DEN WELFSCHOEN dragen,
De Welf schoen Ned. Octrooi 4466
H. SIMONIS,
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 15 MAART 1927
Gemeenteraad Leiden.
(Vervolg van gisteren.)
Na de opmerkingen van den Heer
Kooistra bij punt 15 over de loopende
leeningen en de wenschelijkheid om
de leeningeni met een hoog rantetype
om te zetten in leeningen niet lagere
lente, waartoe naar zijn meening nu
de tijd gunstig is, komt wethouder
Sanders nogmaals aan het woord.
Spr. herhaalt hetgeen hij reeds hij
de behandeling der begrooting heeft
gezegd. De leeningen die nu loopen
zijn of niet converteerbaar of de om
zetting zal weinig effect sorteeren.
Daarna wordt het voorstel van B. en
W. z. h. st. goedgekeurd.
16. Voorstel tot onderhandsche op
dracht van de uitvoering van de be
ton- en gewapend betonwerken ten be
hoeve van de nieuwe openbare lagere
school aan de Driftstraat, aan de N.V.
Rijnlandsche Betonmaatschappij te
Leiden.
De heer v. Stralen (S.D.) vraagt om
alle firma's die daartoe in staat zijn
uit te noodigen tot inschrijving. Spr.
noemt een geval waarin een Voorscho-
tensche firma niet is gevraagd gewor
den. Deze deelde later mede, lager te
hebben kunnen inschrijven.
Wethouder Sanders merkt op,
dat er voldoende voor concurrentie
is gezorgd. In het algemeen moet wor
den gezorgd dat men alleen die firma's
uitnoodigt, die bekwaam zijn.
De heer v. Stralen deelt nog me
de, dat de door hem genoemde firma
ïals gevolg van het niet mededingen
de Leidsche arbeiders ontsloeg.
Ook de heer Sytsma (V.D.) meent
dat openbare inschrijving alle deze
moeilijkheden voorkomt.
Goedgekeurd.
17. Praeadvies op het verzoek van J.
Rijnbende e.a., allen bewoners van de
Doezastraat, om de klinkertrottoirs in
die straat te vervangen door basaltine-
tegeltrottoirs.
Mevr. v. 11 a 11 i e (V.D.) steunt het
verzoek en bestrijdt het prae-advies.
.Het advies is halfslachtig. Zuinigheid
is goed, maar hier is. het 'een zuinig
heid, die de wijsheid bedriegt.
De heer S c h u 11 e r (S.D.) merkt
op, dat spoedig een voorstel te ver
wachten is om een gedeelte (voor het
•Hofje) te vernieuwen. Daarom is beter
tegels te leggen voor de winkels.
De heer Splinter (C.H.) deelt me
de, dat het aanbrengen niet urgent is.
Een voorstel om een ander deel te ver
nieuwen is niet spoedig te verwachten.
Aangenomen.
18. Voorstel tot onderhandsche ver
pachting van het recht van tolheffing
aan de Leiderdorpsche brug, alsmede
het koffiehuis met woning, stalling,
wagenschuur en verder getimmerte
bij die brug gelegen, aan P. J. Rama
ker.
De heer Coster (R.K.) merkt op,
dat de heer Harteveld is afgegaan op
'n mededeeling van den wethouder be
gin Januari, dat deze er voor zou zor
gen. Daarna 28 Januari heeft hij ge
vraagd om inlichtingen, maar ontving
toen een afwijzende mededeeling. Hij
heeft toén 29 Jan. zijn bod ingediend.
De heer S c h u 1 le r (S.D.) meent,
dat B. en W. gebonden waren aan de
mededeeling van 13 Dec., waarin zij
openbare verpachting in uitzicht stel
den. De bieding van Harteveld was
voldoende tijdig ingediend. Spr. vraagt
nadere inlichtingen.
De heer Deumer (C.H.) verwijst
naar de mededeelingen in Dec. waarin
openbare verpachting werd aangekon
digd. Eind Dec. is medegedeeld, dat
inmiddels een hooger bod was ingeko
men en dat daarom van openbare ver
pachting was afgezien.
