NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 27 NOVEMBER 1926
Aan het einde der Week
President Calles, de liberale pre
sident van Mexico, krijgt het zoo lang
zamerhand met iedereen aan den stok.
Eerst heeft hij zich door een alle per
ken te buiten gaande vervolging van
de Roomsch katholieke kerk den haat
de Roomsch katholieke kerk 't verzet
iDeêen hebben de uitdaging beant
woord met lijdelijk verzet. Daarbij is
gekomen het politiek verzet: aan de
grenzen van Mexico staat generaal
Huerta. afwachtend tot de kans gun
stig zal zijn om in te grijpen. En nu
dreigt ook een ernstig confict met de
Vereenigtde Staten.
In Nicaragua, een der midden-Ame-
rikaansche staatjes, dreigt dé regee-
ing van president Diaz door een „li
beralen" generaal onderstboven ge
worpen te worden. Calles steunt de
zen generaal en heeft nu een nota
/an de Ver. Staten ontvangen, die van
lit veldwinnend ..liberalisme" (juister
is wellicht bolsjewisme of althans ra
dicalisme) benadeeling hunner han
delsbelangen vreezen. Calles heeft die
Amerikaansche nota in nogal uitza-
en)de termen beantwoord, en het ge-
wolg is een ontstemming tusschen de
beide landen, die tot een ernstig con
flict'aanleiding kan worden.
In China is het nationale leger, de
j.g. Kantonnees che troepen, nog steeds
aan de winnende hand.. Merkwaardig
is. dat zoowel Engeland als Japan den
laatsten tijd een tegemoetkomende
«ouding gaan innemen tegenover deze
beweging. Zij begrijpen., dat zij hier
met een veldwinnende strooming te
loen hebben, zoodat het verstandig is,
daarmee op goeden voet te komen.
Opportunisme speelt nu eenmaal
/en belangrijke rol in de politiek. Dat
zien we ook in Rusland. De Russen
zijn geboren diplomaten, dat waren ze
onder het Gzarisme en dat zijn ze nu
nog. Hun diplomatie heeft al heel wat
overwinningen behaald. De afgeloopen
week is een hnnner knapste diploma
ten overleden, Krassin, gezant derSov
jetrepublieken te Londen. Onvermoeid
is hij werkzaam geweest in het belang
eener betere verstandhouding tusschen
Engeland en Rusland.
Dat zijn pogingen niet met den ge-
wens ch ten uitslag bekroond zijn. lag
vooral aan de Russische pro-paganda
die in Engeland gevoerd werd. Ook
de voor de stakende mijnwerkers ge
zonden steungelden hebben er niet toe
meegewerkt, de regeering gunstig te
stemmen.
Het Britsche mijnconflict kan nu
vvel zoo ongeveer als geëindigd wor
den beschouwd. De afloop is wel ge
weest een volledige nederlaag voor de
arbeiders en de mijneigenaars maken
misbruik van hun zegepraal door de
arbeidsvoorwaarden nu te dicteeren In
•plaats van te onderhandelen als ge
lijkgerechtigden. Het ware ongetwij
feld beter geweest, indien deze staking
ware geëindigd met een overeenkomst
tusschen de beide machten van kapi
taal en arbeid, die elkaar toch steeds
noodig hebben voor den goeden gang
van zaken in het maatschappelijk
leven.
In onze Tweede Kamer is de afge
loopen week de behandeling der be
grooting voortgezet. Het gaat in een
vrij vlug tempo en de matheid van
toon bewijst wel, dat we, politiek ge
sproken, met het huidige kabinet In
eftn uitzonderlijke positie verkeeren.
We werden Donderdagmiddag weer
opgeschrikt door bet bericht van een
ernstig spoorwegongeluk in de buurt
van Leiden.. Gelukkig is het nog bui
tengewoon goed afgeloopen en is al
leen materieele schade en treinvertra-
ging het gevolg ervan geweest.
