Dit nummer bestaat uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS
STADSNIEUWS.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
7 JAARGANG
WOENSDAG 2 MAART 1927
NUMMER 2Ö8ê
NIEDWE LEIDSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
Ia Leiden en buiten Leiden
wm agenten gevestigd itya
Pet kwartaal f i 2.50
Pet week i 0.19
Franco per poet per kwartaal 1 2.90
V De Provinciale Staten.
In verband met de komende Staten
verkiezingen hebben wij eens nage
gaan boe de stand der partijen in de
Staten de laatste jaren was.
En daarbij bleek ons, dat de positie
der rechtsche partijen voortdurend is
versterkt.
In 1913 bedroeg het aantal Staterle
den die tot de rechtsche partijen be
hoorden in totaal 310. In 1919 was dit
getal gestegen tot 327 en in 1923 tot
853.
Een geregelde en niet onbelang
rijke vooruitgang dus, die echter voor
alle partijen volstrekt niet gelijk was.
In 1913 voor de invoering van de
evenredige vertegenwoordiging, hiel
den de Antirevolutionairen 102 Staten
zetels bezet, de Chr. Hist. 36 en de R.-
Kath. 172 zetels.
In 1919 toen de Chr.-Hist. zich beter
hadden georganiseerd, werden deze
cijfers respectievelijk 88, 54 en 182.
En in 1923 liep het aantal Antirevo
lutionaire leden terug tot 86, terwijl
de Chr.-Hist. op 75 leden kwamen, en
de R.-K. op 184.
Bovendien klom het aantal Staatk.
Geref. Statenleden, dat in 1919 nog
slechts 3 bedroeg in 1923 tot 8.
Hieruit blijkt dus, dat er de laatste
jaren een rechtsche wind waaide en
ook dat de positie van de Antirevolu
tionaire partij in de Staten sinds 1919
door den sterken vooruitgang van de
Chr.-Hist. en Staatk. Geref. niet noe
menswaard geschaa.. werd.
Bij een beschouwing van de sterkte
der linksche partijen blijkt duidelijk,
dat het 't liberalisme was, dat het ge
lag had te betalen.
In 1913 bedroeg het aantal liberale
Statenleden nog 202, weU cijfer in
1919 daalde tot 83 1923 tot 63.
Van dien achteruitgang profiteerden
behalve de rechtsche partijen ook de
Vrijz. Democraten en de S.D.A.P., wel
ke beide partijen echter in 1923 niet
onbelangrijke verliezen leden.
De Vrijz.-Dem. kwamen van 28 ze
tels in 1913 op 44 zetels in 1919, welk
getal in 1923 daalde tot 39.
De S. Ü.A.P., die in 1913 nog slechts
43 Statenleden gekozen zag, bracht
dit cijfer in 1919 tot 117. In 1923 had
zij echter een verlies van 10 zetels te
boeken.
Merkwaardig is zeker wel, dat de R.-
K. Staatspartij, die de laatste jaren
door de opkomst van enkele anti-pa-
pistische partijen zulke hevige aanval
len te verduren had, daarvan niet den
minsten hinder ondervond. Hare po
sitie bleef ongeschokt.
In Zuid-Holland was in 1913 de ver
houding 45 leden rechts en 37 links.
In 1919 bleef de rechtsche meerder
heid bewaard, maar de sterkte der par
tijen onderling werd belangrijk ge
wijzigd.
Het aantal A.-R. leden liep terug
van 27 op 17, de Chr.-Historischen kwa
men van 6 op 8 zetels en de R.-Katho-
lieken van 12 op 17.
In 1923 werden deze cijfers resp. 16,
12 en 16, terwijl de Staatk. Geref. 2 ze
tels verkregen.
Het aantal liberale leden daalde
van 28 in 1913 tot 12 in 1919 en 9 in '23.
De Vrijz.-Democraten daalden van 5
in 1913 tot 3 in 1919, welk aantal in
1923 gehandhaafd bleef. De Soc.-Dem.
tenslotte, die in 1913 nog slechts 3 ze
tels bezet hielden kwamen in 1919 op
21 leden, welk getal in 1923 tot 20 te
rugliep.
Aan voorspellingen omtrent de toe
komst wagen wij ons niet.
Maar zooals wij Zaterdag reeds op
merkten, gezien de cijfers van 1925,
dan is de toekomst niet rooskleurig.
