mmmm.
STADSNIEUWS';
AAN HET ZOEKLICHT*
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 12 FEBRUARI 1027
1 WEEDE BLAD.
Uit de Schriften.
ONDER ONS GEWOOND.
En het Woord is vieesch ge
worden, on heeft onder ons ge
wocmd (en wij hebben zijne heel
lijkheid aanschouwd{ eeneheei
lijkheid als des Eeniggeborenen
van den Vader) vol" van gena
de en waarheid.
Joh. i 14.
„En heeft onder ons gewoond".
Dit woord is als een overloopenda
beker: ge kunt er niet eiken droppel
van genieten.
Het is ais een springende fontein:
ge kunt er slechts een enkelen straal
van opvangen.
„Gewoond", d.w.z. naar de eigen
aardige betee'kenis van 't woord dat
de Evangelist hier gebruikte, gëtaber-
nakeld, in een tent vertoefd.
Het wijst in tal van.richtingen.
Het zinspeelt op het wonen des Hee
ren onder Israël in den Tabernakel.
Het maakt opmerkzaam op de ver
nedering en de zwakheid aes vice
sches, waarmee de menschgeworden
'Zone Gods omvangen was.
Het bereidt u, bij zijn komst onder
menschen, voor op zbn toekomstigen.
terugkeer tot den Vader.
Het vrijst u oo'k op de innigheid der
gemeenscnap, waarin Hij zich tij ons
aansloot.
Oók op dat iaatste.
Laat aat alleen een oogenblik onze
aandacht hebben.
Er ligt zoo rij'ke openbaring in van
de liefde, van de genade, van de
trouw onzes Middelaars.
Het toont ons den ernst, waarmee
Hij het werk onzer enossing aanvaard
Ide, en is ons daarin profetie van de
volharding, waarmee Hij het ten uil
voer brengen zal.
Want de Evangelist schrijft niet
maar, dat het vieeschgeworden Wouid
in een tente woonde, maar dat Hiji
Zijn tente opsloeg en betrok „onder
ons"'.
O, lezen we over deze twee v/oordi
jes niet heen,
Want ze leggen den verbindingssciia
kei tusscnen den mensengsworden
Zone Gods en ons.
Ze zeggen, hoe ons „de genade en
4de waameid door Hem z4jn geworden"
en hoe daarin voor de Zijnen kon op
gaan Zijn neer.ijkneid, een neerliju.-
neid ais des Eeniggeoorenen van den»
(Vader.
Want ja, de band tusscnen den
Zoon, als den van God ons verordi
neerden Midde/aar, en ons, was wei
reeds in Zijn vieescnwordmg gelegd.
Het eeuwige Woord had daarmee
wei onze natuur aangenomen, en was
Ida armee, wei een onzer geworden.
Doch 'daarmee waren onze verzoe
ning en verassing nog geen feit.
Daarmee was nog siecnts voldaan
aan de eerste voorwaarde ervoor.
Een andere en bes.issende voorwaai
de was, dat de Midde.aar nu in onze
natuur ook deed ai wat tot onze ver
zcening nooaig 'was, en wrocht ai wat
onze vénossing eischte.
En wat daarvoor adereerst noodig.
Was, Was dit, dat Hij, Die ons Vieescn
Die onze natuur aannam, nu ook in
die namur onszeiven aanvaardde; wa*
'idit, dat Hij, na ons vieescn en oloea
genomen te heoben, nu ook Zicnze.!
gaf aan ons.
Zoo Hij hét weigerde, zoo Hij, r<a.
onze natuur aangenomen te heoben,
niet op ons inging, geen gemeenscnap
met ons maakte, maar Zich ver en
cvrëemd van ons hieid.nooit zou Hij
ons een irioogepr.ester gewoiden zijn,
Die onze namen droeg op Zijn hart,
Die onze zonden droeg in Zijn lichaam
en die ons met Zijn Ze.f offerande 'n
eeuwige verzoening teweeg bracht.
Hij zou geweigerd heboen de gehoor
zaamheid, die wij schuldig waren, en
jden losprijs, die ons vrij'koopen moest.
