Qit nummer beslaat uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN -PRIJS Belangrijkste nieuws in dit Nummer. JAAKUANU ÜONÜERDAG 27 JANUARI 1927 NUMMER 2029 COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waai agenten gevestigd zijn Per kwartaal.1 2.50 Per week i 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 De'„Christelijke" openbare school. In het debat tusschen den heer Kar stens en den heer Hüner heeft laatst genoemde nog eens uitdrukkelijk va9t festeld dat de Chr. Hist. Unie wil ehristianiseering van de openbare school. Een leuze die- op zichzelf niets kwaads in zich heeft en door elk Chris ten onderschreven zou moeten worden indien het juist ware dat de Overheid geroepen is tot onderwijs geven, in dien dat niet de taak der ouders ware. Maar dat is niet zoo. Dat de Overheid de roeping heeft om aanvullend op te treden, en dus bij gemis aan initiatief van de ouders, voor het onderwijs zorgt, en voorts om te zorgen dat het onderwijs aan dege lijke eischen voldoet, is heel iets an ders. De Christelijke staat zeggen onze Chr. Hist, broeders heeft de roeping zijn organen een zooveel mogelijk christelijk karakter te geven. Dat zal echter nooit verder kunnen gaan dan de zorg dat die organen zich niet anti christelijk uiten. Hoe zal het mogelijk zijn om positief Christelijk zich te uiten zonder deelgenootschap aan den Christus zelf? Natuurlijk kan een Christen, wiens begeerte en levensideaal het is, voor Christus te leven, ook in die niet-anti- christelijke school een sfeer scheppen die afwijkt van de sfeei die een god loochenaar of een Jood schept, maar ook dat is weer iets anders dan het Christendom met den Christus als mid delpunt, als bron. Dat men in Chr. Hist, kring dan ook beseft dat met de neutraliteit op de openbare school, die een Israëliet, een Atheïst, of welke niet-christen ook, niet weren mag, geen „Christelijke" Openbare school verkregen kan wor den bewijst de Nederlander die on langs aldus schreef: „Maar helaas! Zijn nu de christe nen zelf de oorzaak dat deze theo rie niet om te zetten is in de prac- tijk? Want de staat ziet voor zich de meest verschillende vormen van christendom, waarbij dan nog het ongeluk komt dat onderling ver schillende schakeeringen elkander dikwijls nog gevaarlijker achten dan zij het een heiden of tollenaar doen. Wolliclit zal hierop worden geant woord, dat in elk geval ons volk als een christenvolk er recht op heeft, dat de bijbel op de volksschool ge bracht en het godsdienstonderwijs verplichtend gesteld worde. Er is een tijd geweest, dat dit ge schiedde, maar toen -trachtte men reeds, om te verhinderen, dat noch naar rechts, noch naar links te veel werd afgeweken, den grootsten ge- meenen deeler van het Christel, ge loof te zoeken om maar, met het zoo genaamd beginsel, de eenheid zoo veel mogelijk te bewaren. Want één van beide: 'n christelij ke volksschool met den bijbel laat aan iederen Onderwijzer ten slotte vrij dat onderwijs in le richten naar zijn eigen wil en naar zijn eigen denkbeelden, zoodat het kind even goed met ongeloof in den bijbel als -met geloof wordt opgevoed, óf een christelijke volksschool bindt de on derwijzers aan een gemeenschappe lijke belijdenis, waaruit, evenals uit de publieke gebeden in onzen tijd, de pit en de ziel is uitgenomen, opdat maar ieder zich er mede zal kunnen vereenigen. Zoo iets van God, deugd en onsterfelijkheid uit het begin der vorige eeuw! En ook dit is nog gebleken op niets uit te loopen. Ten slotte is er in dezen dan ook slechts één middel, waardoor ten bate van de christianisatie der volksschool