CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS.
Dit nummer bestaat uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
7d* JAARGANG
WOENSDAG 16 FEBRUARI 1927
NUMMER ^004
IDSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buifen Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaalf 2.50
Per week 1 0.19
Franco per post per kwartaal 1 2.90
7 Spanning in 1925.
De heer Van Vuuren, wiens Gronin
ger rede wij gisteren aanhaalden, heeft
niet onverdienstelijk geschilderd de
spanning, die in 1925 heerschte met en
r.a de verkiezingen.
In 1925 stonden alle drie rechtsche
partijen aan aanvallen in hun zijden
bloot van ontevreden geestverwanten.
Wij (dat zijn de Katholieken) hebben
die te doorstaan gehad, aanvankelijk
zelfs van drie kanten van de Nieuwe
Katholieke Partij, van St. Michaël en
van de Volkspartij. Wij weten dus bij
ondervinding hoe in zulke gevallen al
le aandacht wordt geconcentreerd op
dit eene punt: hoe weren wij het best
de gevolgen van die beweging af en
behouden wij onze mannekes.
De anti-revolutionaire partij heeft
een aanval, als waartegen wij ons teen
hadden te verweren, vroeger gekend,
toen de partij van den heer Staalman
tegen haar positie had genomen. Zij
is pal staande dien strijd gelukkig te
boven gekomen.
Ditmaal was de aanval tegen beide
bondgenooten echter van anaeren aard
Zij werden bedreigd door partijtjes,
die ln hoofdzaak om hurt samengaan
met Pome, hen bestookten en afvalli
gen trachten te maken. Het is daarom
niet zoo geheel onverklaarbaar, dat,
om zich tegen die zuigkracht van die
partijtjes te verweren, de beide chris
telijke partijen in de verleiding kwa
men de met afval dreigenden in hun
anti-papisme tegemoet te. komen In
één opzicht waren ze te dien aanzien
in ongunstiger positie nog dan wij. Bij
ons stond er geen bestaande partij Pe
reed, om hen die ons verlieten, op te
vangen en was er geen gevaar, dat
zoo'n verwante partij zich zou opma
ken, om ons mannetjes af 'e troggelen
Hoe steviger de antirevolutionairen pal
stonden, hoe mooier de kans, dat de
christelijk historischen, als zij in anti
papistische richting gingen, anti-pa.-
pistische antl-revolutiorairen van hun
partij zouden aftroggelen. Voor de an
ti-revolutionairen moest daarin een
verleiding liggen, ten einde hun men-
schen riet in de fuik te laten vangen,
bij het anti-papisme in 't gevlei te
komen. Tot hun eer moet gezegd wor
den, dat 7ij trouw aan hun verle
den waarin zii steeds een principieele
politiek voerden aan die verleidirg
schitterend weerstand hebben geboden.
Voor de Christelijk-historischen die
dadelijk bezweken, was daarin echter
een reden gelegen, om eenmaal op dien
weg, daarop verder te gaan, omdat,
dank de correcte houding der anti-re
volutionairen, de kans op winst en
voordeel grooter was gewornen. De
Christel ijk-historischen konden zich op
deze wijze dekken tegen het verlies dat
de dwergpartijtjes hun en de anti-revo
lutionairen toebrachten.
In een opzicht meenen wij dat het
slot van dit betoog mank g£\at.
Wij geven gaarne toe, dat de kwes
tie van het gezantschap bij eten Paus
door de Christelijk-Historischen is aan
gegrepen om nu eens te toor.en dat
men volstrekt niet zoo met Rome in
alles meeging. Maar naar onze nKe-
ning heeft men daarbij gehoopt dat de
R.-Kath, wel toe zouden geven, zooals
ze inderdaad ook in 1926 toegegeven
hebben.
Dat hierin gelegen zou hebben een
stille hoop dat de A.-R. partij zou af
brokkelen ten gunste van- de C.-H. Unie
mogen wij niet aannemen.
Voorwaarde tot herstel.
De heer Van Vuuren besprak ook de
voorwaarde die in de eerste plaats
moet ingewiligd worden wil men tot
herstel> kunnen komen.
Die voorwaarde is, dat er moet zijn
een stevige basis voor vertrouwen.
Met de opheffing van het gezant
schap, zegt hij, is niet de geest bezwo
ren, die -de christelijk-historïschen in
de verkeerde richting dreef.