En zoo Hij dan al een Man van
ismarte was geworden, en aan een kruis
was genageld Zijn lijden ware dat
van een martelaar geweest, dien we
vereeren konden, maar niet dat van
EZUlLLETOiN.
BLOED EN TRANEN.
„Die ellendeling 1" stoot Simeon uit
inet een korten kreet van woede, en
dan vervolgt hij op een draf het-spoor,
tot waar het aan den vermolmden
dorpel der huisdeur eindigt.
Hij blijft hijgend staan als een speur
honu, die het hol van den marter heeft
gevonden, en dan schopt hij met de
•aarzen tegen de deur.
„Doe open!" schreeuwt hij met
schorre stem; „hoor je, Sidorski je
zult open doenl"
Doch hij hoort niets dan het geblaat
der geit, die in het achterhuis staat.
„Bij den heiligen apostel Andreas1"
schreeuwt hij „doe open, of ik trap
de deur inl"
Hij voelt naar het mes hei zit los
in den koker, en wie belet hem, om
bet den moordenaar tusschen de korte
i'ibben te stooten? Van het lijdzame,
van het geduldige van den moujik is
geen spoor meer te zien; het is de
grimmige kracht van het Russische
bloed, dat boven komt, en zijn geroep
is gelijk het gebrul van den woudheer,
als deze honger heeft.
Hij talmt geen oogenblik langer; hij
trapt de voordeur in, en betreedt
fcrieschend het voorhuis.
Het voornuis bestaat slechts uit één
den Middelaar, Dien onze ziele eeuwig;
lijk dankt voor Zijn liefde.
Om onze Hogepriester te zijn,
moest Hij, toen Hij tot ons gekomen
was, ook onder ons wonen.
Aanvaarden moest Hij het feit Zij
ner menschwording.
Aanvaarden in zijn doel en strekkingl
naar den Raad des Vaders.
Aanvaarden in eiken eisch, dien het
H'em stelde, en met al de gevolgen,,
die het voor Hem had.
En zegge nu niemand, dat dit alles
vanzelf sprak en vanzelf volgen moest
want dat Hij dit alles toen, eer Hijj
mensch werd, uit de handen des Va
ders aanvaard had, en het Zelf hadl
begeerd.
Want zoo zoudt ge vergeten, dat het
iets anders was voor onzen M-iddelaar
het in Zijn goddelijke natuur op Zich'
te nemen, en iets anders het in men
schelijke natuur te volbrengen.
Zegt de Schrift ons niet, dat Hij,
gehoorzaamheid heeft geleerd uit het
geen Hij geleden heeft?
En heeft Hij Zelf niet in zielsbe-
nauwing geklaagd: „Hoe word Ik ge
perst, tot het alles volbracht zij?"
En zie, wat het woord van Johannes
ons nu verzekert, is, dat onze Midde
laar, toen het er op aankwam Zijn
woord, in de eeuwigheid gesproken
„Zie ik kom om Uw wil te cïoen, o
God, Uw wet is in Mijn binnenste" in
daden om te zetten, niet is terug ge-
gedeinsd.
Dat Hij, toen Hij tot ons gekomen
was, ook bij ons heeft willen wonen.
Dat Hij, van 't begin Zijner mensch
wording af, dat Hij van 't eerste öogen
blik, waarin Zijn menschelijk bewust
zijn ontwaakte, den band des vleesches
waarin Hij Zich "aan ons verbond,
heeft aanvaard en bevestigd.
Niet eenmaal slechts, maar eiken
dag en ieder oogenblik opnieuw; en
dat geen vernedering, geen lijden, geen
offer, geen aanvechting, geen ziels
verschrikking Hem heeft kunnen be
wegen om de Zijnen te verloochenen
en de gemeenschap met de Zijnen te
verbreken.
O, hoe groot, hoe xsterk, hoe trouw
wordt u, zoo ge in Hem als uw Heiland
gelooft, hierbij de liefde üws Verlos
sers.
En hoe schaamt ge u over de klein
geloovigheid, over 't beleedigend wan
trouwen waarin uw hart somtijds
vreest, dat Hij thans weigeren zou u
langer te kennen en bij u te wonen.
Hoe schaamt ge u bovenal óver de
trouweloosheid, Waarin ge gedurig
weigert met Hem gerekend te worden.