Verpachting in perceelen acht spr.
meer in overeenstemming met de his
torie. De exploitatie van het koffiehuis
is slecht en pleit niet voor overheids-
exploitatie. Spr. meent, dat de tol meer
kan opbrengen.
De lieer Bergers (R.K.) pleit voor
het voorstel van B. en W. Deze pach
ter heeft altijd goed voldaan al waren
er misschien ook wel eens klachten.
De heer Schuller (S.D.) doet
schriftelijk het voorstel om dit punt af
te voeren en tot openbare verpachting
over te doen gaan.
De heer Heemskerk (R.K.) zou
nu niet meer tot openbare verpachting-
willen ovefgaan Dat zegt niet dat spr.
in het algemeen niet voor openbare
verpachting is. Spr. vraagt nadere in
lichtingen waarom men den lieer Har
teveld niet heeft geantwoord.
De heer Wilbrink (C.H.) meent,
ook dat er veel is, dat opheldering be
hoeft. Zes weken voor het einde van
den termijni kan men niet meer pu
bliek verpachten. Daarom stelt spr.
voor slechts voor één jaar de pacht-
termijn te verlengen.
De heer Schoneveld (A.R.) on
dersteunt de gedachte van den heer
Wilbrink, dat geeft bovendien gelegen
heid aani anderen om zich voor te be
reiden.
Wethouder Sanders meent, dat
deze zaak volstrekt geen doolhof is. De
Raad heeft vroeger het College wel
eens gesteund om bij het eindigen van
de huur of pacht niet anders dan in
bijzondere gevallen tot verandering
over te gaan.
Spr. reconstrueert uit de cijfers dat
de nadere bieding van Ramakers niet
laag is te noemen. Het geheele drama
tische verhaal van den heer Harteveld
is wel zonderling omdat de Harteveld
reeds eind Dec. kon weten dat geen
kans meer bestond tot mededinging
daarom had zijn bieding van eind Jan.
geen zin meer.
Ook spr. meent, dat openbare ver
pachting nu niet meer gaat. B. en W.
zullen zich echter niet verzetten tegen
het voorstel van den lieer Wilbrink.
De heer Coster merkt, nog op. dat
de heer Harteveld op 8 Januari eerst
bericht kreeg en er voor dien niets
van wist.
De heer Schuller (S.D.) keurt af
dat B. en W. hier weer den Raad voor
een voldongen feit plaatsen. Spr. deelt
nog mede, dat de heer Harteveld met
geen minder personeel het werk zal
doen. De heer Ramakers betaalde vroe
ger zelf een deel van het stroomver
bruik; nu zal de gemeente dat overne
men tegenover de enkele honderden
guldens verhooging van de pacht.
De heer Knuttel (Com.) protes
teert ook tegen het slepende houden
Het lijkt wel opzet van B. en W.
De heer Wilbrink dient alsnu
schriftelijk zijn voorstel in.
De heer Deumer (C.H.) handhaaft
zijn meening, dat de beide pachtsom
men door den heer Ramakers genoemd
veel te laag zijn. Spr. zal zich neer
leggen bij het voorstel Wilbrink, maar
meent, dat „geweldige" inkomsten aan
de gemeente worden onthouden.
Wethouder Sanders deelt mede,
niet te weten waarom de heer Harte
veld geen bericht ontving.
Voorts wijst hij terug het verwijt als
zouden B. en W. opzettelijk deze zaak
hebben opgehouden en "herinnert daar
toe de mededeeling van Dec. 1926.
Het amendement van den heer Wil
brink wordt aangenomen met 24 te
gen 4 stemmen.
De heer Eerdmans (V.B.) meent,
dat nog niet vaststaat, of nu volgend
jaar openbare verpachting zal plaats
hebben.
De Raad meent dat dit gehoord de
bespreking, vanzelf spreekt.
Daarna wordt z. h. st. conform het
voorstel heloten.
