapport, 't Was een heerlijke dag
voor je zusje om weer het eerst buiten
te zijn.
„Grie". Vind jij het ook zoo heerlijk
om on een boerderij te logeeren? Ik
ook. Toen ik nog op school ging, had
ik ook een vriendinnetje die op een
boerderij woonde. En ik vond het altijd
even fijn als ik een paar. dagen komen
mocht. Alleen de eerste week dat ik er
was, durfde ik niet te slapen, omdat de
hofhond los was, en die had eens zijn
eigen baas een stukje uit het oor gebe
ten Ja, je schooltijd gaat nu opschieten
Wat ga je dan doen? Het huishouden
leeren?
„Vergeet mij nietje". Vind je dat
niet prettig zoo'n openbare les? Komen
er dan veel menschen? En gaat je Moe
ook? Of kan dat niet om de kleintjes. Na
de verhooging hoor ik zeker wel wat
over je rapport? Jacob is zeker een
kleinen wildeman is 't niet? Zijn die
twee met elkaar niet erg gezellig aan
het spelen altgd? Of vechten ze ook wel
een beetje?
„Blondine", 'k. Denk dat wij erg
op elkaar lijken, meisje, want ik houd
net als jij, van fietsen, van roeien,
van bloemen (vooral rozen,) en ik ver
lang ook naar den zomer. Ja, de eerste
lentedag was prachtig. En op zoo'n dag
gaat men vanzelf naar den zomer verlan
gen hé. 'k Verloot ditmaal geen prijs
onder de getrouwen, omdat het prijs
raadsel anders is als gewoon, 'k Ver
loot de prijzen dit keer niet, je moet
een prijs verdienen.
„Junior". Dat begrüp ik dat jij het
raadsel leuk vindt, omdat je eigen haam
de oplossing was. Ja, 't was lieol aardig
bedacht van Blondine. Dus je hebt een
gezellig dagje gehad in de stad? Was
het mooi weer, zoodat je winkels kon
kijken? Of houd je daar niet van? 't
Was zeker wel druk in de stad hé, bij
jullie vergeleken. Woont je familie in
de stad of meer in de buitenwijken?
Moest je niet naar school dien dag of
mocht je vrij
„Zangvogeltje". Dat geloof ik graag
dat ie met zoo'n heerlijke lentedag als
het Maandag was, genoten hebt in het
duin. Laat je je wel eens van boven
afrollen of houd je daar niet van? Je
was zeker wel moe toen je thuis kwam
is 't niet? Mag je er ook bij ziin als je
tante trouwt? Vertel mij volgenden week
dan maar eens of je het mooi vond.
„Goudblondje". Dat kan wel eens een
'keertje voorkomen, dat je weinig hebt
te vertellen. Dat gebeurt iedereen wél
eens. Ja, we hebben een paar heerlijke
lentedagen gehad, 't Is nu wel wat min
der mooi, maar die prachtige dagen heb
ben we toch al vast genoten, 'k Heb die
etalage nog niet gezien, dus kan ik
heusch niet raden. "V ertel het mij volgen
de week maar eens.
„Anemoon", 't Spreekt vanzelf dat je
nieuwsgierig bent wat voor soort prijs
raadsel ik opgeef. Vertel me volgende
week maar eens of je het een leuk werk
je vind of dat ie er erg veel moeite
mee hebt gehad. Ik vind marmotjes aar
diger dan konijnen. Jij ook? Toch erg
leuk om er verschillende dieren op na
te houden.
„Piet Hein". Jij hadt een heel .andere
oplossing van het kruiswoordraadsel, 't
Klopte wel op de laatste letter na. Dat
moest een klinker zijn en een f is dat
toch .niet? 'k Geloof het best, dat moe
der blij zal zijn als die boomen weg zijn.
Als jullie er door in 't water vallen
lijkt me dat maar erg gevaarlijk. En
©en scheur in kiel of broek zal je er
ook wel eens o pdoen is het niet?
