aan het zoekucht.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 19 NOVEMBER 1926
TWEEDE BLAD.
WR? DE BLADEN ZEGGEN.
De relletjes te Assen en de S.D.A.P.
De „N. R. Ct." maakt naar aanlei
ding van de door den Burgemeester
van Goor gesproken woorden da vol
gende rake vergelijking
Een lezer zendt ons net verslag van
een rede van den heer W. van den
Sluis, lid der Tweede Kamer en bur
gemeester van Goor, voorkomende in
het Nieuws- en Advertentieblad voor
Borne, Zenderen, Htrtme en Borner-
broek van 13 November. De rede was*
uitgesproken op Zaterdag 6 Novem
ber op een feestavond der afdeel ing
Borne van de S.D.A.P. en den Born-
schen Bestuurdersbond. In deze red ei
werd o.m. het werk der S.D.A.P. ge
schetst en daarbij laat het verslag den
spreker het volgende zeegen over dei
ontwapeningsbeweging aer S.D.A.P.
en de relletjes te Assen:
„De ontwapening b.v. die komt zooi
vast als 2x2 4. Deze eisoh is ook
reeds doorgedrongen tot de kerkelijke!
partijen. Ook tot de R.K. arbeiders.
We moeten er echter op uit, propa
ganda te maken.
Ook de relletjes in Assen zijn mede/
ons werk. De meesten begrijpen, dat
het leger een rotzooi is. Ze heobeni
geen achting en eerbied meer voor
meerderen. Als wij maar werken, drin
gen onze eischen wel door. Er wordt
gezegd ontwapening is alleen interna
tionaal mogelijk, maar wij kunnen in
Nederland gerust beginnen, ons leger
en vloot is toch niks".
Dat was dus op een feestavond^
ter eere van een vertrekkenden partij
genoot.
Nu zijn er over de relletjes en het
„verband", dan wel „oorzakelijk ver
band", daarvan met de ontwapenmgs»
propaganda der S.D.A.P. ook rede
voeringen van sociaal-democraten in
de Tweede Kamer gehouden.
Ter vergelijking eerst een passage!
uit de rede van den heer K. ter Laan,
op 9 November (Hand. p. 421):
„Wij, sociaal-democraten, voeren
den strijd openlijk tegen het militai
risme en wij zullen daarmee doorgaan.
Gelukkig is ons succes groot, maar
wij lokken geen relletjes uit. Ook zeg
gen wij niet tot de menschen: Gij moet
schieten op de sterren op de kragen
van de officieren. Integendeel, wij zeg
gen tot onze menschen: Geen relletjes.
Niet schieten op officieren. Wij heb
ben een andere methode en een bet ©ré
wij zeggen duidelijk wat ons standpunt
is. Het is langs aen weg van wet en
orde, het is door onze organisatie,
door de overtuiging, die wij den men
schen geven, door net inzicht, dat wij1
hun bijbrengen, dat wij streven naar
het doel waar wij willen komen.
Nu moet de minister niet zoo ver
wonderd dp en, als hij van mij hoort,
dat ons die relletjes niet. aangaan.
Weet hij dan niets van wat er gei-
beurd is vóór de brand in den Hars
kamp kwam? Weet hij niet, dat de so>-
ciaal-dsmocraten jaar in jaar uit den
weg van ongeregeldheden en van per
soonlijk optreden hierin niet en
ook met in andere dingen niet heb
ben gewild Ik zeg het hier nog eens'
zoo duidelijk mogelijk".
Ten vervolge daarop nog een ci
taat uit de rede van den heer Al-
barda op denzelfden dag. (Hand. p.