Toch krijgt het publiek wel heel
sterk den indruk, dat het reizen op het
traject Rotterdam-Amsterdam, een
der drukste van geheel ons land, niet
bepaald erg veilig meer is
Het vertrouwen in onze spoorwegen
gaat op deze wijze verloren.
Uit het grijs verleden.
HEBREEUWSCHE FOëZIE.
Waarin onderscheidt zich de He
breeuwsche poëzie van het Hebreeuw-
sche proza?
Het is niet steeds gemakkelijk,
zelfs niet voor wie de Hebreeuwsche
taal machtig is, met zekerheid uit te
maken of 9ommige gedeelten der Hei
lige Schrift al dan niet een dichterlijk
karakter dragen. Docli dit betreft dan
natuurlijk de grensgevallen.
Soms is het verschil heel duidelijk.
Neem b.v. het „Zwaardlied" uit Gen.
4 23 en 24, na de woorden waarmee
de eerste mensch zijn „manninne" be-
begroette het oudste ons bewaard ge
bleven gedicht.
Als Lamechs zoon Tubal-Kaïn, de
eerste metaalbewerker, een zwaard
voor hem gesmeed heeft, kondigt La-
rnech aan zijn heide vrouwen de daar
door ontstane grootere persoonlijke
veiligheid aan in de volgende he-
woordingen:
Ada en Zilla, hoort mijne stem,
gij vrouwen Lamechs, verneemt mijne
rede:
„Een man dood ik voor mijne wonde
en een knaap voor mijne buile!
Want zevenmaal zal Kain gewroken
worden,
maar Lamech zeven-en zeventig maal.
Men vergelijke deze woorden van
Lamech b.v. met die van Abrah iih tot
zijn vrouw in Gen. 12:1113: „Zie
toch, ik weet dat gij een vrouw zij t,
schoon van aanzien. Wanneer u nu
de Egyptenaren zien zullen, zoo zul
len zij zeggen: Dit is zijn vrouw, en
zullen mij dooden, enz."
Het is wel voor ieder duidelijk, dat
de laatste zinnen proza en de straks
geciteerde poëzie zijn.
We komen nu tot de vraag, waarin
cian toch wel het karakteristieke der
Hebreeuwsche poëzie bestaat.
In onze taal onderscheidt zich de
gebonden van den ongebonden stijl
door maat en rijm. Het rijm moet
evenwel al dadelijk uitgeschakeld
worden: er bestaat in de geheele Oud-
Hebreeuwsche litteratuur geen enkel
berijmd gedicht.
Nu de maat of het rliythme.
In de Grieksche en Latijnsche let
terkunde bestaat het kenmerkende
cler poëzie in de afwisseling van Jange
en korte lettergrepen, de z.g. quanti-
teit. Het rhythme dezer gedichten is
onafhankelijk van het accent der af
zonderlijke woorden.
Nemen wij als voorbeeld den eer
sten regel van Virgilius' Aeneis:
Arma virümque canó, Troiaé qui
primus ab óris.
(De wapenen en den man bezing ik,
die het eerst van de kusten van
Troje).
Wanneer dit proza was, zouden wij
den klemtoon als volgt leggen:
Arma virümque cdno, Tróiae qui
primus ab óris.
Een dergelijke afwisseling van lan
ge en korte lettergrepen kan evenwel
niet het kenmerk der Hebreeuwsche
poëzie zijn, omdat deze quantiteit in
het Hebreeuwsch niet bestaat
Toch is er wel rhythme in de He
breeuwsche poëzie, doch het is een
andersoortig rhythme als in de klas
sieke gedichten.
De eerste regels van het Zwaardlied
luiden in het Hebreeuwsch:
add wesilla sjemd'an qoM.
Men hoort nu het rhythme, dat be
staat in de afwisseling van hetoondc
en onbetoonde lettergrepen. Het ka
rakteristieke der Hebreeuwsche poë
zie is alzoo het accentueerend rhyth
me.
Het kenmerk der Hebreeuwsche
poëzie bestaat in de afwisseling van al
en niet geaccentueerde lettergrepen.
