Dit nummer beslaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRUS
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
7de JAARGANG
VRIJDAG 15 OCTOBER 1926
NUMMER 1951
COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal I 2.50
Per week I 0.19
Franco per post per kwartaal 1 2.90
De Leidsche Hout.
Het dagelijfcsdh. Bestuur van 'del stioh
ting „Founds tot Aanleg, Onderhoud!
en Beheer van Wandelparken" ver
zocht ons het volgende op te nemen:
De Leidsche Houtl Klinkt het
niet al? een oud verhaal uit een tijd,
toen Holland nog Hohland was, Hout-
land? Toen langs den binnenrand der
duinen van Westland uit langs Was
senaar en Noordwijk naar Haarlem
toe en verder nog tot hoog in Kenne-
merland, een bosch zich uitstrekte1, een
hachelijk foreest, waarin niemand zich
gaarne zonder noodzaak waaglde. Men
reisde er langs den small en postwegv
te paard, of in gesloten reiskoets on-
Ider welbewapend geleide. Want de tij-
den waren onzeker en het gezag wis
selend. En altij'd kon wie langs den
(heerweg trok, vreemde ontmoetingen
verwachten met onguur gtespuis, en in
dien winter soms de wolvem
Dat is nu alles lang voorbij. Hol
land) is polderland geworden, land van
de wijde uitzichten, van water en van
•wolken, land van den wind. Wegen
werden aangelegd, vaarten en kana
len gegraven, een toienemendei bevol
king zocht plaats voor hare wonin
gen, totdat de bebouwde kommen van
steaen en dorpen elkander raken gin
gen. Het bosch verminderde.
Want er was plaats noodig- voor da
woningen, de vaarten en de wegen eni
Ier was hout noodig om de woningen
'te bouwen. Wat er overbleef aan brok
stukken van het oude woud is weinig,
maar een ieder kent het en voelt het
mee als zijn bezit. Wie kent het Haag-
Sche Bosch niet waarvoor Holland
vreest, wanneer 'de najaarsstormen da
looide stammen doen kreunen en da
(boomtoppen, zwiepen Wie ken hielt
wat er nog van (Wassenaar's bosschen
(over is, oen Noordwijkeihout, deni
'Hout van Haarlem, en hooger op in
[Kennemerland de bosschen van Hei-
löo en den Hooit van Alkmaar tot voor
bij, waar vroeger de abdij van [Egmcnd
heeft gestaan? Zij züjin sinds lang, door
schilders en dichters aan 'de eeuwig
heid gewijd, gemeen bezit geworden
Van Holland en stad en land wedijve
ren in wijze wetgeving tot het behoud.
Helaas, er valt nog maar zoo wei-
inig te behouden. Wie op de kaart
zoekt, vindt nog maar met moeite dei
kleine groene plekken. Bij Leiden
niets, of men moest er de houtopstan
den toe willen rekenen van Endegeest
van Poelgeest, schilderachtig zeker, af
twisseling brengend in het Hollandsohe
landschap, maar vooral herinnerend
aan wat verloren ging*? den onbehou-
den Leidschen Hout.
Wiel' zijn de tijden veranderd. Want
terwijl' de beboschte oppervlakte van
Nederland verminderde tot het angst
wekkend lage percentage van zeven,
nam de behoefte aan bosschen toe. De
bosschen zijn de longen van het land;
de sterk vermeerderde bevolking ademt
'moeilijker. Te Leiden, waar zoo'n
groot gedeelte der bevolking binnens
huis werkt, in fabrieken, werkplaatsen
en kantoren, wordt het ontbreken van
een Hout in de onmiddellijke omge
ving van de stad gevoeld als een ge
mis, dat door de Singels en de Staas-
plantsoenen niet wordt vergoed.
O, Leadens vroedschap heeft zijn best
gedaan. Toen het getij verliep, werden
de bakens verzet: de oude vesting
werken van de stad werden naarmate
zij aan militaire waarde verloren, ge
slecht en omgezet in wandel-plaatsen;
"de buskruitramp van 1807 schonk het
aanzijn aan het .Van der Werffpark;
in jongeren tijd werd het Kooipark ge
sticht.
Maar dit alles kan de herinnering
aan wat verloren ging niet doen verge
ten en het schenkt geen vergoeding!