430):
Erken ik dus* eenig verband tus-
schen ontwapeningsbeweging en mili
taire onlusten, zoo eeuvouaig is dat
verband niet, dat men zou mogen zeg-
gen: de militaire onlusten worden
idoor de ontwapeningsbeweging ver oor
zaakt. Veeleer kan men zegglen: Beidei
zijn ten deele uitingen van een zelf
de veldwinnende overtuiging. Maar ter
wijl de ontwapeningsbeweging daar
van de gelukkige en verblijdendei
uiting is, zijn de relletjes daarvan de
afkeurenswaardige en betreurenswaar
dige uiting. Nog veel minder echter
kan men zeggen: de relletjes zijn een
gevolg van ae betooging en van dei
daar gehouden redevoeringen. De hoe
ren hebben dat nu weer met veel em-
phase gezegd. Op mij maakt dat geen
anderen indruk dan dezen, dat die)
Iheeren met die betooging en met dia
relletjes verlegen zitten en daarvan nu
de schuld werpen op een beweging,,
die niet op relletjes aanstuurt. Wie be
weert, dat hier oorzakelijk verband be|
staat, zegt meer dan hij kan verant
woorden. Hij gebruikt verlegtenheidsar-
§u ment en om fouten van de militaire,
evelvoering te bedekken of te ver
doezelen. Die Minister heeft het noch
tans beweerd".
De causaliteit is, naar men wéét, in
de filosofie een moeilijk vraagstuk. Zijl
sohijnt voor sommigen ook in de po
litiek niet zoo eenvoudig te zijn alsl
op feestavonden in een onderonsje, op
geluisterd1 door een strijkje.
KERK EN7 SCHOOL,
NED. HERV KERK.
Drietal: Te Scheveningen (vac. L
M. van Noppen), J. H. Grolle te Hille
gom, J. P. Roth te Almkerk en Mr. Dr.
N. G. Veldhoen' te Alphen aan den Rijn
Beroepen: Te Geleen-Lutterade, H
F. de Puy te Cadzaind. Te Zegveld, A
J. Hoekzema te Willege-Langerak. Te
Mijdrecht, .1. Kievit, te Baarn.
Bedankt: Voor Lexmond, J. G.
Dekking te Kesteren. Voor Ouddorp, D.
Th. Keek te Garderen.
GHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Rozenburg, G. W.
A berts te Zutphen.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Scherpenisse, H. Kie
viet te Veenendaal.
CHR. EVANG. GEMEENTE.
Aangenomen: Naar Nieuwvliet,
J. Enter te Stadskanaal.
BEVESTIGING. INTREDE EN
AFSCHEID.
Het afscheid van Mr. Ds. W. S.
de Vries van de Geref. Kerk te Tzum,
is bepaald op Jan. e.k.. Den 23sten
Januari zal hij te Voorburg bevestigd
worden door Ds. IJ. v. d. Zee te Am-
West.
Ds. C. BEETS.
Naar de Stand, verneemt, is de toe
stand van Ds. 0 .Beets, Ned. Herv. pred
te Arnhem, langzaam vooruitgaande.
Ds. Beets heeft, geijjk wij reeds be
richtten, in het Diaconessenhuis te Arn
hem een operatie ondergaan.
IN MEMORIAM Ds. v. d. LINDEN.
Op Nieuw Eik en Duinen te 's Gra-
vennage zal Woensdag 24 Nov. a.s. des
middags om 3 uur, de overdracht plaats
hebben van den grafsteen op het graf
van Ds. Js. v. d. Linden, in leven em
pred. der Geref. Kerk van Den Haag.
KERKELIJKE VERKIEZINGEN TE
LEEUWARDEN.
In de vergadering van het Kiescollege
der Ned. Herv. Gemeente te Leeuwarden
is besloten in de vacature Ds. Beere-
kamp (confessioneel) opnieuw een con
fessioneel predikant te beroepen en in
de vacature Klein Wassink (evangelisch)
opnieuw een predikant der Evangelische
richting.
Voor een socialistisch predikant Ven
klaarden zich elf leden; er waren uitge
bracht 82 stemmen.
Het kiescollege bestaat na aftrek der
vacatures uit 49 evangelischen, 36 vrft
zinnigen en 11 orthodoxen.
GIFTEN EN LEGATEN.
Door»wplen mevr. de Wed. L. Erke-
lens te Boskoop, werd gelegateerd aan
de Geref. Kerk aldaar f 500; aan da
Diaconie der Geref. Kerk f 500; aan de
Zending f 500 en aan de Vereen, voor
Chr. Nat. Schoolonderwijs aldaar even
eens f 500.
NIEUWE KERK.
Te Hillegom zat een nieuwe Geref.
Kerk, die 800 zitplaatsen tellen zal, ge
bouwd worden, plus een kosterswoning.
