Dit nummer bestaat uit ME Bladen. EERSTE BLAD. CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRUS De Staten als kiescollege Belangrijkste nieuws in dit Nummer. NUMMER 2001 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal I 2.50 Per week I 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 BUREAU: Hooigracht 35 i Leiden TcL 1278, Postgiro*58936 i Postbox 20 Ontkend kan niet warden, dat de omstandigheden waaronder wij de Sta tenverkiezingen tegengaan, niet be paald gunstig genoemd kunnen wor den. We hadden 't ons na de verkiezin gen in 1925 zoo geheel anders voor- Er was een ouderwetsch felle cam pagne gevoerd tegen de rechtsche par tijen in 't algemeen en tegen den heer Colijn in t bijzonder, een campagne, waarbij de middelen door het doel ge heiligd schenen te" worden, maar het niet verwachte resultaat is geweest, dat de rechterzijde een behoorlijke meerderheid verkreeg en dat de heer Colijn als kabinetsformateur kon op treden. Veler verwachtingen waren, en niet ten onrechte, hoog gespannen. De heer Colijn had gedurende den tijd, dat hij Minister van Financiën was, harde maatregelen moeten ne men. Hij kon in 's lands belang niet optreden als de kok die allerlei sma kelijke gerechten gereed maakt, maar hij moest als een dokter bij een ge vaarlijke zieke, het mes hanteeren. Het kon niet anders. Er moest worden ingegrepen. En Minister Colijn heeft het gedaan met het gelukkig re sultaat, dat aan de beangstigend groo- te tekorten een einde werd gemaakt, en dat 's lands financiën weer gezond werden. Maar dit was slechts een gedeelte van zijn werkprogram. Zijn bedoeling was, nadat eerst orde op zaken was gesteld, ook opbouwend werk te verrichten, terwijl het tevens zijn stel lig voornemen was, zooals ook uit de Troonrede in 1925 bleek, een krachtige principieele politiek te voeren. Aan al die verwachtingen is echter onverwacht de bodem ingeslagen. Wij behoeven 't gebeurde niet in herinnering te brengen. Tot groote vreugde van de geheele linkerzijde werd het kabinet-Co lijn tot af treden genoopt en werden de samenwerkende rechtsche partijen uiteen geslagen. En nu is het waar dat er soms hoop volle verschijnselen zijn, die op eenige toenadering schijnen te wijzen, maar daarnaast vallen ook symptomen op te merken, die doen vreezen dat de tegenstelling tusschen de rechtsche groepen bezig is te verscherpen. Het is soms, of er een geest van ontbinding werkt, die voor de toekomst het ergste doet vreezen. Dit alles, hoe droevig het op zich zelf ook moge zijn, behoeft voor ons als Antirevolutionairen geen reden te wezen om bij de pakken te gaan neer zitten en de wapens uit handen te geven. Immers, wat er ook veranderd mag zijn, onze beginselen zijn dezelfde gebleven en naarmate de verwarring grooter wordt en de tegenstand ster ker, is het des te meer noodig, dat di© beginselen worden beleefd, dat ze worden gepropageerd en dat naar de toepassing daarvan wordt gestreefd. Voor ontwapening is er voor ons al lerminst reden. Wij hebben pal te staan voor onze beginselen, vooral ook in verband met de komende verkiezingen voor de Pro vinciale Staten. De beteekenis daarvan wordt nog volstrekt niet algemeen ingezien. Voor de Staten en de statenverkiezingen is bij velen slechts matig© belangstelling. Toch is dit niet in den haak. De uitslag van de statenverkiezin gen kan van grooten invloed zijn niet alleen op het bestuur van de Provin cie. maar ook op de algemeen© poli tiek, omdat de Staten het kiescollege vormen' voor