Qit nummer beslaat uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
-PRIJS
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
JAAKUANU
ÜONÜERDAG 27 JANUARI 1927
NUMMER 2029
COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waai agenten gevestigd zijn
Per kwartaal.1 2.50
Per week i 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
De'„Christelijke" openbare
school.
In het debat tusschen den heer Kar
stens en den heer Hüner heeft laatst
genoemde nog eens uitdrukkelijk va9t
festeld dat de Chr. Hist. Unie wil
ehristianiseering van de openbare
school.
Een leuze die- op zichzelf niets
kwaads in zich heeft en door elk Chris
ten onderschreven zou moeten worden
indien het juist ware dat de Overheid
geroepen is tot onderwijs geven, in
dien dat niet de taak der ouders ware.
Maar dat is niet zoo.
Dat de Overheid de roeping heeft
om aanvullend op te treden, en dus bij
gemis aan initiatief van de ouders,
voor het onderwijs zorgt, en voorts om
te zorgen dat het onderwijs aan dege
lijke eischen voldoet, is heel iets an
ders.
De Christelijke staat zeggen onze
Chr. Hist, broeders heeft de roeping
zijn organen een zooveel mogelijk
christelijk karakter te geven. Dat zal
echter nooit verder kunnen gaan dan
de zorg dat die organen zich niet anti
christelijk uiten. Hoe zal het mogelijk
zijn om positief Christelijk zich te uiten
zonder deelgenootschap aan den
Christus zelf?
Natuurlijk kan een Christen, wiens
begeerte en levensideaal het is, voor
Christus te leven, ook in die niet-anti-
christelijke school een sfeer scheppen
die afwijkt van de sfeei die een god
loochenaar of een Jood schept, maar
ook dat is weer iets anders dan het
Christendom met den Christus als mid
delpunt, als bron.
Dat men in Chr. Hist, kring dan ook
beseft dat met de neutraliteit op de
openbare school, die een Israëliet, een
Atheïst, of welke niet-christen ook,
niet weren mag, geen „Christelijke"
Openbare school verkregen kan wor
den bewijst de Nederlander die on
langs aldus schreef:
„Maar helaas! Zijn nu de christe
nen zelf de oorzaak dat deze theo
rie niet om te zetten is in de prac-
tijk? Want de staat ziet voor zich
de meest verschillende vormen van
christendom, waarbij dan nog het
ongeluk komt dat onderling ver
schillende schakeeringen elkander
dikwijls nog gevaarlijker achten
dan zij het een heiden of tollenaar
doen.
Wolliclit zal hierop worden geant
woord, dat in elk geval ons volk als
een christenvolk er recht op heeft,
dat de bijbel op de volksschool ge
bracht en het godsdienstonderwijs
verplichtend gesteld worde.
Er is een tijd geweest, dat dit ge
schiedde, maar toen -trachtte men
reeds, om te verhinderen, dat noch
naar rechts, noch naar links te veel
werd afgeweken, den grootsten ge-
meenen deeler van het Christel, ge
loof te zoeken om maar, met het zoo
genaamd beginsel, de eenheid zoo
veel mogelijk te bewaren.
Want één van beide: 'n christelij
ke volksschool met den bijbel laat
aan iederen Onderwijzer ten slotte
vrij dat onderwijs in le richten naar
zijn eigen wil en naar zijn eigen
denkbeelden, zoodat het kind even
goed met ongeloof in den bijbel als
-met geloof wordt opgevoed, óf een
christelijke volksschool bindt de on
derwijzers aan een gemeenschappe
lijke belijdenis, waaruit, evenals uit
de publieke gebeden in onzen tijd, de
pit en de ziel is uitgenomen, opdat
maar ieder zich er mede zal kunnen
vereenigen. Zoo iets van God, deugd
en onsterfelijkheid uit het begin
der vorige eeuw! En ook dit is nog
gebleken op niets uit te loopen.
Ten slotte is er in dezen dan ook
slechts één middel, waardoor ten
bate van de christianisatie der
volksschool iets kan worden gedaan
en dat is de opleiding van christelij
ke onderwijzers en onderwijzeressen
voor die school".
Inderdaad een mooi ideaal. De
openbare school overstroomen met'
Chr. onderwijzers.