19. Voorstel om medewerking te ver-
leenen aan de Vereeniging tot oprich
ting en instandhouding van scholen
voor lager- en meer uitgebreid lager
onderwijs op Gereformeerden grondsl.,
voor de uitbreiding van het schoolge
bouw aan de Hooglandsche Kerkgr.
No. 20a, door den bouw en de inrich
ting van een gymnastieklokaal.
Aangenomen.
20. Interpellatie van Mevr. Dietrich
de Rooy, in zake de benoeming van
een klerk bij den Gemeentelijken Ge
neeskundigen Dienst.
Aangezien Mevr. D. niet aanwezig
is, worclt dit punt afgevoerd.
21. Interpellatie van den heer Van
Stralen, inzake de intrekking van de
Huurwetten.
De heer v. St r a 1 e n wenscht in de
eerste plaats te weten of de Minister
officieel het advies van B. en W. heeft
gevraagd.
In de tweede plaats of ook een amb
tenaar zoo ja, wie nader heeft
geadviseerd.
Spr. meent, en de S.D.-fractie met
liem, dat de huren zullen verhoogd
worden, maar wil met het betoog daar
van wachten tot na het antwoord van
B. en W. Spr. meent, dat de indiening
der motie-Sytsma voortijdig is ge
weest; dit had spr. willen doen na het
antwoord van B. en W.
In verband met spr.'s 4de vraag om
een gemeentelijke verordening in te
voeren, doet zich de vraag voor, of een
dergelijke verordening juridisch be
staanbaar is.
De heer Sytsma licht zijn motie
toe, en deelt mede, dat de motie geen
concurrentie bedoelt. Spr. heeft niet
zoo snel kunnen informeeren als de
heer van Stralen, die lid van de Huur-
commissie is. In Utrecht heeft spr. In
lichtingen ingewonnen, die volkomen
de motie dekten.
De voorzitter deelt mede, dat B.
en W. er prijs op stellen een grondige
studie daaraan ten grondslag te leg
gen en vragen daarom intrekking vam
de motie en zullen z.m. in de volgen
de vergadering in elk geval spoedig
prae advies uitbrengen, ook omtrent
de vraag of het juridisch mogelijk is
een gemeentelijke verordening in te
voeren.
De heer Sytsma trekt de motie in;
De heer Heemskerk (R.K.) vraagt
aan B. en W. dan ook antwoord op de
vragen van spr. en den heer Wilmer.
Die vragen loopen niet parallel met de
interpellatie-vragen en de motie', om
dat zij onderstellen de mogelijkheid
dat er geen onredelijke opdrijving zal
plaats hebben.
De heer v. Stralen zegt dat de
vragen van de heeren Heemskerk en
Wilmer ook spr.'s voorstel benadeelen
door hetzelfde terrein te betreden. Spr.
vaagt tenslotte ook Overweging van
de mogelijkheid om de raadsleden in
de gelegenheid te stellen zelf met een
voorstel te komen. Daarna wordt het
voorstel van B. en W. om door het
College prae-advies te doen uitbren
gen, z. h. st. aangenomen.
Na afhandeling van de agenda, is
daarna aan de orde de interpellatie
van den heer Schoneveld.
De heer Schoneveld (A.R.) licht
•'ijn vraag toe.
Op 17 Mei 1926 adviseerden! B. en W.
op het desbetreffend verzoek van de
Geref. Schoolvereen., om in het Kooi-
kwartier een nieuwe, school te mogen
bouwen, die daartoe de medewerking
van den Raad vroeg, om dit verzoek
niet tegen te houden, maar dat zij inge
volge artikel 77 critisch zouden
staan tegenover de plannen voor
den bouw, zoodra deze bij bun College
zoudeni inkomen en dat zij deze plan
nen zooveel mogelijk zouden tegen
gaan.
Daarop heeft de Raad zijn medewer
king verleend.
Spr. vraagt, hoe is het mogelijk', dat
tegen dit besluit van den Raad door
de gemeente wordt opgetreden door
den Gemeenteambtenaar, den h;er
RECLAME
Een waarheid is het en blijft het dat de beste raadgeefster
is de ondervinding.
