nieuwe. muscht: courani van donderdag 16 december 1926 TWEEDE BLAD. WAT OE BLADEN ZEGGEN. h Wonderlijke vertooning. Het Belgische verdrag en de actie, die zich daaromheen ontwikkelde schrijft De Standaard, brengt sommigen in den lande in een beden- kei ijken staat van opwinding, die elk kalm en nuchter oordeel onmogelijk maakt. Wie in belangrijke momenten lei ding wil geven, moet toonen zichzelf te kunnen blijven en het hoofd koel te kunnen houden. Hoezeer het hieraan zelf^ bij een se nator kan haperen, bleek ïn de ver gadering der Eerste Kamer op 7 Dec. j.l., toen de. heer De Zeeuw zich onbe vredigd toonde en er zijn spijt over uit drukte, dat de Regeering het wetsont werp met betrekking tot het Belgisch verdrag aan de Eerste Kamer durfde toesturen. Deze heer toonde daarmee zelfs de eerste beginselen van onze parlemen taire instellingen niet te kennen .en niet te weten dat de Grondwet voor schrijft: wanneer de Tweede Kamer tot aanneming van een voorstel be sluit, zendt zij het aan de Eerste Ka mer met het volgende formulier enz. art. 114. Men was in de Eerste Kamer over de wonderlijke vertooning eerst blijkbaar ietwat onthutst, riep daarna den spre ker toe, dat niet de Regeering, maar de •Tweede Kamer het ontwerp zond, maar dit bracht den redenaar niet tot bezinning. En terwijl in ieder ander geval de verbazing zich zou hebben medege deeld ook aan de pers, moest men straks het verschijnsel constateeren, dat enkele groote bladen behalve ■de Maasbode, die zoo. verstandig was daaraan niet mee te doen, dit optre den van den heer De Zeeuw als zeer verstandig prezen. Het is een symptoom van een beden kelijke stemming, die de dingen niet an eer vermag te zien zooals zij zijn. Niet ten onrechte wordt af en toe het vermaan vernomen, dat ons volk zijn nuchter oordeel over de belangrij ke zaak die aan de orde van den dag is, niet verlieze. Een rustig betoog zoo voor als' tegen heeft zijn waarde. Laat men alleen de argumenten wegen. KERK EN SCHOOL, NED. HERV. KERK. Zestal: Te Soest: P. L. Kiehl, te Hoorn (E'vangelisatae)J. I. van Schaik te Nieuwe Pekela; W. W. Siddré, te O. en N. Wetering; A. J. Splinter, ,te Lent; A. K. Straatsma, te Zandvoort; W. A. Zeydner, te 's-Heerenberg. Beroepe n: Te Roodschool: M. v. d. Voet. te Kuinre. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Amersfoort: E. Schouten, te Alphen a. d. Rijn; en C. v. d. Woude, te Gorredijk. Aangenomen: Naar Laren (N.- H.): L. Oranje, hulpprediker te Alphen d. Rijn. EVANG. LUTH. GEMEENTE. Drietal: Te Monnikendam-De Rijp: J. W. Bras, ie Rotterdam; Th. G. Stellweg, te Delft; en H. C. Zwahler, te Den Haag. GEREF. GEMEENTEN. Aangenoinen" Naar Gent: (Bel gische Zendingskerk): Th. Korporaal, te Delft. BEVESTIGING. INTREDE EN AFSCHEID. Ds. A. L u t e ij n hoopt op 27 Februa- i*i 1927 afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. te Muiden, om op Zondag 6 Maart d.a.v. te VIaardingen te wor den bevestigd door zijn broeder Ds. C. M. Luteijn, van Apeldoorn, waarna hij zijn intrede zal doen. Na des voormiddags bevestigd te zijn door Ds. A. H. de Boer, van Bel- lingwolde, met een predikatie over Hand. 16:9, hield Ds. W. F. Dik- boom,, gekomen van Wildervank, Zondagmiddag zijn intreepredikatie in de Ned. Herv. Kerk te Zuid-Laren met den tekst 2 Cor. 5 17. De nieuwe 'loeraar werd toegesproken door den Voorzitter van den Kerkeraad, den heer W. Aldershoff, door een der ring- predikanten namens den Ring Assen ien