CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS
Recht en barmhartigheid.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
ZATERDAG 20 NOVEMBER 1926
NUMMER 198?
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Pet kwartaal I 2.50
Per week i 0.19
Franco per post per kwartaal 1 2.90
BUREAU: Hooigracht 35'
Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
Dit nummer bestaai uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
„Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en
Zijne' gerechtigheid" zoo beveelt ons
Jezus in de bergrede. Al ons streven
behoort er op gericht te zijn, dat God
alom als Koning erkend worde en Zijn
recht tot gelding korhe in het leven
van enkeling en gemeenschap.
Ook, ja juist op onzen Ghristelijk-
socialen strijd is dit woord van toepas
sing Hier vooral moet tot uitdrukking
komen, dat de strijd dien wij voeren
een rechtsstrijd is, dat het niet gaat
om de macht, maar om de zegepraal
van het recht.
Natuurlijk kan hier alleen maar
sprake zijn van het recht, dat de on
derlinge verhoudingen der menscihen
beheers ohen moet. Tegenover God
kunnen wij geen recht laten gelden en
heeft ook de „alenheiligste" onderons
alleen maar recht op de eeuwige ramp
zaligheid. Dagelijks wordt het recht
Gods door onze zonden geschonden en
wij kunnen niet andersdan Gods
barmhartigheid over ons inroepen.
Het ware evenwel een schromelijke
begripsverwarring indien wij hieruit
de conclusie trokken, dat ook in het
maatschappelijke leven van geen recht
sprake zou kunnen zijn. Trouwens, in
de practijk weet ieder mensoh wel.
wanneer hem onrecht wordt aange
daan en staat hij er op zijn tijd op,
het hem toekomende te ontvangen.
Dit is ook in overeenstemming met
de Schrift. De arbeider is zijn loon
waardig, zoo lezen wij, en de apostel
Jacobus zegt, dat het loon der werk
lieden, dat verkort is. roept tot den
Heere Zebaöth. 0*ok al zouden de ar
beiders zelf niet roepen, clan nog
schreit het onrecht hun aangedaan,
ten hemel.
Het recht moet de arbeidsverhou
dingen beheerschen.
Van. hoe groote beteekends evenwel
het recht is in de maatschappij, het
is niet voldoende. Want de rechtvaar
digheid heeft in hoofdtaak negatieve
beteekenis: zij bewerkt dat de men-
schen elkaar niet schaden en benadee-
len, maar nog niet, dat zij elkaar
helpen.
Voor een goede inrichting der maat
schappij is, zoo leerde reeds de Mid-
deleeuwsche wijsgeer Thomas van
Aquino, behalve de rechtvaardigheid
ook de liefde noodig. Ook de Heidelb.
Catechismus wijst hierop bij de behan
deling van de Wet des Heeren. God
verbiedt in het achtste gebod niet
slechts het stelen, doch tevens gebiedt
Hij in dit gebod „dat ik mijns naasten
nut, waar ik kan en mag bevordere;
met hem al zoo handel e, als ik wilde,
dat men met mij handelde."
Het recht moet alzoo aangevuld, van
zijn scherpte ontdaan worden door het
zachte en welwillende, dat in de liefde
ligt.
Men zou deze synthese van recht
vaardigheid en naastenliefde billijk
heid kunnen noemen. De billijkheid ls
het door de barmhartigheid getemper
de recht. Zij houdt meer dan de strik
te rechtvaardigheid rekening met de
omstandigheden, zij is soepeler en men
schelijker.
Op deze twee grondzuilen, recht en
barmhartigheid, rust de Christelijke
maatschappij-opvatting.
Jezus heeft deze waarheid treffend
geillustreerd door de gelijkenis van de
arbeiders in den wijngaard (Matth. 20
vs. 1—16).
Een heer des huizes gaat in acn
vroegen morgen uit om arbeiders in
zijn wijngaard te huren. Hij komt met
hen overeen voor één penning 's daags.
Een penning of denarius, in ons geld
ongeveer 15 cent, was in dien tijd een
voldoend dagloon, gelijk we ook uit de
geschriften der Romeinsche schrijvers
weten.