Er dreigt gevaar.
Met name door de A.-R. partij, zal
met volle kracht gewerkt moeten
worden om de dreigende afbrokkeling
van de rechtsche meerderheid te
voorkomen.
Het Handelsblad in zorg.
Het Handelsblad is in zorg. Niet
voor zichzelf of voor de oude beproef
de liberale beginselen. O, neen, voor
de Anti-Rev. Partij.
Het blad herinnert aan de stemmen
van Anti-Rev. die in het Handelsblad
zich uitten tegen het Belgisch verdrag.
Dan vervolgt het blad:
Blijkelijk leeft er in die partij veel
meer verzet dan haar offic'eele orga
nen wel willen doen uitkomen Zoo
ontvingen wij dezer dagen een brief
van een Gereformeerden abonné op
ons blad (hij gaf naam en adres volle
dig op) waarin o.a. het volgende
stond:
„Als christelijk onderwijzer aan
een bijzondere Gereformeerde school
BUREAU t Hooigracht 35
- Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
was ik tientallen van jaren lid der
anti-revolutionair© partij. Doch op
den avond van 11 Nov. '26, toen het
tractaat in d© Tweede Kamer was
aangenomen, heb ik mijn lidmaat
schap opgezegd. Ik schreef o.m., dat
ik me ging voegen bij een partij, bij
welke ik de rechten en belangen
van Nederland veiliger achtte.
„En wat zullen nu onze mannen
broeders in de Eerste Kamer doen?"
Dergelijke uitingen kan men van
anti-revolutionairen vaak hooren. Er
heerscht veel ontevredenheid over de
leiding, die een hoog spel schijnt te
spelen, niet alleen met de nationale
gevoelens, maar ook met het partij
belang. Want de A.-R. zijn, in de po
litiek, eenerzijds geflankeerd door de
Staatkundig Gereformeerden van Ds.
Kersten en anderzijds door de Chris-
telijk-Historischen. Naar welke zijde
de malcontenten onder de A.-R. ook
uit d© partij stappen, aanstonds zijn
zij in een andere, eveneens Christelij
kedie zich al9 nationale partij op
11 Nov. heel anders heeft gedragen
dan de Anti-Revolutionaire.
Het dunkt ons dan ook onbetwijfel
baar, dat, als er morgen een Kamer
verkiezing was, de A.-R. fractie nogal
gehavend uit de bus zou komen.
Ze zou een aanzienlijk aantal stem
men verliezen.
Laat ons hierop nu eens een kort en
bondig bescheid geven. Dat is dit:
In het algemeen gelooven wij niet,
dat goede Anti-Rev. zich met klach
ten tot het Liberale Handelsblad zul
len wenden. Die dat doet geeft van
een zonderling© zielestemming blijk.
Maar ook hoe droef wij het vinden
(lat sommigen van ons weggaan, wij
willen liever met de helft van onze
mannen, trouwe strijders, ovei'blijven,
dan op oud-4—i'ale wijze ons laten
spannen voor den wagen van het Han
delsblad en zijn politiek. Het gestook
van het Handelsblad kan de Anti-Rev.
Partij niet schaden, al kost het ons
ook een deel van onze menschvn.
V Geen rekensom.
In de Econ. Sta. Berichten van 23
Febr. 1927 treffen we een artikel aan
van Mr. J. A. Brouwer over de „Ver
moedelijke Economische Geyolgen
van het AntwerpenMoerdijkkanaal."
De schrijver becijfert, dat die gevol
gen voor Rotterdam en voor Neder
land in het algemeen zeer nadeelig
zullen zijn.
We zullen zijne berekeningen niet
overnemen, omdat w© daar de plaats
ruimte niet voor hebben, maar ook
omdat de inleiding tot die berekenin
gen niet onaanvechtbaar is.
D© schrijver laat den lezer in den
waan, dat er niet .anders is dan eenc
concurrentie tusschen Rotterdam en
Antwerpen en verzuimt te wijzen op
de concurrentie met Hamburg. Duide
lijk genoeg is hierop anders de aan
dacht gevestigd door de Standaard en
onlangs ook in de Vrijheid, het week
blad van den Vrijheidsbond.
