CHRISTELIJK DAGBLAD voorLEIDEN EN OMSTREKEN
7*e JAARGANG
WOENSDAG 3 NOVEMBER 1926
NUMMER f907
ABONNEMENTSPRIJS
BUREAUHooigracht 35 jfijjrSfe Tel 1278, Postgiro 58936
T.pidpn Posfhox 20
ADVERTENTIE-PRLJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2.50
Per week 0.19
Franco per po9t per kwartaal f 2.90
Gswona advert en tiën per regel 227» ««at
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advert entiën bij vooruit be taling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
Gil nummer beslaat oil IWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V Een voorbeeldige straf.
Men herinnert zich dat in den afge-
loopen zomer een aantal jongens en
meisjes, aangesloten bij den Jongelie
den Geheelonthouders Bond, tezamen
in één kamp op de Gorsselsche heide
hebben gekampeerd.
'Waarschijnlijk zou dit geval niet
wereldkundig geworden zijn, wanneer
niet op verboden terrein was gekam
peerd. Men had een tweetal tenten op
geslagen op het terrein van een boer
te Eefde zonder bekomen vergunning.
De Kantonrechter te Zutphen heeft
nu 16 jongens en meisjes uit Apel
doorn, Enschedé, Borculo en Kampen
veroordeeld.
Bij het getuigenverhoor verklaarden
de moeders van verschillende beklaag
den, niet te hebben geweten, dat ook
jongens mede kampeerden, maar vol
gens een der verdachten had een van
de moeders het juist heel goed gevon
den omdat meisjes alleen allicht kon
den worden lastig gevallen.
Het O.M. wees er op, dat op de Gors
selsche heide streng toezicht wordt ge
houden, juist om dingen te voorkomen
als nu gebeurd zijn. Een troep kinde
ren, leiden van den Jongel. Geheelont
houders Bond, zijn bijeen gekomen on
der het motto „geheelonthouding."
Deze bond beoogt echter ook den vrij
en omgang van jongens en meisjes,
wat spr. uit een ingezonden in de bla
den van den bondsvoorzitter had afge
leid. Men heeft hier te doen met kin
deren. die een beetje uit het evenwicht
geslagen zijn. Misschien is het een po
ging, om Russische toestanden na te
bootsen, waar men de eerbaarheid van
de vrouw niet meer ontziet. Spr. vroeg
veroordeeling van alle beklaagden tot
fJO boete of 10 dagen hechtenis, res
pectievelijk tuchtschool voor de min-
der jarig en.
-Énkele beklaagden kwamen er tegen
op, dat de zedelijkheid er bij werd ge
haald, terwijl zij gedagvaard waren
uitsluitend wegens het loopen op ver
boden grond. Namens den J.G.O.B.
protesteerden zij daartegen en een hun
ner zeide, dat de JGOB. al jaren lang
laat kampeeren, zonder dat er ooit iets
is gebeurd.
De kantonrechter noemde het mis
dadig, dat er minderjarige kinderen
sliepen in een tent, jongens en meisjes
te zamen. Hij veroordeelde alle ver
dachten overeenkomstig den eisch.
Een voorbeeldige straf ook al is ze
als tuchtschool voor de minderjarigen
zeer zwaar.
Wij verheugen ons er over dat deze
Kantonrechter wees op de Russische
verwording die uit het gedrag van de
ze menschen spreekt.
Dankbaar zijn wij dat 'het kwaad
openbaar gestraft is geworden.
V School en Kerk.
In het R.K. blad de „Morgen" 'n or
gaan van de groep, die ree-Is lang ge
kant was tegen de coalitie, wordt in
bedekten vorm de gedachte ongespro
ken dat de overal verrezen bijzondere
sc'noïen den geloofsafval niet tegonhou
den* zocal niet in de hand werken.
Deze gedachte zal wel in de" eerste
plaats zijn ingegeven door den drang
om alles wat de coalitie gebracht heeft
dus ook de gelijkstelling op schoolge
bied, in verkeerd daglicht te stellen.
In zooverre heeft de uitspraak dus
een negatieve beteekenis.
Maar er kan ook een positieve be
teekenis in liggen. Indien het n.l. juist
zou zijn, dat de verkregen vrijheid met
een de deur open gezet heeft voor af
val van de leer der Kerk.
