WISBRUN LIFFMANH St. Nicolaas-Geschenk I BONTMANTEL I BONTSTEL NIEUWE LE1DSCHE COURANT VAN WOENSDAG 1 DECEMBER 1920 TWEEDE BLAD. waï BE BLADEN ZEGGEN. De Goede Zede. Over de goede zede, hoe zij ver dwijnt en hoe zij weerkeert schrijft het F r i e s c h Dagbla d de volgen de twee driestarren. Hoe z ij v e r d w ij n t. Is de goede, de Christelijke zede bezig te verdwijnen? Ach, jal Het baat niet, dit te ontkennen; het is beter de waarheid te zien, dan haar te verbloemen. Laat het aan Lingbeek over, zich een wereld te droomen, die niet in de werkelijkheid bestaat. Wij, Anti-revolutionairen, wenschen de waarheid te zien. En dan moeten wij het ons beken nen, ja, er ons diep van doordringen, dat de Christelijke zede terugwijkt. Dat is een vreeseüijke waarheid. Maar evenweleen waarheid. Omtrent goed en kwaad in het al gemeen, maar vooral op het terrein van het huwelijk en het geslachtelijk leven, wordt de klem van Gods Woord niet meer gevoeld. De wereld ontzinkt aan het Christe lijk ideaal. Men spot met de Puriteinsche zede, die eens het geheim was van onze kracht. Men huldigt leeringen omtrent het huwelijk, die een volslagen onkunde aangaande Gods wil verraden; leerin gen, die hun ontstaan danken aan het heidendom, leeringen, die een zede brengen, welke rechtstreeks indruischt tegen het Woord van God. Kunnen wij daartegen nog iets doen? Of is het zout gansch smakeloos geworden? Laten wij toch ons niet vastklem men aan de doode letter van de Neder- landsche Staatswet. Dit is het gevolg van de zede; de uitdrukking van het gemeen gebruik. Neen de fout ligt dieper. Zullen wij nog kunnen bewaren het pand, dat ons is toebetrouwd? Of zijn wij krachteloos geworden? Hoezij weerkeert. Die goede zede kan niet weerkee-- ren en de goede wet behouden blijven: Tenzij ons oproeiend geslacht zich schrap zet tegen de ontucht. Tenzij weer het Woord Gods klem krijgt op de, volksconsciëntie. Tenzij wij aflaten van halverwege de wereld op te gaan en ons door haar verderfelijken zuurdeesem te la ten doortrekken. Tenzij weer het ideaal der Christe lijke zede ons oog kan bekoren. Tenzij wij als Vaders onze gezinnen weer met vaste hand regeeren. Tenzij wij als Moeders onze doch ters weer opvoeden tot het ideaal van de recht trouwe huisvrouw. Tenzij onze jongelingen weer leeren begrijpen, dat die zichzelf overwint sterker is, dan die een stad inneemt. Tenzij onze jongedochters weer kun nen gelooven, dat het zaliger is te ge ven dan te ontvangen. Tenzij wij, de ouden met de jongen, weerstand vermogen te bieden aan de zuigkracht der wereld, die ons be denkelijk meesleurt. Tenzij het „Zijt heilig, want Ik ben heilig-", weer vat krijgt op onze zielen en ons hart brandende doet zijn in ons, om Hem te volgen. Die onze el lendigheden voor ons droeg, om ons te verlossen uit den modderpoel dei- zonde en ons het ware leven te doen grijpen. Daarom: weg met al de bedekse- len onzer schande 1 Weg met alle praatjes, waarmede wij de zonde vergoelijken 1 Weg met een mode, die den Heiland smaadheid aandoet! Weg met een wellust, die zich hult in het kleed van onmacht 1 Weg met de Eli's laksheid, die ge moedelijk teemt: „Mijne zonen, hoor ik dit van u?", terwijl zij zich ver vloekt maken en wankelen ten doode. Terug, terug tot de Wet en het Ge tuigenis. Trots hoon en smaad eener ijdele wereld terug naar het kuische, sobere ingetogen leven der Vaderen. De Christelijke zede weer in eere. Dan volgt de Staatswet vanzeive. Tegen de revolutie het Evangelie! KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Uithuizen (hulppredJ J. Kuipers te Beekbergen. T'e Nieuu Lóosdrecht, W. v. d. Waal te \i31flk* - Ewjjk. Bedankt: Voor Opheusden, I. Kie vit te Baarn. GEREF. KERKEN Viertal": Te Hilversum, 'voor twee vacatures, J. G. Fernhout