nieuwe. muscht: courani van donderdag 16 december 1926
TWEEDE BLAD.
WAT OE BLADEN ZEGGEN.
h Wonderlijke vertooning.
Het Belgische verdrag en de actie,
die zich daaromheen ontwikkelde
schrijft De Standaard, brengt
sommigen in den lande in een beden-
kei ijken staat van opwinding, die elk
kalm en nuchter oordeel onmogelijk
maakt.
Wie in belangrijke momenten lei
ding wil geven, moet toonen zichzelf
te kunnen blijven en het hoofd koel te
kunnen houden.
Hoezeer het hieraan zelf^ bij een se
nator kan haperen, bleek ïn de ver
gadering der Eerste Kamer op 7 Dec.
j.l., toen de. heer De Zeeuw zich onbe
vredigd toonde en er zijn spijt over uit
drukte, dat de Regeering het wetsont
werp met betrekking tot het Belgisch
verdrag aan de Eerste Kamer durfde
toesturen.
Deze heer toonde daarmee zelfs de
eerste beginselen van onze parlemen
taire instellingen niet te kennen .en
niet te weten dat de Grondwet voor
schrijft: wanneer de Tweede Kamer
tot aanneming van een voorstel be
sluit, zendt zij het aan de Eerste Ka
mer met het volgende formulier enz.
art. 114.
Men was in de Eerste Kamer over de
wonderlijke vertooning eerst blijkbaar
ietwat onthutst, riep daarna den spre
ker toe, dat niet de Regeering, maar de
•Tweede Kamer het ontwerp zond,
maar dit bracht den redenaar niet tot
bezinning.
En terwijl in ieder ander geval de
verbazing zich zou hebben medege
deeld ook aan de pers, moest men
straks het verschijnsel constateeren,
dat enkele groote bladen behalve
■de Maasbode, die zoo. verstandig was
daaraan niet mee te doen, dit optre
den van den heer De Zeeuw als zeer
verstandig prezen.
Het is een symptoom van een beden
kelijke stemming, die de dingen niet
an eer vermag te zien zooals zij zijn.
Niet ten onrechte wordt af en toe
het vermaan vernomen, dat ons volk
zijn nuchter oordeel over de belangrij
ke zaak die aan de orde van den dag
is, niet verlieze.
Een rustig betoog zoo voor als' tegen
heeft zijn waarde. Laat men alleen de
argumenten wegen.
KERK EN SCHOOL,
NED. HERV. KERK.
Zestal: Te Soest: P. L. Kiehl, te
Hoorn (E'vangelisatae)J. I. van Schaik
te Nieuwe Pekela; W. W. Siddré, te O.
en N. Wetering; A. J. Splinter, ,te Lent;
A. K. Straatsma, te Zandvoort; W. A.
Zeydner, te 's-Heerenberg.
Beroepe n: Te Roodschool: M. v.
d. Voet. te Kuinre.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Amersfoort: E.
Schouten, te Alphen a. d. Rijn; en C. v.
d. Woude, te Gorredijk.
Aangenomen: Naar Laren (N.-
H.): L. Oranje, hulpprediker te Alphen
d. Rijn.
EVANG. LUTH. GEMEENTE.
Drietal: Te Monnikendam-De
Rijp: J. W. Bras, ie Rotterdam; Th. G.
Stellweg, te Delft; en H. C. Zwahler,
te Den Haag.
GEREF. GEMEENTEN.
Aangenoinen" Naar Gent: (Bel
gische Zendingskerk): Th. Korporaal,
te Delft.
BEVESTIGING. INTREDE EN
AFSCHEID.
Ds. A. L u t e ij n hoopt op 27 Februa-
i*i 1927 afscheid te nemen van de Ned.
Herv. Gem. te Muiden, om op Zondag
6 Maart d.a.v. te VIaardingen te wor
den bevestigd door zijn broeder Ds. C.
M. Luteijn, van Apeldoorn, waarna hij
zijn intrede zal doen.
