CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN 7<>« JAARGANG WOENSDAG 17 NOVEMBER 1926 NUMMER 1979 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal i 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 BUREAU: Hooigracht 35 -Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen, f EERSTE BLAD. Scherp slijpen. Eerder dan iemand hier vermoeden kon is het noodzakelijk gebleken, dat ons leger in Indië tegen do binnen- landsche onlusten optreedt. Het geruststellende telegram van den Gouverneur-Generaal van Zon dag kon niet doen vermoeden, dat de opstand zich nog krachtig ontwikke len zou. Massa verzet moet hier op deze wij ze worden tegegegaan. Maar te betreuren is dat sommige bladen ook tegen enkele verzetslieden een militair recht zouden willen toe passen. Aan dat scherp slijpen mogen wij niet meedoen. Wie de stemming van de Indische bevolking kent weet, dat zij meer on der den indruk komt van regelmatige berechting door den strafrechter dan door het met bruut geweld neerslaan. Wat kost het niet een moeite aan officieren om hun mannen te dwingen van al te hardhandig neerslaan van verzet. De Oostersche ziel wil dat wel. verzet af te laten. De Oostersche ziel wil dat wel. Ook ons is het overkomen, dat In- landsche bestuursambtenaren met moeite waren terug te houden van onmiddellijk snel eigen recht. Het mohammedaansche fatalisme is daarna even spoedig weer den in druk kwijt. Maar recht naar Euro- peesche begrippen is voor den Inlan der iets eerbiedwaardigs. Deze omstandigheid gevoegd bij die, dat men weten kan dat onder de ver zetslieden ook onontwikkelde gemak kelijk tot dwaze daden te bewegen personen zijn, noopt ons niet te roe pen om militair recht alvorens dat noodig is. Dit neemt natuurlijk niet weg, dat opstanden als te Menes en te Laboean niet anders dan door militair wapen geweld te keeren zijn. Onzin. In de N.R.C. vonden we het volgen de bericht: Over de communistische onlusten op Java schrijft de Vossische Zeitung, na eerst het beleid van den gewezen gou verneur-generaal, graaf van Limburg Stir urn te hebben geroemd, dat diens opvolger, mr. Fock, niet de bijzondere tact bezit, welke noodig is om de zeer prikkelbare Maleiers te regeeren. On der den invloed van de suikerplanters op Java en vooral van den groothan del in tabak op Sumatra heeft hij de teugels van het bewind strakker aan getrokken, misschien wel te strak voor een koloniseerende regeering, die be schikt over een symbool van een oor logsvloot en slechts een vreemdelingen legioen als leger. De Maleische koelies, die wegens slecihte behandeling "hun werk verlieten, heeft hij gevangen la ten nemen en onder militaire escorte naar de plantages terug laten brengen. Het blad schrijft verder dat mr. Fock in 1925 de tactische fout heeft begaan Tjrokroaminoto van meineed te betich ten en hem- gevangen te laten nemen. Behalve dat hij een martelaar werd na zijn in vrijheidstelling, ging Tjokroa- minoto zich geheel aan de communis tisch agrarische beweging wijden Er is vaak beweerd dat hij zich hierbij van Engelsche zijde liet steunen. De Ëngel- schen controleeren- van Singapore uit het grootste gedeelte van den Java- fichen uitvoerhandel. Men zal zich her inneren dat zij tijdens den oorlog als heerschers van de Nederlands che ko lonie in Oost-Indië zijn opgetreden. 