BIJZ. LEERSTOEL VOOR DE VERGE
LIJKENDE PSYCHOLOGIE TE
UTRECHT.
Op de eerstvolgende vergadering van
de Vereen, tqt Instandhouding van het
Oud- Studentènfonds, komt. o.a. aan de
orde een verzoek van de Hoogleeraren
Prof. F. Roeis, Prof. Dr. B. J. H.
Ovink, Prof. Dr. L. Bouman en Prof.
Dr. J. H. Gunning Wzn., tot stichting
van een Bijzonderen leerstoel voor ver
gelijkende psychologie aan de Utrecht
sche Universiteit.
BINNENLAND.
DR. A. KUYPER-STICHTING.
De Adjunct-Directeur der Dr. Kuy-
per-stich.ting verzoekt ons de aan
dacht te vestigen op het volgende:
Zooals men weet ,is de Dr. Kuyper
stichting gevestigd in het Kuyper-
huis te 's-Gravenhage. Doch in het
Kuyperhuis heeft ook het bureau van
het Centraal Comité der A.-R. Kies-
vereeniging onderdak gevonden. Dit
nu geeft herhaaldelijk aanleiding tot
verwarring bij het toezenden van
brieven en stukken en vooral bij het
overmaken van gelden. Hetgeen voor
de Kuyperstichting bestemd is komt
vaak terecht bij het Centraal Comité
en omgekeerd, terwijl niet steeds tij
dig genteg de fout kan worden her
steld. Het is daarom ten zeerste ge-
wenscht op alle zendingen, gericht
aan het Kuyperhuis, duidelijk te ver
melden hetzij Kuyperstichting
hetzij Centraal Comité. Men ge
lieve daarmede zooveel eenigszins mo
gelijk, rekening te houden.
INSPECTIE HANDELSONDERWIJS
IN ZUID-HOLLAND.
Ged. Staten van Zuid-Holland héb
ben aan B. en W|. der gemeenten in
die provincie medegedeeld, dat de in
specteur van het M.O., mr. J. H.
Thiel wordt belast met het toetzicht
top:
le. de handelsscholen en andere in
richtingen voor handelsonderwijs, met
uitzondering van de Handel shoo pre
school te Rotterdam en de Handels
faculteit aan de Universiteit te Am
sterdam;
2e. aan de lycea, hoogere burger
scholen en middelbare scholen voor
meisjes, verbonden handelsscholen of
Ihandelsklassen;
3e. de hoogere burgerscholen met
driejarigen cursus, welke den onder
bouw vormen van een hoogere han
delsschool;
4e. de cursussen tot opleiding van
leerkrachten voor het handelsonder
wijs.
VERVOLGING VAN L. DE VISSER.
Gemeld wordt dat bij de Justitie in
Den Haag een aanklacht wegens op
ruiing is ingediend tegen het commu
nistisch Kamerlid, den heer Li. de
iVisser.
De vervolging is ingesteld naar aan
leiding van een redevoering door dit
Kamerlid te Assen in het openbaar ge
houden, kort na de militaire relletjes,,
aldaar en waarin de heer De Visser
den militairen zou hebben geraden,
als hun „vuren" gecommandeerd werd,
„te schieten niet op hunne makkers!
doch op „de sterren".
DE AMBTELIJKE „ONVOORZICH
TIGHEID'.
De heer A. Hagenaar, eigenaar
eener machinale wasch- en strijkin-
richting, De Clercqstraat 93, te Am
sterdam heeft eien schrijven tot B. en
fW. gericht, waarin hij vergoeding
vraagt voor de kosten, door hem op
aanraden van den bij de „woeingomt-
trekking" betrokken ambtenaar, van
het gemeentelijk Bouw- en Woningtoe
zicht, gemaakt.
De heer Hagenaar is één der velen,
die, tot uitbreiding van zijne zaak, wo
ningruimte noodig had en daarvoor
een som in de gemeentekas -noest
storten.
Nadat door hem het bepaalde be
drag was betaald, kreeg hij bezoek
van den requestensohrijver die bedoel
den ambtenaar hem had aanbevolen.
