CHRISTELIJK DAGBLAD voorLEIDEN EN OMSTREKEN 7*e JAARGANG WOENSDAG 3 NOVEMBER 1926 NUMMER f907 ABONNEMENTSPRIJS BUREAUHooigracht 35 jfijjrSfe Tel 1278, Postgiro 58936 T.pidpn Posfhox 20 ADVERTENTIE-PRLJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal 2.50 Per week 0.19 Franco per po9t per kwartaal f 2.90 Gswona advert en tiën per regel 227» ««at Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advert entiën bij vooruit be taling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent Gil nummer beslaat oil IWEE Bladen. EERSTE BLAD. V Een voorbeeldige straf. Men herinnert zich dat in den afge- loopen zomer een aantal jongens en meisjes, aangesloten bij den Jongelie den Geheelonthouders Bond, tezamen in één kamp op de Gorsselsche heide hebben gekampeerd. 'Waarschijnlijk zou dit geval niet wereldkundig geworden zijn, wanneer niet op verboden terrein was gekam peerd. Men had een tweetal tenten op geslagen op het terrein van een boer te Eefde zonder bekomen vergunning. De Kantonrechter te Zutphen heeft nu 16 jongens en meisjes uit Apel doorn, Enschedé, Borculo en Kampen veroordeeld. Bij het getuigenverhoor verklaarden de moeders van verschillende beklaag den, niet te hebben geweten, dat ook jongens mede kampeerden, maar vol gens een der verdachten had een van de moeders het juist heel goed gevon den omdat meisjes alleen allicht kon den worden lastig gevallen. Het O.M. wees er op, dat op de Gors selsche heide streng toezicht wordt ge houden, juist om dingen te voorkomen als nu gebeurd zijn. Een troep kinde ren, leiden van den Jongel. Geheelont houders Bond, zijn bijeen gekomen on der het motto „geheelonthouding." Deze bond beoogt echter ook den vrij en omgang van jongens en meisjes, wat spr. uit een ingezonden in de bla den van den bondsvoorzitter had afge leid. Men heeft hier te doen met kin deren. die een beetje uit het evenwicht geslagen zijn. Misschien is het een po ging, om Russische toestanden na te bootsen, waar men de eerbaarheid van de vrouw niet meer ontziet. Spr. vroeg veroordeeling van alle beklaagden tot fJO boete of 10 dagen hechtenis, res pectievelijk tuchtschool voor de min- der jarig en. -Énkele beklaagden kwamen er tegen op, dat de zedelijkheid er bij werd ge haald, terwijl zij gedagvaard waren uitsluitend wegens het loopen op ver boden grond. Namens den J.G.O.B. protesteerden zij daartegen en een hun ner zeide, dat de JGOB. al jaren lang laat kampeeren, zonder dat er ooit iets is gebeurd. De kantonrechter noemde het mis dadig, dat er minderjarige kinderen sliepen in een tent, jongens en meisjes te zamen. Hij veroordeelde alle ver dachten overeenkomstig den eisch. Een voorbeeldige straf ook al is ze als tuchtschool voor de minderjarigen zeer zwaar. Wij verheugen ons er over dat deze Kantonrechter wees op de Russische verwording die uit het gedrag van de ze menschen spreekt. Dankbaar zijn wij dat 'het kwaad openbaar gestraft is geworden. V School en Kerk. In het R.K. blad de „Morgen" 'n or gaan van de groep, die ree-Is lang ge kant was tegen de coalitie, wordt in bedekten vorm de gedachte ongespro ken dat de overal verrezen bijzondere sc'noïen den geloofsafval niet tegonhou den* zocal niet in de hand werken. Deze gedachte zal wel in de" eerste plaats zijn ingegeven door den drang om alles wat de coalitie gebracht heeft dus ook de gelijkstelling op schoolge bied, in verkeerd daglicht te stellen. In zooverre heeft de uitspraak dus een negatieve beteekenis. Maar er kan ook een positieve be teekenis in liggen. Indien het n.l. juist zou zijn, dat de verkregen vrijheid met een de deur open gezet