Ijieüwe Xeidsche courant van woensdag 3 November i9Z6
TWEEDE BLAD.
WAT DE BLADEN ZEGGEN.
Ben les uit België.
In België, zoo lezen wij in De Zeeuw
is nu eindelijk de franc gestabiliseerd,
pe waarde ervan is vastgesteld op on
geveer 7 cent of een zevende van de
vroegere waarde.
Wat deze stabilisatie beteekent?
Laat „Het Volk" het orgaan van
d"e S.DA.P. op deze vraag het ant
woord geven.
„Voor de arbeidersklasse, aldus dit
blad, wil dit zeggen, dat Bij voortaan
als zij loon ontvangt, weet wat zij er
voor kan koopen. Voor de organisaties,
dat als zij collectieve contracten slui
ten, de grondslag, het loon, een vaste
waarde heeft. Op het congres van het
N.V.V. heeft Müller, de vertegenwoor
diger van het Duitsche Vakverbond,
nog even kort maar krachtig verteld,
welk een ontzettende ramp voor de
Duitsche arbeiders de inflatie was; boe
het loon om den anderen dag opnieuw
meest worden vastgesteld, boe de vrou
wen zich verdrongen aan de fabrieks-
poorten, om zoodra het loon was ont
vangen, zich ermee naar de winkels te
spoeden, omdat de waarde van het
geld van oogenblik tot oogenblik slonk
Deze ramp is van de Belgische arbei
dersklasse afgewend; van haar en van
alle groepen der bevolking, die moeten
leven van loon, salaris, of kleine ren
ten."
In wat hier gezegd wordt is veel
waars. De inflatie beteekent voorbree-
de volksgroepen niets minder dan een
ramp. Het is dan ook te verstaan dat
het Socialistische orgaan hulde brengt
zoowel aan den bankier Francqui, als
aan de socialistische ministers, die de
maatregelen hebben durven nemen die
nu eenmaal noodzakelijk waren.
Toch zit er in dezen lof iets wat on
aangenaam aandoet.
Want het moge dan een verbetering
zijn dat de franc gestabiliseerd werd,
hier staat tegenover, dat alle geldbezit
tot op een zevende van de waarde is
teruggebracht. Spaarders die 700 franc
op de spaarbank hadden, zijn daardoor
600 franc definitief kwijt. Kleine luy-
den, die zich de uitkeering van een
zeker bedrag „verzekerd" hadden, zien
de waarde daarvan tot op een zevende
teruggebracht.
De gevolgen van de stabilisatie zijn
dus ook na de stabilisatie wel heel erg
Toch doet zich het merkwaardige
feit voor. dat zij die de stabilisatie be
werkstelligden, uitbundig geprezen
worden, terwijl indertijd Minister Co-
lijn, die de inflatie met al de ontzet
tende gevolgen daarvan wist.te voor
komen, en den gulden op de volle hon
derd procent van zijn waarde wist te
houden, werd uitgescholden en ge
hoond alsof hij de grootste misdaad
had begaan.
Opzettelijk hebben wij hierboven de
beteekenis van de stabilisatie door
„Het Volk" laten uiteenzetten.
Men kan er uit leeren voor welke
rampen Minister Colijn ons volk en
niet het minst de arbeiders heeft be
hoed. Men kan er uit zien welk een
treurige rol de S.D.A.P. heeft gespeeld.
Meer dan aanranding van bmger-
recht.
Op allerhande wijze, schrijft de Rott.
wordt bepleit, dat aan den particulie
ren burger meer invloed zal worden
toegekend op den gang der strafpro
cedure.
Uitbreiding van de klachtdelicten
wordt begeerd, dat wil zeggen in meer
gevallen wil men de bevoegdheid van
het Openbaar Ministerie tot vervolgen
binden aan een voorafgaand verzoek
van den door het misdrijf benadeelde.
Aan den benadeelde wil men sterker
positie in de strafprocedure zien toe
gekend, waar hij zijn vordering tot
schadevergoeding moet kunnen door
zetten.
Voor den particulier wordt het recht
opgeëischt om, desnoods tegen een
onwillig Openbaar Ministerie in, een
vervolging aanhangig te maken.
De uitbreiding der transactie, het
recht om door het brengen van offers
de vervolging te voorkomen, vindt tal
rijke verdedigers.