Deze bedong als honorarium eien be
langrijk gedeelte van hetgeen den heer
Hagenaar, op last van het ministeriel
van Arbeid, eventueel zou worden te
rugbetaald, En toen hét gleheele be
drag moest worden gerestitueerd, werdl
het te voren bepaald© honorarium ter
gen quitantie, aen requestenschrijver
uitbetaald. De heer Hagenaar verzoekt!
thans aan B. en Wl-, hem dat bedrag!
te vergoeden.
DE MOOKERHEIDE ALS NATUUR
MONUMENT.
Een paar uren gaans ten zuiden
van Nijmegen ligt, steil oprijzend bo
ven het Maasdal, een heuvelachtig
heide- en boschlandschap: de Mooker-
heide.
De Mookerheide is een complex van
RECLAME.
Jflaa.„cLe
$Ue6toaotl2Ö^Ceide*k 3kU936,
218 H.A., voor een groot deel, pl.m.
167 HA uit heide bestaande, eigendom
der gemeente Mook. Met renteloos
voorschot onder technische leiding
van het Staatsboschbeheer, is deze ge
meente in 1918 begonnen de heide te
hebosschen. Het gedeelte ten noorden
van den harden weg MookGroes-
beek en een klein gedeelte ten zuiden
ervan, samen ruim 90 H.A is thans
heboscht met dennen, gemengd met
veel eiken, berken, douglassparren,
larixen en lijsterbessen en andere
houtsoorten. Door haar eigenaardige
ligging, als heuvelrug steil uit de
Maasvlakte oprijzend, vormt de Moo
kerheide een voor ons land haast
eenig landschap.
Het nog niet beboschte gedeelte, met
het idyllische Startsche dal, welks
hellingen dennenbosch dragen, sa
men groot 69.2 H.A., is thans met me
dewerking van het Staatschboschbe-
heer van de gemeente Mook aan
gekocht door de Vereeniging tot Be
houd van Natuurmonumenten, met
het doel om dit fraaie heidelandschap
voor het nageslacht te bewaren.
Een gouden schat uit de vijlde eeuw.
Mora, directeur van het stedelijk
museum te Szeged (Hongarije), trof
onlangs op straat eenige kinderen aan,
dieaan het spelen waren met een
voorwerp, dat zij voor een langen ko
peren stok hielden. Hij ontdekte, dat
het ©en gouden staf van meer dan
een pond gewicht was, prachtig be
werkt en vermoedelijk dateerend uit
de vierde of vijfde eeuw van onze
jaartelling.
Mora vernam vervolgens dat on
geveer vijftien jaar geleden bij grond
werk voor den aanleg van een wijn
gaard arbeiders een groot aantal voor
werpen hadden gevonden, die naar zij
dachten van koper waren en die zij
aan hun kinderen hadden gegeven om
mee te spelen.
In verband met deze mededeelingen
liet Mora op dezelfde plaats opgravin
gen doen, waarhij een èchat van 92
gouden voorwerpen: platen, gespen e.
d., gedeeltelijk versierd met juweelen
en cloisonné-werk, te voorschijn
kwam.
Men gelooft, dat men met deze
vondst, die een van de rijkste is welke
in dit .gedeelte van Europa ooit zijn
gedaan, te doen heeft met een deel
van een onderaardsche schatkamer of
begraafplaats van een vorst, die gere
geerd heeft over een van de stammen
der Gepiden, de voorloopers in Pan-
nonie van de Hunnen. De opgravingen
worden voortgbzet.
JAN STEEN-BRIEFKAARTEN.
De Néderlandsche Bond tot Kinder
bescherming geeft 1 December een
reeks prentbriefkaarten met kinderat-
beeldingen van schilderijen van Jan
Steen uit, welke dezen zomer op de
Jan Steen-tentoonstelling te Leiden
tentoongesteld geweest zijn.
Deze kaarten zullen worden ver
kocht ten bate 'van den arbeid voor het
bescherming en hulp behoevende kind.
De bond voegt de winst, die op dei
kaarten gemaakt wordt, bij de op
brengst van de weldajaiglheidspostze-
gels, die van 131 December zullen
worden verkocht. De verkoop staat on
der leiding van de centrale propagan-
dacommissie voor de weldadigheids-
DE CENTRALE FILMKEURING IN
NEDERLAND,
In verband met de van Regeenngs-
wège aan de Staatscommissie voor het
Led den, 19 November 1926.
