mmmm. STADSNIEUWS'; AAN HET ZOEKLICHT* NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 12 FEBRUARI 1027 1 WEEDE BLAD. Uit de Schriften. ONDER ONS GEWOOND. En het Woord is vieesch ge worden, on heeft onder ons ge wocmd (en wij hebben zijne heel lijkheid aanschouwd{ eeneheei lijkheid als des Eeniggeborenen van den Vader) vol" van gena de en waarheid. Joh. i 14. „En heeft onder ons gewoond". Dit woord is als een overloopenda beker: ge kunt er niet eiken droppel van genieten. Het is ais een springende fontein: ge kunt er slechts een enkelen straal van opvangen. „Gewoond", d.w.z. naar de eigen aardige betee'kenis van 't woord dat de Evangelist hier gebruikte, gëtaber- nakeld, in een tent vertoefd. Het wijst in tal van.richtingen. Het zinspeelt op het wonen des Hee ren onder Israël in den Tabernakel. Het maakt opmerkzaam op de ver nedering en de zwakheid aes vice sches, waarmee de menschgeworden 'Zone Gods omvangen was. Het bereidt u, bij zijn komst onder menschen, voor op zbn toekomstigen. terugkeer tot den Vader. Het vrijst u oo'k op de innigheid der gemeenscnap, waarin Hij zich tij ons aansloot. Oók op dat iaatste. Laat aat alleen een oogenblik onze aandacht hebben. Er ligt zoo rij'ke openbaring in van de liefde, van de genade, van de trouw onzes Middelaars. Het toont ons den ernst, waarmee Hij het werk onzer enossing aanvaard Ide, en is ons daarin profetie van de volharding, waarmee Hij het ten uil voer brengen zal. Want de Evangelist schrijft niet maar, dat het vieeschgeworden Wouid in een tente woonde, maar dat Hiji Zijn tente opsloeg en betrok „onder ons"'. O, lezen we over deze twee v/oordi jes niet heen, Want ze leggen den verbindingssciia kei tusscnen den mensengsworden Zone Gods en ons. Ze zeggen, hoe ons „de genade en 4de waameid door Hem z4jn geworden" en hoe daarin voor de Zijnen kon op gaan Zijn neer.ijkneid, een neerliju.- neid ais des Eeniggeoorenen van den» (Vader. Want ja, de band tusscnen den Zoon, als den van God ons verordi neerden Midde/aar, en ons, was wei reeds in Zijn vieescnwordmg gelegd. Het eeuwige Woord had daarmee wei onze natuur aangenomen, en was Ida armee, wei een onzer geworden. Doch 'daarmee waren onze verzoe ning en verassing nog geen feit. Daarmee was nog siecnts voldaan aan de eerste voorwaarde ervoor. Een andere en bes.issende voorwaai de was, dat de Midde.aar nu in onze natuur ook deed ai wat tot onze ver zcening nooaig 'was, en wrocht ai wat onze vénossing eischte. En wat daarvoor adereerst noodig. Was, Was dit, dat Hij, Die ons Vieescn Die onze natuur aannam, nu ook in die namur onszeiven aanvaardde; wa* 'idit, dat Hij, na ons vieescn en oloea genomen te heoben, nu ook Zicnze.! gaf aan ons. Zoo Hij hét weigerde, zoo Hij, r<a. onze natuur aangenomen te heoben, niet op ons inging, geen gemeenscnap met ons maakte, maar Zich ver en cvrëemd van ons hieid.nooit zou Hij ons een irioogepr.ester gewoiden zijn, Die onze namen droeg op Zijn hart, Die onze zonden droeg in Zijn lichaam en die ons met Zijn Ze.f offerande 'n eeuwige verzoening teweeg bracht. Hij zou geweigerd heboen de gehoor zaamheid, die wij schuldig waren, en jden losprijs, die ons vrij'koopen moest. En zoo Hij dan al een Man van ismarte was geworden, en aan een kruis was genageld Zijn lijden ware dat van een martelaar geweest, dien we vereeren