de Eerste Kamer, welk college de laatste jaren een zeer be langrijke plaats in ons staatkundig leven heeft ingenomen. En vooral nu in de Tweede Kamer, de samenwerking der rechtsche par tijen, althans in positieven zin is ver broken, is 't van het grootste belang, dat we in de Eerste Kamer een sterke positie innemen en dat we daar heb ben een stevige rechtsche meerderheid die, wanneer dit noodig mocht zijn, haar veto kan uitspreken. Het kan zeker als overbodig worden beschouwd de beteekenis van een rechtsche meerderheid in' den Senaat uiteen te zetten en als gevolg daarvan is het hier niet de plaats bij het werk van de Staten als kiescollege van de Eerste Kamer in den breede stil te staan. Wij willen er dan ook alleen op wij zen, hoe ook hier een klein stemmen verlies groote gevolgen kan hebben. Het kan ook bij de Provinciale Sta ten aan één stem hangen. Het verlies van één stem kan oor zaak zijn, dat» in de Staten een zetel verloren gaat. En het gevolg daarvan kan zijn, dat de meerderheid omgaat, dat we een of meer zetels in het college van Ged. Staten' verspelen, en dat we bij de ver kiezing van leden der Eerste Kamer 208 punten achteruitgaan. Zooals bekend, geldt ook bij de Eer ste Kamerverkiezingen, het evenredig heidstelsel. Aan de stemmen in' de Staten wordt een waard© toegekend, in evenredig heid tot de bevolking. Zoo heeft een stem in -de Staten van Zuid-Holland een> waarde van 208 punten, in Noord- Holland van 171, in Zeeland van 59 punten enz. 't Verlies van één zetel be- teekent dus hier een verlies van 208 punten, waarmee een zetel voor de Eerste Kamer kan verloren gaan. In den vorigen zomer hebben wij dat op pijnlijke wijze ondervonden. Doordat een onzer Statenleden onge steld was, werd de heer Amelink*ver vangen door een door den heer Braat aangewezen caudidaat van den Vrij heidsbond. Het is dus duidelijk, dat wij de sta tenverkiezingen niet als een zaak van ondergeschikte beteekenis mogen be schouwen. Onze taak is getrouw te zijn. Ge trouw in het kleine zoowel als in het groote. En als wij in getrouwheid onzen plicht vervullen, met geen andere be geerte in het hart dan onzen Koning te dienen, dan mogen wij ook met ver trouwen de uitkomst aan Hem over laten. Gedeputeerde Staten. Wat zijn dat voor heeren? Wel hebt gij wel eens gehoord van wethouders! Natuurlijk, in iedere gemeente heeft men er 2, 3 of 4. Welnu, gedeputeerde staten kunnen het beste genoemd worden: provin ciale wethouders. Evenals de wethouders eener ge meente r-ekozen worden uit en door de leden van den Raad, evenzoo wor den de eedeTvnteerde staten gekozen uit en.' door de Provi Staten. "n - - :.-uLeerde wor den als hij niet eerst statenlid is. Wij weten allen, dat de burgemees ter behalve voorzitter van den gemeen teraad, ook voorzitter is van het col lege van Burgemeester en Wethou ders. Evenzoo is de Commissaris der Koningin in elke provincie behalve voorzitter van de Provinciale Staten ook voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten. Hetzelfde gel it voor den secretaris. Deze heet evenwel *jn de provincie: griffier, maar dat is betzelfde. Zie zoo nu weten wij zoo ongeveer wat gedeputeerde staten zijn. In 't ge heel zijn er 6. Daarvan zijn er op iit oogenblik 2 anti-revolutionair (de hee ren H. de Wilde en Th. Heukels); 1 chr-hist. (de heer van Boeyen); 2 r.-k. (de heeren Jhr. Mi*, von Fisenne en Borghols); en 1 soc.