CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS Recht en barmhartigheid. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. ZATERDAG 20 NOVEMBER 1926 NUMMER 198? ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Pet kwartaal I 2.50 Per week i 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 BUREAU: Hooigracht 35' Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Dit nummer bestaai uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. „Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijne' gerechtigheid" zoo beveelt ons Jezus in de bergrede. Al ons streven behoort er op gericht te zijn, dat God alom als Koning erkend worde en Zijn recht tot gelding korhe in het leven van enkeling en gemeenschap. Ook, ja juist op onzen Ghristelijk- socialen strijd is dit woord van toepas sing Hier vooral moet tot uitdrukking komen, dat de strijd dien wij voeren een rechtsstrijd is, dat het niet gaat om de macht, maar om de zegepraal van het recht. Natuurlijk kan hier alleen maar sprake zijn van het recht, dat de on derlinge verhoudingen der menscihen beheers ohen moet. Tegenover God kunnen wij geen recht laten gelden en heeft ook de „alenheiligste" onderons alleen maar recht op de eeuwige ramp zaligheid. Dagelijks wordt het recht Gods door onze zonden geschonden en wij kunnen niet andersdan Gods barmhartigheid over ons inroepen. Het ware evenwel een schromelijke begripsverwarring indien wij hieruit de conclusie trokken, dat ook in het maatschappelijke leven van geen recht sprake zou kunnen zijn. Trouwens, in de practijk weet ieder mensoh wel. wanneer hem onrecht wordt aange daan en staat hij er op zijn tijd op, het hem toekomende te ontvangen. Dit is ook in overeenstemming met de Schrift. De arbeider is zijn loon waardig, zoo lezen wij, en de apostel Jacobus zegt, dat het loon der werk lieden, dat verkort is. roept tot den Heere Zebaöth. 0*ok al zouden de ar beiders zelf niet roepen, clan nog schreit het onrecht hun aangedaan, ten hemel. Het recht moet de arbeidsverhou dingen beheerschen. Van. hoe groote beteekends evenwel het recht is in de maatschappij, het is niet voldoende. Want de rechtvaar digheid heeft in hoofdtaak negatieve beteekenis: zij bewerkt dat de men- schen elkaar niet schaden en benadee- len, maar nog niet, dat zij elkaar helpen. Voor een goede inrichting der maat schappij is, zoo leerde reeds de Mid- deleeuwsche wijsgeer Thomas van Aquino, behalve de rechtvaardigheid ook de liefde noodig. Ook de Heidelb. Catechismus wijst hierop bij de behan deling van de Wet des Heeren. God verbiedt in het achtste gebod niet slechts het stelen, doch tevens gebiedt Hij in dit gebod „dat ik mijns naasten nut, waar ik kan en mag bevordere; met hem al zoo handel e, als ik wilde, dat men met mij handelde." Het recht moet alzoo aangevuld, van zijn scherpte ontdaan worden door het zachte en welwillende, dat in de liefde ligt. Men zou deze synthese van recht vaardigheid en naastenliefde billijk heid kunnen noemen. De billijkheid ls het door de barmhartigheid getemper de recht. Zij houdt meer dan de strik te rechtvaardigheid rekening met de omstandigheden, zij is soepeler en men schelijker. Op deze twee grondzuilen, recht en barmhartigheid, rust de Christelijke maatschappij-opvatting. Jezus heeft deze waarheid treffend geillustreerd door de gelijkenis van de arbeiders in den wijngaard (Matth. 