Vraagt daarom hen, die reeds ter voorkoming en genezing
voor platvoeten
en het antwoord zal zijn
het loopen is in plaats van een strai, een genot.
Voor zwakke voeten niets beter dan
ALLEEN VERKRIJGBAAR:
in het grootst en goekdoopst Schoenmagazijn
Haarlemmerstraat 138 - Telef. 699
Vriend, die in een vergadering van
den Raad van State volgens een cou
rantenverslag zou hebben geadviseerd
om dat Raadsbesluit te vernietigen.
Wethouder Me ijn en deelt mede,
dat wanneer men zich beperkt tot de
kring die het raadsbesluit bestrijkt,
dit inderdaad zonderling is. Maar wan
neer men de zaak uit het licht van de
bij-omstandigheden beziet, ook vooral
met het oog op een tweetal latere fei
ten, het wel een weinig anders wordt.
Wanneer de Raad op 17 Mei geweten
had, dat er nog een ander© weg was
dan ware de stemverhouding 1514
misschien anders geweest. Men meen
de toen het kon niet anders.
Qp 10 Febr. van dit jaar is op drin
gend verzoek van het schoolbestuur
door B. en W. medegedeeld, dat het
College na uitvoerige beschouwing,
ook o.a. na advies van de Comm. van
Fabricage, die had uitgemaakt, dat
het plan te luxieus was, ook omdat
de school aan de Lusthoflaan ver
bouwd kon worden, niet wenschte me
de te werken aan de bouwplannen der
vereeniging.
Op 26 Jan. 1927 is door de Kroon
een besluit genomen, ingevolge art. 72,
waarbij het mogelijk werd reeds in
den Raad af te wijzen op grond van
overschrijding der normale eischen.
Had de Raad dit verleden, jaar gewe
ten,dan zou liet oordeel anders zijn
geweest. Dit wetende heeft de hetrok-
ken gemeente-ambtenaar, de beer
Vriend, een rede gehouden die ging in
de richting (dus geen voorstel gedaan,
zooalg de kranten vermeldden) van-
vernietiging van -het raadsbesluit.
Men zei dat de ambtenaar namens
het Gemeentebestuur het woord voer
de. Spr. deelt mede, dat de ambtenaar
geen opdracht bad maar wel sprak in
den geest van B. en W.
De heer Schoneveld komt er te
gen op, dat een ambtenaar tegen een
raadsbesluit opkomt. Spr. wil uitdruk
kelijk vastleggen, dat de Raad een be
slissing nam. die hgt College van B. en
W. hebben uit te voeren.
Het blijkt nu, dat niet B. en W. de
schuld treft, in eerste instantie. Zij
toch lieten.de geheele zaak aan een
ambtenaar over. Spr. noemt dat geheel
onjuist. Spr. zegt, laat ons aannemen,
dat het besluit in het Rotterdamsche
geval inderdaad een nieuw licht werpt
dan hadden R. en W. met een nieuw
voorstel bij den Raad moeten komen.
Na een eventueel besluit in die rich
ting hadden B. en W. pas vrijheid om
tegen het eerste besluit .in te gaan.
Op een desbetreffende interruptie
van een de socialistscbe leden merkt
spr. op, dat dit optreden in strijd is met
elke goede opvatting van de taak der
uitvoering en dat de daad van een
ambtenaar een ernstige afkeuring ver
dient. Om dit te bewijzen zegt spr., wil
ik veronderstellen, dat een raadsbe
sluit omtrent een of ander arbeiders
belang een'dergelijke behandeling te
beurt zou vallen. Spr. weet vast, dat
ook van de overzijde van den Raad
dan een storm van verontwaardiging
zou opgaan.
Spr. zegt, dat de Raad nog mans
genoeg is om zelf een besluit te nemen
tegen een eenmaal genomen beslissing
dat mag niet het College doen en nog
veel minder een ambtenaar.