iets kan worden gedaan en dat is de opleiding van christelij ke onderwijzers en onderwijzeressen voor die school". Inderdaad een mooi ideaal. De openbare school overstroomen met' Chr. onderwijzers. Maar wanneer wij daarnaast zien, dat in steeds meer gemeenten er 'n op schuiving naar uiterst links in den raad plaats heeft, dan belooft dat niet veel goeds om die onderwijzers en onderwijzeressen benoemd te krijgen. Maar zelfs in gemeenten met een overwegend rechtsche raadsmeerder- heid kan die meerderheid niet verder gaan dan zorgen voor het handhaven van de niet-anti-christelijke uiting van de school. Practisch bereikt men ook daar niet meer dan een zwijgend per soneel, want een atheïst die zijn kin leren niet gesproken wil zien van den BUREAU: Hooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ADVERTENTIE Gewone advertentiën per regel 227» cent' Ingezonden Mede deelingen, dubbel t&rieL Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage* lijks geplaatst ad 40 cent Christus der Schriften heeft in die school daar recht op. Als prediking van een ideaal moge liet schoon zijn, zoolang piet ons volk in massa tot der Vaderen God terug keert, kan practisch niets bereikt wor den. Maar erger, omdat deze geboden neutraliteit gevaarlijk is, omdat een christelijke opvoeding zonder den Christus, zoncer een heldere Christus belijdenis onmogelijk is, daarom moe ten wij hebben de vrije Christelijke school. Deze practische stelling staat naast de'andere principieele stelling dat het de taak der ouders is voor de opvoe ding te zorgen, maar deze behoeft af zonderlijke belichting. STADSNIEUWS. WAT IS WAARHEID? In de vrij goed bezette Hooigracht- kerk trad gisteravond voor het. Comi té voor Wi'nterlezingen op D s. L. D. Poot, Néd. Herv. pred. te Haarlem, met het onderwerp: „Wat is waar heid?" Spr. liet zingen Ps. 25 2, las een ge deelte van Ps. 119 en ging voor in ge bed. Inden aanvang zijner rede wees spr. er op, dat de levenshouding van velen in onzen tijd is als die van Les sing, die hooger dan het bezdt der waarheid stelde het zoeken daarvan. Zij zijn als de jager, dien Olive Schrei- ner in haar Dreams teekent, die den blanken vogel der waarheid wil van gen doch a.ls vrucht vam zijn moeizaam zwoegen slechts bekomt een enkele veer van hem. Wat is waarheid? Dit is de vraag, of liever de schampere uitroep van Pi- latus. In onzen tijd van scepticisme is die Pilatusvraag op veler lippen. Gaarne zou spreker, beginnende bij Kant, Hegel, en Schopenhauer, deze vraag op philosophische wijze behan delen. Doch liever zal spr. met feiten demonstreeren waartoe het scepticis me voert. Een der oorzaken van den twijfel in onze dagen is de verschuiving van het oude wereldbeeld; Copernicus heeft ons geleerd dat de aarde niet het mid delpunt van het heelal is. Volgens den sterrenkundige Wallace echter neemt de aarde wel degelijk een bevoorrech te plaats in het heelal in; deze uit spraak is voor de theologie van be lang. De wetenschap heeft ons gevoerd in de wereld van het duizelingwekkend groote maai* ook van het oneindig kleine. De moderne mensch meent de „hypothese der voorzienigheid" niet meer noodig te hebben; de natuurwe tenschap is voldoende om alles te ver klaren. Spr. schetste den ontwikkelingsgang Darwin-Feuerbach-Marx, steeds verder ging de menschheid op den weg der Godsontkenning en van het materia lisme. Het moderne leven is verme- chaniseerd: de dag is zoo druk dat de mensch geen tijd overhoudt om Gods Woord te onderzoeken. Daar komt bij, dat de bijbelcritiek 't scepticisme in de hand heeft gewerkt. In sommige „Christelijke" kerken hoor de men den eenen Zondag van den kansel prediken dat Jezus eein verhe ven idealist is geweest, dan weer een klasse-bewuste proletariër of ook een nevelbeeld. Een ander moment is de levens smart; ook deze maakt 't den mensch moeilijk te gelooven en brengt hem tot den uitroep: „Wat fs waarheid?" De wijsbegeerte heeft naar het woord van Prof. Heymans van Gro ningen de Christelijke religie on dergraven en er niets anders voor in de plaats kunmen stellen, en ziedaar de oorzaak der vele levensmislukkin gen in onzen tijd. Spr. liet vervolgens zingen Ps. 119 33, en wees er daarna in het positieve deel zijner rede op, dat er toch wel een weg is om de waarheid te kennen. De oude volken waren er alle van overtuigd, dat hun religie was ge grond op openharing, orakels, visioe nen en anderszins. Dit is alles geen zelfbedrog geweest. Het is een uiting van wat Calvijn noemde den sensus divinitati9. het ingeschapen gevoel voor de goddelijke dingen. Zoo als Odusseus den zang der sire nen hoort, is dit niet de stem der verleiding maar het lied van het in- zich in de absolute waarheid, doch de weg daarheen voert door den dood. Em. als er Grieken tot Christus ko men, leert deze hen de wet van het tarwegraan, dat in de aarde vallen en sterven moet opdat het zal leven. In de Israëlitische religie is een on verklaarbare rest, dez.e kaai alleen maar komen uit een openbaringswor tel, die God heeft geplant en doen uit bloeien in Hem, Die is jle mond der waarheid. De Bijbel, het Scbriftgewor- den woord, is de oorkonde van die openbaring. De Heilige Schrift kent ons beter, dan wij onszelf kennen; dit is een van de voornaamste bewijzen van haar god delijkheid. Zij openbaart ons de waarheid, zij het ook, dat die ons begrip te boven gaat. De Kerk Gods, die zich houdt aan Gods Woord, heeft tegenover het scep ticisme te stellen haar enthousiasme haar bezieling door den Heiligen Geest Spr. liet ten slotte zingen Ps. 891 en ging daarna voor in dankgebed. DE >,SURINAME"-FILM. Gisteravond werd in de Stads-Ge- hoorzaal een Zendingsbijeenkomst ge houden met vertooning van de Suri- name-film. Om ongeveer 8 uur open* de de heer J. G. van Es deze vergade ring op de bij ons gebruikelijke wijze en zegt in een kort openingswoord, dat hij wel gaarne de zaal voller ge zien had, maar daar er vanavond zoo veel te doen was in de sleutelstad, kan toch de opkomst redelijk genoemd worden. Spr. wijst er verder op, dat deze avond betreft het zendingswerk, dat door de broeders en zusters van de broedergemeente te Zeist verricht wordt op Suriname. Onbekend maakt onbemind. Dat is ook, het geval met het Zendingswrk. Daarom hoopt spr. dat deze avond er toe zal medewer ken om daaraan meerdere bekend heid te geven. Het werk dat op Surina me verricht wordt aan zieken en ge zonden is een werk tot eer van God en verdient ons aller belangstelling. Spr. heet alle aanwezigen hartelijk wel kom, speciaal zendeling Bielke. Deze zal vanavond een en ander toelichten, wat hem wel toevertrouwd is omdat hij geheel terzake kundig is. Natuur lijk kwam niet alles besproken wor den, Maar wie meer zal willen weten over het zendingswerk, raadt spr. aan in de pauze zich te vervoegen bij den heer Bilke om zich te laten inschrij ven voor de mededeelingen die gere geld daarover worden uitgegeven. De ze zijn bijzonder interessant en men steunt daardoor tevens het werk van de broedergemeente. De heer Bielke het woord nemende zeg. nog slechts dit aan het openings woord te willen toevoegen, dat wan neer hij Europa bezoekt, telkens de %vraag bij hem opkomt: Waarvoor toch al die