20 vs. 1—16). Een heer des huizes gaat in acn vroegen morgen uit om arbeiders in zijn wijngaard te huren. Hij komt met hen overeen voor één penning 's daags. Een penning of denarius, in ons geld ongeveer 15 cent, was in dien tijd een voldoend dagloon, gelijk we ook uit de geschriften der Romeinsche schrijvers weten. Omstreeks 9 uur 's morgens gaat de heer des huizes weer naar de markt en neemt weer andere losse arbeiders aan, eveneens om 12 uur 's middags, om 3 uur, ja zelfs om 5 uur, terwijl om 6 uur de dagtaak is afgeloopen. Als des avonds de rentmeester of opzichter overeenkomstig de instruc ties van z'n patroon 't loon uitbetaalt, roept hij eerst de arbeiders die het laatst aangenomen zijn en zoo vervol gens, en geeft hun allen één penning. De arbeiders die het eerst aangeno men zijn beginnen te morren; zij heb ben den last en de hitte dés 'daags g-e I ragen en ontvangen toch niet meer dan degenen die slechts één uur ge werkt hebben. Dan wijst de heer des huizes hen op de overeenkomst die zij met hem aan gegaan hadden en zegt hij is het mij niet geoorloofd met het mijne te doen wat ik wil? Wat is de bedoeling van deze laatste woorden? Is hier de werkgever aan het woord, die geen medezeggenschap duldt? Doch dan had hij met hengeen overeenkomst aangegaan, dat zij één penning 's daags zouden ontvangen. Neen, hier is nfet de willekeur aan 't woord, doch hier speekt de patroon, diie aan de rechtvaardigheid de barm hartigheid paart. Hij begrijpt dat ook die werkloozen, die hij het laatst aan genomen heeft, een gezin to verzorgen hebben en met deze omstandigheid houdt hij rekening bij de bepaling van het loon. Loon naar arbeid, dit is een recht vaardige stelregel, waar niemand iets tegen in kan brengen. Maar loon naar behoefte is mensche lijker, is Christelijker. Arbeid is geen koopwaar, maar zij is het middel voor den arbeider om in de behoeften van zich en zijn gezin te kunnen voorzien. OWij moeten tot onze spijt de arti kelen verleden week aangevangen een week onderbreken). V Een belangrijk ambt. De Aneta telegraïmmen uit Indië brachten óns deze week naast de bij zonderheden over de communisten on lusten op Java ook het volgende sim pele' bericht. De Volksraad heeft met 20 tegen 6 stemmen de post tot vestiging van een gecommitteerde voor Indische Zaken bij het Departement van Koloniën aan genomen. Zooals het bericht er uit ziet zou nie mand er achterzoeken het begin van de vestiging van een zeer belangrijke instelling. Wanneer straks de bestuürshervor- miing in Indië geiheel is doorgevoerd, worden zeer voomame zaken, die nu de Volksvertegenwoordiging in Neder land moeten passeeren, in Indië afge daan. Dé band met hét moederland wordt daardoor losser. Gevolg hiervan is weer dat ook het contact dat nu vaak noodgedwongen toch nuttige vrucht afwerpt, dan op andere wijze moet tot stand komen. Zoo verleende tot heden het Depar tement van Koloniën bemiddeling voor de aanwerving van personeel voor Indië. Wanneer straks begro tingsaangelegenheden en ook meer in terne zaken geheel in Indië worden afgedaan, zal de bemiddeling van het Departement steeds minder bevredi ging schenken. Reeds nu wordt in Indië meermalen geklaagd over de weinig doeltreffend heid van de voorbereidingen hier ge troffen. Geen wonder, wie een of meerjaren niet in Indië geweest is, kan niet met volledige kennis van zaken meer oor deel en. Verschillende van die voorbereiden de werkzaamheden zal nu straks die gecommitteerde van het Departement van Koloniën overnemen. Hij zal voorts de rechtstreeksche schakel zijn tusschen het bestuur daar en hier. Zoo iets als het verkeer via een gezant bij een buiten lands ch Hof. Natuurlijk zal hij niet de absoluut noodzakelijke verbindingsschakel tus- schen Minister en Gouverneur-Gene raal zijn, maar zal er een