CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 7«* JAARGANG DONDERDAG 25 NOVEMBER 1926 NUtwMER 1980 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per weekf 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 COURANT BUREAU: Hooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiSn per regel 22*/» cent Ingezonden Mededeelingen, dobbel tarieL Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advert entiën bij vooruitte taling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent. A.-R. en S. G. P. Bij 't algemeen deibat over deStaats begroot ing is mede door de redevoe ringen van de heeren Mr. Heemskerk en Ds. Kersten op bet verschil tus schen de Antirevolutionaire en d« Staatkundig Gereformeerde partij op nieuw de aandacht gevestigd. Opnieuw is daarbij gebleken, dat het verschil niet zoo groot is dan men bij het lezen van sommige scherpe arti kelen en het luisteren naar soms iet wat heftige debatten' wel zou denken. Principieel is er al heel weinig ver schil. Beide partijen voeren den strijd tegen ongeloof en revolutie en beide wewschen handhaving en bevestiging van de Christelijke grondslagen van ons volksleven. Het ideaal van beide partijen is ook het staatkundig leven te doen beantwoorden aan deeisohen van het Woord des Heeren. Omtrent de groote hoofdzaken zijn beide partijen eenstemmig. Maar nu is het duidelijk, dat men op dit oogentblik niet bij machte is de (beleden beginselen volledig door te voeren en in practijk te brengen. De Antirevolutionaire partij heeft 13 leden in de Tweede Kamer en de Stk. Geref. partij 2. Voegt men daar dan nog bij de 11 Christelijk Historische leden, die het met de wensohen van A.R. en S.G. Partij niet in alle oozich- ten eens zijn, dan komt men tot een totaal van 26 leden, of nauwelijks een vierde van het aantal Kamerleden. Samen vormen deze - drie partijen nog slechts een kleine minderheid en zijn ze veel zwakker dan de Roomsch Katholieke Staatspartij met haar 30 leden en slechts even sterker dan de >S.D.A.P. met haar 24 leden. Het is dus duidelijk dat deze par tijen het volstrekt niet voor he.t zeg gen hehhen. Ze kunnen voorstellen in dienen, b.v. inzake Zondagsrust bij de Spoorwegen, invoering doodstraf enz. maar ze zullen daarmee niets berei ken. Van te voren staat het vast dat dergelijke voorstellen met groote meer derheid zullen worden verworpen. Een Antirevolutionair minister kan allerlei principeele ontwerpen aan de orde stellen, maar hij weet vooruit dat ze geen meerderheid zullen ver krijgen. 'Wat moet er nu gedaan worden Bij de beantwoording van deze vraag gaan Antirevolutionairen en Staatk. Gereformeerden uiteen. De Staatk. Gereformeerden zeggen: Wij moeten getuigen zoftder ophouden. Altijd weer onze beginselen poneeren en de banier van Koning Jezus ont plooien. En al lacht dan de vijand en al worden we bespot en gehoond, om onze achterlijkheid en bekrompenheid we zullen niet zwijgen, maar spreken. Zonder ophouden moet er op gewezen worden, dat gerechtigheid een volk verhoogt en dat de- zonde een schand vlek is der natiën. Op dit standpunt plaatst zich ook de Antirevolutionaire partij en heeft ze zich altijd geplaatst. Jaar in jaar uit, zijn zoowel in de Tweede als In de Eerste Kamer bepleit de A.R. be ginselen, die zijn overeenkomstig het Woord des Heeren. Maar hierbij is het niet gebleven. Toen de A.R. partij sterker werd. heeft zij zich met allen ernst afgevraagd of het met hare verantwoordelijkheid was overeen te brengen indien zij zich bepaalde tot getuigen en of niet een poging gedaan behoorde te worden om althans iets van de beleden be ginselen in practijk' te brengen en den invloed van de revolutionaire partijen te verzwakken. En die vraag is na rijp beraad en in overeenstemming met de adviezen van Green van Prinsterer bevestigend beantwoord. Er is samenwerking gezocht met andere partijen. Niet omdat men het met die par tijen in alle opzichten eens was, het tegendeel was het geval, maar wel omdat er omtrent sommige hoofdpun ten eenstemmigheid heerschte. Zoo is de coalitie tot stand gekomen Ongeveer een vierde eener eeuw heb ben de rechtsche partijen samenge