aan het zoekucht. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 19 NOVEMBER 1926 TWEEDE BLAD. WR? DE BLADEN ZEGGEN. De relletjes te Assen en de S.D.A.P. De „N. R. Ct." maakt naar aanlei ding van de door den Burgemeester van Goor gesproken woorden da vol gende rake vergelijking Een lezer zendt ons net verslag van een rede van den heer W. van den Sluis, lid der Tweede Kamer en bur gemeester van Goor, voorkomende in het Nieuws- en Advertentieblad voor Borne, Zenderen, Htrtme en Borner- broek van 13 November. De rede was* uitgesproken op Zaterdag 6 Novem ber op een feestavond der afdeel ing Borne van de S.D.A.P. en den Born- schen Bestuurdersbond. In deze red ei werd o.m. het werk der S.D.A.P. ge schetst en daarbij laat het verslag den spreker het volgende zeegen over dei ontwapeningsbeweging aer S.D.A.P. en de relletjes te Assen: „De ontwapening b.v. die komt zooi vast als 2x2 4. Deze eisoh is ook reeds doorgedrongen tot de kerkelijke! partijen. Ook tot de R.K. arbeiders. We moeten er echter op uit, propa ganda te maken. Ook de relletjes in Assen zijn mede/ ons werk. De meesten begrijpen, dat het leger een rotzooi is. Ze heobeni geen achting en eerbied meer voor meerderen. Als wij maar werken, drin gen onze eischen wel door. Er wordt gezegd ontwapening is alleen interna tionaal mogelijk, maar wij kunnen in Nederland gerust beginnen, ons leger en vloot is toch niks". Dat was dus op een feestavond^ ter eere van een vertrekkenden partij genoot. Nu zijn er over de relletjes en het „verband", dan wel „oorzakelijk ver band", daarvan met de ontwapenmgs» propaganda der S.D.A.P. ook rede voeringen van sociaal-democraten in de Tweede Kamer gehouden. Ter vergelijking eerst een passage! uit de rede van den heer K. ter Laan, op 9 November (Hand. p. 421): „Wij, sociaal-democraten, voeren den strijd openlijk tegen het militai risme en wij zullen daarmee doorgaan. Gelukkig is ons succes groot, maar wij lokken geen relletjes uit. Ook zeg gen wij niet tot de menschen: Gij moet schieten op de sterren op de kragen van de officieren. Integendeel, wij zeg gen tot onze menschen: Geen relletjes. Niet schieten op officieren. Wij heb ben een andere methode en een bet ©ré wij zeggen duidelijk wat ons standpunt is. Het is langs aen weg van wet en orde, het is door onze organisatie, door de overtuiging, die wij den men schen geven, door net inzicht, dat wij1 hun bijbrengen, dat wij streven naar het doel waar wij willen komen. Nu moet de minister niet zoo ver wonderd dp en, als hij van mij hoort, dat ons die relletjes niet. aangaan. Weet hij dan niets van wat er gei- beurd is vóór de brand in den Hars kamp kwam? Weet hij niet, dat de so>- ciaal-dsmocraten jaar in jaar uit den weg van ongeregeldheden en van per soonlijk optreden hierin niet en ook met in andere dingen niet heb ben gewild Ik zeg het hier nog eens' zoo duidelijk mogelijk". Ten vervolge daarop nog een ci taat uit de rede van den heer Al- barda op denzelfden dag. (Hand. p. 430): Erken ik dus* eenig verband tus- schen ontwapeningsbeweging en mili taire onlusten, zoo eeuvouaig is dat verband niet, dat men zou mogen zeg- gen: de militaire onlusten worden idoor de ontwapeningsbeweging ver oor zaakt. Veeleer kan men zegglen: Beidei zijn ten deele uitingen van een zelf de veldwinnende overtuiging. Maar ter wijl de ontwapeningsbeweging daar van de gelukkige en verblijdendei uiting