Maar wanneer wij daarnaast zien,
dat in steeds meer gemeenten er 'n op
schuiving naar uiterst links in den
raad plaats heeft, dan belooft dat
niet veel goeds om die onderwijzers en
onderwijzeressen benoemd te krijgen.
Maar zelfs in gemeenten met een
overwegend rechtsche raadsmeerder-
heid kan die meerderheid niet verder
gaan dan zorgen voor het handhaven
van de niet-anti-christelijke uiting van
de school. Practisch bereikt men ook
daar niet meer dan een zwijgend per
soneel, want een atheïst die zijn kin
leren niet gesproken wil zien van den
BUREAU: Hooigracht 35
Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ADVERTENTIE
Gewone advertentiën per regel 227» cent'
Ingezonden Mede deelingen, dubbel t&rieL
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage*
lijks geplaatst ad 40 cent
Christus der Schriften heeft in die
school daar recht op.
Als prediking van een ideaal moge
liet schoon zijn, zoolang piet ons volk
in massa tot der Vaderen God terug
keert, kan practisch niets bereikt wor
den.
Maar erger, omdat deze geboden
neutraliteit gevaarlijk is, omdat een
christelijke opvoeding zonder den
Christus, zoncer een heldere Christus
belijdenis onmogelijk is, daarom moe
ten wij hebben de vrije Christelijke
school.
Deze practische stelling staat naast
de'andere principieele stelling dat het
de taak der ouders is voor de opvoe
ding te zorgen, maar deze behoeft af
zonderlijke belichting.
STADSNIEUWS.
WAT IS WAARHEID?
In de vrij goed bezette Hooigracht-
kerk trad gisteravond voor het. Comi
té voor Wi'nterlezingen op D s. L. D.
Poot, Néd. Herv. pred. te Haarlem,
met het onderwerp: „Wat is waar
heid?"
Spr. liet zingen Ps. 25 2, las een ge
deelte van Ps. 119 en ging voor in ge
bed.
Inden aanvang zijner rede wees
spr. er op, dat de levenshouding van
velen in onzen tijd is als die van Les
sing, die hooger dan het bezdt der
waarheid stelde het zoeken daarvan.
Zij zijn als de jager, dien Olive Schrei-
ner in haar Dreams teekent, die den
blanken vogel der waarheid wil van
gen doch a.ls vrucht vam zijn moeizaam
zwoegen slechts bekomt een enkele
veer van hem.
Wat is waarheid? Dit is de vraag,
of liever de schampere uitroep van Pi-
latus. In onzen tijd van scepticisme is
die Pilatusvraag op veler lippen.
Gaarne zou spreker, beginnende bij
Kant, Hegel, en Schopenhauer, deze
vraag op philosophische wijze behan
delen. Doch liever zal spr. met feiten
demonstreeren waartoe het scepticis
me voert.
Een der oorzaken van den twijfel
in onze dagen is de verschuiving van
het oude wereldbeeld; Copernicus heeft
ons geleerd dat de aarde niet het mid
delpunt van het heelal is. Volgens den
sterrenkundige Wallace echter neemt
de aarde wel degelijk een bevoorrech
te plaats in het heelal in; deze uit
spraak is voor de theologie van be
lang.
De wetenschap heeft ons gevoerd in
de wereld van het duizelingwekkend
groote maai* ook van het oneindig
kleine. De moderne mensch meent de
„hypothese der voorzienigheid" niet
meer noodig te hebben; de natuurwe
tenschap is voldoende om alles te ver
klaren.
Spr. schetste den ontwikkelingsgang
Darwin-Feuerbach-Marx, steeds verder
ging de menschheid op den weg der
Godsontkenning en van het materia
lisme. Het moderne leven is verme-
chaniseerd: de dag is zoo druk dat de
mensch geen tijd overhoudt om Gods
Woord te onderzoeken.
Daar komt bij, dat de bijbelcritiek 't
scepticisme in de hand heeft gewerkt.
In sommige „Christelijke" kerken hoor
de men den eenen Zondag van den
kansel prediken dat Jezus eein verhe
ven idealist is geweest, dan weer een
klasse-bewuste proletariër of ook een
nevelbeeld.