Na des voormiddags bevestigd te
zijn door Ds. A. H. de Boer, van Bel-
lingwolde, met een predikatie over
Hand. 16:9, hield Ds. W. F. Dik-
boom,, gekomen van Wildervank,
Zondagmiddag zijn intreepredikatie
in de Ned. Herv. Kerk te Zuid-Laren
met den tekst 2 Cor. 5 17. De nieuwe
'loeraar werd toegesproken door den
Voorzitter van den Kerkeraad, den
heer W. Aldershoff, door een der ring-
predikanten namens den Ring Assen
ien door den Consulent Ds. B. R. Knott-
nerus van Vries; hem werd toegezon
gen Gezang 96.
EEN VOORBARIG BERICHT.
Uit de meest betrouwbare bron
wordt, aan de „Standaard" medege
deeld, dat het bericht uit de „Neder
lander" van Maandagavond, betreffen
de de belijdenis des geloofs van H. K.
H. Prinses Juliana, zeer voorbarig is
en dat er nog geen beslissing in dit op
zicht is genomen.
WAARSCHUWING AAN DÏACONIEëN
Men schrijft aan de Standaard:
De Diaconieën der Geref. Kerken in
ons vaderland, vooral in de steden,
krijg'en nog al eens bezoek van zich
noemende doortrekkende leden eener
Geref. Kerk in Nederland. Meestal zijn
zij niet voorzien van een attestatie.
Dus worden zij in.de meeste gevallen
niet geholpen.
Dezer dagen vervoegde zich bij de
Diaconieën van Dordrecht en Zwijn-
drecht iemand, zich noemende G. van
Muilen, voorzien van diverse papieren
op zijn naam, o.a. van de Diaconie der
Geref. Kerk van Amersfoort. Toch
wordt ernstig geadviseerd om met
hem voorzichtig te zijn. Alvorens te
helpen, is onderzoek beslist gewenscht.
DE AANVANG DER GODSDIENST
OEFENINGEN.
Naar aanleiding van een voorstel
van het college van diakenen, onder
steund door een meerderheid van het
college van collectanten, om de'avond
godsdienstoefeningen om zes uur te
doen aanvangen, heeft de kerkeraad
der Ned. Herv. Gem. te 's-Gravenhage
na ingewonnen advies van het college
van ouderlingen en het Ministerie van
predikanten, besloten die uren te la
ten zooals zij nu zijn.
INGEBRUIKNEMING NIEUW
KERKGEBOUW.
Het plan bestaat orn het nieuwe
kerkgebouw der Geref. Kerk van Lands
imeer, dat aan ongeveer 400 personen
plaats zal bieden, op Woensdag 19
Januari a.s. officieel te openen.
CLASSIS HAARLEM.
In het verslag van de „Standaard"
over de vergadering van de classis-
Haarlem der Geref. Kerk, vonden wij,
naar aanleiding van het voorstel van
Ds. Brussaard om pogingen tot her
stel van de eenheid aan te wenden,
nog de mededeeling dat de vergade
ring het voorstel met groote sympathie
ontvangt, maar wel, gezien de belang
rijkheid daarvan, het eerst in de Ker-
keraden doen bespreken.
Een beslissing is dus nog niet geno
men.
DE VERKLARING VAN
Ds. BRUSSAARD.