En hoe vurig Degeert ge, dat er
iets van de standvastigheid Zijner lief
de in de uwe zij.
IN GOD GERUST.
In God gerust, in God verblijd,
Ten allen tijd',
In goede en kwade dagen.
Dat is geloof, dat is genot,
Dat is uw Heiland en uw God
Vereeren en behagen.
In God verblijd, in God gerust,
Schoon diep bewust
Van- onvergeetbre zonden;
Verloren zoon, met slijk bemorst,
Maar rustende aan eens Vaders borst;
Gereinigd en gevonden.
In God gerust, in God verblijd,
Ook in den tijd
Waarin de krachten slinken,
Waar 't leeg en stil wordt om ons heen.
En wat ons meest onmisbaar scheen
Bezwijkt en dreigt t' ontzinken.
Wat is onmisbaar, wie dan Hij,
Die, wat het zij
Dat wegvalt, blijft vervullen
Het hart dat door en voor hem leeft,
En voorsmaak van de dingen heeft,
Die eeuwig duren zullen!
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Nieuw-Amsterdam
(toez.) S. a% Vries te Zevenhuizen (Gr.)
Aangenomen: Naar Terkapie, K.
G. Kwiüü, hulpprediker te vVemelüinge.
Bedankt: Voor Opheusden, K. J.
v. d. Berg te Amersioort. Voor Kern-
vertrek; door de kleine, verweerde
ruiten valt rustig en vredig het maan
licht.
Er heerscht een toppunt van slor-
digneid. Er is geen vrouwenhand, om
liet noodzakelijkste van het huishou
den te beredderen; op de leuningen,
op de gebroken sporten der drie worm
iiekige stoelen ligt vingerdik het
stof, terwijl in de hoogte, tegen de
daksparren aan,' de versche huiden
van eenige gestroopte hazen een on-
aangenanien reuk verspreiden.
„Sidorski!" roept Simeon met har
de stem, en de echo in de holle ruimte
antwoordt: „Sidorski!"
Hij zoekt liet voorhuis af. In gind-
schen hoek, op den grond, ligt een
kaf zak met een bundel schapenvach
ten de slaapplaats van Sidorski. Hij
rukt de schapenvachten weg; hij
gooit den kafzak om, en ziet een
paar groote ratten, die vlak voor zijn
voeten voorbij hollen.
Hij gaat naar het achterhuis, waar
de geit staat te blaten; een schaduw
glipt hem voorbij een schuwe kat,
die naar de hanebalken vlucht.
Simeon denkt even na; dan begint
hij opnieuw te zoeken: met de taai
heid van het Russische bloed. In de
duistere hoeken, waar de maan niet
kan komen, tast hij rond; hij rukt
een tas roggegarven, waaronder zich
de moordenaar "kan verborgen heb
ben, xiitéén; met een lange riek, die
hij in een hoek ziet staan, steekt hij
werve-Serooskerke, K. G. Kwint, hulp
prediker te Wemeldinge.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te 'srGravenhagö (W„
(vac. M. Schuurman), Dr. C. Bouma te
Zwolle en A. Hoeneveld te Nijkerk.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: TePaterson, H. A. Min-
derman te Lisse.
BEVESTIGING. INTREDE EN
AFSCHEID.
Gand. 0. S. Cazemier, hoopt i Mei a ai.
intrede te doen in de Ned. Herv. Kerk
te Stavoren, na bevestigd te zijn door Ds
L. J. Cazemier van Gieterveen.
PEREMPTOIR EXAMEN.
De classis Warffum heeft in haar ver
gadering van 9 Februari met gunstig ge
volg praeparatoir geëxamineerd en bij
de Gereformeerde Kerken beroepbaar
verklaard de heeren B. A. Bos en M.
Bouwman .beiden van Uithuizen.
Terwijl de heer Bos zich terstond be
roepbaar stelt, kan de heer Bouwman
voorloopig nog geen eventueel beroep
in overweging nemen, en wenscht ooi
vooreerst nog niet voor te gaan in de
prediking des Woords.
Dr. J. G. UBBINK,
De toestand van Dr. J. G. Ubbinfc,
Predikant der Gereformeerde Kerk van
Zevenhoven, is langzaam vooruitgaande.