heeft voor af val van de leer der Kerk. Het „Katholieke Schoolblad" komt dan ook aan die gedachte tegemoet en dringt aan op een onderzoek in dezen. Een onderzoek als het onderhavige, zegt het blad, zou misschien nog dit andere groote voordeel kunnen Opleve ren, dat daaruit zou kunnen blijken, of de huidige samenstelling der bijzon dere school niet voor zoodanige wijzi ging vatbaar is, dat daardoor inlirect de geloofsafval werd tegengehouden. Wanneer dat onderzoek zou leeren, dat in bepaalde gevallen 'n gereorgani seerde vorm der bijzondere school groo ter waarborg zou leveren voor geloofs- behoud, dan zou men voor de conse- kwenties dier reorganisaties niet mo gen terugschrikken. Maar afgeschei den van de vraag, of de bijzondere school in haar huidigen vorm het hoog ste rendement geloofsbehoud geeft, is bestudeering van het vraagstuk alles zins op zijn plaats. Ons blad hoopt daarbij niet achter te blijven. Het is ons niet bekend, wat onze Roomsche vrienden verstaan onder die reorganisatie van de scholen. maar wel weten wij dat voor ons de gestelde vraag ook groote beteekenis heeft. Met de verkregen financieele vrij heid is de liefde voor onze Christelijke scholen eerder afgenomen dan toege nomen. Dat uit zich bij ons nog niet in een afkeer van dat onderwijs. Neen gelukkig is onder ons zeker niemand te vinden die zijn kinderen zender, noodzaak naar de Openbare school zendt. Maar de oude liefde voor de school, zooals men dat vroeger l>ende, toen men er groote offers voor moest brengen, die is meer en meer verdwe nen. Wat dat beteekent is nu nog niet in volle breedte te zien. Dat het een in vloed ten kwade kan zijn, vooral voor het nageslacht, dat na ons de school zal overnemen en dat. den strijd van voorheen niet gekend heeft, dat is ze ker. Daarom is het goed dat wij met alle middelen die Gods ons geeft, de school blijven stellen in het middel punt van onze actie. Een financieele band kan ons daar bij van dienst zijn. Wij zijn practisch nog niet gelijk en dat zal ons nog heel wat kosten. Laten wij dien strijd aanvaarden. Aanvaarden bovehal om de geestelijke vrucht. De Potemkim-iilm. Er is heel veel over het al of niet toelaatbare van deze film geschreven. In vele steden is een zwaar debat ge weest over den invloed van het revo lutionaire onderwerp dat daarin be handeld wordt. Dr. H. Kaajan schrijft hierover ook in de Utrechtsche Kerkbode als volgt: De Potemkin-film is in onze stad, dank zij den grooten toeloop van men schen, geprolongeerd. Op het getuigenis van Christelijke zijde werd geen acht geslagen. Men suggereert zich zeiven, dat de film nog zoo kwaad niet is. Heeft niet de Telegraaf geschreven, dat deze rolprent „een groot-mensche- lijk, artistiek genot verschaft?" En de Telegraaf weet het beter dan al die muffe, lichtschuwe Christenen! Wel is de Potemkin-film in Nijme gen verboden, maar dit stadje is geen cultuur-centrum en zal wel een zeer achterlijken burgemeester hebben. Ook is de Potemkin-film in Breda, Zutphen en Amersfoort verboden maar deze burgemeesters kennen geen „eer biediging van re" -nlijke vrijheid." Ook mocht de film in Amsterdam niet draaien, tijdens het bezoek van het Engelsche eskader. Die ouderwet- sche Engelschen toch? Die zijn ook al bevreesd voor dit communistisch pro paganda-product En dan al die landen, waar deze rol prent verboden is Engeland, Frankrijk Polen, Roemenië, aan het oordeel der autoriteiten in deze landen is natuur lijk geen waarde te hechten. Ons ernstig protest gaat nog steeds tegen dit alle gezag ondermijïiend werk uit. Hebben onze anti-revolutionaire Ka merleden