konden, maar niet dat van EZUlLLETOiN. BLOED EN TRANEN. „Die ellendeling 1" stoot Simeon uit inet een korten kreet van woede, en dan vervolgt hij op een draf het-spoor, tot waar het aan den vermolmden dorpel der huisdeur eindigt. Hij blijft hijgend staan als een speur honu, die het hol van den marter heeft gevonden, en dan schopt hij met de •aarzen tegen de deur. „Doe open!" schreeuwt hij met schorre stem; „hoor je, Sidorski je zult open doenl" Doch hij hoort niets dan het geblaat der geit, die in het achterhuis staat. „Bij den heiligen apostel Andreas1" schreeuwt hij „doe open, of ik trap de deur inl" Hij voelt naar het mes hei zit los in den koker, en wie belet hem, om bet den moordenaar tusschen de korte i'ibben te stooten? Van het lijdzame, van het geduldige van den moujik is geen spoor meer te zien; het is de grimmige kracht van het Russische bloed, dat boven komt, en zijn geroep is gelijk het gebrul van den woudheer, als deze honger heeft. Hij talmt geen oogenblik langer; hij trapt de voordeur in, en betreedt fcrieschend het voorhuis. Het voornuis bestaat slechts uit één den Middelaar, Dien onze ziele eeuwig; lijk dankt voor Zijn liefde. Om onze Hogepriester te zijn, moest Hij, toen Hij tot ons gekomen was, ook onder ons wonen. Aanvaarden moest Hij het feit Zij ner menschwording. Aanvaarden in zijn doel en strekkingl naar den Raad des Vaders. Aanvaarden in eiken eisch, dien het H'em stelde, en met al de gevolgen,, die het voor Hem had. En zegge nu niemand, dat dit alles vanzelf sprak en vanzelf volgen moest want dat Hij dit alles toen, eer Hijj mensch werd, uit de handen des Va ders aanvaard had, en het Zelf hadl begeerd. Want zoo zoudt ge vergeten, dat het iets anders was voor onzen M-iddelaar het in Zijn goddelijke natuur op Zich' te nemen, en iets anders het in men schelijke natuur te volbrengen. Zegt de Schrift ons niet, dat Hij, gehoorzaamheid heeft geleerd uit het geen Hij geleden heeft? En heeft Hij Zelf niet in zielsbe- nauwing geklaagd: „Hoe word Ik ge perst, tot het alles volbracht zij?" En zie, wat het woord van Johannes ons nu verzekert, is, dat onze Midde laar, toen het er op aankwam Zijn woord, in de eeuwigheid gesproken „Zie ik kom om Uw wil te cïoen, o God, Uw wet is in Mijn binnenste" in daden om te zetten, niet is terug ge- gedeinsd. Dat Hij, toen Hij tot ons gekomen was, ook bij ons heeft willen wonen. Dat Hij, van 't begin Zijner mensch wording af, dat Hij van 't eerste öogen blik, waarin Zijn menschelijk bewust zijn ontwaakte, den band des vleesches waarin Hij Zich "aan ons verbond, heeft aanvaard en bevestigd. Niet eenmaal slechts, maar eiken dag en ieder oogenblik opnieuw; en dat geen vernedering, geen lijden, geen offer, geen aanvechting, geen ziels verschrikking Hem heeft kunnen be wegen om de Zijnen te verloochenen en de gemeenschap met de Zijnen te verbreken. O, hoe groot, hoe xsterk, hoe trouw wordt u, zoo ge in Hem als uw Heiland gelooft, hierbij de liefde üws Verlos sers. En hoe schaamt ge u over de klein geloovigheid, over 't beleedigend wan trouwen waarin uw hart somtijds vreest, dat Hij thans weigeren zou u langer te kennen en bij u te wonen. Hoe schaamt ge u bovenal óver de trouweloosheid, Waarin ge gedurig weigert met Hem gerekend te worden. En hoe vurig Degeert ge, dat er iets van de standvastigheid Zijner lief