DEN WELFSCHOEN dragen, De Welf schoen Ned. Octrooi 4466 H. SIMONIS, NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 15 MAART 1927 Gemeenteraad Leiden. (Vervolg van gisteren.) Na de opmerkingen van den Heer Kooistra bij punt 15 over de loopende leeningen en de wenschelijkheid om de leeningeni met een hoog rantetype om te zetten in leeningen niet lagere lente, waartoe naar zijn meening nu de tijd gunstig is, komt wethouder Sanders nogmaals aan het woord. Spr. herhaalt hetgeen hij reeds hij de behandeling der begrooting heeft gezegd. De leeningen die nu loopen zijn of niet converteerbaar of de om zetting zal weinig effect sorteeren. Daarna wordt het voorstel van B. en W. z. h. st. goedgekeurd. 16. Voorstel tot onderhandsche op dracht van de uitvoering van de be ton- en gewapend betonwerken ten be hoeve van de nieuwe openbare lagere school aan de Driftstraat, aan de N.V. Rijnlandsche Betonmaatschappij te Leiden. De heer v. Stralen (S.D.) vraagt om alle firma's die daartoe in staat zijn uit te noodigen tot inschrijving. Spr. noemt een geval waarin een Voorscho- tensche firma niet is gevraagd gewor den. Deze deelde later mede, lager te hebben kunnen inschrijven. Wethouder Sanders merkt op, dat er voldoende voor concurrentie is gezorgd. In het algemeen moet wor den gezorgd dat men alleen die firma's uitnoodigt, die bekwaam zijn. De heer v. Stralen deelt nog me de, dat de door hem genoemde firma ïals gevolg van het niet mededingen de Leidsche arbeiders ontsloeg. Ook de heer Sytsma (V.D.) meent dat openbare inschrijving alle deze moeilijkheden voorkomt. Goedgekeurd. 17. Praeadvies op het verzoek van J. Rijnbende e.a., allen bewoners van de Doezastraat, om de klinkertrottoirs in die straat te vervangen door basaltine- tegeltrottoirs. Mevr. v. 11 a 11 i e (V.D.) steunt het verzoek en bestrijdt het prae-advies. .Het advies is halfslachtig. Zuinigheid is goed, maar hier is. het 'een zuinig heid, die de wijsheid bedriegt. De heer S c h u 11 e r (S.D.) merkt op, dat spoedig een voorstel te ver wachten is om een gedeelte (voor het •Hofje) te vernieuwen. Daarom is beter tegels te leggen voor de winkels. De heer Splinter (C.H.) deelt me de, dat het aanbrengen niet urgent is. Een voorstel om een ander deel te ver nieuwen is niet spoedig te verwachten. Aangenomen. 18. Voorstel tot onderhandsche ver pachting van het recht van tolheffing aan de Leiderdorpsche brug, alsmede het koffiehuis met woning, stalling, wagenschuur en verder getimmerte bij die brug gelegen, aan P. J. Rama ker. De heer Coster (R.K.) merkt op, dat de heer Harteveld is afgegaan op 'n mededeeling van den wethouder be gin Januari, dat deze er voor zou zor gen. Daarna 28 Januari heeft hij ge vraagd om inlichtingen, maar ontving toen een afwijzende mededeeling. Hij heeft toén 29 Jan. zijn bod ingediend. De heer S c h u 1 le r (S.D.) meent, dat B. en W. gebonden waren aan de mededeeling van 13 Dec., waarin zij openbare verpachting in uitzicht stel den. De bieding van Harteveld was voldoende tijdig ingediend. Spr. vraagt nadere inlichtingen. De heer Deumer (C.H.) verwijst naar de mededeelingen in Dec. waarin openbare verpachting werd aangekon digd. Eind Dec. is medegedeeld, dat inmiddels een hooger bod was ingeko men en dat daarom van openbare ver pachting was afgezien. Verpachting in perceelen acht spr. meer in overeenstemming met de his torie. De exploitatie van het koffiehuis is slecht en pleit niet voor overheids- exploitatie. Spr. meent, dat de tol meer kan opbrengen. De lieer Bergers (R.K.) pleit voor het voorstel van B. en W. Deze pach ter heeft altijd goed voldaan al waren er misschien ook wel eens klachten. De heer Schuller (S.D.) doet schriftelijk het voorstel om dit punt af te voeren en tot openbare verpachting over te doen gaan. De heer Heemskerk (R.K.) zou nu niet meer tot openbare verpachting- willen ovefgaan