dingen, die films enz. Spr. hoopt dat de# aanwezigen dezen avond zullen doordringen tot de kern van de zaak. Daarna komt de film. We zien de zendelingen uit hun land vertrekken, het afscheid van vrienden en bekenden; we zien Paramaribo, de groote stad van de West, in vogelvlucht en van binnen, het militaire hospitaal, het gouvernementshuis, we zien de biandweer en politiecorpsen, hoofdza kelijk uit inlanders bestaande, we zien de markt met al haar bedrijvigheid. Dan trekken we het binnenland in met de koloniale trein, door de oer wouden tot aan het kabelstation, waar de reizigers hun reis door de lucht voortzetten over de rivier. De machti ge oerwouden met hun rijkdom aan hout zijn alleen reeds voldoende om, bij goede exploitatie, de toekomst van Suriname te verzekeren. De film toont ons hoe het hout bewerkt wordt. Ook zien we de andere middelen van be staan: de vervaardiging van Panama hoeden uit palmbladen en het maken van vloermatten uit palmvezels, het bewerken van suikerriet, de koffie- pluk, de cacaoplantages, de kokosnoot pluk en de Veeteelt. Verder vertoont de film ons de boschnegers, de ellendi- gen, die vreeslijk te lijden gehad heb ben door de Europeanen en hoe lang zoo meer de binnenlanden zijn inge trokken. Ze worden ons vertoond in hun dagelijksch leven, in al hun ellen de, we zien ze worstelen met hun boo ten op de stroomversnellingen der ri vier, als ze de reizigers naar de bin nenlanden brengen. Daarmede houdt de rolprent op te draaien en worden de lichten aange stoken en als twee dames vervolgens hun muzikale talenten op het orgel en de piano naar voren brengen, dan zijn onze gedachten daar dadelijk nog niet geheel bij. Maar dan zien we nog het leed en de smart van de duizenden on gelukkigen op Suriname, maar ook het licht dat ontstoken werd door de prediking van het Evangelie Christi. De muziek intusschen lokte harte lijk applaus uit, dat ook werkelijk ver dien«d was, wat evenzeer het geval was met de prestaties van de zangvereeni- ging, die na de pauze een viertal stuk jes ten beste gaf. Dan gaan de lichten weder uit en vertelt zeneing Bielke naar aanlei ding van een aantal lichtbeelden, iets van het zendingswerk. Spr. begint met te wijzen op het moeilijke daarvan om dat men te doen heeft met met een volk dat gebroken is. Toch is veel be reikt, vooral voor het uitwendige. De toestand der bevolking is er de laatste jaren goed op verbeterd, 't Is jammer dat de arbeid der scholen, in tegenstel ling met Nederland en de Oost, in de West nog zoo aan banden gelegd is. Ook de jeugd, aldus spr., moet voor Koning Jezus gewonnen worden. De jeugd daar bezit dezelfde capaciteiten als de onze, en hun verstandelijke ver mogens kunnen even gemakkelijk ont wikkeld worden. Verder wijst spr. er op, dat de arme menschen in onze West, nog zooveel doen voor het werk der Zending, beschamend voor ons, die dikwijls zoo lauw zijn op dat punt, Wij doen nog altijd niet genoeg. Wij ook moeten onze belangstelling' too- nen voor dat werk en we moeten wor stelen met God om zielen der arme heidenen. Gelukkig is de belangstel ling de laatste jaren flink toegeno men, aldus spr. Daarvoor is men dank baar in Zeist. Er zijn wel staaltjes van voortreffelijke liefde voor de zending en er wordt wel veel gedaan voor de heidenen ,maar toch nog niet genoeg. Nog vele patiënten loopen rond zon der geneeskundige hulp, voor' het li chaam en zonder Christus voor de ziel. Er wordt wel eens gezegd, aldus spr., dat die menschen het voor zich zelf nog zoo slecht niet hebben, dat ze kin derlijk blij zijn met hun toestand, maar dat is