en Gemeenteraadsleden hier geen taak? Heeft onze leider bij de bespreking van het millioenplan er niet op gewe zen. dat een klein getal communisten, indien zij slechts vast-beraden hun plannen realiseerden, in ons vaderland zeer wel de leiding in handen konden kriieen? - En wie moeten bij revolutie-dreiging op de bres staan? Daarop gaf 1918 een duidelijk antwoord. Toen werden onze Gereformeerde jongens uit alle hoeken van het vaderland naar 's-Gravenhage ontboden, want op deze Gereformeerde jongens kon men aan. Toen lagen in Rotterdam tientallen Limburger jon gens, want op deze Roomsche jongens kon men aan. Onderwijl, men vergete het niet gaat de volksvergiftiging in onze goede stad Utrecht voort en lacht men in Rusland waar de rolprent met medewerking van de Sovjet-regeering gemaakt is, ons, onnoozele Nederlanders, stille- kens uit. Inderdaad mag dat voor onze voor mannen wel gelden, dat men in Rus land ons uitlacht om de uiterste voor zichtigheid. Liever weigeren dan een stap te ver gaan, dat zou ook ons ad vies zijn. STADSNIEUWS. Maatschappij voor Toonkunst. Utrechfsch Stedelijk Orkest. Weber was doodziek. De tering had den jongen kunstenaar aangetast en onverbiddelijk zweefde het zwaard des doods boven zijn hoofd. Maar een eervolle opdracht riep hem naar Lon den: het schrijven en ter plaatse uit- voerén van een nieuwe romantische opera, de „Oberon." Na een roerend af scheid van zijn jonge vrouw begaf hij zich op reis met de oartituur, voltooi de die in Engeland, dirigeerde er 12 malen met de uiterste krachtsinspan ning zijn werk en werd dood in zijn bed gevonden, toen hij op den morgen van den 4en Mei 1826 zich zou insche pen, om zooals hij hoopte in zijn va derland te sterven. Bij het luisteren naar de Ouverture „Oberon" denkt men onwillekeurig aan de tragische omstandigheden, waaronder het sublie me werk ontstond. Subliem vooral de ze Ouverture. Een fluweelig hoornmo tief zacht geruisch v$p de violen consordiiie weer het motief op nieuw het geruisch der violen wel dra komen figuren van de hobo. Lief lijke muziek, die de stemming van het eifenrijk weergeeft. De cello's komen; een paukenslag en ineens ontwikkelt het orkest een hartstochtelijke rhyth- menstuwing, 'n Prachtige hobomelodie welft zich en golft over 't ensemble, door de strijkers met geestdrift over genomen. Er zit pit in deze muziek: ze herin nert iets aan Mozart, maar is ondanks haai* stralende frischheid minder be- heerscht, minder eren wichtig Hoe kan het anders? Webers leven was een toonbeeld van onrust. Desniettemin is hij fijn en alles romanticus zoo men- sclielijk. Het orkest gaf een gave vertolking onder de beschaafde en bezielende lei ding van Evert Cornelis. Toen volgde 't beroemde vioolcon cert met orkestbegeleiding van Felix Mendelssohn-Bartholdy, voorgedragen docr den Eersten Concertmeester Jan Oellers. Even moest in het Allegro ap passionato de solist zich inspelen, maar toen konden we weldra zijn nobele loonvorming bewonderen en de wijze waardeeren, waarop hij de technische moeilijkheden overwon. Het best leek bij ons in de lyrische passages, waarin hij zijn viool kon laten zingen. In die overtuiging werden we versterkt zoo dra hij het prachtige Andante aan stemde. De weemoedig melodische klachten, de breede zvyer van het Can tilene, werden met veel gevoel voorge dragen. Misschien kan dit spel nog aan innerlijke diepte winnen, maar Mendelssohn heeft het toch wel recht gedaan. Men verwijt Mendelssohn wel eens een zekere zoetelijkheid, maar lie ver is ons toch dit romantisch heim wee in een taal, die ieder gevoelig ge moed