Voor hetgeen andere, gelukkiger ste
den bezitten, doch Leiden mist, want
het is niet alleen een kwestie van ge
zondheid. Wie in Haarlem gewoond
heeft, in Alkmaar, of in andere steden,
die een Hout bezitten, weet, dat het
een kwestie is van geluk. Het werk
leven in de groote stad is geaiagd:
snelle besluiten worden daar veriangdi
en snelle resultaten; de kracht van
den mensch wordt er met ontzaglijke
intensiteit ingesteld op naastbijliggen-
de en beperkte doeleinden. Dei nauwe
straten hebben het uitzicht op den he
mel benomen. Het ontspanningsle/vem
van de stad is nog gejaagder: kunst
licht-ontspanning. Aangelegd eer op
verdooving, dan op herstel van geest
kracht, op vergeten, meer dan op be
zinnen.
Maar de natuur is harmonisch. Zij
schenkt de rust terug en herstelt het
feschokt vertrouwen. Wie weer gewan-
eld heeft onder de groote boo men
kan niet meer terugkeeren als een
klein mensch: zijn kleine voldoeningen
en kleine ergernissen zijn hem verloren
BUREAU: Hooigracht 35
Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
gegaan en hij heeft het juiste gezicht
op de verhoudingen der dingen terug
gewonnen. Zijn kracht is niet verslapt,
maar zij is opnieuw ingesteld en op
een hooger doel gericht.
Wie diep de lucht der bosschen in
geademd heeij:, keert naar de stad te
rug en herneemt zijn plaats als een
moediger strijder.
Wat wij 'dan willen?
Wij willen den .Leidschen Hopt her-
Stellen gaan.
STADSNIEUWS.
Utrechtsch Stedelijk Orkest.
Toen aan 't einde der 18de en 't be
gin der 19e eeuw in Duitschland cle
geestelijke beweging ontstond, welke
men de Romantiek noemt, legden de
jonge dichters er zich vooral op toe
oude, onbekende litteratuurbronnen te
ontdekken. Zoo ontdekten Friedrich
Schlegel en Ludwig Tieck den grooten
Engelschen dramaticus Shakespeare,
die zelfs in zijn eigen vaderland vrij
wel vergeten was. En wat meer is, zij
vertaalden de drama's van Shakespea
re in heel mooi Duitsch. Zoo stond de
Engelsche dichterheros plotseling in
het midden der Europeesche belang
stelling. Natuurlijk werden in dien tijd
juist de meest romantische van Sha
kespeare's werken bij voorkeur gele
zen: De Midzomernachtsdroom, Drie
koningen-avond, de Storm, Koning
Lear. Daar de romantische dichters
vóór alles een muzikaal-gevoelig ka
rakter aan hun werk wenschten te ge
ven, gaarne phantaseerden over het
wezen der muziek, die voor hen bij
uitstek „die Kunst des Unendlichen''
was, ligt het voor de liand, dat het
romantisch levensgevoel zich weldra
moest uiten in de muziek. Men heeft
in dit blad een opstel kunnen lezen,
waarin betoogd wordt dat Beethoven
zooals Hoffmann zegt, „het rijk der
romantische muziek ontsluit." En dan
komen Hoffmann, Schumann, Schu
bert, Mendelssohn en zoovele anderen,
en gebroken is, naai* inhoud en vorm
niet de klassieke periode.
Alle romantici zonder uitzondering
waren liedercomponisten en bij uitbrei
ding schreven zij ook muziek bij ro
mantische tooneelspelen. Zoo ligt het
alweer voor de hand, dat juist een
sprookjesdrama als de Midzomer
nachtsdroom een muzikale illustratie
bij hen moest vinden, muzikaal ver
diept moest worden.
Felix Mendelssohn-Bartholdy nam
als 18-jarig jongmensch de taak op
zich, muziek te schrijven -bij genoemde
dramatische phantasie. En bet is merk
waardig, dat dit de beste orkestmuziek
is, welke hij ooit geschreven heet. Ze
is beschaafd, voornaam, fijn. We den
ken onmiddellijk aan de fijne hobo in
leiding, waaraan zich vioolgeruisch
paart; we denken aan een passage uit
de Ouverture, waarin de bobosolo ver
rassend schoon opbloeit uit bet en
semble. En hoe prachtig zijn de pas
sages waarin het orkest aandoet als
een orgelend geheel. De Notturne,
waarin eerst de horens de melodie
voeren en weldra daarna de violen en
de instrumenten telkens op de meest
voorname wijze gecombineerd, werd
door iemand gekarakteriseerd als „mu
ziek om bij te droomen."