'Het verzwakken van het Nederland sche gezag op Java kan hun slechts welkom zijn, op het oogenhlik, waarop de Nederlanders beginnen de Javasui- ker direct naar Rotterdam inplaats, zooals tot nu toe over Singapore te verschepen. Hier zijn even zooveel onjuistheden ale regels schrift. Er is inderdaad onder G. G. Fock geen andere taktiek gevolgd dan on der zijn voorganger, voor wat dit deel van het bestuur aangaat. G. G. van Limburg Stirum sprak de gedenk waardige woorden, dat wie zich ver zet tegen het gezag op ijzer zal bijten. Dat ons leger thans nog zou te ver gelijken zijn met een Franscih vreem delingenlegioen is al evenmin juist. De vreemdelingen behooren tot deuit- uderingen. TJokroamiftoto *s biet op last van dei. ur. G. vervolgd wegens meineed, mas, die vervolging was een zuivere recln, handeling, waarbij het Openbaar Minis srie uit eigener beweging optrad De steun, de jalouzie. en hoe men het'verder noemen wil, van Engelsche zijde lijkt ons meer door Duitsche af gunst ingegeven dan ernstig te nemep. Een hernieuwd bewijs van Slechte voorlichting. V Hoofd derp olitie. In de Tweede Kamer hebben giste ren verschillende leden aangedrongen dat de Minister maatregelen zou tref fen tegen het vertoonen van de po- temkin-film. Opmerkelijk vonden wij het minis terieel antwoord, n.l. dit, dat de Minis ter de aandacht van den Burgemees ter van Amsterdam op deze film ge vestigd had, maar dat dit blijkbaar reeds niet meer noodig 'was, omdat die film niet alleen in Amsterdam, maar in verschillende andere steden reeds de aandacht had. Daarmede was een belangrijke vraag omzeild, n.l. deze, of een actie tegen dergelijk kwaad van den Minis ter moet uitgaan dan wel of de Bur gemeester hier als hoofd van de plaat selijke politie een taak heeft. Het komt ons voor, dat deze vraag inderdaad van niet geringe beteekenis is. De politiezorg moet locaal bezien worden naar onze meening. Daarvoor kan geen centrale regel, die ook in andere deelen bindt, gegeven worden. Zoo komt het ons voor niet toelaat baar te zijn, dat van den Minister een min vof meer gebiedend voorschrift zou uitgaan. Het kan alléén zijn het aangeven van een lijn. Een andere vraag is of centraal geen dam opgeworpen moet worden tegen dergelijk vuil. Maar dat ga dan niet in de richting van de individuee- le bepaling van wtt een burgemeester zal moeten doen of nalaten. STADSNIEUWS. APOLOGETISCHE VOORDRACHT. Gisteravond hield Dr. Riemens in de Hooglandsche Kerk de tweede van zijn drie voordrachten, over liet onderwerp De Sacramenten volgens roomsche en volgens protestantsche opvatting. Na opening met gebed begon spr. met op te merken, dat de Kerk van Christus niet te scheiden valt in een geestelijken- en een leekenstand; de geheele gemeente is een geestelijk priesterschap. Zoo vaak zonde en we reld een invasie doen, hanteert zij het zwaard des geestes. Wij kennen geen priesters, maai* die naren des Woords. Zij bedienen wel sacramenten, maar eerst in de tweede plaats. Hoofdzaak is het evangelie des Koninkrijks. Spr. wijst op het uitzen den van de 12 apostelen, op Paulus en Filippus. Voor Paulus stond de bedie ning des Woords bovenaan. Zoo zelfs dat hij niet eens zich herinnerde hoe- velen hij gedoopt had. How el de bediening des Woords de eerste sleutel blijft, hebben wij toch ook nog een tweeden, de sacramenten. Het sacrament is als de kus die de liefhebbende moeder op de lippen van haar kind drukt. In Rome's eeredienst is het juist an dersom. Daar is het sacrament het eer ste. De Priester zonder mis zou zijn een zon zonder licht. Rome kent 7 sacramenten. Spr. zal ze achtereenvolgens behan- •delen. De