door den Consulent Ds. B. R. Knott- nerus van Vries; hem werd toegezon gen Gezang 96. EEN VOORBARIG BERICHT. Uit de meest betrouwbare bron wordt, aan de „Standaard" medege deeld, dat het bericht uit de „Neder lander" van Maandagavond, betreffen de de belijdenis des geloofs van H. K. H. Prinses Juliana, zeer voorbarig is en dat er nog geen beslissing in dit op zicht is genomen. WAARSCHUWING AAN DÏACONIEëN Men schrijft aan de Standaard: De Diaconieën der Geref. Kerken in ons vaderland, vooral in de steden, krijg'en nog al eens bezoek van zich noemende doortrekkende leden eener Geref. Kerk in Nederland. Meestal zijn zij niet voorzien van een attestatie. Dus worden zij in.de meeste gevallen niet geholpen. Dezer dagen vervoegde zich bij de Diaconieën van Dordrecht en Zwijn- drecht iemand, zich noemende G. van Muilen, voorzien van diverse papieren op zijn naam, o.a. van de Diaconie der Geref. Kerk van Amersfoort. Toch wordt ernstig geadviseerd om met hem voorzichtig te zijn. Alvorens te helpen, is onderzoek beslist gewenscht. DE AANVANG DER GODSDIENST OEFENINGEN. Naar aanleiding van een voorstel van het college van diakenen, onder steund door een meerderheid van het college van collectanten, om de'avond godsdienstoefeningen om zes uur te doen aanvangen, heeft de kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te 's-Gravenhage na ingewonnen advies van het college van ouderlingen en het Ministerie van predikanten, besloten die uren te la ten zooals zij nu zijn. INGEBRUIKNEMING NIEUW KERKGEBOUW. Het plan bestaat orn het nieuwe kerkgebouw der Geref. Kerk van Lands imeer, dat aan ongeveer 400 personen plaats zal bieden, op Woensdag 19 Januari a.s. officieel te openen. CLASSIS HAARLEM. In het verslag van de „Standaard" over de vergadering van de classis- Haarlem der Geref. Kerk, vonden wij, naar aanleiding van het voorstel van Ds. Brussaard om pogingen tot her stel van de eenheid aan te wenden, nog de mededeeling dat de vergade ring het voorstel met groote sympathie ontvangt, maar wel, gezien de belang rijkheid daarvan, het eerst in de Ker- keraden doen bespreken. Een beslissing is dus nog niet geno men. DE VERKLARING VAN Ds. BRUSSAARD. De inhoud van de verklaring, die Ds, Brussaard voor de Classis Haarlem der Geref. Kerken heeft afgelegd en die aanleiding is geweest tot het ver blijdende besluit, is het volgende: Ten eerste, dat na de samenspre- king met de Gen. Synode en de daarna gevolgde correspondentie gevoerd tus- schen hem en prof. dr. J. Ridderbos (waarbij, vanwege de Synode, nadruk kelijk is uittesproken, dat liet recht tot het indienen van gravamina door de Synode volmondig wordt erkend, voorts dat het woord „klaarblijkelijk" voor haar allerminst in strijd, doch veeleer 'synoniem is, met „gebaseerd op goede schriftuurlijke gronden", wijders dat betreffende zijn uiteenzet ting over het schriftgezag' de Synode zich heeft uitgesproken gelijk zij deed punt 3 pag. 163 bijlage acta voortge zette Synode van Assen en „Bezwaar en Antwoord" pag. 53, en eindelijk dat de Synode door haar uitspraak geens zins alle moeilijkheden van 't schrift- verhaal in Gen. II en III opgelost acht) thans do aanvankelijk bij hem be staande bezwaren tegen de uitspra ken der Synode inzake den boom der kennis des goeds en des kwaads, de slang en haar spreken en den boom des levens zijn weggenomen, ook al is het dat hij ook nu nog enkele uitdruk kingen minder gelukkig gekozen acht en nog