Inderdaad, droommuziek heeft Men
delssohn bier geschreven. Prachtig is
ook het Scherzo, een plfendans in vlug
ge rhythmen. Maar gelijk er in de el
fenwereld altijd iets spookachtigs kan
zijn, zoo komen er in deze compositie
herhaaldelijk van die opbruisingen
voor, waarin het wonderlijke ver
klankt wordt door een uiterst treffend
gebruik van dissonanten.
Geestig, humoristisch, fijn plastisch
is deze muziek. Er is Mendelssohn
meermalen verweten, dat zijn schrijf
wijze wat mak, wat zoetelijk, wat al
te gemakkelijk is. Zijn muziek ken
merkt zich dikwijls door het tegenge
stelde van groote bewogenheid. Maar
in dit werk vol phantasie en roman
tiek is van deze minder goede eigen
schappen niets te bespeuren. Het is
geniaal en Evert Cornelis wist met
zijn möoi orkest een zeer smaakvolle
vertolking te geven.
Na de romantiek van Mendelssohn,
die van Schubert. Schubert was ais
lyricus onuitputtelijk. Zijn zeven sym-
phonieën zijn meerendeels ook lyrisch
van karakter, al ontbreken hier en
daar de dramatische accenten niet.
Er speelt zich evenwel geen gewel
dig hartstochtelijke storm van strijd
in af, als in Beèthovens symphonieën.
Schuberts achtste symphonie, gewoon
lijk de „Unvollendete" genoemd, om
dat ze slechts uit twee deelen bestaat,
behoort tot een der meest geliefde wer
ken van den meester. Ze begint als een
droom, een zacht geruisch; maai' al
spoedig komt er spanning en dan
hoort men weldra het nobele motief,
dat zooals men weet door een of ande
ren muzikalen schacheraar is verlijsd
tot een straatmop: „We gaan naar
Zandvoort." En juist in onzen tijd zijn
muzikaal impotente scharrelaars erop
uit melodie en rhythmiek uit het werk
der grooten te ontadelen en te gebrui
ken voor hun smaakbedervend café-
chantant en jazz-doeleinden. Wonder
mooi is het allegro moderato der „Un
vollendete" en dan komt het Largo
met dat prachtig weemoedig berusten
de thema, telkens gevarieerd en breed
uitgezongen door het orkest, 't Is of
Schubert van dit prachtige thema
maar niet scheiden kan en steeds maar
door zingt hij, zoodat het uitdijt tot
één machtig lied.
Na de pauze kwam de „Eroïca" van
Beethoven, de derde in de rij van
's meesters symphonieën.
Men herinnert zich de geschiedenis
van 't ontstaan van dit werk. Beetho
ven was vol van bewondering voor Na
poleon Bonaparte, die de revolutie be
zworen had en Eerste consul der Fran
sche Républiek was geworden. Toen
hij zijn symphonie begon, schreef hij
boven het titelblad „Bonaparte" en er
onder: Luigi von Beethoven. De eene
held kon den anderen geen waardiger
hulde brengen.
Maar toen Napoleon zich uit liet roe
pen tot keizer van Frankrijk, werd
Beethoven woedend.
„'Hij is niet anders dan een gewoon
mensch! Nu zal ook hij alle mensch en-
rechten met voeten treden; hij zal voor
zijn eerzucht willen leven, zich steeds
hooger willen stellen en tyran wor
den." Zoo riep de vertoornde compo
nist uit en scheurde het titelblad ka
pot, terwijl hij het onder den voet ver
trapte. Nu werd de symphonie „Eroï
ca" heldensymphonie genoemd, „om
de herinnering aan een groot man te
eeren." Napoleon werd nu toch geëerd,
maar zooals Beethoven hem als ideaal
van den held had gewenscht.
Reeds uit het Allegro blijkt, hoe
machtig en grootsch Beethoven zich
zijn held gedacht heeft. Hoogst een
voudig berust het thema op den drie
klank do, mi, sol. Maar hoe prachtig
wordt het uitgewerkt. Eén streng-
schoone melodische lijn loopt door dit
allegro. Het is alles kracht, geweldig
beheerschte levensenergie.