Een ander moment is de levens
smart; ook deze maakt 't den mensch
moeilijk te gelooven en brengt hem
tot den uitroep: „Wat fs waarheid?"
De wijsbegeerte heeft naar het
woord van Prof. Heymans van Gro
ningen de Christelijke religie on
dergraven en er niets anders voor in
de plaats kunmen stellen, en ziedaar
de oorzaak der vele levensmislukkin
gen in onzen tijd.
Spr. liet vervolgens zingen Ps. 119
33, en wees er daarna in het positieve
deel zijner rede op, dat er toch wel een
weg is om de waarheid te kennen.
De oude volken waren er alle van
overtuigd, dat hun religie was ge
grond op openharing, orakels, visioe
nen en anderszins. Dit is alles geen
zelfbedrog geweest. Het is een uiting
van wat Calvijn noemde den sensus
divinitati9. het ingeschapen gevoel
voor de goddelijke dingen.
Zoo als Odusseus den zang der sire
nen hoort, is dit niet de stem der
verleiding maar het lied van het in-
zich in de absolute waarheid, doch de
weg daarheen voert door den dood.
Em. als er Grieken tot Christus ko
men, leert deze hen de wet van het
tarwegraan, dat in de aarde vallen en
sterven moet opdat het zal leven.
In de Israëlitische religie is een on
verklaarbare rest, dez.e kaai alleen
maar komen uit een openbaringswor
tel, die God heeft geplant en doen uit
bloeien in Hem, Die is jle mond der
waarheid. De Bijbel, het Scbriftgewor-
den woord, is de oorkonde van die
openbaring.
De Heilige Schrift kent ons beter,
dan wij onszelf kennen; dit is een van
de voornaamste bewijzen van haar god
delijkheid.
Zij openbaart ons de waarheid, zij
het ook, dat die ons begrip te boven
gaat.
De Kerk Gods, die zich houdt aan
Gods Woord, heeft tegenover het scep
ticisme te stellen haar enthousiasme
haar bezieling door den Heiligen Geest
Spr. liet ten slotte zingen Ps. 891
en ging daarna voor in dankgebed.
DE >,SURINAME"-FILM.
Gisteravond werd in de Stads-Ge-
hoorzaal een Zendingsbijeenkomst ge
houden met vertooning van de Suri-
name-film. Om ongeveer 8 uur open*
de de heer J. G. van Es deze vergade
ring op de bij ons gebruikelijke wijze
en zegt in een kort openingswoord,
dat hij wel gaarne de zaal voller ge
zien had, maar daar er vanavond zoo
veel te doen was in de sleutelstad,
kan toch de opkomst redelijk genoemd
worden.
Spr. wijst er verder op, dat deze
avond betreft het zendingswerk, dat
door de broeders en zusters van de
broedergemeente te Zeist verricht
wordt op Suriname. Onbekend maakt
onbemind. Dat is ook, het geval met
het Zendingswrk. Daarom hoopt spr.
dat deze avond er toe zal medewer
ken om daaraan meerdere bekend
heid te geven. Het werk dat op Surina
me verricht wordt aan zieken en ge
zonden is een werk tot eer van God en
verdient ons aller belangstelling. Spr.
heet alle aanwezigen hartelijk wel
kom, speciaal zendeling Bielke. Deze
zal vanavond een en ander toelichten,
wat hem wel toevertrouwd is omdat
hij geheel terzake kundig is. Natuur
lijk kwam niet alles besproken wor
den, Maar wie meer zal willen weten
over het zendingswerk, raadt spr. aan
in de pauze zich te vervoegen bij den
heer Bilke om zich te laten inschrij
ven voor de mededeelingen die gere
geld daarover worden uitgegeven. De
ze zijn bijzonder interessant en men
steunt daardoor tevens het werk van
de broedergemeente.
De heer Bielke het woord nemende
zeg. nog slechts dit aan het openings
woord te willen toevoegen, dat wan
neer hij Europa bezoekt, telkens de
%vraag bij hem opkomt: Waarvoor toch
al die dingen, die films enz. Spr. hoopt
dat de# aanwezigen dezen avond zullen
doordringen tot de kern van de zaak.
Daarna komt de film.
