Ijieüwe Xeidsche courant van woensdag 3 November i9Z6 TWEEDE BLAD. WAT DE BLADEN ZEGGEN. Ben les uit België. In België, zoo lezen wij in De Zeeuw is nu eindelijk de franc gestabiliseerd, pe waarde ervan is vastgesteld op on geveer 7 cent of een zevende van de vroegere waarde. Wat deze stabilisatie beteekent? Laat „Het Volk" het orgaan van d"e S.DA.P. op deze vraag het ant woord geven. „Voor de arbeidersklasse, aldus dit blad, wil dit zeggen, dat Bij voortaan als zij loon ontvangt, weet wat zij er voor kan koopen. Voor de organisaties, dat als zij collectieve contracten slui ten, de grondslag, het loon, een vaste waarde heeft. Op het congres van het N.V.V. heeft Müller, de vertegenwoor diger van het Duitsche Vakverbond, nog even kort maar krachtig verteld, welk een ontzettende ramp voor de Duitsche arbeiders de inflatie was; boe het loon om den anderen dag opnieuw meest worden vastgesteld, boe de vrou wen zich verdrongen aan de fabrieks- poorten, om zoodra het loon was ont vangen, zich ermee naar de winkels te spoeden, omdat de waarde van het geld van oogenblik tot oogenblik slonk Deze ramp is van de Belgische arbei dersklasse afgewend; van haar en van alle groepen der bevolking, die moeten leven van loon, salaris, of kleine ren ten." In wat hier gezegd wordt is veel waars. De inflatie beteekent voorbree- de volksgroepen niets minder dan een ramp. Het is dan ook te verstaan dat het Socialistische orgaan hulde brengt zoowel aan den bankier Francqui, als aan de socialistische ministers, die de maatregelen hebben durven nemen die nu eenmaal noodzakelijk waren. Toch zit er in dezen lof iets wat on aangenaam aandoet. Want het moge dan een verbetering zijn dat de franc gestabiliseerd werd, hier staat tegenover, dat alle geldbezit tot op een zevende van de waarde is teruggebracht. Spaarders die 700 franc op de spaarbank hadden, zijn daardoor 600 franc definitief kwijt. Kleine luy- den, die zich de uitkeering van een zeker bedrag „verzekerd" hadden, zien de waarde daarvan tot op een zevende teruggebracht. De gevolgen van de stabilisatie zijn dus ook na de stabilisatie wel heel erg Toch doet zich het merkwaardige feit voor. dat zij die de stabilisatie be werkstelligden, uitbundig geprezen worden, terwijl indertijd Minister Co- lijn, die de inflatie met al de ontzet tende gevolgen daarvan wist.te voor komen, en den gulden op de volle hon derd procent van zijn waarde wist te houden, werd uitgescholden en ge hoond alsof hij de grootste misdaad had begaan. Opzettelijk hebben wij hierboven de beteekenis van de stabilisatie door „Het Volk" laten uiteenzetten. Men kan er uit leeren voor welke rampen Minister Colijn ons volk en niet het minst de arbeiders heeft be hoed. Men kan er uit zien welk een treurige rol de S.D.A.P. heeft gespeeld. Meer dan aanranding van bmger- recht. Op allerhande wijze, schrijft de Rott. wordt bepleit, dat aan den particulie ren burger meer invloed zal worden toegekend op den gang der strafpro cedure. Uitbreiding van de klachtdelicten wordt begeerd, dat wil zeggen in meer gevallen wil men de bevoegdheid van het Openbaar Ministerie tot vervolgen binden aan een voorafgaand verzoek van den door het misdrijf benadeelde. Aan den benadeelde wil men sterker positie in de strafprocedure zien toe gekend, waar hij zijn vordering tot schadevergoeding moet kunnen door zetten. Voor den particulier wordt het recht opgeëischt om, desnoods tegen een onwillig Openbaar Ministerie in, een vervolging aanhangig te maken. De uitbreiding der transactie, het recht om door het brengen van offers de vervolging te voorkomen, vindt tal rijke verdedigers. Zoo wordt langs allerlei weg be proefd om aan het publiekrechtelijk karakter der strafprocedure z'n scherp ste kanten te ontnemen. Zonder bezwaar is dit niet. Het misdrijf is niet de aanranding van een subjectief recht van dengeen, tegen wien het is gericht. 