steeds van meening is, dat mede daaruit voortvloeiend veelvul dig misverstand tot betreurenswaar dige handelingen geleid heeft, dat naar hij meent, de uitspraak der Syno de geen centrale waarheid betreft, .lat de wijze van behandeling geenszins in alles zijn instemming heeft, met name dat de Gen. Synode een belij.lenisuit- spraak deed, zonder dat de ieden der Kerken eri de mindere kerkelijke ver gaderingen zich hierover vooraf rustig kunnen bezinnen en dat, ten aanzien van zijn persoon, hij meent, dat tie Sy node óf het eenvoudig bij de correspon dentie had moeten laten óf de door haar zelf gewilde bespreking van be zwaren in eigen kring had moeten af handelen óf anders zijn kerkeraad in de eerste plaats had moeten aanwijzen om zich van zijn houding te vergewis sen, maar dat hij zich bij een en ander neerlegt, hoewel hij zich het recht voor behoudt tot het indienen van een voor stel tot hereeniging; en ten tweede, dat hij, in aanmerking genomen het sub één genoemde thans zonder voorbehoud zich kan voegen naar de beslissing door de Synode in zake de bekende bijzonderheden uit Gen. II en III genomen en mitsdien deze ook ten grondslag zal leggen aan wat hij in dezen zal leeren; NED. CHR. STUDENTEN VEREEN. Sinds den vorigen cursus hebben 254 leden de N. S> V. wegens het af- studeeren of anderszins verlaten, ter wijl er zich bij den aanvang van den nieuwen cursus 287 nieuwe leden bij haar voegden, zoodat het ledental met 33 gestegen is en thans 986 bedraagt Naar de afdeelingen verdeeld zijn er te Amsterdam 147, aan de Vrije Uni versiteit 55, te Delït 88. te Groningen 70, te Kampen 17, te Leiden 221, te Rot terdam 42. te Utrecrt 318, te Wage- ningen 13 en buiten afdeeling 15. Naar de faculteiten zijn het 216 me dici, 180 theologen, 146 juristen, 136 li teratoren, 104 wis- en natuurkunde, 89 technici, 47 handelswetenschappen, 15 indologen, 13 landbouw, 10 vetérinai- i;en, 7 tandartsen en 24 ongeclassifi- ceerden! Onder de leden bevinden zich 204 vrouwelijke studenten en wel: Amster dam 62, Vrije Universiteit 4, Delft 3, Groningen 18, Leiden 51, Utrecht 65 en buiten afdeeling 1. Het. aantal contribueerende oud-le den nam sinds het vorige jaar met 74 toe en bedraagt thans 1182. BINNENLAND. HET NED.-BELGISCH VERDRAG. De ,,Volk"-redactie beëindigt een dis cussie met Prof. W. A. Bonger over het Ned.-Belgisch Verdrag, in zake het Moerdijk-kanaal zegt het S.D.A.P.- orgaan: 'Wij hebben nimmer ontkend dat het kanaal, al had het ook voordeelen, en al vloeide het voort uit de wederzijd- sche ligging van België en Nederland, een bittere pil was. Zelfs zijn wij zoo ver gegaan, om het was, toen de Nederlandsche regeering aan het on derhandelen was over het zoo belang rijke aanvullingsprotocol onze vol doening te uiten over de scherpe Ne derlandsche critiek op het kanaal, wijl zij België er van kon doordringen, dat hier door Nederland een zwaar offer aan de goede verstandhouding werd gebracht. Om die goede verstandhouding zegt het blad, is het ons dan echter ook te doen. Zij heeft reeds schade genoeg geleden door de voorbeeldeloos felle agitatie tegen het verdrag. Verwer ping van het verdrag zou haar nog oneindig meer bederven. Wij hopen ten zeerste, dat het daartoe niet zal komen. SYMPATHIEK MEDELIJDEN. Naar aanleiding van de sympathie ke daad van de bewoners van de Glindhorst en omgeving om de aan Ds Vogelaar opgelegde boete van f ICO aan dezen aan te bieden, zegt Ds. Vo gelaar in