doop wordt toegediend zoo dra een kind 't levenslicht aanschouwt In de biecht wordt het jonge kind al vroeg vertrouwd gemaakt met den man achter het gordijn. Het vormsel, dat gelijkt op onze belijdenis des ge- loofs wordt niet ontvangen als het kind fot onderscheid der jaren geko men is, maar op een leeftijd waarop nog niet wordt beseft wat de verschil lende formaliteiten beteekenen. De priesterwijding, het huwelijk, de mis en het laatste oliesel, ze zijn als een trits die den geloovigen roomsche omgeven van de wieg tot het graf. Daar zit iets moois in. De doop der kinderen heeft iets be koorlijks, verre uitgaande boven den doop der volwassenen. Spr. wijst op de groote verschillen van gevoelen tus schen de protestanten van verschillen de schakeering. Rome kan met recht on9 toevoegen dat bij ons geen uiter lijke autoriteit is. Luther, Calvijn heb ben elk hun opvatting. De twisten over doop en avondmaal tus schen de ze hervormers zijn lang verstomd, maar nu is er een achterstelling van de sacramenten. Voor wat het vormsel aangaat be roept Rome zich op Hand. 8 vs. 17. De zalving die daarbij te pas komt is iets schoons, omdat het uitbeeldt de zalving met ChristU9, den gezalfde. Als zinnebeeld schoon, is hot als sacra ment onschriftuurlijk. De Schrift leert ons te bidden om den H. Geest, anders niet. In het H. Oliesel komen ook allerlei zinnebeeldige handelingen die in den roomschen ritus beteekenis hebben en waaraan met groote gestrengheid vast gehouden wordt. Maar het voornaam ste, de zaligheid, wordt gegeven onder voorwaarde dat de stervende zelf moet trachten dit te verdienen. De leer van het vagevuur, die door het Oliesel niet te niet gedaan wordt, typeert de onzekerheid van deRoom- scne leer. Daartegenover staat de vast heid van den protestant die steunt op Gods Woord als in 1 Thess. 4 vs. 13, Joh. 11, Joh.-5 vs. 24 e.d. Het beroep op Jacobus is daarom ook onnatuurlijk, omdat Jacobus niet anders dan lichamelijke genezing op het. gebed kan hebben bedoeld. Het ge bed wordt door Jacobus in elk geval het voornaamste geacht. Rome maakt er van dat de vormen alle in orde moeten zijn. Het huwelijk tot een sacrament te maken ontleent Rome aan de woorden van Paulus uit den Corinther brief „deze verborgenheid is groot" welker woorden Hieronymus verkeerd ver taald heeft door „sacrament." Vooral in het huwelijk heeft Rome's leer tot zonderlinge gevolgen geleid. De priesterwijding heeft ook de be doeling den priester af te zonderen tot het hoogere levenspeil de zonde te mo gen vergeven. Hij moet los van cle we reld zijn en mag daarom ook niet trou wen. Daarentegen legt Gods Woord juist den nadruk op 't profetisch deel van het ambt. In zijn volgende lezing zal spr. voor al de biecht behandelen, omdat dit sacrament zoo nauw samenhangt met de geheele maatschappij instelling vol gens Roomsch begrip. Onze doopsopvatting is. dat het een teek en en een zegel is, maar op zich zelf een gewone handeling die niets uitwerkt. Ware dit anders, dan zou Paulus in zijn groote zendingsijver wel veel gedoopt hebben. Spr. gaat in de geschiedenis na hoe allengs de roomsche leer zich heeft ontwikkeld. Tegenover Rome's leer van de onge doopte kinderen in het voorportaal der hel, staat de roeping van Christus van de ongedoopte kinderen tot zijn dienst. In de mis is het verschil met Rome nog grooter. Ook hier bij ons als uiter lijk teeken een gewone maaltijd. Bij Piome geen tafel, maar een altaar. Geen eenheid maar communie, plech