'Wie op dat standpunt staat, zal voor den benadeelde en diens verwanten zeggenschap opeischen in de regeling der strafproceduren. Maar wie in het delict ziet een aan randing der rechtsorde, tot wier hand having de Overheid van Godswege ge roepen is, staat anders tegenover dit probleem. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Be da nikt: Voor RoodeschooJ, 0. S» jJellema te St. Anna Parochie. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Schoonoord (Dr.), H- Smit, cand. te Nieuw Weerdinge en F. Slomp, cand. te Ruinerwold. Te Apel doorn, J. G. Feenstra te Scheveningen en J. van Herksen te Hillegom. Be da nikt: Voor Hilversum, Dr. C, OBouma te Zwolle. Voor Nieuwdorp (Z.), K. Winkelman te Maastricht. GEREF. GEMEENTEN. Bedainkt: Voor Grand Rapids, K Kieviet te Veenendaal. Bevestiging, Afscheid en Intrede. Ds. H. S. Rouma, die het beroep [naar de Geref. Kerk van Amsterdam-Z binnen het Kerkverband aannam, hoopt •Zondag 5 December in de Koepelkerk afscheid te nemen van de Kerk van Leeuwarden, om 19 Dec. d.a.v. te Am Bterdam-Zuid intrede te doen. Zondag werd cand. A. Dondlorp te Wagenborgen door zq'n schoonvader Ds. J. P. Tazelaar van Weesp, bevestigd •na een preek over 2 Tim. 2:15. Des middags deed Ds. Dondorp intre de'met een preek over Coll. 3:16. Ds. A. Wijngaarden heeft Zon dag met een predicatie over Ooi. 3v afscheid genomen van de Geref. Kerk van Saarland. Ds. D. d e W i t, gekomen van Rer likum (Fr.), werd Zondag j.l. bjj de Go ref. Kerk van Den Bosch bevestigd doo? zfrjn voorganger aldaar, Ds. J. v. d. Meulen, thans te Soest, die Jeremia 11 vers 15 tot tekst had. Des namiddags deed Ds. de Wit zij a intrede met een predicatie over 1 Petr. 2 vers 9. De verstrooid»? Gereformeerden in Ned.-Indië. Deputaten der Gen. Synode der Ge ref. Kerken voor de behartiging van de geestelijke belangen der verstrooide Ge reformeerden in Ned. Indië, hebben in plaats van wijlen Dr. J. C. de Moor tot voorzitter benoemd, Dr. K. Dijk te 's Gra venhage-West en tot secretaris Dr. W. G. Harrenstein. te Amsterdam. Kerkelijke verkiezingen. Bij de gehouden verkiezingen voo? leden van het kiescollege der Ned. Herv. Gem. te Breda zijn met meerderheid van stemmen gekozen de candidaten de? rechtzinnige kiesvereenigingen. De Geref. Kerk van Almelo. De kerkeraad der Geref. Kerk van Almelo heeft besloten in 1927 over te gaan tot het aanstellen van een hulp prediker of zoo mogelijk tot het beroe pen van een tweeden predikant. Geref. Jeugdbeweging in Hongarije. Ds. B. Knoppers, predikant bij de Geref. Kerk te Amsterdam, zal zich. naar de Tel. weet mee te deelen. op uit noodiging van de Geref. Jeugdbeweging in Hongarije, in December a.s. daarheen begeven om de behulpzame hand te bie den bij het organisatiewerk onder de jeugd. Hef laatste woord! Men schrijft ons namens de Hoofd besturen der Samenwerkende Zen- dingscorporaties Weken van aotie liggen achter ons; weken van verwachting, weken waar in ons opnieuw door vele Predikan ten, Hoofden van Onderwijsinrichtin gen en een groot aantal anderen be wezen werd aat een oproep om gteuni niet afgewezen wordt. Bij tienduizenden worden onze ma nifesten en offerzakjes aangevraagd, onze gebeden