de in de uwe zij. IN GOD GERUST. In God gerust, in God verblijd, Ten allen tijd', In goede en kwade dagen. Dat is geloof, dat is genot, Dat is uw Heiland en uw God Vereeren en behagen. In God verblijd, in God gerust, Schoon diep bewust Van- onvergeetbre zonden; Verloren zoon, met slijk bemorst, Maar rustende aan eens Vaders borst; Gereinigd en gevonden. In God gerust, in God verblijd, Ook in den tijd Waarin de krachten slinken, Waar 't leeg en stil wordt om ons heen. En wat ons meest onmisbaar scheen Bezwijkt en dreigt t' ontzinken. Wat is onmisbaar, wie dan Hij, Die, wat het zij Dat wegvalt, blijft vervullen Het hart dat door en voor hem leeft, En voorsmaak van de dingen heeft, Die eeuwig duren zullen! KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Nieuw-Amsterdam (toez.) S. a% Vries te Zevenhuizen (Gr.) Aangenomen: Naar Terkapie, K. G. Kwiüü, hulpprediker te vVemelüinge. Bedankt: Voor Opheusden, K. J. v. d. Berg te Amersioort. Voor Kern- vertrek; door de kleine, verweerde ruiten valt rustig en vredig het maan licht. Er heerscht een toppunt van slor- digneid. Er is geen vrouwenhand, om liet noodzakelijkste van het huishou den te beredderen; op de leuningen, op de gebroken sporten der drie worm iiekige stoelen ligt vingerdik het stof, terwijl in de hoogte, tegen de daksparren aan,' de versche huiden van eenige gestroopte hazen een on- aangenanien reuk verspreiden. „Sidorski!" roept Simeon met har de stem, en de echo in de holle ruimte antwoordt: „Sidorski!" Hij zoekt liet voorhuis af. In gind- schen hoek, op den grond, ligt een kaf zak met een bundel schapenvach ten de slaapplaats van Sidorski. Hij rukt de schapenvachten weg; hij gooit den kafzak om, en ziet een paar groote ratten, die vlak voor zijn voeten voorbij hollen. Hij gaat naar het achterhuis, waar de geit staat te blaten; een schaduw glipt hem voorbij een schuwe kat, die naar de hanebalken vlucht. Simeon denkt even na; dan begint hij opnieuw te zoeken: met de taai heid van het Russische bloed. In de duistere hoeken, waar de maan niet kan komen, tast hij rond; hij rukt een tas roggegarven, waaronder zich de moordenaar "kan verborgen heb ben, xiitéén; met een lange riek, die hij in een hoek ziet staan, steekt hij werve-Serooskerke, K. G. Kwint, hulp prediker te Wemeldinge. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te 'srGravenhagö (W„ (vac. M. Schuurman), Dr. C. Bouma te Zwolle en A. Hoeneveld te Nijkerk. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: TePaterson, H. A. Min- derman te Lisse. BEVESTIGING. INTREDE EN AFSCHEID. Gand. 0. S. Cazemier, hoopt i Mei a ai. intrede te doen in de Ned. Herv. Kerk te Stavoren, na bevestigd te zijn door Ds L. J. Cazemier van Gieterveen. PEREMPTOIR EXAMEN. De classis Warffum heeft in haar ver gadering van 9 Februari met gunstig ge volg praeparatoir geëxamineerd en bij de Gereformeerde Kerken beroepbaar verklaard de heeren B. A. Bos en M. Bouwman .beiden van Uithuizen. Terwijl de heer Bos zich terstond be roepbaar stelt, kan de heer Bouwman voorloopig nog geen eventueel beroep in overweging nemen, en wenscht ooi vooreerst nog niet voor te gaan in de prediking des Woords. Dr. J. G. UBBINK, De toestand van Dr. J. G. Ubbinfc, Predikant der Gereformeerde Kerk van Zevenhoven, is langzaam vooruitgaande. GEREFORMEERDE KERKEN IN AMERIKA. Naar