Voor eeoigen tijd schreef de socialis
tische heer E. yam Hint© (boofdbe-
situuirder van. een der „moderne'' bon
den van Overheidspersoneelin „Het
Volk" dat reeds de heliflt, je, meer dan
de heiflt van wat 't Socialism© wil is
bereikt.
Ik kon maar niet begrijpen hoe d©
man zoo optimistisch krwom.
Maar gisteravond in de vergadering
van den Leidschen Qhr. Besturenbond,
is me een lidht opgegaan. Daar hoorde
ik de arbeidsvoorwaarden van het
overheidspersoneel vergelijken met 'h
rekstok, die echter staat op een moe
ras (het vrije bedrijf).
Toen dacht ik: de heer van Hinte is
zoo tevreden en zelfvoldaan, omdat
hij aan den reikstok hangt. Als hij in
't moeras zat, zou hij wel anders pra-.
ten.
Ik geloof, dat zelfs een „bewuste"
proletariër, als hij bovenstaande woor
den in zijn lijf orgaan leest, moet den
ken: „Als we nu reeds meer dan de
helft van het socialisme bereikt heb
ben, dlan is dat heele socialisme ook:
niet veel zaaks, en beelemaal niet de
moeite waard om je zoo druk voor te
maken. Want dan komen we noodt uit
het moeras."
OBSERVATOR.
stuk gegeven opwacht
ter voorbereiding van de te nemen!
maatregelen van bestuur, tot uitvoe
ring der Bioscoopwet, heeft het be
stuur van de vereeniging van leden/
van gemeentelijke en particuliere bios-
eoop^commissies in Nederland in een
schrijven aan den minister van Bin
nen! andsche Zaken en Landbouw dei
aandacht gevestigd op een door ge
noemde vereeniging ingestelde com
missie.
Deze commissie kreeg tot taak richt
lijhen aan te geven waaiiangjs de or
ganisatie der Centrale Commissie, be
doeld in artikel 15 der Bioscoopwet,
noodig voor het keuren voor films, zou
kunnen worden opgebouwd.
Het schrijven ging vergezeld' van
het uitvoerig rapport, dat door bedoel
de commissie is samengesteld en ïn
de op 30 October j.l. gehouden al
gemeen© vergadering met op één na
algemeene stemmen werd aangenomen'
Het bestuur is van meening, dat del
gegevens van dit rapport bij de sa
menstelling van de betreffende alge
meene maatregelen van bestuur vah
practisch nut kunnen zijn.
OPHEFFING VAN EENIGE ZEE
VAARTSCHOLEN.
De door den minister van financiën
'ingestelde scheepvaartcommissie, wel
ker eerste verslag met betrekking tot
bij de scheepvaartinspectie ©n .den
Raad voor de Scheepvaart in te voeren
bezuinigingen korten tijd ''geleden is
verschenen, onderzoekt thans, welke
bezuinigingen kunnen worden verkre
gen bij de zeevaartscholen en bij de
examens voor de zeevaart. De com
missie zou overwegen, in haar verslag!
voor te stellen eenige zeevaartscholen
in het Noorden van ons land op te
heffen. Ook zou zij voor de examens
voor de zeevaart ingrijpende verande
ringen willen voorsteDen.
WETTELIJKE REGELING VAN DE
WINKELSLUITING.
De minister van arbeid, handel en
nijverheid is thans opnieuw met den
Midaenstandsraad in overleg getre
den omtrent een wettelijk© regeling
van de winkelsluiting, zluks in ver
band' met het voornomen, ter verdere
uitvoering van de Arbeidswet, binnen
kort de totstandkoming te bevorderen;
van een regeling, van arbeids- en rust
tijden van arbeiders in winkels. De!
iMiddenstandsraad, dae reeds eenige
jaren geleden een ontwerp-winkelsluu
tingswet aan de regeering heeft aan
geboden en sindsdien bij herhaling deh
wensch heeft geuit, dat aan een werk
tijdenbesluit ten behoeve van het win
kelpersoneel een winkelsluiting bij
Rijkswet zou gepaard gaan, wordt
thans in staat gesteld van twee ter. zake
vgorloopig ontworpen regelingen ver
trouwelijk kennis te nemen, teneinde»
over Ideae, in onderlèng verband be
schouwd, advies uit te brengen.