te Boskoop W. H. den Houting ,te Huizem, J. D, Heersink te Oude-Pekela en H. A. Mus nik te Zwolle. Tweetal: Te Zuilen, K. J. Cremet te Gees en J. Lugtigheid te Uithuizer meeden. Beroepen: Te Leeuwarden, S. Wi Bos te Dokkum. Te Utrecht, J. Women- ga te Charlois. Bedankt: Voor Sellingen, H. M.. Ploeger te Appelscha. BEVESTIGING. INTREDE EN AFSCHEID. Zondagvoormiddag werd cand. D. J. B. Allaart tot zijn dienstwerk in de Geref. Kerk te Kollum ingeleid doot Ds. J. van Loo, van Westergeest. Deze sprak naar aanleiding van Jes, 62:6 en 7. Des namiddags verbond Ds. Allaart zich aan de Kerk met het woord uit Ps. 19:15. Na afloop hiervan volgden toespra ken tot den kerkeraad, den bevestiger en consulent, de classis, de gemeente en den burgemeester. De nieuwe leeraar werd toegesproker door ouderling T. Kokmeijer, door den consulent, door den' afgevaardigde del Gem. van Kollumerpomp en door den burgemeester. Ds. J. Hoek nam Zondag afscheid van de Ned. Herv. kerk te Oudewater wegens emeritaat, hem verleend tegen 1 Dec. De afscheidstekst was i Petr. i24 en 25. Daar Ds. van Schuppen afwezig was wegens ernstige ziekte van zijn oudste aoontje, sprak bij het eind- der gods dienstoefening de ouderling G. A. Stu art den scheidenden leeraar eenige hap teliike woorden van afscheid toe, waar na Ds. Joh. E. Bijl van Gouda het woord voerde namens het class, bestuur van Gouda en den ring Gouda. Ds. Hoek zal zich te 's Gravenhaga Na des morgens in de Ned. Herv. Kerk te Den Bommel in zijn ambt be vestigd te zijn door Ds. Langhout, van Lienden, met een predicatie naar aan leiding van Ps. 27:14, deed Zondag middag Ds. G. van der Zee, komende van Hageetein, zijn intrede met als tekst woorden 1 Cor, 1:18. Na de gebruikelijke toespraken tot kerkeraad, kerkvoogdij, consulent, enz werd de' nieuwe leeraur toegesproken namens den kerkeraad en namens de ringpredikanten, door den consulent, Du Bax van Oude Tonge, die de gemeente verzocht te zingen Ps. 122:3. Zondag nam Ds. G. Wiersema van de Geref. Kerk van Musselkanaal ai- scheid met een leerrede over i Joh. 2 vers 28a. Hierna sprak ouderling J. Eerkens, Verder werd het woord gevoerd na mens de Geref. School door het hoofd der schooi, namens de classis door Ds Kerssies van Wildervank, namens de naburige gemeenten door den heer Kos ter van Valthermond en door Ds. P. Bos van Stadskanaal. Na 's morgens te Gapinge be vestigd te zijn, door zijn vader, Ds HuisDergen van Noordlaren, met een predicatie over Lucas 962b, deed Ds Hulsbergen des middags zijn intrede in de Ned. Herv. Kerk te Vrouwepolder met a_s tekst Hebr. 12: ib en 2a. Aan het einde zjjner rede richtte lip het w-oord tot Ds. Wey.and, Ds. Vossers en Ds. Gijsman ais consulenten en oud- consulenten, het hoofd der gemeente en verschillende personen in beide kerken en de gemeente. Hierna werd nog gesproken door Ds Weiiland en Ds. Vossers als oud-consu lenten, door Ds. Gijsman namens den ring .en door den burgemeester. DE THOMAS-CHRISTENEN. De Zendingsmedewerker van het Hbld. schrijft: Dé Thomas-Christenen vindt men in het zuiden van Britsch Indië. In menig ■opzicht doen rfj denken aan de Kopti- sche christenen in het Noord-Oosten van Afrika. Gelijk hun naam al aanduidt, leiden z-ü hun oorsprong af van de pre diking van den apostel Thomas, die daar den marteldood zou zijn gestorven. In de christelijke geschriften der 3de en 4de eeuw komen zij nog herhaaldelijk voor. Pantaenus, de leider der catecheten- school te Alexandrië, plm. 180 na Chr., zou uit Indië gekomen zijnp en aan het concilie van Nicea (32S) na™ eon bis schop Johannes uit Perzië en Groot In dië deel. In dien tijd hadden zij: nog voe ling met de Christenheid in Europa, Klein Azië en Egypte. Er was dan ook een levendig handelsverkeer tusschen Egypte