een ingezonden stuk in de Standaard: Tegenover alle miskenning van men schen die ons werk niet, of slechts op pervlakkig, gekend hebhen, is mij dit zoo groote verkwikking, dat ik open lijk mijn dank daarvoor begeer uit te spreken. DE FORD NON-STOP-RIT. Dinsdag is de Ford-Sedan, waarmee een zevendaagsche nonstop-rit door ons land is gemaakt, bemodderd, be plakt met allerhande papieren en be- liangen met verlepte en frissche kran sen, voor de gebouwen van de Ford- Gom-pany aan de Keilehaven te Bot terdam aangekomen. Notaris Leopold bevond dat zijn zegel een week ge leden aan den wagen gehecht noe onverbroken was. Een tocht volgde door de stad, waar bij eenigen tijd werd stilgehouden bij het stadhuis, om fotografen gelegen heid te geven hun werk te doen. Daarop vertrok de wagen naar Den Haag; nog altijd met verzegelden mo torka st, om vervolgens naar Den Br iel te vertrekken. DE TOL OP DEN DELFTWEG. Op een van de drukst bereden we gen van ons land, den weg tusschen de Hoornbrug en Deft wordt nog altijd tol geheven. Die tol levert een aan zienlijke bate aan de gemeente Delft welke dezen weg in beheer en onder houd heeft en die uit de opbrengst van den tol in de laatste acht jaren een winst van totaal pl.m. f 400.000 moet hebben gemaakt. Slechts een klein gedeelte van de opbrengst is be steed aan onderhoud en verbetering van den weg, die al sinds jaren niet meer voldoet aan de eischen van het verkeer en wegens zijn gevaarlijkheid den bijnapm van „via mala" heeft ge kregen. Er is een plan tot verbetering, waar van de totale kosten door B. en W. v. Delft worden geraamd op 1.134.000 en bij ue uitvoering van dat plan wordt gerekend op een Rijkssubsidie van f 175.000, door den Minister van Wa terstaat in uitzicht gesteld, een pro vinciale subsidie van 300.000, waar toe Ged. Staten van Zuid-Holland een voorstel hebben ingediend; een subsi die van de Haagsche Tramweg Mij. groot 300.000, en een subsidie van particuliere zijde, ten bedrage van 54.000. Nu er uitzicht bestaat, dat voor de zoo dringend noodige verbetering van den Delftweg het Rijk en de provin cie belangrijke bedragen zullen ge ven, rijst de vraag, of thans niet de tijd gekomen is, tot het plegen van overleg met Rijk en provincie over het onderhoud van dezen weg, waarvan de onderhoudskosten tengevolge van de verbreeding van den weg zullen worden verzwaard en tot het stellen van bepaalde voorwaarden voor sub sidie-verleening. Het verkeer op dezen drukken weg zou er in hooge mate mede zijn ge baat, indien als één dier voorwaarden werd gesteld: De afschaffing van den tol op den Delftweg. Die tol legt aan zienlijke lasten op de gebruikers van dien weg, is voor handel en industrie een onduldbare hinderpaal en vormt bij het toenemend verkeer een steeds hinderlijker verkeersbelemmering. In het algemeen ware, na overleg omtrent het onderhoud van den Delft weg, afschaffing van dezen voor het verkeer hinderlijken tol dringend ge wenscht. Om deze redenen heeft het Fropaganda-comité voor Wegenver betering tot de -Koningin een request gericht met het verzoek geen nieuwe concessie tot het heffen van tol op den Delftweg te willen verleenen. Uit het Sociale Leven. OPENBAARHEID EN ORGANISATIE IN DE ZAKENWERELD. Men schrijft ons van Chr. Midden stands zijde: Hoezeer wij ook waar deer en de indi vidueel© pogingen der verschillende handeldrijvende en industrieel© Mid denstanders hun zakm omhoog te wer ken, hoezeer wij ook overtuigd