We zien de zendelingen uit hun land
vertrekken, het afscheid van vrienden
en bekenden; we zien Paramaribo, de
groote stad van de West, in vogelvlucht
en van binnen, het militaire hospitaal,
het gouvernementshuis, we zien de
biandweer en politiecorpsen, hoofdza
kelijk uit inlanders bestaande, we zien
de markt met al haar bedrijvigheid.
Dan trekken we het binnenland in
met de koloniale trein, door de oer
wouden tot aan het kabelstation, waar
de reizigers hun reis door de lucht
voortzetten over de rivier. De machti
ge oerwouden met hun rijkdom aan
hout zijn alleen reeds voldoende om,
bij goede exploitatie, de toekomst van
Suriname te verzekeren. De film toont
ons hoe het hout bewerkt wordt. Ook
zien we de andere middelen van be
staan: de vervaardiging van Panama
hoeden uit palmbladen en het maken
van vloermatten uit palmvezels, het
bewerken van suikerriet, de koffie-
pluk, de cacaoplantages, de kokosnoot
pluk en de Veeteelt. Verder vertoont
de film ons de boschnegers, de ellendi-
gen, die vreeslijk te lijden gehad heb
ben door de Europeanen en hoe lang
zoo meer de binnenlanden zijn inge
trokken. Ze worden ons vertoond in
hun dagelijksch leven, in al hun ellen
de, we zien ze worstelen met hun boo
ten op de stroomversnellingen der ri
vier, als ze de reizigers naar de bin
nenlanden brengen.
Daarmede houdt de rolprent op te
draaien en worden de lichten aange
stoken en als twee dames vervolgens
hun muzikale talenten op het orgel en
de piano naar voren brengen, dan zijn
onze gedachten daar dadelijk nog niet
geheel bij. Maar dan zien we nog het
leed en de smart van de duizenden on
gelukkigen op Suriname, maar ook
het licht dat ontstoken werd door de
prediking van het Evangelie Christi.
De muziek intusschen lokte harte
lijk applaus uit, dat ook werkelijk ver
dien«d was, wat evenzeer het geval was
met de prestaties van de zangvereeni-
ging, die na de pauze een viertal stuk
jes ten beste gaf.
Dan gaan de lichten weder uit en
vertelt zeneing Bielke naar aanlei
ding van een aantal lichtbeelden, iets
van het zendingswerk. Spr. begint met
te wijzen op het moeilijke daarvan om
dat men te doen heeft met met een
volk dat gebroken is. Toch is veel be
reikt, vooral voor het uitwendige. De
toestand der bevolking is er de laatste
jaren goed op verbeterd, 't Is jammer
dat de arbeid der scholen, in tegenstel
ling met Nederland en de Oost, in de
West nog zoo aan banden gelegd is.
Ook de jeugd, aldus spr., moet voor
Koning Jezus gewonnen worden. De
jeugd daar bezit dezelfde capaciteiten
als de onze, en hun verstandelijke ver
mogens kunnen even gemakkelijk ont
wikkeld worden. Verder wijst spr. er
op, dat de arme menschen in onze
West, nog zooveel doen voor het werk
der Zending, beschamend voor ons,
die dikwijls zoo lauw zijn op dat punt,
Wij doen nog altijd niet genoeg. Wij
ook moeten onze belangstelling' too-
nen voor dat werk en we moeten wor
stelen met God om zielen der arme
heidenen. Gelukkig is de belangstel
ling de laatste jaren flink toegeno
men, aldus spr. Daarvoor is men dank
baar in Zeist. Er zijn wel staaltjes van
voortreffelijke liefde voor de zending
en er wordt wel veel gedaan voor de
heidenen ,maar toch nog niet genoeg.
Nog vele patiënten loopen rond zon
der geneeskundige hulp, voor' het li
chaam en zonder Christus voor de ziel.
Er wordt wel eens gezegd, aldus spr.,
dat die menschen het voor zich zelf
nog zoo slecht niet hebben, dat ze kin
derlijk blij zijn met hun toestand,
maar dat is niet waar. Ze leven in
voortdurende angst voor demonen, en
op die angst s^uit het zendingswerk
af. Dan staat spr. nog even stil bij de
Britsch-Indiërs en schetst hen als een
intelligent, religieus volk. Onder hen
ook moest gewerkt kunnen worden
met voldoende krachten evenals on
der de Javanen, waaraan jaren gear
beid is zonder een enkele Javaan te
winnen. Men zegt wel: er komt toch
niets van terecht, de angst voor de de
monen zit er al te diep in, maar God
laat niet varen de werken Zijner han
den.