GEREFORMEERDE KERKEN IN
AMERIKA.
Naar de Stand, verneemt, wordt de
plaats' van wijlen Ds. Jongbloet, ïn Ho
boken, weer vervuld.
Ds. H. v .d. Woude, van Edmonton-
Neerlandia (Canada) heeft het beroep
naar Hoboken aangenomen.
Thans blijft Ds. Jv. d. Hoek, te Win
nipeg, als de eenige Predikant-Zendeling
in Canada over.
Ds. H. N. BOUKEMA.
Na een kortstondige ziekte is in den
ouderdom van ruim 54 jaar overleden
Ds. H. N. Boukema, Predikant bi] de
Geref. Kerk van Neede.
Ds. Boukema werd'8 April 1872 ge
boren. Den 2den October iqoo werd hij
Candidaat om 2 Juli iqoi het ambt tb
Aalden (thans Zweeloo) te aanvaarden.
)Den I7den Mei 1908 verbond hij zich
aan de gemeente te Neede en Rekken.
De teraardebestelling van het stoffe
lijk overschot yxndt plaats Maandag 14
Februari a.s. te 3 uur van het sterfhuis.
KERKELIJKE VERKIEZINGEN TE
ROTTERDAM.
Bri de-gehouden verkiezing van 63 le
den voor net kiescollege der Ned. Herv.
Gem. te Rotterdam zrjn uitgebracht on
geveer 4200 stemmen. De candidaten van
ue vereenigingen „Gemeentebelang',
„Calvijn" en „Evangelie en Belijdenis*
cue tezamen een compromis hadden ge
vormd, zijn met groote meerderheid van
stemmen gekozen. Lijst A., aanbevolen
door de vereenigina van Vrëzinning Hei
vormden en de Kèrkeinke Kiesvereeny
ging voor Evenredige Vertegenwoordi
ging, verkreeg ongeveer 75° stemmen.
ARMENZORG.
De diaconie der Ned. Herv. Gem.
te Nijmegen heeit dezer dagen naast de
bekende stichting Levensavond, toebe
hoorende aan dè Diaconie, een stuk
grond aangekocht van 1.4 H.A. om in de
toekomst over te gaan tot het bouwen
van een tehuis, alleen bestemd vooi
betalenden.
DE DERDE MUUR VAN JERUZALEM
In de laatste zes weken is men voort
gegaan met de opgravingen van de fun
damenten van den derden muur te Jeru
zalem. Men is nu bezig bjj Herodes*
poort, hoewel de zu.de li] ke voortzet .ing
van den derden muur nog met ontdext
is. Bij de Amerikaansche school voorai-
öhseólogie, waar dfv ^-Oostelijke
hoek van den derden muur werd ontdekt
is een groote stede rotswand blootgelegd
aan den kant van de poort bij den door
josephus genoemden Toren der vrouwen
Dit deel van den muur komt overeen met
de beschrijving in Josephus, dat die
hoek zoo krachtig versterxt was, oat Ti
tus bij zijn beieg van Jeruzalem er van
af za£ dien aan te vallen. Dangs aenis.-
kant van den muur heboen andere op
gravingen twee lagen metsexwerk te vooi
schijn gebracht, waarvan de laagste in
karaktor.stie.ven herod.aanschen stfll is
en de bovenste bestaat uit ruw bewerk
te groote blokken. Dit bevestigt Jose
phus' mededee.ing, dat de muur was De-
driftig in een hoop hooi, er. hij
schreeuwt: „Sidorski kom op!"
Doch hij roept tevergeefs: de moor
denaar, al vluchtte hij hierheen, is
niet te vinden, en door de stilte klinkt
sarrend de wederroep: „Sidorski
kom op!"
De twijfel komt op in Simeons ziel,
en hij vraagt zich ai, of Sidorski wel
de moordenaar is. Hij betreedt op
nieuw het voorhuis, en zet zich zuch
tend neder op één van die wormsteki
ge stoelen.
Het sneeuwt; de sneeuw dring door
de scheuren en reten der bouwvalli
ge woning heen en dwarrelt in fijne
kristallen voor Simeons voeten. Hij
zit daar voorover: de ellebogen op de
knieën gestut, zijn hersens afmarte
lend in onvruchtbare gedachten.