Omstreeks 9 uur 's morgens gaat de
heer des huizes weer naar de markt
en neemt weer andere losse arbeiders
aan, eveneens om 12 uur 's middags,
om 3 uur, ja zelfs om 5 uur, terwijl
om 6 uur de dagtaak is afgeloopen.
Als des avonds de rentmeester of
opzichter overeenkomstig de instruc
ties van z'n patroon 't loon uitbetaalt,
roept hij eerst de arbeiders die het
laatst aangenomen zijn en zoo vervol
gens, en geeft hun allen één penning.
De arbeiders die het eerst aangeno
men zijn beginnen te morren; zij heb
ben den last en de hitte dés 'daags
g-e I ragen en ontvangen toch niet meer
dan degenen die slechts één uur ge
werkt hebben.
Dan wijst de heer des huizes hen op
de overeenkomst die zij met hem aan
gegaan hadden en zegt hij is het
mij niet geoorloofd met het mijne te
doen wat ik wil?
Wat is de bedoeling van deze laatste
woorden? Is hier de werkgever aan
het woord, die geen medezeggenschap
duldt? Doch dan had hij met hengeen
overeenkomst aangegaan, dat zij één
penning 's daags zouden ontvangen.
Neen, hier is nfet de willekeur aan
't woord, doch hier speekt de patroon,
diie aan de rechtvaardigheid de barm
hartigheid paart. Hij begrijpt dat ook
die werkloozen, die hij het laatst aan
genomen heeft, een gezin to verzorgen
hebben en met deze omstandigheid
houdt hij rekening bij de bepaling van
het loon.
Loon naar arbeid, dit is een recht
vaardige stelregel, waar niemand iets
tegen in kan brengen.
Maar loon naar behoefte is mensche
lijker, is Christelijker. Arbeid is geen
koopwaar, maar zij is het middel voor
den arbeider om in de behoeften van
zich en zijn gezin te kunnen voorzien.
OWij moeten tot onze spijt de arti
kelen verleden week aangevangen een
week onderbreken).
V Een belangrijk ambt.
De Aneta telegraïmmen uit Indië
brachten óns deze week naast de bij
zonderheden over de communisten on
lusten op Java ook het volgende sim
pele' bericht.
De Volksraad heeft met 20 tegen 6
stemmen de post tot vestiging van een
gecommitteerde voor Indische Zaken
bij het Departement van Koloniën aan
genomen.
Zooals het bericht er uit ziet zou nie
mand er achterzoeken het begin van
de vestiging van een zeer belangrijke
instelling.
Wanneer straks de bestuürshervor-
miing in Indië geiheel is doorgevoerd,
worden zeer voomame zaken, die nu
de Volksvertegenwoordiging in Neder
land moeten passeeren, in Indië afge
daan.
Dé band met hét moederland wordt
daardoor losser.
Gevolg hiervan is weer dat ook het
contact dat nu vaak noodgedwongen
toch nuttige vrucht afwerpt, dan op
andere wijze moet tot stand komen.
Zoo verleende tot heden het Depar
tement van Koloniën bemiddeling
voor de aanwerving van personeel
voor Indië. Wanneer straks begro
tingsaangelegenheden en ook meer in
terne zaken geheel in Indië worden
afgedaan, zal de bemiddeling van het
Departement steeds minder bevredi
ging schenken.
Reeds nu wordt in Indië meermalen
geklaagd over de weinig doeltreffend
heid van de voorbereidingen hier ge
troffen.
Geen wonder, wie een of meerjaren
niet in Indië geweest is, kan niet met
volledige kennis van zaken meer oor
deel en.
Verschillende van die voorbereiden
de werkzaamheden zal nu straks die
gecommitteerde van het Departement
van Koloniën overnemen.
Hij zal voorts de rechtstreeksche
schakel zijn tusschen het bestuur daar
en hier. Zoo iets als het verkeer via
een gezant bij een buiten lands ch Hof.
Natuurlijk zal hij niet de absoluut
noodzakelijke verbindingsschakel tus-
schen Minister en Gouverneur-Gene
raal zijn, maar zal er een rechtstreek
sche briefwisseling tusscben deze twee
bewindslieden blijven.
Wij zullen de nadere bijzonderheden
moeten afwachten, welke straks, nu
het voorstel den Volksraad gepasseerd
is, bij een z.g.n. Indische brief aan den
Minister, voor nader overleg met de
Volksvertegenwoordiging, zullen wor
den medegedeeld.
