CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
Dit nummer beslaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
7<"> JAARGANG
WOENSDAG 9 MAART 1927
NUMMER 2064
COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Pet kwartaal I 2.50
Per week i 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
BUREAUHooigracht 35
Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20 -
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone adrertentiën per regel 22^/t cent
Ingezonden Mededeelingen, dobbel tariei
Bij contract, belangrijke redactie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling -•
van ten hoogate 30 woorden, worden datfe*
lijk» geplaatst ad 40 cent
7 Zonderlinge politiek.
In de Rijnlandsche Courant hrijft
„X" uit Ter Aar het volgende ingezon
den stuk:
Naar wij vernemen hebben ook de
Staatk. Gereformeerden, partij van Ds
Kersten, het voornemen om bij de a.s.
Raadsverkiezing, in onze gemeente met
een eigen candidatenlijst uit te komen.
0 Nu is dat hun recht, en niemand zal
hun dat recht betwisten.
Naar wij verder vernemen, zou can-
didaat worden gesteld de heer R.
Treur; de heer Treur was tot voor kort
bestuurslid van de C.H. Kiesver. maar
heeft en als bestuurslid en als lid van
deze Kiesvereen. bedankt.
Als deze geruchten juist zijn, en de
Staatk. Ger. werkelijk met een eigen
candidaat uitkomen, dan kan dit voor
de samenstelling van den nieuwen
Raad eigenaardige gevolgen hebben.
Wat toch is het geval! Onze plaats
is in meerderheid R.K. dientengevolge
ook natuurlijk de Gemeenteraad: 6
R.K. en 5 niet R.K. Zonder dat er nu
bepaald anti-papisme bestaat, gevoelt
men toch wel, dat, waar één partij de
meerderheid heeft, er toch nog wel
eens wrijving is tuschen de meerder
heid en de minderheidsgroep, die uit
5 verschillende partijen bestaat.
Nu zeggen de Staatk. Geref., dat zij
het meest en het best het Roomsche
gevaar zien en dat krachtiger bestrij
den dan de ander© protestantsche groe
pen, dus er moet ook in Ter Aar een
eigen candidaat worden gesteld. Wat
zal echter het gevolg zijn? Rat hun
candidaat niet gekozen wordt, zij zul
len niet voldoende stemmen halen;
dan zijn deze stemmen dus weg; de
andere groepen C.H. en A.R. verliezen
echter zooveel stemmen, dat er dan in
den nieuwen Raad zitting zullen heb
ben niet 6, maar 7 R.K. en niet 5, maar
4 leden van de ander© groepen.
De Staatk. Geref. kunnen echter nog
meer bereiken. Als zij hun actie goed
weten te voeren, dan kunnen zij de
niet R.K. groepen zooveel afbreuk
doen, dat die groepen te zamen 3 le
den in den nieuwen Raad brengen; zij
zelve, de Staat. Ger. ook dan er buiten
vallen, dit is zelfs tamelijk zeker, en
dus de R.K. 8 zetels zouden bezetten,
inplaats van 6 zooals nu.
De niet R.K. groepen trekken natuur
lijk ieder afzonderlijk op naar de ge
meentelijke stembus: C.H. A.R. en L.
En nu ook de Staatk. Geref. met de
mogelijkheid dat straks de R.K. twee
zetels winnen.
Men. wil Rome bestrijden! Wie lacht
daar
Dezelfde politiek als in Ter Aar
volgt waarschijnlijk de Staatk. Geref.
Partij ook elders.
Nu kunnen wij ons voorstellen dat
men van die zijde gaarne optrekt on
der eigen banier, maar waarom nu de
stemmen, die op deze wijze verloren
gaan, niet benut voor de Antirevolutio
nairen of Christelijk-Historischen?
Laat ons aannemen, dat de Staatk.
Geref. ongeveer de helft van de stem
men uitbrengen, noodig voor een ze
tel, dan zijn deze zonder verbinding
met een andere lijst verloren. Daaren
tegen zou door verbinding met een an
dere lijst daarop nagenoeg zeker een
restzetel worden toegekend.
Zou de zonderlinge politiek van deze
Partij dat ook verbieden?
Wij kunnen ons niet voorstellen dat
de consequentie van haar standpunt
meebrengt steun aan hetgeen ze zegt
te bestrijden, zooals in het geval Ter
Aar toch wel heel duidelijk uit zal
komen.
7* Protest.-Chr. Sanatoria.