rechtstreek sche briefwisseling tusscben deze twee bewindslieden blijven. Wij zullen de nadere bijzonderheden moeten afwachten, welke straks, nu het voorstel den Volksraad gepasseerd is, bij een z.g.n. Indische brief aan den Minister, voor nader overleg met de Volksvertegenwoordiging, zullen wor den medegedeeld. Hioe echter die bijzonderheden ook zullen luiden, dit is zeker dat deze functie niet alleen een geheel nieuwe maar ook een zeer belangrijke zal zijn. STADSNIEUWS. DIRK SCH3FER. Schafer is een groot kunstenaar. Zoekt men uit al de pianisten met een wereldvermaardheid de vijf besten, dan behoort Sohafer onder hen. Onbe grijpelijk is de veelzijdigheid van de zen kunstenaar. Voor twee jaren gaf hij hier op onovertroffen wijze een Beethoven-programma; verleden jaar kon men zich afvragen of wel iemand beter gedisponeerd is om Choipin te vertolken. Maar met dezelfde gevoelig- artistieke verdieping speelt hij ook De bussy of Ravel. De verfijnde gratie van de 18de eeuwsehe Fransche com ponisten is hem niet vreemd. Het komt van zijn allesdoordringen de muzikaliteit, zijn zielkundig begrip, zijn intuïtie die de snaren van zijn ziel stemt op die van andere groote kunstenaars, tot welk ras of tijdperk zij ook hehooren. En deze muzikaliteit heeft een alvermogende pianistische techniek tot haar beschikking. Wat zou het voor Schafer gemakkelijk zijn, door zijn technische bravour zich het goedkoope succes der op sensatie be luste menigte te verwerven. Maar hij doet het niet; daarvoor is hij te veel kunstenaar. Hij is innerlijk te voor naam, om niet het beste te geven, wat hij geven kan. Zijn stijlgevoel be- heersciht zijn programma en niet de zucht naar daverend handgeklap dat hem tóch ten deel valt. Hij voedt op; hij schept een muzika le sfeer van warmte en sublieme schoonheid. Zoo klaar is zijn spel, zoo tintelend, zoo levend. Men voelt de superioriteit van een grooten geest, van iemand die zeldzaam begenadigd is en zijn schatten als een koning rond zich strooit, innerlijk blij dat hij dat doen mag. Zijn porgramima was ditmaal zeer varieerend. Begonnen werd met een Fantasie van Handel, een werkje van parelende coloratuur, juist geschikt om de afwachtende houding van het publiek te stemmen tot een: „Zie zoo, nu zij» we op dreef om te luisteren. Begin maar!" Er is een sfeer gescha pen, waarin men zich geheel aan den kunstenaar overgeeft. En in' die sfeer wordt nu „Soeur Monique" van Couperin gespeeld. Fran Qois Couperin was de beroemde clave- cymbalist van Lodewiik XIV. En men voelt hoe Schaf er in Couperin's werk- ie het klavier als een clavecymbel be handelt. We hooren die fijnparelende melodieën, gracieus, teer-omrankt van de lichte aceoorden, precieus versierd met vöorslagjes en trillertjes, klaar en toclh in eigenaardig weemoedig timbre alles om/waasd in een fijnen nevel. Is het een re]igieuize mijmering* is het een verheimelijkte liefdesdroom, waar aan „Soeur Monique" zich overgeeft? In dit poëtisch werkje raakt het eene het andere. Vraagteekens behoeven we niet te stellen bij Mozarts Duport-variaties, een thema, dat wordt opgezet en in allerlei variaties terugkeert; een ziel, die zich gelukkig gevoelt en op aller lei. wijzen dat geluk verklankt. Geen spoor van weemoed, van nevelachtig heid in dit werk van Mozart. Alles is open hemel. Veel klaarder, helderder, klinkt hier het zangthema, telkens op nieuw uiteresponnen tot een klokjes- spel, een harpgetokkel van precieuze fijnheid, van zeldzame gratie. En dan moet men Sohafer dat gefigureerde werk met al die tintelende arabesken en ragfijne versieringen zien