Zoo wordt langs allerlei weg be
proefd om aan het publiekrechtelijk
karakter der strafprocedure z'n scherp
ste kanten te ontnemen.
Zonder bezwaar is dit niet.
Het misdrijf is niet de aanranding
van een subjectief recht van dengeen,
tegen wien het is gericht.
'Wie op dat standpunt staat, zal voor
den benadeelde en diens verwanten
zeggenschap opeischen in de regeling
der strafproceduren.
Maar wie in het delict ziet een aan
randing der rechtsorde, tot wier hand
having de Overheid van Godswege ge
roepen is, staat anders tegenover dit
probleem.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Be da nikt: Voor RoodeschooJ, 0. S»
jJellema te St. Anna Parochie.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Schoonoord (Dr.), H-
Smit, cand. te Nieuw Weerdinge en F.
Slomp, cand. te Ruinerwold. Te Apel
doorn, J. G. Feenstra te Scheveningen
en J. van Herksen te Hillegom.
Be da nikt: Voor Hilversum, Dr. C,
OBouma te Zwolle. Voor Nieuwdorp (Z.),
K. Winkelman te Maastricht.
GEREF. GEMEENTEN.
Bedainkt: Voor Grand Rapids, K
Kieviet te Veenendaal.
Bevestiging, Afscheid en Intrede.
Ds. H. S. Rouma, die het beroep
[naar de Geref. Kerk van Amsterdam-Z
binnen het Kerkverband aannam, hoopt
•Zondag 5 December in de Koepelkerk
afscheid te nemen van de Kerk van
Leeuwarden, om 19 Dec. d.a.v. te Am
Bterdam-Zuid intrede te doen.
Zondag werd cand. A. Dondlorp
te Wagenborgen door zq'n schoonvader
Ds. J. P. Tazelaar van Weesp, bevestigd
•na een preek over 2 Tim. 2:15.
Des middags deed Ds. Dondorp intre
de'met een preek over Coll. 3:16.
Ds. A. Wijngaarden heeft Zon
dag met een predicatie over Ooi. 3v
afscheid genomen van de Geref. Kerk
van Saarland.
Ds. D. d e W i t, gekomen van Rer
likum (Fr.), werd Zondag j.l. bjj de Go
ref. Kerk van Den Bosch bevestigd doo?
zfrjn voorganger aldaar, Ds. J. v. d.
Meulen, thans te Soest, die Jeremia 11
vers 15 tot tekst had.
Des namiddags deed Ds. de Wit zij a
intrede met een predicatie over 1 Petr.
2 vers 9.
De verstrooid»? Gereformeerden in
Ned.-Indië.
Deputaten der Gen. Synode der Ge
ref. Kerken voor de behartiging van de
geestelijke belangen der verstrooide Ge
reformeerden in Ned. Indië, hebben in
plaats van wijlen Dr. J. C. de Moor tot
voorzitter benoemd, Dr. K. Dijk te 's Gra
venhage-West en tot secretaris Dr. W.
G. Harrenstein. te Amsterdam.
Kerkelijke verkiezingen.
Bij de gehouden verkiezingen voo?
leden van het kiescollege der Ned. Herv.
Gem. te Breda zijn met meerderheid
van stemmen gekozen de candidaten de?
rechtzinnige kiesvereenigingen.
De Geref. Kerk van Almelo.
De kerkeraad der Geref. Kerk van
Almelo heeft besloten in 1927 over te
gaan tot het aanstellen van een hulp
prediker of zoo mogelijk tot het beroe
pen van een tweeden predikant.
Geref. Jeugdbeweging in Hongarije.
Ds. B. Knoppers, predikant bij de
Geref. Kerk te Amsterdam, zal zich.
naar de Tel. weet mee te deelen. op uit
noodiging van de Geref. Jeugdbeweging
in Hongarije, in December a.s. daarheen
begeven om de behulpzame hand te bie
den bij het organisatiewerk onder de
jeugd.
Hef laatste woord!
Men schrijft ons namens de Hoofd
besturen der Samenwerkende Zen-
dingscorporaties
Weken van aotie liggen achter ons;
weken van verwachting, weken waar
in ons opnieuw door vele Predikan
ten, Hoofden van Onderwijsinrichtin
gen en een groot aantal anderen be
wezen werd aat een oproep om gteuni
niet afgewezen wordt.