Er wordt in Prot. Chr. kringen hevig
gestreden tegen Rome. Over het Ul-
tramontanisme wordt strijd gevoerd.
De een zegt dat Rome, krachtens zijn
kerkelijke opperheerschappij over alle
levenskringen, het Ultramontanisme
moet blijven aanhangen. De ander, en
wij scharen ons aan di© zijde, meent
dat zelfs in de Roomsche Kerk niet
meer die onbeperkte afhankelijkheid
van het Pauselijk inzicht heerscht, die
voor een toepassing van het Ultramon
tanisme noodig is, laat staan dat Ro
me nimmer d.e daarvoor noodig©
meerderheid zal kunnen verkrijgen,
terwijl het twijfelachtig is of Rome dit
riog wil.
Dit vraagstuk op zichzelf is wel de
moeite waard om eens ernstig behan
deld te worden.
Wij willen thans echter op iets an
ders wijzen.
Veel meer dan deze anti-thetische
strijdwijze, heeft naar onze meening
recht op onze sympathie, de thetische
strijdwijze. Niet in tegenstelling maar
in de stelling ligt de overtuigende
kracht.
Niet afbreken wat Rome bouwt,
maar optrekken van een hecht ge
bouw daar tegenover, dat is noodig.
Gelukkig komt er in sommige op
zichten kentering.
Een van deze gelukkige verschijn
selen is, dat men de oogen opent voor
de noodzaak om ook dóór liefdewerk,
zocals Rome verricht, den dank der
menschheid te oogsten enzielen
te winnen.
De bekende Haagsche predikant, Ds.
van Gheel Gildemeester, geeft in de
's-Gravenhaagsche Kerkbode van ver
leden week een statistiek over de be
hoefte aan Protestantsch Christelijke
Sanatoria voor tuberculose-lijders.
Hij wijst er op, dat ingevolge artikel
99 der Invaliditeitswet een zieken ar
beider, die nog geen invalide is, maar
bij slechte verzorging het worden zou,
een verpleging in een ziekeninrichting
te beurt kan vallen.. De werkman moet
daar zelf toe mede werken.
Ds. van G. G. noemt enkele cijfers
over 1921. In dat jaar waren ingevolge
dit artikel der Inval.wet 2£71 personen
in sanatoria verpleegd, en van deze
waren 1015 ziek aan tuberculose. Van
die 1615 zijn er 1089 hersteld, dat is
ruim 67 pet. Voor 79 lijders was geen
plaats in sanatoria.
Wanneer niet geregeld uitbreiding
van sanatoria plaats heeft, wordt het
aantal waarvoor geen plaats is steeds
grooter. Reeds op dien grond verdient
het vraagstuk aller aandacht.
Maar Ds. van G G. geeft ook nog
een statistiek van het aantal beschik
bare bedden in de verschillende sana
toria. In de Roomsche inrichtingen
waren beschikbaar 1005 bedden
46 van het totaal, in neutrale 975
bedden 45 en in Prot. Chr. 188
bedden of 9 van het totaal aantal
van 2168 bedden. Het verschil tus-
schen 9 en 46 is sprekend. Daar
tegenover berekend hij dat ongeveer
een derde deel van de bevolking, dat
is dus ruim 33 pet., uit overtuiging
Roomsche verpleging wenscht Rome
heeft dus een ruim surplus aan ver
pleging.
Gelukkig, zoo is de conclusie van
den schrijver, dat wij straks in Zon
negloren te Soestduinen een flinke
Protest. Christ, inrichting er bij krij
gen.
Wij kunnen ons daar van naito mee
vereenigen. Naast Sonnevanck te
Harderwijk zal Zonnegloren te Soest
duinen gezegend werk kunnen doen
Een wedijver met Rome die aller sym
pathie heeft.
De laatste spreker.
Heden ving in de Eerste Kamer de
openbar© behandeling van bet Bel
gisch Verdrag aan.
Als sprekers zijn reeds ingeschreven
de heeren Polak, de Muralt, Blomjous,
van der Hoeven, de Savornin Lohman,
Briët, Rink, van der Lande, van Was-
senaer van Catwijck. Koster, YVester-
dijk, van den Bergh, Michiels van Kes-
senich, van Embden, Verkouteren,
Dobbelmann, de Zeeuw, Heerkens
Thijssen, Wibaut, Janssen, Lindeijer,
Hermans en Colijn.
't Is een lange lijst en er zullen nog
wel enkele bijkomen.
