BLOED EN TRANEN. NIEUWER LEIDSCHEi COURANT VAN DONDERDAG 10 FEBRUARI 1927 TWEEDE BLAD. Wfll DE BLADEN ZEGGÜ. j'. De rijwielbelasting. Telkens ontvangen wij, zoo lezen wij in het Handelsblad, klachten van menschen wier rijwielplaatjes 1 zijn zoekgeraakt of gestolen. Een nieuw ï-jjwielplaatje kan dan niet worden verstrekt, omdat de tegenwoordige wijze van inning den belastingbetaler geenerlei bewijs verschaft, dat hij wer kelijk aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Is daaraan niets te doen door een andere wijze van heffing", zoo vraagt het slachtoffer dan altijd. Nu hebben we weer een stuk ontvan gen van een lezer, die een stelsel van inning aan de hand doet, waardoor |aan het bezwaar van de slachtoffers 'yan verlies of diefstal kan worden te gemoetgekomen. Dat stelsel zou we izen: de belastingplaatjes met een nom mer erop uit te geven, dus van 1 tot en met het nommer van het laatste plaat je, dat voor de belasting verkocht wordt. En verder den naam van den kooper met zijn nommer in te schrij den in een register, i Het ziet er heel aardig uit, zoo op >het papier, maar in de practijk zou het op enorme kosten neerkomen. Het re gister zou op een omslachtige admini stratie uitloopen. De vervaardiging van de plaatjes zou ook veel duurder uitkomen. En de controle zou, althans in het begin van het jaar, ook een stuk zwaarder worden. Hoeveel geld van de belasting zou er niet verloren gaan door dezen omslag? En zou de schade, die 9ommigen lijden, meestal toch door hun eigen onachtzaamheid dit verlies voor de schatkist waard zijn? In de verste verte niet. De gedachte, welke aan de wijze van inning, nu toegepast, ten grbndslag lag, was: de inningskosten zoo gering mogelijk te doen zijn. De inningskos ten zijn inderdaad miniem gebleven, .want behave de kosten van vervaar diging zijn er slechts weinig kosten van administratie. Eenige boekhou ding is op het oogenblik op de kanto ren in de steden niet noodig. De kan toren krijgen een hoeveelheid plaatjes en berichten alleen het totaal van het aantal verkochte plaatjes. Eenvoudiger kan het dus niet. Ondanks de bezwaren, die uit deze Wijze van inning kunnen voortvloeien, zal Zij dus wel gehandhaafd worden, zoolang niet een phencmeen opstaat, die met gelijke geringe kosten betere waarborgen tegen schade weet te ver schaffen. im De werkelijkheid. 17 Onder dezen titel bespreekt D e Standaard een buitenlandsch overzicht van „Het Volk" en haalt daar het volgende uit aan: „Laten wij ons zelf niets wijs ma ken: indien het in Europa opnieuw tot een oorlog komt, zal geen politie ke partij in staat zijn, de volksmas sa te weerhouden om zich te laten meesleepen. De Engelschen, zoo ver tellen wij elkander graag op het vas teland, zijn een volk apart. Een oor- i logje is voor hen in de eerste plaats een stuk sport. Dit is niets dan zelf bedrog. De Engelschen hebben in vier wreede jaren aan den lijve on dervonden wat oorlog is. Geen fami lie die geen dooden betreurt, geval len op de slagvelden van Frankrijk, bij Gallipoli en elders. D oorlogsin- valieden heeft het volk in zijn mid den, en velen van hen zijn vervallen tot den bedelstaf. De Engelsche arbeidersklasse telt sedert 1920 het aantal van haar werk. loozen bij hef millioen. Engelsche arbeiders laten zich weiwen voor het leger. In de Engelsche metaal industrie bestaat een chronische werkloosheid. De metaalbewerkers draaien granaten en gieten kanon nen. Eenige jaren geleden hebben de metaalbewerkers in hun internatio naal kongres besloten, het vredes werk van den Volkenbond te steu nen, door het houden van 'n enquête naar de vervaardiging van wapenen en munitie in de verschillende lan den. Het plan is totaal mislukt. Slechts uit enkele landen, Duitseh- land vooraan, kreeg de internationa le sekretaris een behoorlijk rapport. Bijna overal werkte de vrees, dat het stilleggen van wapen- en mu nitiefabrieken de werkloosheid nog zou verergeren, sterker dan de af keer van den oorlog. En