werkt. En niet zonder resultaat. Aan de uitsluiting van het Christelijk volks deel is een einde gekomen. Wij heb ben .gekregen Gedeputeerden, burge rmeesters, wethouders enz. van beslist Christelijke beginselen, wat op het be stuur van ons land van ontzaglijken invloed is geweest. Een invloed veel grooter dan ooit met cijfers valt uit te drukken. Maar niet alleen op het bestuur, ook op de wetgeving hebben de Christe lijke partijen, heeft ook de Antirevo lutionaire partij grooten invloed ge had. In negatieven zoowel als in posi tieven zin. Men heeft een verdere offi- cieele ontkerstening van ons volk door middel van de wetgeving weten te voorkomen en daarnaast ook in posi tieven zin kunnen arbeiden. Wij her inneren slechts aan de Onderwijswet ten, de zedelijikheidswetten, de sociale wetten, de vermindering van treinver keer en postbestellingen op Zondag, het neerdrukken van de revolutionai re woelingen in 1903 en 1918. Groot en zegenrijk is de invloed ge weest door de rechtscihe partijen uit geoefend. Er is niemand in ons land, die dat zal kunnen ontkennen. Toch wordt deze samenwerking door de SGP. afgekeurd. Zij stelt zich op het standpunt: alles of niets. Een standpunt, dat zij vermoedelijk zou verlaten, wanneer haar aanhang en In verband daarmede ook hare verant woordelijkheid groeide, zooals dat bij de A.R. partij het geval is geweest. Intusschen, hierover kan verschil van meening bestaan. Groen van Prinsterer drong met al de kracht die in hem was op samen werking aan, anderen keurden die af. Hier is een verschil van tactiek. Maar een verschil, dat niet van zóó groote beteekenis is dat daarom beide partijen als vijandige machten tegen over elkaar behooren te staan. Het beginsel is in hoofdzaak het zelfde, men staat tegenover dezelfde tegenstanders, welnu dan behoort men, ook al is er omtrent tactische vra gen verschil van opvatting, te staan naast en niet tegenover eikaar. Worde dit in den komenden strijd niet uit het oog verloren. Y Illustraties. Toen wij eenige maanden geleden op verzoek van verschillende abonné's bij wijze van proef er toe overgingen wekelijks een fotopagina in ons blad op te nemen, schreven we, dat we dit niet deden zonder vrees, omdat de fo to's welke door diverse perstoureaux in den handel worden gebracht, in den regel weinig, of in het geheel niet ge schikt zijn voor het Christelijk gezin. Nu wij bijna acht maanden de proef hebben genomen, moeten wij tot onze spijt constateeren, dat onze vrees in dezen gewettigd was. Zeer zelden kon den we de fotopagina in haar geheel opnemen. Bijna elke week moesten we enkele kiekjes, als niet geschikt, laten vervallen en waren daardoor genoodzaakt dikwijls maar een halve pagina illustraties te geven. 'Het laten vervallen van enkele kiekjes uit de origineel© pagina, ver oorzaakt ook groote technische moei lijkheden. Daardoor verliest de afdruk aan scherpte met als gevolg de foto aan duidelijkheid. Meermalen hebben we van bevrien de zijde op- en aanmerkingen gehad over verschillende illustraties, waar van wij de juistheid maar al te vaak moesten erkennen.. Wat voor een neutraal blad geschikt is en doorgaans ook wel door de le zers wordt geduld, is niet altijd ge schikt of gewenscht voor een Chris tel ijk dagblad. Dezelfde moeilijkheden, welke zich vaak voordoen bij de advertentien. laten zich niet minder gelden bij de illustraties. Het is te bejammeren, dat onze Chr dagbladpers in den lande zich nog niet tot die hoogte heeft kunnen op werken, dat b.v. een fotopagina voor alle .Christelijke dagbladen kon wor den vervaardigd. Lliat ons hopen ,dat dit in de naas te toekomst gebeuren zal. Zoolapg wij ons moeten bedienen van z.g.n. neutrale illustratie persbu reau^, wordt het ons ten eenmeiumale onmogelijk gemaakt, iets goeds tot stand te brengen. Wij hebben dan ook besloten, hiermede te eindigen. Intusschen blijft deze zaak onze aan dacht houden. Wij zullen ons best doen te gelegener tijd op de een of an dere wijze op het terrein der illustra ties iets voor onze lezers tot stand te brengen. BE GEMEENT'EBEGROOTING. I. Op Maandag 29 November begint onze Gemeenteraad de