Dit nummer beslaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRUS Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 7de JAARGANG VRIJDAG 15 OCTOBER 1926 NUMMER 1951 COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal I 2.50 Per week I 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 De Leidsche Hout. Het dagelijfcsdh. Bestuur van 'del stioh ting „Founds tot Aanleg, Onderhoud! en Beheer van Wandelparken" ver zocht ons het volgende op te nemen: De Leidsche Houtl Klinkt het niet al? een oud verhaal uit een tijd, toen Holland nog Hohland was, Hout- land? Toen langs den binnenrand der duinen van Westland uit langs Was senaar en Noordwijk naar Haarlem toe en verder nog tot hoog in Kenne- merland, een bosch zich uitstrekte1, een hachelijk foreest, waarin niemand zich gaarne zonder noodzaak waaglde. Men reisde er langs den small en postwegv te paard, of in gesloten reiskoets on- Ider welbewapend geleide. Want de tij- den waren onzeker en het gezag wis selend. En altij'd kon wie langs den (heerweg trok, vreemde ontmoetingen verwachten met onguur gtespuis, en in dien winter soms de wolvem Dat is nu alles lang voorbij. Hol land) is polderland geworden, land van de wijde uitzichten, van water en van •wolken, land van den wind. Wegen werden aangelegd, vaarten en kana len gegraven, een toienemendei bevol king zocht plaats voor hare wonin gen, totdat de bebouwde kommen van steaen en dorpen elkander raken gin gen. Het bosch verminderde. Want er was plaats noodig- voor da woningen, de vaarten en de wegen eni Ier was hout noodig om de woningen 'te bouwen. Wat er overbleef aan brok stukken van het oude woud is weinig, maar een ieder kent het en voelt het mee als zijn bezit. Wie kent het Haag- Sche Bosch niet waarvoor Holland vreest, wanneer 'de najaarsstormen da looide stammen doen kreunen en da (boomtoppen, zwiepen Wie ken hielt wat er nog van (Wassenaar's bosschen (over is, oen Noordwijkeihout, deni 'Hout van Haarlem, en hooger op in [Kennemerland de bosschen van Hei- löo en den Hooit van Alkmaar tot voor bij, waar vroeger de abdij van [Egmcnd heeft gestaan? Zij züjin sinds lang, door schilders en dichters aan 'de eeuwig heid gewijd, gemeen bezit geworden Van Holland en stad en land wedijve ren in wijze wetgeving tot het behoud. Helaas, er valt nog maar zoo wei- inig te behouden. Wie op de kaart zoekt, vindt nog maar met moeite dei kleine groene plekken. Bij Leiden niets, of men moest er de houtopstan den toe willen rekenen van Endegeest van Poelgeest, schilderachtig zeker, af twisseling brengend in het Hollandsohe landschap, maar vooral herinnerend aan wat verloren ging*? den onbehou- den Leidschen Hout. Wiel' zijn de tijden veranderd. Want terwijl' de beboschte oppervlakte van Nederland verminderde tot het angst wekkend lage percentage van zeven, nam de behoefte aan bosschen toe. De bosschen zijn de longen van het land; de sterk vermeerderde bevolking ademt 'moeilijker. Te Leiden, waar zoo'n groot gedeelte der bevolking binnens huis werkt, in fabrieken, werkplaatsen en kantoren, wordt het ontbreken van een Hout in de onmiddellijke omge ving van de stad gevoeld als een ge mis, dat door de Singels en de Staas- plantsoenen niet wordt vergoed. O, Leadens vroedschap heeft zijn best gedaan. Toen het getij verliep, werden de bakens verzet: de oude vesting werken van de stad werden naarmate zij aan militaire waarde verloren, ge slecht en omgezet in wandel-plaatsen; "de buskruitramp van 1807 