BLOED EN TRANEN.
NIEUWER LEIDSCHEi COURANT VAN DONDERDAG 10 FEBRUARI 1927
TWEEDE BLAD.
Wfll DE BLADEN ZEGGÜ.
j'. De rijwielbelasting.
Telkens ontvangen wij, zoo lezen wij
in het Handelsblad, klachten van
menschen wier rijwielplaatjes 1 zijn
zoekgeraakt of gestolen. Een nieuw
ï-jjwielplaatje kan dan niet worden
verstrekt, omdat de tegenwoordige
wijze van inning den belastingbetaler
geenerlei bewijs verschaft, dat hij wer
kelijk aan zijn verplichtingen heeft
voldaan.
Is daaraan niets te doen door een
andere wijze van heffing", zoo vraagt
het slachtoffer dan altijd.
Nu hebben we weer een stuk ontvan
gen van een lezer, die een stelsel van
inning aan de hand doet, waardoor
|aan het bezwaar van de slachtoffers
'yan verlies of diefstal kan worden te
gemoetgekomen. Dat stelsel zou we
izen: de belastingplaatjes met een nom
mer erop uit te geven, dus van 1 tot en
met het nommer van het laatste plaat
je, dat voor de belasting verkocht
wordt. En verder den naam van den
kooper met zijn nommer in te schrij
den in een register,
i Het ziet er heel aardig uit, zoo op
>het papier, maar in de practijk zou het
op enorme kosten neerkomen. Het re
gister zou op een omslachtige admini
stratie uitloopen. De vervaardiging
van de plaatjes zou ook veel duurder
uitkomen. En de controle zou, althans
in het begin van het jaar, ook een stuk
zwaarder worden. Hoeveel geld van de
belasting zou er niet verloren gaan
door dezen omslag? En zou de schade,
die 9ommigen lijden, meestal toch door
hun eigen onachtzaamheid dit verlies
voor de schatkist waard zijn?
In de verste verte niet.
De gedachte, welke aan de wijze van
inning, nu toegepast, ten grbndslag
lag, was: de inningskosten zoo gering
mogelijk te doen zijn. De inningskos
ten zijn inderdaad miniem gebleven,
.want behave de kosten van vervaar
diging zijn er slechts weinig kosten
van administratie. Eenige boekhou
ding is op het oogenblik op de kanto
ren in de steden niet noodig. De kan
toren krijgen een hoeveelheid plaatjes
en berichten alleen het totaal van het
aantal verkochte plaatjes. Eenvoudiger
kan het dus niet.
Ondanks de bezwaren, die uit deze
Wijze van inning kunnen voortvloeien,
zal Zij dus wel gehandhaafd worden,
zoolang niet een phencmeen opstaat,
die met gelijke geringe kosten betere
waarborgen tegen schade weet te ver
schaffen.
im De werkelijkheid.
17 Onder dezen titel bespreekt D e
Standaard een buitenlandsch
overzicht van „Het Volk" en haalt
daar het volgende uit aan:
„Laten wij ons zelf niets wijs ma
ken: indien het in Europa opnieuw
tot een oorlog komt, zal geen politie
ke partij in staat zijn, de volksmas
sa te weerhouden om zich te laten
meesleepen. De Engelschen, zoo ver
tellen wij elkander graag op het vas
teland, zijn een volk apart. Een oor-
i logje is voor hen in de eerste plaats
een stuk sport. Dit is niets dan zelf
bedrog. De Engelschen hebben in
vier wreede jaren aan den lijve on
dervonden wat oorlog is. Geen fami
lie die geen dooden betreurt, geval
len op de slagvelden van Frankrijk,
bij Gallipoli en elders. D oorlogsin-
valieden heeft het volk in zijn mid
den, en velen van hen zijn vervallen
tot den bedelstaf.