begrooting voor 1927 te behandelen in openbare ver gadering. Voor ons ligt het Algemeen verslag van het afdeelingsonderzoek met me morie van antwoord van het Dagel. Bestuur. Wij willen trachten dit ver slag met memorie van antwoord nog voor Maandag te bespreken. Vooraf enkele Algemeene opmerkingen. Wie aandachtig naleest de princi- pieele opmerkingen van het verslag en van het antwoord van B. en W. over het financieel beleid en de sociale taak van de gemeente, twee voorname stukken der gemeentepolitiek, komt tot de ontdekking dat hier een ernsti ge wrijving is. Een wrijving die niet nieuw is. Berust zij eensdeels op ver schil in financieel inzicht, aan de an dere zijde zijn het practische onvolko menheden die oorzaak van de wrij ving zijn. Wel ontleed, zijn de critische opmer kingen in de afdeelingen voor het grootste deel terug te brengen tot oor deelvellingen van Democratische, en voor meer dan de helft van Sociaal- Democratische, zijde. Omdat nu de stelregel van die zijde, vooral in ge meentezaken, doorgaans is, de over heidsbemoeiing met de nooden van het maatschappelijk leven zoo ver mo gelijk' uit te strekken, en uit de opèn- bare (gemeente) kas te steunen wat in den levensstrijd moeilijkheden on dervindt, moet die stelling in ons Da- gelijksch Bestuur tegenkanting on dervinden. De samenstelling van het College zooals die nu is, waarborgt ons, dat, naar goede Christelijke be ginselen, de gemeentelijke overheid slechts zal streven naar instandhou ding van het maatschappelijk leven. Dat leven waar noodig regelend, steu nend wat anders zou ondergaan. Maar daarentegen volle gelegenheid latend aan de innerlijke krachten van onze samenleving om ziekte-processen te overwinnen. Deze wrijving op grond van funda menteel inzicht voltrekt zich nu tus- schen de oppositie in den Raad en het College als zoodanig. Zou de oppositie het tot meerderheid brengen, en als een gevolg daarvan ook het College van Dagelijksch Bestuur in meerder heid, of geheel, omgaan, dan zou de wrijving allicht maar dan in min dere mate omgekeerd gezien wor den. Deze wrijving is gezond. Het gemeentelijk overheidsbestaan is, op den grondslag onzer wetgeving, biet anders mogelijk, maar ook, naar onze meening, geheel juist. Maar er is ook een andere wrijving In verschillende opmerkingen be speurt men een langs elkaar heen pra ten. Het is daar niet zoo zeer een prin cipieel verschil, dan wel een verschil over de beteekenis van cijfers, over de groepeering ervan. Deze wrijving is naar onze meening ongewenscht. Vooral om te duidelij ker te doen uitkomen het principieel verschil, zou het noodig zijn, dat de cijfer-groepeeering en de doelstelling zoo duidelijk aan het licht traden, dat verschil van opvatting uitgesloten ware. Daarvoor zijn twee dingen noodig. In de eerste plaats scheiding tus- schen exploitatie en kapitaalsdienst, of, zooals ook wel genoemd, gewoon en buitengewoon. Wil men een goed in zicht verkrijgen in de gemeentepoli tiek, dan moeten de bedrijven, en ook de verschillende gemeentediensten, de uitkomsten duidelijk laten spreken Dan moet niet alleen de begrooting een splitsing maken tusschen balans en winst- en verliesposten, maar dan moet ook de administratie op commer cieeien voet gevoerd worden. In de tweede plaats brengt het te genwoordige systeem van begrootings opmaking, waarbij men alleen raamt wat op het gegeven moment als vast staand plan bekend is, noodzakelijk mede, dat de eigenlijke lijn in de ge meentepolitiek ontbreekt. Nu is het voor een vlotte begrootingsopmaking wel gewenscht, dat men alleen met goed afgeronde gegevens, met wel overwogen denkbeelden kan werken. Men beschouwt dan de begrooting als een lijst van door den Gemeente raad toegestane credieten. Maar de begrooting is ook nog iets anders. De begrooting moet ook zijn een soort werkplan. Nu kan men ook dat werkplan af zonderlijk opmaken. Ook dat echter ontbreekt hier in Leiden. Urgentiesta- ten van werken zijn, voor zoover ons bekend, niet opgemaakt. Dit gebrek nu is naar het ons voor komt de ooyzaak van het tweede soort wrijving, dat in het afdeelingsonder zoek uitkomt. Dit heeft een