Oit nummer heslaai uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN 7d* JAARGANG DINSDAG 14 OCCEMBER 1926 NUMMER 2002 COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waai agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Pet week .1 0.19 Franco per poet per kwartaal I 2.90 De taak van Lou de Visser In 't Haagsche Volk vonden wij hot volgende: De „Tribune" meldt, dat te Moskou in een ziting van de Exekutieve der Kommunistische Internationale de Tsjecho Slowaaksche afgevaardigden Smeral een feilen aanval heeft gedaan op de Hollandsche kommunistische partii. wegens haar groote fouten in zake den Javaanschen opstand, dien zij slechts als een gevolg van provo- katie had gezien, terwijl zij ijverde voor een koninklijke kommissie van onderzoek en de leuze: „Indië los van Bolland" losliet, alles wijzende op „een gevaarlijke rechtscha tenaenz\ Dat ziet er leelijk uit voor Loutje, al kreeg hij ook volgens de „Tribune" applaus op zijn belofte, dat hij „voor de zaak van Indonesië zou vechten met alle middelen." Immers Smeral zelf is één der meest rechtsche ele menten van d© Komintern en als die nu zelfs Loutje te rechtsch vindt, ont staat er alle kans, dat ons kommu- nistisch Kamerlid, na Wijnkoop en Ravesteyn als te rechtsch weggewerkt te hebben, zelf ook als te rechtsch van hunne plaats weggeintrigeerd zal worden. Liefhebbers genoeg! En wie weet of Smeral niet door Daaf en Raaf ingelicht is, zooals Moskou vroeger door Loutje c.s. ingelicht was omtrent hun rechtsche Indische afdwalingen, die hun het parlementaire leven kost ten. Wie goed doet, goed ontmoet. Nu kan ons deze Socialistisch-Com- munistische ruzie absoluut onbewo gen laten. Noch de jalouzie onder de Communisten en het onderling been tje lichten, noch de hatelijke smeer van het Volk, vermag ons te verma ken of t& ontroeren. Maar wel iets anders. De Tribune vermeldt objectief dus het zal wel waar zijn dat een afgevaardigde van Tsjecho-Slowakië aan de Hollandsche Communisten ver wijten doet. Nu is het een feit dat ie mand het recht mist een ander ver wijten te doen over tekortkomingen in een of ander, wanneer niet die an der een taak had te vervullen, hetzij dan een taak vrijwillig op zich geno men, hetzij hem opgelegd. Die regel zal "ook onder Communisten nog wel gelden. Daaruit moeten we dus con- cludeeren dat Lou de Visser een taak had, die hij en zijn Hollandsche par- tijgenooten niet behoorlijk hebben vol bracht naar het oordeel van Mijnheer Smeral. Maar meer verbaasd en ontroerd zijn wij als we letten op de taak, die dan op de schouders van den heer de Visser en de zijnen heeft gerust. Hij heeft le. het voorgesteld alsof de op stand op Java was voortgekomen uit provocatie, 2. een koninklijke commis sie van onderzoek gevraagd en 3e. de leuze: „Indië los van Nederland" los gelaten. Herinneren wij ons goed, dan heeft de lieer de Visser in de Kamer in derdaad gezegd, dat de opstand het ge* volg was van het provoceerend optre den van de Regeering, heeft hij inder daad gevraagd om naar die, volgens hem, ware oorzaak een onderzoek in te stellen. Heeft hij ook gezegd, dat het voojloopig nog wel niet mogelijk zou zijn Indië volledige zelfstandig heid te geVen. Daartegenover zou zijn taak zijn ge weest. Ja wat? Het staat er niet. Maar het volgt er uit. Is de opstand niet het gevolg van provocatie van de zijde der Regeering. dan is het een nationa le drang naar vrijwordirs. of een com munistisch complot. Dat het geen drang naar vrijwording van het volk was, is nu reeds voldoende gebleken; blijft dan de eenice slotsom een com munistisch