de Stand, verneemt, wordt de plaats' van wijlen Ds. Jongbloet, ïn Ho boken, weer vervuld. Ds. H. v .d. Woude, van Edmonton- Neerlandia (Canada) heeft het beroep naar Hoboken aangenomen. Thans blijft Ds. Jv. d. Hoek, te Win nipeg, als de eenige Predikant-Zendeling in Canada over. Ds. H. N. BOUKEMA. Na een kortstondige ziekte is in den ouderdom van ruim 54 jaar overleden Ds. H. N. Boukema, Predikant bi] de Geref. Kerk van Neede. Ds. Boukema werd'8 April 1872 ge boren. Den 2den October iqoo werd hij Candidaat om 2 Juli iqoi het ambt tb Aalden (thans Zweeloo) te aanvaarden. )Den I7den Mei 1908 verbond hij zich aan de gemeente te Neede en Rekken. De teraardebestelling van het stoffe lijk overschot yxndt plaats Maandag 14 Februari a.s. te 3 uur van het sterfhuis. KERKELIJKE VERKIEZINGEN TE ROTTERDAM. Bri de-gehouden verkiezing van 63 le den voor net kiescollege der Ned. Herv. Gem. te Rotterdam zrjn uitgebracht on geveer 4200 stemmen. De candidaten van ue vereenigingen „Gemeentebelang', „Calvijn" en „Evangelie en Belijdenis* cue tezamen een compromis hadden ge vormd, zijn met groote meerderheid van stemmen gekozen. Lijst A., aanbevolen door de vereenigina van Vrëzinning Hei vormden en de Kèrkeinke Kiesvereeny ging voor Evenredige Vertegenwoordi ging, verkreeg ongeveer 75° stemmen. ARMENZORG. De diaconie der Ned. Herv. Gem. te Nijmegen heeit dezer dagen naast de bekende stichting Levensavond, toebe hoorende aan dè Diaconie, een stuk grond aangekocht van 1.4 H.A. om in de toekomst over te gaan tot het bouwen van een tehuis, alleen bestemd vooi betalenden. DE DERDE MUUR VAN JERUZALEM In de laatste zes weken is men voort gegaan met de opgravingen van de fun damenten van den derden muur te Jeru zalem. Men is nu bezig bjj Herodes* poort, hoewel de zu.de li] ke voortzet .ing van den derden muur nog met ontdext is. Bij de Amerikaansche school voorai- öhseólogie, waar dfv ^-Oostelijke hoek van den derden muur werd ontdekt is een groote stede rotswand blootgelegd aan den kant van de poort bij den door josephus genoemden Toren der vrouwen Dit deel van den muur komt overeen met de beschrijving in Josephus, dat die hoek zoo krachtig versterxt was, oat Ti tus bij zijn beieg van Jeruzalem er van af za£ dien aan te vallen. Dangs aenis.- kant van den muur heboen andere op gravingen twee lagen metsexwerk te vooi schijn gebracht, waarvan de laagste in karaktor.stie.ven herod.aanschen stfll is en de bovenste bestaat uit ruw bewerk te groote blokken. Dit bevestigt Jose phus' mededee.ing, dat de muur was De- driftig in een hoop hooi, er. hij schreeuwt: „Sidorski kom op!" Doch hij roept tevergeefs: de moor denaar, al vluchtte hij hierheen, is niet te vinden, en door de stilte klinkt sarrend de wederroep: „Sidorski kom op!" De twijfel komt op in Simeons ziel, en hij vraagt zich ai, of Sidorski wel de moordenaar is. Hij betreedt op nieuw het voorhuis, en zet zich zuch tend neder op één van die wormsteki ge stoelen. Het sneeuwt; de sneeuw dring door de scheuren en reten der bouwvalli ge woning heen en dwarrelt in fijne kristallen voor Simeons voeten. Hij zit daar voorover: de ellebogen op de knieën gestut, zijn hersens afmarte lend in onvruchtbare gedachten. Doch plotseling springt hij op; zijn scherpe oogen zien in den hoek een paar groote laarzen waarvan de sneeuw nog aan de