bedenkelijken kant. Het is niet het College van Dagel. Bestuur, dat de lijn der gemeentepoli tiek aangeeft, maar de Raad. Voor den Gemeenteraad zijn er slechts twee middelen om die lijn aan te geven. Het eene middel is de be grooting, wanneer men althans in die begrooting iets meer ziet dan een lijst van credieten. Het tweede middel, het initiatief voorstel, is naar onze meening, onge wenscht en ook veelszins onmogelijk teK kanteeren. Onmogelijk te hanteeren omdat een raadslid in den regel, tijd, aanleg en grondslag-leggende gegevens mist voor een omlijnd voorstel. Ongewenscht omdat het Dag. Be stuur aangewezen is om' de voorstel len, die uit den boezem van den Raad opkomen, pasklaar te maken. Zoo moet, wanneer bij de begrooting de groote lijn verborgen blijft, het aangeven van de richting van de ge meentepolitiek wel terugvallen bij B. en W. Te bedenkelijker is dit, wanneer dat dan als het ware druppelsgewijze naar voren komt. Dan wordt de lijn geheel niet meer gezien. Dit nu is naar onze meening duide lijk merkbaar in het algemeen ver slag. Er is een niet begrijpen. Men vraagt en vraagt telkens weer, B. en antwoorden en verwijzen naar ant woorden, maar laten verder niets los. Misschien dat zij ook ze-f de lijn niet zien. Dat nu moet naar onze meening noodzakelijk veranderen. STADSNIEUWS. LEIDSCEE CHR. ORANJE VER- EENIGING. Gisteravond werd ter herdenking van het 18-jarig bestaan der L. Ohr. Oranjevereeniging, in het gebouw Pre diker een feestvergadering gehouden. Te 8 uur opende de Voorz. Ds. H Thomas de goed bezochte bijeenkomst met het doen zingen van Psalm 118:1 las een gedeelte van Rom. 13 en ging voor in gebed. In zijn openingswoord heette de voorzitter de aanwezigen hartelijk welkom, in 't bijzonder degenen die dezen avond hunne medewerking zul len verleenen in tegenstelling van zoo- velen die nooit anders als „rust" de mons treeren. De Leidsche Chr. Oranjevereeniging heeft thans den leeftijd van 18 jaar bereikt, een leeftijd waarop de volle manlijke kracht nog wel niet tot ge- heele ontwikkeling is gekomen, maar waarvan het begin er t-och is. Spr. heeft bij vroegere gelegenheden de Oranje Ver. wel eens vergeleken bij een jeugdig meisje, maar wil haar thans gaarne vergelijken bij een jonge man. Wij verheugen er ons over dat de Leidsche Chr. Oranje Ver. nu 18 jaar bestaat en dat zij in die reeks van jaren een plaats der eere in ons volksleven heeft mogen innemen, waarvan nog niemand haar verdron gen heeft. De bijeenkomsten, welke zij tot dusver heeft georganiseerd, behoo ren tot de beste van die soort. Met voldoening ziet spr. terug op den afgelegden weg en gewaagd van de vele zegeningen, door God aan de vereeniging geschonken. Met een enkel woord wijst spr. op de revolutionaire stroomingen in In- dië welke in de laatste weken tot uiting kwamen en wekt krachtig op, om ons met woord en daad tegen de ze revolutionaire woelingen te verzet ten. Ook wijdt spr. eenige woorden van waardeering aan den binnenkort vertrekken den burgemeester Jhr. Mr. N. C. de Gijselaar. In hem verliest de Oranjevereeni ging een goed vriend, die steeds war me belangstelling in de Ver. toonde. In hem verliest onze Koningin een 'barer vertrouwste en bekwaamste ver tegenwoordigers. Moge hij Gods rijken zegen in zijn verder leven ondervinden. Nadat spr. nog heeft meegedeeld* dat de Oranje Ver. thans een onder af deeling bezit, de Timbler-club, die zich tot doel stelt de feestavonden der Ver. op te luisteren, waarvan zij he denavond reeds blijk zal geven, besluit spr. zijn openingswoord. Hierna werd door de aanwezigen staande gezongen het le en 14e cou plet van het Wilhelmus. Als eerste prestatie werd door de Timbier club een tableau gegeven, voor stellende „De Soldaat" waarop een hartelijk applaus volgde. Nadat een goed strijkje onder leiding van den heer J. Plu zich had doen hoo ren en Mej. Roos op zeer verdienste lijke wijze eenige solo's had ten beste gegeven, verkreeg de heer D. Meyer, Hoofd der L.O. school Hioogl. kerkgr. bet woord, die een historische rade hield over „Onverbreekbare banden." Het was 24 Noveimber 1813 aldus spr. dat een troep van 200 