Is het niet opmerkelijk, dat de heer
Colijn de laatste van het rijtje is? Als
de heksluiter ook hier een goede kans
heeft, dan mogen wij verwachten, dat
wanneer het Verdrag zou vallen er
toch wel op gewezen zal worden, dat
de dolle actie er tegen allerminst over
tuigend is.
Wij mogen gerust aannemen, dat de
heer Colijn er heel wat meer van weet
dan verschillende zelfs van de voor
aanstaande tegenstanders. Maar de
heer Colijn was met die algemeene
kennis niet tevreden. Hij heeft een
langdurige studiereis naar België,
Frankrijk en Duitschland gemaakt
om het vraagstuk nog eens ernstig te
overwegen.
Wij mogen dus aannemen dat de
23ste spreker van deze eerste lijst met
wel overwogen argumenten zal komen
Wij zien met belangstelling vooral
naar zijn betoog uit.
STADSNIEUWS.
MAATSCHAPPIJ VOOR TOONKUNST
Uirechtsck Stedelijk Orkest.
Is er wei een componist, door wiens
werk zoo hevig de drang naar vrijheid
pulseert als door dat van Beethoven?
Heel zijn leven, heel zjjn levensopvat
ting is een demonstratie van waarheid
en vrrheid, een worsteling van binnen
de perken der maatschappelijke gebon
denheid zijn geest in vrijheid te doen
triempheeren. Goethe's Egmond figuur
de eerste vrijheidsheld die noodlottig
onderging in het conflict waaruit de
Nederiandsche natie geboren zouwor
den, moest wel machtig oj> Beethovena
inspiratie werken toen hy er zich toe
zette, muziek te schrijven bij Goethe's
Treurspel.
In de Ouverture overziet Eeethoven
met genialen blik de krachten die het
drama bewegen en achter het drama ziet
hij de langdurgie worsteling van eea
volk dat zich bevrijdt. Zoo is de Ecmond
ouverture een werk van diepere betea
kenis dan het voorspel van een toevallig
drama. Ze is het svmbool geworden van
een volk, en nog dieper borend in haar
heroïsche allure van de menschheid
die immer worstelend en immer struik^,
lend opwaarts tavcht te streven en in
haar materieele gebondenheid aan de
stof z:ch de hoogste geestelijke vrijheid
tracht te verwerven.
Voor de heroïsche gedachten wereld
worden 'we onm'dlellijk ge laatst bij den
breeden aanh f der Ouverture; we hoe
ren de orstandighoid ui breken in krach
tige rhythmen; ons worden in d?ze mu
ziek grcotrche visies geo;end; we hoo-
ren verinnigingen als een prachtig Lobc-
solo omgonsd wordt door het lieflijk
ruischen der accoorden van 't strijkor
kest. We hi or en de apotheose der vrij
heid in de zegezangen aan het slot
als de bazuinen schetteren boven do
bonkende rhythinen. Een prachtige ga
ve vertolking word onder de geestdrift-
ge leiding van Evert Cornells van dit
werk gegeven.
Overwegend wrs da^roa reeds da
delijk de inzet van het vijfde pianocon
cert in Es gr. t. De klaviorpa.tij werd
hierbij vertolkt dcor een jong Weensch
•ianist S.ephan Bergmann, wien inder
daad de zon van het lachen ie Wee oen
in het bioed zat. M .t den overmoed der
jeugd, met schitterende bravour, me';
vurig enthousiasme valt deze virtuuos
zijn taak op en gaf momenten van su
blieme sck.onhiid, Hoe prachtig leefde
hij zich in in het" Allegro, dat getuigt
van 6en zeldzame lyrische scheppings
vreugde van den conmon'st B olTiven.
Breed en greotsch zingt het orkest de
melodieën uit, overgenomen door den
pianist of door dezen ontluisterd met
een flonkerend passagespel, waarvan die
rhythmiek gloeit als de zonneflikker! ng
over de zee. Een Overweldigende rijk
dom van melcdijche gedachten dringt
en stuwt door dit Allegro en de heer
Corneds wist in vereeniging met den
pianist extat'sche visies te scheppen
Con Sordino zet daarna het strijkor
kest het onverge'iikelijk schcone An
dante in, een breed koraal biddend en
teer en toch zco mannelijk in zijn groet-
sche melodische lijn. Dan neemt de pia
nist de heerlijke melodie over, o.r.ruischt
dcor de volle diepe harmonieën van
't g'rijkorkest. En welk een afwisseling
dan weer na deze passage: nu eens voe-
ren klarinet en fluit de melodie, bege
leid door korts rhythmische accoorden
van de strijkers tonvbl 'ianist een
weelderige overvloed van twinktende fi
guraties om de melodie spint.