Dat blijkt ook heel duidelijk uit 1
Sam. 18 6 en 7.
Toen David Goliath verslagen had
en de Israëlieten uit den oorlog we
derkeerden, gingen uit alle steden de
vrouwen koning Saul tegemoet vreug
devol zingend en dansend op den toon
der trommels en harpen, en dan zin
gen zij schertsend:
„Saul heeft zijn duizenden verslagen,
maar David zijn tienduizenden",
„hikka sja-oél ha-alaphdw
wedawid beribebothéw".
Ziet ge de vrouwen onder dansbe
wegingen op de trommels slaan hij de
geaccentueerde lettergrepen van dit
volkslied? Hoort ge het rhythme?
Tevens kunnen we hierin opmer
ken, dat de betoonde lettergrepen vol-
gien op de onbetoonde en dat de laat
ste betoonde lettergreep ook den mees
RECLAME.
Bij Verwonding
iiiiiiBiidadalijkniiiiM
'Mm
ten nadruk heeft. Dit hangt samen
met het karakter der Hebreeuwsche
taal, waarin (evenals b.v. in het
Fransch) in den regel op de laatste
lettergreep van een woord de na
druk valt.*
Ook ziet men uit dit voorbeeld, dat
tusschen elke twee betoonde letter
grepen een verschillend aantal onbe
toonde liggen kan. Men heeft wel eens
getracht het tegendeel te bewijzen;
zoo heeft een hoogleeraar te Weeuen
gemeend, dat telkens om de andere
een betoonde en eep onbetoonde let
tergreep op elkaar volgen, doch hij
heeft om dit te staven de feiten zoo
veel geweld moeten aandoen, dat deze
poging wel als mislukt kan worden
beschouwd.
Er bestaat in dezen geen vaste re
gel. Zoo was het in de Oudheid en zoo
is het thans nog in de volksliederen
der tegenwoordige Arabisch spreken
de bevolking van Palestina; er zijn
versregels met twee, drie, vier en vijf
betoonde lettergrepen, tusschen wel
ke een tot drie of zelfs vier onbetoon
de ingeschakeld kunnen worden, zon
der dat men aan een bepaald aantal
gebonden is.
SCHAAKRUBRIEK
Correspondenitie-adres211 Valken-
boschkade. Den Haag.
Eindspel van K. Trasder.
(le prijs Ceské Slovo).
i i: Sl'
Ijl Mai
Wit aan zet, maakt remise.
Stand: Wit: (6) K!h4, Tg7, Pihl pi c4,
e7, h3.
Zwart (8) Ive8, Ldl, pi c5, c6, q2, e3,
f4, h6.
(Oplossing onder aan de rubriek).
Meester wedstrijd te Semmering.
Wit: Aljechin. Zwart: Spielmann.'
1 d2d4 e7e6
2 Pgl—f3 Pg8—f6
3 Lel'g5 c7c5
4 e2e3 Dd8-h6
Wit had' ook 5 Pc3 en na Dlb2: 6
Pbö kunnen spelen.
5 Pf6e4
6 Lg5—f4 d7d5
7 Lfld3 Pb8d7
S 0—0 Lf8d61
9 Lf4 x d6 Db6 x d6
10 c2c4 0—0
11 Del—c2 Pe4—f6
12 c4 x d5 e6 x d5
13 d4 x co Pd7 x c5
i Thans zijn wij weder eens voor het
probleem van *len geïsoleerden mid-
denpion gesteld.
14 Pblc3 Lc8e6
15 Tfl—dl Pc5 x d3
16 Dc2 x d3 Da6b6
17 Tdld2 Ta8c8
18 h2h3 h7ih6
19 Pf3d4 a7a6
20 Tal—dl
De partij heslist over de overwin
ning in het tournooi. Met de winst er
van was Aljechin eerste prijswinnaar.
Hiier heeft hij zich op machtige wijze
tegen het bolwerk in het midden op
gesteld en staat blijkbaar zeer goed.