werden verhoord, de aanvragen kwamen van alle kanten binnen. Niet dat er geen achterblijvers zijn. Vele Gemeenten lieten niets van ziohj ihooren, maar wij hebben toch vertrom wen dat schier overal het gebed zal ioprijzen tot God, dat in tal van plaat sen de toewijding niet ontbreken zal en veten zich tot het offer gereed ma ken. Onze Zendingsweek moet en kan iets. kan veel beteekenen vopr anztei kerk, voor ons volk, voor de Volkeren:, van Oost-en W|est-Indië. Als er ten aanzien van onze verzoeken door (dief Nederlanidsche Christenheid in de Zen dingsweek een eenheid gevormd' wordt zullen hier en op de Zendingevelden de zegeningen ervaren worden. 0.p dan Christenen. Op collega's, voor datgjene wat wij m vroegen; er hangt van uwe leïdang zoo veel af. iOp gij allen die invloed op anderen Ibebt. f Onze Zendingsweek (714 Nov.) moet een week van dankbare aanbid ding, diepen ootmoed en blijmoedig offer worden. .Veler liefde blijke. De Zending zal de vruchten ervan dankbaar moogsten Haar en haai dracht (De Geref. medewerker van de NL R. Crfc. schrijft: De zaak, waarover een inzender het in het Donderdagoch bendblad onder den titel „De koosjere kapper" een wel sma kelijk gesteld, maar toch weinig objec tief artikel schreef, is serieuser dan dit wrtikel zou doen vermoeden. De zaak is deze: er is van ouds in de Gereformeerde kringen diep gewor teld wantrouwen tegen de moaesnufjes van den dag en ernstig geloofsverzet tegen het telkens daarin uitkomendie streven naar wereldgelij kvormigheid'-1 Inzonderheid in de laatste tijden is dit wantrouwen en dit verzet gegroeid. Ook anderen dan de Gereformeerden de Roomsch Katholieken bijvoorbeeld, zijn opgestaan tegen de tendenzen der tegenwoordige mode.1 Hoofdoorzaak hiervan is, dat men in de moderne dames-modes het streven ontdekt om man en vrouw zooveel mo gelijk aan elkander gelijk te maken, een streven ,dat, over de geheele linie dooi gezet, een aantasting beduidt van het Christelijke gezinsleven en als principe lijnrecht in strijd is, met wat in de Go reformeerde kringen als Goddelijke or dinantie wordt erkend en beleden. Naar Gereformeerde overtuiging is het dit streven en nog veel andere, nieu we „gewoonten", die een geheel andere sfeer dan de gevvenschte in de huisge zinnen en in het maatschappelijk leven Dit is de zaak, gelijk die leeft in het bewustzijn der Geref. kringen Nu wordt natuurlek practisch het uitermate moeilijk, wanneer het ve? zet tegen zulke modes tot daden moet leiden. Wanneer is een rok te kort? Welke haardracht is al té geëmancipeerd? We\ ke gewoonte gaat al te ver over de schreef? Wanneer moet de kerk inwei ken. En wanneer moet het particulier initiatief versterkt of opgewekt of ge matigd wtorden? Allemaal vragen, die in menigen ker keraad met vrees Voor te veel casu istiek en toch met angst voor de ver wording van het christelijke gezins leven tusschen tong en lippen zijn. De Roomsche Kerk heeft het gemak kelijk. Die schrijft positief voor: zus en zoo moet het. Ge komt niet bij den paus of in de biecht, enz., indien ge niet zus of zoo zijt gekleed. De Roomsche Kerk schrijft positief kleeding voor. Ze heeft het leven veel meer* onder voogdij, dan de Protestant sche. De Geref. kerken stellen zich og het standpunt, dat zij niet positief heeft voor te schrijven, maar veeleer negatief de zonde, waar die het hoofd opsteekt^ heeft te bestrijden. Doch dat is moei lijker. Het laat het teven vrij aan eigen levenswet en levensdrang, maar moet dan ook veel vaker, telkens als zich ex cessen