Ontroerend mooi werd dit alles ge
speeld en dan niet te vergeten die prach
tige overgang, waarbij uit een lang aan
gehouden acccord, waarin het hout do
mineert plotseling de vreugde van het
Rondo te voorschijn springt en ons in
huppelende maten en jubelende melo
dieën veert naar het einde. Het geheel
was zoowel van het orkest als van den
pianist een schitterende prestatie, waar
voor de laatste een geestdriftige ovatie
in ontvangst had te nemen.
Na de pauze kwam de 5 de Symphonie,
de meest populaire van Beethoven's Sym
phonieën en dat kan niet verwonderen
aangezien dit werk in tonen nog altijd
het best het ideaal der menschheid ver
klankt: door leed en strijd, door nacht
en duisternis, door moeiten en zorgen
tot overwinning en levensverzoening.
Reeds meermalen hadden we het ge
noegen in deze kolommen over dit groot
sche werk te spreken, zoodat we thans
kort kunnen zijn. Het Utrechtsch Oj
kest gaf een van de besta vertolkingen,
welke we er tot dusverre van hoos^de.1.
De klaarheid waarmee het werk voor
ons werd, opgebouwd, de rhythmische zo
kerheid, de nobelheid van klank, het viel
alles evenzeer met greote dankbaarheid-
te loven. Evert Cornelis heeft door zijn
geestdriftige en energieke leiding, die
tevens innig muzikaal is, de volle Ge
hoorzaal wel aan zich verplicht. Voor
het Toonkunstbestuur een uitvoering, die
zij met dankbare tevredenheid in haar
annaal mag boeken.
APOLOGETISCHE LEZING.
Gisteravond hield in de Oosterkerk
Dr. J. C. S. Lochei* een Apologetische
lezing met als onderwerp: „Ik geloof
de vergeving der zonden".
Dr. Locher gaat voor in gebed en
leest een gedeelte van Ps. 103.
Spi\ begint zijn lezing met t© zeggen
dat de kerk (waarover spr. het de vo
rige keer gehad heeft) bestaat uit zon
dig© menschen. E11 de kerk moet le
ven uit de vergeving dei* zonden. Van
vergeving der zonden leert de geheele
Bijbel. David roemt de vergeving dor
zonden en Christus, toen hij op aarde
was, sprak dikwijls uit het: Uw zon
den zijn u vergeven. Paulu9 wist ook,
dat hij slechts voor God bestaan kon
«door do vergeving der zonden.
Spr. stelt vervolgens de vraag: „Is
d© vergeving der zonden nog 'n levens
vraag? 't Is wel treurig wanneer dat.
niet het geval is. Wanfieer dat ni©t zoo
is dan is er geen besef van de groote
kloof di© er is tusschen God en ons.
Omtrent de vergeving der zonden
zullen de beide kerken, Roomsche en
Hervormde, in vele opzichten hetzelf
de denken. Ook de Roomsche kerk
leert de vergeving dor zonden door ge
nade. Toch is er een groot verschil lus
schen heide. Dat leert ons de geschiede
nis. We zien dat al in de eerste eeuw
na het apostolisch tijdperk. Toen werd
reeds op de werken de nadruk gelegd
en minder op de genade. Vooral komt
dat uit bij den Doop.
De mensch kwam in het middel
punt, de mensch die b.v. in ongehuv/-
den staat leefde, werd voor bijzonder
heilig gehouden.
De vraag kwam: Wanneer men na
den doop in zonde valt, wat dan?
Sommigen zeiden dat het dan onher
roepelijk uit was, anderen weer gaven
nog een kans. In elk g©val zonde na
den Doop was wel zeer erg. Maar dat
kon echter niet zoo gehandhaafd blij
ven. Al meer kwam men tot boetedoe
ningen. «Eén kerkvader was er die leef
de uit de genade. Dat was Augustinus,
maar toch wordt ook bij hem nog ge
vonden de behoefte aan het zinnelijke.