Bij tienduizenden worden onze ma
nifesten en offerzakjes aangevraagd,
onze gebeden werden verhoord, de
aanvragen kwamen van alle kanten
binnen.
Niet dat er geen achterblijvers zijn.
Vele Gemeenten lieten niets van ziohj
ihooren, maar wij hebben toch vertrom
wen dat schier overal het gebed zal
ioprijzen tot God, dat in tal van plaat
sen de toewijding niet ontbreken zal
en veten zich tot het offer gereed ma
ken.
Onze Zendingsweek moet en kan
iets. kan veel beteekenen vopr anztei
kerk, voor ons volk, voor de Volkeren:,
van Oost-en W|est-Indië. Als er ten
aanzien van onze verzoeken door (dief
Nederlanidsche Christenheid in de Zen
dingsweek een eenheid gevormd' wordt
zullen hier en op de Zendingevelden
de zegeningen ervaren worden.
0.p dan Christenen.
Op collega's, voor datgjene wat wij m
vroegen; er hangt van uwe leïdang
zoo veel af.
iOp gij allen die invloed op anderen
Ibebt. f
Onze Zendingsweek (714 Nov.)
moet een week van dankbare aanbid
ding, diepen ootmoed en blijmoedig
offer worden.
.Veler liefde blijke. De Zending zal
de vruchten ervan dankbaar moogsten
Haar en haai dracht
(De Geref. medewerker van de NL
R. Crfc. schrijft:
De zaak, waarover een inzender het
in het Donderdagoch bendblad onder den
titel „De koosjere kapper" een wel sma
kelijk gesteld, maar toch weinig objec
tief artikel schreef, is serieuser dan dit
wrtikel zou doen vermoeden.
De zaak is deze: er is van ouds in
de Gereformeerde kringen diep gewor
teld wantrouwen tegen de moaesnufjes
van den dag en ernstig geloofsverzet
tegen het telkens daarin uitkomendie
streven naar wereldgelij kvormigheid'-1
Inzonderheid in de laatste tijden is dit
wantrouwen en dit verzet gegroeid.
Ook anderen dan de Gereformeerden
de Roomsch Katholieken bijvoorbeeld,
zijn opgestaan tegen de tendenzen der
tegenwoordige mode.1
Hoofdoorzaak hiervan is, dat men in
de moderne dames-modes het streven
ontdekt om man en vrouw zooveel mo
gelijk aan elkander gelijk te maken, een
streven ,dat, over de geheele linie dooi
gezet, een aantasting beduidt van het
Christelijke gezinsleven en als principe
lijnrecht in strijd is, met wat in de Go
reformeerde kringen als Goddelijke or
dinantie wordt erkend en beleden.
Naar Gereformeerde overtuiging is
het dit streven en nog veel andere, nieu
we „gewoonten", die een geheel andere
sfeer dan de gevvenschte in de huisge
zinnen en in het maatschappelijk leven
Dit is de zaak, gelijk die leeft in het
bewustzijn der Geref. kringen
Nu wordt natuurlek practisch
het uitermate moeilijk, wanneer het ve?
zet tegen zulke modes tot daden moet
leiden.
Wanneer is een rok te kort? Welke
haardracht is al té geëmancipeerd? We\
ke gewoonte gaat al te ver over de
schreef? Wanneer moet de kerk inwei
ken. En wanneer moet het particulier
initiatief versterkt of opgewekt of ge
matigd wtorden?
Allemaal vragen, die in menigen ker
keraad met vrees Voor te veel casu
istiek en toch met angst voor de ver
wording van het christelijke gezins
leven tusschen tong en lippen zijn.
De Roomsche Kerk heeft het gemak
kelijk. Die schrijft positief voor: zus
en zoo moet het. Ge komt niet bij den
paus of in de biecht, enz., indien ge
niet zus of zoo zijt gekleed.
De Roomsche Kerk schrijft positief
kleeding voor. Ze heeft het leven veel
meer* onder voogdij, dan de Protestant
sche. De Geref. kerken stellen zich og
het standpunt, dat zij niet positief heeft
voor te schrijven, maar veeleer negatief
de zonde, waar die het hoofd opsteekt^
heeft te bestrijden. Doch dat is moei
lijker. Het laat het teven vrij aan eigen
levenswet en levensdrang, maar moet
dan ook veel vaker, telkens als zich ex
cessen voordoen, optreden. Maar ver
keert dan vaak in de onaangename po
sitie van den bediller, die zelf niet zegt
hoe het moet, maar altoos wat aan ti
merken h^eft. D^t is de schaduwzijde
van de i^rotestantsche „vrijheid" ge
accepteerd, in de overtuiging, dat de
vrijheid deze schaduwzijden en haar moei
ten waard is.