De inhoud van de verklaring, die Ds,
Brussaard voor de Classis Haarlem
der Geref. Kerken heeft afgelegd en
die aanleiding is geweest tot het ver
blijdende besluit, is het volgende:
Ten eerste, dat na de samenspre-
king met de Gen. Synode en de daarna
gevolgde correspondentie gevoerd tus-
schen hem en prof. dr. J. Ridderbos
(waarbij, vanwege de Synode, nadruk
kelijk is uittesproken, dat liet recht
tot het indienen van gravamina door
de Synode volmondig wordt erkend,
voorts dat het woord „klaarblijkelijk"
voor haar allerminst in strijd, doch
veeleer 'synoniem is, met „gebaseerd
op goede schriftuurlijke gronden",
wijders dat betreffende zijn uiteenzet
ting over het schriftgezag' de Synode
zich heeft uitgesproken gelijk zij deed
punt 3 pag. 163 bijlage acta voortge
zette Synode van Assen en „Bezwaar
en Antwoord" pag. 53, en eindelijk dat
de Synode door haar uitspraak geens
zins alle moeilijkheden van 't schrift-
verhaal in Gen. II en III opgelost acht)
thans do aanvankelijk bij hem be
staande bezwaren tegen de uitspra
ken der Synode inzake den boom der
kennis des goeds en des kwaads, de
slang en haar spreken en den boom
des levens zijn weggenomen, ook al is
het dat hij ook nu nog enkele uitdruk
kingen minder gelukkig gekozen acht
en nog steeds van meening is, dat
mede daaruit voortvloeiend veelvul
dig misverstand tot betreurenswaar
dige handelingen geleid heeft, dat
naar hij meent, de uitspraak der Syno
de geen centrale waarheid betreft, .lat
de wijze van behandeling geenszins in
alles zijn instemming heeft, met name
dat de Gen. Synode een belij.lenisuit-
spraak deed, zonder dat de ieden der
Kerken eri de mindere kerkelijke ver
gaderingen zich hierover vooraf rustig
kunnen bezinnen en dat, ten aanzien
van zijn persoon, hij meent, dat tie Sy
node óf het eenvoudig bij de correspon
dentie had moeten laten óf de door
haar zelf gewilde bespreking van be
zwaren in eigen kring had moeten af
handelen óf anders zijn kerkeraad in
de eerste plaats had moeten aanwijzen
om zich van zijn houding te vergewis
sen, maar dat hij zich bij een en ander
neerlegt, hoewel hij zich het recht voor
behoudt tot het indienen van een voor
stel tot hereeniging;
en ten tweede, dat hij, in aanmerking
genomen het sub één genoemde thans
zonder voorbehoud zich kan voegen
naar de beslissing door de Synode in
zake de bekende bijzonderheden uit
Gen. II en III genomen en mitsdien
deze ook ten grondslag zal leggen aan
wat hij in dezen zal leeren;
NED. CHR. STUDENTEN VEREEN.
Sinds den vorigen cursus hebben
254 leden de N. S> V. wegens het af-
studeeren of anderszins verlaten, ter
wijl er zich bij den aanvang van den
nieuwen cursus 287 nieuwe leden bij
haar voegden, zoodat het ledental met
33 gestegen is en thans 986 bedraagt
Naar de afdeelingen verdeeld zijn er
te Amsterdam 147, aan de Vrije Uni
versiteit 55, te Delït 88. te Groningen
70, te Kampen 17, te Leiden 221, te Rot
terdam 42. te Utrecrt 318, te Wage-
ningen 13 en buiten afdeeling 15.
Naar de faculteiten zijn het 216 me
dici, 180 theologen, 146 juristen, 136 li
teratoren, 104 wis- en natuurkunde, 89
technici, 47 handelswetenschappen, 15
indologen, 13 landbouw, 10 vetérinai-
i;en, 7 tandartsen en 24 ongeclassifi-
ceerden!
Onder de leden bevinden zich 204
vrouwelijke studenten en wel: Amster
dam 62, Vrije Universiteit 4, Delft 3,
Groningen 18, Leiden 51, Utrecht 65 en
buiten afdeeling 1.
Het. aantal contribueerende oud-le
den nam sinds het vorige jaar met 74
toe en bedraagt thans 1182.
BINNENLAND.
HET NED.-BELGISCH VERDRAG.
De ,,Volk"-redactie beëindigt een dis
cussie met Prof. W. A. Bonger over
het Ned.-Belgisch Verdrag, in zake
het Moerdijk-kanaal zegt het S.D.A.P.-
orgaan:
'Wij hebben nimmer ontkend dat het
kanaal, al had het ook voordeelen, en
al vloeide het voort uit de wederzijd-
sche ligging van België en Nederland,
een bittere pil was. Zelfs zijn wij zoo
ver gegaan, om het was, toen de
Nederlandsche regeering aan het on
derhandelen was over het zoo belang
rijke aanvullingsprotocol onze vol
doening te uiten over de scherpe Ne
derlandsche critiek op het kanaal, wijl
zij België er van kon doordringen, dat
hier door Nederland een zwaar offer
aan de goede verstandhouding werd
gebracht.
Om die goede verstandhouding zegt
het blad, is het ons dan echter ook te
doen. Zij heeft reeds schade genoeg
geleden door de voorbeeldeloos felle
agitatie tegen het verdrag. Verwer
ping van het verdrag zou haar nog
oneindig meer bederven. Wij hopen
ten zeerste, dat het daartoe niet zal
komen.