is, zijn de relletjes daarvan de afkeurenswaardige en betreurenswaar dige uiting. Nog veel minder echter kan men zeggen: de relletjes zijn een gevolg van ae betooging en van dei daar gehouden redevoeringen. De hoe ren hebben dat nu weer met veel em- phase gezegd. Op mij maakt dat geen anderen indruk dan dezen, dat die) Iheeren met die betooging en met dia relletjes verlegen zitten en daarvan nu de schuld werpen op een beweging,, die niet op relletjes aanstuurt. Wie be weert, dat hier oorzakelijk verband be| staat, zegt meer dan hij kan verant woorden. Hij gebruikt verlegtenheidsar- §u ment en om fouten van de militaire, evelvoering te bedekken of te ver doezelen. Die Minister heeft het noch tans beweerd". De causaliteit is, naar men wéét, in de filosofie een moeilijk vraagstuk. Zijl sohijnt voor sommigen ook in de po litiek niet zoo eenvoudig te zijn alsl op feestavonden in een onderonsje, op geluisterd1 door een strijkje. KERK EN7 SCHOOL, NED. HERV KERK. Drietal: Te Scheveningen (vac. L M. van Noppen), J. H. Grolle te Hille gom, J. P. Roth te Almkerk en Mr. Dr. N. G. Veldhoen' te Alphen aan den Rijn Beroepen: Te Geleen-Lutterade, H F. de Puy te Cadzaind. Te Zegveld, A J. Hoekzema te Willege-Langerak. Te Mijdrecht, .1. Kievit, te Baarn. Bedankt: Voor Lexmond, J. G. Dekking te Kesteren. Voor Ouddorp, D. Th. Keek te Garderen. GHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Rozenburg, G. W. A berts te Zutphen. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te Scherpenisse, H. Kie viet te Veenendaal. CHR. EVANG. GEMEENTE. Aangenomen: Naar Nieuwvliet, J. Enter te Stadskanaal. BEVESTIGING. INTREDE EN AFSCHEID. Het afscheid van Mr. Ds. W. S. de Vries van de Geref. Kerk te Tzum, is bepaald op Jan. e.k.. Den 23sten Januari zal hij te Voorburg bevestigd worden door Ds. IJ. v. d. Zee te Am- West. Ds. C. BEETS. Naar de Stand, verneemt, is de toe stand van Ds. 0 .Beets, Ned. Herv. pred te Arnhem, langzaam vooruitgaande. Ds. Beets heeft, geijjk wij reeds be richtten, in het Diaconessenhuis te Arn hem een operatie ondergaan. IN MEMORIAM Ds. v. d. LINDEN. Op Nieuw Eik en Duinen te 's Gra- vennage zal Woensdag 24 Nov. a.s. des middags om 3 uur, de overdracht plaats hebben van den grafsteen op het graf van Ds. Js. v. d. Linden, in leven em pred. der Geref. Kerk van Den Haag. KERKELIJKE VERKIEZINGEN TE LEEUWARDEN. In de vergadering van het Kiescollege der Ned. Herv. Gemeente te Leeuwarden is besloten in de vacature Ds. Beere- kamp (confessioneel) opnieuw een con fessioneel predikant te beroepen en in de vacature Klein Wassink (evangelisch) opnieuw een predikant der Evangelische richting. Voor een socialistisch predikant Ven klaarden zich elf leden; er waren uitge bracht 82 stemmen. Het kiescollege bestaat na aftrek der vacatures uit 49 evangelischen, 36 vrft zinnigen en 11 orthodoxen. GIFTEN EN LEGATEN. Door»wplen mevr. de Wed. L. Erke- lens te Boskoop, werd gelegateerd aan de Geref. Kerk aldaar f 500; aan da Diaconie der Geref. Kerk f 500; aan de Zending f 500 en aan de Vereen, voor Chr. Nat. Schoolonderwijs aldaar even eens f 500. NIEUWE KERK. Te Hillegom zat een nieuwe Geref. Kerk, die 800 zitplaatsen tellen zal, ge bouwd worden, plus een kosterswoning. BIJZ. LEERSTOEL VOOR DE VERGE LIJKENDE PSYCHOLOGIE TE UTRECHT. Op de eerstvolgende vergadering van de Vereen, tqt Instandhouding van het Oud- Studentènfonds, komt. o.a. aan