voordoen, optreden. Maar ver keert dan vaak in de onaangename po sitie van den bediller, die zelf niet zegt hoe het moet, maar altoos wat aan ti merken h^eft. D^t is de schaduwzijde van de i^rotestantsche „vrijheid" ge accepteerd, in de overtuiging, dat de vrijheid deze schaduwzijden en haar moei ten waard is. Nu het geval in quaestie. Men weet in de Geref. Kerk wel, dat men de emanip&taezucht, die het vrouwelijke aan het mannelijke gelijk maken wil, nes tri- den moet. Of dit echter meebrengt strijd teg&n de hedendaagsche ha des, is niet duidelijk. Natuurlijk moet de strijd om het principe, dat allen Hef is ook ergens practiscn worden. Maai waar? Antonia Margaretha (echtgenoot3 van De. Lindeboom van Amsterdam) heeft de moderne korte haardracht in „Christelijk Vrouwenleven" min ofmeei in bescherming genomen, omdat zij' er [neg niet zulk een aantasting van de christelijke zeden en gewoonten in ziet ale sommige anderen. Min of meer sluit Ds. Fernhout in het omschreven „ad vies" zich bij de argumentatie van A& totria Margaretha aan. Mej. H. S. Kuj'per heeft in de „Standaard" be leden, dat zij in de korté-haardrachtmoüe open en klaar ziet, de aantasting van het principe, dat alten bewaren wiRea het principe dat zich tegen de verkeer de emancipatie-zucht richt. Zoo is er discussie; discussie die met fcaauïstisöh heeten kan, daar toch elk principe «"get® (te praotijk ontmoeten moei Voor de meeste theologen staat vast dat de Heilige Schrift geen rechtstreek- èohe vjbpr schriften ter zake bevat. Voor sommigen, ja, voor velen onder de ge meen beleden staat het anders. Hield men rondvraag onder de Geref. kerkleden, dan zou zeker de meerderheid uitspre ken, dat haars inziens Piaulus in 1 Oor. 11, wel terdege reohbstreeksche voor schriften geeft. Houdt men nu met al het bovenstaan de rekening, ten moet duidelijk zijn dat kolommen aan deze quaestie pe eteed, ook als men een christen m zijn kappersberoep adviezen geeft, geen mor serjj beduiden met drukinkt. Het is altoos een voorrecht, naar gereformeei de overtuiging, wanneer iemand ook in >zgm beroep er een concciëntie op na houdt en de vraag van goed en verkeerd consciëntieus overweegt» BINNENLAND. Hoog water. Gisteren was te Maastricht de Maas in de laatste 24 uur nog 47 c.M. gewas sen. De peilschaal aan de Maasbrug toekende 3.89 M. aan, hetgeen gelijk staat met 45.90 M. boven N.A.P. Uit België werd geseind, dat bij Na men de stand van de Maas stationnair is. Te Luik vallen de Ourthe en de Maas langzaam. Het dorpje Heugem is grootendeels ondergeloopen, waardoor veel te velde staande gewassen zijn bedorven. Het dorp Limmel wordt ook met overstroo ming bedreigd. De omliggende lande rijen staan geheel blank Het water stroomt reeds over den Schernerweg, zoodat deze alleen nog voor voertuigen berijdbaar is. De werken voor de kana lisatie te Sint Pieter zijn geheel onder geloopen. Een kleine locomotief is om gevallen en een baggermachine staat geheel in het water. Dit is reeds de tweede maal, dat het geheele werk on dergeloopen is. In de tien maanden, die er verloopen zijn sinds den laatsten hoog-water- stand in Januari, toen het water een hoogte bereikte van 4.92 M. is er veel gepraat, maar in werkelijkheid zijn er maar weinig maatregelen genomen. Alleen zijn de pijlers v. de Maasbrug een weinig versterkt, doch de basalt blokken, die rondom deze pijlers had den moeten worden gestort, om ze ten minste eenigszins tegen het woeste watergeweld te beschermen, zijn pas gearriveerd, een dag voordat de Maas weer begon te wassen. Nu liggen