De Engelsche arbeidersklasse telt
sedert 1920 het aantal van haar werk.
loozen bij hef millioen. Engelsche
arbeiders laten zich weiwen voor
het leger. In de Engelsche metaal
industrie bestaat een chronische
werkloosheid. De metaalbewerkers
draaien granaten en gieten kanon
nen. Eenige jaren geleden hebben de
metaalbewerkers in hun internatio
naal kongres besloten, het vredes
werk van den Volkenbond te steu
nen, door het houden van 'n enquête
naar de vervaardiging van wapenen
en munitie in de verschillende lan
den. Het plan is totaal mislukt.
Slechts uit enkele landen, Duitseh-
land vooraan, kreeg de internationa
le sekretaris een behoorlijk rapport.
Bijna overal werkte de vrees, dat het
stilleggen van wapen- en mu
nitiefabrieken de werkloosheid nog
zou verergeren, sterker dan de af
keer van den oorlog.
En thans, na de nederlaag van '26,
is er geen enkele van de verzwakte
vakbonden, die er aan denkt, zijn
leden tot weigering van het vervaar
digen van oorlogstuig op te roepen".
Daaraan voegt de Stand, toe:
Zoo is inderdaad de werkelijkheid.
De schrijver vraagt: is er dan niets
veranderd? Hij meent van wel, maar
veel is het stellig niet.
En hij is het eens met den Franschen
socialist Boncour, van wiens toekomst
verwachtingen wij onlangs gewaag
den.
Welnu hoe komt tegenover deze
erkenning de ontwapeningsactie te
staan, die men hier durft voeren?
Zou men werkelijk te midlen van
zulk een wereld ons volk volkomen
weerloos durven stellen?
BINNENLAND.
DE VERJAARDAG VAN PRINSES
JULIANA.
Het iH'aagsche comité voor volksfees
ten, dat zich voorstelt, in samenwer
king met verschillende vereenigingen,
op een bijzondere wijze den lSden ver
jaardag van de Prinses te vieren, heeft
toestemming Verkregtp, een feestspel
te doen plaats vinden op het Binnen
hof.
Het Comité heeft hiervoor van ver
schillende zijden al medewerking ver
kregen, o.a van de Kon. Militaire Ka
pel en van de 's-Gravenhaagsche Po-
litie-Muziekyereeniging.
JUBILEUM VAN DEN EX-KEIZER.
De Bèrlijnsche correspondent van 't
Handelsblad meldt, dat veldmaan
schalk Mackensen, die gisteravond te
Berlijn de feestrede uitgesproken heeft
ter gelegenheid vam het gouden offi
ciers-jubileum van ex-keizer Wilhelm
vandaag in Doorn verwacht wordt om
den oud-monarch met dit jublileum ie
luk te Wenschen.
INTREKKING DER HUURWETTEN.
De correspondent te Hengelo vart
Het Volk meldt:
Door den heer Kasteel, voorzitter
van de s.d. raadsfractie, is het volgen
de voorstel ingediend bij den raad:
Ie. De-raad verzoekt B. en 'VV. te wil
len onderzoeken de mogelijkheid van
een gemeentelijke huurverordening.
2. wanneer die mogelijkheid bestaat,
B. en W. op te dragen, een gemeente
lijke huurverordening te ontwerpen,
die na door den raad behandeld te
zijn, op 19 Juli, zijnde de datum van
intrekking van de Huurwetten door de
regeering, in werking kan treden.
In de toelichting zegt de voorsteller
dat door het opheffen van de huurcom-
missie in deze gemeente de huishuren
aanmerkelijk gestegen zijn.
Uit Arnhem wordt aan het blad ge
meld:
In de raadszitting van 7 Febr. stelde
de heer Van Deutekom cle volgende
vragen
1. Is door den minister aan B. en W.
gevraagd, of er bezwaar bestaat tegen
de opheffing van de huurwetten?
2. Zoo ja, zijn B. en W. dan bereid
aan den raad het antwoord mede te
deelen?
3. Zijn B. en W. bereid ernstig na te
gaan of door een gemeentelyke veror
dening zoo goed mogelijk kunnen voor
komen worden de nadeelige gevolgen
voor de huurders, die door de ophef
fing van de Huurwetten zullen ont
staan?
4. En, zoo dat mogelijk is, zijn B. en
'W. dan bereid een dergelijke verorde
ning aan den raad ter goedkeuring
voor te leggen?