en de Westkust van Indië en Ceylon. Evenzoo tusschen Perzië en de Westkust. Langs dezen laatsten handelsweg zijn verscheiden lyrische Christenen naar Indië gekomen, waar zij zich vooral' in het Zuidelijke Malabar vestigden. Van de Perzisch-Nestoriaansche Kerk ging een krachtige Zendingsactie uit. aar in den vreemde bewaarden zü' met trots hun Syrische taal en gebruiken Langzamerhand werd de band met het westen verbroken. Door de opgraving van bronzen ta felen en Syrische kruisen kan men nog bepalen, waar zii eeuwen geleden ge woond en invloed geoefend hebben. Hun Kerk heeft haar zendingskracht verlo ren en schrompelde daarom ineen. De leden hebben zich aangepast bij de heidensche omgeving en namen zelfs het geheele kastenstelsel over. Door He reizen van Marco PoTo Cizfc —1295) heeft men in Europa weer van hun bestaan gehoord en de Kerk van Rome heeft door bemiddeling van de Dominikanen en Fransiskanen krachti ge pogingen aangewend, óm hun kerk- femeenscnap tot nieuw leven te wek en. Deze werden herhaald in den tijd, toen de Portugeezen hun koloniale rijk ves tigden. In later tijd hebben de Thomas-chris tenen zich weer uit deze omarming los femaakt. Toen ontstond de Mar-Thomas erk, de Hervormde Kerk, en daarnaast nog een „onafhankelijke Syrische kerk" In totaal schat men het getal der Tho mas-Christenen op 400.000 van wie 60.000 protestanten. Deze iantsten hebben het Syrisch als kerktaal afgeschaft en door de lands taal vervangen. Ook de Bijbel is in de landstaal overgebracht. Met over elkaar geslagen beenen zitten ze in hun kerk te zingen. Een zendeling, die hen onlangs be zocht zegt: „De melodieën van die lie deren zijn in den aanvang voor Euro- peesche ooren ongenietbaar; neemt men echter liederenboek ter hand en tracht men mee te zingen, dan komt men toch onder den invloed van de zinrijke woorden en men begrijpt het, hoe zij geestdrift kunnen wekken". Vooiai deze piotestantsche Christenen zjjn zeer gesteld op den naam „Thomas" omdat zü meenen, weer Christenen in den apostoiischen zin te zijn geworden. Van hun kerk gaat weer zenflingsactie uit, waarvoor zjj zich belangrijke of fers getroosten. Merkwaardig is het, dat de vrouwen, die in wijden omtrek van het deelnemen aan openbare godsdienstoefeningen uit gesloten zjjn, hier in grooten getale ter kerk komen. Het ligt voor de band, dat de protes- tantsche zending aanraning zoekt met deze Thomas-Christenen om in die kerk een harer steunpunten te vinden voor hare werkzaamheid in een deel van Britsch-Indië. Gemeenteraad Leiden. Vergadering van gisteren. De vergadering wordt te 2 uur her opend. Aan de orde voortzetting algemeeno beschouwingen over de begrooting, De Voorzitter deelt mede, dat heden morgen is ontvangen een gift, groot RECLAME. Rotterd. Engi ijji Haarlemmerstraat 116-120 EEN NUTTIG EN MOOI is een mooie •x of een mooi -rtefisoea hierin oaa prachtige sort*. ./Si zoowel In de goed- koooera als In de betere genres 1 BONTVELLEN 1BONTRANDEN Men zie vooral onze Etalages f20.000 van den heer Van Waver en, voor de Leidsche Hout. De Raad neemt onder applaus daar van kennis. De heer DUBBELDEMAN (S.D.) be spreekt de volkshuisvesting en wel aan de hand van de door B. en W. verstrekte gegevens over de woning telling.