-dem. (de heer J. H. Schaper, het bekende Kamerlid). Deze heeren vergaderen onder lei ding van den Commisaris gewoonlijk tweemaal per week, doch doen even als wethouders in een gemeente van eenige beteekenis ook tusschen- tijds tal van zaken af. De taak £er gedeputeerde staten is zeer belangrijk. Allereerst' hebben zij het toezicht op de gemeentebesturen doordat niet alleen de gemeentelijke begrootingen van inkomsten en uitga ven aan hun goedkeuring zijn onder worpen, doch ook alle beschikkigen over gèmeenteeigendommen, als huur en verhuur, koop en verkoop, het ne men en het uitgeven in erfpacht enz. enz. Een ieder gevoelt, dat dit een zeer belangrijke taak is en dat het voor ons o.nti-revolutionairen niet onverschil lig kan zijn aan welke mannen dit uiterst belangrijk toezicht wordt opge dragen. Ook inzake het onderwijs hebben ged. staten heel wat te deen. Zoo zijn alle besluiten der gemeenteraden tot stichting en tot opheffing van open bare scholen niet van kracht, voordat Ged. Staten ei* hun goedkeuring aan hebben gehecht. Zelfs kunnen Ged. Staten volgens een der laatste wijzigingen der lager onderwijswet vermeerdering van het aantal openba re scholen aanbevelen, indien zij het aantal onvoldoende achten, of ook, als zij het aantal te groot achten, bepalen, dat dit verminderd zal worden. Feb "belangrijke bepaling is voorts, dat Ged. Staten kunnen verklaren, dat de onderwijzer, die bij het geven van onderwijs leeringen verspreidt, strij dig met de goede zeden of aansporen de tot ongehoorzaamheid aan de wet ten des lands of die zich schuldig maakt aan een ergerlijk levensgedrag, zijne bevoegdheid tot het geven van onderwijs verliest. Niet waar, hier ko men zaken aan de orde die rechtstreeks de diepste beginselen raken en nog eens, geen enkele anti-revolutionair, ja geen enkele christen in den meest uitgebreiden zin van het woord kan onverschillig zijn over de vraag, welke mannen dergelijke hoogst gewichtige kwesties moeten beslechten. Van alle besluiten der gemeentera den die het bijzonder onderwijs betref fen staat voor de schoolbesturen be roep open bij Ged. Staten die deze be sluiten kunnen vernietigen, aanvullen of verbeteren. In den schoolstrijd on zer dagen, die grootendeels naar de gemeenteraden is overgebracht, is dit een onschatbaar voorrecht en het kan geen enkele voorstander van bijzonder onderwijs koud laten, welke mannen over de rechten van het onderwijs de beslissing in handen hebben. Inzake de verzorging onzer krank zinnigen hebben Ged. Staten eveneens een zeer moeitevolle, gewichtige en omvangrijke taak. Kiezers: bedenkt wel: de gedeputeer de staten worden gekozen uit en door de provinciale staten. Uw stem op de anti-revolutionarie lijst werkt dus door tot de verkiezing van mannen die staan op den bodem derzelfde begin selen als door U beleden. Eén enkele stem kan de statenmeerderheid ver plaatsen naar links en daardoor ook de meerderheid in gedeputeerde sta ten. Beseft daarom, naast het groote voor recht, dat gij zelf Uw eigen regeerders naoogt kiezen, Uwe dure plicht om ge trouw uw stem te geven aan mannen die God vreezen ook in het Staatsbe stuur. T. S. GOSLINGA. Het stokje bij het stekje. In de komende verkiezingsdagen zal de strijd voor een groot deel gaan over de politiek die in de Provinciale Sta ten zal gevoerd worden. Tot de taak van de Provinciale Sta ten behoort de zorg voor de provin ciale werken en inrichtingen. Daaron der vallen wegen, gebouwen enz. Maar ook kunnen daar onder vallen Provin ciale ondernemingen: Krankzinnigen gestichten e.d. Het ligt hier vrijwel alleen