SYMPATHIEK MEDELIJDEN.
Naar aanleiding van de sympathie
ke daad van de bewoners van de
Glindhorst en omgeving om de aan Ds
Vogelaar opgelegde boete van f ICO
aan dezen aan te bieden, zegt Ds. Vo
gelaar in een ingezonden stuk in de
Standaard:
Tegenover alle miskenning van men
schen die ons werk niet, of slechts op
pervlakkig, gekend hebhen, is mij dit
zoo groote verkwikking, dat ik open
lijk mijn dank daarvoor begeer uit te
spreken.
DE FORD NON-STOP-RIT.
Dinsdag is de Ford-Sedan, waarmee
een zevendaagsche nonstop-rit door
ons land is gemaakt, bemodderd, be
plakt met allerhande papieren en be-
liangen met verlepte en frissche kran
sen, voor de gebouwen van de Ford-
Gom-pany aan de Keilehaven te Bot
terdam aangekomen. Notaris Leopold
bevond dat zijn zegel een week ge
leden aan den wagen gehecht noe
onverbroken was.
Een tocht volgde door de stad, waar
bij eenigen tijd werd stilgehouden bij
het stadhuis, om fotografen gelegen
heid te geven hun werk te doen.
Daarop vertrok de wagen naar Den
Haag; nog altijd met verzegelden mo
torka st, om vervolgens naar Den
Br iel te vertrekken.
DE TOL OP DEN DELFTWEG.
Op een van de drukst bereden we
gen van ons land, den weg tusschen de
Hoornbrug en Deft wordt nog altijd
tol geheven. Die tol levert een aan
zienlijke bate aan de gemeente Delft
welke dezen weg in beheer en onder
houd heeft en die uit de opbrengst
van den tol in de laatste acht jaren
een winst van totaal pl.m. f 400.000
moet hebben gemaakt. Slechts een
klein gedeelte van de opbrengst is be
steed aan onderhoud en verbetering
van den weg, die al sinds jaren niet
meer voldoet aan de eischen van het
verkeer en wegens zijn gevaarlijkheid
den bijnapm van „via mala" heeft ge
kregen.
Er is een plan tot verbetering, waar
van de totale kosten door B. en W.
v. Delft worden geraamd op 1.134.000
en bij ue uitvoering van dat plan wordt
gerekend op een Rijkssubsidie van
f 175.000, door den Minister van Wa
terstaat in uitzicht gesteld, een pro
vinciale subsidie van 300.000, waar
toe Ged. Staten van Zuid-Holland een
voorstel hebben ingediend; een subsi
die van de Haagsche Tramweg Mij.
groot 300.000, en een subsidie van
particuliere zijde, ten bedrage van
54.000.
Nu er uitzicht bestaat, dat voor de
zoo dringend noodige verbetering van
den Delftweg het Rijk en de provin
cie belangrijke bedragen zullen ge
ven, rijst de vraag, of thans niet de
tijd gekomen is, tot het plegen van
overleg met Rijk en provincie over het
onderhoud van dezen weg, waarvan
de onderhoudskosten tengevolge van
de verbreeding van den weg zullen
worden verzwaard en tot het stellen
van bepaalde voorwaarden voor sub
sidie-verleening.
Het verkeer op dezen drukken weg
zou er in hooge mate mede zijn ge
baat, indien als één dier voorwaarden
werd gesteld: De afschaffing van den
tol op den Delftweg. Die tol legt aan
zienlijke lasten op de gebruikers van
dien weg, is voor handel en industrie
een onduldbare hinderpaal en vormt
bij het toenemend verkeer een steeds
hinderlijker verkeersbelemmering.
In het algemeen ware, na overleg
omtrent het onderhoud van den Delft
weg, afschaffing van dezen voor het
verkeer hinderlijken tol dringend ge
wenscht. Om deze redenen heeft het
Fropaganda-comité voor Wegenver
betering tot de -Koningin een request
gericht met het verzoek geen nieuwe
concessie tot het heffen van tol op den
Delftweg te willen verleenen.
Uit het Sociale Leven.
OPENBAARHEID EN ORGANISATIE
IN DE ZAKENWERELD.