thans, na de nederlaag van '26, is er geen enkele van de verzwakte vakbonden, die er aan denkt, zijn leden tot weigering van het vervaar digen van oorlogstuig op te roepen". Daaraan voegt de Stand, toe: Zoo is inderdaad de werkelijkheid. De schrijver vraagt: is er dan niets veranderd? Hij meent van wel, maar veel is het stellig niet. En hij is het eens met den Franschen socialist Boncour, van wiens toekomst verwachtingen wij onlangs gewaag den. Welnu hoe komt tegenover deze erkenning de ontwapeningsactie te staan, die men hier durft voeren? Zou men werkelijk te midlen van zulk een wereld ons volk volkomen weerloos durven stellen? BINNENLAND. DE VERJAARDAG VAN PRINSES JULIANA. Het iH'aagsche comité voor volksfees ten, dat zich voorstelt, in samenwer king met verschillende vereenigingen, op een bijzondere wijze den lSden ver jaardag van de Prinses te vieren, heeft toestemming Verkregtp, een feestspel te doen plaats vinden op het Binnen hof. Het Comité heeft hiervoor van ver schillende zijden al medewerking ver kregen, o.a van de Kon. Militaire Ka pel en van de 's-Gravenhaagsche Po- litie-Muziekyereeniging. JUBILEUM VAN DEN EX-KEIZER. De Bèrlijnsche correspondent van 't Handelsblad meldt, dat veldmaan schalk Mackensen, die gisteravond te Berlijn de feestrede uitgesproken heeft ter gelegenheid vam het gouden offi ciers-jubileum van ex-keizer Wilhelm vandaag in Doorn verwacht wordt om den oud-monarch met dit jublileum ie luk te Wenschen. INTREKKING DER HUURWETTEN. De correspondent te Hengelo vart Het Volk meldt: Door den heer Kasteel, voorzitter van de s.d. raadsfractie, is het volgen de voorstel ingediend bij den raad: Ie. De-raad verzoekt B. en 'VV. te wil len onderzoeken de mogelijkheid van een gemeentelijke huurverordening. 2. wanneer die mogelijkheid bestaat, B. en W. op te dragen, een gemeente lijke huurverordening te ontwerpen, die na door den raad behandeld te zijn, op 19 Juli, zijnde de datum van intrekking van de Huurwetten door de regeering, in werking kan treden. In de toelichting zegt de voorsteller dat door het opheffen van de huurcom- missie in deze gemeente de huishuren aanmerkelijk gestegen zijn. Uit Arnhem wordt aan het blad ge meld: In de raadszitting van 7 Febr. stelde de heer Van Deutekom cle volgende vragen 1. Is door den minister aan B. en W. gevraagd, of er bezwaar bestaat tegen de opheffing van de huurwetten? 2. Zoo ja, zijn B. en W. dan bereid aan den raad het antwoord mede te deelen? 3. Zijn B. en W. bereid ernstig na te gaan of door een gemeentelyke veror dening zoo goed mogelijk kunnen voor komen worden de nadeelige gevolgen voor de huurders, die door de ophef fing van de Huurwetten zullen ont staan? 4. En, zoo dat mogelijk is, zijn B. en 'W. dan bereid een dergelijke verorde ning aan den raad ter goedkeuring voor te leggen? De voorzitter antwoordde, dat in Fe bruari 1926 de minister gevraagd heeft of tot opheffing van de Huurwetten kon worden overgegaan ,op welke vraag in Maart d.a.v. B. en W. ontken nend antwoordden. Na voorlezing van het antwoord, zegt do voorzitter verder, dat over vraag 3 en 4 B. en W. zich nader zul len beraden. GEMENGD NIEUWS. De ontsporing te Halfweg. Maandagmiddag arriveerde te Halfweg een extra-trein uit het goe- derenstation te Haarlem, bestaande uit een locomotief en voorts de drie goederenwagens, welke de vorige week Donderdag ten Westen van Halfweg op het wisselstuk bij een zijlijn ont spoorden. De bedoeling was te onderzoeken wat nu ;de oorzaak van de ontsporing was. Het [duurde, in verband met het drukke treinverkeer tusschen Haar lem en Amsterdam, wel een uur, eer de kleine extra goederentrein lang zaam over het bewuste wisselstuk kon rijden, hetgeen eenige malen geschiedl |de. Het onderzoek geschiedde onder 1de leiding van de heeren Arnold, inge nieur der tractie te Amsterdam, Post; humus Meyjes en De Kanter, in specteurs van het vervoer. Professoren gezocht. De volgende geschiedenis bewijst wel, hoe weinig