Daarna zegt spr. een woord van
waardeering en hulde over een in-
iandsch zendeling, wiens graf ons het
lichtbeeld vertoont om tenslotte nog
stil te staan hij het Javaansch kind,
dat zoo heel netjes op het plaatje staat,
maar dat daar zoo netjes staat omdat
er een stukje van Jezus geest in zit,
aldus spr. Vro2ger heerschten ook aan
gaande dat kind vreeselijke toestan
den, maar daarvan is Gode zij dank, al
veel weggeruimd, hoewel nog lang
niet genoeg. Moet dat zoo? vraagt spr.
Zal het niet heerlijk zijn als die «ielen
zich gaan ontplooien^ en die kinderen
opgroeien tot welopgevoede menschen?
Spr. wekt de menschen op te doen wat
in hun vermogen is voor het werk der
zending, ook op Suriname.
De Voorzitter spreekt nog een woord
van dank tot de dames, die muziek
maakten, en tot de leden van het Zang
koor en dankt speciaal den hr. Bielke
voor het gesprokene, waarna deze laat
ste de vergadering met dankgebed
sluit.
KINDERSAMENKOMST.
Gistermiddag half 6 had, eveneens
in de Stadszaal, de kinderzendingssa-
menkomst pilaat? gehad. Zaal en gale
rij waren zeer goed bezet en de film
werd algemeen mooi gevonden.
De vaste beelden, die vertoond wer
den, betroffen vooral het kinderleven
in de West. Hierbij sprak de heer
Bielke vooral over de beteekenis van
de Zending in Suriname en wekte op
tot steun hij de kinderen, zooals hij dié
geregeld ontvangt van de Kinderzen-
dingsvereeniging onder leiding van
den heer <J. de Heer.
Gesdoten werd met gebed en het zin
gen van Gez. 245 2 (Zendelingenlied).
JAARFEEST TIMOTHEUS—GIDEON.
't Was gisteravond in Prediker vol.
Een groot© schare ouders was opge
komen om met de jongens van de Ge-
nef. Jongeliedenvereemigingen „Timo
theus" en „Gideon" jaarfeest te vieren
Deze beide vereenigi/ngen, voor ruim
een jaar geleden gesplitst, omdat de
groep voor één vereeniging te groot
werd, genieten heide een opgewekt
leven.
Het lijkt ons goed gezien op een jaar
feest weer eens samen te komen. Dat
houdt den band levendig. Ouders,
Ouderver eeniging, Kerkeraad, allen
kunnen dan gemakkelijk hun belang
stelling toonen.
Zooals op een jaarfeest gebruikelijk,
was een programma samengesteld,
waarbij rijkelijk was gezorgd om de
vroolijke stemming tot rijn recht te
doen komen, maar waarin toch ook
het kunnen van deze jonge menschen,
hun studie van beginselen en maat
schappelijke vraagstukken, heel duide
lijk aan het licht kwam.
De „leider" van Gideon, de heer Bo
ter, had de leiding van diezen avond,
in wiens handen deze leiding tot het
juiste einde leidde.
Naar het ons voorkomt was het ge
heel© feest een gepaste uiting van vroo
l ukheid, maag w«gd ook ruimjgelegeng
Buitenland.
De totstandkoming van een reohtsch
meerderheidskabinet in Duiisohland
is zoo goed als verzekerd.
Engeland heeft Kanton definitieve
voorstellen gedaan.
Een brief namens Chamberlain aar
de Britsche Arbeiders Partij.
Een complot tegen Tsjitsjerin.
heid gegeven aan de leden om in ernst
te toonen, dat zij trachten door de ver
eeniging aan zelfopvoeding te doen.
Uit verschillende nummers van het
programma bleek, dat de vereenigin-
gen leden hebben, wien dè gave van
welsprekendheid niet ontbreekt. Voor
al in onzen tijd een zoo kostelijk bezit.