Al meer en meer kwam men tot de
boetedoening en biecht. Daarbij werd
echter vastgehouden, dat de Doop rei
nigt van alle zonden. D© zonden die
ïiu na den Doop geschieden worden
door Rome gescheiden in doodzonden
en vergeeflijke zonden. De laatste kun
nen vergeven worden door oprecht be
rouw. De doodzonden kunnen slechts
vergeven worden door genade.
De biecht wordt afgenomen en wan
neer er berouw is en de schade die
eventueel berokkend is li-rsteld wordt
dan spreekt de priester den zondaar
vrij. Echter moet dan nog boetedoe
ning gedaan worden. En deze zonden
wanneer ze vergeven worden blijven
toch nog een kvyade post. Bij den dood
wordt dan de rekening gemaakt en
wanneer er meer goede dan kwade
posten zijn, gaat de persoon naar den
hemel. In het andere geval echter
moet hij eerst straf ondergaan in het
vagevuur. Die straf kan echter ook
weer verkort worden door aflaten en
zielniissen.
We moeten dus bij do Roomschen
wel onderscheiden vergeving van zon
den en aflaat van straf.
Spr. gaat verder na of, hoewel dit
alles ons tegen de borst stuit, daar
achter niet iets gevonden wordt dat
waarheid behelst. Spr. wijst op David,
die hoewel hem de zonden vergeven
waren, bij monde van den profeet,
toch nog d© strenge straf- moest onder
gaan. Het is thans ook nog zooals de
volksmond zegt: Gods volk zondigt
niet goedkoop. Die kastijdingen zijn
echter een liefdedaad Gods, zooals een
vader zijn zoon kastijdt. Het doel is ze
nader tot Zich te brengen. Daar kan
echter niets van afgenomen worden.
Het zou oordeel zijn wanneer die lief
deskastijding achterwege bleef. In de
gezonde Kerk is ook tucht. Deze tucht
is echter geen vergelding. Dat is om
te behouden. En dat is het foutieve in
de Roomsche kerk dat men van die
tucht gemaakt heeft de vergelding.
Zoo komt het dat er veel mee door
kan; er kan toch gebiecht worden.
Echter komt voor ernstige geesten de
vraag: Was mijn biecht wel echt, heb
ik wel alles opgesomd?
Het is wel eigenaardig, dat die
Roomsche kerk voor ons bewaard
heeft de 12 Artikelen, waaronder: Ik
geloof de vergeving der zonden.
Wanneer een mensch werkelijk ge
looft, dan heeft hij onmiddellijk met
zijn God te doen en vergeving in Chris
tus noodig.
We zien ook dat de H. Doop voor het
geloof is het teeken en zegel. Voor de
Roomschen is zij de vergeving zelf.
In schijn hebben wij minder, maar
inderdaad meer, want wij hebben een
ongetwijfeld getuigenis dat wij een
eeuwig verbond met God hebben.
Men is bang dat de goede werken in
't gedrang komen als men zoo maar
alles uit genade ontvangt. Maar het
is onmogelijk dat wie Christus door
een waar geloof is ingeplant, niet zou
voortbrengen vruchten der dankbaar
heid. De goede werken zijn met het
ware geloof verbonden. Onze consciën
tie zal echter slechts gerust zijn als
wij ons verlaten op de genade.
Spr. wijst 'er verder op dat Jcj ver
houding tot God is als van een kind
tot zijn vader. En wij bederven die ver
houding telkens door ons geheel© doen
en hoe nader we tot God treden, des te
meer zien we onze schuld en wij heb
ben nauw op ons zelf toe te zien, want
wij staan voor het gevaar om ons de
zonden zelf te vergeven. Maar als we
maar vasthouden aan het Evangelie
Binnenland.
Het ontwapeningsontwerp der S. D.
A. P. is ingetrokken, nadat de Tweede
Kamer art. 1 met 53 tegen 32 stemmen
had verworpen.
De behandeling van het Belgisch
Verdrag in de Eerste Kamer aange
vangen.
Nabij het station Leiden aen vrouw
overreden.
Buitenland
De Vereenigdé Staten hebben thans
definitief aan Groot Brittannië en Ja
pan voorgesteld te Genève een confe
rentie te houden ter beperking van de
bewapening ter zee.
e Het aantal slachtoffers der aardbe
ving in Japan wordt op cenige dui
zenden geschat.
De ratificatie van het verdrag inza
ke de tGekenning van Be-sarabië aan
Roemenië.
der genade en ons op Christus verla
ten, dan komt alles goed.