de Parijzenaar er voor voelt, zijn mooie stad te verlaten, als hij het daar goed heeft. E enigen tijd geleden benoemde de minister van Onderwijs, Herriot, de radikaal, bij decreet nieuwe profes soren in de rechtswetenschappen aan de universiteit te Algiers. Het klimaat van deze Fransche kolonie laat niets* te wenschen over en de tractementen ;der professoren zijn goed. b Maar de heeren professpren schenen; niet erg ingenomen te zijn met hun, benoeming, althans zij bleven waar zijl waren en" hielden zich muisstil. Natuurlijk wekte deze houding groo te verontwaardiging onder de studen ten te Algiers, die hun examens zooi spoedig mogelijk wenschten af te leg gen. Dringende telegrammen van den red tor der faculteit aan monsieur Her- riet. Maar deze scheen de Parijsche hooggeleerden geen ongelijk te "kun nen" geven, trots alle protesten uit Al giers bewaarde hij het stilzwijgen. De studenten te Algiers procla meerden de staking en "zonden inge zonden stukken aan de dagbladen. De studenten aan de Parijsche rechtsfaculteit, blij iets tegen den ge- haten Herriot te kunnen ondernemen proclameerden een sympathie staking en een delegatie werd naar den minis ter van onderwijs gezonden. Deze nam de zaak niet al te ernstig op en het, gelukte hem de opgewonden studenten- tot bedaren te brengen. Hij zegde ech ter toe zoo spoedig mogelijk profes soren naar Algiers te zullen sturen. Herriot is nu op zoek naar geleer den, die de verre reis naar Algiers* wel aandurven. De moord te Ierseke. Naaf wordt vernomen blijft de persoon, die gearresteerd werd in verband met den gisternacht gepleegden moord op den koopman Biersteker ontkennen. Nochtans achten de autoriteiten ter men aanwezig, om den man voorloo pig in arrest te hbuden. Het parket uit Middelburg heeft gis teren een onderzoek ingesteld. Aan den grond. Door de aan. houdende Oostelijke winden en als ge volg daarvan ingetred.en lagen water stand in zee, is gisteren de 1100 ton groote Rijnaak „Hema" van Renkum, schipper 'van Duinen, in den haven mond van Lemmer aan den grond! geloopen. Het schip is geladen met basaltslag! en op reis van Homberg naar Lem mer. De stand van het zeewater is te Lemmer 2.20 M. beneden A.P. Gegrepen. Gistermorgen had1 in een der gebouwen der Ver. Che mische fabrieken te Zwijndrecht een ernstig ongeval plaats. Een zekere P. B. aldaar, had het ongeluk op een in beweging zijnder» as te trappen. Zijn kleeren werden gegrepen, terwijl zijn been om de as werd gedraaid en tot aan de knie ver brijzeld werd. Nadat de ongelukkige uit zijn be narden toestand was bevrijd, werd hiji op last van een spoedig aanwezigen geneesheer, naar het R. K. zieken huis te Dordrecht overgebracht. Ver moedelijk zal hét been moeten wor den afgezet. Verduistering? M. v. G. te Dordrecht heeft bij de Haagsche po litie mededeeling gedaan van verduis tering .der kas van den Bond van Tech' nisch en opzichthoudend Personeel to Dordrecht, welke zou gepleegd zijn dpor den penningmeester. Paniek. Maandagavond werd] een geweldige paniek teweeg gebracht in de Russische stad Mogiloff Podolsh door het vallen van een meteoor. Het geval vond plaats in den laters avond en de meteoor zette de geheele stad in hellichten gloed. De bevolking, welke dacht, dat de jongste dag was aangebroken, begaf! zich op straat, waar honderden begon nen te bidden. Met een geweldig gekraak kwam de meteoor op een open plaats in de voorstad neer, waar hij zich diep in; den grond boorde. Niemand werd gekwetst. Oplichting auto. De voor gewende koop van de Dodge-auto in. Den Haag is nu vrijwel opgehelderd. De politie had een klein vermoe den, aat de wagen naar Rotterdam was gebracht door een handlanger. Zij stelde te dier stede bij verschillende garages een onderzoek in en trof gisteren den wagen aan in een gara ge aan de Schiekade. De auto, die een cataloguswaarde van f 4325 had, was daar te koop aangeboden voor nog geen f 3000, doch de koop was nog niet doorgegaan De garagehouder