Nu het geval in quaestie. Men weet
in de Geref. Kerk wel, dat men de
emanip&taezucht, die het vrouwelijke aan
het mannelijke gelijk maken wil, nes tri-
den moet. Of dit echter meebrengt
strijd teg&n de hedendaagsche ha
des, is niet duidelijk. Natuurlijk moet de
strijd om het principe, dat allen Hef is
ook ergens practiscn worden. Maai
waar? Antonia Margaretha (echtgenoot3
van De. Lindeboom van Amsterdam)
heeft de moderne korte haardracht in
„Christelijk Vrouwenleven" min ofmeei
in bescherming genomen, omdat zij' er
[neg niet zulk een aantasting van de
christelijke zeden en gewoonten in ziet
ale sommige anderen. Min of meer sluit
Ds. Fernhout in het omschreven „ad
vies" zich bij de argumentatie van A&
totria Margaretha aan. Mej. H. S.
Kuj'per heeft in de „Standaard" be
leden, dat zij in de korté-haardrachtmoüe
open en klaar ziet, de aantasting van
het principe, dat alten bewaren wiRea
het principe dat zich tegen de verkeer
de emancipatie-zucht richt.
Zoo is er discussie; discussie die met
fcaauïstisöh heeten kan, daar toch elk
principe «"get® (te praotijk ontmoeten
moei
Voor de meeste theologen staat vast
dat de Heilige Schrift geen rechtstreek-
èohe vjbpr schriften ter zake bevat. Voor
sommigen, ja, voor velen onder de ge
meen beleden staat het anders. Hield men
rondvraag onder de Geref. kerkleden,
dan zou zeker de meerderheid uitspre
ken, dat haars inziens Piaulus in 1 Oor.
11, wel terdege reohbstreeksche voor
schriften geeft.
Houdt men nu met al het bovenstaan
de rekening, ten moet duidelijk zijn
dat kolommen aan deze quaestie pe
eteed, ook als men een christen m zijn
kappersberoep adviezen geeft, geen mor
serjj beduiden met drukinkt. Het is
altoos een voorrecht, naar gereformeei
de overtuiging, wanneer iemand ook in
>zgm beroep er een concciëntie op na
houdt en de vraag van goed en verkeerd
consciëntieus overweegt»
BINNENLAND.
Hoog water.
Gisteren was te Maastricht de Maas
in de laatste 24 uur nog 47 c.M. gewas
sen. De peilschaal aan de Maasbrug
toekende 3.89 M. aan, hetgeen gelijk
staat met 45.90 M. boven N.A.P.
Uit België werd geseind, dat bij Na
men de stand van de Maas stationnair
is. Te Luik vallen de Ourthe en de
Maas langzaam.
Het dorpje Heugem is grootendeels
ondergeloopen, waardoor veel te velde
staande gewassen zijn bedorven. Het
dorp Limmel wordt ook met overstroo
ming bedreigd. De omliggende lande
rijen staan geheel blank Het water
stroomt reeds over den Schernerweg,
zoodat deze alleen nog voor voertuigen
berijdbaar is. De werken voor de kana
lisatie te Sint Pieter zijn geheel onder
geloopen. Een kleine locomotief is om
gevallen en een baggermachine staat
geheel in het water. Dit is reeds de
tweede maal, dat het geheele werk on
dergeloopen is.
In de tien maanden, die er verloopen
zijn sinds den laatsten hoog-water-
stand in Januari, toen het water een
hoogte bereikte van 4.92 M. is er veel
gepraat, maar in werkelijkheid zijn er
maar weinig maatregelen genomen.
Alleen zijn de pijlers v. de Maasbrug
een weinig versterkt, doch de basalt
blokken, die rondom deze pijlers had
den moeten worden gestort, om ze ten
minste eenigszins tegen het woeste
watergeweld te beschermen, zijn pas
gearriveerd, een dag voordat de Maas
weer begon te wassen. Nu liggen deze
schepen met blokken, die al ongeveer
twaalf dagen in een kleine binnenha
ven hadden liggen wachten, aan de
Maasbrug gemeerd.