Aan het eind zijner lezing zegt spr.
dat hij gaarne, wanneer iemand iels
te vragen heelt, bereid is dezulken te
ontvangen op zijn spreekuur of op an
dere uren, Vanneer dat van te voren
geregeld wordt.
Het zijn levensvragen, van groote
heteekenis, die in deze lezingen behan
deld zijn.
Spr. gaat dan voor in dankgebed,
waarna nog gezongen wordt Gez. 52 :10.
Spr. eindigt met de zegenbede van
Gez. 96, de vier laatste regels.
HAARLEMSCHE ORKEST VEREEN.
Symphonie-Concert.
Op het Symphonie-concert der H.
O. V. van Maandag 14 Maart a.s. zal
een Russisch programma uitgevoerd
worden (alle nummers op verzoek) n.l.
Danses Russes, van Borodine; Syui-
phonie No. 5, van Tschaikowski; Sie-
ben Russische Volksweisen, van Lia-
dow; en Capriccio Espagnol, van Rims-
ky Korsakow.
LIJK VAN EEN VROUW OP DEN
SFOORWEG.
Vannacht is tusschen half één en één
uur op den spoorweg, benoorden dc-n
overweg gevonden het lijk van een
vrouw, dat deerlijk verminkt was.
Door een onderzoek, waarvoor nade
re wijzigingen gevonden werden in
een netjes opgevouwen mantel aan
den kant van den spoorweg, wordt ver
moed, dat men hier t© doen heeft met
een geval van zelfmoord. De vrouw
was de echtgenoote van v. G. te Den
Haag. Het lijk is naar het lijkenhuis
overgebracht.
BURGERLIJKE STAND.
Geboren: Hendrik, z. v. G. v. d.
Laar en W. Scheffers; Joannes Adria-
nus, z. v. J. A. Lamboo en J. C. Koren-
hof; Josephine Catarina, d. v. J. F. M.
Pont en C. M. Vogelezang; Alida Ma
ria, d. v. J. v .d. Voet en T. Wijnands;
Emiel Maarten, z. v. W. J. Jansma en
B. W. J. de Smidt; Christiaan, z. v. J.
W. Planjer en L. A. Schipper; Anna,
d. v. J. Dissevelt. en L. Voorzaat; Cor
nelis, z. v. C. Bekooy en A. Robbers;
Johannes, z. v. H. Brandt en M. J. de
la Rie; Arie, z. v. A. v. d. Kaay en C.
M. Giezen; Johannes Pkilippus Nico-
laas, z. v. F .J. van Luijken en' C. I<ras-
senhurg; Barbara Arike, d. v. D. Noor-
dijk en A. Rietdijk; Elly Corneli© May,
d. v. J. C. B. Hüner en M. Gerritse;
Annigje, d. v. W. v. d. Reijden en A.
Pikaar; Catharina Wilhelmina, d. v.
T. H. W. Sandberg en H. G. van Zan
ten; Hermanus Franciscus, z. v. P. H.
van Benten en J. C. v. d. E§hof; Gerar-
dus Majella, z. v. H. P. Zwetsloot en M.
A. J. v. d. Ven; Pieter, z. v. C. Springer
en A. Nieters; Lourens, z. v. L. Zitman
en J. C. Nieuwenhuizen; Arie, z. v. D.
v. den Bosch en A. Kooij; Maria Johan-
na,, d. v. H. Riethoven en J. M. \Y. Bon
te; Antoon, z. v. A. Devilee en W. E.
van Haarlem; Anna Elisabeth, d. v.
P. A. Breddels en A. E. Tuithof; Annie
Elsje, d. v. N. Roos en M. Groenwoudt:
Catharina Maria, d v. P. Freeke en N.
A. J. Voorbij; Maria, d. v. J. Holswil-
der en G. van Houten; Johannes Gerar-
dus, z. v. J. v. Voorthuijzen en M. J. F.
Duivesteijn; Hendrik, z. v. H. de Bol
ster en M. J. Zitman; Janna, d. v. A.
Otto en W. Boluijt: Adrianus ,z. v. H.
Tegelaar en J. E. Sterk.
Gehuwd: A. R. B. Gerritse,
jm. en J. H. Riphagen, jd.; Ph. Hij
man, jm. en A. C. Klap, jd.; A. Fuchs,
jm. en M. Kapaan, jd.; A. Leuering, jm.
en A. v. Polanen, jd.; W. J. Brakel,
jm. en C. Pennenburg, jd.; J P. v. d.
Hoek, jm. en C. D. v. Egmond, jd.