Maar zulk een partij door tactische
weniddngen en slagen te heslissen is
zeer moeilijk en daarbij heeft men de
verborgen hulpmiddelen van den te
genstander te vreezen. Dat het echter
hij een speler als Aljechin hier tot
staan moet komen, daarover bestaat
geen twijfel. Tot een remise besluit
li ij slechts hij algeheel gemis aan kans
op winst.
20 Tf8e8
21 Pd4 x e6 f7 x e6
22 Dd3g6
Nu -will hij met 23 e4 de stelling
in het centrum doorbreken, want o-p
23 de4: wint 24 Td7.
22Te8f81
De parade!
Stelling na 22Te8f8.
e3—e4
Aljechin wil met geweld heslissen!
Zeer gevaarlijk echter voor hem zelf.
23 Tc8 x c3!
Een voortreffelijk antwoord. OpPe4:
had 24 Pd5:! gewonnen. Het offer der
kwaliteit verzekert Spilemann deneer
sten prijs.
24 b2 x c3 - Pf6 x e4
25 Td2—d4 Pe4 x c3
26 Td4—g4
Slechts zoo is de kwaliteit te redd en
26 Db6 x f2+
27 Kglih2 Df2—f6
28 Dg6 x fG Tf8 x f6
29 Tdl—cl Pc3—e4
Pa2: zou na 30 T2 het paard kosten.
30 Tel—cSf Tf6—f8
31 Tc8—c7
Hier besloten de spelers tot remise.
Aljechin heeft in ieder ge-val geen kan
sen op winst meer. TNSB.)
Oplossing Eindspel Trouler: 1 Pg3,
fg3: 2 Tg8f Ke7, 3 Tg3 elD pat!
ziekenhuis werd noodzakelijk geacht.
De toestand van De B. is ernstig.
Branden. In een kelder opi
de Lijnbaansgracht 363, te Amsterdam
die als pakhuis voor kramerijen is in
gericht, pntstond gistermiddag om.
4.15 brand. Hoewel de toestand zich)
aanvankelijk ernstig liet aanzien kon
de brandweer, die spoedig ter plaatsei
was, mêt 2 stralen op de Vechtlei-
'ding het vuur bedwingen. De eigenaar,
van den kelder was niet thuis. Over
het ontstaan tast men in het duister.
Door onbekende oorzaak is dei
woning van A. v. d. .Ven te Boekel',
uitgebrand. E-enige varkens kwamen
iom.
Te Zandberg, is door het vlaml
vatten van een pot met vet de be
huizing van den heer~H: Niemeyer ai-
gebrand.. Verzekering dekt de schade.
De walrus weer gesigna
leerd. De- walrus, die- onlangs tel
Helder ontkwam, moet zich thans in,
de Zuiderzee- ophouden. Door kustvis-
schers, die hun netten binnenhaalden
werd hij' gesignaleerd achter de Gaas-
iterlandsche kust, vlak bij het Vrou
wenzand.
D o-o id gevallen. Gistermid
dag is een glazenwasscbe-r die aan een
der perceelen in de Graat I' lo-risstraat
te Amsterdam met zijn arbeid bezig)
was, van zijn ladder gevallen.
De Gem. G. en G. dienst werd on
middellijk gewaarschuwd.
Toen de auto ter plaatse was, bleeki
dat de man reeds overleden was.
Diefstal vansieraden. Don
derdagavond tusschen acht uur en halt'
elf, is, terwijl de familie afwezig was,,
ingebroken in liet door de familie B.
bewoonde huis aan de Juiianalaan261
te Overveen. Uit reen buffet werden!
verschillende sieraden ontvreemd, ter
wijl tevens een bedrag van i 15 is ge
stolen. De dader heeft zich toegang)
verschaft aan de achterzijde van do
woning, door het verbrijzelen van een
keukenraam en het neerdrukken van
-een spanjolet.
GEMENGD NIEUWS.
DE VERMOEDELIJKE OORZAAK
VAN HET SPOORWEGONGELUK.