kozak ken zich voor de Muiderpoort van Am sterdam vertoonde. Het was een bewogen tijd, waarbij spr. zijn gehoor bepaalde; het verblij dend bericht dat Napoleon hij Leipzig geslagen was, deed evenwel den moed in de harten der Nederlanders herle ven. De strijd voor vrijheid en recht zou opnieuw ontbranden. De Franschen werden verjaagd en de Pruisen ingehaald. Spr. schetste da Binnenland. Mr. R. B. Ledeboer, Advocaat-Gene raal bij den Hoogen Raad overleden. Mr. S. van Houten en zijn politieke vrienden scharen zich aan de zijde van den Vrijheidsbond. De candiaaatstelling voor de verkie zing van de Frov. Staten in Zuid-Hol land bepaald op 6 April 1927. Buitenland. In Zuid-Wales zijn de onderhande lingen over een districtscontract mis lukt. De verkoop van steenkool in Enge land wordt weer vrijgelaten, alleen de uitvoer nog niet. Aardverschuivingen bij Nice. De gevolgen der stabilisatie voor den Belgischen handel en industrie. blijdschap der bevolking toen daar, d© door weer en wind geharde en ruwe kozakken, voor de poort van Amster dam verschenen. Geheel welkom wa ren ze niet, want hun roofzucht was voor de inwoners een verschrikking. Maar zij telden 1 kozak meer als 10 Franschen en daarom zag men veel door de vingers. Amsterdam ging aan de spits tot t uitroepen van Oranje en op den- be- faamden 24en Nov. werd de geliefde Oranjevlag in eere hersteld. Allengs wapperde van tofen tot toren de vlag. Maar waar bleef bij dit alles Oranje? Twee gezantschappen werden uitge zonden om den zoon van stadhouder Willem V in zijn ballingschap op te zoeken Een ging naa'r Pruisen, het andere naar Londen. Men wist het ver blijf van den Prins niet me-, zekerheid 0\p 21 November 1S13 stapten twee heeren tè Londen aan wal, n.l. Jacob Vogel en Perponcbier, en begaven zich naar des Prinsen verblijf. Oranje verklaart zich bereid onmid dellijk naar Holland terug te keeren. Uitvoerig wordt de aftocht uit Enge land en de aankomst te Scheveningen beschreven. Zegevierend komt de Prins van Oranje te den Haag aan. Nederland en Oranje zijn hereenigd. De hand tusschen beiden blijkt on verbreekbaar te zijn. Toen op 12 November 1918, Troel-* stra zijn befaamde revolutierede hield, was er in ons land groote beroering en ontsteltenis. Was het volk te ver trouwen; kon op het leger worden ge rakend? Ja, ook toen toonde ons volk met onverbreekbare banden aan Oranje ge bonden te zijn. De regeering week niet terug. Door de revolutionaire actie werd de aanhankelijkheid aan Oranje versterkt. Op 18 November, dus^zes dagen later werd onze geliefde vor stin door het Nederlandsobe Volk op het Malieveld te den Haag gehuldigd, als nooit te voren. Vergeet aldus spr. omze mooie historie niet, weest Christelijk histo risch; weest antirevolutionair. En als nog weer eens een Troelstra of een de Visser zouden grijpen naar het bewind laten wij dan tooften met onverbraek- bare banden aan het huis van Oranje gebonden te zijn. Oip deze mooie en met gloed uitge sproken rade, volgde een dankbaar ap plaus, wgariia de voorzitter den spre ker in hartelijke bewoordingen dank bracht voor zijn bereidwilligheid om op dezen avond een stuk van onze mooie historie te doen hooren, en voor al voor de wijze waarop hij zich van die taak heeft gekweten. Hierna volgde een samenspraak, welke bij de aanwezigen goed in den smaak viel en werden vervolgens door Mej. Roos nog eenige liederen gezon gen, waarna de voorzitter met een kort woord allen, die tot het welsla gen van deze feesüvergadering had den meegewerkt, hartelijk dank zeide. Ds. Thomas ging voor in dankgebed en liet daarna de vergadering staan de zingen het 2e en 4e coupled" van ons Wilhelmus. Het was een mooie avond, waarop het bestuur van onze Leidsche Ghr. Oranjevereeniging met tevredenheid mag terugzien. OPENBARE LEESZAAL ,REUV13NS" Gistermiddag is de ledenvergade ring der Openbare «Leeszaal en Biblio theek „Reuvens" gehouden. De presidente, Mevr. Prof. Dr. J. P. KuenenWicksteed, opende de ver gadering en gaf daarna het woord aan den secretaris, den heer A. A Rijn- bach, tot het voorlezen van de nptVr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1