deze schepen met blokken, die al ongeveer twaalf dagen in een kleine binnenha ven hadden liggen wachten, aan de Maasbrug gemeerd. De burgemeester van Maastricht heeft dezien zomer eenige ijzeren voer tuigen gekocht, om de verbinding met de onderloopende dorpen te onderhou den. In Borgharen, waar de waters noodvergoedingen op zoo eigenaardige manier zijn verdeeld en waar de bur gemeester ontslag gekregen heeft, is nog absoluut niets gedaan. Gistermiddag is de Maas iets ge vallen. De toestand om Roermond. De Maas is gisternacht aldaar nog ruim een halven Mieter gewassen. De R ijkepeii schaal teetoende gistermorgen 11 uur een stand aan van 1850 M. pïns N.A.P. De communicatie met de ge huchten Weert en Hatemboer 1b ge heel verbroken. De steenbakkerij dar firma EvegB loopt gevaar overstroomd te worden, waardoor een mïllioen ongebakken steenen ter waarde van f 1&000 verlo ren zouden gaan» De ambtenaren van den Rijks Water staat, welke voor de buitengewone ri- viercorrespondentie van de Maas zijn aangewezen, hebben een boodschap ontvangen om zich voor het begeven naar hun standplaats gereed te hon den. In ovexlg Limburg. De landerijen langs de beken in' Zuid Limburg zijn veelal ondergeloopen. Borgharen, Valkenburg, Schin op Geul, Simpel veld. en Eys hebben zeer veel last van het water. Grevenbicht meldde gistermorgen nog enkele c.M. was. De herstelde dijk ter plaatse en bij Elsloo houden hét goed. Bij Tegelen hebben de pannen- fabrieken veel last van het water. In Venlo staan de Maaskade en aan grenzende straatjes blank. Het losséh eter schepen gaat met veel moeilijkhe den gepaard. De stand was hedenmor gen 15.25 met 73 c.M. was in de laatste 24 uur. De polders Mars en Wijd* loopen onder. De peilschaal toekende gistermorgen 8 uur 9.50 M. aan. Door den hoogen stand der Maas zijn ook de werkzaamheden aan de stuw stopgezet. Ook de Uitlaatsluizen van het Peelwater zijn gesloten, zoo dat de polders Mars en Wijdt onder- loopen. Protest-Christelijke Mijnwerkersbond. Maandagmiddag heeft de Protes- tantsch-Christelijke Mijnwerkersbond zijn jaarlijksche vergadering gehouden in 't Protestantsch Christelijke Volks huis op Treebèek, gemeente Heerlen. Deze vergadering werd bijgewoond door den secretaris van het Christelijk Nationaal Vakverbond, den heer Ame link. In zijn openingsrede zeide de voorzitter, de heer W. Kok, dat de ac tie voor het terugverkrijgen van de Zondagsrust met resultaat is bekroond Er zijn echter ook dingen, die nog ver van volmaakt zijn. Spr. zo<u bijv. het artsen instituut in zijn tegeuwoordigen vorm liever zien verdwijnen dan voort bestaan. Ook de loonen voor enkele groepen eischen z.i. beslist een herzie ning. Het aantal leden van den bond bedroeg op 1 Januari 1925 139, op 1 October van dat jaar 157. Blijkens het financieele verslag was het batig sal do van het laatste kwartaal van 1925 f 138. De rekening over de maanden Januari tot September 1926 sloot met totalen van f 3*654 en een batig slot van f641. De voorzitter deed verder nog een mededeeling over het verloop van het ledental na 1 Januari jJ. Op dien datum bedroeg het 19,0 en op 1 dezer was het tot 403 gsetegen. Nadat de heer Am el ink een opwek kend woord had gesproken, deelde de voorzitter mee, dat de commissie-Van Vuuren nog zal worden uitgebreid met een lid uit den Prot. Christ. Mijnwer kersbond. Herkozen werden de bondsvoorzitter de heer Kok. en de penningmeester, de heer N. Ploeg. Tot secretaris werd gekozen de heer E. Dooyeweerd. De andere hoofdbestuursleden zullen door de