Na het allegro volgt de beroemde
Marcia funèbre: kracht waaraan alles
wat naar overmoed ziweemde, weemoe
dig is prijs gegeven, kracht door smart
beteugeld. En het slot van deze treur-
marsch eindigt in een berustend ada
gio. Maar dan herneemt het leven zijn
rechten.
Mét een nauwelijks hoorbaar ge
ruisch vangt in snelle rhythmiek het
Scherzo aan, maar karakteristiek
wordt het pas bij de wending naar de
dominant-toonaard. Fijn en geestig,
uitbundig is de rhythmiek. Er ontstaat
een wedstrijd tusSchen de beide hoofd
groepen van 't orkest tot allen zich ver
eenigen in machtige slotaccoorden.
En eindelijk krijgen we de finale,
met die prachtige passages, die aan
doen alsof de hoorns een geweldig
epos verhalen', terwijl de andere instru
menten het gespannen luisteren der
menigte schijnen te vertolken. Het ein
de der symphonie schijnt één uitbun
dige vreugderoes.
Het Utrechtsch Orkest scheen tegen
de taak, om dit verheven werk te ver
tolken volkomen opgewassen. Evert
Cornelis leidde met rustig en zeker
gebaar, wist prachtige pianissimo's te
maken, en soms het orkest tot extase
op te voeren.
Een dankbaar en langdurig applaus
gaf herhaaldelijk uiting aan de gevoe
lens der stampvolle zaal en de leider
liet gaarne zjjn ensemble in die hulde
deelen. De Leidsche Kunstkring „Voor
Allen" mag over dezen eersten schitte
rend geslaagden avond geheel tevre
den zijn.
Rijksmuseum van Oudheden.
Evenals vorige jaren zal ook thans
gedurende het winterseizoen 'n reeks
archaeologische lezingen en cursussen
worden gehouden in het Rijksmuseum
van Oudheden.
Het programma luidt aldus: Avond-
lezingen:
2 Nov. Dr. H. Frankfort (Leider der
Opgravingen der Egypt. Exploration
Society), Londen. Het z.g. Osireiop te
Abydos en zijn bet eekenis volgens de
jongste opgravingen.
16 Nov. Div J. H. Holwerda, Nieuwe
vondsten der Steenkuituur in Zuid-
Limburg.
30 Nov. Mej. Joh. Brants, Ostia.
9 Dec. Dr. A. J. B. Wace, Athene,
Mycenae.
20 Jan. Dr G. Welter, Athene. De
opgraving van Sichem. Archaeol.-tech-
nisch gedeelte: De topografie van het
oude Sichem in de verschillende tijd
perken.
25 Jan. Prof. Dr. F. M. Th. Böhl,
Groningen. De opgraving van Sichem,
Archaeol. hist, gedeelte: a. De opgra
ving van Sichem in de lijst van de
geschiedenis en oudheidkunde van Pa
lestina.
27 Jan. Prof. Dr. F. M. Th. Böhl. b,
De opgraving van Sichem in de lijst
der oude beschavingen in de landen
rondom de Middellandsche Zee,
15 Febr. Dr. A. E. Remouchamps.
Het leven in den Steentijd; met ver
tooning van een film van het Staats
Historisch Museum te Stockholm.
1 Maart. Dr. J. H. Holwerda, Brit
tenburg te Katwijk, Roomburg te Lei
derdorp en de Burcht van Leiden.
15 Maart. Dr. W. "D. v. Wijngaarden,
Voorstellingen van vreemde volksty
pen in Egypte naar aanleiding van het
relief van Horem Heb.
29 Maart, Prof. Dr. H. Schafer, Ber
lin. Das Verhaltnis der Aegypt. Kunst
zur Modernen.
31 Maart. Prof. Dr. H. Schafer, Die
Kunst von Tell-Amama (Ichnaton).
Zij, die één of meer lezingen wen-
schen bij te wonen, gelieven zich daar
toe op te geven vóór 23 October a.s.
hetzij schriftelijk bij de Directie of
door hun naam te teekenen op de daar
toe bij den Museum-portier gereed
liggende lijst, onder bijvoeging of be
taling van f 1 per persoon voor onkos
ten. Zij ontvangen dan voor elke le
zing gratis een afzonderlijke toegangs
kaart.
Van October tot Maart zullen gere
geld in de verschillende afdeelingen
van het Museum rondgangen onder
wetenschappelijke leiding plaats heb
ben op 'Woensdag- en Zaterdagmidda
gen volgens rooster.