En daarom is het, nu eenmaal de
booze geest is opgeroepen en stevig ge
voed, niet zoo gemakkelijk voor onze
bondgenooten om nu, alsof er niets ge
beurd was, weer naar ons toe te ko
men. Wij op onze beurt, door ervaring
wijs „geworden, wagen ons riet in de
kou, waarin wij in 1925 bevroren, zon
der een dikke overjas, die ohs voor een
herhaling behoedt.
Het moet niet meer gebeuren, dat
men een verkiezingsstrijd voert in het
te eken van het anti-papisme, alsof ei
genlijk de katholieke partij de eenige
vijand is, waartegen men zich heeft te
verweren, terwijl men in zijn binnen
ste met het voornemen rondloopt,
straks met die katholieke partij een
kabinet te vormen. De partijen moe-
BUREAUHooigracht 35
Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ten daarom in voorafgaand overleg
het program van actie vaststellen, dat
zij, op elkaar aangewezen, in samen
werking zullen trachten te verwezen
lijken.
Ziet daar m.i. nog altijd het eenige#
middel om tot een gezonde 'door kie
zers gedragen samenwerking terug te
keeren. Het is echter niet toe te pas
sen zonder een nieuwe verkiezing en
een nieuwe verkiezing is in normale
omstandigheden niet voor 1929 te wach
ten. Ik zie dus het herstel van de coa
litie en het optreden van een parle
mentair kabinet niet voor Augustus
van dat jaar.
Naar het ons voorkomt, is het vol
strekt niet noodig om met diehersteL
pogingen te wach'en tot 1929.
•Zeiden wij gisteren reeds dat bet on
gewenscht is om vóór de komende Sta
tenverkiezing dit ter sprake te brengen
er is nog een reden om van deze Sta-
tenstembus een belangrijke invloed te
verwachten.
Men weet het. al is in de Tweede Ka
mer de rechtsche samenwerking offi
cieel verbroken, in de Eerste Kamer is
de coalitie nog springlevend.
Nu heeft deze Statenverkiezing groo
ten invloed op de toekomstig© samen
stelling van de Eerste Kamer. Wordt,
naar we hopen e« verwachten, 'de
rechtsche meerderheid in de Staten be
houden en verstevigd, dan is daarmee
de samenstellirg van de Eerste Kamer
voor geruimen tijd rechts gebleven.
Ongetwijfeld zal dit een schaduw
werpen op de algemeene politiek.
Na de Statenstembus moet dan ook.
bij gunstigen uitslag, het plantje door
ür. de Visser inmiddels geplant, wor
den verzorgd en opgekweekt.
Wij kunnen die werkzaamheden, die
in eerste instantie hui-en ons omgaan,
daar zij tusschen Chr.-Hist. en R.-Kath.
plaats hebben moeten, met belangstel
ling gadeslaan.
STADSNIEUWS.
OFFICIEELE KENNISMAKING.
Gisteren na afloop van de gemeen
teraadsvergadering gaf de Burge
meester, Mr. A. van de Sande Bakhuij-
zen, aan corporaties en personen uit
de burgerij, gelegenheid om him op
wachting te maken.
Een breede rij kwam reeds direct
na de vergadering de trappen van het
•stadhuis op. Langzaam vulde de ge-
heele raadszaal zich met een bonte rij
van allerlei vertegenwoordigers van
vereenigingen, kerken en organisaties
Vergezeld van de wethouders en
den secretaris was* de beminnelijke
figuur van onzen Burgervader in
de weer om alle belangstellenden
vriendelijk tegemoet te treden, yoor
ieder had hij een vriendelijk woord,
een handdruk of een lachje. Voor de
Pers was,zeer vriendelijk, ook in de
Wethouderskamer een plaatsje gere
serveerd.
Wij telden ruim 50 organisaties en
ons ontgingen nog heel wat namen.
Het is niet .doenlijk daar een opsom
ming van te geven. Daarom doen wij
greep en vermelden de Militaire Over
heid, het Waterschap Rijnland, de Ka
mer van Koophandel, de Senaat onzer
Academie, Studenten-organisaties, Ver
eeniging voor Vreemdelingenverkeer,
SchoolvereenigingenKerkgenootschap
pen, 3-Octobervereeniging, Verschil
lende organisaties uit handel en be
drijf, zangvereenigingen, gymnastiek-
vereenigingen, Padvinders-organisa
ties, enz. enz.
Ook wij vonden gelegenhid om Z.
E. A. onze beste wenschen aan te bie
den en ons blad in zijn vriendelijke
belangstelling aan te bevelen.