was volkomen ter goeder trouw. Gebleken is, dat de handlanger was een 26-jarige rijwielhandelaar uit Den Haag, die mede is aangehouden. De auto is in beslag genomen. De roofmoord. Na sedert het plegen van den roofmoord te Emmer hout in den avond van 25 Jan. j.l onafgebroken het onderzoek hebben voortgezet, heeft de marechaussee gis ternacht de vermoedelijke daders ge arresteerd. Het zijn twee arbeiders uit Eminer- compascuum, beruchte typen, die reeds eenken tijd goed in het oog werden gehouden. De politie verrichtte een huiszoe king in de woning der verdachten, die nog niet bekend hebben. Zij achtte het niet gewenscht, thans reeds na dere bijzonderheden omtrent de ar restatie mede te deelen. De politie is er echter van overtuigd, in ieder ge val dengene, die het doodelijke schot op den landbouwer Ensing heeft ge lost, in arrest te hebben. Nader wordt nog gemeld: De vermoedelijke hoofddader is de ongeveer 24-jarige ongehuwde J. S. Behalve dezen zijn nog gearresteerd twee andere personen, waarvan de een eveneens J. b. heet en de andere H. v. W. Deze laatsten zijn gehuwd en ouder dan eerstgenoemde. Zij wonen alle drie in de buurtschap Fo'ksel onder Emmer-Compascuum. De politie had geen directe aanwij! zingen omtrent de daders. Zij luis terde evenwel een gesprek af van den hoofddader^ waarin deze mededeelde het misdrijf te hebben gepleegd. De arrestatie volgde onmiddellijk. Door de gemeente en rijkspolitie, bij gestaan door de marechaussee, wer aen daarop dè beide anderen in ar rest gesteld. Bij de huiszoeking, die gistermor gen in de woningen der verdachten* heeft plaats gehad, werd eenige am munitie gevonden. De gearresteerden, zijn naar de marechaussee kazerne te Emmen overgebracht. Hoewel zij nog niet bekend hebben, is de politie ervan overtuigd, den dader en zijn me deplichtigen te hebben gearresteerd. Alle drie leefden van smokkelhan del langs de grens. DE OPGRAVING VAN HERCULANUM Mussolini heeft gesproken, en het zal in April reeds aan den gang zijn: het omvangrijke, weioverdachte werk tot opgraving" van het bedolven Her culanum, schrijft de Tel. FEUILLETON. 16 Het was Simeons schrift; de reuzen letters waren met den doornstok in de sneeuw getrokken, en Ivans angst, dat de sluipmoordenaar door den dood van éénen Nekalof nog niet was be vredigd, was nu verdwenen. Doch de wetenschap, dat Simeon het spoor van den moordenaar volgde, gaf toch weinig troost, en het sombere iNitchewo kwam op Ivans lippen. „Het geeft niets," zeide hij; „ons vaderke is 'dood, en hij zal niet herleven, al wordt zijn moordenaar ontdekt." De oude Leo stortte heete tranen, terwijl hij nu staarde op het lijk van zijn geliefden meester. „O Serguw Ivanitch!" riep hij uit. „,gij zijt schandelijk vermoord, ep wij lizullen om u treuren ons leven lang!" Karo had zich uitgestrekt aan den éénen kant van den doode en de oude Leo knielde aan den anderen kant ne der. Hij bezat de gedweeheid van der. lijfeigene, die hij trouwens een halve eeuw was geWeest, en de aanhanke lijkheid van een trouwen dienaar. Hij riep tot het Christusbeeld, daar boven hem, met grooten evnst voor het ziele- heil van den man, dien hij als kind op de /armen had gedragen, en hij knoop te den pelsjas van zijn meester dicht, alsof hij bezorgd was, dat de koude hem kwaad zou doen. Daarop legden de beide mannen het liik met de verstijfde ai'imen en cle ver stijfde beenen voorzichtig op de lad der. en op deze draagbaar zou Serguw Nekalof huiswaarts keeren. Zij plaats ten, zich achter elkander, aan de uit einden der ladder, waarvan zij de boo réén ter hancl namen, en Ivan ging voorop. Het was een droeve tocht; de drie linden strekten hare naakte takken met een sterker weeklagen uit naar den hooge; en .die sombere doodstoet, midden in den winternacht, was in zijn eenvoud en soberheid van een aan grijpende kracht. De oude Leo met zijn gebogen rug was in droeve gepeinzen verzonken, •en Ivan liep voorop. Hij was doodver moeid: hij hinkte