zolen hangt. Er stijgt een gloed in zijn wangen op, ter wijl hij de laarzen neejnt als deze in het voetspoor gassen, is alle twijfel opgeheven Hij haast zich om er mee naar bui ten te komen, en hij past «e in den af- dmk der voetstapyen, die hij is ge volgd. En ziedaar: zij passen zij pas sen met een treffende nauwkeurig heid! De grootte der zolen, de hakken het past alles op het nauwkeurig ste, en Simeon heeft de laarZen van den moordenaar in zijn handen. Nu gounen door koning Agrippa, maar dal ue bouw was stopgezet door keizer Clau dius, en dat lelie muur was afgemaakt on middellijk na het uitbreken van de Jood- sehe yevolutiei in 66. j „DAS LIED VON DER ERDE" Het is de Holladsche Goncertdirec- tie, Dr. G. de Koos, met groote moeite en opofferingen gelukt op het vijfde tevens laatste abonnementsconcert al hier op Vrijdag 11 Maart a.s. het Con certgebouw Orkest onder leiding van Willeem Mengelberg a.s. te laten uit voeren ,Das lied von der Erde" van Gustav Mahler. Als solisten zijn hier voor geëngageerd Jacques JJrlus en Uona Durigo. Dit is de eerste maal, dat Das lied von der Erde alhier zal worden uit gevoerd. De kaartverkoop is yanaf he den bij de fa. Eggers, Botermarkt 14. POSTERIJEN. Brieven Binnenland: Bos J., Amsterdam; Brieer, Mej. M., Leiden; Degens, Rotterdam; Delft en zn., N. V. van, Koog d. Zaan; Gemeenteraad, Koudekerk; Herdkamp, Mej. W., Haag Huibrechtse, Mej. M., Zeeland; Kraan- dijk, W. C., Baarn; Leidsch Dagblad, Leiden (3 stuks); Mauritsweg 3, Rot terdam; Meijer Ranefft, J. W., Haag; Minerva Uitgevers Mij., Amsterdam (2 stuks); Minister van Onderwijs, Haag; Vermeulen, H. A., Rotterdam; Voorhoeve, J. N., Haag; Wentholt, E., Rotterdam; Zirkzee. J., Leiden. Briefkaarten Binnenland: Rekker, Wed., Rijswijk; BruinsSlot, schipper E., Enkhuizen; Dam, Heer en Mej. van, Rotterdam (2 stuks); Heijden J. v. d., Rembrandstraat 61????; He- linklaken, H., Amsterdam; Kessels, A., Amsterdam; Krup, Mej. J., Haarlem; Mol, Mej. J., Rotterdam; Park wee, Rotterdam; Rijk v. d. Linden, Mej. H., Amsterda/m; Spermon, Zuster H. H., Utrecht; Turenhout, S. van, Tiel; Wiessebron, W., Rotterdam. Brieven Buitenland: Cau- well, F. C., Londen; Paanakker, F., Doornik; Storm van Leeuwen^ D. M., Dusseldorff; Briefkaarten Buitenland: I.ajos Szanto, Kispet Szalaija; Neu mann Erma, Koningsberg; Zaijer, Erl J Leukerbad. 2 Briefkaarten zonder adres. Uit het Sociale Leven. BESTRIJDING VAN DE DUURTE Van de bekende Chr. Middenstands zijde schrijft men ons: In de dagbladen hebben wij kunnen lezen hoe in Italië tegen de duurte wordt gestreden op officieele en of- ficieuse wijze. In de Nieuwe Rott. Courant schreef de correspondent over den van regeeringswege aangestelden bestuurder van de stad, die een com missie benoemd heeft, die weer on derverdeeld is in zes sub-commissies, welke ieder voor een groep belangrij ke levensmiddelen de z.g. distributie- coëficient zal vaststellen. Deze distribu tie Goëficient is het percentage dat de verkooper op den prijs mag leggen en waaruit hij dus zijn onkosten moet bestrijden. Is dit percentage eenmaal bepaald dan stelt de commissie de prijzen vast en moeten deze in de win kels worden opgehangen. Nu betreft dit alleen enkele eerste levensbehoef ten, zoodat de winkelier geheel vrij is oe andere artikelen duurder te ver- koopen om zoo zijn