Men schrijft ons van Chr. Midden
stands zijde:
Hoezeer wij ook waar deer en de indi
vidueel© pogingen der verschillende
handeldrijvende en industrieel© Mid
denstanders hun zakm omhoog te wer
ken, hoezeer wij ook overtuigd zijn, dafc
de Middenstanders alle middelen voor
z'n zaak te baat zal moeren nemen om in
den economische>n strijd staande te
blijven, toch zijn wij overtuigd, dat hij*
eerst recht zijn volle kracht zal kun
nen ontwikkelen als hij naast zijn in
dividueel© pogingen ook meer en meer
'oog zal krijgen voor datgene wat zijn
organisatie voor hem deed, en nog
voor hem kan doen.
Maar al te veel houdt hij zijn aan-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 16 Dec. 192&
Het leven van een journalist is niet
rijk aan groote momenten.
Hij moet al blij zijn als men leest
wat hij schrijft. Als hij merkt, dat zijn
woord ook nog stof geeft tot overden
king is dat al een groote gunst. De
krant wordt te spoedig gebruikt voor
pakpapier om lang stof tot overpein
zing te geven.
Toch gebeurt het wel eens dat men
hijzonder getroffen wordt door een
hartelijk meeleven.
Ik ondervond het nog deze week. Ik
ontving n.l. een woord van critiek van
een broeder, die reeds verre den leef
tijd der zeer sterken gepasseerd is.
Een woord zóó sympathiek, dat het nog
als muziek in mijn ooren ruischt.
Dat verkwikt, dat staalt en sterkt.
Zulke critiek en ze was toch nies
malsch steekt een hart onder den
riem.
Maar dat was ook een broeder die
kon zeggen, dat in zijn huis nog nim
mer een neutraal dagblad ter tafel
was geweest. Voor hem was de Nieuwe
Leidsche een levensbehoefte.
Hoeveel, of neen hoe weinig, vindt
men deze gezinnen. Een neutraal dag
blad en niet het eigen orgaan, die
zijn er meer.
Daarom is het zoo'n genot om eens
een eenvoudige, bejaarde, broeder met
zooveel beslistheid te hooren zeggen,
dat hij geen neutraal dagblad in zijn
huis wil hebben, ja dat dit in 54 jaar
geen enkele maal is voorgekomen.
Het was voor mij een grootsch mo
ment.
OBSERVATOR
dacht alleen op eigen zaak gevestigd
zonder voldoende om zich heen te zien
wat hij van anderen zal kunnen over
nemen o m in eigen zaak daarvan pro
fijt te trekken.
Men heeft dezen tijd den tijd der
openbaarheid genoemd. Dit is een ge
volg van het feit, dat de Naamlooz©
yennootschap steeds grootere plaats
in het maatschappelijk leven is gaan in.
nemen, en daardoor meerdere perso
nen, die aandeel in de zaak hebben,,
van den gang van het bedrijf op de
hoogte gesteld dienen te worden. Nu
is zulke openbaarheid voor de per
soonlijke zaak niet noodig, noch ge
wenscht. Doch naast genoemde open
baarheid wijzen wij nog op een andere,
n.l. die, waarin de eene zakenman den
ander vertelt van zijn ervaringen, van
zijn bijzondere organisatie en de daar
mee bereikte resultaten. Steeds wéér
wordt er i n de bladen, door zakenmen-
schen hierover geschreven met een
openhartigheid, die vroeger ongekend
was. Wanneer een zakenman bijv. in
een artikel uiteenzet, hoe hij zijn re
clame regelt'of hoe zij zijn verkoop
afdeling heeft georganiseerd, werden,
deze dingen vroeger ais zakengehei
men beschouwd. Intusschen heeft de
foede zakenman van 2ulk een open-
aarheid nog nooit eertig nadeel on
dervonden.
Nu de zakenman in deze aangele
genheden zijn individualisme steeds
meer en meer opgeeft, zal hij ook nog,
meer dan voorheen'aandhent moeten
krijgen voor zijn standsorganisatie.