Hioe echter die bijzonderheden ook
zullen luiden, dit is zeker dat deze
functie niet alleen een geheel nieuwe
maar ook een zeer belangrijke zal zijn.
STADSNIEUWS.
DIRK SCH3FER.
Schafer is een groot kunstenaar.
Zoekt men uit al de pianisten met een
wereldvermaardheid de vijf besten,
dan behoort Sohafer onder hen. Onbe
grijpelijk is de veelzijdigheid van de
zen kunstenaar. Voor twee jaren gaf
hij hier op onovertroffen wijze een
Beethoven-programma; verleden jaar
kon men zich afvragen of wel iemand
beter gedisponeerd is om Choipin te
vertolken. Maar met dezelfde gevoelig-
artistieke verdieping speelt hij ook De
bussy of Ravel. De verfijnde gratie
van de 18de eeuwsehe Fransche com
ponisten is hem niet vreemd.
Het komt van zijn allesdoordringen
de muzikaliteit, zijn zielkundig begrip,
zijn intuïtie die de snaren van zijn
ziel stemt op die van andere groote
kunstenaars, tot welk ras of tijdperk
zij ook hehooren. En deze muzikaliteit
heeft een alvermogende pianistische
techniek tot haar beschikking. Wat
zou het voor Schafer gemakkelijk zijn,
door zijn technische bravour zich het
goedkoope succes der op sensatie be
luste menigte te verwerven. Maar hij
doet het niet; daarvoor is hij te veel
kunstenaar. Hij is innerlijk te voor
naam, om niet het beste te geven, wat
hij geven kan. Zijn stijlgevoel be-
heersciht zijn programma en niet de
zucht naar daverend handgeklap
dat hem tóch ten deel valt.
Hij voedt op; hij schept een muzika
le sfeer van warmte en sublieme
schoonheid. Zoo klaar is zijn spel, zoo
tintelend, zoo levend. Men voelt de
superioriteit van een grooten geest,
van iemand die zeldzaam begenadigd
is en zijn schatten als een koning rond
zich strooit, innerlijk blij dat hij dat
doen mag.
Zijn porgramima was ditmaal zeer
varieerend. Begonnen werd met een
Fantasie van Handel, een werkje van
parelende coloratuur, juist geschikt
om de afwachtende houding van het
publiek te stemmen tot een: „Zie zoo,
nu zij» we op dreef om te luisteren.
Begin maar!" Er is een sfeer gescha
pen, waarin men zich geheel aan den
kunstenaar overgeeft.
En in' die sfeer wordt nu „Soeur
Monique" van Couperin gespeeld. Fran
Qois Couperin was de beroemde clave-
cymbalist van Lodewiik XIV. En men
voelt hoe Schaf er in Couperin's werk-
ie het klavier als een clavecymbel be
handelt. We hooren die fijnparelende
melodieën, gracieus, teer-omrankt van
de lichte aceoorden, precieus versierd
met vöorslagjes en trillertjes, klaar en
toclh in eigenaardig weemoedig timbre
alles om/waasd in een fijnen nevel. Is
het een re]igieuize mijmering* is het
een verheimelijkte liefdesdroom, waar
aan „Soeur Monique" zich overgeeft?
In dit poëtisch werkje raakt het eene
het andere.
Vraagteekens behoeven we niet te
stellen bij Mozarts Duport-variaties,
een thema, dat wordt opgezet en in
allerlei variaties terugkeert; een ziel,
die zich gelukkig gevoelt en op aller
lei. wijzen dat geluk verklankt. Geen
spoor van weemoed, van nevelachtig
heid in dit werk van Mozart. Alles is
open hemel. Veel klaarder, helderder,
klinkt hier het zangthema, telkens op
nieuw uiteresponnen tot een klokjes-
spel, een harpgetokkel van precieuze
fijnheid, van zeldzame gratie. En dan
moet men Sohafer dat gefigureerde
werk met al die tintelende arabesken
en ragfijne versieringen zien spelen.
