NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 27 NOVEMBER 1926 Aan het einde der Week President Calles, de liberale pre sident van Mexico, krijgt het zoo lang zamerhand met iedereen aan den stok. Eerst heeft hij zich door een alle per ken te buiten gaande vervolging van de Roomsch katholieke kerk den haat de Roomsch katholieke kerk 't verzet iDeêen hebben de uitdaging beant woord met lijdelijk verzet. Daarbij is gekomen het politiek verzet: aan de grenzen van Mexico staat generaal Huerta. afwachtend tot de kans gun stig zal zijn om in te grijpen. En nu dreigt ook een ernstig confict met de Vereenigtde Staten. In Nicaragua, een der midden-Ame- rikaansche staatjes, dreigt dé regee- ing van president Diaz door een „li beralen" generaal onderstboven ge worpen te worden. Calles steunt de zen generaal en heeft nu een nota /an de Ver. Staten ontvangen, die van lit veldwinnend ..liberalisme" (juister is wellicht bolsjewisme of althans ra dicalisme) benadeeling hunner han delsbelangen vreezen. Calles heeft die Amerikaansche nota in nogal uitza- en)de termen beantwoord, en het ge- wolg is een ontstemming tusschen de beide landen, die tot een ernstig con flict'aanleiding kan worden. In China is het nationale leger, de j.g. Kantonnees che troepen, nog steeds aan de winnende hand.. Merkwaardig is. dat zoowel Engeland als Japan den laatsten tijd een tegemoetkomende «ouding gaan innemen tegenover deze beweging. Zij begrijpen., dat zij hier met een veldwinnende strooming te loen hebben, zoodat het verstandig is, daarmee op goeden voet te komen. Opportunisme speelt nu eenmaal /en belangrijke rol in de politiek. Dat zien we ook in Rusland. De Russen zijn geboren diplomaten, dat waren ze onder het Gzarisme en dat zijn ze nu nog. Hun diplomatie heeft al heel wat overwinningen behaald. De afgeloopen week is een hnnner knapste diploma ten overleden, Krassin, gezant derSov jetrepublieken te Londen. Onvermoeid is hij werkzaam geweest in het belang eener betere verstandhouding tusschen Engeland en Rusland. Dat zijn pogingen niet met den ge- wens ch ten uitslag bekroond zijn. lag vooral aan de Russische pro-paganda die in Engeland gevoerd werd. Ook de voor de stakende mijnwerkers ge zonden steungelden hebben er niet toe meegewerkt, de regeering gunstig te stemmen. Het Britsche mijnconflict kan nu vvel zoo ongeveer als geëindigd wor den beschouwd. De afloop is wel ge weest een volledige nederlaag voor de arbeiders en de mijneigenaars maken misbruik van hun zegepraal door de arbeidsvoorwaarden nu te dicteeren In •plaats van te onderhandelen als ge lijkgerechtigden. Het ware ongetwij feld beter geweest, indien deze staking ware geëindigd met een overeenkomst tusschen de beide machten van kapi taal en arbeid, die elkaar toch steeds noodig hebben voor den goeden gang van zaken in het maatschappelijk leven. In onze Tweede Kamer is de afge loopen week de behandeling der be grooting voortgezet. Het gaat in een vrij vlug tempo en de matheid van toon bewijst wel, dat we, politiek ge sproken, met het huidige kabinet In eftn uitzonderlijke positie verkeeren. We werden Donderdagmiddag weer opgeschrikt door bet bericht van een ernstig spoorwegongeluk in de buurt van Leiden.. Gelukkig is het nog bui tengewoon goed afgeloopen en is al leen materieele schade en treinvertra- ging het gevolg ervan geweest. Toch krijgt het publiek wel heel sterk den indruk, dat het reizen op het traject Rotterdam-Amsterdam, een der drukste van geheel ons land, niet bepaald erg veilig meer is Het vertrouwen in onze spoorwegen gaat op deze wijze verloren. Uit het grijs verleden. HEBREEUWSCHE FOëZIE. Waarin