A. I. WITMANS. f
Hedenmorgen is, na een ongesteld
heid van slechts twee dagen, de heer
A. I. Witmans Mz., lid Van den Ge
meenteraad overleden. Maandagmor
gen werd hij op zijn bureau onwel en
werd hij door Dr. Horst per auto naar
zijn woning gebracht. Aanvankelijk
deed het zich niet zoo ernstig aanzien,
maar later bleek dat de heer Wit
mans een beroerte gekregen bad, en
hedenmorgen 9 uur is hij overleden.
Dit bericht zal door velen in onze
stad met droefheid vernomen worden,
want de heer W. was in wijden kring
een geziene persoonlijkheid, vooral
door zijn bemoeiingen inzake belas
ting- en huurkwestie§.
De heer Witmans werd 1 December
1861 hier ter stede geboren; zijn vader
was boekhandelaar. Na een M.u.l.o.-op
leiding te hebben gehad, werd hij
klerk bij de Rijksbelastingen hier ter
stede. Van 1888 tot 1917 was hij deur
waarder bij de Rijks directe belastin
gen, eerst te Leiden en na 1907 te 's-
Gravenhage. Gedurende 20 jaren heeft
hij het voorzitterschap bekleed van de
Vereeniging van Deurwaarders bij de
Rijksbelastingen.
9 Juli 1901 werd de heer Witmans
tot lid van den Gemeenteraad gekozen
als candidaat van de Vrijzinnige -par
tij. Hij had zitting tot 1 Nov. 1907,
toen hij in verband met zijn overplaat
sing naar Den Haag als zoodanig ont
slag moest nemen.
Toen de heer Witmans in 1917 ge-
pensionneerd werd, vestigde hij zich
weer in zijn geboortestad. Tijdens den
oorlog werd hij secretaris van de Ge
meentelijke Huurcomimissie, ook was
hij secretaris van de Gemeentewonin
gen alsmede gedurende 15 jaar voor
zitter van de Vereeniging „Schoolkin
dervoeding".
Als voorzitter van de Democratische
kiesvereeniging alhier was de heer
Witmans een dergenen die den stoot
gaven tot de oprichting der Democra
tische Partij.
25 Mei 1923 werd hij als candidaat
dezer partij wee'r tot lid van den raad
gekozen.
De heer Witmans was voorts pen
ningmeester van het Hoofdbestuur der
Dem. Partij.
Opvolger van den heer Witmans als
lid van den raad is de heer J. Ebbink,
die echter naar wij vernemen geen
zitting zal nemen. Mocht dit juist zijn
dan zal de vierde op de candidaten-
lijst der Dem. Partij, de heer L. Weyl
lid van den raad worden.
LEZING Dr. K. J. BROUWER.
Gisteravond trad in de groote zaal
van 't Nut (Steenschuur) op Dr. K. J.
Brouwer, Zendingsdirector van Oegst-
geest, tot het houden van een lezing
over: „Gelijk of ongelijk".
Spr. begint, na voorgegaan te zijn
in gebed, met er op te wijzen dat een
zijdigheid in het leven een onmogelijk
heift' is. Iedere zijde heeft haar keer
zij Je uit den aard der zaak. Ook be
staat er geen menscli, die absoluut
eenzijdig is. Zelfs Nietzsche, de man
met hardvochtige denkbeelden, moet
in het persoonlijk leven een teer hart
gehad hebben. Vooral tegenover de
geestelijke dingen staan de menschen
van onzen tijd zeer dubbelzijdig. Er is
in onzen lijd een streven naar gelijk
heid. Deze nivelleerings-tendenz vin
den we o.m. in de arbeidersklasse ten
opzichte van de loonen. En zelfs hfet
groote geslachtelijke verschil wil men
overbruggen.
Spr. haalt eenige voorbeelden aan
van de modern© vrouw. Ook echter,
vervolgt spr., zien we aan de keer
zijde van de medaille de ongelijkheid.
Daar vindt men een streven dat met
de nivelleerende mechanische wereld
verklaring allang heeft afgedaan. Daar
zien we hoe het personalisme gehul
digd wordt, hoe men ieder kind wil
doen opgroeien naar eigen aard en
aanleg en ook de studenten op de
Academie kunnen, in tegenstelling
met vroeger een Ljpaald hoofdvak kie
zen met bijvakken. Hetzelfde streven
vinden we in het huisgezin waar de
ouders er prat op gaan dat ze niet
meer indezelfde verhouding tot hun
kinderen staan als hun ouders vroe
ger tot hen. Zelfs in de kerk vinden
we die ongelijkheid. Een kerkdienst
voor allcii is niet meer genoeg. Er zijn
nu ook kerkdiensten voor jonge men
schen en voor kinderen. Spr. wil met
dit alles zeggen dat de menschen in
het streven naar de gelijkheid oog ge
kregen hebben voor de differentiatie.