FEUILLETON.
Het karakter van Judas
Iskarioth.
En de Russisch© intellectueelen? In
1866, dus kort na de groote hervormin
gen van Alexander II schreef Toerge-
new zijn roman „Rook" waarin van
de Russische intellectueelen gezegd
wordt, dat zij altijd debatteeren over
,de beteekenis en toekomst van Rus
land"; en met den titel „Rook" wil d©
schrijver aanduiden dat al di© tinne
gieter-ideale n verdwijnen als rook, die
opkronkelt uit een schoorsteen.
Dat komt omdat de overtuigingen
dier intellectueelen rusten op zwakke
basis, dat hun bekendheid met perso
nen en toestanden uiterst oppervlak
kig is, dat zij onmiddellijk, zonder veel
nadenken, zich een standpunt kozen;
maar weldra doen zij nieuwe indruk
ken op, komen tot nieuw© gedachten,
en na eenige dagen zal hun standpunt
een geheel ander zijn dan heden."
Is dit niet de teekening van een ge-
vcolsmensoh? En in tegenstelling met
onze vooropstelling van de eischen van
het verstand, is de Rus zeker een ge-
vcelsmensch, evenals ook, bij ons ver
geleken, d© oosterling.
Tegenstrijdigheid vind ik ook in het
overigens voortreffelijk stuk van Dr.
Grosheide. Uit de gissing, dat Judas
l
afkomstig is uit Karioth in het geberg
te van Judea, en uit de ervaring dat
het gebergte kweekt „stoere, vastbera
den menschen, mannen van bereke
ning en van wilskracht" concludeert
hij dat Judas zich bij Jezus voegde om
dat „hij daar wat in zag." Op een an
dere plaats spreekt Dr. Grosheide in
"t geheel niet van deze practisch© be
weegreden, maar stelt dat Judas mis
schien reeds bij 'teerste optreden van
Jezus ontroerd is geworden door Zijn
prediking. Die twee beweegredenen
sluiten elkaar wel niet uit, maar de
schrijver heeft ze toch als tegenstrij
dig gezien, en niet getracht ze te com-
bineeren; wat niet onmogelijk ware:
dat n.l. Judas aanvankelijk kwam uit
sluitend uit berekening, maar door Je
zus' woord werd getroffen. Maar wat
wèl strijdt met de voorstelling van Ju
das als stoer, vastberaden en wils
krachtig, is dat Judas, volgens Dr. G.
na zijn ontgoocheling, eigenlijk liever
van Jezus zou zijn weggegaan, maar
behalve uit geldzucht, ook bleef uit
'schaamte om als apostel terug te tre
den. Zoo'n bleuheid past weinig bij die
stoere vastberadenheid.
Een tweede tegenstrijdigheid lijkt de
volgende: Dr. Grosheide neemt aan dat
Judas Christus als Christus heeft ge
kend. al heeft hij Hem moedwillig niet
aangenomen, maar alleen willen ge
bruiken tot eigen voordeel. We zagen
hoe weinig waarschijnlijk op zichzelf
reeds deze voorstelling is van iemand
die een alwetend God tracht af te zet
ten en te bestelen. Maar in elk geval
is zij in strijd met de wijze waarop
Dr. Grosheide zich Judas voorstelt na
de zalving. Dr. Grosheide zegt: „Bij
den maaltijd in het huis van Siimon
bemerkt Judas zeer goed, dat Jezus
hem doorziet. Hij vreesde ontdekking.
Hij durfde niet meer uit de geldtasch
te nemen. Ge gevoelt hier de tegenstrij
digiheid. Judas geloofde in Christus als
den Christus en eerst toen Jezus hem
betrapte, merkt Judas dat Jezus hem
doorziet en durft niet meer te stelen.
Ook hiermede in strijd is wel niet be
doeld, maar toch niet scherp genoeg
geformuleerd. Dr. Grosheides toepas
sing: „Die sta zie toe dat hij nietval-
le. Judas is gevallen door ongeloof."