aanspreekt, dan zooveel moder ne heksenmeesterij, die gewichtig doet en weinig om 't lijf heeft. Geef ons dan liever den soms ietwat sentimenteelen Mendelssohn, die innerlijk beschaafd en voornaam is, ragfijn van expressie kan zijn en steeds innig menschelijk blijft. Verzoenend is deze muziek, ze maakt rustig en we hooren nog het droomend orgelend eindigen van dit Andante. Het Allegro vivace werd door den onvermoeiden violist met techni sche bravour voorgedragen. Zeer sym pathiek deed het aan, dat de dirigent zich ten opzichte van dezen steeds op den achtergrond hield en uitsluitend zorgde dat het orkest in nauw contact bleef met den solist. Een langdurig applaus, een mooie krans van het Toonkunstbestuur en de zichtbare ingenomenheid van den heer Cornelis met Oellers uitnemende pres taties. waren diens welverdiende dank. Na de pauze ja! wat zullen we daarvan zeggen? Hors d' oeuvre! Een Suite van Darius Milhaud, jong Fransch componist, geboren in 1892; een Suite, getiteld „Saudades do Bra zil" zes Braziliaansche dansen zoo zullen we ze maar noemen. Wat van deze Suite te zeggen? De muziek is bitonaal, d.w.z. er worden twee verschillende toonaarden lustig naast elkaar gebruikt. Alle muziek van voor de 20ste eeuw, om een vrij willekeurige grens te trek ken is monotonaal, d.w.z. een muziek stuk staat in een bepaalden toonaard, kan door allerlei modulaties overgaan in een anderen toonaard, ettelijke ma len moduleeren, maar blijft toch steeds monotonaal. Maar nu krijgen we twee toonaarden naast elkaar, soms krijgt men daardoor onverwachte harmonie ën die een geheel aparte kleur geven maar meestal klinkt het voor onze aan de klassieken geschoolde ooren gruwe lijk valsch. Wonderlijke harmonische maar vooral rhythmische effecten wor den bereikt. Humoristische oogenblik- ken beleeft men; of neen! humor is fijn, humor is verzoenend! Dit was meer potsig, grappig, een wonderlijke grapjasserij. Ik weet nog niet of deze uiting werkelijk ernstig moet worden genomen. Milhaud bedoelt het waar schijnlijk wel. Maar voor ons persoon lijk gevoel is het een chaos, waaruit geen schoonheid opbloeide. Zoo dacht blijkbaar ook het publiek, dat na elk nummertje hevig roezemoesde. En ook de orkestleden schenen blijkens hun glundere gezichten schik in 't geval te hebben. Natuurlijk kwam er applaus waarschijnlijk meer bedoeld voor 't orkest dan voor de compositie. Nu volgde „Neu-Wien" een wals van Johan Strausz. muziek zonder eenige diepte, populair gedacht, maar in ie der geval beschaafd van vorm. Wij hadden ons het rhythme van dit werk wat mousseerender gedacht. En ten slotte de „Fledermaus-Ouverture" van denzelfden componist, gekenmerkt door smaakvolle instrumentatie, een prettige melodiek en zuidelijke rhyth- men. Maar ook muziek zonder eenige idieptet, geheel berekend op ontspan ning. Voor het orkest en den dirigent overigens alle lof. Het Osireion te Abydos. Gisteravond heeft in het museum van oudheden Dr. H. Frankfort een le zing gehouden over het z.g. Osireion te Abhydos en zijh beteekenis volgens de jongste opgravingen. Abydos is een klein plaatsje ten N. van Luxor. Politiek is het van geen beteekenis geweest, doch religieus is het een belangrijke plaats, omdat het Osireion daar was. Vroeger hield men dit gebouw voor een tempel van Osi- rus, doch spr. heeft bij zijn opgravin gen ontdekt, dat dit niet juist is. doch dat we hier met een cenotaaf (schijn- graf) van koning Seti I (13151292 v. C'hr.) te doen hebben. Het Osireion is een gebouw, dat zoo danig is ingericht, dat we daarvoor geen parallel hebben in de Egyptische architectuur. Den