De beer Wilbrimk (CJED.) beeft
behoefte om toch enkele dingen recht
te zetten. Spr. heeft op 17 Mei 1926 uit
drukkelijk gevraagd of de medewer
king alleen inhield dat vergrooting
van schoolruimte verkregen werd,
waarop B. en W. hebben toegezegd,
geen medewerking te zullen verleenen
aan den houw eener nieuwe school in
het Iiooikwartier. Daarop heeft toen
spr. en ook zijn fractiegenooten voor
de medewerking gestemd.
Spr. geeft toe, dat het gevaarlijk is
dat eon ambtenaar gaat ageeren tegen
een raadsbesluit, maar men moet niet
beweren dat dit zou gaan tegen den
geest van het raadsbesluit.
De heèr Knuttel (Com.) zegt, dat
naar zijn meening geen enkele over
treding is begaan. De Raad wilde de
school niet, maar kon zich niet ver
zetten. Toen dit wel mogelijk bleek,
was er geen reden om het niet te doen.
De heer Verwey (S.D.) is ver
heugd dat er nu een geval is dat de
Raad zich wel verzetten kan tegen
een onzinnige aanvraag als in Mei '26
in behandeling was. Spr. heeft toen
nog opgemerkt, dat of de wet een pas
kwil moest zijn of die aanvraag.
De heer Knuttel interrumpeert:
„Of heide".
De heer Eikerbout (A.R.) is niet
bevredigd door het antwoord van den
wethouder. Het gaat hier niet om
welke hijzaak, maar om de hoofdzaak,
dat een raadsbesluit wordt tegenge
werkt door een ambtenaar met goed
keuring van B. en W. Dat het heele
verzoek onsympathiek was, was be
kend. Spr. weet, dat wanneer een zelf
de verzoek door een andere vereeni
ging gedaan zou zijn, de wethouder
dan niet zou spreken van hij-omstan
digheden, maar eenvoudig zich zou
beroepen op de meerderheid van den
Raad. Spr. meent, dat de ambtenaar
op z'n minst een ernstige schrobbee-
ring moest hebben. Voorts wil spr. op
merken, dat het naar zijn meening
niet aangaat, dat de weth. in zoo'n ge
wichtige zaak een ambtenaar stuurt
en niet eens van een instructie voor
ziet.
Spr.. vindt liet een treurige behan
deling waarover hij zijn ernstige afkeu
ring uitspreekt.
Daarna beantwoordt de voorzitter
nog de vragen door den lieer van Eek
in een vorig© vergadering gesteld met
betrekking tot het noodlottig om het
leven komen van den rechercheur van
politie, den heer Kók. Spr. deelt me
de, dat de ambtsinstructie van de
stadspolitie de bepaling kent, dat de
politie slechts in uiterste noodzaak en
dan nog na zoo mogelijk voorafgege-
ven waarschuwing van de wapens ge
bruik mag maken. Maar de politie
heeft hier gehandeld als onbezoldig
de rijksveldwacht, wier instructie an
ders luidt en door den minister van
Justitie wordt vastgesteld.
De heer van Eek merkt op. dat
hem deze mededeelingen in hoofdzaak
bekend waren. Spr. wil er nog op wij-
zeh, dat het gewenscht is, om de po
litie nog eens weer op de bepaling om
alleen uit noodzaak van de wapens
gebruik te maken, te wijzen. Spr.
dringt daarop aan.
De voorzitter antwoordt dat er voor
hem geen noodzaak was om dat te
doen, omdat de handeling geheel bui
ten het stedelijk corps omging.
De heer Coster merrkt op, dat
straten, die pas hersteld zijn, weer wor
den opgebroken dm een riool schoon
te maken. Hij verzoekt in dezen meer
samenwerking tusschen de verschil
lende gemeentediensten.
De voorzitter zegt, dat daarop ge
let zal worden.
De heer Baart vraagt waarom de
losse werklieden nog steeds geen 4/5
loon van de vaste werklieden ontvan
gen, zooals is toegezegd.