zijn, dafc de Middenstanders alle middelen voor z'n zaak te baat zal moeren nemen om in den economische>n strijd staande te blijven, toch zijn wij overtuigd, dat hij* eerst recht zijn volle kracht zal kun nen ontwikkelen als hij naast zijn in dividueel© pogingen ook meer en meer 'oog zal krijgen voor datgene wat zijn organisatie voor hem deed, en nog voor hem kan doen. Maar al te veel houdt hij zijn aan- AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 16 Dec. 192& Het leven van een journalist is niet rijk aan groote momenten. Hij moet al blij zijn als men leest wat hij schrijft. Als hij merkt, dat zijn woord ook nog stof geeft tot overden king is dat al een groote gunst. De krant wordt te spoedig gebruikt voor pakpapier om lang stof tot overpein zing te geven. Toch gebeurt het wel eens dat men hijzonder getroffen wordt door een hartelijk meeleven. Ik ondervond het nog deze week. Ik ontving n.l. een woord van critiek van een broeder, die reeds verre den leef tijd der zeer sterken gepasseerd is. Een woord zóó sympathiek, dat het nog als muziek in mijn ooren ruischt. Dat verkwikt, dat staalt en sterkt. Zulke critiek en ze was toch nies malsch steekt een hart onder den riem. Maar dat was ook een broeder die kon zeggen, dat in zijn huis nog nim mer een neutraal dagblad ter tafel was geweest. Voor hem was de Nieuwe Leidsche een levensbehoefte. Hoeveel, of neen hoe weinig, vindt men deze gezinnen. Een neutraal dag blad en niet het eigen orgaan, die zijn er meer. Daarom is het zoo'n genot om eens een eenvoudige, bejaarde, broeder met zooveel beslistheid te hooren zeggen, dat hij geen neutraal dagblad in zijn huis wil hebben, ja dat dit in 54 jaar geen enkele maal is voorgekomen. Het was voor mij een grootsch mo ment. OBSERVATOR dacht alleen op eigen zaak gevestigd zonder voldoende om zich heen te zien wat hij van anderen zal kunnen over nemen o m in eigen zaak daarvan pro fijt te trekken. Men heeft dezen tijd den tijd der openbaarheid genoemd. Dit is een ge volg van het feit, dat de Naamlooz© yennootschap steeds grootere plaats in het maatschappelijk leven is gaan in. nemen, en daardoor meerdere perso nen, die aandeel in de zaak hebben,, van den gang van het bedrijf op de hoogte gesteld dienen te worden. Nu is zulke openbaarheid voor de per soonlijke zaak niet noodig, noch ge wenscht. Doch naast genoemde open baarheid wijzen wij nog op een andere, n.l. die, waarin de eene zakenman den ander vertelt van zijn ervaringen, van zijn bijzondere organisatie en de daar mee bereikte resultaten. Steeds wéér wordt er i n de bladen, door zakenmen- schen hierover geschreven met een openhartigheid, die vroeger ongekend was. Wanneer een zakenman bijv. in een artikel uiteenzet, hoe hij zijn re clame regelt'of hoe zij zijn verkoop afdeling heeft georganiseerd, werden, deze dingen vroeger ais zakengehei men beschouwd. Intusschen heeft de foede zakenman van 2ulk een open- aarheid nog nooit eertig nadeel on dervonden. Nu de zakenman in deze aangele genheden zijn individualisme steeds meer en meer opgeeft, zal hij ook nog, meer dan voorheen'aandhent moeten krijgen voor zijn standsorganisatie. De invloed, die een goed georgani seerde standsvereeniging bijvoorbeeld op de wetgeving kan uitoefenen, gaat het idee van veie Middenstanders ver te boven. Die invloed is giroot, zooi groot zelfs, dat het nog zeer kort ge leden gebeuren kon, dat een ingediend wetsontwerp op aandrang van den