spelen. Het is alsof alles vanzelf gaat, of daar nooit eenige studie aan voorafgegaan is. Het is spel vóór hem, omdat hij de techniek zoo buitengewoon be- heerscht. En dat wonderlijk eenvou dige van zijn wijze van spelen, zoo zonder uiterlijke beweging, wijst juist op de groote innerlijkheid van zijn spel. Het leeft alles van binnen uit. Dat bemerkt men ook zoo duidelijk bij de Sonate op 2 No. 3 van Beet hoven. Nu komt er soms eenjjge uiterlijke bewogenheid in Schafers houding voor 't klavier maar een bewogen heid, die door het aanvoelen van Beet hovens bewogen ziel wordt veroor zaakt. Welk een contrast met Mozarts va riaties. Alles is kracht, overmoed in het Allegro van Beethovens Sonate. Welk een rijkdom van donkere har monieën; welk een storm van strijd. Men staat perplex, dat het stugge in strument onder de hand van den kun stenaar zoo'n rijkdom van registers krijgt. Terwijl de linkerhand allerlei donkere en onheilspellende klanken- groepen oproept, springt plotseling nit de rechterhand een parelend motief tg voorschijn en het jubelt als een licht straal door de duisternis, zooals op een schilderij van Rembrandt. Scha ter weet zijn instrument te doen zin gen en dan weer schijnt het één lang aangehouden duister gedreun voort te brengen. Een prachtig Adagio volgt op het Allegro: weemoedig, elegisch met plot selinge opstuwingen van verzet tegen het lot en dan weer wegmijmeren in droef berusten. Dan 'n bewogen Scher zo en eindelijk het Allegro assai, dol, overmoedig soms, In het midden een heerlijk, eenvoudig thema in majeur- steimiming, in mineur overgenomen door de bassen, meer triomfeerend in de hoogte. Alles beëindigd door een passage van lange fluittrillers. Geheel Beethoven uit zijn eerste periode, die bijwijlen nog slechts een intuïtief voor gevoel bezit van de smart, die over zijn leven zal komen, doch die voor- loopig nog blijft toeven in de sfeer van jonge vreugde en hoopvol ver wachten. Na de pauze eerst, een Intermezzo van Schumann, geïnspireerd op de ge dachte „Medne Ruh' ist hin" jhet droe vige lied van Gretchen uit Goethe's Faust. Hartstocht, vertwijfeling ken merken dit werkje; welk een drang in de stuwing der accoorden. Schumann werd recht gedaan. Daarna zag Sahft- fer kans een vrij dor Intermezzo van Braihims leven in te blazen, welke com positie gevolgd werd door twee Wal sen van Brahms. In 't algemeen is Brahms ons te ce rebraal, te professoraal, vooral in zijn grootere werken. In zijn kleinere wer ken toont hij meer zijni ziel, n.l. in zijn liederen en kleinere instrumentale stukken. Maar dan is hij door zijn mollige, weeke accoorden niet vrij te pleiten van zekere sentimentaliteit. Het ligt niet aan Sohafer, dat wij voor deze muziek niet veel voelen. Maar toen gaf hij Ghopins „Fanta sie Impromptu op. 66. Dat is werk voor Schafer! Aan Ohopin kan hij de poëtische intenties van zijn ziel ver tolken: dwepende melancholie van Ghopins Romaansch-Slavische ziel; de zielsmelodieën van een mensch die vol ls van heimwee, diepe mijmerende Verzuchtingen om geluk En deze soms kreunende melancholie van een zeld- zaïmen adel, van een fijnheid van ex pressie, van een sierlijke grandezza als slechts te verwachten zijn bij een componist, die de edelste trekken van den Fransohman en den Pool in zich vereenigd heeft. Een sprake is deze Fantasie, een sprake van schoonheid en verlangen en liefde, En weer vinden we die ragfijne ge voel snuancus terug in de Mazurka op. 33 No. 4, ijl als het spinsel van herfst draden, zijig glinsterend onder het voortzweven door de opalen atmosfeer van een zonnigen Octoberdag. Een