tige mis en stille mis. Ook hier weer is Rome slechts geleidelijk tot de dwa ling der transsubstantiatie gekomen. Eerst onder Paus Innocentius III is de ze geproclameerd. Men heeft Hem die het vleesch geworden Woord is hier gemaakt tot een dina\ een ouwel. Vooral in de mis heeft Rome's kerk diep verval te aanschouwen gegeven. De Communie is bij Rome nog iets daar men eerbied voor kan hebben. Spr. heeft priesters ontmoet die in groot enthousiasme daarover konden spreken. Gelukkig de priester die als Guido Gezel!e in eenvoudigheid God dient en de gemeente- onderwijst; Echter tegenover alle heerlijkheid en aantrekkelijke dingen van de sacra mentsopvatting staat de sobere protes tantsche sacramentsopvatting, omdat de zaak zelf op den voorgrond komt en niet schuil gaat achter het teeken. En nu de verschillen bij ons, waar Rome zoo terecht op wijst. Spr. maakt een vergelijk tusschen het hout dat groeit aan een boom waarvan de tak ken soms ver van den stam gaan en het hout dat in een ton door sterke banden wordt saamgehouden. "Het hout van den boom leeft, dat van de ton niet. Rome's leer kan het niet verder brengen dan een: ik hoop nog eens za lig te worden. Ik hoop mijn geliefde afgestorvene uit het vagevuur te kun nen bevrijden. Voor hem die op Gods Woord alieen bouwt is er met eenPau lus en Job een zeker weten. Spr. kondigt ten slotte zijn laatste voordracht aan met den titel Waar heidsopvatting en zedelijkheidsbesef in de roomsche en portestantsche eere dienst. Na het dankgebed werd nog gezon gen Gezang 36 vs. 5. In de kerk waren in het midden schip nagenoeg alle zitplaatsen bezet. NIEUWE VONDSTEN DER STEEN- KULTUUR IN ZUID-LIMBURG, Gisteravond hield in het Museum van Oudheden alhier Dr. J. H. H o 1- w e r d a een lezing over,, Nieuwe vond sten der Steenkuituur in Zuid-Lim burg. Tot dusver, aldus begon spr. dachten we hij het Steentijdperk in ons land hoofdzakelijk aan de Drentsche heide met haar hunnejbedden. Ook bij het Uddelermeer op de Veluwe heeft spr. resten van deze kuituur gevon den. Spr. laat lichtbeelden zien van de fraaie steenen bijlen en andere instru menten, die uit di'en tijd dateeren. Spr. gaat vervolgens na, welke de karakteristieke eigenschappen zijn van de kuituur in de meer Zuidelijke landen, die een parallel vormt tot de hunnebeddenkultuur in het N.O. van ons land. Daartoe behooren 'teerst de paalwoningen, waarvan de resten ge vonden zijn in de Zwitsersche meren. Van deze paalwoningen geeft de Griek sche geschiedschrijver Herodotus een treffende, naieve beschrijving. De stee nen werktuigen, die in de paalwonin gen gevonden zijn, steken gewoonlijk ,in een schacht van hertshoorn. Het aar dewerk uit dien tijd is nog zeer pri mitief. Die paalwoningen beperken zich niet tot Zwitserland, doch de overblijfse len dier kuituur worden geheel den Rijn langs gevonden! tot den Eifel toe. Heele bergvesting werk en van dat paal woningenvolk zijn daar gevonden, zoo als die van Mayen. De zg. bandcera- miek is een specifiek verschijnsel de zer kultuurstrooming. Deze kuituur vertoont samenhang met de Grieksche in den oudsten tijd. Spr. wijst ook op het samengaan van verschillende culturen, b.v. de steen- en de ijzercultuur, die men ge woonlijk na elkaar plaatst, doch die ook naast elkaar voorkomen. Ook in België zijn resten gevonden van deze zelfde kultuurstrooming. die in het Oosten tot Thessalië en Grie kenland reikt. In de omsteken van Luik zijn vooral veel vuursteenen werktuigen