# Spr. brengt dank aan den Burge meester voor hetgeen door hem inzake de volkshuisvesting is gedaan. Leiden maakt een goed ifguur. Maar de lof komt niet alleen aan den Burg. toe. Voor een deel komt de eer van het slagen toe aan de SDAP. fractie, die voortdurend op dit punt aandacht ves tigde. Voor de volkshuisvesting had meer gedaan kunnen zijn, indien de persoon die daarvoor als aangewezen scheen, de plaats had mogen innemen nu door den wethouder Mulder inge nomen. Dat is een verwijt aan het adres der Anti Revolutionairen. Spr. betreurt dat aan het rapport nog geen publiciteit wordt gegeven. Voorts meent spr. dat de getallen niet kloppen. Zoo vindt spr. ruim 1000 getelden, gezinnen die geen woning hebben. De Voorzitter merkt op, dat dit in hoofdzaak gezinnen zijn, die geen woning behoeven. Die heer Dubbeldeman (S.D.) vervolgt en merkt op dat dan de con clusie niet klopt. Na de 250 krotten die nu worden afgebroken, zullen er neg wel 250 zijn te vinden. Daarom is het met den woningnood nog lang niet gedaan. Spr. beroept zich hierbij op de Gezondheidscommissie, die een veel grooter getal woningen wil afge keurd zien. Spr. heeft een conferentie gehad met het Bestuur der woningvereeni- fling de Eendracht. Daar bleek, dat nog ruim 2C»0 leden van die vereeni- ging, wel een gezin maar geen woning hadden. Dat wijst op nog steeds voor durend groot gebrek aan geschikte wo ningen. Spr. noemt het een comedie wat het rapport gebracht heeft. Spr. verwijst naar de critiek van den heer Boemli in het Leidsch Dagblad van gisteren. Wat zal de rap porteur daarop antwoorden? De leegstaande huizen Jiebben alle een te hooge huurwaarde. De Voorzitter wijst er den spr. op, dat hij zit te fantaseeren. De heer Dubbeldeman merkt daartegen op, dat hij het rapport nog niet heeft kunnen lezen. De Voorzitter noemt enkele cij fers waaruit blijkt dat de conclusie van den spr. absoluut onjuist is. De heer Dubbeldeman zal te ge legenertijd zoo noodig onjuiste bewe ringen terug nemen. Zoolang spr. raadslid blijft, zal hij strijden voor een menschwaardige wo ning. Hij vraagt tenslotte met het rap port ook de adressen van degenen die geen woning hebben. De Voorzitter weet niet of dat mogelijk zal zijn. AAN HET ZOEKUCHT. t Lelden, 1 Dec. 1928. De staatsman Ds. Lingbeek heeft over het Nederlandsch—Belgisch Ver drag gesproken. Natuurlijk is hij er tegen en wel voJ- geng het verslag in de bladen o.mop grond van' de volgende overwegingen: „Men heeft Spr. wel eens inge fluisterd, dat 't verdrag een Roomsch' tractaat is. In alle geval weet men, dat de R.-Kath. hun consignes van den Paus te Rome ontvangen. Nu heeft de Tweede Kamer verleden jaar het gezantschap van Nederland bij den Paus afgeschaft en wij we ten dus niet wat daar precies ge beurd is Maar misschien heeft de Paus geredeneerd: België is een R.- Kath. land en erkent mij, Nederland is een Prot. land en wil mij niet er kennen, welnu België bloeie en Nederland ga onder". 't Is toch maar gelukkig, dat we in ons parlement zulke scherpzinnige politici heblben, want nu kunnen we: den „luisterpost" bij het Vaticaan best missen, OBSERVATOR. Mevrouw Van Itallie (V.D.) be spreekt het saldo van de begrooting. De betere verhandeling daarvan heeft gebracht dat gebleken is dat men niet tot belastingverhooging behoeft over te gaan. Spr. meent dat dit eerder had' moeten gebeuren. Meermalen blijkt dat men te Leiden te laat komt. Zoo gaat het met de Kaasmarkt. Zoo gaat het met de Vee markt ook. Eerst nu het Rijk ons nood zaakt, gaat men er toe over. De Hoo- gewoerd had eerder moeten verbreed worden. Toen had men goedkoop en kele perceelen kunnen krijgen. Nu moet de verbetering komen middels aankoop van het dure Gangetje. Maar wie critiseert is ook verplicht tot opbouwen.' Spr. betreur^ dat men de V.D. frac tie niet gepolst heeft over een gemeen telijken belastingophaaldienst. Spr. houdt een pleidooi voor den op haaldienst. Moreel is de Overheid ver plicht de zwakken te helpen hun be lastingplicht te voldoen. Voor te groo- te uitgaven is spr. niet bevreesd; men moet zuinig zijn in den opzet. Spr. pleit voor bezuiniging op den reinigingsdienst. Zij hoopt dat B. en W. spoedig met voorstellen zullen ko men, tot het bezigen van het stads vuil voor het in cultuur brengen van woeste gronden. Wat