complot. Het onderzoek had niet mogen ge vraagd worden. Waarom niet? Kon daaruit misschien blijken de internati onale opzet? Ten derde, de leuze: Indië los van Nederland mocht niet zijn losgelaten. Dat wil dus zeggen, dat Nederland van heden af Indië aan zichzelf moet overlaten. D.w.z. dat Indië morden aan den dag aan de inwendige revolu tie zal zijn overigegeven en met één slag onze politiek van jaren is wegge vaagd, dat van een ouvoeding tot een hooier cultuurpeil niets meer zal ko men. De taak van de Nederlandsche Com munisten zou geweest zijn geweldda dig ontreden, daarbij althans leiding geven. Dat zou ook kunnen volgen uit min of meer plechtige belofte van den heer de Visser dat hii voor de *"ak vsn Tn^onesië zal vech'en met alle middelen. BUREAU: Hooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Wij weten van nu voortaan dat wan neer in Indië de Communisten een moordplan beramen, de Nederland sche Communisten daarin de hand hebben of volgens -het oordeel van hun bnitenlandsche partijgenooten moes ten hebben. Is het geen taak van ouze Regee- rmg om te onderzoeken of de Neder landsche Communisten zich ook schuldig maken aan overtredingen genoemd in art. 97 a van ons Wetboek van Strafrecht? Wat baat de inteTneering in Indië, als men in Holland straffeloos tot nieuwe revolutie mag aanstoken? STADSNIEUWS. HAARLEMSCHE ORKEST. VEREENIGING. De Haarlemsche Orkest-vereeniging kwam ditmaal weer uit met een zeer sympathiek programma, dat een stampvolle zaal had getrokken. De aanwezigen hebben buitengewoon ge noten. Voor de pauze Haydn, diens zesde Symphonie in G gr. terts, de z.g. „Pau kenschlag." Reeds in het inleidend Adagio-can tabile trof het friscfa en vriendelijk karakter van dit werk. Het is muziek zonder veel diepte, maar ze is zonnig, bijwijlen geestig en bekoort door de pastorale stemming. Een allervriende lijkst Andante volgt; geen spoor van droef berusten zooals in Beethovens Andentes en Adagio's vindt men hier in. 't Is eer een sta'ige danswijs tel kens gevarieerd, en herinnert er aan dat de Symphonie in oorsprong dans muziek is, al was ze dit in Bavdns dagen allang niet meer. Allergezel ligst is het thema gevarieerd, zeld zaam boeiend. Het vloeit alles zoo van zelf en men krijgt zoo den indruk, dat Haydn dit alles zonder eenige moeite heeft geschreven, trewijl het orkest Haydn op even argelooze en 'vanzelfsprekende wijze "vertolkte. Innig melodieus is het nu volgend Allegro molto, naar den vorm een echt 18de eeuwsch menuet, terwijl de slot- satz een geestig karakter draagt, een slot vol blijden humor. Deze muziek „ligt" het Haarlemsch orkest uitstekend en de dirigent heeft er slag van de rhythmische fijnheden luchtig en Sierlijk tot hun recht te doen komen. Het tweede werk was opnieuw van Haydn, Concerto D. gr. terts voor vio loncel met orkestbegeleiding. De in leiding van het orkest plaatste ons direct in een eenigszins andere sfeer dan die van de symphonie. Deze mu ziek is weemoediger, breeder van me lodie, dieper van inhoud. Na de in troductie van 't orkest valt de solist in, de heer Carel van Leeuwen Boom kamp, cellist van het concertgebouw orkest te Amsterdam. Zijn spel boeit weldra door nobele toonvormin.g en beheersch'e techniek. De melodieën van breeder allure worden door hem met gratie voorgedragen. Weldra bliikt het, dat dit werk hooge eischen stelt aan den solist: er is passagespel, en komen zuivere dubbelgrepen en no bel klinkende flageolets. Het Adagio valt op door zijn mooie melodische lijn, waarbij de cellist zijn instrument kan laten zingen. In het slotallegro