schonk het aanzijn aan het .Van der Werffpark; in jongeren tijd werd het Kooipark ge sticht. Maar dit alles kan de herinnering aan wat verloren ging niet doen verge ten en het schenkt geen vergoeding! Voor hetgeen andere, gelukkiger ste den bezitten, doch Leiden mist, want het is niet alleen een kwestie van ge zondheid. Wie in Haarlem gewoond heeft, in Alkmaar, of in andere steden, die een Hout bezitten, weet, dat het een kwestie is van geluk. Het werk leven in de groote stad is geaiagd: snelle besluiten worden daar veriangdi en snelle resultaten; de kracht van den mensch wordt er met ontzaglijke intensiteit ingesteld op naastbijliggen- de en beperkte doeleinden. Dei nauwe straten hebben het uitzicht op den he mel benomen. Het ontspanningsle/vem van de stad is nog gejaagder: kunst licht-ontspanning. Aangelegd eer op verdooving, dan op herstel van geest kracht, op vergeten, meer dan op be zinnen. Maar de natuur is harmonisch. Zij schenkt de rust terug en herstelt het feschokt vertrouwen. Wie weer gewan- eld heeft onder de groote boo men kan niet meer terugkeeren als een klein mensch: zijn kleine voldoeningen en kleine ergernissen zijn hem verloren BUREAU: Hooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 gegaan en hij heeft het juiste gezicht op de verhoudingen der dingen terug gewonnen. Zijn kracht is niet verslapt, maar zij is opnieuw ingesteld en op een hooger doel gericht. Wie diep de lucht der bosschen in geademd heeij:, keert naar de stad te rug en herneemt zijn plaats als een moediger strijder. Wat wij 'dan willen? Wij willen den .Leidschen Hopt her- Stellen gaan. STADSNIEUWS. Utrechtsch Stedelijk Orkest. Toen aan 't einde der 18de en 't be gin der 19e eeuw in Duitschland cle geestelijke beweging ontstond, welke men de Romantiek noemt, legden de jonge dichters er zich vooral op toe oude, onbekende litteratuurbronnen te ontdekken. Zoo ontdekten Friedrich Schlegel en Ludwig Tieck den grooten Engelschen dramaticus Shakespeare, die zelfs in zijn eigen vaderland vrij wel vergeten was. En wat meer is, zij vertaalden de drama's van Shakespea re in heel mooi Duitsch. Zoo stond de Engelsche dichterheros plotseling in het midden der Europeesche belang stelling. Natuurlijk werden in dien tijd juist de meest romantische van Sha kespeare's werken bij voorkeur gele zen: De Midzomernachtsdroom, Drie koningen-avond, de Storm, Koning Lear. Daar de romantische dichters vóór alles een muzikaal-gevoelig ka rakter aan hun werk wenschten te ge ven, gaarne phantaseerden over het wezen der muziek, die voor hen bij uitstek „die Kunst des Unendlichen'' was, ligt het voor de liand, dat het romantisch levensgevoel zich weldra moest uiten in de muziek. Men heeft in dit blad een opstel kunnen lezen, waarin betoogd wordt dat Beethoven zooals Hoffmann zegt, „het rijk der romantische muziek ontsluit." En dan komen Hoffmann, Schumann, Schu bert, Mendelssohn en zoovele anderen, en gebroken is, naai* inhoud en vorm niet de klassieke periode. Alle romantici zonder uitzondering waren liedercomponisten en bij uitbrei ding schreven zij ook muziek bij ro mantische tooneelspelen. Zoo ligt het alweer voor de hand, dat juist een sprookjesdrama als de Midzomer nachtsdroom een muzikale illustratie bij hen moest vinden, muzikaal ver diept moest worden. Felix Mendelssohn-Bartholdy nam als 18-jarig jongmensch de taak op zich, muziek te schrijven -bij genoemde dramatische phantasie. En bet is merk waardig, dat dit de beste orkestmuziek