onderscheidt zich de He breeuwsche poëzie van het Hebreeuw- sche proza? Het is niet steeds gemakkelijk, zelfs niet voor wie de Hebreeuwsche taal machtig is, met zekerheid uit te maken of 9ommige gedeelten der Hei lige Schrift al dan niet een dichterlijk karakter dragen. Docli dit betreft dan natuurlijk de grensgevallen. Soms is het verschil heel duidelijk. Neem b.v. het „Zwaardlied" uit Gen. 4 23 en 24, na de woorden waarmee de eerste mensch zijn „manninne" be- begroette het oudste ons bewaard ge bleven gedicht. Als Lamechs zoon Tubal-Kaïn, de eerste metaalbewerker, een zwaard voor hem gesmeed heeft, kondigt La- rnech aan zijn heide vrouwen de daar door ontstane grootere persoonlijke veiligheid aan in de volgende he- woordingen: Ada en Zilla, hoort mijne stem, gij vrouwen Lamechs, verneemt mijne rede: „Een man dood ik voor mijne wonde en een knaap voor mijne buile! Want zevenmaal zal Kain gewroken worden, maar Lamech zeven-en zeventig maal. Men vergelijke deze woorden van Lamech b.v. met die van Abrah iih tot zijn vrouw in Gen. 12:1113: „Zie toch, ik weet dat gij een vrouw zij t, schoon van aanzien. Wanneer u nu de Egyptenaren zien zullen, zoo zul len zij zeggen: Dit is zijn vrouw, en zullen mij dooden, enz." Het is wel voor ieder duidelijk, dat de laatste zinnen proza en de straks geciteerde poëzie zijn. We komen nu tot de vraag, waarin cian toch wel het karakteristieke der Hebreeuwsche poëzie bestaat. In onze taal onderscheidt zich de gebonden van den ongebonden stijl door maat en rijm. Het rijm moet evenwel al dadelijk uitgeschakeld worden: er bestaat in de geheele Oud- Hebreeuwsche litteratuur geen enkel berijmd gedicht. Nu de maat of het rliythme. In de Grieksche en Latijnsche let terkunde bestaat het kenmerkende cler poëzie in de afwisseling van Jange en korte lettergrepen, de z.g. quanti- teit. Het rhythme dezer gedichten is onafhankelijk van het accent der af zonderlijke woorden. Nemen wij als voorbeeld den eer sten regel van Virgilius' Aeneis: Arma virümque canó, Troiaé qui primus ab óris. (De wapenen en den man bezing ik, die het eerst van de kusten van Troje). Wanneer dit proza was, zouden wij den klemtoon als volgt leggen: Arma virümque cdno, Tróiae qui primus ab óris. Een dergelijke afwisseling van lan ge en korte lettergrepen kan evenwel niet het kenmerk der Hebreeuwsche poëzie zijn, omdat deze quantiteit in het Hebreeuwsch niet bestaat Toch is er wel rhythme in de He breeuwsche poëzie, doch het is een andersoortig rhythme als in de klas sieke gedichten. De eerste regels van het Zwaardlied luiden in het Hebreeuwsch: add wesilla sjemd'an qoM. Men hoort nu het rhythme, dat be staat in de afwisseling van hetoondc en onbetoonde lettergrepen. Het ka rakteristieke der Hebreeuwsche poë zie is alzoo het accentueerend rhyth me. Het kenmerk der Hebreeuwsche poëzie bestaat in de afwisseling van al en niet geaccentueerde lettergrepen. Dat blijkt ook heel duidelijk uit 1 Sam. 18 6 en 7. Toen David Goliath verslagen had en de Israëlieten uit den oorlog we derkeerden, gingen uit alle steden de vrouwen koning Saul tegemoet vreug devol zingend en dansend op den toon der trommels en harpen, en dan zin gen zij schertsend: „Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden", „hikka sja-oél ha-alaphdw wedawid beribebothéw". Ziet ge de vrouwen onder dansbe wegingen op de trommels slaan hij de geaccentueerde lettergrepen van dit volkslied? Hoort ge het rhythme? Tevens kunnen we hierin opmer ken, dat de betoonde lettergrepen vol- gien op de onbetoonde en dat de laat ste betoonde lettergreep ook den mees RECLAME. Bij Verwonding iiiiiiBiidadalijkniiiiM 'Mm ten nadruk heeft. Dit hangt samen met het karakter der Hebreeuwsche taal, waarin (evenals b.v. in het Fransch) in den regel op de laatste lettergreep van een woord de na druk valt.