krijgen we meer deti echten gemoedeliiken Haydn, die met een eenvoudige melodie wonderen doet. De begeleiding van 't orkest was nee! mooi en paste zich uitstekend aan bij het fraaie cellospel. Na de pauze hoorden we Saint- S°ërs. En wel eerst diens Suite A1- gérienne" met den bijtitel „Impressi ons pittoresoues d' un voyage en Al- gérie", in den goeden zin programma muziek. De componist geeft de indruk ken. die een viertal reiservaringen on hem gemaakt hebben. De Prélude „En vue d' Algér" treft door het pianissimo begin, dat heel. heel langzaam sterker wordt en steeds kleuriger, 't Is of heel vaag en ver de omtrekken van een stad in den nevel zichtbaar zijn, maar de nevel wijkt bij het naderbij komen, de vormen worden omlijn der, kleuren teekenen zich af steeds genrononceer- der. Maar de echt Fransche smaak behoedt Saint-Saëns voor een teveel. Het blijft alles klaar en doorzichtig onder een zuidelijken hemel. Levendig en fijn rhythmisch is de Rhapsodie Mauresque, waarin de slag instrumenten als tambourijn, triangel, naulcen een dankbare rol vervullen Een gloedvol verhaal, bewogen .ge passioneerd en toch ook weer prachtig binnen de men* gehouden en fiin. Een fijne Rêverie du Soir" volgt. De Duitsche Romantici als Mendels sohn, Weber en Schumann maken zoo'n avonddroom wcr:ger, on ween 'ijker, geheimzinniger kraclv'en? hun Germaansch karakter. Eeq Rêverie van Saint-Saëns is klaatder, doorzich tiger, maar daarom niet minder fijn. Een pittig gespeelde Marche militai re Frangais© besloot deze Suite. Het slotnummer van dezen avond, Saint-Saëns' Concerto No. 1 a kl. terts voor violoncel en orkest kenmerkte zich weer door het evenwichtige der instrumentatie, den glans der uiter lijke vormschoonheid, de sierlijke rhyfhmiek. Een prachtige passage herinneren we ons, waarin de cello breed de melodie voert en de violen in vlugge rhythmen met een tegen- melodie begeleiden. En dan herinne ren we ons de zeer moeilijke caden- zen, welke de cellist onberispelijk uit voerde. Gemakkelijk was diens taak niet, maar hij kweet er zich loffelijk van. Over 't geheel genomen een avond van lichte muziek, gemakkelijk te vol gen en te begrijpen maar toch echte muziek. Het overtalrijke publiek was zeer dankbaar gestemd en huldigde op enthousiaste wijze den heer Van Leeu wen Boomkamp en den dirigent Ger- harz, die het orkest in de hulde liet deelen. Er is met élan en op zeer beschaaf de wijze gemusiceerd en de Haarlem mers mogen volkomen tevreden ziin HET RIJKSMUSEUM VAN OUDHE DEN VOLTOOID. De verbouwing en uitbreiding van het Rijksmuseum voor Oudheden aan het Rapenburg, waarmede men onge veer 10 jaar geleden is begonnen na dat het gebouw tal van jaren had ge diend als museum voor Natuurlijke Historie, dat sedert 191-4 «en nieuw gebouw heeft gekregen in het Van der Werfpark, is thans gereed gekomen. Zooals bekend herbergt het Rijksmu seum van Oudheden schatten uit de Egyptische en de Grieksch-Romein- sche oudheid, zooals maar weinig mu sea ter wereld bezitten. De oorsprong van het museum van oudheden is te vinden in 1818 bij de instelling van een professoraat in de archaeologie aai. de Leidsche univer siteit, bekleed door prof. Reuvens. Van de Egyptische verzameling be stond reeds een grondslag in de 17de eeuw. waarvan nog stukken in het museum aanwezig zijn. Deze verzame ling werd uitgebreid door den aan koop der collecties. De 1' Ecluse (1826), Maria Cimba (1827), en vooral door den aankoop van de collectie van d' Anastasy, welke in 1828 werd ver worven door toedoen van Humbert de Superville. In 1902 schonk wijlen mr. A. E. H. Goekoop