is, welke hij ooit geschreven heet. Ze is beschaafd, voornaam, fijn. We den ken onmiddellijk aan de fijne hobo in leiding, waaraan zich vioolgeruisch paart; we denken aan een passage uit de Ouverture, waarin de bobosolo ver rassend schoon opbloeit uit bet en semble. En hoe prachtig zijn de pas sages waarin het orkest aandoet als een orgelend geheel. De Notturne, waarin eerst de horens de melodie voeren en weldra daarna de violen en de instrumenten telkens op de meest voorname wijze gecombineerd, werd door iemand gekarakteriseerd als „mu ziek om bij te droomen." Inderdaad, droommuziek heeft Men delssohn bier geschreven. Prachtig is ook het Scherzo, een plfendans in vlug ge rhythmen. Maar gelijk er in de el fenwereld altijd iets spookachtigs kan zijn, zoo komen er in deze compositie herhaaldelijk van die opbruisingen voor, waarin het wonderlijke ver klankt wordt door een uiterst treffend gebruik van dissonanten. Geestig, humoristisch, fijn plastisch is deze muziek. Er is Mendelssohn meermalen verweten, dat zijn schrijf wijze wat mak, wat zoetelijk, wat al te gemakkelijk is. Zijn muziek ken merkt zich dikwijls door het tegenge stelde van groote bewogenheid. Maar in dit werk vol phantasie en roman tiek is van deze minder goede eigen schappen niets te bespeuren. Het is geniaal en Evert Cornelis wist met zijn möoi orkest een zeer smaakvolle vertolking te geven. Na de romantiek van Mendelssohn, die van Schubert. Schubert was ais lyricus onuitputtelijk. Zijn zeven sym- phonieën zijn meerendeels ook lyrisch van karakter, al ontbreken hier en daar de dramatische accenten niet. Er speelt zich evenwel geen gewel dig hartstochtelijke storm van strijd in af, als in Beèthovens symphonieën. Schuberts achtste symphonie, gewoon lijk de „Unvollendete" genoemd, om dat ze slechts uit twee deelen bestaat, behoort tot een der meest geliefde wer ken van den meester. Ze begint als een droom, een zacht geruisch; maai' al spoedig komt er spanning en dan hoort men weldra het nobele motief, dat zooals men weet door een of ande ren muzikalen schacheraar is verlijsd tot een straatmop: „We gaan naar Zandvoort." En juist in onzen tijd zijn muzikaal impotente scharrelaars erop uit melodie en rhythmiek uit het werk der grooten te ontadelen en te gebrui ken voor hun smaakbedervend café- chantant en jazz-doeleinden. Wonder mooi is het allegro moderato der „Un vollendete" en dan komt het Largo met dat prachtig weemoedig berusten de thema, telkens gevarieerd en breed uitgezongen door het orkest, 't Is of Schubert van dit prachtige thema maar niet scheiden kan en steeds maar door zingt hij, zoodat het uitdijt tot één machtig lied. Na de pauze kwam de „Eroïca" van Beethoven, de derde in de rij van 's meesters symphonieën. Men herinnert zich de geschiedenis van 't ontstaan van dit werk. Beetho ven was vol van bewondering voor Na poleon Bonaparte, die de revolutie be zworen had en Eerste consul der Fran sche Républiek was geworden. Toen hij zijn symphonie begon, schreef hij boven het titelblad „Bonaparte" en er onder: Luigi von Beethoven. De eene held kon den anderen geen waardiger hulde brengen. Maar toen Napoleon zich uit liet roe pen tot keizer van Frankrijk, werd Beethoven woedend. „'Hij is niet anders dan een gewoon mensch! Nu zal ook hij alle mensch en- rechten met voeten treden; hij zal voor zijn eerzucht willen leven, zich steeds hooger willen stellen en tyran wor den." Zoo riep de vertoornde compo nist uit en scheurde