Middenstandsraad van a tat z werdl veranderd, zoodat alle voor den Mid denstand nadeelig© gevolgen konden worden voorkomen. Wanneer iedere Middenstander hel der inzag, de enorme voordeelen, dia op dit en ander terrein voor hem zijn te bereiken, dan bleet er géén enkel® achter, zich nog, heden voor zulk een standsorganisatie als lid op te geven. De Christelijke Middenstandsver- eeniging is een standserganisatie, die voor den handeldrijvenden en en In- dustrieelen /Middenstand in de toe komst steeds meer de richiing zal aan geven, waarin de opiossing te zoeken is voor de vraagstukken en moeilijk heden, die vojbr den Middenstander en zijn zaken van belang zijn. FEUILLETON. Opoiiering beloond. 18) Mevrouw De Verbrugge verschrok hevig. „Maar mijn hemel! Wat wilt u dan, dat hij doen zal?" „Wat hij maar wil, als hij maar op houdt met zijn nutteloos nietsdoen.' „Ik zal eens zien, wat hij er van denkt. „Ik verbied u hem er over te spre ken. Het is nu de geschikte gelegen heid niet, om die ernstige kwestie aan te roeren. Maak u er niet bezorgd over ik zal die zaak wel in orde brengen." De moeder zuchtte. „Je hebt gelijk" zeide zij „het is be ter het arme kind nog' maar zijn va- cantie te laten genieten. Het zal altijd nog vroeg genoeg zijn om het kind je beslissing mee te deelen." „Kees is geen kind meer, een man! (Het wordt tijd dat hij zijn schuld be taalt aan de maatschappij en tracht te worden, die wat beteekent. We hebben hem tot nu toe slechts opgeleid om te blozen over zich zelf, hij zou het ons later kunnen verwijten. Het vooruitzicht, dat 'haar zoon wel dra misschien zware inspanning zou worden opgelegd, versomberde voor mevrouw De Verbrugge de laatste we ken van hun buiten-verblijf. Zij was échter verstandig geiloeg om toe te ge ven, tenminste tegenover z,ich zelf, dat 'haar echtgenoot gelijk had en zij be gon er spijt van te krijgen, dat zij de 'liefhebberij orii in krijgsdienst te tre den die de jonge man vroeger, een «ogenblik gehad had, niet had aange moedigd. Wat een verrukkelijk cava lerist zou hij geweest zijn. O, als men zijn leven weer opnieuw kon beginnen ■wat zou men dikwijls heel anders han delen! Maar néén. het is den inensch niet gegeven terug te keeren. Elke dag elk uur, is een stap verder op dien snellen wedloop, die den mensoh voert van de wieg naar het graf. En iedere daad door ons gesteld, draagt in zi'ch de gevolgen voor het tegenwoordige en toekomstige leven. Die zware verantwoordelijkheid, die zij op zich 'heeft genomen door alleen de opvoe ding van haar zoon te willen regelen, rijst plotseling op voor den geest van mevrouw De Verbrugge en vult haar hoofd met ernstige gedachten. De laatste bezoekers verlieten gelei delijk „De Zeemeeuw." Het prachtige verblijf kreeg langzamerhand weer de bekoorlijke stilte, die Piëta zoo heer lijk gevonden had, toen zij aan deBre- tónsche kust waren aangekomen; en het jonge meisje zag met spijt den dag naderen, -waarop zij de rustige land streek weer zou moeten verwisselerj voor het drukke, wereldsche leven, wat haar in de hoofdstad wachtte. Walter. zag eveneens, maar om ean- heel andere reden, met droefheid den dag van vertrek naderen. De nabijheid van Rennes stelde den jongen man m staat dikwijls den Zondag met -ztfjn vrienden door te brengen eb het voor uitzicht van hen te moeten scheiden, veroorzaakte hem wezenlijk leed. Tusschen hem en het jonge meisje was geen enkel beslissend woord ge wisseld en toch