* Ook ziet men uit dit voorbeeld, dat tusschen elke twee betoonde letter grepen een verschillend aantal onbe toonde liggen kan. Men heeft wel eens getracht het tegendeel te bewijzen; zoo heeft een hoogleeraar te Weeuen gemeend, dat telkens om de andere een betoonde en eep onbetoonde let tergreep op elkaar volgen, doch hij heeft om dit te staven de feiten zoo veel geweld moeten aandoen, dat deze poging wel als mislukt kan worden beschouwd. Er bestaat in dezen geen vaste re gel. Zoo was het in de Oudheid en zoo is het thans nog in de volksliederen der tegenwoordige Arabisch spreken de bevolking van Palestina; er zijn versregels met twee, drie, vier en vijf betoonde lettergrepen, tusschen wel ke een tot drie of zelfs vier onbetoon de ingeschakeld kunnen worden, zon der dat men aan een bepaald aantal gebonden is. SCHAAKRUBRIEK Correspondenitie-adres211 Valken- boschkade. Den Haag. Eindspel van K. Trasder. (le prijs Ceské Slovo). i i: Sl' Ijl Mai Wit aan zet, maakt remise. Stand: Wit: (6) K!h4, Tg7, Pihl pi c4, e7, h3. Zwart (8) Ive8, Ldl, pi c5, c6, q2, e3, f4, h6. (Oplossing onder aan de rubriek). Meester wedstrijd te Semmering. Wit: Aljechin. Zwart: Spielmann.' 1 d2d4 e7e6 2 Pgl—f3 Pg8—f6 3 Lel'g5 c7c5 4 e2e3 Dd8-h6 Wit had' ook 5 Pc3 en na Dlb2: 6 Pbö kunnen spelen. 5 Pf6e4 6 Lg5—f4 d7d5 7 Lfld3 Pb8d7 S 0—0 Lf8d61 9 Lf4 x d6 Db6 x d6 10 c2c4 0—0 11 Del—c2 Pe4—f6 12 c4 x d5 e6 x d5 13 d4 x co Pd7 x c5 i Thans zijn wij weder eens voor het probleem van *len geïsoleerden mid- denpion gesteld. 14 Pblc3 Lc8e6 15 Tfl—dl Pc5 x d3 16 Dc2 x d3 Da6b6 17 Tdld2 Ta8c8 18 h2h3 h7ih6 19 Pf3d4 a7a6 20 Tal—dl De partij heslist over de overwin ning in het tournooi. Met de winst er van was Aljechin eerste prijswinnaar. Hiier heeft hij zich op machtige wijze tegen het bolwerk in het midden op gesteld en staat blijkbaar zeer goed. Maar zulk een partij door tactische weniddngen en slagen te heslissen is zeer moeilijk en daarbij heeft men de verborgen hulpmiddelen van den te genstander te vreezen. Dat het echter hij een speler als Aljechin hier tot staan moet komen, daarover bestaat geen twijfel. Tot een remise besluit li ij slechts hij algeheel gemis aan kans op winst. 20 Tf8e8 21 Pd4 x e6 f7 x e6 22 Dd3g6 Nu -will hij met 23 e4 de stelling in het centrum doorbreken, want o-p 23 de4: wint 24 Td7. 22Te8f81 De parade! Stelling na 22Te8f8. e3—e4 Aljechin wil met geweld heslissen! Zeer gevaarlijk echter voor hem zelf. 23 Tc8 x c3! Een voortreffelijk antwoord. OpPe4: had 24 Pd5:! gewonnen. Het offer der kwaliteit verzekert Spilemann deneer sten prijs. 24 b2 x c3 - Pf6 x e4 25 Td2—d4 Pe4 x c3 26 Td4—g4 Slechts zoo is de kwaliteit te redd en 26 Db6 x f2+ 27 Kglih2 Df2—f6 28 Dg6 x fG Tf8 x f6 29 Tdl—cl Pc3—e4 Pa2: zou na 30 T2 het paard kosten. 30 Tel—cSf Tf6—f8 31 Tc8—c7 Hier besloten de spelers tot remise. Aljechin heeft in ieder ge-val geen kan sen op winst meer. TNSB.) Oplossing Eindspel Trouler: 1 Pg3, fg3: 2 Tg8f Ke7, 3 Tg3 elD pat! ziekenhuis werd noodzakelijk geacht. De toestand van De B. is ernstig. Branden. In een kelder opi de Lijnbaansgracht 363, te Amsterdam die als pakhuis voor kramerijen is in gericht, pntstond gistermiddag om. 4.15 brand. Hoewel de toestand zich) aanvankelijk ernstig liet aanzien kon de brandweer, die spoedig ter plaatsei was, mêt 2 stralen op de Vechtlei- 'ding het vuur bedwingen. De eigenaar, van den kelder was niet thuis. Over het ontstaan tast men in het duister. Door