afdeelingsvergadering worden aan gewezen. Na een pauze volgde een avondver gadering, die werd bijgewoond door mr. W. F. Frowein, voorzitfwjr van de directie der staatsmijnen. De secretaris van bet Christelijk Na tionaal Vakverbond hield een inlei ding over het standpunt teia opzichte van Zondagarbeid met als conclusie, dat alle niet noodzakelijke ZJondagsar- beid moet worden tegengegajin. Mr. Frowein nam deel aam de hier op gevolgde gedachtenwissoling. Hij zed in de vergadering van diezen bond te zijn gekomen, omdat dew* zich niet op het standpunt stelt, dat de arbei ders en de werkgevers vijanKÜg tegen over elkaar staan. Hij verkl sarde, «tat de mijndirecties in Nederland zich op het standpunt stellen, dat er des Zon dags alleen in beslist noodzakelijke gevallen moet worden gewerkt. FEUILLETON. Door leed en strijd. »3) „O!" riep Demyan, „dat is de Ba- toushka, over wien Paraska schrijft. Ik heb een brief van haar met nieuws uit Kniishi. Maar ik moet mij haasten, het is vier dagen heen en vier dagen terug. Ik heb mij verleden Maandag vertoond en moet mij niet later dan Woensdag of Donderdag weer laten zien. Hier heb ik den brief van Paras- ka. Dit is het, wat ik u moest voor lezenVader Cyrillus is uit Knishi weggezonden, dat is het werk van Va der Yaissy. Men heeft hem niet toege staan Velia mee te nemen." Wie is Velia?" vroeg Demyan. „Lees door!" riep Alexis. „Hij was genoodzaakt haar achter te laten bij de weduwe van Vader Vasili; en de menschen zeggen, dat deze weer gaat trouwen met den ouden Okhrim, den Starosta. Indien daartoe de moge lijkheid bestaat, laat dit dan onmid dellijk aan Michaël weten." Wie is Michael?" vroeg Demyan opnieuw. ,;Hij is mijn zoon" zeide Alexis, „en Velia is mijn dochtertje." „Al de kinderen onder de tien jaar zijn ons ontnomen geworden" verdui delijkte Kharitou, „en Vader Cyrillus nam de kleine Velia bü zich." „Het is een zeer slechte tijding, die gij ons daar brengt." Elk der mannen begreep terstond wat deze maatregel te beteekenen had. Het teere, gevoelige kind was overge leverd in de handen van een hard vochtige, gewetenlooze vrouw, en in de macht van een wreeden man, die den haat, welken hij haar volk toedroeg, aan dat hulpelooze schepseltje zou koe len. Alexis viel op zijn knieën; en het gelaat in de handen verbergende, kermde hij overluid en bad hij in den angst zijner ziel: „O, mijn God, mijn God, red haar!" De brief was bijna vier maanden ge leden geschreven. Duizenden mijlen lagen tusschen hem en zijn1 hulpeloos kind. Welk een ellende moest zij ge durende dien winter reeds doorge staan hebben! "Wat kon er voor haar gedaan worden? „Ik moet naar haar toegaan, va der!" riep Michaël. „I*k moet gaan, al zou ik van huis tot huis bedelen. En ik zal haar redden, vader, ik zal het doen! Velia, kleine Velia!" En de stem van den knaap ging over in een harts tochtelijk roepen, als moest zij hem hooren op den onmeteh'jken afstand die hen scheidde. Eet plan zou zoo spoedig mogelijk volvoerd moeten worden, want indien Micliaël ging, dan was 'thet beste, dat hij onmiddellijk met Demyan naar Ir- koetsk vertrok, voordat de wegen door den dooi onbegaanbaar zouden zijn1. „Laat hem maar met mij meegaan" zeide Demyan, „wij hebben vrienden te Irkoetsk, die zullen hem brieven mee geven voor andere vrienden onderweg, en wij zullen nog wel eenige roebels bij elkaar krijgen. Zoodra hij den spoorweg bereikt heeft, zal hij zijn weg wel vinden. Hij zal vóór den win ter te Knishi kunnen zijn; de zomer is de beste tijd om te reizen. Daar zal Yarina