De voorzitter antwoordde, dat in Fe
bruari 1926 de minister gevraagd heeft
of tot opheffing van de Huurwetten
kon worden overgegaan ,op welke
vraag in Maart d.a.v. B. en W. ontken
nend antwoordden.
Na voorlezing van het antwoord,
zegt do voorzitter verder, dat over
vraag 3 en 4 B. en W. zich nader zul
len beraden.
GEMENGD NIEUWS.
De ontsporing te Halfweg.
Maandagmiddag arriveerde te
Halfweg een extra-trein uit het goe-
derenstation te Haarlem, bestaande
uit een locomotief en voorts de drie
goederenwagens, welke de vorige week
Donderdag ten Westen van Halfweg
op het wisselstuk bij een zijlijn ont
spoorden.
De bedoeling was te onderzoeken
wat nu ;de oorzaak van de ontsporing
was.
Het [duurde, in verband met het
drukke treinverkeer tusschen Haar
lem en Amsterdam, wel een uur, eer
de kleine extra goederentrein lang
zaam over het bewuste wisselstuk kon
rijden, hetgeen eenige malen geschiedl
|de.
Het onderzoek geschiedde onder 1de
leiding van de heeren Arnold, inge
nieur der tractie te Amsterdam, Post;
humus Meyjes en De Kanter, in
specteurs van het vervoer.
Professoren gezocht. De
volgende geschiedenis bewijst wel,
hoe weinig de Parijzenaar er voor
voelt, zijn mooie stad te verlaten, als
hij het daar goed heeft.
E enigen tijd geleden benoemde de
minister van Onderwijs, Herriot, de
radikaal, bij decreet nieuwe profes
soren in de rechtswetenschappen aan
de universiteit te Algiers. Het klimaat
van deze Fransche kolonie laat niets*
te wenschen over en de tractementen
;der professoren zijn goed.
b Maar de heeren professpren schenen;
niet erg ingenomen te zijn met hun,
benoeming, althans zij bleven waar zijl
waren en" hielden zich muisstil.
Natuurlijk wekte deze houding groo
te verontwaardiging onder de studen
ten te Algiers, die hun examens zooi
spoedig mogelijk wenschten af te leg
gen.
Dringende telegrammen van den red
tor der faculteit aan monsieur Her-
riet. Maar deze scheen de Parijsche
hooggeleerden geen ongelijk te "kun
nen" geven, trots alle protesten uit Al
giers bewaarde hij het stilzwijgen.
De studenten te Algiers procla
meerden de staking en "zonden inge
zonden stukken aan de dagbladen.
De studenten aan de Parijsche
rechtsfaculteit, blij iets tegen den ge-
haten Herriot te kunnen ondernemen
proclameerden een sympathie staking
en een delegatie werd naar den minis
ter van onderwijs gezonden. Deze nam
de zaak niet al te ernstig op en het,
gelukte hem de opgewonden studenten-
tot bedaren te brengen. Hij zegde ech
ter toe zoo spoedig mogelijk profes
soren naar Algiers te zullen sturen.
Herriot is nu op zoek naar geleer
den, die de verre reis naar Algiers*
wel aandurven.
De moord te Ierseke. Naaf
wordt vernomen blijft de persoon, die
gearresteerd werd in verband met den
gisternacht gepleegden moord op den
koopman Biersteker ontkennen.
Nochtans achten de autoriteiten ter
men aanwezig, om den man voorloo
pig in arrest te hbuden.
Het parket uit Middelburg heeft gis
teren een onderzoek ingesteld.
Aan den grond. Door de aan.
houdende Oostelijke winden en als ge
volg daarvan ingetred.en lagen water
stand in zee, is gisteren de 1100 ton
groote Rijnaak „Hema" van Renkum,
schipper 'van Duinen, in den haven
mond van Lemmer aan den grond!
geloopen.
Het schip is geladen met basaltslag!
en op reis van Homberg naar Lem
mer. De stand van het zeewater is
te Lemmer 2.20 M. beneden A.P.