Doch plotseling springt hij op; zijn
scherpe oogen zien in den hoek een
paar groote laarzen waarvan de
sneeuw nog aan de zolen hangt. Er
stijgt een gloed in zijn wangen op, ter
wijl hij de laarzen neejnt als deze
in het voetspoor gassen, is alle twijfel
opgeheven
Hij haast zich om er mee naar bui
ten te komen, en hij past «e in den af-
dmk der voetstapyen, die hij is ge
volgd. En ziedaar: zij passen zij pas
sen met een treffende nauwkeurig
heid! De grootte der zolen, de hakken
het past alles op het nauwkeurig
ste, en Simeon heeft de laarZen van
den moordenaar in zijn handen. Nu
gounen door koning Agrippa, maar dal
ue bouw was stopgezet door keizer Clau
dius, en dat lelie muur was afgemaakt on
middellijk na het uitbreken van de Jood-
sehe yevolutiei in 66.
j
„DAS LIED VON DER ERDE"
Het is de Holladsche Goncertdirec-
tie, Dr. G. de Koos, met groote moeite
en opofferingen gelukt op het vijfde
tevens laatste abonnementsconcert al
hier op Vrijdag 11 Maart a.s. het Con
certgebouw Orkest onder leiding van
Willeem Mengelberg a.s. te laten uit
voeren ,Das lied von der Erde" van
Gustav Mahler. Als solisten zijn hier
voor geëngageerd Jacques JJrlus en
Uona Durigo.
Dit is de eerste maal, dat Das lied
von der Erde alhier zal worden uit
gevoerd. De kaartverkoop is yanaf he
den bij de fa. Eggers, Botermarkt 14.
POSTERIJEN.
Brieven Binnenland: Bos J.,
Amsterdam; Brieer, Mej. M., Leiden;
Degens, Rotterdam; Delft en zn., N. V.
van, Koog d. Zaan; Gemeenteraad,
Koudekerk; Herdkamp, Mej. W., Haag
Huibrechtse, Mej. M., Zeeland; Kraan-
dijk, W. C., Baarn; Leidsch Dagblad,
Leiden (3 stuks); Mauritsweg 3, Rot
terdam; Meijer Ranefft, J. W., Haag;
Minerva Uitgevers Mij., Amsterdam
(2 stuks); Minister van Onderwijs,
Haag; Vermeulen, H. A., Rotterdam;
Voorhoeve, J. N., Haag; Wentholt, E.,
Rotterdam; Zirkzee. J., Leiden.
Briefkaarten Binnenland:
Rekker, Wed., Rijswijk; BruinsSlot,
schipper E., Enkhuizen; Dam, Heer en
Mej. van, Rotterdam (2 stuks); Heijden
J. v. d., Rembrandstraat 61????; He-
linklaken, H., Amsterdam; Kessels, A.,
Amsterdam; Krup, Mej. J., Haarlem;
Mol, Mej. J., Rotterdam; Park wee,
Rotterdam; Rijk v. d. Linden, Mej. H.,
Amsterda/m; Spermon, Zuster H. H.,
Utrecht; Turenhout, S. van, Tiel;
Wiessebron, W., Rotterdam.
Brieven Buitenland: Cau-
well, F. C., Londen; Paanakker, F.,
Doornik; Storm van Leeuwen^ D. M.,
Dusseldorff;
Briefkaarten Buitenland:
I.ajos Szanto, Kispet Szalaija; Neu
mann Erma, Koningsberg; Zaijer, Erl
J Leukerbad.
2 Briefkaarten zonder adres.
Uit het Sociale Leven.
BESTRIJDING VAN DE DUURTE
Van de bekende Chr. Middenstands
zijde schrijft men ons:
In de dagbladen hebben wij kunnen
lezen hoe in Italië tegen de duurte
wordt gestreden op officieele en of-
ficieuse wijze. In de Nieuwe Rott.