ge- lispel ais van het riet langs de oevers der Mazurische meren, de Slavische volksmelodieën verpuurd tot 'n droom van subtiele schoonheid. In zekeren zin een tegenstelling vormt daarmee de Valse op. 43. Een wonderlijke sensatie geeft dit werk, alsof de speler een verhaal vertelt, een epos, dat zich verheft tot 'n harts tochtelijke spanning. De zaal was jammer genoeg zeer matig bezet; maar de aanwezigen ga ven herhaaldelijk blijk van hun dank bare waardeering. Na het Ghopinspel verhief het applaus zich tot een ovatie Schafer gaf een toegift. Was het een werkje van Chopin of van hem zelf? Vermoedelijk het laatste. Maar hoe het zij, het was van zeldzaam fijn en voornaam gehalte: een droom: wee moedig, mijmerend, 'n stille verrukte klacht, innig merischelijk. Zelf vergeten speelde de componist voort, geheel zijn ziel uitstortend. En toen de laatste accoorden verzweefd waren, duurde het geruimen tijd voor het applaus loskwam. Er was voel bare spanning in de zaal. Schafer is een geniaal kunstenaar; maar hij moet bovenal een goed en edel mensch zijn. UITVOERING VAN OUD-HOLLAND- SCHE MUZIEK. Op Dinsdag 30 November wordt in de Stadsgehoorzaal een uitvoering ge geven van onbekende Oud-Hol!, mu ziek. Deze is de voortzetting van de uitvoering in Februari j.l. onder lei ding van onzen stadgenoot den heer Hovy en bedoelt dus propaganda voor het Oud-Holl. lied. All© dichters uit •Neerland® bloeitijd (op weinige uit zonderingen na) hebben een groot aan tal liederenteksten gemaakt, die tot nu toe voor ons onbekend zijn. Dien avond kunnen wij Starter, Breder ode, Cauiphuizien, Luylken en andere dich ters beluisteren met de muziekdoor benzeiven voor him liederen bestemd. Die liederen werden druk gezongen;zij leefden destijds in het volk, zij maak ten een deel uit van hun zieleleven. Dit zieleleven weer te bénaderen, is het streven van het Leidsch a Gapel- lakoor, dat zich met grooten ijver op deze zware taak heeft geworpen Laten wij hopen, dat het ook thans geen on dankbare taak zal blijken te zijn. Toen in Mei j.l. in den Haag een uitvoering werd gegeven, schreef o.a. de Haags che Courant: „Wat wij hoorden gaf ons den in druk, dat hier een ernstig, wetenschap pelijk en kunstzinnig vorsoher aan 't werk is geweest, wien ook de verdere propaganda voor het langs den moei lijken weg van het muziekhistorisch onderzoek gevondene is toevertrouwd De liederen, die het programma bevatte, werden naar de letter, en voor al naar den geest, voortreffelijk ver tolktWat wij hoorden was uiter mate belangrijk en onbekendDe harmonisatie verraadt overal gedis- tingeerden muzikalen smaak en dege lijke vakkennis.. Mej. de Haas maak te met haar spel een voortreffel ijken indruk." Het batig saldo van dien avond komt ten goede van de Vereeniging voor Christelijke Gezondheid- en Vacantie- koioniën in Nederland, Afd. Leiden. Deze vereeniging stelt zich ten doel kinderen, onverschillig van welke Gewone advertentiSn per regel 2?/> cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel teriel Bij contract, belangrijke reductie# Kleine advertentiSn bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst a<£ 40 cent. Binnenland. Dr. J. Brinkman gaat tot een ande ren staat des levens over. Een der Directeuren Holl. Handels bank te Haarlem, gearresteerd. Buitenland De coniereniib der Britsohe mijn- werkezsgedelegeerden aanvaardt een resolutie van Zuid-Wales, waaittn den districten geadviseerd wordt onmid dellijk over distrirftsregelingen te on derhandelen. school in de gelegenheid te stellen een tijdlang in gezonde streek te vertoeven Er bestaat dus