Gegrepen. Gistermorgen had1
in een der gebouwen der Ver. Che
mische fabrieken te Zwijndrecht een
ernstig ongeval plaats.
Een zekere P. B. aldaar, had het
ongeluk op een in beweging zijnder»
as te trappen. Zijn kleeren werden
gegrepen, terwijl zijn been om de as
werd gedraaid en tot aan de knie ver
brijzeld werd.
Nadat de ongelukkige uit zijn be
narden toestand was bevrijd, werd hiji
op last van een spoedig aanwezigen
geneesheer, naar het R. K. zieken
huis te Dordrecht overgebracht. Ver
moedelijk zal hét been moeten wor
den afgezet.
Verduistering? M. v. G. te
Dordrecht heeft bij de Haagsche po
litie mededeeling gedaan van verduis
tering .der kas van den Bond van Tech'
nisch en opzichthoudend Personeel to
Dordrecht, welke zou gepleegd zijn
dpor den penningmeester.
Paniek. Maandagavond werd]
een geweldige paniek teweeg gebracht
in de Russische stad Mogiloff Podolsh
door het vallen van een meteoor.
Het geval vond plaats in den laters
avond en de meteoor zette de geheele
stad in hellichten gloed.
De bevolking, welke dacht, dat de
jongste dag was aangebroken, begaf!
zich op straat, waar honderden begon
nen te bidden.
Met een geweldig gekraak kwam
de meteoor op een open plaats in de
voorstad neer, waar hij zich diep in;
den grond boorde.
Niemand werd gekwetst.
Oplichting auto. De voor
gewende koop van de Dodge-auto in.
Den Haag is nu vrijwel opgehelderd.
De politie had een klein vermoe
den, aat de wagen naar Rotterdam
was gebracht door een handlanger. Zij
stelde te dier stede bij verschillende
garages een onderzoek in en trof
gisteren den wagen aan in een gara
ge aan de Schiekade.
De auto, die een cataloguswaarde
van f 4325 had, was daar te koop
aangeboden voor nog geen f 3000,
doch de koop was nog niet doorgegaan
De garagehouder was volkomen ter
goeder trouw.
Gebleken is, dat de handlanger was
een 26-jarige rijwielhandelaar uit Den
Haag, die mede is aangehouden.
De auto is in beslag genomen.
De roofmoord. Na sedert het
plegen van den roofmoord te Emmer
hout in den avond van 25 Jan. j.l
onafgebroken het onderzoek hebben
voortgezet, heeft de marechaussee gis
ternacht de vermoedelijke daders ge
arresteerd.
Het zijn twee arbeiders uit Eminer-
compascuum, beruchte typen, die
reeds eenken tijd goed in het oog
werden gehouden.
De politie verrichtte een huiszoe
king in de woning der verdachten, die
nog niet bekend hebben. Zij achtte
het niet gewenscht, thans reeds na
dere bijzonderheden omtrent de ar
restatie mede te deelen. De politie is
er echter van overtuigd, in ieder ge
val dengene, die het doodelijke schot
op den landbouwer Ensing heeft ge
lost, in arrest te hebben.
Nader wordt nog gemeld:
De vermoedelijke hoofddader is de
ongeveer 24-jarige ongehuwde J. S.
Behalve dezen zijn nog gearresteerd
twee andere personen, waarvan de een
eveneens J. b. heet en de andere H.
v. W. Deze laatsten zijn gehuwd en
ouder dan eerstgenoemde.
Zij wonen alle drie in de buurtschap
Fo'ksel onder Emmer-Compascuum.
De politie had geen directe aanwij!
zingen omtrent de daders. Zij luis
terde evenwel een gesprek af van den
hoofddader^ waarin deze mededeelde
het misdrijf te hebben gepleegd. De
arrestatie volgde onmiddellijk.
Door de gemeente en rijkspolitie, bij
gestaan door de marechaussee, wer
aen daarop dè beide anderen in ar
rest gesteld.
Bij de huiszoeking, die gistermor
gen in de woningen der verdachten*
heeft plaats gehad, werd eenige am
munitie gevonden. De gearresteerden,
zijn naar de marechaussee kazerne
te Emmen overgebracht. Hoewel zij
nog niet bekend hebben, is de politie
ervan overtuigd, den dader en zijn me
deplichtigen te hebben gearresteerd.