erger dan gewoon lijk. En de oude hond, met zijn half blinde oogen, sloop naast zijn dooden mc-ester voort, de lucht vervullend met zijn klagend gehuil. De kleine stoet trok daarheen: onder het licht van maan en sterren, als een sombere angstige droom, en Ivans h^rt was vol droefheid. Drie dagen geledc-n had hij hij den «omberen Siberischen grenspaal de el lende in de schreiende oogen gestaard, en nu, terwijl hij het lijk van zijn ver in,oord en vader huiswaarts droeg, was de ellende niet geringer. De ramp trof het gelukkige huisge zin als een bliksemstraal; Ivan dacht niet aan de honderd-vijf-en-twintig roebel, die het paard had opgebracht, maar dat zorgende, liefhebbende va derke was dood schandelijk ver moord o, die jammer was groot! Zij ontmoetten niemand; het dorp lag in de diepste rust, en omkijkend zag Ivan de drie linden, welker scha duwen zich breed en indrukwekkend uitspreidden over het blanke sneeuw veld. Hij noch Leo wisselden een woord; zij droegen zwijgend den kostbaren last, en die bouwvallige hutten, en die aihtwiekige molen en dat lichtende caikven sterke zij hadden voor Ivans diep gemoed een klaagstem gekregen, om him droefheid zacht uit te snikken over zooveel leed. Zij hadden thans de laan bereikt, en de heide hoogstammige dennen aan den ingang hogen vol eerbied en droefheid hare oude hoofden, terwijl Serguw Nekalof wercl voorbijgedragen En tegen de open deur geleund ver kleumd van koude en ellende, stond de beklagenswaardige huisvrouw, die thans weduwe was. Zij wankelde den treurigen stoet te gemoet; zij wierp zich op den doode; en in een gesnik vol eindelooze smart eaf haar gemoed zich lucht. Doch dan werd zij kalmer. Haar oog was op God geslagen, en zij her kreeg haar zelfbeheersching. Zij ging Ivan en Leo vooruit, en wees in het woonvertrek,, naast den zwijgenden weefstoel, de plaats aan, waar zij de ladder op twee stoelen zouden neer leggen. Do hond sprong klagend tegen zijn dooden meester op; Ivan zeeg uitge put neder op een stoel, en de oude Leo prevelde een gebed voor de zielsrust van den verslagene. Zoo was Serguw Nekalof dan weer thuis. Hij lag daar lang uitgestrekt op de haar, in den toegeknoopten pelsjas, de verstijfde handen in de grove hand schoenen. Aan zijn kleederen, zijn laar zen en zijn baard hing de sneeuw, die in de warmte ontdooide, en zacht druppelde het water neer, alsof het tranen waren. Moeder Nekalof zette de kaarsen dicht bij de baar, en haar vredig licht viel op het gelaat, waarop de dood zijn ontzaglijken stempel had gedrukt. Zij zotte zich bij den doode neer zij kuste dat dierbaar gelaat. Zij liefkoos- Je die verkilde wangen; „kent ge mij niet meer, Serguw Ivanitch?" fluister de zij „ik ben Olga, uwe Olga, die gij liefhebt!" De ééne kaars was uitgegaan, en uit de donkere hoeken, waar Ivan en de oude Leo zaten, kwam een zacht ge steun. Doch moeder Nekalof zat hij den doode z'n verstijfde handen omklemd houdend. ,,Ik ben Olga," fluisterde zij, „uwe Olga, die gij eens uit de klauwen van een woudheer hebt geredi" Een oud plan, maar dat tot dusver nooit tot een goed eind kon werden gebracht. Sinds vele jaren praten de archeologen over de bevrijding dier doode stad, wier rijkdom, uit oudheid' kundig en kunstzinnig standpunt, ze ker de gelijke, zoo niet de meerders is van dien van Pompeji. Ongelukkigerwijze ligt Herculanum onder een dikke laag lava, terwijl Pom peji slechts onder de asch van dö •Vesuvius bedolven was. Lang is er over getwist, of het al dan met mo gelijk was heel Herculanum bloot te leggen. Het schijnt, dat de kwestie thansi in bevestigenden zin is beslist. Prof._Maiu.ri, superintendant der op gravmgen in de provincie Napels, neeft zich bereid verklaard, de moeilijk! heden te overwinnen. Deze moeilijkheden zijn niet gering Want Herculanum is tweemaal door het noodlot getroffen: in 79, toen liet evenals Pompeji bij de uitbarsting van den Vesuvius begraven werd, én in 1631, bij een nieuwe ramp. Toen kwam n.l. een