Dat zegt niet dat spr. in het algemeen niet voor openbare verpachting is. Spr. vraagt nadere in lichtingen waarom men den lieer Har teveld niet heeft geantwoord. De heer Wilbrink (C.H.) meent, ook dat er veel is, dat opheldering be hoeft. Zes weken voor het einde van den termijni kan men niet meer pu bliek verpachten. Daarom stelt spr. voor slechts voor één jaar de pacht- termijn te verlengen. De heer Schoneveld (A.R.) on dersteunt de gedachte van den heer Wilbrink, dat geeft bovendien gelegen heid aani anderen om zich voor te be reiden. Wethouder Sanders meent, dat deze zaak volstrekt geen doolhof is. De Raad heeft vroeger het College wel eens gesteund om bij het eindigen van de huur of pacht niet anders dan in bijzondere gevallen tot verandering over te gaan. Spr. reconstrueert uit de cijfers dat de nadere bieding van Ramakers niet laag is te noemen. Het geheele drama tische verhaal van den heer Harteveld is wel zonderling omdat de Harteveld reeds eind Dec. kon weten dat geen kans meer bestond tot mededinging daarom had zijn bieding van eind Jan. geen zin meer. Ook spr. meent, dat openbare ver pachting nu niet meer gaat. B. en W. zullen zich echter niet verzetten tegen het voorstel van den lieer Wilbrink. De heer Coster merkt, nog op. dat de heer Harteveld op 8 Januari eerst bericht kreeg en er voor dien niets van wist. De heer Schuller (S.D.) keurt af dat B. en W. hier weer den Raad voor een voldongen feit plaatsen. Spr. deelt nog mede, dat de heer Harteveld met geen minder personeel het werk zal doen. De heer Ramakers betaalde vroe ger zelf een deel van het stroomver bruik; nu zal de gemeente dat overne men tegenover de enkele honderden guldens verhooging van de pacht. De heer Knuttel (Com.) protes teert ook tegen het slepende houden Het lijkt wel opzet van B. en W. De heer Wilbrink dient alsnu schriftelijk zijn voorstel in. De heer Deumer (C.H.) handhaaft zijn meening, dat de beide pachtsom men door den heer Ramakers genoemd veel te laag zijn. Spr. zal zich neer leggen bij het voorstel Wilbrink, maar meent, dat „geweldige" inkomsten aan de gemeente worden onthouden. Wethouder Sanders deelt mede, niet te weten waarom de heer Harte veld geen bericht ontving. Voorts wijst hij terug het verwijt als zouden B. en W. opzettelijk deze zaak hebben opgehouden en "herinnert daar toe de mededeeling van Dec. 1926. Het amendement van den heer Wil brink wordt aangenomen met 24 te gen 4 stemmen. De heer Eerdmans (V.B.) meent, dat nog niet vaststaat, of nu volgend jaar openbare verpachting zal plaats hebben. De Raad meent dat dit gehoord de bespreking, vanzelf spreekt. Daarna wordt z. h. st. conform het voorstel heloten. 19. Voorstel om medewerking te ver- leenen aan de Vereeniging tot oprich ting en instandhouding van scholen voor lager- en meer uitgebreid lager onderwijs op Gereformeerden grondsl., voor de uitbreiding van het schoolge bouw aan de Hooglandsche Kerkgr. No. 20a, door den bouw en de inrich ting van een gymnastieklokaal. Aangenomen. 20. Interpellatie van Mevr. Dietrich de Rooy, in zake de benoeming van een klerk bij den Gemeentelijken Ge neeskundigen Dienst. Aangezien Mevr. D. niet aanwezig is, worclt dit punt afgevoerd. 21. Interpellatie van den heer Van Stralen, inzake de intrekking van de Huurwetten. De heer v. St r a 1 e n wenscht in de eerste plaats te weten of de Minister officieel het advies van B. en W. heeft gevraagd. In de tweede plaats of ook een amb tenaar zoo ja, wie nader heeft geadviseerd. Spr. meent, en de S.D.