De burgemeester van Maastricht
heeft dezien zomer eenige ijzeren voer
tuigen gekocht, om de verbinding met
de onderloopende dorpen te onderhou
den. In Borgharen, waar de waters
noodvergoedingen op zoo eigenaardige
manier zijn verdeeld en waar de bur
gemeester ontslag gekregen heeft, is
nog absoluut niets gedaan.
Gistermiddag is de Maas iets ge
vallen.
De toestand om Roermond.
De Maas is gisternacht aldaar nog
ruim een halven Mieter gewassen. De
R ijkepeii schaal teetoende gistermorgen
11 uur een stand aan van 1850 M. pïns
N.A.P. De communicatie met de ge
huchten Weert en Hatemboer 1b ge
heel verbroken.
De steenbakkerij dar firma EvegB
loopt gevaar overstroomd te worden,
waardoor een mïllioen ongebakken
steenen ter waarde van f 1&000 verlo
ren zouden gaan»
De ambtenaren van den Rijks Water
staat, welke voor de buitengewone ri-
viercorrespondentie van de Maas zijn
aangewezen, hebben een boodschap
ontvangen om zich voor het begeven
naar hun standplaats gereed te hon
den.
In ovexlg Limburg.
De landerijen langs de beken in' Zuid
Limburg zijn veelal ondergeloopen.
Borgharen, Valkenburg, Schin op
Geul, Simpel veld. en Eys hebben zeer
veel last van het water.
Grevenbicht meldde gistermorgen
nog enkele c.M. was. De herstelde dijk
ter plaatse en bij Elsloo houden hét
goed. Bij Tegelen hebben de pannen-
fabrieken veel last van het water.
In Venlo staan de Maaskade en aan
grenzende straatjes blank. Het losséh
eter schepen gaat met veel moeilijkhe
den gepaard. De stand was hedenmor
gen 15.25 met 73 c.M. was in de laatste
24 uur.
De polders Mars en Wijd* loopen
onder.
De peilschaal toekende gistermorgen
8 uur 9.50 M. aan.
Door den hoogen stand der Maas
zijn ook de werkzaamheden aan de
stuw stopgezet. Ook de Uitlaatsluizen
van het Peelwater zijn gesloten, zoo
dat de polders Mars en Wijdt onder-
loopen.
Protest-Christelijke Mijnwerkersbond.
Maandagmiddag heeft de Protes-
tantsch-Christelijke Mijnwerkersbond
zijn jaarlijksche vergadering gehouden
in 't Protestantsch Christelijke Volks
huis op Treebèek, gemeente Heerlen.
Deze vergadering werd bijgewoond
door den secretaris van het Christelijk
Nationaal Vakverbond, den heer Ame
link. In zijn openingsrede zeide de
voorzitter, de heer W. Kok, dat de ac
tie voor het terugverkrijgen van de
Zondagsrust met resultaat is bekroond
Er zijn echter ook dingen, die nog ver
van volmaakt zijn. Spr. zo<u bijv. het
artsen instituut in zijn tegeuwoordigen
vorm liever zien verdwijnen dan voort
bestaan. Ook de loonen voor enkele
groepen eischen z.i. beslist een herzie
ning. Het aantal leden van den bond
bedroeg op 1 Januari 1925 139, op 1
October van dat jaar 157. Blijkens het
financieele verslag was het batig sal
do van het laatste kwartaal van 1925
f 138. De rekening over de maanden
Januari tot September 1926 sloot met
totalen van f 3*654 en een batig slot van
f641. De voorzitter deed verder nog
een mededeeling over het verloop van
het ledental na 1 Januari jJ. Op dien
datum bedroeg het 19,0 en op 1 dezer
was het tot 403 gsetegen.
Nadat de heer Am el ink een opwek
kend woord had gesproken, deelde de
voorzitter mee, dat de commissie-Van
Vuuren nog zal worden uitgebreid met
een lid uit den Prot. Christ. Mijnwer
kersbond.
Herkozen werden de bondsvoorzitter
de heer Kok. en de penningmeester,
de heer N. Ploeg. Tot secretaris werd
gekozen de heer E. Dooyeweerd. De
andere hoofdbestuursleden zullen door
de afdeelingsvergadering worden aan
gewezen.