onbekende oorzaak is dei woning van A. v. d. .Ven te Boekel', uitgebrand. E-enige varkens kwamen iom. Te Zandberg, is door het vlaml vatten van een pot met vet de be huizing van den heer~H: Niemeyer ai- gebrand.. Verzekering dekt de schade. De walrus weer gesigna leerd. De- walrus, die- onlangs tel Helder ontkwam, moet zich thans in, de Zuiderzee- ophouden. Door kustvis- schers, die hun netten binnenhaalden werd hij' gesignaleerd achter de Gaas- iterlandsche kust, vlak bij het Vrou wenzand. D o-o id gevallen. Gistermid dag is een glazenwasscbe-r die aan een der perceelen in de Graat I' lo-risstraat te Amsterdam met zijn arbeid bezig) was, van zijn ladder gevallen. De Gem. G. en G. dienst werd on middellijk gewaarschuwd. Toen de auto ter plaatse was, bleeki dat de man reeds overleden was. Diefstal vansieraden. Don derdagavond tusschen acht uur en halt' elf, is, terwijl de familie afwezig was,, ingebroken in liet door de familie B. bewoonde huis aan de Juiianalaan261 te Overveen. Uit reen buffet werden! verschillende sieraden ontvreemd, ter wijl tevens een bedrag van i 15 is ge stolen. De dader heeft zich toegang) verschaft aan de achterzijde van do woning, door het verbrijzelen van een keukenraam en het neerdrukken van -een spanjolet. GEMENGD NIEUWS. DE VERMOEDELIJKE OORZAAK VAN HET SPOORWEGONGELUK. De Utrechtsche- berichtgever van het H'dbl. meldt: „Teneinde nadere inlichtingen te ver krijgen omtrent de oorzaak van het gisteren te Leiden plaats gehad heb bende goederentreinderaill ©ment, heb ben wij ons gewend tot ir. H. P: Maas Geesteranus, hoofd-ingenieur, chet van id en dienst van weg en werken der Nederl. Spoorwegen. Deze deelde het vo-lgende mee: Inderdaad staat dit laatste ongeval in verband met het aanbrengen van een nieuwen wissel ter plaatse. Det oude wissel was gedeeltelijk gedeimon teerd, zoo-dat deze als wissel dan ,-ook buiten dienst was gesteld. Bo-vendien mocht, in verband met de werkzaam heden, slechts in één richting gere den worden. Men heeft reeds kunneh lezen, dat de bewuste goederentrein de) laatste was, die óver den ouden wis sel zou worden geleid. Onmiddellijk na het passeeren van dezen trein zou de nieuwe wissel worden ingelegd. Op een vraag aan den heer Maasi Geesteranus, ot de demontagewerk zaamheden dan ook te ver doorge voerd konden zijn, kon deze nog geen definitief antwoord geven. Naar zijn meening was de wissel niet te ver ge demonteerd. De verklaring van het on geluk op te sporen, zal de taak zijn eener ambtelijke commissie, di© door de spoorwegen is ingesteid en vermoei delijk binnen veertien dagen wel met haar rapport gereed zal komen. .Vast staat in ieder geval, dat dit dé raillement geen enkele overeenkomst' vertoont met het ongie-luk bij De Vink. Van een minder goeden toestand van het ballastbed is hief geen sprake, bovendien heeft de laatste ontsporing) op een geheel ander baanvak plaats gei had, dan die bij De Vink, terwijl ook een and:re ingenieur en opzichter met het toezicht op dit baanvak belast wa ren". Verkeersongeval. Donder dagavond half zes is op den Delft weg te Rijswijk een ernstig ongeluk ge beurd. De voetganger A. de B. uit) -Ziwijnidrecht, die- op weg naar Den Haag was o-m werk te- zoeken, werd» overreden ido-or een auto, bestuurd door den heer K. alhier. De man werd) met een ernstig© schedelfractuur opgei nomen, -Overbrenging naar het R.K. RECHTZAKEN. KANTONGERECHT HAARLEMMER MEER. Uitspraken: A. G., Haarl.meer,. Keur Haar! interpol der, zonder toepas) sing van straf aan zijn ouders terug gegeven; T. M., Haarl.meer, Keuxl Haarl.meer pol der, f3 of 1 week tucht-1 school; J. C., Haarl.meer, idem; A, H., Hillegom, art. 461, fló of 10 d.;- W. P., Hiiiegom, leerplichtwet, t2 oti 2 d1.; G. v. H., Haarl.meer, A. P. V.,, Hillegom, f3 of 3 d.; D. R., Haarl. meer, motor- en rij wiel wet f8 of 8 d.;< P. v. O., Haarl.meer, mótorreglementi f4 of 4 d.; J. F., Hillegom, art. 463! f 10 of 10 d.; G. v. D., Haarl.meer) Abeirdswet f 9 of 3 d.; F. D., Haarl.