Courant schreef de correspondent over
den van regeeringswege aangestelden
bestuurder van de stad, die een com
missie benoemd heeft, die weer on
derverdeeld is in zes sub-commissies,
welke ieder voor een groep belangrij
ke levensmiddelen de z.g. distributie-
coëficient zal vaststellen. Deze distribu
tie Goëficient is het percentage dat de
verkooper op den prijs mag leggen en
waaruit hij dus zijn onkosten moet
bestrijden. Is dit percentage eenmaal
bepaald dan stelt de commissie de
prijzen vast en moeten deze in de win
kels worden opgehangen. Nu betreft
dit alleen enkele eerste levensbehoef
ten, zoodat de winkelier geheel vrij is
oe andere artikelen duurder te ver-
koopen om zoo zijn vele bedrijfson-
kosten te kunnen bestrijden en zoo
mogelijk ook voor zich zelf nog eenige
winst te maken.
Groote bedrijven echter hebben hun
eigen winkels geopend en dit is eigen
lijk als middel der bestrijding van
duurte nog meer de aandacht waard.
De gedachte die daarachter zit is de
tusschenhandel uit te schakelen, een
idee, die nu eenmaal bij vele men
schen als de Idee opgeld doet en dus
ook in Italië, met gevolg echter, dat
men ook daar z. 1 leeren inzien dat dit
niet mogelijk is. Afgezien nog hiervan
dat nieuwe tusschenhandelaren ont-
is alle twijfel aan Sidorski's schuld
Opgeheven, doch de vraag moet be
antwoord: „Waar mag Sidorski zijn?"
De vraag is even gewichtig als
moeilijk. Sidorski is niet in zijn wo
ning dat is stellig waar, doch zoo hij
- is ontsnapt, moet er toch een nieuw
spoor zijn in de versche sneeuw.
Simeon maakt zich op, om dat
spoor te zoeken. JJij neemt de oogen
in de hand, om een Russischen beeld
spraak te gebruiken, terwijl hij rond
co woning sluipt, en aan den achter
kant, waar slechts eenige 9troogar-
ven den toegang versperren, ziet hij tot
zijn verbazing inderdaad een. nieuw
spoor van voetstappen.
De voetstappen zijn kleiner dan de
vorige, ook zijn zij minder scherp in
gedrukt; blijkbaar heeft Sidorski zijn
laarzen uitgetrokken, om op zijn sok
ken te vluchten.
Het begint den eerlijken Simeon toch
ie duizelen bij de nieuwe ontdekking.
Wat is het een vreemde geschiedenis
wat bezielde den moordenaar toch
om te vluchten? Hij werd door nie
mand vervolgd, of had hij in zijn wo
ning op den loer gelegen, en was hij
uit het achterhuis gevlucht, terwijl
Simeon het voorhuis binnentrad?
Het maanlicht is verdonkerd door
de grauwe wolken, die het geheele
luchtruim hebben overtrokken; de
sneeuw daalt in zware vlokken ge-
ruischloos neder, terwijl de jonge boer
met de hand aan het hoofd. op
Leiden, 12 Februari 1927,
Prof. Cramer heeft Donderdagavond
weer eens eigenaardig over Gods
Woord geredeneerd.
Volgens het verslag in de courant
van gisteren moet men zich niet
slaafsch aan de letter van den Bijbel
onderwerpen, maar ini dagen van twij
fel zich vastklemmen aan de heilspre-
diking in den bijbel. De gedachte dat
de bijbel de objectieve grondslag van
ons geloof is, moeten wjj als een illu
sie laten varen. Het toekennen van ge
zag aan den bijbel was steeds een daad
van den- menscb zelf.
Ik houd het er toch nog maar mee,
dat God zich zelf in Zijn Woord aan
mij geopenbaard heeft en dat ik in die
kennis zalig ben. Dat is goddelijk gezag
door God zelf in Zijn Woord gelegd,
door de Kerk beleden en beleefd en
mijn eenige troost in leven en ster
ven. Eerst dan wanneer dat alles waar
beid voor mij is, kan ik de hellspredi-
king mij toeeigenen.
Niet dat in den hijhei Gods Woord
is, maar dat de bijbel Gods Woord is
zoo geloof ik het.
OBSERVATOR.
staan, omdat de fabr. de goederen
koopen en onder hun werklieden dis-
tribueeren en het hier natuurlijk al-
k n wee:* de ^erste levensbehoeften
betreft, doet zich het feit voor dat de
arbeider er zelf niet beter van wordt.