-fractie met liem, dat de huren zullen verhoogd worden, maar wil met het betoog daar van wachten tot na het antwoord van B. en W. Spr. meent, dat de indiening der motie-Sytsma voortijdig is ge weest; dit had spr. willen doen na het antwoord van B. en W. In verband met spr.'s 4de vraag om een gemeentelijke verordening in te voeren, doet zich de vraag voor, of een dergelijke verordening juridisch be staanbaar is. De heer Sytsma licht zijn motie toe, en deelt mede, dat de motie geen concurrentie bedoelt. Spr. heeft niet zoo snel kunnen informeeren als de heer van Stralen, die lid van de Huur- commissie is. In Utrecht heeft spr. In lichtingen ingewonnen, die volkomen de motie dekten. De voorzitter deelt mede, dat B. en W. er prijs op stellen een grondige studie daaraan ten grondslag te leg gen en vragen daarom intrekking vam de motie en zullen z.m. in de volgen de vergadering in elk geval spoedig prae advies uitbrengen, ook omtrent de vraag of het juridisch mogelijk is een gemeentelijke verordening in te voeren. De heer Sytsma trekt de motie in; De heer Heemskerk (R.K.) vraagt aan B. en W. dan ook antwoord op de vragen van spr. en den heer Wilmer. Die vragen loopen niet parallel met de interpellatie-vragen en de motie', om dat zij onderstellen de mogelijkheid dat er geen onredelijke opdrijving zal plaats hebben. De heer v. Stralen zegt dat de vragen van de heeren Heemskerk en Wilmer ook spr.'s voorstel benadeelen door hetzelfde terrein te betreden. Spr. vaagt tenslotte ook Overweging van de mogelijkheid om de raadsleden in de gelegenheid te stellen zelf met een voorstel te komen. Daarna wordt het voorstel van B. en W. om door het College prae-advies te doen uitbren gen, z. h. st. aangenomen. Na afhandeling van de agenda, is daarna aan de orde de interpellatie van den heer Schoneveld. De heer Schoneveld (A.R.) licht •'ijn vraag toe. Op 17 Mei 1926 adviseerden! B. en W. op het desbetreffend verzoek van de Geref. Schoolvereen., om in het Kooi- kwartier een nieuwe, school te mogen bouwen, die daartoe de medewerking van den Raad vroeg, om dit verzoek niet tegen te houden, maar dat zij inge volge artikel 77 critisch zouden staan tegenover de plannen voor den bouw, zoodra deze bij bun College zoudeni inkomen en dat zij deze plan nen zooveel mogelijk zouden tegen gaan. Daarop heeft de Raad zijn medewer king verleend. Spr. vraagt, hoe is het mogelijk', dat tegen dit besluit van den Raad door de gemeente wordt opgetreden door den Gemeenteambtenaar, den h;er RECLAME Een waarheid is het en blijft het dat de beste raadgeefster is de ondervinding. Vraagt daarom hen, die reeds ter voorkoming en genezing voor platvoeten en het antwoord zal zijn het loopen is in plaats van een strai, een genot. Voor zwakke voeten niets beter dan ALLEEN VERKRIJGBAAR: in het grootst en goekdoopst Schoenmagazijn Haarlemmerstraat 138 - Telef. 699 Vriend, die in een vergadering van den Raad van State volgens een cou rantenverslag zou hebben geadviseerd om dat Raadsbesluit te vernietigen. Wethouder Me ijn en deelt mede, dat wanneer men zich beperkt tot de kring die het raadsbesluit bestrijkt, dit inderdaad zonderling is. Maar wan neer men de zaak uit het licht van de bij-omstandigheden beziet, ook vooral met het oog op een tweetal latere fei ten, het wel een weinig anders wordt. Wanneer de Raad op 17 Mei geweten had, dat er nog een ander© weg was dan ware de stemverhouding 1514 misschien anders geweest. Men meen de toen het kon niet anders. Qp 10 Febr. van dit jaar is op drin gend verzoek van het schoolbestuur door B. en W. medegedeeld, dat het College na uitvoerige beschouwing, ook o.a. na advies van de Comm. van Fabricage, die had uitgemaakt, dat het plan te luxieus was, ook omdat de school aan de Lusthoflaan ver bouwd kon worden, niet wenschte me de te werken aan de bouwplannen der vereeniging. Op 26 Jan. 1927 is door de Kroon een besluit genomen, ingevolge art. 72, waarbij het mogelijk werd reeds in den Raad af te wijzen op grond van overschrijding der normale eischen. Had de Raad dit verleden, jaar gewe ten,dan zou liet oordeel anders zijn geweest. Dit wetende heeft de hetrok- ken gemeente-ambtenaar, de beer Vriend, een rede gehouden die ging in de richting (dus geen voorstel gedaan, zooalg de kranten vermeldden) van- vernietiging van -het raadsbesluit. Men zei dat de ambtenaar namens het Gemeentebestuur het woord voer de. Spr. deelt mede, dat de ambtenaar geen opdracht bad maar wel sprak in den geest van B. en W. De heer Schoneveld komt er te gen op, dat een ambtenaar tegen een raadsbesluit opkomt. Spr. wil uitdruk kelijk vastleggen, dat de Raad een be slissing nam. die hgt College van B. en W. hebben uit te voeren. Het blijkt nu, dat niet B. en W. de schuld treft, in eerste instantie. Zij toch lieten.de geheele zaak aan een ambtenaar over. Spr. noemt dat geheel onjuist. Spr. zegt, laat ons aannemen, dat het besluit in het Rotterdamsche geval inderdaad een nieuw licht werpt dan hadden R. en W. met een nieuw voorstel bij den Raad moeten komen. Na een eventueel besluit in die rich ting hadden B. en W. pas vrijheid om tegen het eerste besluit .in te gaan. Op een desbetreffende interruptie van een de socialistscbe leden merkt spr. op, dat dit optreden in strijd is met elke goede opvatting van de taak der uitvoering en dat de daad van een ambtenaar een ernstige afkeuring ver dient. Om dit te bewijzen zegt spr., wil ik veronderstellen, dat een raadsbe sluit omtrent een of ander arbeiders belang een'dergelijke behandeling te beurt zou vallen. Spr. weet vast, dat ook van de overzijde van den Raad dan een storm van verontwaardiging zou opgaan. Spr. zegt, dat de Raad nog mans genoeg is om zelf een besluit te nemen tegen een eenmaal genomen beslissing dat mag niet het College doen en nog veel minder een ambtenaar. De beer Wilbrimk (CJED.) beeft behoefte om toch enkele dingen recht te zetten. Spr. heeft op 17 Mei 1926 uit drukkelijk gevraagd of de medewer king alleen inhield dat vergrooting van schoolruimte verkregen werd, waarop B. en W. hebben toegezegd, geen medewerking te zullen verleenen aan den houw eener nieuwe school in het Iiooikwartier. Daarop heeft toen spr. en ook zijn fractiegenooten voor de medewerking gestemd. Spr. geeft toe, dat het gevaarlijk is dat eon ambtenaar gaat ageeren tegen een raadsbesluit, maar men moet niet beweren dat dit zou gaan tegen den geest van het raadsbesluit. De heèr Knuttel (Com.) zegt, dat naar zijn meening geen enkele over treding is begaan. De Raad wilde de school niet, maar kon zich niet ver zetten. Toen dit wel mogelijk bleek, was er geen reden om het niet te doen. De heer Verwey (S.D.) is ver heugd dat er nu een geval is dat de Raad zich wel verzetten kan tegen een onzinnige aanvraag als in Mei '26 in behandeling was. Spr. heeft toen nog opgemerkt, dat of de wet een pas kwil moest zijn of die aanvraag. De heer Knuttel interrumpeert: „Of heide". De heer Eikerbout (A.R.) is niet bevredigd door het antwoord van den wethouder. Het gaat hier niet om welke hijzaak, maar om de hoofdzaak, dat een raadsbesluit wordt tegenge werkt door een ambtenaar met goed keuring van B. en W. Dat het heele verzoek onsympathiek was, was be kend. Spr. weet, dat wanneer een zelf de verzoek door een andere vereeni ging gedaan zou zijn, de wethouder dan niet zou spreken van hij-omstan digheden, maar eenvoudig zich zou beroepen op de meerderheid van den Raad. Spr. meent, dat de ambtenaar op z'n minst een ernstige schrobbee- ring moest hebben. Voorts wil spr. op merken, dat het naar zijn meening niet aangaat, dat de weth. in zoo'n ge wichtige zaak een ambtenaar stuurt en niet eens van een instructie voor ziet. Spr.. vindt liet een treurige behan deling waarover hij zijn ernstige afkeu ring uitspreekt. Daarna beantwoordt de voorzitter nog de vragen door den lieer van Eek in een vorig© vergadering gesteld met betrekking tot het noodlottig om het leven komen van den rechercheur van politie, den heer Kók. Spr. deelt me de, dat de ambtsinstructie van de stadspolitie de bepaling kent, dat de politie slechts in uiterste noodzaak en