De Utrechtsche- berichtgever van het
H'dbl. meldt:
„Teneinde nadere inlichtingen te ver
krijgen omtrent de oorzaak van het
gisteren te Leiden plaats gehad heb
bende goederentreinderaill ©ment, heb
ben wij ons gewend tot ir. H. P: Maas
Geesteranus, hoofd-ingenieur, chet van
id en dienst van weg en werken der
Nederl. Spoorwegen. Deze deelde het
vo-lgende mee:
Inderdaad staat dit laatste ongeval
in verband met het aanbrengen van
een nieuwen wissel ter plaatse. Det
oude wissel was gedeeltelijk gedeimon
teerd, zoo-dat deze als wissel dan ,-ook
buiten dienst was gesteld. Bo-vendien
mocht, in verband met de werkzaam
heden, slechts in één richting gere
den worden. Men heeft reeds kunneh
lezen, dat de bewuste goederentrein de)
laatste was, die óver den ouden wis
sel zou worden geleid. Onmiddellijk
na het passeeren van dezen trein zou
de nieuwe wissel worden ingelegd.
Op een vraag aan den heer Maasi
Geesteranus, ot de demontagewerk
zaamheden dan ook te ver doorge
voerd konden zijn, kon deze nog geen
definitief antwoord geven. Naar zijn
meening was de wissel niet te ver ge
demonteerd. De verklaring van het on
geluk op te sporen, zal de taak zijn
eener ambtelijke commissie, di© door
de spoorwegen is ingesteid en vermoei
delijk binnen veertien dagen wel met
haar rapport gereed zal komen.
.Vast staat in ieder geval, dat dit dé
raillement geen enkele overeenkomst'
vertoont met het ongie-luk bij De Vink.
Van een minder goeden toestand van
het ballastbed is hief geen sprake,
bovendien heeft de laatste ontsporing)
op een geheel ander baanvak plaats gei
had, dan die bij De Vink, terwijl ook
een and:re ingenieur en opzichter met
het toezicht op dit baanvak belast wa
ren".
Verkeersongeval. Donder
dagavond half zes is op den Delft weg
te Rijswijk een ernstig ongeluk ge
beurd. De voetganger A. de B. uit)
-Ziwijnidrecht, die- op weg naar Den
Haag was o-m werk te- zoeken, werd»
overreden ido-or een auto, bestuurd
door den heer K. alhier. De man werd)
met een ernstig© schedelfractuur opgei
nomen, -Overbrenging naar het R.K.
RECHTZAKEN.
KANTONGERECHT HAARLEMMER
MEER.
Uitspraken: A. G., Haarl.meer,.
Keur Haar! interpol der, zonder toepas)
sing van straf aan zijn ouders terug
gegeven; T. M., Haarl.meer, Keuxl
Haarl.meer pol der, f3 of 1 week tucht-1
school; J. C., Haarl.meer, idem; A,
H., Hillegom, art. 461, fló of 10 d.;-
W. P., Hiiiegom, leerplichtwet, t2 oti
2 d1.; G. v. H., Haarl.meer, A. P. V.,,
Hillegom, f3 of 3 d.; D. R., Haarl.
meer, motor- en rij wiel wet f8 of 8 d.;<
P. v. O., Haarl.meer, mótorreglementi
f4 of 4 d.; J. F., Hillegom, art. 463!
f 10 of 10 d.; G. v. D., Haarl.meer)
Abeirdswet f 9 of 3 d.; F. D., Haarl.-
meer, Arbeidswet f 2 of 2 d.; A. y. Z.y
Katwijk-Binnen, art. 473, f3 of b d.;
P. L., Lisse, A. P. V., Lisse, f2 ofl
2 dagen.
Voortgezet werd de behandeling deïl
andijvie-rooveiij tegen J. B., schippeil
te Lisse. Bekl. is heden niet ver
schenen. Getuige R. Veldhuizen van
Zanten, bloemist te Lisse, verklaart!
geen permissie- te hebben gegeven, dat
bekl. andijvie van zijn tuin haalde..