Na een pauze volgde een avondver
gadering, die werd bijgewoond door
mr. W. F. Frowein, voorzitfwjr van de
directie der staatsmijnen.
De secretaris van bet Christelijk Na
tionaal Vakverbond hield een inlei
ding over het standpunt teia opzichte
van Zondagarbeid met als conclusie,
dat alle niet noodzakelijke ZJondagsar-
beid moet worden tegengegajin.
Mr. Frowein nam deel aam de hier
op gevolgde gedachtenwissoling. Hij
zed in de vergadering van diezen bond
te zijn gekomen, omdat dew* zich niet
op het standpunt stelt, dat de arbei
ders en de werkgevers vijanKÜg tegen
over elkaar staan. Hij verkl sarde, «tat
de mijndirecties in Nederland zich op
het standpunt stellen, dat er des Zon
dags alleen in beslist noodzakelijke
gevallen moet worden gewerkt.
FEUILLETON.
Door leed en strijd.
»3)
„O!" riep Demyan, „dat is de Ba-
toushka, over wien Paraska schrijft.
Ik heb een brief van haar met nieuws
uit Kniishi. Maar ik moet mij haasten,
het is vier dagen heen en vier dagen
terug. Ik heb mij verleden Maandag
vertoond en moet mij niet later dan
Woensdag of Donderdag weer laten
zien. Hier heb ik den brief van Paras-
ka. Dit is het, wat ik u moest voor
lezenVader Cyrillus is uit Knishi
weggezonden, dat is het werk van Va
der Yaissy. Men heeft hem niet toege
staan Velia mee te nemen." Wie is
Velia?" vroeg Demyan.
„Lees door!" riep Alexis.
„Hij was genoodzaakt haar achter te
laten bij de weduwe van Vader Vasili;
en de menschen zeggen, dat deze weer
gaat trouwen met den ouden Okhrim,
den Starosta. Indien daartoe de moge
lijkheid bestaat, laat dit dan onmid
dellijk aan Michaël weten." Wie is
Michael?" vroeg Demyan opnieuw.
,;Hij is mijn zoon" zeide Alexis, „en
Velia is mijn dochtertje."
„Al de kinderen onder de tien jaar
zijn ons ontnomen geworden" verdui
delijkte Kharitou, „en Vader Cyrillus
nam de kleine Velia bü zich."
„Het is een zeer slechte tijding, die
gij ons daar brengt."
Elk der mannen begreep terstond
wat deze maatregel te beteekenen had.
Het teere, gevoelige kind was overge
leverd in de handen van een hard
vochtige, gewetenlooze vrouw, en in de
macht van een wreeden man, die den
haat, welken hij haar volk toedroeg,
aan dat hulpelooze schepseltje zou koe
len. Alexis viel op zijn knieën; en het
gelaat in de handen verbergende,
kermde hij overluid en bad hij in den
angst zijner ziel:
„O, mijn God, mijn God, red haar!"
De brief was bijna vier maanden ge
leden geschreven. Duizenden mijlen
lagen tusschen hem en zijn1 hulpeloos
kind. Welk een ellende moest zij ge
durende dien winter reeds doorge
staan hebben! "Wat kon er voor haar
gedaan worden?
„Ik moet naar haar toegaan, va
der!" riep Michaël. „I*k moet gaan, al
zou ik van huis tot huis bedelen. En
ik zal haar redden, vader, ik zal het
doen! Velia, kleine Velia!" En de stem
van den knaap ging over in een harts
tochtelijk roepen, als moest zij hem
hooren op den onmeteh'jken afstand
die hen scheidde.
Eet plan zou zoo spoedig mogelijk
volvoerd moeten worden, want indien
Micliaël ging, dan was 'thet beste, dat
hij onmiddellijk met Demyan naar Ir-
koetsk vertrok, voordat de wegen door
den dooi onbegaanbaar zouden zijn1.
„Laat hem maar met mij meegaan"
zeide Demyan, „wij hebben vrienden te
Irkoetsk, die zullen hem brieven mee
geven voor andere vrienden onderweg,
en wij zullen nog wel eenige roebels
bij elkaar krijgen. Zoodra hij den
spoorweg bereikt heeft, zal hij zijn
weg wel vinden. Hij zal vóór den win
ter te Knishi kunnen zijn; de zomer is
de beste tijd om te reizen. Daar zal
Yarina hem vriendelijk ontvangen,
daar ben ik zekefr van."