het titelblad ka pot, terwijl hij het onder den voet ver trapte. Nu werd de symphonie „Eroï ca" heldensymphonie genoemd, „om de herinnering aan een groot man te eeren." Napoleon werd nu toch geëerd, maar zooals Beethoven hem als ideaal van den held had gewenscht. Reeds uit het Allegro blijkt, hoe machtig en grootsch Beethoven zich zijn held gedacht heeft. Hoogst een voudig berust het thema op den drie klank do, mi, sol. Maar hoe prachtig wordt het uitgewerkt. Eén streng- schoone melodische lijn loopt door dit allegro. Het is alles kracht, geweldig beheerschte levensenergie. Na het allegro volgt de beroemde Marcia funèbre: kracht waaraan alles wat naar overmoed ziweemde, weemoe dig is prijs gegeven, kracht door smart beteugeld. En het slot van deze treur- marsch eindigt in een berustend ada gio. Maar dan herneemt het leven zijn rechten. Mét een nauwelijks hoorbaar ge ruisch vangt in snelle rhythmiek het Scherzo aan, maar karakteristiek wordt het pas bij de wending naar de dominant-toonaard. Fijn en geestig, uitbundig is de rhythmiek. Er ontstaat een wedstrijd tusSchen de beide hoofd groepen van 't orkest tot allen zich ver eenigen in machtige slotaccoorden. En eindelijk krijgen we de finale, met die prachtige passages, die aan doen alsof de hoorns een geweldig epos verhalen', terwijl de andere instru menten het gespannen luisteren der menigte schijnen te vertolken. Het ein de der symphonie schijnt één uitbun dige vreugderoes. Het Utrechtsch Orkest scheen tegen de taak, om dit verheven werk te ver tolken volkomen opgewassen. Evert Cornelis leidde met rustig en zeker gebaar, wist prachtige pianissimo's te maken, en soms het orkest tot extase op te voeren. Een dankbaar en langdurig applaus gaf herhaaldelijk uiting aan de gevoe lens der stampvolle zaal en de leider liet gaarne zjjn ensemble in die hulde deelen. De Leidsche Kunstkring „Voor Allen" mag over dezen eersten schitte rend geslaagden avond geheel tevre den zijn. Rijksmuseum van Oudheden. Evenals vorige jaren zal ook thans gedurende het winterseizoen 'n reeks archaeologische lezingen en cursussen worden gehouden in het Rijksmuseum van Oudheden. Het programma luidt aldus: Avond- lezingen: 2 Nov. Dr. H. Frankfort (Leider der Opgravingen der Egypt. Exploration Society), Londen. Het z.g. Osireiop te Abydos en zijn bet eekenis volgens de jongste opgravingen. 16 Nov. Div J. H. Holwerda, Nieuwe vondsten der Steenkuituur in Zuid- Limburg. 30 Nov. Mej. Joh. Brants, Ostia. 9 Dec. Dr. A. J. B. Wace, Athene, Mycenae. 20 Jan. Dr G. Welter, Athene. De opgraving van Sichem. Archaeol.-tech- nisch gedeelte: De topografie van het oude Sichem in de verschillende tijd perken. 25 Jan. Prof. Dr. F. M. Th. Böhl, Groningen. De opgraving van Sichem, Archaeol. hist, gedeelte: a. De opgra ving van Sichem in de lijst van de geschiedenis en oudheidkunde van Pa lestina. 27 Jan. Prof. Dr. F. M. Th. Böhl. b, De opgraving van Sichem in de lijst der oude beschavingen in de landen rondom de Middellandsche Zee, 15 Febr. Dr. A. E. Remouchamps. Het leven in den Steentijd; met ver tooning van een film van het Staats Historisch Museum te Stockholm. 1 Maart. Dr. J. H. Holwerda, Brit tenburg te Katwijk, Roomburg te Lei derdorp en de Burcht van Leiden. 15 Maart. Dr. W. "D. v. Wijngaarden, Voorstellingen van vreemde volksty pen in Egypte naar aanleiding van het relief van Horem Heb. 29 Maart, Prof. Dr. H. Schafer, Ber lin. Das Verhaltnis der Aegypt. Kunst zur Modernen. 