„Meitakje". Dat begrijp ik, dat jullie
daar pret bü hebben. Als je aan V boe
nen bent, wordt er zeker wel meer in
gewreven dan de meubels. En ben je
aan het dweilen, dan wordt er vast wel
meer nat gemaakt dan de vloer. Voor
prijsraadsel geef ik ditmaal geen letter
raadsel. Daar heb ik een apart werkje
voor. Veel suces er mee, meisje.
„Seringentak". Dat gaat gewoonlijk
samen. De vakken die je het liefst doet
daar haal je ook miesstal de beste eb
fers in. Houd je niet erg van handwer
ken? Maar op_ school doe je het toch
wel? Of heb je niets onderhanden op
het oogenblik. 't Raadsels oplossen gaat
je goea af hé. Je had ze allemaal op één
na.
„Logeetje". Dus Tante is nog niet
hersteld? Maar.ze gaat toch zeker wel
vooruit dat ze weer even op mocht. Ja
de eerste lentedag was een echte lénté-
bode. 't Schiet al op naar de verhooging
hé? Later vertel je mij dan zeker wel
wat van ie rapport. Ik vind dat ook een
heel aardig spel voor meisjes.
„Gustaaf Adolf". Fijn hé, zoo'n speel
plaats. Jullie maakt er zeker druk ge
bruik van, is 't niet? 't Is maar te ho
pen, dat moeder spoedig weer heelemaal
beter is hé. 't Is niets prettig in huis
als moeder in bed ligt, vind je wel?
Dus jij kent die babbelhoeker wel?
„Heidebloempje". Ja, ik vond het ook
een bijzonder geslaagden avond. Met wie
was jb.er en waarom ben je niet even
naar mg toegekomen? Want ik heb jou
heelemaal niet gezien. Was je bb de af
gevaardigden? Ik heb er ook aan mee
gedaan, en had er twee fout. Die in
leiding heb ik ook gehoord. Nee, die
doet niet meer mee.
„Moeders Meisje". Alweer op ver
jaarsvisite. Voor jou kem: er geen eind
aan de pretjes is 't wel? t Was zeker
een vriendinnetje v n jou alleen on
niet van D., dat zij niét mee- mocht
Ha<? je het deze weel; zoo druk dat je
later was dan anders?
„Hartedief". Maar als j'e nu nieuwe
voorbeelden krijgt, vind je teekenen dam
wel prettig? Voor aardrijkskunde krijg
je zeker wel een mooi cgfer op je re
port is 't niet? Prettig werkje is dat op
de teekenlap hé? Of denk je dat de
maaslap leuker is? Dat zal wel een
prachtige bouwdoos zijn, denk ik.
„Lenteklokje". De kleine baas was ze
ker wel erg big op zijn verjaardag is
't niet? Om de cadeautjes niet het minst
denk ik. Nee,_ je briefje was nog net op
tgd. Als je je rapport hebt, vertel je
er nog wel wat van hé?
„Crocusje". Ja, 't weer was Maandag
neerlgk 't Was een echte lentedag. Gê
zellig hé, als er logees zgn. Maar niet
zoo erg leuk als ze afscheid komen ne
men om zoo'n verre reis te maken.
Zoo n groote boot zul je best nog wel
eens te zien krijgen. Misschien nog wel
eens als je een schoolreisje maakt.
„Reseda en Rozeknopje". Je kunt nu
net al zoo lang licht* btrjft, al heerlgk
buiten spelen hé. En al je binnenkort
op een boerderij gaat wonen, zul je dat
nog beter kunnen doen. Als je verhuisd
bent, Rozeknopje, moet je mij je nieuwe
adres opgeven, voor het geval je eens
een prrjs wint. Die kokertjes ken ik wel
k Vind ze ook heel aardig.