gevonden. Zoo komt spr. tenslotte tot Zuid- Limburg. Ten N. van Maastricht zijn verleden jaar overblijfselen van deze zelfde "kuituur gevonden van bandce- ramiek. De hutkommen daar gevon den zijn van hetzelfde type als in de Donaulanden. Spr. laat nog verschillende stukken typische band ceramiek zien. Deze steenkuituur staat al heel dicht hij den Germaansehen tijd/ Ook zijn hier voorwerpen van herts hoorn gevonden, die wijzen op het be staan hebben van paalwoningen in de Maas. In ons land hebben aldus de beide stroomingen v. hunnebedden- en paal woningenkuituur elkaar ontmoet, zij ;het ook wellicht door de groote rivie ren gescheiden. ZENDINGSSAMENKOMST HEEREN GRACHTKERK. Gisteravond sprak Ds. Schilder, van Oegstgeest, op uitnoodiging van de Zendingscommissie der Geref. Kerk alhier, in de Kerk aan de Heeren gracht Ds Schilder betrad dadelijk den kansel, liet zingen Ps. 96 2, las voor Ezechiël 28 vers 110 en ging voor in gebed. Daarna gaf hij als tekst op Ez. 28 3a: „Gij zijt wijzer dan Daniël". Zooals hij dat zoo gaarne doet en zoo fijn kan, stelde Ds. Schilder in zijn inleiding voor een paradox. Wan neer wij uitgaan tot het Heidendom om 't wat te brengen en wat te zeggen dan hebben we en dan weten we on getwijfeld meer, dan diegenen tot wie we gaan. En toch zegt Ezechiël van Tyrus, het voorbeeld van het Heiden dom, dat ze zelfs wijzer zijn dan Da niël. Men zou kunnen denken, dat dit ironie is van Ezechiël, maar de feiten kloppen op. 't woord en verder is 't verband van de tekst zuivere ernst. Ook in onzen tijd zien we, dat 't Heidendom, wijzer is, naar de natuur, dan wij. We hebben, wanneer we uit gaan om Zending te drijven, niet meer te doen met naar de wereld armen, die naakt rondloopen. Op Java, waar onze Zending zicht 't best ontplooit, wórden de moderne strijdkreten ge hoord. Zij spreken niet alleen over 't communisme, maar brengen t ook in practijk. Zij brengen tot stand wat in ons land aan Troelstra niet gelukt is. Ze beleven de antithese feller dan wij. En zoo zijn ze, naar de natuur, wijzer dan wij. Maar we moeten goed onder scheiden. Wanneer we uitgaan met Gods Woord in de hand en dat als de wijsheid aanvaarden, dan past de ge- noecme tegenstelling niet. Spreker zal nu aan de hand van de tekst behandelen: van Tyrus en van Daniël. Ie. Het karakter van de wijsheid van Tyrus en van Daniël. 2e. De grootheid van Tyrus' wijs heid boven die van Daniël. 3e. Het groote onderscheid tussch'en Tyrus' wijsheid en die van Daniël. Wanneer hier twee personen verge leken worden, dan hebben ze iets ge meen. Beiden zijn wijs. En inderdaad. Ezechiël bedoelt hier met wijsheid, de natuurlijke wijsheid, immers bij Ty rus is geen sprake van wijsheid uit Gods Geest. En in die wijsheid stond Daniël zeer hoog. Als we bedenken, hoe 't volk der Chaldeeën in die dagen bovenaan stond op wetenschappelijk gebied, hoe de magiërs in dat Rijk de mannen van de hoogste wetenschap waren en dat Daniël aan 't hoofd der magiërs stond, dU9 Voorzitter was van 't hoogste wetenschappelijk coil- ADVERTENTIE-PRLJS, Gewone advertentiSn per regel 2#/» «ent; Ingezonden Mededeelingen* dobbel tarief#' Bij contract, belangrijke redactie# Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent# Belangrijkste nieaws in dit Hommer. Binnenland. Het Ned.