Aan deze rondgangen kan door ieder
museumbezoeker, zonder voorafgaan
de aanmelding gratis worden deelge;
nomen (tot een maximum van 20 per
sonen). Slechts wanneer er meer dan
6 deelnemers aanwezig zijn, gaat de
rondgang door.
Voor groepen van meer dan 12 per
sonen, die een bepaalde Afdeeling wil
len bezoeken, kunnen op verlangen
naar hun keuze 4 andere uren worden
vastgesteld, mits zij zich tot geregelde
opkomst verbinden.
Vereeniging „Het Leidsche Dieren-
asyl."
Ledenvergadering (waartoe ook de
donateurs worden uitgenoodigd) op
Dinsdag 19 October 1926, nam. 8 uur
in zaal 10 van het Nutsgebouw.
Agenda: 1. Notulen, ingekomen stuk
ken en Mededeelingen. 2. Jaarverslag.
3. Verslag Penningmeester en begroo
ting 1926, 4 Verslag Commissie tot na
zien der rekening en benoeming nieu
we Commissie, 5 Mededeelingen over
de najaarsactie 1926, 6 Wat verder ter
tafel zal worden gebracht. Rondvraag.
Onderwijs-Conferentie.
Ten vervolge op het bericht van de
vorige week, deelt het Bestuur van de
Ver. „De Paedagogische Bibliotheek"
mede, dat bij voldoende deelname, in
de onmiddellijke nabijheid van confe
rentie-lokaal en tentoonstelling gele
genheid zal worden gezocht tot een
gemeenschappelijke lunch of samen
zijn in de pauze van 121% uur.
Waar een dergelijk samenzijn zeer
geschikt is voor onderlinge kennisma
king, hoopt het Bestuur, dat vele be
zoekers daar gebruik van zullen ma
ken. Het programma van den conferen
tie-dag (30 October) is als volgt:
10 uur Opening, 10'10.45 Mej. D.
Voltman: Fröbel-Haanstra, 10.4511
Pauze, 1112 Mej. C. v. d. Veen: Voor
bereidend Montessori- Onderwijs, 12
1.30 Pauze, 1.302.15 Mevr. R. Joosten
Chotzen: Lager Montessori-Onderw.
2.15—2.30 Pauze. 2.30—3.15 de heer M.
Vrij: Dalton-Onderwijs, 3.154 Prof.
R. Casimir: De gemeenschappelijke
theoretische grondslagen der bespro
ken richtingen.
Prof. Storm van Leeuwen.
Prof. dr. W. Storm van Leeuwen is
gisteren naar Berlijn vertrokken en zal
daar morgen, Vrijdag, op het congres
van de Verein. für Verdauungs- und
Stoffwechselkrankheiten een voor
dracht houden over het verband tus
Schen allergie en het maagdarmka-
naal.
Een nienwigheidje bij Vroom en
Dreesmann.
Vroom en Dreesmann zou niet
Vroom en Dreesmann zijn, wanneer
zij ons niet van tijd tot tijd verraste
met een nieuw bewijs van haar orga
nisatorisch talent op het gebied van
den winkelverkoop in haar brancbe's.
Morgen treedt in al de 56 zaken die
de firma door heel Nederland heeft,
weer een nieuw systeem in werking,
n.l. dat van de eenheidsprijzen, tot he
den in Holland nog niet toegepast.
Vroom en Dreesmann bedoelt met de
invoering van dit systeem tegemoet te
komen aan de bezwaren van onze huis
vrouwen, die o zoo graag eens 'n keer
tje meer naar den winkel zouden wip
pen om dit of dat te halen, doch mees
tal geen tijd hebben om in den vollen
zin des woords te gaan pinkelen.
Voor hen heeft Vroom en Dreesmann
in de Manufacturen-afdeeling, ingang
Aalmarkt, een speciale afdeeling inge
richt, waarin de artikelen uit alle
branches, die de firma behandelt en
uit alle afdeelingen van het groote ma
gazijn zjjn samengebracht.
Men kan er koopen voor een dubbel
tje, voor een kwartje, voor twee kwart
Gewone advertentiën per regel 227» cent
Ingezonden Mededeelingen, dnbbel tarief»
Bij contract, belangrijke redactie» j
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
Binnenland.
De inaugureele rede van Prof. Dr. H,
Dooyeweerd.