datum ervan te be palen was niet gemakkelijk; doch bij toeval vond spr. een car touche van Seti I op meer dan één plaats. Het raadsel was aldus opgelost. De vraag, die toen onder de oogen gezien moest worden, was, of dit ge- j bouw in connectie stond met den he kenden grooten tempel van Seti I; dit bleek evenwel niet het geval te zijn; het is een bouwwerk op zichzelf. Voorts bleek dat het omringd was met tamarinden e.d. boomen, die in den doodendienst der Egyptenaren 'n rol speelden, alsmede, dat het een on- dergrondsch gebouw geweest is. De tekst, die hier gevonden is, is vol komen dezelfde, als op de sarcophaag van Seti I te Thebé; ook dit wijst in funeraire richting. De „ingang" van het gebouw was geblokkeerd, dat be- teèkent dat we hier met een heiligdom te doen hebben. Door het Osireion liep een kanaal, dat moest leeggepompt worden; het water in dit kanaal bleek grondwater te zijn, dat in verband staat met den Nijl. Over dat kanaal waren allerlei theorieën, juist omdat zoo iets nergens anders voorkomt. De naaste parallel tot dit gebouw zijn de koningsgraven. De donkere kamer, die in het Osireion voorkomt, vertoont veel overeenkomst met de sarcophaag; dit bewijst dat we hier met een cenotaaf van Seti I te doen hebben. In het Osireion komt voor de „oor- heuvel", die bij de Semietische volken en ook in Egvnte het symbool is van leven en opstanding. Van dezen oer- heuvel, den heuvel van Osiris, gaan trappen naar beneden naar het oerwa- ter. De bedoeling zat hier voor, de op standing van Osiris, met wien de doo- de moest geïdentificeerd worden, voor te stellen. Seti I was een vorst, die de traditie in dit opzicht hersteld heeft. Deze belangrijke lezing, die door den burgemeester en Mevr. de Gijselaar werd bijgewoond, werd toegelicht door een serie lichtbeelden, op deze opgra vingen betrekking hebbende. Bibliotheek in Patrimoniumgebouw. Nu de winteravonden komen en daarmede de tijd van meer lezen is aangebroken worden de bibliotheken ook met een drukker bezoek vereerd. Het ontbreekt in Leiden niet aan bi bliotheken en leesgelegenheden. Op we tenschappelijk gebied hebben wij zelfs een groote voorsprong bij vele steden. Maar die vele en ook wel goede biblio theken hebben een andere bedoeling dan uitsluitend voor een deel der inge zetenen lectuur voorhanden te houden. Voor onze menschen en men weet wat dat onze (het woord is van Dr. ICuyper) beteekent hebben wij noo- dig een uitgezocht aantal boeken. In die behoefte nu heeft de Chr. Be sturenbond in samenwerking met Pa trimonium voorzien. In het Patrimoni umgebouw Hoogl. Kerkgracht, heeft men een bibliotheek waar uitsluitend Chr. boeken worden aangeboden. Lel tegenstelling met veel bibliothe ken kan men de boeken gratis lezen, d.w.z. men is niet verplicht leesgeld te betalen. Wel is er een gelegenheid om ietg te geven en dat wordt dankbaar aangenomen. De boeken zijn verkrijgbaar eiken Zaterdagavond van half negen tot half tien. Ga eens kijken. Chr. Fabrieksarbeiders. Voor de afdeeling Leiden van den Ned. Bond van Chr. Faibrieks- en Transportarbeiders hield gisteravond in „Patrimonium" de bondssecretaris de heer A. Stapelkamp van 's-Gmven- hage, een opwekkende rede, getiteld „Trouwen hjot vaandel." Belangrijkste nieuws in dit Kommer. Binnenland. Hel kabinei van minister Francqui heeft den ,»N. R. Crt."