Getuige Arie van Voort, bloemist-
knecht ie Lisse, had volgens verd. per
missie gegeven; thans blijkt uit de ver
klaring van deze getuige dat verd.
daar ook geen permissie voor liad.
Eisch f8 ot 8 d.; uitspraak conforml
leisch.
J. W,, pluimveehouder te Roelof-,
ar ends veen, is ten laste gelegd,
overtreding der jachtwet. Bekl. laat!
vprstek gaan. Get. Antoon Pie ter Bo-
daan, Brigadier dier Rijkspolitie te O.-
.Wetering, heeft hoo-ren schieten, en'
heeft verd. in een bootje met jachtge
weer aangetroffen. Get. zegt, dat bekl-
gunstig bekend staat. Bekl. had vuoii,
gegeven op ratten te schieten. Eiscli 1 5
of 5 d., met verbeurdverklaring eter
buks; uitspraak conform.
A. v. H., te Nieuwe Wetering,,
koopman van beroep, heeft een kind)
van school gehouden, dat 13 jaar was,i
maar het mocht niet van school. Bekl*
ihad gedacht, dat het wel mocht; hij)
had bij het hoofd der school niet geïn
formeerd. Plet kind is veel ziek; dit
had het schoolhoofd ze-it meermalen ge
zien, als het verzuimde en het "hoofdj
huisbezoek deed. Bekl. zegt het niet!
weelderig te- hebben en liij vindt de!
boete f3 wel wat hoog. Uitspraak con-,
form.
Leidsche Penkrassen.
Amice,
De vorige week Ihiel-d ik een heel
betoog over verkeersmogelijkiheden die
de dure aankoop van de huizen aan
het Gangetje onnoodig zouden maken.
Je begrijpt, Aimice, dat ik Dinsdag
greep naar de Nieuwe Leidsche om te
lezen wat de Raad wel zou gezegd
hebben van m'n plannen, 'k Heb tever
geefs gezocht. Geen woord over het
doel waarvoor de aankoop dienen
moet. Alleen verklaarde een lid den
prijs van een der huizen te hoog.
't Is mij een raadsel. Amice, waar
om de burgerij ook niet iets weten
mag van 't geen ons Gemeentebestuur
voor de verkeersverbetering denkt te
doen. Moeten wij maar raden, ziwijgen
enbetalen? 't Lijkt er wel wat op!
Wordt dan alles maar in besloten ver
gadering behandeld?
Ook Maandag weer k/wam in eens
een besluit tot aankoop van Gro en-
oord. Voor veemarkt heet het.
Ik begrijp niet, dat onze raadsleden
daar geen protest tegen aanteekenen.
Maar misschien komt dat nog.
Je hebt natuurlijk gelezen, dat onze
"toekomstige leiders, thans noxc stu
dent, zich met een adres tot de Eerste
Kamer hebben gewend, om de aanne
ming van het Belgisch Verdrag te ont
raden. Ik dacht zoo: het leiderscha-p
zit er al vroeg in. Wat zullen deze
jonge mannen straks flinke Nederlan
ders zijn. 'tls maar goed, dat zij zich
hebben uitgesproken, want nu zullen
heel wat twijfelaars een vaste over
tuiging gekregen hebben.
Maar spot ter zijde, Amice, 'k vond
het niet veel zaaks noch in eerste in
stantie noch als antwoord op de op:
merking van Prof. de Louter.
Je hebt zeker den sympathieken pro
pagandist voor onze Anti-Revolutio
naire beginselen, Ds. van Lummel ge
hoord voor onze Kiesvereeniging. Het
doet weldadig aan dat zakelijke be
toog. Geen hoogdravende woorden,
maar een rede waaraan je wat hebt.
De oude liefde wordt weer wakker.
Weet je wat mij zoo trof. Amice, de
aandrang die Ds. van Lummel uitoe
fende om toch vooral te bedenjken dat
we den dank, die aan God 25 jaar ge
leden voor de behaalde overwinning
gebracht werd, nu niet mogen te niet
doen, door de kansen nu te laten ver-
loopen.