Wanneer deze factor, de positie van
Hamburg tegenover Rotterdam (en
Antwerpen) mede in het geding be
trokken wordt, blijkt het betoog van
Mr. Brouwer, al i3 zijn becijfering op
zichzelf genomen waarschijnlijk wel
juist, de groote kwestie slechts voor
een deel te raken.
„De goederen", zoo schrijft hij, „kie
zen in internationaal verkeer hun weg
over dien tak van de delta, welke voor
hen den geringsten economischen
Weerstand oplevert". Van deze ge
dachte uitgaande beredeneert hij eerst
en becijfert daarna, dat het Antwer-
pen^-Moerdijkkanaal den weerstand
voor het goederenverkeer over Ant
werpen opheft en Rotterdam daarvan
de dupe wordt.
Het komt ons voor, dat er op de stel
ling, waarvan de schrijver uitgaat,
wel iets is aan te merken, namelijk
dat de mogelijkheid groot is, dat de
bedoelde goederen (uit het Duitsche
industriegebied) op den duur hun weg
niet zullen kiezen over de delta,
maar langs spoorwegen en kanalen
naar Hamburg.
„Vergelijken wij het Rijngoederen-
verkeer met een goederenstroom",
zegt de schrijver. Het beeld is goed,
maar de vraag is, waar die goederen
stroom zich heenricht. Het water van
den Rijn is gebonden aan zijn bedding
en zal blijven stroomen naar Rotter
dam. Maar de goederen?
Ook zonder AntwerpenMoerdijk
kanaal blijft het gevaar voor Rotter
dam groot. Ook zonder dat kanaal
kan het zijn, dat Rotterdam ten doode
is opgeschreven. Antwerpen niet, want
dat blijft de haven voor het groote Bel
gische industrie-gebied en voorloopig
ook voor Noord-Frankrijk. Maar Rot
terdam? Het kan van Nederland al
leen niet bestaan.
D© groote beslissing, waarvoor de
Eerste Kamer de volgende week komt
te staan, is niet eenvoudig. Met een
rekensommetje is ze niet op te lossen
Integendeel het is een internationaal
economisch vraagstuk van zeer groote
beteekenis.
DE KINDERKLINIEK VAN HET
NIEUWE AGAD. ZIEKENHUIS
IN GEBRUIK GENOMEN.
Er-schijnt thans schot te komen in
den afbouw van het nieuwe Acad. Zior
kenhuis, welke, zooals bekend, een
ware lijdensgeschiedenis achier den
rug heeft, Kort voor den oorlog is men
met den bouw, welke door het Rijk ge
heel in eigen beheer zou geschieden,
begonnen.
Door den oorlog moest het werk
worden stopgezet Daar stonden de ge
bouwen, onafgewerkt. De toefetand
der schatkist gedohgde, toen de/oorlog
eenmaal ten einde Vas, niet, met den
bouw voort te gaap/Nen aan/ankelijk
scheen het, dat er vaiLde /oltooiing
de eerste twintig jaren v^e/ niets zou
komen.
Al zullen er nog wel #ehige jaren
verloopen, voordat het /„Zi^enhuis-
dorp" geheel zal zijn v<ytooid,\n elk
geval zijn we thans z/over, dat, na
dat d© regeering besloten had geleide
lijk met den afbouw roort te gaan\in
den loop van dit jam* vermoedelijk
drie gebouwen in gbruik zullen kun
nen worden genomen, namelijk een
gebouw voor de kindergeneeskunde,
een voor de verloskunde en een voor
ae oogheelkunde. Met de afdeeling
kindergeneeskunde is men echter
thans zoover gevorderd, dat de offi-
cieele ingebruikneming hedenmiddag
is kunnen geschieden.
De kliniek voor de Kinderafdeeling
bestaat gelijkvloersch uit drie afdee-
lingen: le. polikliniek, 2e. vermoedelijk
besm. ziekten en 3e. besm. ziekten.
Wanneer men den achteringang in
komt -krijgt men allereerst de polikli
niek met verschillende onderzoekka-
mertjes, wachtkamers, chem. labora
torium en toilet. Wanneer nu de pa
tiëntjes aldaar onderzocht zijn en be
smettelijk^ ziekte vermoed wordt
gaan ze naar de afd. die we in ds 2©
plaats noemden. Daar wordt een na
der onderzoek ingesteld, welke de be
smettelijke ziekte is waaraan ze lij
den. Dez© afdeeling bestaat uit een
aantal z.g. boxes kleine kamertjes,
voor één persoon geheel afgeschei-'en
van elkaar, met eigen meubilair. Het
voordeel van deze boxe-verpleging is
dat betrekkelijk weinig plaatsruimte
noodig is, waardoor veel kosten wor
den uitgespaard.