de orde een verzoek van de Hoogleeraren Prof. F. Roeis, Prof. Dr. B. J. H. Ovink, Prof. Dr. L. Bouman en Prof. Dr. J. H. Gunning Wzn., tot stichting van een Bijzonderen leerstoel voor ver gelijkende psychologie aan de Utrecht sche Universiteit. BINNENLAND. DR. A. KUYPER-STICHTING. De Adjunct-Directeur der Dr. Kuy- per-stich.ting verzoekt ons de aan dacht te vestigen op het volgende: Zooals men weet ,is de Dr. Kuyper stichting gevestigd in het Kuyper- huis te 's-Gravenhage. Doch in het Kuyperhuis heeft ook het bureau van het Centraal Comité der A.-R. Kies- vereeniging onderdak gevonden. Dit nu geeft herhaaldelijk aanleiding tot verwarring bij het toezenden van brieven en stukken en vooral bij het overmaken van gelden. Hetgeen voor de Kuyperstichting bestemd is komt vaak terecht bij het Centraal Comité en omgekeerd, terwijl niet steeds tij dig genteg de fout kan worden her steld. Het is daarom ten zeerste ge- wenscht op alle zendingen, gericht aan het Kuyperhuis, duidelijk te ver melden hetzij Kuyperstichting hetzij Centraal Comité. Men ge lieve daarmede zooveel eenigszins mo gelijk, rekening te houden. INSPECTIE HANDELSONDERWIJS IN ZUID-HOLLAND. Ged. Staten van Zuid-Holland héb ben aan B. en W|. der gemeenten in die provincie medegedeeld, dat de in specteur van het M.O., mr. J. H. Thiel wordt belast met het toetzicht top: le. de handelsscholen en andere in richtingen voor handelsonderwijs, met uitzondering van de Handel shoo pre school te Rotterdam en de Handels faculteit aan de Universiteit te Am sterdam; 2e. aan de lycea, hoogere burger scholen en middelbare scholen voor meisjes, verbonden handelsscholen of Ihandelsklassen; 3e. de hoogere burgerscholen met driejarigen cursus, welke den onder bouw vormen van een hoogere han delsschool; 4e. de cursussen tot opleiding van leerkrachten voor het handelsonder wijs. VERVOLGING VAN L. DE VISSER. Gemeld wordt dat bij de Justitie in Den Haag een aanklacht wegens op ruiing is ingediend tegen het commu nistisch Kamerlid, den heer Li. de iVisser. De vervolging is ingesteld naar aan leiding van een redevoering door dit Kamerlid te Assen in het openbaar ge houden, kort na de militaire relletjes,, aldaar en waarin de heer De Visser den militairen zou hebben geraden, als hun „vuren" gecommandeerd werd, „te schieten niet op hunne makkers! doch op „de sterren". DE AMBTELIJKE „ONVOORZICH TIGHEID'. De heer A. Hagenaar, eigenaar eener machinale wasch- en strijkin- richting, De Clercqstraat 93, te Am sterdam heeft eien schrijven tot B. en fW. gericht, waarin hij vergoeding vraagt voor de kosten, door hem op aanraden van den bij de „woeingomt- trekking" betrokken ambtenaar, van het gemeentelijk Bouw- en Woningtoe zicht, gemaakt. De heer Hagenaar is één der velen, die, tot uitbreiding van zijne zaak, wo ningruimte noodig had en daarvoor een som in de gemeentekas -noest storten. Nadat door hem het bepaalde be drag was betaald, kreeg hij bezoek van den requestensohrijver die bedoel den ambtenaar hem had aanbevolen. Deze bedong als honorarium eien be langrijk gedeelte van hetgeen den heer Hagenaar, op last van het ministeriel van Arbeid, eventueel zou worden te rugbetaald, En toen hét gleheele be drag moest worden gerestitueerd, werdl het te voren bepaald© honorarium ter gen quitantie, aen requestenschrijver uitbetaald. De heer Hagenaar verzoekt! thans aan B. en Wl-, hem dat bedrag! te vergoeden. DE MOOKERHEIDE ALS NATUUR MONUMENT. Een paar uren gaans ten zuiden van Nijmegen ligt, steil oprijzend bo ven het Maasdal, een heuvelachtig heide- en boschlandschap: de Mooker- heide. De Mookerheide is een complex van RECLAME. Jflaa.