31 Maart. Prof. Dr. H. Schafer, Die Kunst von Tell-Amama (Ichnaton). Zij, die één of meer lezingen wen- schen bij te wonen, gelieven zich daar toe op te geven vóór 23 October a.s. hetzij schriftelijk bij de Directie of door hun naam te teekenen op de daar toe bij den Museum-portier gereed liggende lijst, onder bijvoeging of be taling van f 1 per persoon voor onkos ten. Zij ontvangen dan voor elke le zing gratis een afzonderlijke toegangs kaart. Van October tot Maart zullen gere geld in de verschillende afdeelingen van het Museum rondgangen onder wetenschappelijke leiding plaats heb ben op 'Woensdag- en Zaterdagmidda gen volgens rooster. Aan deze rondgangen kan door ieder museumbezoeker, zonder voorafgaan de aanmelding gratis worden deelge; nomen (tot een maximum van 20 per sonen). Slechts wanneer er meer dan 6 deelnemers aanwezig zijn, gaat de rondgang door. Voor groepen van meer dan 12 per sonen, die een bepaalde Afdeeling wil len bezoeken, kunnen op verlangen naar hun keuze 4 andere uren worden vastgesteld, mits zij zich tot geregelde opkomst verbinden. Vereeniging „Het Leidsche Dieren- asyl." Ledenvergadering (waartoe ook de donateurs worden uitgenoodigd) op Dinsdag 19 October 1926, nam. 8 uur in zaal 10 van het Nutsgebouw. Agenda: 1. Notulen, ingekomen stuk ken en Mededeelingen. 2. Jaarverslag. 3. Verslag Penningmeester en begroo ting 1926, 4 Verslag Commissie tot na zien der rekening en benoeming nieu we Commissie, 5 Mededeelingen over de najaarsactie 1926, 6 Wat verder ter tafel zal worden gebracht. Rondvraag. Onderwijs-Conferentie. Ten vervolge op het bericht van de vorige week, deelt het Bestuur van de Ver. „De Paedagogische Bibliotheek" mede, dat bij voldoende deelname, in de onmiddellijke nabijheid van confe rentie-lokaal en tentoonstelling gele genheid zal worden gezocht tot een gemeenschappelijke lunch of samen zijn in de pauze van 121% uur. Waar een dergelijk samenzijn zeer geschikt is voor onderlinge kennisma king, hoopt het Bestuur, dat vele be zoekers daar gebruik van zullen ma ken. Het programma van den conferen tie-dag (30 October) is als volgt: 10 uur Opening, 10'10.45 Mej. D. Voltman: Fröbel-Haanstra, 10.4511 Pauze, 1112 Mej. C. v. d. Veen: Voor bereidend Montessori- Onderwijs, 12 1.30 Pauze, 1.302.15 Mevr. R. Joosten Chotzen: Lager Montessori-Onderw. 2.15—2.30 Pauze. 2.30—3.15 de heer M. Vrij: Dalton-Onderwijs, 3.154 Prof. R. Casimir: De gemeenschappelijke theoretische grondslagen der bespro ken richtingen. Prof. Storm van Leeuwen. Prof. dr. W. Storm van Leeuwen is gisteren naar Berlijn vertrokken en zal daar morgen, Vrijdag, op het congres van de Verein. für Verdauungs- und Stoffwechselkrankheiten een voor dracht houden over het verband tus Schen allergie en het maagdarmka- naal. Een nienwigheidje bij Vroom en Dreesmann. Vroom en Dreesmann zou niet Vroom en Dreesmann zijn, wanneer zij ons niet van tijd tot tijd verraste met een nieuw bewijs van haar orga nisatorisch talent op het gebied van den winkelverkoop in haar brancbe's. Morgen treedt in al de 56 zaken die de firma door heel Nederland heeft, weer een nieuw systeem in werking, n.l. dat van de eenheidsprijzen, tot he den in Holland nog niet toegepast. Vroom en Dreesmann bedoelt met de invoering van dit systeem tegemoet te komen aan de bezwaren van onze huis vrouwen, die o zoo graag eens 'n keer tje meer naar den winkel zouden wip pen om dit of dat te halen, doch mees tal geen tijd hebben om in den vollen zin des woords te gaan