-correspondent ge vraagd een formeel dementi te geven van het bewuste bericht in zake Ant werps ns haven. Buitenland. De gemeenteraadsverkiezingen in Engeland hebben winst voor de Arbei derspartij opgeleverd. Heden vergaderen de vertegenwoor digers der Briische vakvereenigingen ter .beraadslaging over het voorstel der mijnwerkers inzake steunverleening en embargo. Hoog water Dnitschland. Classis Leiden. De classis Leiden der Geref. Kerk komt Donderdag 11 November a.s. in. gewone vergadering bijeen in de ker- keraadskamer der Gerei, kerk alhier. Behalve de punten van jiuiehoude- lijken aard komt o.m. aaii do orde* een voorstel inzake het promotierechti aan de Tbeok School te Kampen. Als praeses en scriba treden respec- Gevel ijk op ps. de Waard van Rijns burg en Dr. Wiélenga van Voor schoten. Stedelijk museum Dg Lakenhal. A.s. Zaterdagmiddag to 3 uur zal .in het Museum De Lakenhal de tentoon stelling van Schilderijen door Prof. Walthei* Illner en teekeningen door P. P. Koster geopend worden. De inhoud van een getuigschrift. Lenigen tijd geleden heen een in dienst van de k\. V. Laagsciie i ï'aia- weg Maatschappij te s-oraveniiagS geweest zijnde ueamme hij het Kau- tongereclit te Leiden tegen die Maat schappij eene vordering ingesteld, •waarin hij onder meer vroeg, veroor deel ing van gedaagde gemelde Mij. Z tot afgifte aan hem vau een getuig schrift, bevattende een juiste opga ve omtrent den aard van den door hem verrichten, arbeid en van den duur der dienstbetrekking, alsme le van de wijze waarop hij aan zijne verplichtingen heeft voldaan, zijnde de gedaagde niet bereid gevonden in der minne ahn dit verzoek van eischer te.voldoen. De Tramweg Maatschappij' stelde zich op het standpunt, dat indien door haar een getuigschrift moest wor den afgegeven vermeldende de wijze waarop door eischer aan zijne ver plichtingen was voldaan, dit getuig schrift tevens mosst vermelden de wijze waarop de dienstbetrekking een einde had genomen, en verkeerde al- zoo in de meening, dat zij niet ver plicht was een getuigschrift als ver langd af te gevén. Bij vonnis van den Kantonrechter te loeiden d.d. 4 Augustus 1926 werd evenwel gedaagde veroordeeld aan eischer af te geven een getuigschrift als door hem gevraagd, op grond van de bepaling, voorkomende in art. 1638a B.W. dat bij beëindiging van eene dienstbetrekking de werkgever verplicht is, den arbeider op die lis verlangen een getuigschrift uit te rei ken, bevatende eene juiste opgave omtrent den aard v. d. verrichten ar beid en den duur der dienstbetrekking alsmede, doch alleen op bijzonder ver zoek van dengene aan wien het getuig schrift moet worden uitgereikt, om trent de wijze waarop de arbeider aan zijn verplichtingen heeft vol daan. In voldoening aan gemeld vonnis is thans door de gedaagde aan den eischer op 19 Augustus 1926 een ge tuigschrift- afgegeven luidende: „De Directie der Haagsche Tramwegmaat schappij, gevestigd te 's-Gravenhage, verklaart, dat Jeremias van Oosten, wonende te Leiden, hij die Maatschap pij in dienst is geweest vanaf 19 Fo-, bruari 1925 tot 18 Juni 1925 als los lijnwerker en vanaf 18 Juni 1925 tot 5 Maart 1926 als los railveger, en op zijn bijzonder verzoek, dat hij gedurende dien. tijd de hem opgedragen werk zaamheden naar behooren heeft ver richt met uitzondering van een dag, toen hij, na den vorigen avond dron ken te zijn geweest en des nachts iA dronkenschap thuis gebracht te zijw onder, het voorwendsel, dat hij ziek, was, zijn werk heeft verzuimd. 's-Gra venhage, 19 Aug. 1926, Haagsche Tram> weg Maatschappij» w. g» Onleesbaar.1 wnd. Dir." Door gemelden arbeider te thans bijj het Kantongerecht te Leiden opnieuw' eene vordering tegen de Maatschappijl ingesteld, waarin hij onder meer ver-; zoekt, dat gedaagde zaj worden ver oordeeld hei afgagevwi getuigschrift

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1