aan het politieke inzicht of men deze werken overlaat aan het paticu- lier initiatief of dat deze van Provin- ciewege worden ter hand genomen. Wij gaan thans niet in op histori sche beginselbeschouwingenzooals door Groen van Prinsterer in debat met Thorbecke over het ontwerp der Provinciale wet gevoerd, ofschoon die voor ons onderwerp zeer leerzaam zijn. Wij vestigen daarentegen wel de aandacht op het Anti-Revolutionair beginsel dat de Overheid niet het werk uit handen der particulieren mag ne men, maar integendeel dat particulier loven moet steunen. Wanneer door de ingezetenen zelf wordt ter hand geno men het daarstellen van inrichtingen van onderwijs, het oprichten van krank zinnigen gestichten, het oprichten ge meenschappelijke inrichtingen voor levering van electriciteit e.d. dan heeft de Overheid dat streven te steunen en te leiden, maar mag niet, door zelf ook dergelijke inrichtingen op te rich ten, dat gezonde leven dood drukken. Evenals een tuinman een rozenstruik of een tomatenstengel leidt en steunt door er een stokje bij te steken zoo moet ook de Overheid door doelmati ge voorschriften dat gezonde leven steunen. Neen zeggen de Sociaal-Democraten en de andere partijen van links gaan al te spoedig daarin mee neen zeggen zij maar dat alles moet in de hand van de Overheid komen, dan pas kan er het nuttigst effect van wor den verwacht voor de gemeenschap. Wat zoudt gij zéggen van een tuin man die in het voorjaar al de groeien de knoppen van zijn heesters ging open peuteren zeggende dat ontluikende le ven te willen hebben? Zoudt gij hem niet dwaas noemen? Zoo doen nu ook de Sociaal-Democraten. Het ontwik kelend leven maken zij dood door het te willen binden in Overheidshand. Daarom zeggen wij de Overheid, ook de Provinciale Overheid, moet zich be palen tot het geven van regelen voor het leven maar moet van den innerlij- ken groei afblijven. Zij steke het stokje bij het stekje, meer niet. Particuliere gestichten. In de Staten-zittingen van Zuid-Hol land van verleden jaar hebben wij ten aanzien van de Krankzinnigen verple ging nog kunnen zien hoe de scheidings lijn loopt tusschen de sociaal-democra ten en ons. Ingevolge art. 11 der Krankzinnigen wet hebben Prov. Staten de keuze tus schen de verzorging van de geestes zieken in eigen gestichten of het aan gaan van overeenkomsten met parti culiere inrichtingen. Dit artikel luidt: Dit tweeërlei beginsel springt sterk in het oog als men let op de practijk in Zuid-Holland en Noord-Holland. In Noord-Holland drie provinciale ge stichten. In ZuidHolland overeenkom sten met particuliere gestichten. Hoewel nu in Zuid-Holland prac- tisch alles pleit voor het behoud van dezen regel, wij hebben hier van ouds ©enige neutrale gestichten die niet van de provincie uitgaan en verder een christelijk gesticht té Loosduinen, terwijl van Roomsch-Katholieke zijde een gesticht gebouwd wordt, waren het toch de Sociaal-Democraten die het pleit voerden voor provinciale ge stichten. Ook hier moest weer gelden de nood zaak van neutrale verpleging. Afgescheiden nu nog van den geest der wet de wet is nog van 1884 dus voor den tijd dat dit sociaal-democra tisch beginsel gepredikt kon worden welke geest uitdrukkelijk de par ticuliere zorg voorop stelt, is gebleken dat de financieele uitkomst ons begin sel verre in het gelijk stelt. In Noord-Holland waar de eigen provinciale gestichten zijn, kost de ver pleging van een patiënt gemiddeld van 1200 tot f 1420 per jaar. Daar entegen in