Klaagde de voorzitter over lauwheid
en doodschheid, laat ons hopen, dat
nog voor de verkiezingen er wat meer
vuur komt.
Over het algemeen merkt men nog
niet veel van de actie. Dat geldt niet
alleen van ons, maar ook bij de an
dere partijen blijft het stil. Dat Is
waarschijnlijk de stilte die den storm
voorafgaat.
Ik geloof, Amice, da: we In dat op
zicht niet teveel o;l«et uiterlijke moe
ten afgaan. Er war-.i -irtuurlijk reeds
nu gewerkt. De kaiiero.-.lriding is in
vollen gang, geloof dat maar.
Naar ik hoor, Amice, gaat het met
de samenstelling van de groslijst voor
de komende Statenverkiezing tamelijk
goed. Gerekend naar de verscheiden
heid van kiesvereenigingen is er een
tamelijk groote eenstemmigheid ge
weest. Nu zal er natuurlijk per slot
nog wel een woordje vallen over de
plaatsing no 1, no. 2 en no. 3, enz.
maar daar wordt men liet ook wel
over eens. Als de wil om van weer?
zijden wat toe te geven er maar ls
worden de partijen het wel eens. E)
gen-lijk kunnen we niet van partijen
spreken m.i. want de wenschen van
de stad en het platteland die schei
ding is natuurlijk ook niet geheel
juist ontloopen elkaar niet zooveel-
Weer heeft in de onmiddellijke na-
hijheid een spoorwegongeluk plaats
gehad. Hoewel de omstandigheden nu
gelukkig niet zoo tragisch zijn als met
het ongeluk bij de Vink, is toch dit
opmerkelijk, dat weer op een baainge-
deelt, waar men met herstelwerk
zaamheden bezig was, het ongeluk
plaats vond. Dit wijst er op dat de
baan daar ter plaatse op dat oogen-
blik niet geschikt was om een trein
door te laten. Wat het eigenlijk ge
weest is weet men niet. Mogelijk zal
het evenals bij De Vink nimmer open
baar worden.
Toch komt het mij voor, Amice, dat
wel vaststaat dat men teveel het er
op waagt. Het is een drukke baan, het
verkeer moet dus doorgaan. Men wil
zelfs de gewone snelheid zoo na mo
gelijk volhouden. De werkzaamheden
moeten ook plaats hebben. Wat ligt
nu meer voor de hand dat dat men er
toe komt om met geringe zekerheid de
baan vrij te geven.
Is dit zoo, dan ontbreekt hier wat
in de leiding van den dienst. Schuld
moge 'hier zijn hij degenen die onmid
dellijk met het werk te maken heb
ben, of die het verrichten, schuld is
er dan ook bij degenen die het werk|
op deze wijze doen uitvoeren.
Nu is dat een moeilijk vraagstuk.
Het treinverkeer boet een deel van
zijn vroeger en naam in. De concurren
tie met het motorvoertuig wordt groot.
Dus in snelheid, in „op tijd" zijn, ligt
een voorname factor van op peil te
blijven. Zoo is het ook te verklaren,
dat men als het even kan de treinen
maar laat rijden, zelfs met de gewone
snelheid laat rijden.
Vraagt men: mag dat, dan moet het
aiAwoord natuurlijk luiden: „neen!"
Maar om het te verbeteren, hebben
we meer noodig. Wij moeten m.i. min
der er op staan, dat we precies op de
seconde op ons treintje aan kunnen.
Vroeger waren vertragingen menigvul
diger, maar de zekerheid was grooter.
Daar ligt een stuk maatschappelijke
zonde waar we allen aan meedoen.
Wij jagen zelf, wij jagen anderen op
tot grooter snelheid en zoo komen we!
er toe om aan de veiligheid onvol
doende aandacht te schenken.
Laat er ook vain dit nieuwe ongeluk'
op deze baan nu eens een prediking;
uitgaan tot meer zekerheid. Ik heb er
een kwartier of een half uur te laat!
komen toot. veritas,;