Alle drie leefden van smokkelhan
del langs de grens.
DE OPGRAVING VAN HERCULANUM
Mussolini heeft gesproken, en het
zal in April reeds aan den gang zijn:
het omvangrijke, weioverdachte werk
tot opgraving" van het bedolven Her
culanum, schrijft de Tel.
FEUILLETON.
16
Het was Simeons schrift; de reuzen
letters waren met den doornstok in de
sneeuw getrokken, en Ivans angst, dat
de sluipmoordenaar door den dood
van éénen Nekalof nog niet was be
vredigd, was nu verdwenen.
Doch de wetenschap, dat Simeon
het spoor van den moordenaar volgde,
gaf toch weinig troost, en het sombere
iNitchewo kwam op Ivans lippen. „Het
geeft niets," zeide hij; „ons vaderke is
'dood, en hij zal niet herleven, al wordt
zijn moordenaar ontdekt."
De oude Leo stortte heete tranen,
terwijl hij nu staarde op het lijk van
zijn geliefden meester.
„O Serguw Ivanitch!" riep hij uit.
„,gij zijt schandelijk vermoord, ep wij
lizullen om u treuren ons leven lang!"
Karo had zich uitgestrekt aan den
éénen kant van den doode en de oude
Leo knielde aan den anderen kant ne
der. Hij bezat de gedweeheid van der.
lijfeigene, die hij trouwens een halve
eeuw was geWeest, en de aanhanke
lijkheid van een trouwen dienaar. Hij
riep tot het Christusbeeld, daar boven
hem, met grooten evnst voor het ziele-
heil van den man, dien hij als kind op
de /armen had gedragen, en hij knoop
te den pelsjas van zijn meester dicht,
alsof hij bezorgd was, dat de koude
hem kwaad zou doen.
Daarop legden de beide mannen het
liik met de verstijfde ai'imen en cle ver
stijfde beenen voorzichtig op de lad
der. en op deze draagbaar zou Serguw
Nekalof huiswaarts keeren. Zij plaats
ten, zich achter elkander, aan de uit
einden der ladder, waarvan zij de boo
réén ter hancl namen, en Ivan ging
voorop.
Het was een droeve tocht; de drie
linden strekten hare naakte takken
met een sterker weeklagen uit naar
den hooge; en .die sombere doodstoet,
midden in den winternacht, was in
zijn eenvoud en soberheid van een aan
grijpende kracht.
De oude Leo met zijn gebogen rug
was in droeve gepeinzen verzonken,
•en Ivan liep voorop. Hij was doodver
moeid: hij hinkte erger dan gewoon
lijk. En de oude hond, met zijn half
blinde oogen, sloop naast zijn dooden
mc-ester voort, de lucht vervullend
met zijn klagend gehuil. De kleine
stoet trok daarheen: onder het licht
van maan en sterren, als een sombere
angstige droom, en Ivans h^rt was vol
droefheid.
Drie dagen geledc-n had hij hij den
«omberen Siberischen grenspaal de el
lende in de schreiende oogen gestaard,
en nu, terwijl hij het lijk van zijn ver
in,oord en vader huiswaarts droeg, was
de ellende niet geringer.
De ramp trof het gelukkige huisge
zin als een bliksemstraal; Ivan dacht
niet aan de honderd-vijf-en-twintig
roebel, die het paard had opgebracht,
maar dat zorgende, liefhebbende va
derke was dood schandelijk ver
moord o, die jammer was groot!
Zij ontmoetten niemand; het dorp
lag in de diepste rust, en omkijkend
zag Ivan de drie linden, welker scha
duwen zich breed en indrukwekkend
uitspreidden over het blanke sneeuw
veld.
Hij noch Leo wisselden een woord;
zij droegen zwijgend den kostbaren
last, en die bouwvallige hutten, en die
aihtwiekige molen en dat lichtende
caikven sterke zij hadden voor Ivans
diep gemoed een klaagstem gekregen,
om him droefheid zacht uit te snikken
over zooveel leed.