de beroemde mas- taba-kapel van AchaUhetep-her en de verzameling Grieksch vaatwerk stamt in hoofdzaak van- de reizen van kolonel Kottiers in 1820—1826, alsme de uit de aangekochte collectie van Lucien Bonaparte in 1839. De grond slag voor de verzameling van antiek beeldhouwwerk werd gelegd door de verzameling-Papenbroek, welke reeds in 1743 aan de Leidsche universiteit werd vermaakt. Gestadig werd ook in den loop der vorige eeuw de geheele klassieke afdeeilng door aankoop uit gebreid. De zeer belangrijke Neder landsche afdeeling (prae-historische en Romeinsch-Germaansche oudhe den) is hoofdzakelijk ontstaan door de opgravingen van Reuvens te Arents burgh en van Janssen te Wijk bij Duurstede. Haar grootste uitbreiding kreeg de verzameling echter door de aanwinsten en opgravingen van den jongs ten tijd. Het museum bestaat thans uit vier afdeelingen, De vroegste geschiedenis van Europa, die van oud-Europa; de afdeeling betrekking hebbende op de beschaving en de kunst van den oua- Griekschen en den oud-Romeinschen tijd, enz. en die van het oude Egypte. Door de verbouwing en uitbreiding is het mogelijk geworden, dat men thans een meer overzichtelijk geheel heeft kunnen krijgen, wat niet anders dan ten goede kan komen aan de ge wone bezoekers. Voor wat de voorwer pen van kunst betreft, heeft men er voornamelijk 'naar gestreefd, dat de opstelling voldoet aan de eischen van elk kunstvoorwerp op zichzelf. Voor hen, die met wetenschappelij ke bedoelingen het museum wenschen te bezichtigen, zijn naast elke afdee ling een of meer zalen met studiever zamelingen ingericht, welke op aan vraag toegankelijk zijn. Ditzelfde is .het geval met de studiecollectie van gipsafgietsels naar klassieke sculptu ren. Het geheel doet thans uitkomen, dat er met weinig geldelijke opoffering veel is bereikt. Alle voorwerpen zijn zoo opgesteld, dat zij voldoende zijn belicht en na-ar behooren kunnen wor clen aanschouwd. Wat de kostbaarhe- den betreft, zooals gouden en zilve ren sieraden, enz., deze zijn in vitri nes, aan de ra -en bevesiigd, zoo aan gpbvr cht, dai men zoolang mogelijk van het daglicht kan profiteeren, dat er overvloedig door de aangebrachte schuine plankjes invalt. Opgemerkt dient nog, dat, wat in de tentoonstel lingszalen is opgesteld, slechts eau deel der verzamelingen bevat. Door alles voor het publiek ten toon te stel len zou de overzichtelijkheid er onder lijden. Vanmiddag heeft in de gehoorzaal van het museum de officieele opening van het verbouwde museum plaats gehad. De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen. Mr. Waszink, was tengevolge van de behandeling der on derwijsbegrooting in de Kamer tot zijn leedwezen verhinderd tegenwoordig te zijn. Onder de talrijke aanwezigen waren onder meer de president-curator der Leidsche Universiteit en de burge meester van Leiden, Jhr. Mr. de Gij- selaar, de rector-magnificus der Leid sche universiteit, prof. Meyers, tal van hoogleeraren, museumdirecteuren enz. Bij deze gelegenheid heeft de di recteur, dr. J. H. Holwerd, een rede ge houden, waarin hij de geschiedenis van het museum sedert het van de Breestraat naar het gebouw op het Rapenburg werd overgebracht, uiteen zette. Spr. zeide daarbij, dat in het musuem de wetenschap niet de alleen heerscher is, die met minachtend schouderophalen neerziet op het pro- fanum vulgus, maar de dienaar, de op voeder, die trachten moet juist den eenvoudige een oogenblik uit*het alle- daagsche leven op te voeren tot een voelen en begrijpen van menschelijke beschaving, -tot een genieten van men schelijke kunst, die