„cLe $Ue6toaotl2Ö^Ceide*k 3kU936, 218 H.A., voor een groot deel, pl.m. 167 HA uit heide bestaande, eigendom der gemeente Mook. Met renteloos voorschot onder technische leiding van het Staatsboschbeheer, is deze ge meente in 1918 begonnen de heide te hebosschen. Het gedeelte ten noorden van den harden weg MookGroes- beek en een klein gedeelte ten zuiden ervan, samen ruim 90 H.A is thans heboscht met dennen, gemengd met veel eiken, berken, douglassparren, larixen en lijsterbessen en andere houtsoorten. Door haar eigenaardige ligging, als heuvelrug steil uit de Maasvlakte oprijzend, vormt de Moo kerheide een voor ons land haast eenig landschap. Het nog niet beboschte gedeelte, met het idyllische Startsche dal, welks hellingen dennenbosch dragen, sa men groot 69.2 H.A., is thans met me dewerking van het Staatschboschbe- heer van de gemeente Mook aan gekocht door de Vereeniging tot Be houd van Natuurmonumenten, met het doel om dit fraaie heidelandschap voor het nageslacht te bewaren. Een gouden schat uit de vijlde eeuw. Mora, directeur van het stedelijk museum te Szeged (Hongarije), trof onlangs op straat eenige kinderen aan, dieaan het spelen waren met een voorwerp, dat zij voor een langen ko peren stok hielden. Hij ontdekte, dat het ©en gouden staf van meer dan een pond gewicht was, prachtig be werkt en vermoedelijk dateerend uit de vierde of vijfde eeuw van onze jaartelling. Mora vernam vervolgens dat on geveer vijftien jaar geleden bij grond werk voor den aanleg van een wijn gaard arbeiders een groot aantal voor werpen hadden gevonden, die naar zij dachten van koper waren en die zij aan hun kinderen hadden gegeven om mee te spelen. In verband met deze mededeelingen liet Mora op dezelfde plaats opgravin gen doen, waarhij een èchat van 92 gouden voorwerpen: platen, gespen e. d., gedeeltelijk versierd met juweelen en cloisonné-werk, te voorschijn kwam. Men gelooft, dat men met deze vondst, die een van de rijkste is welke in dit .gedeelte van Europa ooit zijn gedaan, te doen heeft met een deel van een onderaardsche schatkamer of begraafplaats van een vorst, die gere geerd heeft over een van de stammen der Gepiden, de voorloopers in Pan- nonie van de Hunnen. De opgravingen worden voortgbzet. JAN STEEN-BRIEFKAARTEN. De Néderlandsche Bond tot Kinder bescherming geeft 1 December een reeks prentbriefkaarten met kinderat- beeldingen van schilderijen van Jan Steen uit, welke dezen zomer op de Jan Steen-tentoonstelling te Leiden tentoongesteld geweest zijn. Deze kaarten zullen worden ver kocht ten bate 'van den arbeid voor het bescherming en hulp behoevende kind. De bond voegt de winst, die op dei kaarten gemaakt wordt, bij de op brengst van de weldajaiglheidspostze- gels, die van 131 December zullen worden verkocht. De verkoop staat on der leiding van de centrale propagan- dacommissie voor de weldadigheids- DE CENTRALE FILMKEURING IN NEDERLAND, In verband met de van Regeenngs- wège aan de Staatscommissie voor het Led den, 19 November 1926. Voor eeoigen tijd schreef de socialis tische heer E. yam Hint© (boofdbe- situuirder van. een der „moderne'' bon den van Overheidspersoneelin „Het Volk" dat reeds de heliflt, je, meer dan de heiflt van wat 't Socialism© wil is bereikt. Ik kon maar niet begrijpen hoe d© man zoo optimistisch krwom. Maar gisteravond in de vergadering van den Leidschen Qhr. Besturenbond, is me een lidht opgegaan. Daar hoorde ik de arbeidsvoorwaarden van het overheidspersoneel vergelijken met 'h rekstok, die echter staat op een moe ras (het vrije bedrijf). Toen dacht ik: de heer van Hinte is zoo tevreden en zelfvoldaan, omdat hij aan den reikstok hangt. Als hij in 't moeras zat, zou hij wel anders pra-. ten. Ik geloof, dat zelfs een „bewuste" proletariër, als hij bovenstaande woor den in zijn lijf orgaan leest, moet den ken: „Als we nu reeds meer dan de helft van het socialisme bereikt heb ben, dlan is dat heele socialisme ook: niet veel zaaks, en beelemaal niet de moeite waard om je zoo druk voor te maken. Want dan komen we noodt uit het moeras." OBSERVATOR. stuk gegeven opwacht ter voorbereiding van de te nemen! maatregelen van bestuur, tot uitvoe ring der Bioscoopwet, heeft het be stuur van de vereeniging van leden/ van gemeentelijke en particuliere bios- eoop^commissies in Nederland in een schrijven aan den minister van Bin nen! andsche Zaken en Landbouw dei aandacht gevestigd op een door ge noemde vereeniging ingestelde com missie. Deze commissie kreeg tot taak richt lijhen aan te geven waaiiangjs de or ganisatie der Centrale Commissie, be doeld in artikel 15 der Bioscoopwet, noodig voor het keuren voor films, zou kunnen worden opgebouwd. Het schrijven ging vergezeld' van het uitvoerig rapport, dat door bedoel de commissie is samengesteld en ïn de op 30 October j.l. gehouden al gemeen© vergadering met op één na algemeene stemmen werd aangenomen' Het bestuur is van meening, dat del gegevens van dit rapport bij de sa menstelling van de betreffende alge meene maatregelen van bestuur vah practisch nut kunnen zijn. OPHEFFING VAN EENIGE ZEE VAARTSCHOLEN. De door den minister van financiën 'ingestelde scheepvaartcommissie, wel ker eerste verslag met betrekking tot bij de scheepvaartinspectie ©n .den Raad voor de Scheepvaart in te voeren bezuinigingen korten tijd ''geleden is verschenen, onderzoekt thans, welke bezuinigingen kunnen worden verkre gen bij de zeevaartscholen en bij de examens voor de zeevaart. De com missie zou overwegen, in haar verslag! voor te stellen eenige zeevaartscholen in het Noorden van ons land op te heffen. Ook zou zij voor de examens voor de zeevaart ingrijpende verande ringen willen voorsteDen. WETTELIJKE REGELING VAN DE WINKELSLUITING. De minister van arbeid, handel en nijverheid is thans opnieuw met den Midaenstandsraad in overleg getre den omtrent een wettelijk© regeling van de winkelsluiting, zluks in ver band' met het voornomen, ter verdere uitvoering van de Arbeidswet, binnen kort de totstandkoming te bevorderen; van een regeling, van arbeids- en rust tijden van arbeiders in winkels. De! iMiddenstandsraad, dae reeds eenige jaren geleden een ontwerp-winkelsluu tingswet aan de regeering heeft aan geboden en sindsdien bij herhaling deh wensch heeft geuit, dat aan een werk tijdenbesluit ten behoeve van het win kelpersoneel een winkelsluiting bij Rijkswet zou gepaard gaan, wordt thans in staat gesteld van twee ter. zake vgorloopig ontworpen regelingen ver trouwelijk kennis te nemen, teneinde» over Ideae, in onderlèng verband be schouwd, advies