De voorzitter deelt mede, dat ver
schillende opmerkingen bij de begroo
ting gemaakt, nog geen- aandacht ont
vingen, omdat het stenografisch ver
slag niet gereed was.
De heer G r o e n e v e 1 d. dringt er
op aan, om de toegezegde keerplaats
aan de Rijn- en Schiekade spoedig
te maken.
De voorzitter zegt, dat dit nog in
onderzoek is.
Daarna wordt te vijf uur de vergade
ring gesloten.
GEMENGD NIEUWS.
De ontrouwe. Naar wij ver
nemen, is 'de Zaterdag gearresteerde
gemeentesecretaris van Hummelo eni
Iveppel na een langdurig vérhoor,t
door den rechter-commissaris uit dej
voorloopige hechtenis ontslagen.
In den loop van den dag van gister
zijn alle ontbrekende gelden in de ge
meentekas terug gestort. De gemeentel
lijdt dus geen schade.
Mishandeling. De 27-}arige
klerk H. P. te 's Hertogenbosch is we
gens mishandeling van zijn stiefkind
dat zijn vrouw voortdurend aan haar
eersten man herinnerde overeen,
komstig den eisch, door het gerechts
hof aldaar veroordeeld tot 1V2 jaar ge
vangenisstraf, terwijl' de straf Van do'
rechtbank 8 maanden had geluid.
iWi a a r s c h u w i n g. Gebleken is
dat ook te 's Gravenhage bijdragen
gevraagd en ontvangen worden voor
een werkverschaffing en ondersteuning!
aan blinden en andere hulpbehoeven
den", Celebesstraat 2 te Amsterdam.
Omtrent die werkverschaffing deelt
de secretaris van den Armenraad te/
Amsterdam mede, dat zij niet is eeni
instelling van maatschappelijk hulp
betoon en dat zij! uit het oogpunt van
algemeen belang, niet den minsten,
steun verdient.
Een incide nt. In een gemeen
'teraadszitting te Cheribon heeft eeiu
incident plaats gehaJd.
De gemeentesecretaris, 'de heer van
Kesteren, die in openbare vergaderingl
op verzoek van den burgemeester en
kele mededeelingen had gedaan, be
treffende Semarangsche begrootinga
usance, zoo meldt de L'o., verweet -ani
het slot der openbare yergaderiiv het
raadslid, den heer Scipio, dat deze mis
bruik zou maken van zijn onschend'
baarheid als raadslid.
Dit verwijt hield verband met kant-
teekeningen, door den heer Scipio op
de notulen gemaakt.
De heer Scipio: Als die inan zijn
mond niet houdt, dan
De heer van Kesteren: Kom maan
op.
De heer Scipio neemt een halfvoi li
monadeglas en werpt dat in de rich
ting van den he^r van Kesteren. Deze
bukt. Het glas vliegt over hem heem
en valt aan stukken.
De heer van Kesteren: Ploert.
De heer Scipio pakt een stoel.
Eenige raadsleden grijpen in en hou!
den den heef Scipio tegen.
De heer van Kesteren verwijdert
zich en gaat naar huis.
De raad gaat in geheime vergade
ring, waarin een voorstel wordt ge
daan om den gemeentesecretaris, den1
heer, van Kesteren, wegens ongeschikt!
heid te ontslaan.
Daartoe wordt met algemeene stenv
men besloten.
Opsporing verzocht. Door
de familie J. Ermans te Susleren wordü
de opsporing verzocht van de 29-jarigg
Annie Ermans, welke Donderdag j.r.
hare woning verlaten heeft in de rich
ting Sittard.
nene, welke in abnormale geestestoe-
Sindsdien heeft men van de verdwe-
stand verkeert, niets meer vernomen.
Men vreest, dat haar een ongeluk is
overkomen.
Laad- en Tuinbouw»
DE HOLLANDSCHE BLOEMBOLLEN
TE LONDEN.