Do loonen en salarissen houden na
tuurlijk verband met den index voor
ue kosten van levensonderhoud. Wan
neer nu de prijzen van het winkelbe
drijf zijn vastgesteld, wordt daarvan
gebruik gemaakt bij de vaststelling
der loonen, zoodat de fabriek zoodoen
de op het personeel verhaalt, wat het
van de winkels denkt te profiteeren.
Nu betaalt de arbeider niets voor de
kosten van opslar en distributie, zoo
dat dit toch zeker tot moeilijkheden
aanleiding zal geven en de ondergang
van. het stelsel beteekent.
Bovendien vallen brood en wijn, in
Italië twee van de belangrijkste dage-
lijksche behoeften niet hieronder, d.
w. z. ze worden niet in deze winkels
verkocht, doch vrij gelaten, zoodat
daardoor deze maatregel al veel van
haar belang als duui'tebestrijding in
boet.
Bovenstaande leert ons ten eerste,
dat, wil men hier de duurte bestrij
den, men het anders zal moeten doen
dan in Italië.
Wij voor ons meenen dat als mid
del der duurtebestrijding beter gelden
kan, voortdurende verbetering der
productiemiddelen, doelmatiger J in
richting van den arbeid, kortom wat
men gewoonlijk onder efficiency ver
staat, zal meerdere ingang moeten
vinden. De arbeidsloonen mak^n nu
eenmaal het belangrijkste deel van
de productiekosten van vele artikelen
uit, en waai* de arbeidstijd aan een
wettelijke bepaling gebonden is moet
imen verlaging van de productiekos
ten dus vinden door intensiever arbeid
en verbetering der machines en ge
reedschappen.
En wat de distributie der producten
betreft, de scherpe concurrentie onder
•ing zorgt er voor dat de prijzen niet
te hoog opgevoerd worden. Maar ook
zullen de winkeliers in hun zaken
rog veel kunnen verbeteren, waardoor
hun bedrijfskosten verminderen kun
nen.
Hier ligt een taak voor de Midden-
stands-vereenigingen die door voor
lichting aan hun leden er toe kunnen
bijdragen, dat de prijzen verlaagd kun
ren worden.
Uit het bovenstaande moge blijken
dat wij overtuigd zijn dat de bedrij
ven zelf aan de verlaging der prijzen
zooveel in hun vermogen is zullen ar
beiden. Dat men toch leering trekke
uit de lessen die men in het buiten
land en ook in ons lamel gekregen
heeft.
Want dit zeer moeilijk probleem
werd een struikelblok voor velen, die
meenden te weten hoe het moest, en
van de wal in de sloot geraakten.
het bonkerige ploegland peinzend stil
staat.
Er is een oogenblik, waarin hij in
een uiterste verwarring gelaakt, en
vreest, den verkeerden man voor den
moodenaar te houden. Doch neen,
het is onmogelijk. Hij is het goede
spoor van af den driesprong gevolgd
door heg en steg, langs den zoom van.
het groote. boscn, en dwars over het
akkerland heen. Hij heeft zich niet ver
gist; het is volstrekt onmogelijk, en
met de voharding en het hewonderens
waardige geduld van den Russischen
hoer volgt hij het nieuwe spoor.
Hij moet zich reppen, want het
spoor zal straks onder^de sneeuw be
dolven zijn. Hij heeft den breeden dorps
weg aan zijn linkerhand, en de hooge
beuken, die den dorpsweg omzoomen,
strekken hun naakte takken naar bo
ven. Hij volgt al maar het spoor, en
achter de huizen heenloopend, bereikt
hij de dorpstraat.
Hij staat nu midden in het dorp:
vlak bij het kerkhof, waarvan de inge
sneeuwde grafmonumenten er uitzien
als de dooden, die in hun witgewaad
zijn opgerezen uit de graven, terwijl de
gouden kettingen aan het groote koe-
pelkruis der kerk geheimzinnig rin
kelen in den scherpen oostenwind.
Doch hij heeft de kerk reeds achten
den rug; hij is nu rechts van de dorps
straat, en het spoor van den moorde
naar volgend, loopt hij ovec een diebt
gevroren vijver heen.