de bewoonbaarheid van de stad aangaat, komt spr. nog eens terug op verbetering van het verkeer. Langs verschillende straten moeten nog trot toirs komen. Voorts pleit spr. voor as- phalteering op ruime schaal. Aan een goede regeling van de maximumsnel heid is dringende behoefte. De toestand van de grachten is zóó, dat het een schande is voor onze stad. Het Levendaal is een onredbaar grachtje. De centrale rioleering zal nog wel geruimen tijd op zich laten wachten. Inzake het onderwijs moet gestreefd naar versobering. Daartesen heeft men in Leiden nog al eens gezondigd. Spr. meent dat een zekere pressie op het Rijk kan worden uitgeoefend in die richting. De slechte resultaten van het Gym nasium en de Jongens H.B.S. zijn voor een deel te wijten aan de overvoering van het aantal. Daarentegen is het aantal van de Meisjes H.B.S. gering. Hier kon van Gemeentewege invloed op uitgeoefend - worden. In de toezichtcommissie moet het vrouwelijk element versterkt worden. De heer Eikerhout (A.R.) noemt het een St. Nicolaas surprise, dat de SDAP. met een reuzen aantal voor stellen is gekomen. Het is steeds weer hetzelfde; ook nu weer niets nieuws. Spr. had gaarne de bedrijfswinst een ton minder gezien, maar het is nu een maal een noodzakelijkheid. Verhooging van de som van aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud, kon niet plaats hebben, laat staan of FEUILLETON. Opoffering beloond. 5) Verschillende arbeiders, die hun werk verlieten om hun middagmaal to gaan gebruiken, kwamen uit een fabriek; twee van hen ontkleedden zich haastig en sprongen in het wa ter volgens de aanwijzingen van den politieagent, die op den steilen rand staan bleef. Een der moedige redders slaagde er in den drenkeling hij de haren omhoog te brengen en, geholpen door zijn kameraad, bracht hij hetbe- weginglooze lichaam in de reddings boot, die juist op hen was komen toe varen. Al wel tien maal had Christian, vol ongerustheid om het lange wegblijven van haar echtgenoot, de deur geopend of met haar oor aan de trapleuning staan luisteren, altijd hopend het be kende geleid te hooren van de stappen van Piet, toen een ongewoon leven op de trap en het geruisch van de stem men der mannen, die den drenkeling thuis brachten, haar deden opschrik ken. Het opklimmen langs smalle tre den naar de vijfde verdieping, ging langzaam en moeilijk. Eindelijk hield de treurige stoot li- ven op het portaal stil. Een der d»a gers verwijderde zich en richtte zici. ïiaar de deur, die Christien juist Re- sloten had. De jonge vrouw opende en bevond zich voor een politiebeamb te. Deze groette: „Juffrouw Lenooy?" „Mijnheer!" Van zelf had zij de handen gevou wen en bleef sprakeloos staan, bevend Haar blik alleen ondervroeg. Eindelijk kon zij uitbrengen: „Is er een ongeluk met mijn echt genoot gebeurd?" „Stel u gerust en houd u kalm, juf frouw. Uw echtgenoot heeft uw zorg, maar ook uw moed noodig." „Wat is er gebeurd? Zeg het toch, ik bid het u, ik wil het weten, ik moet het weten!" „Mijnheer Lenooy heeft langs de borstwering van de kade het even wicht verloren en is in het water ge vallen. Zij uitte een gil, terwijl een doods bleek kleur haar gelaat overtrok. „Men heeft hem gelukkig bijna on middellijk weer eruit kunnen halen" hernam de beambte snel. Zij richtte tot den overbrenger van dit vreeselijke nieuws haar groote, angstige .ocgen en moedig vroeg zij hem: „Ik bid u, mijnheer, breng me onmiddellijk bij hem. ik wil hem zien, ik wil hem redden „Hij is hier vlak bij': uw adres, wat wij vonden op een brief, dien uw man bij zich droeg, stelde ons in staat hem tct u te brengen. Breng spoedig 'teen en ander in orde. We volgen onmid dellijk." In een oogwenk had Christien het eenige paar schoon© lakens op bed gelegd, stak het vuur aan, wat