- meer, Arbeidswet f 2 of 2 d.; A. y. Z.y Katwijk-Binnen, art. 473, f3 of b d.; P. L., Lisse, A. P. V., Lisse, f2 ofl 2 dagen. Voortgezet werd de behandeling deïl andijvie-rooveiij tegen J. B., schippeil te Lisse. Bekl. is heden niet ver schenen. Getuige R. Veldhuizen van Zanten, bloemist te Lisse, verklaart! geen permissie- te hebben gegeven, dat bekl. andijvie van zijn tuin haalde.. Getuige Arie van Voort, bloemist- knecht ie Lisse, had volgens verd. per missie gegeven; thans blijkt uit de ver klaring van deze getuige dat verd. daar ook geen permissie voor liad. Eisch f8 ot 8 d.; uitspraak conforml leisch. J. W,, pluimveehouder te Roelof-, ar ends veen, is ten laste gelegd, overtreding der jachtwet. Bekl. laat! vprstek gaan. Get. Antoon Pie ter Bo- daan, Brigadier dier Rijkspolitie te O.- .Wetering, heeft hoo-ren schieten, en' heeft verd. in een bootje met jachtge weer aangetroffen. Get. zegt, dat bekl- gunstig bekend staat. Bekl. had vuoii, gegeven op ratten te schieten. Eiscli 1 5 of 5 d., met verbeurdverklaring eter buks; uitspraak conform. A. v. H., te Nieuwe Wetering,, koopman van beroep, heeft een kind) van school gehouden, dat 13 jaar was,i maar het mocht niet van school. Bekl* ihad gedacht, dat het wel mocht; hij) had bij het hoofd der school niet geïn formeerd. Plet kind is veel ziek; dit had het schoolhoofd ze-it meermalen ge zien, als het verzuimde en het "hoofdj huisbezoek deed. Bekl. zegt het niet! weelderig te- hebben en liij vindt de! boete f3 wel wat hoog. Uitspraak con-, form. Leidsche Penkrassen. Amice, De vorige week Ihiel-d ik een heel betoog over verkeersmogelijkiheden die de dure aankoop van de huizen aan het Gangetje onnoodig zouden maken. Je begrijpt, Aimice, dat ik Dinsdag greep naar de Nieuwe Leidsche om te lezen wat de Raad wel zou gezegd hebben van m'n plannen, 'k Heb tever geefs gezocht. Geen woord over het doel waarvoor de aankoop dienen moet. Alleen verklaarde een lid den prijs van een der huizen te hoog. 't Is mij een raadsel. Amice, waar om de burgerij ook niet iets weten mag van 't geen ons Gemeentebestuur voor de verkeersverbetering denkt te doen. Moeten wij maar raden, ziwijgen enbetalen? 't Lijkt er wel wat op! Wordt dan alles maar in besloten ver gadering behandeld? Ook Maandag weer k/wam in eens een besluit tot aankoop van Gro en- oord. Voor veemarkt heet het. Ik begrijp niet, dat onze raadsleden daar geen protest tegen aanteekenen. Maar misschien komt dat nog. Je hebt natuurlijk gelezen, dat onze "toekomstige leiders, thans noxc stu dent, zich met een adres tot de Eerste Kamer hebben gewend, om de aanne ming van het Belgisch Verdrag te ont raden. Ik dacht zoo: het leiderscha-p zit er al vroeg in. Wat zullen deze jonge mannen straks flinke Nederlan ders zijn. 