Het „Katholieke Schoolblad" komt
dan ook aan die gedachte tegemoet
en dringt aan op een onderzoek in
dezen.
Een onderzoek als het onderhavige,
zegt het blad, zou misschien nog dit
andere groote voordeel kunnen Opleve
ren, dat daaruit zou kunnen blijken,
of de huidige samenstelling der bijzon
dere school niet voor zoodanige wijzi
ging vatbaar is, dat daardoor inlirect
de geloofsafval werd tegengehouden.
Wanneer dat onderzoek zou leeren,
dat in bepaalde gevallen 'n gereorgani
seerde vorm der bijzondere school groo
ter waarborg zou leveren voor geloofs-
behoud, dan zou men voor de conse-
kwenties dier reorganisaties niet mo
gen terugschrikken. Maar afgeschei
den van de vraag, of de bijzondere
school in haar huidigen vorm het hoog
ste rendement geloofsbehoud geeft, is
bestudeering van het vraagstuk alles
zins op zijn plaats.
Ons blad hoopt daarbij niet achter
te blijven.
Het is ons niet bekend, wat onze
Roomsche vrienden verstaan onder die
reorganisatie van de scholen. maar
wel weten wij dat voor ons de gestelde
vraag ook groote beteekenis heeft.
Met de verkregen financieele vrij
heid is de liefde voor onze Christelijke
scholen eerder afgenomen dan toege
nomen. Dat uit zich bij ons nog niet
in een afkeer van dat onderwijs. Neen
gelukkig is onder ons zeker niemand
te vinden die zijn kinderen zender,
noodzaak naar de Openbare school
zendt. Maar de oude liefde voor de
school, zooals men dat vroeger l>ende,
toen men er groote offers voor moest
brengen, die is meer en meer verdwe
nen.
Wat dat beteekent is nu nog niet in
volle breedte te zien. Dat het een in
vloed ten kwade kan zijn, vooral voor
het nageslacht, dat na ons de school
zal overnemen en dat. den strijd van
voorheen niet gekend heeft, dat is ze
ker. Daarom is het goed dat wij met
alle middelen die Gods ons geeft, de
school blijven stellen in het middel
punt van onze actie.
Een financieele band kan ons daar
bij van dienst zijn. Wij zijn practisch
nog niet gelijk en dat zal ons nog heel
wat kosten.
Laten wij dien strijd aanvaarden.
Aanvaarden bovehal om de geestelijke
vrucht.
De Potemkim-iilm.
Er is heel veel over het al of niet
toelaatbare van deze film geschreven.
In vele steden is een zwaar debat ge
weest over den invloed van het revo
lutionaire onderwerp dat daarin be
handeld wordt.
Dr. H. Kaajan schrijft hierover ook
in de Utrechtsche Kerkbode als volgt:
De Potemkin-film is in onze stad,
dank zij den grooten toeloop van men
schen, geprolongeerd.
Op het getuigenis van Christelijke
zijde werd geen acht geslagen.
Men suggereert zich zeiven, dat de
film nog zoo kwaad niet is.
Heeft niet de Telegraaf geschreven,
dat deze rolprent „een groot-mensche-
lijk, artistiek genot verschaft?"
En de Telegraaf weet het beter dan
al die muffe, lichtschuwe Christenen!
Wel is de Potemkin-film in Nijme
gen verboden, maar dit stadje is geen
cultuur-centrum en zal wel een zeer
achterlijken burgemeester hebben.
Ook is de Potemkin-film in Breda,
Zutphen en Amersfoort verboden maar
deze burgemeesters kennen geen „eer
biediging van re" -nlijke vrijheid."
Ook mocht de film in Amsterdam
niet draaien, tijdens het bezoek van
het Engelsche eskader. Die ouderwet-
sche Engelschen toch? Die zijn ook al
bevreesd voor dit communistisch pro
paganda-product
En dan al die landen, waar deze rol
prent verboden is Engeland, Frankrijk
Polen, Roemenië, aan het oordeel der
autoriteiten in deze landen is natuur
lijk geen waarde te hechten.
Ons ernstig protest gaat nog steeds
tegen dit alle gezag ondermijïiend
werk uit.
Hebben onze anti-revolutionaire Ka
merleden en Gemeenteraadsleden hier
geen taak?