vele bedrijfson- kosten te kunnen bestrijden en zoo mogelijk ook voor zich zelf nog eenige winst te maken. Groote bedrijven echter hebben hun eigen winkels geopend en dit is eigen lijk als middel der bestrijding van duurte nog meer de aandacht waard. De gedachte die daarachter zit is de tusschenhandel uit te schakelen, een idee, die nu eenmaal bij vele men schen als de Idee opgeld doet en dus ook in Italië, met gevolg echter, dat men ook daar z. 1 leeren inzien dat dit niet mogelijk is. Afgezien nog hiervan dat nieuwe tusschenhandelaren ont- is alle twijfel aan Sidorski's schuld Opgeheven, doch de vraag moet be antwoord: „Waar mag Sidorski zijn?" De vraag is even gewichtig als moeilijk. Sidorski is niet in zijn wo ning dat is stellig waar, doch zoo hij - is ontsnapt, moet er toch een nieuw spoor zijn in de versche sneeuw. Simeon maakt zich op, om dat spoor te zoeken. JJij neemt de oogen in de hand, om een Russischen beeld spraak te gebruiken, terwijl hij rond co woning sluipt, en aan den achter kant, waar slechts eenige 9troogar- ven den toegang versperren, ziet hij tot zijn verbazing inderdaad een. nieuw spoor van voetstappen. De voetstappen zijn kleiner dan de vorige, ook zijn zij minder scherp in gedrukt; blijkbaar heeft Sidorski zijn laarzen uitgetrokken, om op zijn sok ken te vluchten. Het begint den eerlijken Simeon toch ie duizelen bij de nieuwe ontdekking. Wat is het een vreemde geschiedenis wat bezielde den moordenaar toch om te vluchten? Hij werd door nie mand vervolgd, of had hij in zijn wo ning op den loer gelegen, en was hij uit het achterhuis gevlucht, terwijl Simeon het voorhuis binnentrad? Het maanlicht is verdonkerd door de grauwe wolken, die het geheele luchtruim hebben overtrokken; de sneeuw daalt in zware vlokken ge- ruischloos neder, terwijl de jonge boer met de hand aan het hoofd. op Leiden, 12 Februari 1927, Prof. Cramer heeft Donderdagavond weer eens eigenaardig over Gods Woord geredeneerd. Volgens het verslag in de courant van gisteren moet men zich niet slaafsch aan de letter van den Bijbel onderwerpen, maar ini dagen van twij fel zich vastklemmen aan de heilspre- diking in den bijbel. De gedachte dat de bijbel de objectieve grondslag van ons geloof is, moeten wjj als een illu sie laten varen. Het toekennen van ge zag aan den bijbel was steeds een daad van den- menscb zelf. Ik houd het er toch nog maar mee, dat God zich zelf in Zijn Woord aan mij geopenbaard heeft en dat ik in die kennis zalig ben. Dat is goddelijk gezag door God zelf in Zijn Woord gelegd, door de Kerk beleden en beleefd en mijn eenige troost in leven en ster ven. Eerst dan wanneer dat alles waar beid voor mij is, kan ik de hellspredi- king mij toeeigenen. Niet dat in den hijhei Gods Woord is, maar dat de bijbel Gods Woord is zoo geloof ik het. OBSERVATOR. staan, omdat de fabr. de goederen koopen en onder hun werklieden dis- tribueeren en het hier natuurlijk al- k n wee:* de ^erste levensbehoeften betreft, doet zich het feit voor dat de arbeider er zelf niet beter van wordt. Do loonen en salarissen houden na tuurlijk verband met den index voor ue kosten van levensonderhoud. Wan neer nu de prijzen van het winkelbe drijf zijn vastgesteld, wordt daarvan gebruik gemaakt bij de vaststelling der loonen, zoodat de fabriek zoodoen de op het personeel verhaalt, wat