Immers, wanneer Judas Christus als
Christus kende, was hij geen volslagen
ongeloovige. Hij zij een verharde, een
huichelaar of een sentimenteel© ge
weest, ook Dr. Grosheide ziet niet bij
hem een verliezen van 't geloof, maar
een gemis aan de volle overgave des
geloofis.
Terecht wijst Dr. Groshedde de mee
ning af als zou Judas een bezetene of
een duivel geweest zijn. De tijdgeest
die de zonde ontkent, heeft in Judas
een bezetene willen zien, een ontoere
kenbare dus. Maar de bezetenheid tast
lichaam en ziel aan; Judas doet het
kwade eigenwillig en wei-bewust. Ook
was Judas niet een duivel. Immers de
duivel gaf Judas het verraad in het
hart en voer later iin hem. Dat de
Christus Judas een duivel noemt, vat
de kantteekening op in iden zin van
een kind des duivels, zooals Jezus tot
de Joden zegt: „Gij zijt uit den vader
den duivel" en. Judas zelf later noemt
„zoon der verderfenis" een mensoh,
van wien het beter ware dat hij niet
geboren en hadde geweest.
Judas was een mensdh, we moeten
hem trachten te begrijpen als een on
zer. Wel is dit moeilijk: voorloopig, bij
onze gebrekkige kennis van de men
schel ijk e psyche, zeker onmogelijk.
Toch maakt ieder zich een voorstel
ling van Judas. Laten we dan trachten
dit zoo duidelijk te doen als wij kun
nen. We nemen, meen ik, de zaak te
gemakkelijk op, wanneer we het ver
raad geleidelijk laten ontstaan uit een
of andere op zichzelf gedachte on
deugd van Judas, zooals geldzucht,
trots, huichelarij enz.
Ook Dr. Grosheide gaat dien weg,
zagen we, op en kwam daardoor zelfs
tot tegenstrijdige beweringen. Immers,
zegt hij, „de mensdh werkt niet uit één
beginsel."
Neen, zulk een ondeugd is niet oor
zaak, maar gevolg van zijn aard. We
zien in ieder mensoh een constante,
gedetermineerde hoofdtrek in 't karak
ter. Stellen we Johannes naast Petrus,
dan is Johannes de stille kracht, ook
in zijn liefde; Petrus, de onstuimige,
opbruisende, overkokende kracht, die
uiting zoekt en vindt. Bij Petrus is de
veerkracht, die dadelijk den normalen
stand weer terugvindt, wtien een be
straffend woord niet blijvend krenkt,
~T
op wien de duivel geecn vat heeft: zijn
zonide-liast werpt hij van zich af door
dade-lijk en oprecht berouw; Christus
zal hean niet krenkeni de duivel kan
hem niiet krenken. Stol naast hem Ju
das., Is Johannes de stille. Petrus de
sterk reaigeerende kracht, de veer
kracht, bij Judas is de slapheid van
den slinger, de onstandvastige liefde,
telkens even aangetrokken, dan weer
afgestooten, gevoelig. overgevoelig
voor den kleinsten invloed en stoornis,
(bij het steeds naar links verschuiven
van het ophangpunt), zwakjes wiege
lend totdat ze plots stiilstaat. Zien we
in Petrus de veerkracht, die sterk den
indruk ondergaat, die diep inbuigt bij
de berisping van den Meester, maar
straks zich weer opricht in den ouden
stand, in Judas is de weeke was, waar
in de indrukken zich griffen om niet
weer te verdwijnen. Ifc Judas de ger
voelige plaat die de indrukken onuit-
wiscihbaar bewaart.
Zulk een karakter, geneigd tot gene
genheid, maar ook, gekwetst, voor al
tijd geigTiefld, zulk een slapipe sllinger
en indrukkelijke was, is het begeerde
deeg geweest voor Sa/tan, dienstbaar
aan zijn doel. E/venals 't zieke lichaam
gedisponeerd is voor de moordende
bacil, was Judas' aard en karakter bij
zonder gedetermineerd voor de moor
dende machten van Satan. Judas kon
worden de vriend en tevens de vijand
van zijn Heer. De slap?pe vriend en de
vijand-ten-hloede-toe.
ttVorodt vervolgd).