Wanneer de kinderen in die 2e afd.
onderzocht zij en geconstateerd is de
aard der besm. ziekte gaan ze naar de
3e afd. besm. ziekten. Ool£ daar vindt
men 3 zalen met het Koxe-systeem,
verder een operatiekamertje, hoofd
zakelijk voor trageotomie, een badka
mer voor de verpleegsters en een af-
declingskeuken, die w© ook aantrof
fen bij de 2e afdeeling.
Op de le etage treffen we allereerst
aan een collegezaal met wachtkamer.
Verder zit- en slaapkamers voor de
Hoofdverpleegsters en de assistente.
Hier bevindt zich ook een kamer voor
den hoogleeraar en een voor den Amen-
nuensis. De 2e Stfd. wordt ingenomen
door Laboratoria, 3 frissche kamers
met veel licht. De 3e afd. is de kinder
kliniek voor niet besmettelijke ziek
ten. Men, treft daar aan 3 zaaltjes met
onderzoekkamer. In die afdeeling
vindt men ook nog een desinfectiever-
trekje en een melkkeuken.
Als we nu nog zeggen dat onder het
dak van het gebouw zich een groote
zolder bevindt voor bergruimte geloo
ven we het meeste genoemd te hebben
D© kleur van het meubilair is zoo
veel mogelijk eender gehouden met de
kleur van de wanden, zoodat het ge
heel een aangename, frissche indruk
geeft. De vloeren der kamertjes zijn
voor een groot gedeelte van Triolin.
D© laboratoria echter hebben houten
vloeren. De trappen zijn van natuur-
gTaniet. Zoo zouden we door kunnen
gaan met het opmerken van bijzonder
heden, maar ons dunkt dat onze le
zers zich nu wel eenigszins kunnen
voorstellen hoe het er van binnen uit
ziet.
Vanmiddag hebben onder leiding
van prof. Gorter en den directeur den
heer Maas een aantal genoodigden, on
der wie verschillende rijks-, gemeente
en onderwijsautoriteiten, de nieuwe
kliniek bezichtigd. Vrijdag 4 Maart des
namiddags van 2 tot 4 uur zal de kli
niek voor het publiek te bezichtigen
zijn.
PROPAGANDA-FEESTAVOND L. G. V.
Ter gelegenheid van haar 10-jarig
bestaan hield gisteravond d© Leidsehe
Geitenfokvereeniging een propaganda-
feestavond in het Nuts gebouw (Steen-
schuur).
Op d© agenda stond als beginuur 7.30
maar door de groote toeloop van; be
langstellenden, liep het al aardig naar
half negen toen d© voorzitter, d© heer
H. W. van Zijp, de vergadering opende.
Hij riep allen een hartelijk welkom
toe en gaf daarna eerst het woord aan
Dr. M. D. Horst, die een lezing hield
over: Het verband tusschen ziekten
van mensch en geit. Spr. wees er in
zijn lezing op dat tegen het houden
van een geit niets in te brengen is,
wanneer er maar voor gezorgd wordt,
dat de stallingen zindelijk gehouden
worden. Wanneer dat niet gebeurt, dan
bestaat het groot© gevaar, dat de vlie
gen gevaarlijke ziekten overbrengen.
Overigens kan een geit net zoo goed
ziek worden als een mensch. Toch be
staan er nog wel ziekten van de geit,
die voor den mensch gevaarlijk kun
nen zijn. Ten eerste zijn daar de bac-
terieele infectieziekten. Spr. staat bij
verschillende van zulke ziekten stil,
als daar zijn: de tuberculose, de malta
koorts als bacterieele ziekten en als
parasitaire ziekten de lintworm, die
in de darm van den hond leeft en zich
ook ontwikkelt in het vleesch van de
geit. Ook noemde spr. nog de para-
typhus en enkele huidziekten. Spr.
wees er bij dit alles op, dat hier in de
omgeving van Leiden verschillende de
zer ziekten niet zoo gevreesd behoeven
te worden. Echter moet men b.v. voor
zichtig zijn met den invoer van geiten
uit Frankrijk, omdat daar nogal de
malta-koorts heerscht onder de geiten.