dan nog na zoo mogelijk voorafgege- ven waarschuwing van de wapens ge bruik mag maken. Maar de politie heeft hier gehandeld als onbezoldig de rijksveldwacht, wier instructie an ders luidt en door den minister van Justitie wordt vastgesteld. De heer van Eek merkt op. dat hem deze mededeelingen in hoofdzaak bekend waren. Spr. wil er nog op wij- zeh, dat het gewenscht is, om de po litie nog eens weer op de bepaling om alleen uit noodzaak van de wapens gebruik te maken, te wijzen. Spr. dringt daarop aan. De voorzitter antwoordt dat er voor hem geen noodzaak was om dat te doen, omdat de handeling geheel bui ten het stedelijk corps omging. De heer Coster merrkt op, dat straten, die pas hersteld zijn, weer wor den opgebroken dm een riool schoon te maken. Hij verzoekt in dezen meer samenwerking tusschen de verschil lende gemeentediensten. De voorzitter zegt, dat daarop ge let zal worden. De heer Baart vraagt waarom de losse werklieden nog steeds geen 4/5 loon van de vaste werklieden ontvan gen, zooals is toegezegd. De voorzitter deelt mede, dat ver schillende opmerkingen bij de begroo ting gemaakt, nog geen- aandacht ont vingen, omdat het stenografisch ver slag niet gereed was. De heer G r o e n e v e 1 d. dringt er op aan, om de toegezegde keerplaats aan de Rijn- en Schiekade spoedig te maken. De voorzitter zegt, dat dit nog in onderzoek is. Daarna wordt te vijf uur de vergade ring gesloten. GEMENGD NIEUWS. De ontrouwe. Naar wij ver nemen, is 'de Zaterdag gearresteerde gemeentesecretaris van Hummelo eni Iveppel na een langdurig vérhoor,t door den rechter-commissaris uit dej voorloopige hechtenis ontslagen. In den loop van den dag van gister zijn alle ontbrekende gelden in de ge meentekas terug gestort. De gemeentel lijdt dus geen schade. Mishandeling. De 27-}arige klerk H. P. te 's Hertogenbosch is we gens mishandeling van zijn stiefkind dat zijn vrouw voortdurend aan haar eersten man herinnerde overeen, komstig den eisch, door het gerechts hof aldaar veroordeeld tot 1V2 jaar ge vangenisstraf, terwijl' de straf Van do' rechtbank 8 maanden had geluid. iWi a a r s c h u w i n g. Gebleken is dat ook te 's Gravenhage bijdragen gevraagd en ontvangen worden voor een werkverschaffing en ondersteuning! aan blinden en andere hulpbehoeven den", Celebesstraat 2 te Amsterdam. Omtrent die werkverschaffing deelt de secretaris van den Armenraad te/ Amsterdam mede, dat zij niet is eeni instelling van maatschappelijk hulp betoon en dat zij! uit het oogpunt van algemeen belang, niet den minsten, steun verdient. Een incide nt. In een gemeen 'teraadszitting te Cheribon heeft eeiu incident plaats gehaJd. De gemeentesecretaris, 'de heer van Kesteren, die in openbare vergaderingl op verzoek van den burgemeester en kele mededeelingen had gedaan, be treffende Semarangsche begrootinga usance, zoo meldt de L'o., verweet -ani het slot der openbare yergaderiiv het raadslid, den heer Scipio, dat deze mis bruik zou maken van zijn onschend' baarheid als raadslid. Dit verwijt hield verband met kant- teekeningen, door den heer Scipio op de notulen gemaakt. De heer Scipio: Als die inan zijn mond niet houdt, dan De heer van Kesteren: Kom maan op. De heer Scipio neemt een halfvoi li monadeglas en werpt dat in de rich ting van den he^r van Kesteren. Deze bukt. Het glas vliegt over hem heem en valt aan stukken. De heer van Kesteren: Ploert. De heer Scipio pakt een stoel. Eenige raadsleden grijpen in en hou! den den heef Scipio tegen. De heer van Kesteren verwijdert zich en gaat naar huis. De raad gaat in geheime vergade ring, waarin een voorstel wordt ge daan om den gemeentesecretaris, den1 heer, van Kesteren, wegens ongeschikt! heid te ontslaan. Daartoe wordt met algemeene stenv men besloten. Opsporing verzocht. Door de familie J. Ermans te Susleren wordü de opsporing verzocht van de 29-jarigg Annie Ermans, welke