De invloed, die een goed georgani
seerde standsvereeniging bijvoorbeeld
op de wetgeving kan uitoefenen, gaat
het idee van veie Middenstanders ver
te boven. Die invloed is giroot, zooi
groot zelfs, dat het nog zeer kort ge
leden gebeuren kon, dat een ingediend
wetsontwerp op aandrang van den
Middenstandsraad van a tat z werdl
veranderd, zoodat alle voor den Mid
denstand nadeelig© gevolgen konden
worden voorkomen.
Wanneer iedere Middenstander hel
der inzag, de enorme voordeelen, dia
op dit en ander terrein voor hem zijn
te bereiken, dan bleet er géén enkel®
achter, zich nog, heden voor zulk een
standsorganisatie als lid op te geven.
De Christelijke Middenstandsver-
eeniging is een standserganisatie, die
voor den handeldrijvenden en en In-
dustrieelen /Middenstand in de toe
komst steeds meer de richiing zal aan
geven, waarin de opiossing te zoeken
is voor de vraagstukken en moeilijk
heden, die vojbr den Middenstander
en zijn zaken van belang zijn.
FEUILLETON.
Opoiiering beloond.
18)
Mevrouw De Verbrugge verschrok
hevig.
„Maar mijn hemel! Wat wilt u dan,
dat hij doen zal?"
„Wat hij maar wil, als hij maar op
houdt met zijn nutteloos nietsdoen.'
„Ik zal eens zien, wat hij er van
denkt.
„Ik verbied u hem er over te spre
ken. Het is nu de geschikte gelegen
heid niet, om die ernstige kwestie aan
te roeren. Maak u er niet bezorgd over
ik zal die zaak wel in orde brengen."
De moeder zuchtte.
„Je hebt gelijk" zeide zij „het is be
ter het arme kind nog' maar zijn va-
cantie te laten genieten. Het zal altijd
nog vroeg genoeg zijn om het kind je
beslissing mee te deelen."
„Kees is geen kind meer, een man!
(Het wordt tijd dat hij zijn schuld be
taalt aan de maatschappij en tracht te
worden, die wat beteekent. We hebben
hem tot nu toe slechts opgeleid om te
blozen over zich zelf, hij zou het ons
later kunnen verwijten.
Het vooruitzicht, dat 'haar zoon wel
dra misschien zware inspanning zou
worden opgelegd, versomberde voor
mevrouw De Verbrugge de laatste we
ken van hun buiten-verblijf. Zij was
échter verstandig geiloeg om toe te ge
ven, tenminste tegenover z,ich zelf, dat
'haar echtgenoot gelijk had en zij be
gon er spijt van te krijgen, dat zij de
'liefhebberij orii in krijgsdienst te tre
den die de jonge man vroeger, een
«ogenblik gehad had, niet had aange
moedigd. Wat een verrukkelijk cava
lerist zou hij geweest zijn. O, als men
zijn leven weer opnieuw kon beginnen
■wat zou men dikwijls heel anders han
delen! Maar néén. het is den inensch
niet gegeven terug te keeren. Elke dag
elk uur, is een stap verder op dien
snellen wedloop, die den mensoh voert
van de wieg naar het graf. En iedere
daad door ons gesteld, draagt in zi'ch
de gevolgen voor het tegenwoordige
en toekomstige leven. Die zware
verantwoordelijkheid, die zij op zich
'heeft genomen door alleen de opvoe
ding van haar zoon te willen regelen,
rijst plotseling op voor den geest van
mevrouw De Verbrugge en vult haar
hoofd met ernstige gedachten.
De laatste bezoekers verlieten gelei
delijk „De Zeemeeuw." Het prachtige
verblijf kreeg langzamerhand weer de
bekoorlijke stilte, die Piëta zoo heer
lijk gevonden had, toen zij aan deBre-
tónsche kust waren aangekomen; en
het jonge meisje zag met spijt den dag
naderen, -waarop zij de rustige land
streek weer zou moeten verwisselerj
voor het drukke, wereldsche leven,
wat haar in de hoofdstad wachtte.
Walter. zag eveneens, maar om ean-
heel andere reden, met droefheid den
dag van vertrek naderen. De nabijheid
van Rennes stelde den jongen man m
staat dikwijls den Zondag met -ztfjn
vrienden door te brengen eb het voor
uitzicht van hen te moeten scheiden,
veroorzaakte hem wezenlijk leed.