enorme laag lava bovenop de asch uft de eerste eeuw. En dan nog iets: op het bedolven Herculanum zijn in den loop der eeu wen twee dorpen verrezen, Kesina eru Portici. Niemand zou het aandurven deze te vernietigen, zelfs niet in naam van de archaeologie en van de kunst» Daarom heeft Maiuri voorgesteld de opgravingen te beginnen in die ge deelten der antieke stad, waarboven niet is gebouwd. Zoodra men dan de dorpen nadert, zal men het werk voort/ zetten met het maken van putten eni galerijen, waardoor de oudheidkundi gen en daarna ook de bezoekers zon ,aer schade voor de twee dorpen, zich in de ondergrondsche dreven van Heir culanum zullen kunnen vermeien. Zoo komt toch het grootste stuk 'der bedolven veste bloot te liggen voor het speurend oog van wetenschap en de ni euwsgierigneid De opgravingen vragen echter lan ge jaren en groote sommen gelds. Italië wil ae lasten alleen dragen. om ook voor de lusten niemand! dank je te moeten zeggen. Een res' pectabele opvatting. En wanneer de onderneming slaagt, gelijk alles aoec voorzien, lean Mussolinistisch Italië prat gaan op de voleinding van het) werk van twee eeuwen. Immers de geschiedenis der opgra- vingen te Herculanum dateert uit de eerste jaren der 18de eeuw. De op» travingen werden slecht, onoordeef undig en ruw geleid, destijds; zonder eenige wetenschappelijke omzichtig heid dolf men er naar schatten in opdracht en ten behoeve van een Oostenrijksch generaal, die den Frait schen naam droeg van prins d'Elbeufl Van 1738 tot 1765 nieuwe na- spcringen. Ditmaal op last der Na» pelsche Bourbons. Onder andere gelukkige resultaten mocht men boeken de „ontdekking'*, van een villa, welker bibliotheek een imposant aantal papyri bleek te be vatten. Wederom hervatting der opgravin gen in 1827 en 1828; «daarbii kwamen de huizen van Argos, van Aristidea n het huis van het Skelet aan het licht. In 1869 interesseerde de koning van Italië zich persoonlijk voor het on derzoekingswerk en schonk daarvoor een aanzienlijk bedrag. Maar de „kwestie-Herculanum" ia eigenlijk pas weer echt gesteld in 1905. Men begon weer snel te graven helaas, de loop dé politieke en sociale gebeurtenissen vërtraagde do werkzaamheden en zette ze eiudelijld geheel stop. Zal 1927 nu de vervulling brengen van een verlangen, dat niet minder dan de harrewensch is van alle oud- heidlievenden der geheele wereld? In ieder geval mag men hopen, dat het huidige" project dat de Italiaan- sche wetenschap eer aandoet, vlug ger tot resultaten voert, dan dat van aen Engelschen archeoloog Waldsteini Deze had een twintigtal jaren geleden een geweldige maatschappij gesticht voor de vrii making van Herculanusl en als aandeelhouders alle vorsten van Europa aangezocht ten deele ook verkregen. Maar verder kwam hij niet. Zij noemde hem hij zijn liefste na men; het was de teederste liefde die uit hare woorden sprak, en deze liefde klapwiekte zacht klagend boven de sombere baar. Duch plotseling rees zij overeind; de moeder kwam boven in de weduwe, en verschrikt, rond starend, riep zij: „Waar is Simeon? Ivan Serguwitch waar is mijn kind?" HOOFDSTUK III. Terwijl Ivan en de oude Leo naar huis gingen, om de ladder te halen, is Simeon achtergebleven hij 't lijk van zijn vader: in doffe gepeinzen, met be traande oogen en een zuchtend hart. Doch daarop is allengs een ander ge voel bij hem boven gekomen: de ver ontwaardiging over den afschuwelij ke n en lafhartigen moord. Want is het niet een afschuwelijke en lafhartige moord? Den wolf hoort men aankomen, en den woudheer ook, doch de man, die zijn vader heeft dood geschoten, heeft op hem geloerd in den kuil: op twintig pas afstands gedekt achter het verdorde gebaderte der beukenstruiken. De Missionaris heeft verleden jaar eens gepredikt over de kinderen Belials, die op de recht vaardigen loeren achter heggen en struiken, en hier is zoo'n Belialskind aan het werk .geweest. (Wordt vervolgd)»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5