De Star schrijft:
„Men heeft wel gezegd, dat de fout
van de Hollanders is, „dat zij te wei
nig geven en te veel vragen". Maar de
jongste grief tegen deze zuinige natie
is, dat de hollenkw-eekers, om reclame
voor hun bedrijf te maken, een ont
zaglijk. aantal bloembollen aan het
Britsche departement van openbare
•werken ten geschenke hebben gegevèn.
en dat dit onvaderlandlievende depar
tement ze in het Park heeft geplant
zonder zich om het feit te bekomme
ren, dat bloembollen ook in Lincolns-
shire gekweekt worden. Dit is inder
daad een probleem voor de organiseer-
ders van de tentoonstelling van Brit
sche industrieën, die in de laatste ja
ren zulk een opmerkelijk begrip heeft
getoond voor de waarde van het re
clame-maken voor Britsche goederen,
welke daarbij gebaat zijn geworden.
De Hollandsche bloembollenkweekerij
is uitstekend georganiseerd en weet,
lioe zij hare Voortbrengselen aan den
man moet brengen, Ontvangen wij niet
allemaal die onschatbare catalogi, wel
ke vermakelijker zijn dan Punch? (De
Star bedoelt: vermakelijker vanwege
het potsierlijk Engelsch.) Lincolnshire
moge even goede bollen kweeken.
maar het houdt het stil. Indien de Brit
sche kweekers aangeboden hadden de
koninklijke parken gratis te tooien,
kunnen wij niet veronderstellen dat 't
ministerie van openbare werken het
aanbod afgeslagen of het ten gunste
van de Hollandsche bollen afgepoe-
derd zou hebben."
Er zit leering in.
RUSSISCHE V/ONDEREN.
Een der officieele organen van de
Soyjet-regeering de „Torgowo Promy-
sjljenmaja Gazeta" (Dagblad voor den-
Handel en de Industrie) deelt mede,,
dat te Moskou acht groote industrieele
ondernemingen zijn ontdekt, die tot nu
toe niet genationaliseerd zijn en die irï
geen enkel register ingeschreven zijn.
En dat bijna 10 jaar na de afkondi
ging van de wet op 'de nationalisatie'
van alle bedrijven.
De mededeeling van het officieele
blad heeft overal in het land verba
zing gewekt.
De „ontdekte" fabrieken zrjn:
1. De metallurgische fabriek „Utï-
lisator", de fabriek behoort aan een
Amerikaan, die in Amerika woont: de
winst wordt hem jaarlijks door deni
directeur der fabriek overgemaakt.
2. De metallurgische fabriek van eenj
zekeren Serpinsky; het is een bedrijf,
waar 50 arbeiders werkzaam zijn- de
winst kómt ook hier aan Iden eigenaar.
3. Een fabriek voor het gieten van'
ijzer, staal, zink en andere producten;
de onderneming is het eigendom van
een zekeren Wilier.
4. Een in twee groote gebouwen orb
dergebrachte fabriek van zuren, wel»
ke het eigendom is van den Pool Bier
stein, die te Warschau woont; de winst
werd geregeld aan den eigenaar naar
Polen overgemaakt, enz. enz.
Een fabriek had 160 arbeiders ïn
dienst, een andere 90, enz.
Totlde „ontdekte" fabrieken, die tot
nu toe nog niet genationaliseerd zijnt
en van welker bestaan de Sovjet-auto
riteiten niets hebben geweten wel
licht deden zij alleen maar, of zij hen
niet wisten behoorde o.a. de grooti
ste Russische fabriek van lakvervea
van Friedlander.
Ofschoon de verven van deze faj
briek in geheel Rusland werden ver
kocht, wist de Sovjet-regeering niet,
dat de fabriek bestond.
De fabriek bevindt zich nota beng
in een geweldig gebouw van vier ver
diepingen en heeft verschillende huipi
gebouwen, magazijnen, enz.
Ten slotte was er een fabriek, did
het monopolie had voor de vervaardi
ging van een onderdeel voor de textiel!
industrie. Alle genationaliseerde tex-
tiel-fabrieken betrokken hun waren v.
deze niet-genationaliseerde fabriek en
de Sovjet-regeering wist tot nu toe niet
dat de fabnek bestond.