het van de winkels denkt te profiteeren. Nu betaalt de arbeider niets voor de kosten van opslar en distributie, zoo dat dit toch zeker tot moeilijkheden aanleiding zal geven en de ondergang van. het stelsel beteekent. Bovendien vallen brood en wijn, in Italië twee van de belangrijkste dage- lijksche behoeften niet hieronder, d. w. z. ze worden niet in deze winkels verkocht, doch vrij gelaten, zoodat daardoor deze maatregel al veel van haar belang als duui'tebestrijding in boet. Bovenstaande leert ons ten eerste, dat, wil men hier de duurte bestrij den, men het anders zal moeten doen dan in Italië. Wij voor ons meenen dat als mid del der duurtebestrijding beter gelden kan, voortdurende verbetering der productiemiddelen, doelmatiger J in richting van den arbeid, kortom wat men gewoonlijk onder efficiency ver staat, zal meerdere ingang moeten vinden. De arbeidsloonen mak^n nu eenmaal het belangrijkste deel van de productiekosten van vele artikelen uit, en waai* de arbeidstijd aan een wettelijke bepaling gebonden is moet imen verlaging van de productiekos ten dus vinden door intensiever arbeid en verbetering der machines en ge reedschappen. En wat de distributie der producten betreft, de scherpe concurrentie onder •ing zorgt er voor dat de prijzen niet te hoog opgevoerd worden. Maar ook zullen de winkeliers in hun zaken rog veel kunnen verbeteren, waardoor hun bedrijfskosten verminderen kun nen. Hier ligt een taak voor de Midden- stands-vereenigingen die door voor lichting aan hun leden er toe kunnen bijdragen, dat de prijzen verlaagd kun ren worden. Uit het bovenstaande moge blijken dat wij overtuigd zijn dat de bedrij ven zelf aan de verlaging der prijzen zooveel in hun vermogen is zullen ar beiden. Dat men toch leering trekke uit de lessen die men in het buiten land en ook in ons lamel gekregen heeft. Want dit zeer moeilijk probleem werd een struikelblok voor velen, die meenden te weten hoe het moest, en van de wal in de sloot geraakten. het bonkerige ploegland peinzend stil staat. Er is een oogenblik, waarin hij in een uiterste verwarring gelaakt, en vreest, den verkeerden man voor den moodenaar te houden. Doch neen, het is onmogelijk. Hij is het goede spoor van af den driesprong gevolgd door heg en steg, langs den zoom van. het groote. boscn, en dwars over het akkerland heen. Hij heeft zich niet ver gist; het is volstrekt onmogelijk, en met de voharding en het hewonderens waardige geduld van den Russischen hoer volgt hij het nieuwe spoor. Hij moet zich reppen, want het spoor zal straks onder^de sneeuw be dolven zijn. Hij heeft den breeden dorps weg aan zijn linkerhand, en de hooge beuken, die den dorpsweg omzoomen, strekken hun naakte takken naar bo ven. Hij volgt al maar het spoor, en achter de huizen heenloopend, bereikt hij de dorpstraat. Hij staat nu midden in het dorp: vlak bij het kerkhof, waarvan de inge sneeuwde grafmonumenten er uitzien als de dooden, die in hun witgewaad zijn opgerezen uit de graven, terwijl de gouden kettingen aan het groote koe- pelkruis der kerk geheimzinnig rin kelen in den scherpen oostenwind. Doch hij heeft de kerk reeds achten den rug; hij is nu rechts van de dorps straat, en het spoor van den moorde naar volgend, loopt hij ovec een diebt gevroren vijver heen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5