niet waar. Ze leven in voortdurende angst voor demonen, en op die angst s^uit het zendingswerk af. Dan staat spr. nog even stil bij de Britsch-Indiërs en schetst hen als een intelligent, religieus volk. Onder hen ook moest gewerkt kunnen worden met voldoende krachten evenals on der de Javanen, waaraan jaren gear beid is zonder een enkele Javaan te winnen. Men zegt wel: er komt toch niets van terecht, de angst voor de de monen zit er al te diep in, maar God laat niet varen de werken Zijner han den. Daarna zegt spr. een woord van waardeering en hulde over een in- iandsch zendeling, wiens graf ons het lichtbeeld vertoont om tenslotte nog stil te staan hij het Javaansch kind, dat zoo heel netjes op het plaatje staat, maar dat daar zoo netjes staat omdat er een stukje van Jezus geest in zit, aldus spr. Vro2ger heerschten ook aan gaande dat kind vreeselijke toestan den, maar daarvan is Gode zij dank, al veel weggeruimd, hoewel nog lang niet genoeg. Moet dat zoo? vraagt spr. Zal het niet heerlijk zijn als die «ielen zich gaan ontplooien^ en die kinderen opgroeien tot welopgevoede menschen? Spr. wekt de menschen op te doen wat in hun vermogen is voor het werk der zending, ook op Suriname. De Voorzitter spreekt nog een woord van dank tot de dames, die muziek maakten, en tot de leden van het Zang koor en dankt speciaal den hr. Bielke voor het gesprokene, waarna deze laat ste de vergadering met dankgebed sluit. KINDERSAMENKOMST. Gistermiddag half 6 had, eveneens in de Stadszaal, de kinderzendingssa- menkomst pilaat? gehad. Zaal en gale rij waren zeer goed bezet en de film werd algemeen mooi gevonden. De vaste beelden, die vertoond wer den, betroffen vooral het kinderleven in de West. Hierbij sprak de heer Bielke vooral over de beteekenis van de Zending in Suriname en wekte op tot steun hij de kinderen, zooals hij dié geregeld ontvangt van de Kinderzen- dingsvereeniging onder leiding van den heer <J. de Heer. Gesdoten werd met gebed en het zin gen van Gez. 245 2 (Zendelingenlied). JAARFEEST TIMOTHEUS—GIDEON. 't Was gisteravond in Prediker vol. Een groot© schare ouders was opge komen om met de jongens van de Ge- nef. Jongeliedenvereemigingen „Timo theus" en „Gideon" jaarfeest te vieren Deze beide vereenigi/ngen, voor ruim een jaar geleden gesplitst, omdat de groep voor één vereeniging te groot werd, genieten heide een opgewekt leven. Het lijkt ons goed gezien op een jaar feest weer eens samen te komen. Dat houdt den band levendig. Ouders, Ouderver eeniging, Kerkeraad, allen kunnen dan gemakkelijk hun belang stelling toonen. Zooals op een jaarfeest gebruikelijk, was een programma samengesteld, waarbij rijkelijk was gezorgd om de vroolijke stemming tot rijn recht te doen komen, maar waarin toch ook het kunnen van deze jonge menschen, hun studie van beginselen en maat schappelijke vraagstukken, heel duide lijk aan het licht kwam. De „leider" van Gideon, de heer Bo ter, had de leiding van diezen avond, in wiens handen deze leiding tot het juiste einde leidde. Naar het ons voorkomt was het ge heel© feest een gepaste uiting van vroo l ukheid, maag w«gd ook ruimjgelegeng Buitenland. De totstandkoming van een reohtsch meerderheidskabinet in Duiisohland is zoo goed als verzekerd. Engeland heeft Kanton definitieve voorstellen gedaan. Een brief namens Chamberlain aar de Britsche Arbeiders Partij. Een complot tegen Tsjitsjerin. heid gegeven aan de leden om in ernst te toonen, dat zij trachten door de ver eeniging aan zelfopvoeding te doen. Uit verschillende nummers van het programma bleek, dat de vereenigin- gen leden hebben, wien