Heeft onze leider bij de bespreking
van het millioenplan er niet op gewe
zen. dat een klein getal communisten,
indien zij slechts vast-beraden hun
plannen realiseerden, in ons vaderland
zeer wel de leiding in handen konden
kriieen?
- En wie moeten bij revolutie-dreiging
op de bres staan? Daarop gaf 1918 een
duidelijk antwoord. Toen werden onze
Gereformeerde jongens uit alle hoeken
van het vaderland naar 's-Gravenhage
ontboden, want op deze Gereformeerde
jongens kon men aan. Toen lagen in
Rotterdam tientallen Limburger jon
gens, want op deze Roomsche jongens
kon men aan.
Onderwijl, men vergete het niet gaat
de volksvergiftiging in onze goede stad
Utrecht voort en lacht men in Rusland
waar de rolprent met medewerking
van de Sovjet-regeering gemaakt is,
ons, onnoozele Nederlanders, stille-
kens uit.
Inderdaad mag dat voor onze voor
mannen wel gelden, dat men in Rus
land ons uitlacht om de uiterste voor
zichtigheid. Liever weigeren dan een
stap te ver gaan, dat zou ook ons ad
vies zijn.
STADSNIEUWS.
Maatschappij voor Toonkunst.
Utrechfsch Stedelijk Orkest.
Weber was doodziek. De tering had
den jongen kunstenaar aangetast en
onverbiddelijk zweefde het zwaard
des doods boven zijn hoofd. Maar een
eervolle opdracht riep hem naar Lon
den: het schrijven en ter plaatse uit-
voerén van een nieuwe romantische
opera, de „Oberon." Na een roerend af
scheid van zijn jonge vrouw begaf hij
zich op reis met de oartituur, voltooi
de die in Engeland, dirigeerde er 12
malen met de uiterste krachtsinspan
ning zijn werk en werd dood in zijn
bed gevonden, toen hij op den morgen
van den 4en Mei 1826 zich zou insche
pen, om zooals hij hoopte in zijn va
derland te sterven. Bij het luisteren
naar de Ouverture „Oberon" denkt
men onwillekeurig aan de tragische
omstandigheden, waaronder het sublie
me werk ontstond. Subliem vooral de
ze Ouverture. Een fluweelig hoornmo
tief zacht geruisch v$p de violen
consordiiie weer het motief op
nieuw het geruisch der violen wel
dra komen figuren van de hobo. Lief
lijke muziek, die de stemming van het
eifenrijk weergeeft. De cello's komen;
een paukenslag en ineens ontwikkelt
het orkest een hartstochtelijke rhyth-
menstuwing, 'n Prachtige hobomelodie
welft zich en golft over 't ensemble,
door de strijkers met geestdrift over
genomen.
Er zit pit in deze muziek: ze herin
nert iets aan Mozart, maar is ondanks
haai* stralende frischheid minder be-
heerscht, minder eren wichtig Hoe kan
het anders? Webers leven was een
toonbeeld van onrust. Desniettemin is
hij fijn en alles romanticus zoo men-
sclielijk.
Het orkest gaf een gave vertolking
onder de beschaafde en bezielende lei
ding van Evert Cornelis.
Toen volgde 't beroemde vioolcon
cert met orkestbegeleiding van Felix
Mendelssohn-Bartholdy, voorgedragen
docr den Eersten Concertmeester Jan
Oellers. Even moest in het Allegro ap
passionato de solist zich inspelen, maar
toen konden we weldra zijn nobele
loonvorming bewonderen en de wijze
waardeeren, waarop hij de technische
moeilijkheden overwon. Het best leek
bij ons in de lyrische passages, waarin
hij zijn viool kon laten zingen. In die
overtuiging werden we versterkt zoo
dra hij het prachtige Andante aan
stemde. De weemoedig melodische
klachten, de breede zvyer van het Can
tilene, werden met veel gevoel voorge
dragen. Misschien kan dit spel nog
aan innerlijke diepte winnen, maar
Mendelssohn heeft het toch wel recht
gedaan. Men verwijt Mendelssohn wel
eens een zekere zoetelijkheid, maar lie
ver is ons toch dit romantisch heim
wee in een taal, die ieder gevoelig ge
moed aanspreekt, dan zooveel moder
ne heksenmeesterij, die gewichtig doet
en weinig om 't lijf heeft. Geef ons dan
liever den soms ietwat sentimenteelen
Mendelssohn, die innerlijk beschaafd
en voornaam is, ragfijn van expressie
kan zijn en steeds innig menschelijk
blijft. Verzoenend is deze muziek, ze
maakt rustig en we hooren nog het
droomend orgelend eindigen van dit
Andante. Het Allegro vivace werd door
den onvermoeiden violist met techni
sche bravour voorgedragen. Zeer sym
pathiek deed het aan, dat de dirigent
zich ten opzichte van dezen steeds op
den achtergrond hield en uitsluitend
zorgde dat het orkest in nauw contact
bleef met den solist.