Het is alsof alles vanzelf gaat, of daar
nooit eenige studie aan voorafgegaan
is. Het is spel vóór hem, omdat hij
de techniek zoo buitengewoon be-
heerscht. En dat wonderlijk eenvou
dige van zijn wijze van spelen, zoo
zonder uiterlijke beweging, wijst juist
op de groote innerlijkheid van zijn
spel. Het leeft alles van binnen uit.
Dat bemerkt men ook zoo duidelijk
bij de Sonate op 2 No. 3 van Beet
hoven.
Nu komt er soms eenjjge uiterlijke
bewogenheid in Schafers houding
voor 't klavier maar een bewogen
heid, die door het aanvoelen van Beet
hovens bewogen ziel wordt veroor
zaakt.
Welk een contrast met Mozarts va
riaties. Alles is kracht, overmoed in
het Allegro van Beethovens Sonate.
Welk een rijkdom van donkere har
monieën; welk een storm van strijd.
Men staat perplex, dat het stugge in
strument onder de hand van den kun
stenaar zoo'n rijkdom van registers
krijgt. Terwijl de linkerhand allerlei
donkere en onheilspellende klanken-
groepen oproept, springt plotseling nit
de rechterhand een parelend motief tg
voorschijn en het jubelt als een licht
straal door de duisternis, zooals op
een schilderij van Rembrandt. Scha
ter weet zijn instrument te doen zin
gen en dan weer schijnt het één lang
aangehouden duister gedreun voort te
brengen.
Een prachtig Adagio volgt op het
Allegro: weemoedig, elegisch met plot
selinge opstuwingen van verzet tegen
het lot en dan weer wegmijmeren in
droef berusten. Dan 'n bewogen Scher
zo en eindelijk het Allegro assai, dol,
overmoedig soms, In het midden een
heerlijk, eenvoudig thema in majeur-
steimiming, in mineur overgenomen
door de bassen, meer triomfeerend in
de hoogte. Alles beëindigd door een
passage van lange fluittrillers. Geheel
Beethoven uit zijn eerste periode, die
bijwijlen nog slechts een intuïtief voor
gevoel bezit van de smart, die over
zijn leven zal komen, doch die voor-
loopig nog blijft toeven in de sfeer
van jonge vreugde en hoopvol ver
wachten.
Na de pauze eerst, een Intermezzo
van Schumann, geïnspireerd op de ge
dachte „Medne Ruh' ist hin" jhet droe
vige lied van Gretchen uit Goethe's
Faust. Hartstocht, vertwijfeling ken
merken dit werkje; welk een drang in
de stuwing der accoorden. Schumann
werd recht gedaan. Daarna zag Sahft-
fer kans een vrij dor Intermezzo van
Braihims leven in te blazen, welke com
positie gevolgd werd door twee Wal
sen van Brahms.
In 't algemeen is Brahms ons te ce
rebraal, te professoraal, vooral in zijn
grootere werken. In zijn kleinere wer
ken toont hij meer zijni ziel, n.l. in zijn
liederen en kleinere instrumentale
stukken. Maar dan is hij door zijn
mollige, weeke accoorden niet vrij te
pleiten van zekere sentimentaliteit.
Het ligt niet aan Sohafer, dat wij
voor deze muziek niet veel voelen.
Maar toen gaf hij Ghopins „Fanta
sie Impromptu op. 66. Dat is werk
voor Schafer! Aan Ohopin kan hij de
poëtische intenties van zijn ziel ver
tolken: dwepende melancholie van
Ghopins Romaansch-Slavische ziel; de
zielsmelodieën van een mensch die vol
ls van heimwee, diepe mijmerende
Verzuchtingen om geluk En deze soms
kreunende melancholie van een zeld-
zaïmen adel, van een fijnheid van ex
pressie, van een sierlijke grandezza
als slechts te verwachten zijn bij een
componist, die de edelste trekken van
den Fransohman en den Pool in zich
vereenigd heeft. Een sprake is deze
Fantasie, een sprake van schoonheid
en verlangen en liefde,
En weer vinden we die ragfijne ge
voel snuancus terug in de Mazurka op.
33 No. 4, ijl als het spinsel van herfst
draden, zijig glinsterend onder het
voortzweven door de opalen atmosfeer
van een zonnigen Octoberdag. Een ge-
lispel ais van het riet langs de oevers
der Mazurische meren, de Slavische
volksmelodieën verpuurd tot 'n droom
van subtiele schoonheid.