groeide de hoop van den jongen man aan. zoo dikwijls hij zich in haar tegenwoordigheid bevond Piëta was altijd zoo hartelijk in haar 'begroeting, in haar omgang; zij schonk hem zulk een volledig vertrou wen, dat hij er niet aan twijfelenkon, of hij was geen onverschillige voor 'haar. „Je moet verandering van garnizoen vragen, Walter. iJe zoudt 't gemakke lijk krijgen, denk ik, want het schijnt dat veel jonge officieren niet graag in Parijs bleven:' het leven is er te duur; raadde zij hem op zekeren dag. „Zeker"bevestigde mevrouw De Verbrugge, mijn echtgenoot zal uw ver zoek ondersteunen bij den generaal.. En Kees zal zoo blij zijn, al9 je bij hem 'bent, is 'tniet lieve jongen?" De jonge man glimlachte en keek schalksch zijn zuster aan. „Natuurlijk" zeide hij, „en ik weet een klein meisje, een kennis van me, die er niet minder blij om zal wezen, is 'tniet Pieia?" Zij werd vuurrood. -Ik heb er niets op tegen!" ant woordde zij vroolijk. „Walter is zoo'n oude huisvriend van ons allen." („Een oude, trouwe vriend, niet waar?" antwoordde de jonge man. Pie ta met een oogopslag dankend voor haar hartelijk woord. Mevrouw De Verbrugge zag den of ficier aan. „Een flinke jongen P dacht zij. „Een open lach, een stralenden blik, een warme sympathieke stem. Hij kan echter niet in vergelijking komen bij m'n zoon, met die fijne vormen. Toch is het iemand met wilskracht; hij is krachtig toegerust voor den strijd des levens, terwijl Kees, met zijn opge- ruimden gemakzuchtigen aard slechts geschapen schijnt voor een onbezorgd leven van wereldsche genietingen." Kees had rustiger dan. mevrouw De Verbrugge gevreesd had, de eindbe slissing van zijn vader opgenomen be treffende het kiezen van een levens baan. Begon de lediggang hem te verve len? Schaamde hij zich over het onnut gebruik wat hij van zijn leven maak te? Of was de diepe oorzaak hierin ge legen dat hij vrij wilde worden van de lastige genegenheid van zijn moeder en van het strenge toezicht van zijn vader? Dat was zijn geheim! Mis schien hadden, zonder dat hij het zich bewust was. al die oorzaken samenge werkt tot zijn besluit. Hoe het ook zi^ het idee, wat Piëta eens had opgeworpen, had bij hem in geslagen. Dank de hooge positie van zijn vader en den grooten invloed dien hij kon doen gelden, slaagde Kees met glans voor zijn laatste examens, hij werd aan een gezantschap verboreden en moest weldra vertrekken naar Cai ro, in Egypte. De keuze van den jongen man bracht noodzakelijk mee de scheiding van de zijnen. En het vooruitzicht van die scheiding, zoo pijnlijk voor zijn moeder, was juist de oorzaak, geweest van zijn traagheid, om zich een positie te scheppen. En toch, hoe minder hij weerhouden werd, des te meer ver langde hij naar de vrijheid. Hij was •niet gewapend' geweest voor den strijd Gewend alles voor zich te zien buigen en te zien wijken voor z,ijn grillige fantasie, had hij maar een heel vaag idee van het begrip plicht. En hij had een afkeer van alle inspanning' zon der welke toch elk leven vruchteloos is. Zijn innemende vormen, zijn levens lustigheid, zijn milddadige aard ver schaffen hem weldra vrienden of lie ver vrooiijke makkers in de Europee- sche kringen te Cairo en vooral in den kring der geëmployeerden van het ge zantschap, waaraan hij verbonden was. Mijnheer De Verbrugge, blij om de prompte meegaandheid van zijn zoon, heeft hem op rijke wijze geïnstalleerd. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5