Een langdurig applaus, een mooie
krans van het Toonkunstbestuur en de
zichtbare ingenomenheid van den heer
Cornelis met Oellers uitnemende pres
taties. waren diens welverdiende dank.
Na de pauze ja! wat zullen we
daarvan zeggen? Hors d' oeuvre!
Een Suite van Darius Milhaud, jong
Fransch componist, geboren in 1892;
een Suite, getiteld „Saudades do Bra
zil" zes Braziliaansche dansen
zoo zullen we ze maar noemen.
Wat van deze Suite te zeggen? De
muziek is bitonaal, d.w.z. er worden
twee verschillende toonaarden lustig
naast elkaar gebruikt.
Alle muziek van voor de 20ste eeuw,
om een vrij willekeurige grens te trek
ken is monotonaal, d.w.z. een muziek
stuk staat in een bepaalden toonaard,
kan door allerlei modulaties overgaan
in een anderen toonaard, ettelijke ma
len moduleeren, maar blijft toch steeds
monotonaal. Maar nu krijgen we twee
toonaarden naast elkaar, soms krijgt
men daardoor onverwachte harmonie
ën die een geheel aparte kleur geven
maar meestal klinkt het voor onze aan
de klassieken geschoolde ooren gruwe
lijk valsch. Wonderlijke harmonische
maar vooral rhythmische effecten wor
den bereikt. Humoristische oogenblik-
ken beleeft men; of neen! humor is
fijn, humor is verzoenend! Dit was
meer potsig, grappig, een wonderlijke
grapjasserij. Ik weet nog niet of deze
uiting werkelijk ernstig moet worden
genomen. Milhaud bedoelt het waar
schijnlijk wel. Maar voor ons persoon
lijk gevoel is het een chaos, waaruit
geen schoonheid opbloeide. Zoo dacht
blijkbaar ook het publiek, dat na elk
nummertje hevig roezemoesde. En ook
de orkestleden schenen blijkens hun
glundere gezichten schik in 't geval te
hebben. Natuurlijk kwam er applaus
waarschijnlijk meer bedoeld voor
't orkest dan voor de compositie.
Nu volgde „Neu-Wien" een wals van
Johan Strausz. muziek zonder eenige
diepte, populair gedacht, maar in ie
der geval beschaafd van vorm.
Wij hadden ons het rhythme van dit
werk wat mousseerender gedacht. En
ten slotte de „Fledermaus-Ouverture"
van denzelfden componist, gekenmerkt
door smaakvolle instrumentatie, een
prettige melodiek en zuidelijke rhyth-
men. Maar ook muziek zonder eenige
idieptet, geheel berekend op ontspan
ning. Voor het orkest en den dirigent
overigens alle lof.
Het Osireion te Abydos.
Gisteravond heeft in het museum
van oudheden Dr. H. Frankfort een le
zing gehouden over het z.g. Osireion
te Abhydos en zijh beteekenis volgens
de jongste opgravingen.
Abydos is een klein plaatsje ten N.
van Luxor. Politiek is het van geen
beteekenis geweest, doch religieus is
het een belangrijke plaats, omdat het
Osireion daar was. Vroeger hield men
dit gebouw voor een tempel van Osi-
rus, doch spr. heeft bij zijn opgravin
gen ontdekt, dat dit niet juist is. doch
dat we hier met een cenotaaf (schijn-
graf) van koning Seti I (13151292 v.
C'hr.) te doen hebben.
Het Osireion is een gebouw, dat zoo
danig is ingericht, dat we daarvoor
geen parallel hebben in de Egyptische
architectuur. Den datum ervan te be
palen was niet gemakkelijk; doch bij
toeval vond spr. een car touche van
Seti I op meer dan één plaats.