In zekeren zin een tegenstelling
vormt daarmee de Valse op. 43. Een
wonderlijke sensatie geeft dit werk,
alsof de speler een verhaal vertelt,
een epos, dat zich verheft tot 'n harts
tochtelijke spanning.
De zaal was jammer genoeg zeer
matig bezet; maar de aanwezigen ga
ven herhaaldelijk blijk van hun dank
bare waardeering. Na het Ghopinspel
verhief het applaus zich tot een ovatie
Schafer gaf een toegift. Was het een
werkje van Chopin of van hem
zelf? Vermoedelijk het laatste. Maar
hoe het zij, het was van zeldzaam fijn
en voornaam gehalte: een droom: wee
moedig, mijmerend, 'n stille verrukte
klacht, innig merischelijk.
Zelf vergeten speelde de componist
voort, geheel zijn ziel uitstortend. En
toen de laatste accoorden verzweefd
waren, duurde het geruimen tijd voor
het applaus loskwam. Er was voel
bare spanning in de zaal.
Schafer is een geniaal kunstenaar;
maar hij moet bovenal een goed en
edel mensch zijn.
UITVOERING VAN OUD-HOLLAND-
SCHE MUZIEK.
Op Dinsdag 30 November wordt in
de Stadsgehoorzaal een uitvoering ge
geven van onbekende Oud-Hol!, mu
ziek. Deze is de voortzetting van de
uitvoering in Februari j.l. onder lei
ding van onzen stadgenoot den heer
Hovy en bedoelt dus propaganda voor
het Oud-Holl. lied. All© dichters uit
•Neerland® bloeitijd (op weinige uit
zonderingen na) hebben een groot aan
tal liederenteksten gemaakt, die tot
nu toe voor ons onbekend zijn. Dien
avond kunnen wij Starter, Breder ode,
Cauiphuizien, Luylken en andere dich
ters beluisteren met de muziekdoor
benzeiven voor him liederen bestemd.
Die liederen werden druk gezongen;zij
leefden destijds in het volk, zij maak
ten een deel uit van hun zieleleven.
Dit zieleleven weer te bénaderen, is
het streven van het Leidsch a Gapel-
lakoor, dat zich met grooten ijver op
deze zware taak heeft geworpen Laten
wij hopen, dat het ook thans geen on
dankbare taak zal blijken te zijn.
Toen in Mei j.l. in den Haag een
uitvoering werd gegeven, schreef o.a.
de Haags che Courant:
„Wat wij hoorden gaf ons den in
druk, dat hier een ernstig, wetenschap
pelijk en kunstzinnig vorsoher aan 't
werk is geweest, wien ook de verdere
propaganda voor het langs den moei
lijken weg van het muziekhistorisch
onderzoek gevondene is toevertrouwd
De liederen, die het programma
bevatte, werden naar de letter, en voor
al naar den geest, voortreffelijk ver
tolktWat wij hoorden was uiter
mate belangrijk en onbekendDe
harmonisatie verraadt overal gedis-
tingeerden muzikalen smaak en dege
lijke vakkennis.. Mej. de Haas maak
te met haar spel een voortreffel ijken
indruk."
Het batig saldo van dien avond komt
ten goede van de Vereeniging voor
Christelijke Gezondheid- en Vacantie-
koioniën in Nederland, Afd. Leiden.
Deze vereeniging stelt zich ten doel
kinderen, onverschillig van welke
Gewone advertentiSn per regel 2?/> cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel teriel
Bij contract, belangrijke reductie#
Kleine advertentiSn bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst a<£ 40 cent.
Binnenland.
Dr. J. Brinkman gaat tot een ande
ren staat des levens over.
Een der Directeuren Holl. Handels
bank te Haarlem, gearresteerd.
Buitenland
De coniereniib der Britsohe mijn-
werkezsgedelegeerden aanvaardt een
resolutie van Zuid-Wales, waaittn den
districten geadviseerd wordt onmid
dellijk over distrirftsregelingen te on
derhandelen.
school in de gelegenheid te stellen een
tijdlang in gezonde streek te vertoeven
Er bestaat dus een dubbele prikkel
om deizen avond te bezoeken, eensdeels
om deze mooie muziek te beluisteren,
anderdeels om de Vereeniging in haar
streven te steunen.