dè gave van welsprekendheid niet ontbreekt. Voor al in onzen tijd een zoo kostelijk bezit. De Kerkeraad had zich doen verte genwoordigen door de broeders ouder limgen de heeren Blommendaal en van Wee-ren, van wie laatstgenoemde de hartelijke belangstelling van. den Ker keraad vertolkte. Ook de beide predi kanten Ds. Bouwman en Ds. Thomas Varen aanwezig. De mandoline-club „Marjacoff" deed genieten van het voor zoo'n avond bij uitstek passende mandoline-spel. Onnoodig te zeggen, dat de groote schare door dienen-de vriendinnen en moeders op ruime wijze werden ge laafd en onthaald. Met eenige toepasselijke woorden werden aan de jongens, die bijzonder hun best hadden gedaan bij voordracht leeswedstrijd of inleiding, doo-r een be noemde jury enkele boekprijzen uitge deeld. Daarna sloot Ds. Bouwman dit feest met eenige opwekkende woorden, en ging voor in dankgebed. DE LEIDSCHE WINKELSTAND. Er zullen weinig rasechte Leidenaara zijn, die den tabak- en sigarenwinkel „De Landman" van de fa. Wed.. C. J. Vis ter, Haven 20, niet kennen. Deze zaak is daar al sinds menschen heugenis gevestigd en is wel ongeveer een eeuw oud; de tegenwoordige firma exploiteert haar al meer dan 40 jaar. En zij is er steeds op uit, de zaak tot immer grootere volmaaktheid te bren gen. Voor enkele jaren is achter den win kel een electrische tabak- en sigaren fabriek gebouwd, die geheel aam de eischen, in den modernen tijd te stel den, voldoet. En thanis zijn ook de winkel en het woonhuis gerestaureerd en wel op zeer lofwaardige wijze. Wie van de Haarlemmerstraat of de Hee- rengracht komt. heeft reeds vóór hij de groote Haven-brug gepasseerd is, het mooie hoekhuis in het oog. dat een sieraad voor de omgeving is. Er zit lijp in de architectuur, en liet is op moder ne wijze in rood geschilderd. En als men den winkel binnentreedt, die van daag heropend is, ziet men dadelijk, dat allies geheel vernieuwd is. Meer dere bloemstukken waren ook aan de firma gezonden ter opluistering van dezen heuglijken dag. De restauratie had plaats onder lei ding van het architectenbureau Pon sen en Lobman; het schilderwerk\yerd verricht door de schil dersassociatie, het timmerwerk -door de heeren de Graaf en Geenjaar, het metselwerk door den heer G. van Mevgaarden en het stucadoorswerk door diens zoon, den heer S. van Mevgaarden. Steen houwers waren de heeren Vreeswijk en Piket, terwijl de verlichting werd aan gelegd door den heer Woestenburg. Al len hebben eer van hun werk, gelijk wie de zaak zelve in oogenschouw gaat nemen, zaïl' toestemmen. We wenschen de firma geluk met deze vernieuwing en spreken de hoop. uit, dat onder haar leiding de zaak ook verder tot steeds gTooteren bloei en uitbreiding moge komen. BEGRAFENIS MR. J. H. GOUDSMIT. Gistermiddag te half drie had op de begraafplaats aan de Groenesteeg de teraardebestelling plaats van het stof felijk overschot van wijlen Mr. Jan Herman Goudsmit, in leven advocaat en procureur alhier. "Under de talrijke belangstellenden merkten1 we o.m. op den heer Aug. L. Reimeringer, loco-burgemeester, de heeren A. Goekoop en J. de Ko9ter, na mens de Leidsche Schouwburg-ver- eeniging, de heeren A. Goekoop en F. Driessen, namens de Leidsche Brood fabriek; den heer Ch. van Spall, als directeur van de Leidsche Duinwater- Mij., waarvan de overledene vroeger rechtskundig adviseur wa9 en voorts tal van advocaten en procureurs uit de stad. Toen de kist in de groeve was neer gelaten nam Mr. E. C. Wiersma, deken der Leidsche Advocaten, het woord. Spreker, memoreert» da$ het than^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1