hem vriendelijk ontvangen, daar ben ik zekefr van." „Gij moet vertrekken, mijn jongen" sprak Alexis, „maar gij moet het eerst naar Odessa gaan en aldaar de hulp van onzen bloedverwant inroepen. In elk geval zal hij u van geld voorzien." Binnen weinige uren had Michaël afscheid genomen van zijn vader en van de overige Stundisten. Spoedig zouden dezen hun nieuwe woning be trekken en zich daar zoo goed moge lijk inrichten. Een bange winter lag achter lien, maar met een nieuwe lente ontwaakte nieuwe hoop. Indien dit treurige bericht niet tot hen gekomen was. dan zou het Michaël mogelijk ge weest zijn te gelooven, dat men zelfs in Trans-Baikalië gelukkig kaai zijn. Sepgius deed zijn vriend zoo ver hij kon uitgeleide op den weg naar Ir koetsk. Zij hadden elkander nog veel te zeggen, maar gedurende de laatste mijl gingen zij zwijgend naast elkan der. Sprakeloos namen zij eindelijk af scheid, wetende, dat het een afscheid was voor jaren, zoo niet voor immer. Daarop ging een ie dei' zijne weegs. Hef zaad der kezk. Het treurige nieuws, dat Paraska's brief bevatte, was maar al te waar. Na de strenge matregelen, ten opzichte dei* Stundisten genomen, had zich een gansche ommekeer in de gevoelens der bewoners van Knishi ten hunnen opzichte geopenbaard. Toen de dorpelingen, die bijeengeko men waren om de vrouwen en kinde ren le zien vertrekken, getuigen waren van hun droefheid, en toen zij het ge jammer hoorden, waarmee dezen af scheid van hun geboorteplaats namen, toen werd elk hart met deernis en me delijden vervuld. De lieden hadden een flauw begrip van hetgeen een verban ning naar Siberië te beduiden had, nie mand was ooit uit dat verre land der ballingschap naar Knishi teruggekeerd maar van hun vroegste jeugd af was Siberië ieders schrikbeeld geweest. Wat hadden deze oude buren deze broeders en zusters en bloedverwanten gedaan om zulk een straf te verdie nen? Zij waren altijd goed en vrien delijk geweest, steeds bereid om ande ren in nood en moeilijkheid bij te staan en te helpen, 't Is waar, zij hiel den er eigenaardige en eigenzinnige denkbeelden op na wat h-un nieuwen godsdienst betrof, maar was dat dan zó erg, dat zij er huis en ,goed om moesten verliezen? De vrouw*m vooraJ bleven over deze vraag nade roken. De Stundi9tische kinderen, die men iai Orthodoxe gezinnen geplaatst had, war ren verstandiger en gehoorzamer dan de andere. In de school vorimden zij als het ware een afzonderlijk!3 klasse; de meesten van hen konden lezen en dezen bezaten -allen hun eigi>:n bijbel tjes. Exemplaren van het Nieuwe Tes tament verschenen als door een toover slag in de woningen der dor;>elingen. Rondtrekkende niarskramem, die iu hun pak kleine testamenten uit het groote bijbeldepot te Odessa bij zich droegen, vonden gretige koopers te Knishi. De menschen luisterden liever naar de verhalen uit de Evangeliën, die zij achter elkander konden lezen, dan zich te vergenoegen met oe brok stukken, die men in de kerk te hoo ren kreeg. Hier kon men aJles in zijn geheel lezen. En' het was dan toch waar, wat de Stundisten zeiden 1: daar stond in den Bijbel geen woo:rd over de biecht, noch over de schattbcig voor den priester, noch over het zugenen van huizen en akkers, en evenmin was er sprake van de talrijke feesten, waar op het den Orthodoxen verbod»an was te werken. De mannen verdiepten zich daar gaarne in, maar de vrouwen la zen het liefst over Jezus, en luis der dan bij voorkeur naar hetgeen Hij tot de wouwen en kinderen zekte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5