Verder raadt spr. den geitenhouders
aan, vooral er op te letten dat de
stallen zindelijk gehouden worden en
in geval van vermoeden van ziekte de
melk te koken. Spr. besluit met den-
wens cb, dat het den leden der ver-
eeniging met bun familie en hun gei
ten goed moge gaan.
Deze lezing, die zeer populair werd
voorgedragen, werd met aandacht ge
volgd.
Toen volgde een stukje muziek, viool
en piano door den heer S. Broekhuizen
en Mej. T. Senger.
Daarna nam de voorzitter weder het
woord en huldigde den secretaris. J. N,
v. d. Molen, di© al deze 10 jaar de
vereeniging als secretaris gediend
heeft. Spr. bood den secretaris aan het
lidmaatschap van verdienste en een
schilderij, voorstellende enkele geitjes.
Twee kinderen der leden overhandig
den onder heit voordragen van teen
versje een bouquet bloemen aan den
heer v. d. Molen.
Deze dankte voor de bewijzen van
waardeering en bood den voorzitter en
een der leden elk een taart aan.
Daarna gaf de heer Joh. van der Mey
de geschiedenis der vereeniging in
dichtmaat. Het was een humoristisch
stuk werk, dat met een dankbaar ap
plaus ontvangen werd.
Verder werd de avond gevuld met
voordrachten en muziek, en, laten we
dat niet vergeten, met de pauze, waar
voor enkele attracties bereid waren.
We hopen dat veel donateurs en do
natrices gewonnen zijn en dat deze
avond goed propagandistisch gewerkt
heeft.
KONINKLIJK BEZOEK.
H.M. de Koningin-Moeder en H.K.H.
Prinses Juliana hebben hedenmorgen
omstreeks half 11 een bezoek gebracht
aan het Rijksmuseum van Oudheden
alhier ter bezichtiging van de Egypti
sche afdeeling.
Het gevolg van de Koningin-Moe del-
bestond uit: Freule van Itterson, hof
dame, en den kamerheer Graaf van
Limburg Stirum. De Prinses was ver
gezeld van Fr'eule Sloet van Marxveld
en de gouvernante, Mej. Oosterlee.
Het vorstelijk gezelschap werd rond
geleid door den Directeur van het Mu
seum, Dr. J. H. Holwerda, en den con
servator voor de Egyptische afdeeling
Dr. van Wijngaarden. Het bezoek heeft
tot even over 12 geduurd, waarna het
vorstelijk gezelschap naar Den Haag
is teruggekeerd.
WETHOUDER A. MULDER.
Wij vernemen dat de toestand van
den heer A. Mulder, waaromtrent wij
gisteren een uitvoerig bericht gaven,
iets gunstiger is. Het ondergaan van
een operatie, zooals verluidde, achtt
d© geneesheer momenteel niet ge-
wenscht.
Hoewel niet zonder zorg, is de toe
stand van den patiënt dus op 't oogen-
blik bevredigend.
ARCHAEOLOGISCHE LEZING
Gisteravond hield in het Rijksmuse
um van oudheden te Leiden Dr. J. H.
Holwerda, directeur van dit museum,
een lezing over „Brittenburg te Kat
wijk, Roomburg te Leiderdorp en d©
Burcht van Leiden".
Spr. begon met er op te wijzen, dat
onze kennis van de vroegste Middel
eeuwen den laatsten tijd steeds gerin
ger geworden is, zulks ten gevolge van
het feit, dat de historische kritiek de
oorkonden, kronieken en heiligenle
vens onbetrouwbaar heeft verklaard.
Gewone advertenKSn per regel 2Ï/» oent
Ingezonden Mede deelingen, dubbel Uziet
Bi} contract, belangrijke redactie.
Kleine advertentie* bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
Binnenland.
Koninklijk bezoek aan Leiden.
De kinderkliniek van het nieuwe Ac
Ziekenhuis te Leiden in gebruik geno
men. j
Moedig gedrag van militairen bij ge
vaar van munitieontploifing te Am
sterdam beloond.
Buitenland.
Bij een tweetal mijnrampen in En
geland zijn vermoedelijk 65 mijnwer
kers omgekomen.