'tls maar goed, dat zij zich hebben uitgesproken, want nu zullen heel wat twijfelaars een vaste over tuiging gekregen hebben. Maar spot ter zijde, Amice, 'k vond het niet veel zaaks noch in eerste in stantie noch als antwoord op de op: merking van Prof. de Louter. Je hebt zeker den sympathieken pro pagandist voor onze Anti-Revolutio naire beginselen, Ds. van Lummel ge hoord voor onze Kiesvereeniging. Het doet weldadig aan dat zakelijke be toog. Geen hoogdravende woorden, maar een rede waaraan je wat hebt. De oude liefde wordt weer wakker. Weet je wat mij zoo trof. Amice, de aandrang die Ds. van Lummel uitoe fende om toch vooral te bedenjken dat we den dank, die aan God 25 jaar ge leden voor de behaalde overwinning gebracht werd, nu niet mogen te niet doen, door de kansen nu te laten ver- loopen. Klaagde de voorzitter over lauwheid en doodschheid, laat ons hopen, dat nog voor de verkiezingen er wat meer vuur komt. Over het algemeen merkt men nog niet veel van de actie. Dat geldt niet alleen van ons, maar ook bij de an dere partijen blijft het stil. Dat Is waarschijnlijk de stilte die den storm voorafgaat. Ik geloof, Amice, da: we In dat op zicht niet teveel o;l«et uiterlijke moe ten afgaan. Er war-.i -irtuurlijk reeds nu gewerkt. De kaiiero.-.lriding is in vollen gang, geloof dat maar. Naar ik hoor, Amice, gaat het met de samenstelling van de groslijst voor de komende Statenverkiezing tamelijk goed. Gerekend naar de verscheiden heid van kiesvereenigingen is er een tamelijk groote eenstemmigheid ge weest. Nu zal er natuurlijk per slot nog wel een woordje vallen over de plaatsing no 1, no. 2 en no. 3, enz. maar daar wordt men liet ook wel over eens. Als de wil om van weer? zijden wat toe te geven er maar ls worden de partijen het wel eens. E) gen-lijk kunnen we niet van partijen spreken m.i. want de wenschen van de stad en het platteland die schei ding is natuurlijk ook niet geheel juist ontloopen elkaar niet zooveel- Weer heeft in de onmiddellijke na- hijheid een spoorwegongeluk plaats gehad. Hoewel de omstandigheden nu gelukkig niet zoo tragisch zijn als met het ongeluk bij de Vink, is toch dit opmerkelijk, dat weer op een baainge- deelt, waar men met herstelwerk zaamheden bezig was, het ongeluk plaats vond. Dit wijst er op dat de baan daar ter plaatse op dat oogen- blik niet geschikt was om een trein door te laten. Wat het eigenlijk ge weest is weet men niet. Mogelijk zal het evenals bij De Vink nimmer open baar worden. Toch komt het mij voor, Amice, dat wel vaststaat dat men teveel het er op waagt. Het is een drukke baan, het verkeer moet dus doorgaan. Men wil zelfs de gewone snelheid zoo na mo gelijk volhouden. De werkzaamheden moeten ook plaats hebben. Wat ligt nu meer voor de hand dat dat men er toe komt om met geringe zekerheid de baan vrij te geven. Is dit zoo, dan ontbreekt hier wat in de leiding van den dienst. Schuld moge 'hier zijn hij degenen die onmid dellijk met het werk te maken heb ben, of die het verrichten, schuld is er dan ook bij degenen die het werk| op deze wijze doen uitvoeren. Nu is dat een moeilijk vraagstuk. Het treinverkeer boet een deel van zijn vroeger en naam in. De concurren tie met het motorvoertuig wordt groot. Dus in snelheid, in „op tijd" zijn, ligt een voorname factor van op peil te blijven. Zoo is het ook te verklaren, dat men als het even kan de treinen maar laat rijden, zelfs met de gewone snelheid laat rijden. Vraagt men: mag dat, dan moet het aiAwoord natuurlijk luiden: „neen!" Maar om het te verbeteren, hebben we meer noodig. Wij moeten m.i. min der er op staan, dat we precies op de seconde op ons treintje aan kunnen. Vroeger waren vertragingen menigvul diger, maar de zekerheid was grooter. Daar ligt een stuk maatschappelijke zonde waar we allen aan meedoen. Wij jagen zelf, wij jagen anderen op tot grooter snelheid en zoo komen we! er toe om aan de veiligheid onvol doende aandacht te schenken. Laat er ook vain dit nieuwe ongeluk' op deze baan nu eens een prediking; uitgaan tot meer zekerheid. Ik heb er een kwartier of een half uur te laat! komen toot. veritas,;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 6