uit te brengen. FEUILLETON. Het karakter van Judas Iskarioth. En de Russisch© intellectueelen? In 1866, dus kort na de groote hervormin gen van Alexander II schreef Toerge- new zijn roman „Rook" waarin van de Russische intellectueelen gezegd wordt, dat zij altijd debatteeren over ,de beteekenis en toekomst van Rus land"; en met den titel „Rook" wil d© schrijver aanduiden dat al di© tinne gieter-ideale n verdwijnen als rook, die opkronkelt uit een schoorsteen. Dat komt omdat de overtuigingen dier intellectueelen rusten op zwakke basis, dat hun bekendheid met perso nen en toestanden uiterst oppervlak kig is, dat zij onmiddellijk, zonder veel nadenken, zich een standpunt kozen; maar weldra doen zij nieuwe indruk ken op, komen tot nieuw© gedachten, en na eenige dagen zal hun standpunt een geheel ander zijn dan heden." Is dit niet de teekening van een ge- vcolsmensoh? En in tegenstelling met onze vooropstelling van de eischen van het verstand, is de Rus zeker een ge- vcelsmensch, evenals ook, bij ons ver geleken, d© oosterling. Tegenstrijdigheid vind ik ook in het overigens voortreffelijk stuk van Dr. Grosheide. Uit de gissing, dat Judas l afkomstig is uit Karioth in het geberg te van Judea, en uit de ervaring dat het gebergte kweekt „stoere, vastbera den menschen, mannen van bereke ning en van wilskracht" concludeert hij dat Judas zich bij Jezus voegde om dat „hij daar wat in zag." Op een an dere plaats spreekt Dr. Grosheide in "t geheel niet van deze practisch© be weegreden, maar stelt dat Judas mis schien reeds bij 'teerste optreden van Jezus ontroerd is geworden door Zijn prediking. Die twee beweegredenen sluiten elkaar wel niet uit, maar de schrijver heeft ze toch als tegenstrij dig gezien, en niet getracht ze te com- bineeren; wat niet onmogelijk ware: dat n.l. Judas aanvankelijk kwam uit sluitend uit berekening, maar door Je zus' woord werd getroffen. Maar wat wèl strijdt met de voorstelling van Ju das als stoer, vastberaden en wils krachtig, is dat Judas, volgens Dr. G. na zijn ontgoocheling, eigenlijk liever van Jezus zou zijn weggegaan, maar behalve uit geldzucht, ook bleef uit 'schaamte om als apostel terug te tre den. Zoo'n bleuheid past weinig bij die stoere vastberadenheid. Een tweede tegenstrijdigheid lijkt de volgende: Dr. Grosheide neemt aan dat Judas Christus als Christus heeft ge kend. al heeft hij Hem moedwillig niet aangenomen, maar alleen willen ge bruiken tot eigen voordeel. We zagen hoe weinig waarschijnlijk op zichzelf reeds deze voorstelling is van iemand die een alwetend God tracht af te zet ten en te bestelen. Maar in elk geval is zij in strijd met de wijze waarop Dr. Grosheide zich Judas voorstelt na de zalving. Dr. Grosheide zegt: „Bij den maaltijd in het huis van Siimon bemerkt Judas zeer goed, dat Jezus hem doorziet. Hij vreesde ontdekking. Hij durfde niet meer uit de geldtasch te nemen. Ge gevoelt hier de tegenstrij digiheid. Judas geloofde in Christus als den Christus en eerst toen Jezus hem betrapte, merkt Judas dat Jezus hem doorziet en durft niet meer te stelen. Ook hiermede in strijd is wel niet be doeld, maar toch niet scherp genoeg geformuleerd. Dr. Grosheides toepas sing: „Die sta zie toe dat hij nietval- le. Judas is gevallen door ongeloof." Immers, wanneer Judas Christus als Christus kende, was hij geen volslagen ongeloovige. Hij zij een verharde, een huichelaar of