Het Engelsche Kabinet schijnt be
sloten te zijn, den vrouwen op 21-jarl-
gen leeftijd het kiesrecht te geven.
Men vreest te Moskou een breuk
met Engeland.
De opgravingen daarentegen hebben
aan het licht gebracht, dat er meer
waarheid in die oude verhalen zit dan
men veelal geneigd is aan t© nemen.
Zoo verhalen de oude kronieken van
een uitzichttoren, door den Romein-
schen keizer Caligula of Claudius op
gericht tegenover Britannië en des
wegen „arx britannica" (Brittenbrug)
genoemd.
Deze burcht zou in 860, het jaar der
overstroomingen en natuurrampen,
door d© golven verzwolgen zijn.
Andere Romeinsche nederzettingen
zouden geweest zijn ter plaatse van
den Burcht te Leiden en het klooster
Roomburg te Leiderdorp. Bij dit laat
ste stond in de 16de eeuw het kasteel
Rooclenburg, waar in 1502 enkele over
blijfselen uit den Romeinschen tijd ge
vonden zijn. In 1520 is voor het eerst
in d© litteratuur sprak© van het Brit-
tcnburgfu.-«d.ment en sindsdien ko
men de daar gevonden Romeinsche
overblijfselen voortdurend in d© ge-
schiedboeken voor.
Voor eenige jaren ontving spi\ een
schrijven van zijn collega te Cassel,
in wiens depot een schilderij gevon
den was waarop de Hollandsche kust
voorkwam met eenige Romeinsche
dingen .Het bleek spr,, dat het hier
een schilderij van Brittenburg, dat uit
het kabinet van de Graven van Was
senaar met tal van andere zaken naar
Cassel is verkocht, betreft.
Het is evenwel gebleken, dat de over
blijfselen die op den Brittenburg zou
den gevonden zijn volgens de voorstel
lingen op oude schilderijen en platen
niet van een Romeinschen burcht af
komstig kunnen zijn. De inscriptie is
dezelfde als die welke reeds in 1502
ter plaatse van Roomburg te Leider
dorp gevonden zijn, de sculpturen kun
nen niet Romeinsch zijn omdat zij in
zwarten steen zijn en de verdere over
blijfselen bevatten aanwijzingen be
treffende de Romeinsche legioenen die
omstreeks de 2de eeuw hier te lande
gelegerd zijn geweest. Deze zijn klaar
blijkelijk afkomstig van een castellum
ter plaatse waar thans het Mallegat
is; ook spr. heeft darfr dergelijke over
blijfselen uit den Romeinschen tijd ge
vonden.
Ook de fundamenten van den Brit
tenburg toonen weinig overeenkomst
met de Romeinsche Castella.
Wat is de Brittenburg dan wel ge
weest? Spr. laat verschillende burch
ten met de bijburchten uit den Caro-
lingischen tijd zien en het blijkt dat
de fundamenten van den Brittenburg
daarmee veel overeenkomst vertoo-
nen. Het is derhalve zeer waarschijn
lijk, dat we hier een castellum van
Karei den Groote hebben hetgeen door
een geschiedboek wordt bevestigd.
Brittenburg is door Karei den Groo
te gebouwd aan de oevers van den
Rijn ter beveiliging van het land te
gen de opvarende Noormannen.
Ook ter plaatse van het tegenwoor
dige Muiderslot alsmede van het kas
teel Roodenburg (Leiderdorp) hebben
dergelijke burchten gestaan.
D© Leidsehe burcht en ook hierin
blijkt het oude kroniekverhaal juist
is de opvolger geweest van den
Brittenburg. Dit is ook door Spr.'s op
gravingen voor enkele jaren daar ge
daan bevestigd.
Spr. eindigt met het vermoeden uit
te spreken, dat de opgravingen nog
wel van meer oude verhalen de waar
heid zullen aantoonen.
BRITTENBURG-TENTOONSTELLING
Gisteren is in het Rijksmuseum van
Oudheden de tentoonstelling geopend
van afbeeldingen van den „Britten
burg".
Het betreft hier ©en zéér belangrijk©
tentoonstelling, gelijk men begrijpen
zal uit het verslag der rede, die Prof.
Holwerda gisteravond gehouden heeft
en waarvan boven het verslag is opge
nomen. Wij zien op d©z© tentoonstel-