Het raadsel was aldus opgelost.
De vraag, die toen onder de oogen
gezien moest worden, was, of dit ge- j
bouw in connectie stond met den he
kenden grooten tempel van Seti I; dit
bleek evenwel niet het geval te zijn;
het is een bouwwerk op zichzelf.
Voorts bleek dat het omringd was
met tamarinden e.d. boomen, die in
den doodendienst der Egyptenaren 'n
rol speelden, alsmede, dat het een on-
dergrondsch gebouw geweest is.
De tekst, die hier gevonden is, is vol
komen dezelfde, als op de sarcophaag
van Seti I te Thebé; ook dit wijst in
funeraire richting. De „ingang" van
het gebouw was geblokkeerd, dat be-
teèkent dat we hier met een heiligdom
te doen hebben.
Door het Osireion liep een kanaal,
dat moest leeggepompt worden; het
water in dit kanaal bleek grondwater
te zijn, dat in verband staat met den
Nijl. Over dat kanaal waren allerlei
theorieën, juist omdat zoo iets nergens
anders voorkomt. De naaste parallel
tot dit gebouw zijn de koningsgraven.
De donkere kamer, die in het Osireion
voorkomt, vertoont veel overeenkomst
met de sarcophaag; dit bewijst dat we
hier met een cenotaaf van Seti I te
doen hebben.
In het Osireion komt voor de „oor-
heuvel", die bij de Semietische volken
en ook in Egvnte het symbool is van
leven en opstanding. Van dezen oer-
heuvel, den heuvel van Osiris, gaan
trappen naar beneden naar het oerwa-
ter. De bedoeling zat hier voor, de op
standing van Osiris, met wien de doo-
de moest geïdentificeerd worden, voor
te stellen.
Seti I was een vorst, die de traditie
in dit opzicht hersteld heeft.
Deze belangrijke lezing, die door den
burgemeester en Mevr. de Gijselaar
werd bijgewoond, werd toegelicht door
een serie lichtbeelden, op deze opgra
vingen betrekking hebbende.
Bibliotheek in Patrimoniumgebouw.
Nu de winteravonden komen en
daarmede de tijd van meer lezen is
aangebroken worden de bibliotheken
ook met een drukker bezoek vereerd.
Het ontbreekt in Leiden niet aan bi
bliotheken en leesgelegenheden. Op we
tenschappelijk gebied hebben wij zelfs
een groote voorsprong bij vele steden.
Maar die vele en ook wel goede biblio
theken hebben een andere bedoeling
dan uitsluitend voor een deel der inge
zetenen lectuur voorhanden te houden.
Voor onze menschen en men weet
wat dat onze (het woord is van Dr.
ICuyper) beteekent hebben wij noo-
dig een uitgezocht aantal boeken.
In die behoefte nu heeft de Chr. Be
sturenbond in samenwerking met Pa
trimonium voorzien. In het Patrimoni
umgebouw Hoogl. Kerkgracht, heeft
men een bibliotheek waar uitsluitend
Chr. boeken worden aangeboden.
Lel tegenstelling met veel bibliothe
ken kan men de boeken gratis lezen,
d.w.z. men is niet verplicht leesgeld te
betalen. Wel is er een gelegenheid om
ietg te geven en dat wordt dankbaar
aangenomen.
De boeken zijn verkrijgbaar eiken
Zaterdagavond van half negen tot half
tien.
Ga eens kijken.
Chr. Fabrieksarbeiders.
Voor de afdeeling Leiden van den
Ned. Bond van Chr. Faibrieks- en
Transportarbeiders hield gisteravond
in „Patrimonium" de bondssecretaris
de heer A. Stapelkamp van 's-Gmven-
hage, een opwekkende rede, getiteld
„Trouwen hjot vaandel."
Belangrijkste nieuws in dit Kommer.
Binnenland.
Hel kabinei van minister Francqui
heeft den ,»N. R. Crt."-correspondent ge
vraagd een formeel dementi te geven
van het bewuste bericht in zake Ant
werps ns haven.
Buitenland.
De gemeenteraadsverkiezingen in
Engeland hebben winst voor de Arbei
derspartij opgeleverd.
Heden vergaderen de vertegenwoor
digers der Briische vakvereenigingen
ter .beraadslaging over het voorstel der
mijnwerkers inzake steunverleening
en embargo.