De Kerkeraad had zich doen verte
genwoordigen door de broeders ouder
limgen de heeren Blommendaal en van
Wee-ren, van wie laatstgenoemde de
hartelijke belangstelling van. den Ker
keraad vertolkte. Ook de beide predi
kanten Ds. Bouwman en Ds. Thomas
Varen aanwezig.
De mandoline-club „Marjacoff" deed
genieten van het voor zoo'n avond bij
uitstek passende mandoline-spel.
Onnoodig te zeggen, dat de groote
schare door dienen-de vriendinnen en
moeders op ruime wijze werden ge
laafd en onthaald.
Met eenige toepasselijke woorden
werden aan de jongens, die bijzonder
hun best hadden gedaan bij voordracht
leeswedstrijd of inleiding, doo-r een be
noemde jury enkele boekprijzen uitge
deeld.
Daarna sloot Ds. Bouwman dit feest
met eenige opwekkende woorden, en
ging voor in dankgebed.
DE LEIDSCHE WINKELSTAND.
Er zullen weinig rasechte Leidenaara
zijn, die den tabak- en sigarenwinkel
„De Landman" van de fa. Wed.. C.
J. Vis ter, Haven 20, niet kennen.
Deze zaak is daar al sinds menschen
heugenis gevestigd en is wel ongeveer
een eeuw oud; de tegenwoordige firma
exploiteert haar al meer dan 40 jaar.
En zij is er steeds op uit, de zaak tot
immer grootere volmaaktheid te bren
gen.
Voor enkele jaren is achter den win
kel een electrische tabak- en sigaren
fabriek gebouwd, die geheel aam de
eischen, in den modernen tijd te stel
den, voldoet. En thanis zijn ook de
winkel en het woonhuis gerestaureerd
en wel op zeer lofwaardige wijze. Wie
van de Haarlemmerstraat of de Hee-
rengracht komt. heeft reeds vóór hij
de groote Haven-brug gepasseerd is,
het mooie hoekhuis in het oog. dat een
sieraad voor de omgeving is. Er zit lijp
in de architectuur, en liet is op moder
ne wijze in rood geschilderd. En als
men den winkel binnentreedt, die van
daag heropend is, ziet men dadelijk,
dat allies geheel vernieuwd is. Meer
dere bloemstukken waren ook aan de
firma gezonden ter opluistering van
dezen heuglijken dag.
De restauratie had plaats onder lei
ding van het architectenbureau Pon
sen en Lobman; het schilderwerk\yerd
verricht door de schil dersassociatie,
het timmerwerk -door de heeren de
Graaf en Geenjaar, het metselwerk
door den heer G. van Mevgaarden en
het stucadoorswerk door diens zoon,
den heer S. van Mevgaarden. Steen
houwers waren de heeren Vreeswijk en
Piket, terwijl de verlichting werd aan
gelegd door den heer Woestenburg. Al
len hebben eer van hun werk, gelijk
wie de zaak zelve in oogenschouw
gaat nemen, zaïl' toestemmen.
We wenschen de firma geluk met
deze vernieuwing en spreken de hoop.
uit, dat onder haar leiding de zaak ook
verder tot steeds gTooteren bloei en
uitbreiding moge komen.
BEGRAFENIS MR. J. H. GOUDSMIT.
Gistermiddag te half drie had op de
begraafplaats aan de Groenesteeg de
teraardebestelling plaats van het stof
felijk overschot van wijlen Mr. Jan
Herman Goudsmit, in leven advocaat
en procureur alhier.
"Under de talrijke belangstellenden
merkten1 we o.m. op den heer Aug. L.
Reimeringer, loco-burgemeester, de
heeren A. Goekoop en J. de Ko9ter, na
mens de Leidsche Schouwburg-ver-
eeniging, de heeren A. Goekoop en F.
Driessen, namens de Leidsche Brood
fabriek; den heer Ch. van Spall, als
directeur van de Leidsche Duinwater-
Mij., waarvan de overledene vroeger
rechtskundig adviseur wa9 en voorts
tal van advocaten en procureurs uit
de stad.
Toen de kist in de groeve was neer
gelaten nam Mr. E. C. Wiersma, deken
der Leidsche Advocaten, het woord.
Spreker, memoreert» da$ het than^