„Gij moet vertrekken, mijn jongen"
sprak Alexis, „maar gij moet het eerst
naar Odessa gaan en aldaar de hulp
van onzen bloedverwant inroepen. In
elk geval zal hij u van geld voorzien."
Binnen weinige uren had Michaël
afscheid genomen van zijn vader en
van de overige Stundisten. Spoedig
zouden dezen hun nieuwe woning be
trekken en zich daar zoo goed moge
lijk inrichten. Een bange winter lag
achter lien, maar met een nieuwe lente
ontwaakte nieuwe hoop. Indien dit
treurige bericht niet tot hen gekomen
was. dan zou het Michaël mogelijk ge
weest zijn te gelooven, dat men zelfs
in Trans-Baikalië gelukkig kaai zijn.
Sepgius deed zijn vriend zoo ver hij
kon uitgeleide op den weg naar Ir
koetsk. Zij hadden elkander nog veel
te zeggen, maar gedurende de laatste
mijl gingen zij zwijgend naast elkan
der. Sprakeloos namen zij eindelijk af
scheid, wetende, dat het een afscheid
was voor jaren, zoo niet voor immer.
Daarop ging een ie dei' zijne weegs.
Hef zaad der kezk.
Het treurige nieuws, dat Paraska's
brief bevatte, was maar al te waar. Na
de strenge matregelen, ten opzichte
dei* Stundisten genomen, had zich een
gansche ommekeer in de gevoelens
der bewoners van Knishi ten hunnen
opzichte geopenbaard.
Toen de dorpelingen, die bijeengeko
men waren om de vrouwen en kinde
ren le zien vertrekken, getuigen waren
van hun droefheid, en toen zij het ge
jammer hoorden, waarmee dezen af
scheid van hun geboorteplaats namen,
toen werd elk hart met deernis en me
delijden vervuld. De lieden hadden een
flauw begrip van hetgeen een verban
ning naar Siberië te beduiden had, nie
mand was ooit uit dat verre land der
ballingschap naar Knishi teruggekeerd
maar van hun vroegste jeugd af was
Siberië ieders schrikbeeld geweest.
Wat hadden deze oude buren deze
broeders en zusters en bloedverwanten
gedaan om zulk een straf te verdie
nen? Zij waren altijd goed en vrien
delijk geweest, steeds bereid om ande
ren in nood en moeilijkheid bij te
staan en te helpen, 't Is waar, zij hiel
den er eigenaardige en eigenzinnige
denkbeelden op na wat h-un nieuwen
godsdienst betrof, maar was dat dan
zó erg, dat zij er huis en ,goed om
moesten verliezen? De vrouw*m vooraJ
bleven over deze vraag nade roken. De
Stundi9tische kinderen, die men iai
Orthodoxe gezinnen geplaatst had, war
ren verstandiger en gehoorzamer dan
de andere. In de school vorimden zij
als het ware een afzonderlijk!3 klasse;
de meesten van hen konden lezen en
dezen bezaten -allen hun eigi>:n bijbel
tjes. Exemplaren van het Nieuwe Tes
tament verschenen als door een toover
slag in de woningen der dor;>elingen.
Rondtrekkende niarskramem, die iu
hun pak kleine testamenten uit het
groote bijbeldepot te Odessa bij zich
droegen, vonden gretige koopers te
Knishi. De menschen luisterden liever
naar de verhalen uit de Evangeliën,
die zij achter elkander konden lezen,
dan zich te vergenoegen met oe brok
stukken, die men in de kerk te hoo
ren kreeg. Hier kon men aJles in zijn
geheel lezen. En' het was dan toch
waar, wat de Stundisten zeiden 1: daar
stond in den Bijbel geen woo:rd over
de biecht, noch over de schattbcig voor
den priester, noch over het zugenen
van huizen en akkers, en evenmin was
er sprake van de talrijke feesten, waar
op het den Orthodoxen verbod»an was
te werken. De mannen verdiepten zich
daar gaarne in, maar de vrouwen la
zen het liefst over Jezus, en luis der dan
bij voorkeur naar hetgeen Hij tot de
wouwen en kinderen zekte.