een sentimenteel© ge weest, ook Dr. Grosheide ziet niet bij hem een verliezen van 't geloof, maar een gemis aan de volle overgave des geloofis. Terecht wijst Dr. Groshedde de mee ning af als zou Judas een bezetene of een duivel geweest zijn. De tijdgeest die de zonde ontkent, heeft in Judas een bezetene willen zien, een ontoere kenbare dus. Maar de bezetenheid tast lichaam en ziel aan; Judas doet het kwade eigenwillig en wei-bewust. Ook was Judas niet een duivel. Immers de duivel gaf Judas het verraad in het hart en voer later iin hem. Dat de Christus Judas een duivel noemt, vat de kantteekening op in iden zin van een kind des duivels, zooals Jezus tot de Joden zegt: „Gij zijt uit den vader den duivel" en. Judas zelf later noemt „zoon der verderfenis" een mensoh, van wien het beter ware dat hij niet geboren en hadde geweest. Judas was een mensdh, we moeten hem trachten te begrijpen als een on zer. Wel is dit moeilijk: voorloopig, bij onze gebrekkige kennis van de men schel ijk e psyche, zeker onmogelijk. Toch maakt ieder zich een voorstel ling van Judas. Laten we dan trachten dit zoo duidelijk te doen als wij kun nen. We nemen, meen ik, de zaak te gemakkelijk op, wanneer we het ver raad geleidelijk laten ontstaan uit een of andere op zichzelf gedachte on deugd van Judas, zooals geldzucht, trots, huichelarij enz. Ook Dr. Grosheide gaat dien weg, zagen we, op en kwam daardoor zelfs tot tegenstrijdige beweringen. Immers, zegt hij, „de mensdh werkt niet uit één beginsel." Neen, zulk een ondeugd is niet oor zaak, maar gevolg van zijn aard. We zien in ieder mensoh een constante, gedetermineerde hoofdtrek in 't karak ter. Stellen we Johannes naast Petrus, dan is Johannes de stille kracht, ook in zijn liefde; Petrus, de onstuimige, opbruisende, overkokende kracht, die uiting zoekt en vindt. Bij Petrus is de veerkracht, die dadelijk den normalen stand weer terugvindt, wtien een be straffend woord niet blijvend krenkt, ~T op wien de duivel geecn vat heeft: zijn zonide-liast werpt hij van zich af door dade-lijk en oprecht berouw; Christus zal hean niet krenkeni de duivel kan hem niiet krenken. Stol naast hem Ju das., Is Johannes de stille. Petrus de sterk reaigeerende kracht, de veer kracht, bij Judas is de slapheid van den slinger, de onstandvastige liefde, telkens even aangetrokken, dan weer afgestooten, gevoelig. overgevoelig voor den kleinsten invloed en stoornis, (bij het steeds naar links verschuiven van het ophangpunt), zwakjes wiege lend totdat ze plots stiilstaat. Zien we in Petrus de veerkracht, die sterk den indruk ondergaat, die diep inbuigt bij de berisping van den Meester, maar straks zich weer opricht in den ouden stand, in Judas is de weeke was, waar in de indrukken zich griffen om niet weer te verdwijnen. Ifc Judas de ger voelige plaat die de indrukken onuit- wiscihbaar bewaart. Zulk een karakter, geneigd tot gene genheid, maar ook, gekwetst, voor al tijd geigTiefld, zulk een slapipe sllinger en indrukkelijke was, is het begeerde deeg geweest voor Sa/tan, dienstbaar aan zijn doel. E/venals 't zieke lichaam gedisponeerd is voor de moordende bacil, was Judas' aard en karakter bij zonder gedetermineerd voor de moor dende machten van Satan. Judas kon worden de vriend en tevens de vijand van zijn Heer. De slap?pe vriend en de vijand-ten-hloede-toe. ttVorodt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5