een dubbele prikkel om deizen avond te bezoeken, eensdeels om deze mooie muziek te beluisteren, anderdeels om de Vereeniging in haar streven te steunen. Welwillende medewerking is toege zegd van Mej. Kors wagen, sopraan en van den heer Spendel, (bas) alsmede van de dames de Haas en Spendel, pi ano, allen hier ter stede. Gaarne willen wij van onzen kant' het publiek aansporen dezen avond te bezweken. Wij schreven destijds over de uitvoering van 15. Februari j.l.: „Uit alles proefde men den echten oud-Hollandschen geest.Deze avond bracht ons in contact met de ziel on zer zingende voorvaderen." Het bijwonen van deze uitvoering wordt ten warmste aanbevolen door Prof. P. J. Blok, 'door de Afdeeling Leiden van 't Algemeen Nederlandsch Verband en door de Leidscke afdee ling van het Diets che Studentenver bond. LEIDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID TER VOORKO MING VAM VERVAL TOT ARMOEDE. Gisteravond had in een der zalen van het Nutsgehouw, Steenschuur de algemeene jaarlijksche vergadering plaats onder voorzitterschap van mr. P. A. Pijnacker Hordijk. Na een kort openingswoord van den voorzitter werden door den secretaris, den heer D. Kaumans, de notulen van de vorige algemeene vergadering gele zen en onveranderd vastgesteld. Daarna kwam de bestuursverkie zing aan de orde. Aftredenden waren prof. dr. L. Knappert en mr. P. E. Brièt. Prof. Knappert, die niet te ver gadering was, had te kennen gegeven niet weder voor een herbenoeming in aanmerking te willen komen. Mr. Briët werd bij acclamatie her benoemd en liet zich deze herbenoe ming welgevallen. In de vacture van prof. Knappert werd niet onmiddellijk voorzien. Wel werd. een candidaat ge noemd, doch de voorzitter wilde dezen vooraf eerst nog eens polseü in ver band met de functie den nieuw be noemde toegedacht. Hierna bracht de secretaris het jaar verslag uit, loopende van 1 Juli 1925 tot 30 Juni 1926. De Maatschappij zet te ook in. dit werkjaar haar arbeid op de gewone wijze voort en zij ontving weder talrijke dankbetuigingen van de ondersteunden. Hoe noodig de hulp dikwijls is en hoe deze meestal ge waardeerd wordt, weten zij het best, die de ondersteunden - bezochten met hen spraken en hun wensohen en be hoeften zooveel mogelijk hebben bevre digid. Allen, die door hun lidmaat schap het werk der Maatschappij heb ben gesteund, bracht het bestuur hier bij zijn dank. In het .hoofdbestuur der Mij. kwam dit jaar geen verandering. De Mij. had dit jaar het overlijden te betreuren van den heer A. J. Le- vingstone, lange jaren een getrouw me dewerker. Nog een oude getrouwe heeft de Mij. door den dood verloren» n.l. den heer I. Westdijk, die 5 Nov. j.l. zijn 50-jarig jubileum als boekhou der had kunnen vieren, indien hem het leven was gespaard. Hij overleed op 13 April van dit jaar. In zijn plaats is door het hoofdbestuur benoemd de heer Th. Heemstra. Aan contributies en giften kwam dit jaar bannen f1421.30 (v.j. f1450). Aan „Pauvres bonteux" werd uitgekeerd f800 (v.j. f525). Aan onderwijs (school geld, leermiddelen, bijzondere lessen enz.) is uitgegeven f 630.42 v.j. f 257.08) Aan geneeskundige hulp, versterken de middelen is uitgekeerd f265, tegen f205 in het vorige werkjaar. D© gewone ondersteuningen bedroe gen dit jaar f5717.86. uitgekeerd aan 101 gezinnen. Het vorig jaar werd aan 68 gezinnen f 3782.30 uitgekeerd. Door het groot aantal nieuwe aanvragen om ondersteuning vorderde bet ander- zoek veel tijd, waar immers ook de oude aanvragen weer moesten worden nagegaan. De Armenraad beeft bij dit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1