niet meer pan on zen tijd is. Als spr. hierin niet de voornaamste taak mocht zien, voor onze musea weg gelegd, dan zou het de vraag zijn of de staat wel gerechtigd was daaraan zooveel ten koste te leggen. Maar on verbreekbaar met die roeping verbon den is de beteekenis der musea als wetenschappelijke instelling, als insti tuut voor onderzoek en studie. Spr. geeft dan een beschrijving van de nieuwe inrichting. In een reeks van zalen, al naar de behoefte in groo- tere en kleinere vertrekken verdeeld, wordt de vroegste geschiedenis van ons vaderland gedemonstreerd, van de oudste steencultuur tot den Karo- lingischen tijd. Uit het in dit opzicht rijke museumbezit is daartoe een keu ze gedaan van voorwerpen voor iedere periode karakteristiek. Deze zalen zijn* reeds eenige jaren voor het publiek opengesteld. Thans zijn ook twee zeer groote studiezalen toegankelijk ge steld, waarin de massa onzer Neder landsche vondsten zoo is onderge bracht, dat de studeerende daarin on middellijk zijn weg z^l weten te vin den. Verder wees spr. op de nieuw ge opende afdeeling Oud Europa in tal van opeenvolgende cultuurperioden van de oudste holbewoners af tot aan de Gotben en Franken toe. In dit groote geheel wordt telkens ook aan Nederland zijn plaats aange wezen. Vervolgens noemde spreker de Egyptische zalen. Ook hiervoor is slechts uit de massa aanwezige voor werpen een keus gedaan, omdat veel heid alleen maar verwarring kan stich ten. In een speciale studiezaal voor doodencultus en in 2 groote zalen voor sculptuur en kleinkunst van Egypte vindt thans ook de vakman zijn stu diemateriaal geordend. Tenslotte hééft ook de afdeeling voor klassieke ar chaeologie naast de reeds vroeger ge opende zalen voor kunst en kunst handwerk een reeks van studiezalen, waarin voor verschillende onderdee- len een rijk materiaal aanwezig is. Een speciaal zaaltje is geheel voorepi graphie ingericht. Ook dit is op aan vraag voor ieder toegankelijk. Spr. deed verder uitkomen, dat bij de verbouwing aesthetische overwogin gen op den achtergrond zijn gedron gen om de kosten zoo laag mogelijk te houden, waarna hij het nieuwe taiu- seum voor geopend verklaarde en de aanwezigen onder deskundige leiding een rondgang door de nieuw ingerich te zalen maakten. DE MINISTER VAN OORLOG. De Minister van Oorlog, de heer 'Lambooy. heeft gisterochtend alhier bezichtigd de centrale schoenmakers werkplaats, gevestigd in de Witte Poort-kazerne. ZILVEREN AMBTSJUBILEUM. Het zilveren ambtsjubileum van den lieer J. J. Boogh, commies bij de N. Z. H. T. M., dat door bijzondere omstan digheden moest worden uitgesteld, is gistermorgen feestelijk herdacht. Voor deze viering bestond groote belang stelling; van de kantoren te Noord wijk. Katwijk, Haarlem en Amsterdam was men ter huldiging bijeengekomen in het kantoor der Exploitatie aan den Rijnsburgerweg. Het eerst werd het woord gevoerd door ir. Modderman, chef van de ex- ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertent! En per regel 22tyt cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel faciei*' Bi) contract, belangrijke reductie. Kleine advextentiën bij vooruitbetaling van tan hoogste 30 woorden, worden dage* lijk* geplaatst ad 40 cant Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. Mr. Dr. Schokking over de komende Statenverkiezing. Bnltenland. Naar verlnidL verzamelt Cook in Moskon gelden ter voorbereiding eener revolutie in Engeland. De opstanden in Mexico en Nicara gua. De ontbinding der Latijnsche munt unie aanstaande. ploitatie, die weergaf hoe men den. jubilaris als vriend en collega