-Belgisch Verdrag zal op 7 December a.s. in de afdeelingen de* Eerste Kamer worden behandeld. Buitenland. De aanvaarding der regeeringsvoor* stellen door de mijnwerkers schijnt verzekerd. Minister Francqnl over België's fi- nancieelen toestand. Aardverschuiving in Wales. Groote brand in Tokio. ge, dan beseffen we, hoe dat Daniël wijs was naar de wereld. Daarnaast groeide Tyrus op en de macfitige bouw werken, die de hoofdstad maakten tot een onneembare vesting en de uitge breide handel, getuigden van de wijs heid van het Vorstenhuis. En wanneer Ezechiël nu deze twee, Daniël en Ty rus, met elkaar vergelijkt, dan moet hij toegeven: Gij zijt wijzer dan Da niël. Die samenopgroei is niet' zonder meer. Daar maakt God historie. We moeten daarin zien de spanning, die God zelf maakt, daardoor dat Daniël en Tyrus op 't zelfde vlak gaan staan. Ook in onzen tijd zien we dat. Oost en West ontmoeten elkaar en gaan zich gelijken voelen op geestelijk gebied. We denken aan Tagore, Sahdoe en Krashnamurti. Doch het blijft niet bij die vergelijking. Dat is- pas de eerste verschrikking. De tweede verschrik king is, dat Tyrus' wijsheid grooter is dan die van Daniël. In de botsing der volken zullen de duizenden opstaan, om te vragen, wie de overwinning be halen zal en dan zal de antichrist groeien, als eens Tyrus. en wij weten het uit liet boek der Openbaringen, zij zullen overwinnen. Oppervlakkig beschouwd gaan we met een verloren zaak. En toch moe ten we worstelen. Als we vallen, dan moet het zijn, niet in de sloppen en stegen, maar op den hoofdweg. We moeten worstelen om de positie van Daniël. Maar dan moeten we ook en dat is de derde gedachte onze natuur lijke wijsheid stellen in dienst van God. Tyrus was wijs naar de wereld zelfs wijzer dan Daniël, maar verhief zich er op en zeide: Ik hen God. Maar Daniël zeide: Ik weet niets, als God het mij niet bekend maakt. Hij bood al zijn roem aan God' en knielde neer met 't aangezicht naar Jeruzalem. Wanneer we zoo staan tegenover 't Heidendom, dan gaan we vreezen, maar ook tevens heseffen, welk een zware last we van God hebben ten op zichte van hen tot wie we met onze Zending uitgaan. Na het beëindigen van z'n rede ging Ds. Schilder voor in gebed en liet tot slot zingen Ps. 57 5. POTEMKINFILM. Naar wij vernemen heeft de burge meester als hoofd der politie, in zake de vertooning van bovengenoemde film nog geen toestemming gegeven. De film zal eerst nog aan een her keuring worden onderworpen alvo rens de burgemeester een beslissing neemt. PARTIJDAG TE LEIDEN. Zooals wij reeds eerder mededeel den, besloot de Statenkieskring „Lei den", ter inleiding op de a.s. verkie-: zing binnenkort een Partijdag te hou den in de Stadszaal te Leiden. Wij vernemen, dat zich eenregelings commissie gevormd heeft, bestaande uit afgevaardigden van den Statenkiês kring, die dezen Partijdag zal voorbe reiden. VERKOOPDAGEN CHR. FRÖBEL SCHOOL. De eerste verkoopdag ten bate der Chr. Fröbelschool Heerensingel, is een succes geweest. Niet minder dan 400 betalende bezoekers zoo deelde de suppoost de Jong ons mede hebben van hun belangstelling doen blijken. Er lieerschte den geheelen avond een prettige stemming; 'twas druk en vol, en toch had alles een ordelijk verloop, dank zij de ruime lokaliteiten en de goede regeling. Hedenavond is de bazar weder van 7 tot 10 H uur geopend en wordt et weer op druk bezoek gerekend. Aan het slot zullen de niet-verkochte goe deren bij opbod-af9lag worden van de hand gedaan; dat is altijd een aardige attractie; en na afloop hiervan voor de sluiting dus zal de raad- n a a m van de pop worden bekend a» maakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1