Zuid-Holland, waar men overeenkomsten aangaat met particu liere gestichten hoogstens 800 per jaar. Hier spreekt het belang van het be houd van een rechtsche meerderheid in de Provinciale Staten wel zeer over tuigend. Laat men zich niet troosten met de gedachte dat, nu eentmaal deze parti culiere gestichten er zijn, met een link sche meerderheid men niet tot bouw en exploitatie van provinciale gestich ten zal overgaan. De rede van den heer Schaper in de Staten verleden jaar gehouden leert ons wel anders. Daarom is het noodzakelijk om de rechtsche meerderheid te behouden en te versterken. Geen exclusie. Het is een vreemd woord exclusie. Wij zouden daarvoor ook kunnen ge bruiken uitsluiting Maar als stelsel zegt exclusivisme toch meer dan uit- sluit-systeem. Wat of wij daarmede bedoelen? Dit dat wij nog maar al te goed we ten dat onder een linksche meerder heid ons weer te beurt zal vallen wat vroeger steeds ons deel was dat wij buiten de invloedrijke posities blijven. Voor dat de Staten van links naar rechts omgingen in Utrecht in 1885, in Zeeland in 1888, in Gelderland in 1889 en in Zuid-Holland in 1901 was 't bij na regel dat de toch reeds groote min derheid van rechts zorgvuldig geweerd werd uit de Colleges van Gedeputeer den en dat bij benoemingen de perso nen van rechts niet in aanmerking kwamen. Daarentegen zijn in alle vier ge noemde provinciën nadat een recht sche meerderheid verkregen was aan de linksche partijen plaatsen in het College van Gedeputeerde Staten in geruimd. Hiervoor is goede reden. De Colleges van Gedeputeerde Sta ten zijn zeer belangrijk, zooals afzon derlijk zal worden aangetoond, daarin dient ook de minderheid zijn invloed uit te oefenen. Natuurlijk niet een in vloed die de eenheid schaden kan maar wel om steeds de aanwezigheid van de minderheid te doen gevoelen. Vooral omdat de Gedeputeerde Staten zeer vaak een rechtsprekend College zijn is de stem van die minderheid, noodza kelijk. Wij willen daarom, met handhaving van ons eigen recht, aan de minderheid een haar toekomende stem geven. Daarentegen vreezen wij het ergste, gezien wat ons vroeger ten deel viel, dat men bij omzetting der meerder heid niet met ons op gelijke wijze zal handelen. Wij wenschen geen exclusivisme toe te passen maar ook geen exclusivisme te ondergaan. Daarom moeten wij zor gen dat de meerderheid in onze Pro vinciale Staten rechts blijft. Gewone advertealiSn per regel 2&/t ©ent Ingezonden Mededeelingen, dobbel ttrtof» Bij contract, belangrijke redactie. Kleine edrertentita bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage* Iijka geplaatst ad 40 cent Binnenland. De A.-R. candidaien voor do Gemeen teraadsverkiezingen te Lelden. De musicus J. Schoonderbeek over leden. Bollenland. Aardbeving in Hongarije. De Chineesche commissaris van Boi tenlandsch© Zaken te Sjanghai eischt terugtrekking van de bnitenlandsche troepen nit de positie buiten de neder zetting. De voorbereidselen voor de zitting van den Volkenbondsraad. STADSNIEUWS. DIRK SCHKFER. Beethoven-avond. Dirk Schaf er.'s spel genieten is veeï meer dan een artistiek ganot. Want Schafer geeft altijd met hoerige over tuiging en zeldzame gemoedswarmte een zielkundige demonstratie: zóó' moet ge den componist dien ik speel aanvoelen. Schafer haalt het menschelijke in' een componist naar voren: hét men- schelijk-gevoelige in al zijn schakee ringen. Daarvoor moet hij zelf een. diep-levenci mensch zijn met sterke in tuïtie voor de gemoedsstemmingen, wel) ke een