Tusschen hem en het jonge meisje
was geen enkel beslissend woord ge
wisseld en toch groeide de hoop van
den jongen man aan. zoo dikwijls hij
zich in haar tegenwoordigheid bevond
Piëta was altijd zoo hartelijk in haar
'begroeting, in haar omgang; zij
schonk hem zulk een volledig vertrou
wen, dat hij er niet aan twijfelenkon,
of hij was geen onverschillige voor
'haar.
„Je moet verandering van garnizoen
vragen, Walter. iJe zoudt 't gemakke
lijk krijgen, denk ik, want het schijnt
dat veel jonge officieren niet graag in
Parijs bleven:' het leven is er te duur;
raadde zij hem op zekeren dag.
„Zeker"bevestigde mevrouw De
Verbrugge, mijn echtgenoot zal uw ver
zoek ondersteunen bij den generaal..
En Kees zal zoo blij zijn, al9 je bij
hem 'bent, is 'tniet lieve jongen?"
De jonge man glimlachte en keek
schalksch zijn zuster aan.
„Natuurlijk" zeide hij, „en ik weet
een klein meisje, een kennis van me,
die er niet minder blij om zal wezen,
is 'tniet Pieia?"
Zij werd vuurrood.
-Ik heb er niets op tegen!" ant
woordde zij vroolijk. „Walter is zoo'n
oude huisvriend van ons allen."
(„Een oude, trouwe vriend, niet
waar?" antwoordde de jonge man. Pie
ta met een oogopslag dankend voor
haar hartelijk woord.
Mevrouw De Verbrugge zag den of
ficier aan.
„Een flinke jongen P dacht zij. „Een
open lach, een stralenden blik, een
warme sympathieke stem. Hij kan
echter niet in vergelijking komen bij
m'n zoon, met die fijne vormen. Toch
is het iemand met wilskracht; hij is
krachtig toegerust voor den strijd des
levens, terwijl Kees, met zijn opge-
ruimden gemakzuchtigen aard slechts
geschapen schijnt voor een onbezorgd
leven van wereldsche genietingen."
Kees had rustiger dan. mevrouw De
Verbrugge gevreesd had, de eindbe
slissing van zijn vader opgenomen be
treffende het kiezen van een levens
baan.
Begon de lediggang hem te verve
len?
Schaamde hij zich over het onnut
gebruik wat hij van zijn leven maak
te? Of was de diepe oorzaak hierin ge
legen dat hij vrij wilde worden van de
lastige genegenheid van zijn moeder
en van het strenge toezicht van zijn
vader? Dat was zijn geheim! Mis
schien hadden, zonder dat hij het zich
bewust was. al die oorzaken samenge
werkt tot zijn besluit.
Hoe het ook zi^ het idee, wat Piëta
eens had opgeworpen, had bij hem in
geslagen. Dank de hooge positie van
zijn vader en den grooten invloed dien
hij kon doen gelden, slaagde Kees met
glans voor zijn laatste examens, hij
werd aan een gezantschap verboreden
en moest weldra vertrekken naar Cai
ro, in Egypte.
De keuze van den jongen man
bracht noodzakelijk mee de scheiding
van de zijnen. En het vooruitzicht van
die scheiding, zoo pijnlijk voor zijn
moeder, was juist de oorzaak, geweest
van zijn traagheid, om zich een positie
te scheppen. En toch, hoe minder hij
weerhouden werd, des te meer ver
langde hij naar de vrijheid. Hij was
•niet gewapend' geweest voor den strijd
Gewend alles voor zich te zien buigen
en te zien wijken voor z,ijn grillige
fantasie, had hij maar een heel vaag
idee van het begrip plicht. En hij had
een afkeer van alle inspanning' zon
der welke toch elk leven vruchteloos
is. Zijn innemende vormen, zijn levens
lustigheid, zijn milddadige aard ver
schaffen hem weldra vrienden of lie
ver vrooiijke makkers in de Europee-
sche kringen te Cairo en vooral in den
kring der geëmployeerden van het ge
zantschap, waaraan hij verbonden
was.
Mijnheer De Verbrugge, blij om de
prompte meegaandheid van zijn zoon,
heeft hem op rijke wijze geïnstalleerd.
(Wordt vervolgd).