De kwestie van de gelijkheid en onge
lijkheid is een probleem geworden,
wat dus eigelijk beteekent dat men
er aan gaat wanhopen. Men stelt de
kwestie paradox. Er is een tijd ge
weest dat de gelijkheid van alle men
schen aangenomen werd, toen de re-
volutie-theorieëp hoogtij vierden. Spr.
wijst er op dat wanner men het ver
stand op den troon zet, men ook de
gelijkheid predikt, maar dat wanneer
men het primaire ziet in het hart, de
ongelijkheid naar voren komt. Verder
behandelt spr. de vraag van gelijkheid
en ongelijkheid ten opzichte van twee
terreinen: dat der Maatschappij en dat
der Zending. Spr. wijst op de sociale
kwestie, op de verztkerings- en inva
liditeitswetten, op de kwestie van de
Medezeggenschap. Dat alles is op de
keper beschouwd een streven naar ge
lijkheid. Daartegenover stelt spr. het
woord van Ramsay MacDonald dat de
dag waarop allen gelijk zullen zijn, de
laatste dag der goede samenleving zal
zijn.
Die groote vraag van gelijkheid en
ongelijkheid treffen we, aldus spr.,
ook aan tusschen de rassen en volken,
en de ongelijkheid komt daar wel sterk
naar voren. De grootste anthropologen
weten op die' vraag geen antwoord.
Spr. wijst verder op de groote on
rust onder de volken. Die onrust komt
meestal voort uit het feit dat er op
de wereld zijn overheerschers en over
re 'schten. De onrust is wel zeer sterk
in onze Indien, waar een wijdvertakte
beweging is die strijdt voor de gelijk-
ic-id.
Spr. gaat dan de vraag van gelijk
heid en ongelijkheid stellen in het
licht van Gods Woord en haalt eenige
woorden aan van den apostel Paulus,
die als zendeling brengt de boodschap
van het Koninkrijk Gods en dan zegt:
Eén is Heer van allen. Dat is een ac
centueering van de ongelijkheid. In de
Schepping ligt de indifferentie. God
is een God van menigvuldigheid. Ze
hebben echter allen één Heer. Daarin
zijn ze gelijk. En ook in het feit, dat
ze allen hebben gezondigd. Dan is er
nog een gelijkheid die der verlossing.
Ze moeten allen door één poort ter
zaligheid.
Tenslotte wijst spr. er op dat ook in
den kling der gemeente Gods veel on
derscheid is, maar daar kan het ver
schil vrudhtbaar zijn. Petrus zegt,
dat de geloovigen zullen gebouwd
worden als levende steenen tot een
huis Gods. Zoo worden gelijkheid en
ongelijkheid verzoend. Alle ongelijke
steenen passen te zamen in dat huis.
De eene gelijke God is de Vader van
allen.
Hiermede was de lezing afgeloopen
en sloot de spreker met dankzegging.
HET LEVEN IN DEN STEENTIJD.
Gisteravond hield in het Rijksmu
seum van Oudheden aan het Rapen
burg Dr. A. E. Remouchamps, conser
vator aan dat museum, een lezing over
„het leven in den Steentijd", die druk
bezocht was.
Spr. begon met er aan te herinneren
dat bet nog niet zoo lang geleden is,
dat men de oudste geschiedenis der
menschheid uitsluitend bestudeerde
uit geschreven bronnen. In den loop
der vorige eeuw is dit anders gewor
den en dank zij de opgravingen in ver
schillende deelen der wereld, kunnen
wij ons thans eenigszins een denkbeeld
vormen van de levenswijze der men
schen in die lang vervlogen tijden.
Van die opgravingen- uit den steentijd
(den tijd waarin men zich voorname
lijk van steenen huisraad en werktui
gen bediende) noemen wij di© in de
omstreken van Troje, bij het Uddeler-
meer en in Drenthe (onze hunnebed
den).
De steentijd Lan weer in een twee
tal ondertijdperken verdeeld worden.