bijzon der op prijs stelde en hem en zijn echt- genoote van harte gelukwenschte. Na mens de directie, die een telegram van. verhindering had gezonden, bood hij hem een enveloppe met inhoud aan. Daarna sprak de heer Mul, hoofd commies, die de loopbaan van den jubilaris schetste en hem namens de collega's een theekast met servies ten geschenke aanbood. Namens den Bond van Ambtenaren van de N. Z. H. werd den jubilaris een bioemstuk aangeboden. Voorts waren van vercenigingen. ken nissen en collega's talrijke gelukwen- schen binnengekomen. BEGRAFENIS NOTARIS J. J. TERLAAG. Hedenmorgen is onder groote be langstelling op Rhijnhof ter aarde be steld het stoffelijk overschot van den heer J. J. Terlaag, in leven notaris te Leiden. Een groot aantal kransen dekte de baar, waaronder van d© Broederschap van Notarissen en de oud-officieren der Schutterij. Aan het graf werd. niet gesproken. Een schoonzoon dankte voor de laatste eer, zijn schoonvader bewezen. Onder de talrijke aanwezi gen merkten we op eenige deputaties van vereenigingen, in welker bestuur de overledene zitting bad, het geheele personeel der Nutsspaarbank, den heer Van Spall, directeur der Water leiding, den heer Stapel, commissaris van politie en vele andere vrienden van den overledene. BEGRAFENIS VAN M. A. STEYNS. Nadat hedenmorgen te 8 uur in de St' Petruskerk requiemmissen waren opgedragen voor de zielerust van den overledene, waarbij ook vele niet-ka- tholieke vrienden aanwezig waren, had hedenmorgen te 9 uur op de R.K. begraafplaats aan de Zijlpoort de ter aardebestelling plaats van het stoffe lijk overschot van- den heer M. A. A. Steyns, in leven leeraar ln de licha melijke opvoeding aan de H.B.S., com mandant der Leidsche burgerwacht en reserve kapitein bij de infanterie. Bij den ingang van de oprijlaan op de begraafplaats stonden de jongens en meisjes der Leidsche Padvinders- vereeniging opgesteld, die toen de lijk koets passeerde, den padvindersgroet brachten. Door leden der Leidsche Burger wacht, die ook als slippendragers ge fungeerd hadden, werd het stoffelijk overschot naar de doodenkapel gedra gen, waar de Zeereerw. heer Th. M. Beukers, pastoor van de St. Petrus- parochie, de absoute verrichtte. Onder de talrijke aanwezigen merk ten wij o.a. op den burgemeester Jhr. Mi*. Dr. de Gij-selaar, de wethouders. Reimeringer en Sanders, den ge mee n- tesecretaris Mr. Dr. van Stralen, den directeur der H.B.S. de heer J. C. van Schalkwijk, vele leeraren, oud-leera- ren en leerlingen dezer school, de heeren Pijnacker Hordijk en Henny, resp. vqorz. en ondercommandant der Leidsche Burgerwacht, den heer J. Schaap, directeur der Ghr. Kweek school en vertegenwoordigers van een groot aantal plaatselijke en landelijke gymnastiek- en sportvereenigingen. Een 20-tal kransen dekten de baar. De broeder van den overledene, de heer Tb. Steyns uit Utrecht dankte voor de betoonde belangstelling. CHR. BESTURENBOND. Het bestuur van den C. B. B. verga derde Maandag 13 Dec. j.l. in Patri monium, met de besturon van verschil lende daartoe uitgenoodigde organisa ties, om de wenschelijkheid van een Chr. Bureau -voor Beroepskeuze-voor lichting te bespreken. Vertegenwoordigd waren de Chr. Middenstandsorganisatie, Patrimo nium, Chr. Nat. Werkmansbond, de C.hr.. J. V. „Pred. 12 la"' de Chr. J. V. Dient den Heere", de J. V. op G. G. ,.Dr. Bavinck" en de Geref. Ouderver- eeniging. Inleider was de secr. van den C. B B., daar de voorzitter door zijn werk zaamheden verhinderd was. Inl. releveerde de poging die in 1924

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1