zij uit zuinigheid had laten uitgaan en liep naar de deur, waar op hetzelfde oogen blik de treurige stoet aankwam. De drenkeling gaf geen enkel toeken van leven meer. Bij den eersten aan blik" had men gemeend een lijk voor zich te hebben. Maar toch, hoe ziwak ook, hij ademde nog. Christien smoor de de snikken, die haar naar de keel welden; het was nu de tijd niet, om zich aan haar smart over te geven. Zich overwinnend in energieke toe wijding, besteedde zij aan den ster vende haar uiterste zorgen, in afwach ting van den geneesheer, dien een ge dienstige buurvrouw was gaan roepen, „Het is een zeer ernstig geVal, dat mag ik u niet ontveinzen" zeide de dokter. „Behalve een verbazend hooge hersenkoorts, komt er nog een long ontsteking bij: 't gevaar is zeer groot." Tot tranen bewogen om de ellende, die hij hij de arme familie vond, liet hij den inhoud van zijn bescheiden beurs achter, om de allernoodzakelijk ste uitgaven te bekostigen en verwij derde zich met de belofte den volgen den dag te zullen terugkeeren. Langzamerhand waren allen, die met het ongeluk waren binnengeko men. weder vertrokken. De kleine Dinl, waaraan niemand in de verwar ring tengevolge van dit droevig onge val. had gedacht, was ingeslaDen in een hoek van de kamer, zacht haar pop wiegende, WaMer had wel tien beenen willen hebben, om al de bood schappen te doen, terwijl zijn moeder haar wrijvingen voortzette en geluk kig bemerkte, dat het lichaam niet meer zoo stijf bleef en langzamerhand weer zijn gewone warmte kreeg. Piet leefde nog, zou zij hem ook be houden? „Het gebed en toewijding werken wonderen. Hioud moed, mijn kind" had de dokter gezegd, toen hij haar ver liet. En niettegenstaande de wektig- moed-gevende voorspelling van den geneesheer, bleef zij vertrouwen op de Goddelijke hulp en hoopte tegen alle hoop in. Des avonds opende de zieke 'n oogen blik de oogen en zag zijn jonge vrouw strak aan. Maar dat bewustzijn duur de maar een oogenblik, want aan stonds kregen de ijlkoortsen weer de overhand en gedurende verscheidene dagen bleef hij tusschen leven en dood welwillendheid van den dokter, die vol bewondering was voor de ener gieke kracht van die jonge vrouw, maakten dat Christien, niettegenstaan de haar armoede, haar geliefden zie ke bij haar mocht houden. Maar die troost, "dat zij niet van hem behoefde te scheiden, kostte haar wreede of fers. De enkele meubelen, die nog wa ren overgebleven, de kleedingstukken, die niet absoluut onmisbaar waren, gingen, één voor éen naar de bank van leening. En voorwerpen, waaraan de dierbaarste herinneringen verbonden waren, moesten in heldhaftige opoffe ring afgestaan worden. Maar wat waren voor het liefheb-' bend hart van Christien de persoon lijke ontberingen en de afstand van dierbare voorwerpen, nu het er om ging eenige verlichting te brengen in het lijd envan haar geliefden echtge noot en het wegstroomende leven weer terug te drijven in die levensaderent Niet, niets waren die offers voor haar toewijdende liefde en zij telde ze niet. Om aan den geliefden zieke, die ein delijk aan de betere hand was, het versterkend voedsel te kunnen geven, wat de dokter had voorgeschreven, zond juffrouw Lenooy den kleinen Walter, met een door haar ondertee- kend briefje uit, om hun trouwring te gaan verpanden. Piet zelf had dien ring willen ma ken. hij had heel hun leven lang kun nen duren, al hadden zij ook den hoog sten leeftijd bereikt, maar wat gaf de jonge vrouw er om afstand te doen van dat gezegend herinneringsteeken, als het maar haar in staat stelde haar geliefden man goed te doen? Was zij niet oneindig veel meer t« beklagen geweest, als de dood de een heid, door dien gouden ring verzinne beeld, was komen verbreken? (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5