In den oudsten tijd leefden de men
schen hoofdzakelijk van jac-ht en
vischvangst, doch toen later landbouw
en veeteelt hun intrede deden, bracht
dit een hoogeren cultuurtrap met zich
mede, omdat men nu meer aan een
vaste wponplaats verbonden was. en
tengevolge daarvan ook meer werk
van het bouwen der hutten e.d. ging
maken.
Een Zweedsch geleerde, de heer
Ernst Klein, is op het idee gekomen
een experiment te nemen van het le
ven der menschen in den steentijd. Hij
vond daartoe een tweetal helpers, die
bereid waren een paar maanden op
dezelfde primitieve wijze te leven als
men dat destijds placht te doeh. Het
was een heldendaad van deze beide
mannen, de wereld van onzen tijd te
verlaten en in dierenhuiden gehuld,
met steenen werktuigen van boomstam
men een hut te bouwen, te leven van
fijn gewreven tarwe di© met geitemelk
vermengd werd en waarvan op een
vuur van takkebosschen koeken wer
den gebakken.
Vair dit leven is een film opgenomen
die het eigendom is van het Staats
Historisch Museum te Stockholm, en
getiield is „Steenal dersmannen"; deze
werd gisteravond vertoond. Het was
bijzonder belangwekkend, aldus als
bet ware het leven uirt dien oudsten
tijd voor oogen- te zien. We zagen de
beide „wilden" aan het werk in hun
hut, we zagen ze ook op een houtvlot
varen en op de vischvungst gaan, in 't
kort we zagen hun geheele levenswij
ze. Doch we veronderstellen wel. dat
ze heel blij zullen geweest zijn toen
het experiment voorbij was en ze in
de gewone maatschappij terugkeerden.
Gisteravond is een rijwiel van
cien heer J. W. V. dat hij onbeheerd
had laten staan, voor perceel 3 aan de
Witte Singel, ontvreemd. Op de fiets
bevond zich een pak manufacturen.
-Door de politie is gisteren aange
houden de 32-jarige koopman P. v. D.
wonende te Amsterdam, ter zake van
bedrog in den aard van koopwaar, *t
verkoopen van een koperen ring voor
goud.
Gistermiddag had voor de politie
post aan de Steenstraat een aanrij
ding plaats van de 17-jarige wielrij
der W. V. O., door een autobus, zoo
dat zijn fiets ernstig werd beschadigd
Bij de politie is een mooie her
dershond in bewaring, die nog ten
spoedigste kan worden teruggehaald.
BURGERLIJKE STAND.
Geboren: Hermanus, zv. H. C.
de Goeij en G. Azier. Johanna Wil hel
mina, dv. P. Corba en J. Selier. Cor
nelia, d.v. C. Mastrigt en J. Braggaar.
Johannes, z.v. j. W. Helversteijn en
Gewone adrerteaAiSa per regel 227» cent
Ingezonden Mede deelingen, dobbel taxie!*
Bij contract, belangrijke reductie* d
Kleine advertentiën bij vooraltbetaliag
▼an ten hoogste 30 woorden» worden dage-
lijke geplaatst ad 40 cent
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
Binnenland.
Het Leidsche raadslid de heer A. 1
Witmans overleden.
De annexatie Haarlem en randge*
meenten in de Tweede Kamer.
Bollenland.
De aardbeving in Herzegowina.
Een staatscrediet van tien millloen
francs voor de Fransche werkloozen.
Tengevolge van den mist in het Ka
naal zijn de overzeesche scheepvaart
diensten stopgezet.
J. Boot. Jacob, zv. W. Kruit en H. M.
Hoogervorst. Lily Violette, dv. J. P.
Maartense en H. C. van Dam. Pieter,
z.v. C. Brandt en C. de Bruin. Johan
na, d.v. B. de Zwijger en A. v. d. Weij
den. Lambertus, z.v. L. de la Rie en
H. Onvlee, Hermanus, z.v. H. v. Zan
ten en J. Ivoet. Alida, cl.v. J. v. d. Lin
den en W. M. Louwrier. Maria Hen-
drika, d.v. M. H. Fontein en J. E. Staf
feleu. Jantina, cl.v. D. J. v. Kooten en
L. Kikkert. Willem Hendrik, z.v. J.
Beij en M. Anneeze. Christina, d.v. A.