Welwillende medewerking is toege
zegd van Mej. Kors wagen, sopraan en
van den heer Spendel, (bas) alsmede
van de dames de Haas en Spendel, pi
ano, allen hier ter stede.
Gaarne willen wij van onzen kant'
het publiek aansporen dezen avond te
bezweken. Wij schreven destijds over
de uitvoering van 15. Februari j.l.:
„Uit alles proefde men den echten
oud-Hollandschen geest.Deze avond
bracht ons in contact met de ziel on
zer zingende voorvaderen."
Het bijwonen van deze uitvoering
wordt ten warmste aanbevolen door
Prof. P. J. Blok, 'door de Afdeeling
Leiden van 't Algemeen Nederlandsch
Verband en door de Leidscke afdee
ling van het Diets che Studentenver
bond.
LEIDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN
WELDADIGHEID TER VOORKO
MING VAM VERVAL TOT
ARMOEDE.
Gisteravond had in een der zalen
van het Nutsgehouw, Steenschuur de
algemeene jaarlijksche vergadering
plaats onder voorzitterschap van mr.
P. A. Pijnacker Hordijk.
Na een kort openingswoord van den
voorzitter werden door den secretaris,
den heer D. Kaumans, de notulen van
de vorige algemeene vergadering gele
zen en onveranderd vastgesteld.
Daarna kwam de bestuursverkie
zing aan de orde. Aftredenden waren
prof. dr. L. Knappert en mr. P. E.
Brièt. Prof. Knappert, die niet te ver
gadering was, had te kennen gegeven
niet weder voor een herbenoeming in
aanmerking te willen komen.
Mr. Briët werd bij acclamatie her
benoemd en liet zich deze herbenoe
ming welgevallen. In de vacture van
prof. Knappert werd niet onmiddellijk
voorzien. Wel werd. een candidaat ge
noemd, doch de voorzitter wilde dezen
vooraf eerst nog eens polseü in ver
band met de functie den nieuw be
noemde toegedacht.
Hierna bracht de secretaris het jaar
verslag uit, loopende van 1 Juli 1925
tot 30 Juni 1926. De Maatschappij zet
te ook in. dit werkjaar haar arbeid op
de gewone wijze voort en zij ontving
weder talrijke dankbetuigingen van
de ondersteunden. Hoe noodig de hulp
dikwijls is en hoe deze meestal ge
waardeerd wordt, weten zij het best,
die de ondersteunden - bezochten met
hen spraken en hun wensohen en be
hoeften zooveel mogelijk hebben bevre
digid. Allen, die door hun lidmaat
schap het werk der Maatschappij heb
ben gesteund, bracht het bestuur hier
bij zijn dank.
In het .hoofdbestuur der Mij. kwam
dit jaar geen verandering.
De Mij. had dit jaar het overlijden
te betreuren van den heer A. J. Le-
vingstone, lange jaren een getrouw me
dewerker. Nog een oude getrouwe
heeft de Mij. door den dood verloren»
n.l. den heer I. Westdijk, die 5 Nov.
j.l. zijn 50-jarig jubileum als boekhou
der had kunnen vieren, indien hem
het leven was gespaard. Hij overleed
op 13 April van dit jaar. In zijn plaats
is door het hoofdbestuur benoemd de
heer Th. Heemstra.
Aan contributies en giften kwam dit
jaar bannen f1421.30 (v.j. f1450). Aan
„Pauvres bonteux" werd uitgekeerd
f800 (v.j. f525). Aan onderwijs (school
geld, leermiddelen, bijzondere lessen
enz.) is uitgegeven f 630.42 v.j. f 257.08)
Aan geneeskundige hulp, versterken
de middelen is uitgekeerd f265, tegen
f205 in het vorige werkjaar.
D© gewone ondersteuningen bedroe
gen dit jaar f5717.86. uitgekeerd aan
101 gezinnen. Het vorig jaar werd aan
68 gezinnen f 3782.30 uitgekeerd. Door
het groot aantal nieuwe aanvragen
om ondersteuning vorderde bet ander-
zoek veel tijd, waar immers ook de
oude aanvragen weer moesten worden
nagegaan. De Armenraad beeft bij dit