Zij hadden thans de laan bereikt, en
de heide hoogstammige dennen aan
den ingang hogen vol eerbied en
droefheid hare oude hoofden, terwijl
Serguw Nekalof wercl voorbijgedragen
En tegen de open deur geleund ver
kleumd van koude en ellende, stond
de beklagenswaardige huisvrouw, die
thans weduwe was.
Zij wankelde den treurigen stoet te
gemoet; zij wierp zich op den doode;
en in een gesnik vol eindelooze smart
eaf haar gemoed zich lucht.
Doch dan werd zij kalmer. Haar
oog was op God geslagen, en zij her
kreeg haar zelfbeheersching. Zij ging
Ivan en Leo vooruit, en wees in het
woonvertrek,, naast den zwijgenden
weefstoel, de plaats aan, waar zij de
ladder op twee stoelen zouden neer
leggen.
Do hond sprong klagend tegen zijn
dooden meester op; Ivan zeeg uitge
put neder op een stoel, en de oude Leo
prevelde een gebed voor de zielsrust
van den verslagene.
Zoo was Serguw Nekalof dan weer
thuis. Hij lag daar lang uitgestrekt op
de haar, in den toegeknoopten pelsjas,
de verstijfde handen in de grove hand
schoenen. Aan zijn kleederen, zijn laar
zen en zijn baard hing de sneeuw, die
in de warmte ontdooide, en zacht
druppelde het water neer, alsof het
tranen waren.
Moeder Nekalof zette de kaarsen
dicht bij de baar, en haar vredig licht
viel op het gelaat, waarop de dood zijn
ontzaglijken stempel had gedrukt. Zij
zotte zich bij den doode neer zij
kuste dat dierbaar gelaat. Zij liefkoos-
Je die verkilde wangen; „kent ge mij
niet meer, Serguw Ivanitch?" fluister
de zij „ik ben Olga, uwe Olga, die
gij liefhebt!"
De ééne kaars was uitgegaan, en uit
de donkere hoeken, waar Ivan en de
oude Leo zaten, kwam een zacht ge
steun.
Doch moeder Nekalof zat hij den
doode z'n verstijfde handen omklemd
houdend. ,,Ik ben Olga," fluisterde zij,
„uwe Olga, die gij eens uit de klauwen
van een woudheer hebt geredi"
Een oud plan, maar dat tot dusver
nooit tot een goed eind kon werden
gebracht. Sinds vele jaren praten de
archeologen over de bevrijding dier
doode stad, wier rijkdom, uit oudheid'
kundig en kunstzinnig standpunt, ze
ker de gelijke, zoo niet de meerders
is van dien van Pompeji.
Ongelukkigerwijze ligt Herculanum
onder een dikke laag lava, terwijl Pom
peji slechts onder de asch van dö
•Vesuvius bedolven was. Lang is er
over getwist, of het al dan met mo
gelijk was heel Herculanum bloot te
leggen.
Het schijnt, dat de kwestie thansi
in bevestigenden zin is beslist.
Prof._Maiu.ri, superintendant der op
gravmgen in de provincie Napels,
neeft zich bereid verklaard, de moeilijk!
heden te overwinnen.
Deze moeilijkheden zijn niet gering
Want Herculanum is tweemaal door
het noodlot getroffen: in 79, toen liet
evenals Pompeji bij de uitbarsting van
den Vesuvius begraven werd, én in
1631, bij een nieuwe ramp.
Toen kwam n.l. een enorme laag
lava bovenop de asch uft de eerste
eeuw.
En dan nog iets: op het bedolven
Herculanum zijn in den loop der eeu
wen twee dorpen verrezen, Kesina eru
Portici. Niemand zou het aandurven
deze te vernietigen, zelfs niet in naam
van de archaeologie en van de kunst»
Daarom heeft Maiuri voorgesteld
de opgravingen te beginnen in die ge
deelten der antieke stad, waarboven
niet is gebouwd. Zoodra men dan de
dorpen nadert, zal men het werk voort/
zetten met het maken van putten eni
galerijen, waardoor de oudheidkundi
gen en daarna ook de bezoekers zon
,aer schade voor de twee dorpen, zich
in de ondergrondsche dreven van Heir
culanum zullen kunnen vermeien.