Het entwoord van minister Lam-
booy op de vragen van den heeij
Schaper betreffende de militairs rel-,
letjes.
Het Belgische Verdrag zal eerst na'
de begrootïiig in de Tweede Kamer
behandfld worden.
De kwestie-Ds. C. Vermaal te Mak-
kum.
Buitenland.
Loncheur over de Europeesche crisis
Herriot verdedigt zijn toetreden toti
het kabinet-Poinncaré.
jes en voor een gulden. Geen tijd is
dus meer noodig om eerst de afdee
ling te vinden die men wenscht, want
van alles is hier te vinden. Geen raad
plegen van de winkeldames. Want al*
le prijzen zijn duidelijk aangegeven.
Men heeft het maar voor 't wegnemen
en betalen. Maar ook dit kan in'
één afdeeling gebeuren.
Denk nu niet dat de zaak van Y*
en D. een bazar is geworden. Zoo is
het niet. Wie voor haar geld meer
keus wil hebben, heeft slechts te vra
gen naar de betreffende afdeelling en
haar wensch kan worden verduld.
Maar wie zekerheid wil hebben dat
zij binnen een minimum van tijd is,
„geholpen" en ongeveer weet wat zij
besteden wil, kan in de nieuwe afdee
ling uitstekend terecht.
Wij verwachten dan ook, dat dit veel
opgang maken zal.
(Zie ook de advert en tie-rutiriek).
Een waarschuwing.
De commissaris van politie te LeK,
den geeft in overweging bij hem in
lichtingen in te winnen alvorens in
handelsrelatie te treden met Antoine'
Jean Emile Houbaer, koopmaj*, gebo
ren te Bergen aan Zee op 2 Juli 1876.
De echtgenoote van den slager H.
F. W. van L. ging gisteravond over de
Kraaiersbrug bij den N. Rijn, toen zjj
plots fnet een voet bleef steken onder
het sluitijzer van de brug. Op hetzelfde
moment passeerde een vrachtauto over
de brug, die even verder over bet zelfde
ijzer heenreed, met het gevolg dat de
vrouw haar voet ernstig bezeerde.
Zelfs was de groote teen gespleten,
zoodat het niet onmogelijk werd ge
acht dat dit lichaamsdeel zou caoeten
worden afgezet.
Wie het maar treft.
Een vrachtauto, bestuurd door J;
J. G. reed gisteren op den Oud'en Rijn
een handwagen aan, wat laatstge
noemd voertuig aanleiding gaf om van
plaats te veranderen en in het water,
te duikelen. Waaruit het later is opge-.
haald.
Gisteren waren tot laat in den
avond toe weer eenige arbeiders bezig
met 't lossen van zware sparreboomen
aan het station Heerensingel. Bij dit
gevaarlijke werkje gebeurde gistermid
dag een ongeval. Terwijl men weereen
drietal boomen in het water liet rol
len, geraakte een dier onhandige voor
werpen uit de koers, zwiepte met het
eene eind omhoog, en trof den werk
man A. J. Sp. uit de Julianastraat.
Hij kreeg een beduidende vleesch-
wond aan een der beenen en werd
door den E.H.D. per auto naaa* zijn
woning gebracht.
BINNENLAND.
DE MINISTER VAN OORLOG OVER
DE RELLETJES TE ASSEN EN
EDE.
Ter beantwoording van vragen van
het Tweede Kamerlid Schaper be
treffende het instellen van een onder
zoek naar de ongeregeldheden, welke
onlangs in het garnizoen te Assen,
plaats vonden, heeft de minister van
Oorlog thans aan de Kajmer doen toe-*
komen het resultaat van het onder
zoek, ingesteld naar de ongeregeldhe
den, die op Maandag 20 September j 1.
te Assen en te Ede hebben plaats ge
had.
Ten aanzien van de relletjes te As
sen geeft het rapport allereerst een
uitvoerig relaas van het gebeurde,
waarbij het doet uitkomen, dat onder
de lawaaimakende blende zich van
den beginne af. aan, een bepaalde
dienstplichtige (handelsreiziger van
beroep) op den voorgrond heeft ge
steld.
Daarna gaat het rapport aanleiding
en oorzaken van het gebeurde na. Over
de ligging, de voeding, en de onder
vonden behandeling is niet geklaagd.
Wel is het bezwaar gemaakt, dat de
oefening van het 12 R. I. op den be-