Donderdag j.r. hare woning verlaten heeft in de rich ting Sittard. nene, welke in abnormale geestestoe- Sindsdien heeft men van de verdwe- stand verkeert, niets meer vernomen. Men vreest, dat haar een ongeluk is overkomen. Laad- en Tuinbouw» DE HOLLANDSCHE BLOEMBOLLEN TE LONDEN. De Star schrijft: „Men heeft wel gezegd, dat de fout van de Hollanders is, „dat zij te wei nig geven en te veel vragen". Maar de jongste grief tegen deze zuinige natie is, dat de hollenkw-eekers, om reclame voor hun bedrijf te maken, een ont zaglijk. aantal bloembollen aan het Britsche departement van openbare •werken ten geschenke hebben gegevèn. en dat dit onvaderlandlievende depar tement ze in het Park heeft geplant zonder zich om het feit te bekomme ren, dat bloembollen ook in Lincolns- shire gekweekt worden. Dit is inder daad een probleem voor de organiseer- ders van de tentoonstelling van Brit sche industrieën, die in de laatste ja ren zulk een opmerkelijk begrip heeft getoond voor de waarde van het re clame-maken voor Britsche goederen, welke daarbij gebaat zijn geworden. De Hollandsche bloembollenkweekerij is uitstekend georganiseerd en weet, lioe zij hare Voortbrengselen aan den man moet brengen, Ontvangen wij niet allemaal die onschatbare catalogi, wel ke vermakelijker zijn dan Punch? (De Star bedoelt: vermakelijker vanwege het potsierlijk Engelsch.) Lincolnshire moge even goede bollen kweeken. maar het houdt het stil. Indien de Brit sche kweekers aangeboden hadden de koninklijke parken gratis te tooien, kunnen wij niet veronderstellen dat 't ministerie van openbare werken het aanbod afgeslagen of het ten gunste van de Hollandsche bollen afgepoe- derd zou hebben." Er zit leering in. RUSSISCHE V/ONDEREN. Een der officieele organen van de Soyjet-regeering de „Torgowo Promy- sjljenmaja Gazeta" (Dagblad voor den- Handel en de Industrie) deelt mede,, dat te Moskou acht groote industrieele ondernemingen zijn ontdekt, die tot nu toe niet genationaliseerd zijn en die irï geen enkel register ingeschreven zijn. En dat bijna 10 jaar na de afkondi ging van de wet op 'de nationalisatie' van alle bedrijven. De mededeeling van het officieele blad heeft overal in het land verba zing gewekt. De „ontdekte" fabrieken zrjn: 1. De metallurgische fabriek „Utï- lisator", de fabriek behoort aan een Amerikaan, die in Amerika woont: de winst wordt hem jaarlijks door deni directeur der fabriek overgemaakt. 2. De metallurgische fabriek van eenj zekeren Serpinsky; het is een bedrijf, waar 50 arbeiders werkzaam zijn- de winst kómt ook hier aan Iden eigenaar. 3. Een fabriek voor het gieten van' ijzer, staal, zink en andere producten; de onderneming is het eigendom van een zekeren Wilier. 4. Een in twee groote gebouwen orb dergebrachte fabriek van zuren, wel» ke het eigendom is van den Pool Bier stein, die te Warschau woont; de winst werd geregeld aan den eigenaar naar Polen overgemaakt, enz. enz. Een fabriek had 160 arbeiders ïn dienst, een andere 90, enz. Totlde „ontdekte" fabrieken, die tot nu toe nog niet genationaliseerd zijnt en van welker bestaan de Sovjet-auto riteiten niets hebben geweten wel licht deden zij alleen maar, of zij hen niet wisten behoorde o.a. de grooti ste Russische fabriek van lakvervea van Friedlander. Ofschoon de verven van deze faj briek in geheel Rusland werden ver kocht, wist de Sovjet-regeering niet, dat de fabriek bestond. De fabriek bevindt zich nota beng in een geweldig gebouw van vier ver diepingen en heeft verschillende huipi gebouwen, magazijnen, enz. Ten slotte was er een fabriek, did het monopolie had voor de vervaardi ging van een onderdeel voor de textiel! industrie. Alle genationaliseerde tex- tiel-fabrieken betrokken hun waren v. deze niet-genationaliseerde fabriek en de Sovjet-regeering wist tot nu toe niet dat de fabnek bestond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 6