kunstenaar in zijn werk heefti neergelegd. En een pianist, die Beethoven aan kan, zooais Schafer dat doet, behoort tot de vijf of tien allergrootsten. Wijl spreken niet over zijn techniek; die is menschelijker wijs volmaakt. Maar met deze techniek alleen vertolkt men; Beethoven niet. Daarboven moet tri- ompheeren het geniale inzicht, het go nialie begrip. Daartoe moet mén in eigen ziel diep kunnen doorvoelen het psychisch leven van den grooten, ede len mensch idle Beethoven was. Begonnen werdi met het Andante! Eavori, dat Beethoven oorspronkelijki als middengedeelte voor de Waldsteini sonate 'bestemd had. Een vriend maald te er denkmeester op opmerkzaam, datJ de sonate nu te lang werd. Dat gaf, naar*Men aard van Beethovens karak ter, 'nhevige ontstemming. Maar na' eenigen tijd kon Beethoven het prac- tisch inzicht van zijn raadgever waar- jdeeren en gaf hij het Andante afzon derlijk uit. In dit vredig-berustend en toch eenigszins weemoedig Andante kon men direct alle pracntige kwaliteiteriï van Schafer's spel bewonderen. Diq teere aanslag soms, die zacht aangol- vende of soms opbruisende crescen do's, dat aanzwellen en weer vervloei en; dat heerlijke klokjesspel van do rechterhand en dat weerspannige mor ren in de bassen, dat wonderlijke zin gen van 't klavier boven gebroken aceoorden. Als een orgel behandelt Schafer soms zijn instrument een heel mooi uit het magazijn van Ben< der. 't Is of de vleugel registers' heeft, die zingen in verschillend tim bre: het geheim van aanslag en pedaal gebruik. Dit spel is volmaakt. Na het prachtige Andante uit Beeti hoven's middenperiode, werd onze ge spannen aandacht gevraagd voor ,,33 Variationen über einen Walzer van Diabelli", op. 120, een werk van den lateren Beethoven. De' toonkunstenaar is dan geheel aan gewezen op zijn innerlijk beleven; met! zijn natuurlijk gehoor vangt hij geen klanken meer op. Geen toon dringü meer tot hem door. Maar de fantasia is oppermachtig geworden. Een breed! thema en .-daarop 33 variaties, eeni werk, dat bijna een uur tijds in be slag neemt. Een werk vol innigheden; maar ook soms hard en bijna rauwJ; Dit laatste bedoelen we niét als eeni onaangename kwalificatie. In zijn ge heel een machtig, imposant werk, eenl cyclopisch werk. Onder de handen vanj een minder begaafde moet het eentaf nig, vlak worden. Veel meer eischtf het dan technisch kunnen: diepe be-> zonkenheid van geest en tevens harts tocht. Hard en droog klinkt soms da aanslag; maar men voelt dit harde en stugge als psychische noodzakelijkheid Men hoort het doffe paukgeroffeL hetf knorren als van een fagot, het diepq metaaldreunen. Na een passage vol innigheden komt een wreede cnroma-, tiek of schetterende fanfares. Mooi in gewonen zin is het niet, maar het is! verheven; het is de krachtsuiting vanf een worstelenden en overwinnende» titan. Schafer volbracht de enorme pres tatie, onze aandacht tot het einde toe te boeien en ons een fresco te ontwer pen, dat herinnert aan de geweldige compositie van Michel Angeio. Uit Üq opeenvolging der variaties werd een machtige eenheid geboren. Na dé pauze twee bekende nummer^ Eerst een poëtische interpretatie van Sonate, Op. 27.2. Men weet, dat deze sonate, opgedraj gen aan Gravin Julia Giuccdaitfi den naam Mondschémsonate verkregen heeft, 't Ie een monument ma Beets hoven's poëtische liefde voor deze jonge gravin, dia bb&t wriflwi bleek, hem met waand was. 7d* JAARGANG ZATERDAG 5 MAART 1927

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1