Tegelaar en M. Holverda; Leendert,
z.v. J. J. Kanbier en B. H. Rombaut;
Reinier, z.v. R. Regeer en J. S. Deve-
ling; Johan Jacobus, z.v. N. J. cle Groot
en A. J. E. v. d. Son; Hendricus Theo-
dorus, z.v. W. F. Siraa en S. T. de
Marie; Margaretha "Susanna, d.v. G.
van Oosten en A. Swaak; Pieter Abra
ham, z.v. A. Kerseboom en C. Noor-
dervliet;; Femmigje, d.v. E. Schrijver
en J. H. Varwijk; Theodorus Wilhel
mus, z.v. T. Lemstrc. en A. G. J. Hoog
kamer; Willem, z.v. M. v. Berkel en
H. M. de Marie; Johannes, z.v. G. Ku-
perus en J. Boonstoppel;. Anthonia
Hendrika, d.v. W. Brakel en A. H.
Wassenaar; Cornells Wouter, z.v. L.
L. Verwoerd en A. C. Grandia; Jan
Dirk; z.v. J. D. v. Egmond en J. Swa-
nenburg; Pieter, z.v. J. C. Kuisen en J.
Kalkhoven; Teunis, z.v. W. de Roode
en C. Spies; Jannetje Adriana, d.v. G.
Zonneveld en J. v. Heeringen; Johan
na Frederika, d.v. C. S. Boom en J. F.
Raar; Johanna, d.v. P. Ciere enM. v.
Westbroek; Johannes Cornelis, z.v. H.
Tegelaar en J. v. d. Kaay; Cornelis,
z.v. J. P. Prins en C. v. d. Heuvel; Cor-
nélie Johanna, d.v. B. J. G. Hogewind
en C. Haalebos; Jacoba, d.v. J. Singe-
ling en G. v d. Nat; Petronella Theodo
ra, d.v. H. D. Ivoelewijn en L. Nagte-
gaal; Maria, cl.v. A. H. Sieberfc en M.
Bon; Wilhelmina Alida, dv. L. C. v. d.
Voort en J. v. Kuieren; Hendrik Cor
nelis, z.v. N. W. Wassenaar en G. Gla-
zenborg; Willem Fredrik, z.v. W. F.
Filippo en M. D. v. d. Water.
Gehuwd: M. L. Herruer, jm. en1
C. M. Bronsgeest, gesch.; I. Tasseur,
jm. en J. Sieval, jet.A. Th. Herruer, jm.
en J. v. Berkel, jd.; F. Simons, jm. en
M. Leget, jcl.; E. A. A. Meyknecht, jm.
en M. C. v. d. Kley, jd.; J. P. Kwestroo,
jm. en J. Ober, jd.
Overleden: J. Colpa, na., 84 j.j
M. J. Plantfeber, z., 79 j.; II. Arnoldus
Vermeer, vr., 39 j.; M. A. Holtkamp,
m., 37 j.; J. R. Krösschell, d., 34 j.; J.
P. Boom, jm., 41 j.; J. G. Rietbergen,
z., 68 j.; A. v. Vliet, z., 3 j.; W. J. Taf
fijn, z. 18 j.; J. Turenhout,( wedr., 86
j.; M. J. Dekker—Stroehei, vr., 55 j.;
II. Rooclenhurg—Kikkert, wedr., 60 j.;
J. v. Uffelenv. Noort, vr., 67 j.: J. A'.
Welters, vr., 73 j.; A. Besvan Hagen
vr., 66 j.
BINNENLAND.""
AFWEZIGE KAMERLEDEN.
Het ild dei* Tewede Kamer, de heer
Visscher, heeft aan de Kamer bericht,
dat hij wegens ongesteldheid de ver
gaderingen niet kan- bijwonen.
De heeren Stenhuis en Fleskens wa
ren verhinderd, eerstgenoetmde we
gens een ernstige keelaandoening, en
laatstgenoemde wegens ongesteldheid
gisteren de Kamerzitting bij te wonen.
PROCUREUR GENERAAL BIJ DEN
HOOGEN RAAD.
Bij Koninklijk besluit, is met ingang
van 1 Mei 1927 aan mr. T. J. Noijon,
op zijn verzoek eervol ontslag ver
leend uit zijn© betrekking van procu
reur-generaal bij den1 Hoogen Raad
der Nederlanden, onder dankbetuiging
voor de vele en gewichtige diensten,
door hem iri verschillend©- rechterlijke
betrekkingen aan Hare Majesteit (le
Koningin en den Lande bewezen en is
tot zijn opvolger genoemd mr. A. Tak,
thans advocaat-generaal bij gemeld
college.
Mr. Noijon is terzelfdertijd benoemd
tot ridder-grootkruis in de Orde van
Oranje-Nassau.