Hoog water Dnitschland.
Classis Leiden.
De classis Leiden der Geref. Kerk
komt Donderdag 11 November a.s. in.
gewone vergadering bijeen in de ker-
keraadskamer der Gerei, kerk alhier.
Behalve de punten van jiuiehoude-
lijken aard komt o.m. aaii do orde*
een voorstel inzake het promotierechti
aan de Tbeok School te Kampen.
Als praeses en scriba treden respec-
Gevel ijk op ps. de Waard van Rijns
burg en Dr. Wiélenga van Voor
schoten.
Stedelijk museum Dg Lakenhal.
A.s. Zaterdagmiddag to 3 uur zal .in
het Museum De Lakenhal de tentoon
stelling van Schilderijen door Prof.
Walthei* Illner en teekeningen door P.
P. Koster geopend worden.
De inhoud van een getuigschrift.
Lenigen tijd geleden heen een in
dienst van de k\. V. Laagsciie i ï'aia-
weg Maatschappij te s-oraveniiagS
geweest zijnde ueamme hij het Kau-
tongereclit te Leiden tegen die Maat
schappij eene vordering ingesteld,
•waarin hij onder meer vroeg, veroor
deel ing van gedaagde gemelde Mij.
Z tot afgifte aan hem vau een getuig
schrift, bevattende een juiste opga
ve omtrent den aard van den door
hem verrichten, arbeid en van den
duur der dienstbetrekking, alsme le
van de wijze waarop hij aan zijne
verplichtingen heeft voldaan, zijnde
de gedaagde niet bereid gevonden in
der minne ahn dit verzoek van
eischer te.voldoen.
De Tramweg Maatschappij' stelde
zich op het standpunt, dat indien
door haar een getuigschrift moest wor
den afgegeven vermeldende de wijze
waarop door eischer aan zijne ver
plichtingen was voldaan, dit getuig
schrift tevens mosst vermelden de
wijze waarop de dienstbetrekking een
einde had genomen, en verkeerde al-
zoo in de meening, dat zij niet ver
plicht was een getuigschrift als ver
langd af te gevén.
Bij vonnis van den Kantonrechter
te loeiden d.d. 4 Augustus 1926 werd
evenwel gedaagde veroordeeld aan
eischer af te geven een getuigschrift
als door hem gevraagd, op grond van
de bepaling, voorkomende in art.
1638a B.W. dat bij beëindiging van
eene dienstbetrekking de werkgever
verplicht is, den arbeider op die lis
verlangen een getuigschrift uit te rei
ken, bevatende eene juiste opgave
omtrent den aard v. d. verrichten ar
beid en den duur der dienstbetrekking
alsmede, doch alleen op bijzonder ver
zoek van dengene aan wien het getuig
schrift moet worden uitgereikt, om
trent de wijze waarop de arbeider
aan zijn verplichtingen heeft vol
daan.
In voldoening aan gemeld vonnis
is thans door de gedaagde aan den
eischer op 19 Augustus 1926 een ge
tuigschrift- afgegeven luidende: „De
Directie der Haagsche Tramwegmaat
schappij, gevestigd te 's-Gravenhage,
verklaart, dat Jeremias van Oosten,
wonende te Leiden, hij die Maatschap
pij in dienst is geweest vanaf 19 Fo-,
bruari 1925 tot 18 Juni 1925 als los
lijnwerker en vanaf 18 Juni 1925 tot 5
Maart 1926 als los railveger, en op zijn
bijzonder verzoek, dat hij gedurende
dien. tijd de hem opgedragen werk
zaamheden naar behooren heeft ver
richt met uitzondering van een dag,
toen hij, na den vorigen avond dron
ken te zijn geweest en des nachts iA
dronkenschap thuis gebracht te zijw
onder, het voorwendsel, dat hij ziek,
was, zijn werk heeft verzuimd. 's-Gra
venhage, 19 Aug. 1926, Haagsche Tram>
weg Maatschappij» w. g» Onleesbaar.1
wnd. Dir."
Door gemelden arbeider te thans bijj
het Kantongerecht te Leiden opnieuw'
eene vordering tegen de Maatschappijl
ingesteld, waarin hij onder meer ver-;
zoekt, dat gedaagde zaj worden ver
oordeeld hei afgagevwi getuigschrift