„Waterlelie". Hartelijk gefeliciteerd
met vadersverjaardag' meisje. Ja, dat
is zoo. Verjaardagen zijn o zoo gezellig
Waarom vind ie het niet leuk dat jb zoo
gauw na moeder jarig bent: Misschien
bloeien de bollen dit jaar wel weer met
raschen, want nog maar drie weken
lan is het al zoo ver.
„Boschviooltje uok al een jarige
vader? Wel gefeliciteerd hoor meisje.
Was Pa big met zgn cadeau? Wat duurt
het lang met die portretten? 't Is maar
te hopen, dat ze goed zijn uitgevallen, 'k
Vind die eigengemaakte zakdoekjes heel
aardig.
De oplossingen van de vorige week
zijn:
i- J
uur
Lanen
J u n i o r a
Voorn
Erf
a
2. Schrikkeljaar.
3. Ruimte.
4- Bertus, Qerman, Arend.
5. Laboratorium.
Als prijsraadsel heb ik ditmaal een
werkje voor jullie. Jullie moet mg woor
den opgeven, die je zoowel van achter
naar voren als van voor naar achter
kunt lezen, 'k Zal er twee s»s voor
beeld geven: Daad en Otto. De zes kin
deren die het grootst aantal woorden
opgeven, zullen de prijswinaars zgn.
Doet dus allen goed je best, want de
ze prijzen moeten eerlgk verdiend wor
den. En zend vooral tijdig je briefjes
in, anders heb ik geen tijd om alles goed'
na te zien en zouden julie een weeklan-
£§F op jjgn uitslag moeten wachten.
Nu jongelui, vele groeten van je
TANTE FR ANCIEN.
Scheepstij dingen.
HOLLAND—AMERIKA-LIJN.
ROTTERDAM, 25 v. Naoels.
EEMDIJK, .Vancr. n. Rott', 24 te
Cristobal.
GROOTENDIJK, Vancr. 11. Rou
p. 2ö Lizard.
KINDERDIJK, Antw. n. Vancr., 23
te Cristobal.
BLOMMERSDIJK, New York n.
xlamb., pass. 25 Lizard.
BREEDIJK, 24 v. Rott. te Tam*
pico.
WESTERDIJK, 25 v. New York te
Rotterdam.
NARENTA, Vancouver n. Rott.-
26 te Glasgow verwacht.
BLIJDENDIJK, 25 van Baltimore
te Rotterdam.
STADSDIJK, Rott. n. New York,
pas. 24 Dungeness.
VOLENDXM, New York n. Rott,
-o te 12 uur n.m. te Plymouth verw.
MOERDIJK, Rott. n. Vancr., 25
te 6 uur nam. v. Antwerpen.
HOLLAND—AFRIKA-LIJN.
^J^BITON. thuisr., p. 24 Finistcrrd
RIETFONTEIN, thuisr.. 24 te
Duinkerken.
BILDERDIJK, uitr., 23 te Dela-
goabaai.
MELISKERK, uitr., p. 24 Dun ge
ness.
NIJKERK, thuisr., 24 te Delagoa
baai.
GIRKERK, uitr., 24 v. Das es Sa*
Jlaam.
JAGERSFONTEIN, uitr.,. 25 te
Pt. Sudan.
KON. HOLLANDSCHE LLOYD.
DRECHTERLAND, uitr., 22 van
R10 Grande.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
KERTOSONO, thuisr., p. 25 Pt.
de Galle.
HELI, uitr., p. 24 Gibraltar.
BLITAR, uitr., 25 v. Sabang.
thuisr., 25 v. Marseille.
TJERIMAI, uitr., 25 v. South
ampton.
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND.
JOH. DE ,WITT, thuisr., 25 van
Southampton.
ROTTI, thuisr., 25 v. Marseille via
Londen.
RADJA, uitr., p. 25 Gibraltar.
P. C. HOOFT, uitr., 25 v. Genua.
MOENA' thuisr., v. Sa bang.
EON. PAKETVAART MIJ.
ROGGEVEEN, 24 v. Sydney naaQ
Singapore.
CkÉMER,. 25 v. Medan n. Penang..