Zoo komt toch het grootste stuk 'der
bedolven veste bloot te liggen voor het
speurend oog van wetenschap en de
ni euwsgierigneid
De opgravingen vragen echter lan
ge jaren en groote sommen gelds.
Italië wil ae lasten alleen dragen.
om ook voor de lusten niemand!
dank je te moeten zeggen. Een res'
pectabele opvatting. En wanneer de
onderneming slaagt, gelijk alles aoec
voorzien, lean Mussolinistisch Italië
prat gaan op de voleinding van het)
werk van twee eeuwen.
Immers de geschiedenis der opgra-
vingen te Herculanum dateert uit de
eerste jaren der 18de eeuw. De op»
travingen werden slecht, onoordeef
undig en ruw geleid, destijds; zonder
eenige wetenschappelijke omzichtig
heid dolf men er naar schatten in
opdracht en ten behoeve van een
Oostenrijksch generaal, die den Frait
schen naam droeg van prins d'Elbeufl
Van 1738 tot 1765 nieuwe na-
spcringen. Ditmaal op last der Na»
pelsche Bourbons.
Onder andere gelukkige resultaten
mocht men boeken de „ontdekking'*,
van een villa, welker bibliotheek een
imposant aantal papyri bleek te be
vatten.
Wederom hervatting der opgravin
gen in 1827 en 1828; «daarbii kwamen
de huizen van Argos, van Aristidea
n het huis van het Skelet aan het
licht.
In 1869 interesseerde de koning van
Italië zich persoonlijk voor het on
derzoekingswerk en schonk daarvoor
een aanzienlijk bedrag.
Maar de „kwestie-Herculanum" ia
eigenlijk pas weer echt gesteld in
1905. Men begon weer snel te graven
helaas, de loop dé politieke en
sociale gebeurtenissen vërtraagde do
werkzaamheden en zette ze eiudelijld
geheel stop.
Zal 1927 nu de vervulling brengen
van een verlangen, dat niet minder
dan de harrewensch is van alle oud-
heidlievenden der geheele wereld?
In ieder geval mag men hopen, dat
het huidige" project dat de Italiaan-
sche wetenschap eer aandoet, vlug
ger tot resultaten voert, dan dat van
aen Engelschen archeoloog Waldsteini
Deze had een twintigtal jaren geleden
een geweldige maatschappij gesticht
voor de vrii making van Herculanusl
en als aandeelhouders alle vorsten
van Europa aangezocht ten deele
ook verkregen.
Maar verder kwam hij niet.
Zij noemde hem hij zijn liefste na
men; het was de teederste liefde die
uit hare woorden sprak, en deze liefde
klapwiekte zacht klagend boven de
sombere baar.
Duch plotseling rees zij overeind; de
moeder kwam boven in de weduwe,
en verschrikt, rond starend, riep zij:
„Waar is Simeon? Ivan Serguwitch
waar is mijn kind?"
HOOFDSTUK III.
Terwijl Ivan en de oude Leo naar
huis gingen, om de ladder te halen, is
Simeon achtergebleven hij 't lijk van
zijn vader: in doffe gepeinzen, met be
traande oogen en een zuchtend hart.
Doch daarop is allengs een ander ge
voel bij hem boven gekomen: de ver
ontwaardiging over den afschuwelij
ke n en lafhartigen moord.
Want is het niet een afschuwelijke
en lafhartige moord? Den wolf hoort
men aankomen, en den woudheer ook,
doch de man, die zijn vader heeft dood
geschoten, heeft op hem geloerd in
den kuil: op twintig pas afstands
gedekt achter het verdorde gebaderte
der beukenstruiken. De Missionaris
heeft verleden jaar eens gepredikt over
de kinderen Belials, die op de recht
vaardigen loeren achter heggen en
struiken, en hier is zoo'n Belialskind
aan het werk .geweest.
(Wordt vervolgd)»