pinkelen. Voor hen heeft Vroom en Dreesmann in de Manufacturen-afdeeling, ingang Aalmarkt, een speciale afdeeling inge richt, waarin de artikelen uit alle branches, die de firma behandelt en uit alle afdeelingen van het groote ma gazijn zjjn samengebracht. Men kan er koopen voor een dubbel tje, voor een kwartje, voor twee kwart Gewone advertentiën per regel 227» cent Ingezonden Mededeelingen, dnbbel tarief» Bij contract, belangrijke redactie» j Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent Binnenland. De inaugureele rede van Prof. Dr. H, Dooyeweerd. Het entwoord van minister Lam- booy op de vragen van den heeij Schaper betreffende de militairs rel-, letjes. Het Belgische Verdrag zal eerst na' de begrootïiig in de Tweede Kamer behandfld worden. De kwestie-Ds. C. Vermaal te Mak- kum. Buitenland. Loncheur over de Europeesche crisis Herriot verdedigt zijn toetreden toti het kabinet-Poinncaré. jes en voor een gulden. Geen tijd is dus meer noodig om eerst de afdee ling te vinden die men wenscht, want van alles is hier te vinden. Geen raad plegen van de winkeldames. Want al* le prijzen zijn duidelijk aangegeven. Men heeft het maar voor 't wegnemen en betalen. Maar ook dit kan in' één afdeeling gebeuren. Denk nu niet dat de zaak van Y* en D. een bazar is geworden. Zoo is het niet. Wie voor haar geld meer keus wil hebben, heeft slechts te vra gen naar de betreffende afdeelling en haar wensch kan worden verduld. Maar wie zekerheid wil hebben dat zij binnen een minimum van tijd is, „geholpen" en ongeveer weet wat zij besteden wil, kan in de nieuwe afdee ling uitstekend terecht. Wij verwachten dan ook, dat dit veel opgang maken zal. (Zie ook de advert en tie-rutiriek). Een waarschuwing. De commissaris van politie te LeK, den geeft in overweging bij hem in lichtingen in te winnen alvorens in handelsrelatie te treden met Antoine' Jean Emile Houbaer, koopmaj*, gebo ren te Bergen aan Zee op 2 Juli 1876. De echtgenoote van den slager H. F. W. van L. ging gisteravond over de Kraaiersbrug bij den N. Rijn, toen zjj plots fnet een voet bleef steken onder het sluitijzer van de brug. Op hetzelfde moment passeerde een vrachtauto over de brug, die even verder over bet zelfde ijzer heenreed, met het gevolg dat de vrouw haar voet ernstig bezeerde. Zelfs was de groote teen gespleten, zoodat het niet onmogelijk werd ge acht dat dit lichaamsdeel zou caoeten worden afgezet. Wie het maar treft. Een vrachtauto, bestuurd door J; J. G. reed gisteren op den Oud'en Rijn een handwagen aan, wat laatstge noemd voertuig aanleiding gaf om van plaats te veranderen en in het water, te duikelen. Waaruit het later is opge-. haald. Gisteren waren tot laat in den avond toe weer eenige arbeiders bezig met 't lossen van zware sparreboomen aan het station Heerensingel. Bij dit gevaarlijke werkje gebeurde gistermid dag een ongeval. Terwijl men weereen drietal boomen in het water liet rol len, geraakte een dier onhandige voor werpen uit de koers, zwiepte met het eene eind omhoog, en trof den werk man A. J. Sp. uit de Julianastraat. Hij kreeg een beduidende vleesch- wond aan een der beenen en werd door den E.H.D. per auto naaa* zijn woning gebracht. BINNENLAND. DE MINISTER VAN OORLOG OVER DE RELLETJES TE ASSEN EN EDE. Ter beantwoording van vragen van het Tweede Kamerlid Schaper be treffende het instellen van een onder zoek naar de ongeregeldheden, welke onlangs in het garnizoen te Assen, plaats vonden, heeft de minister van Oorlog thans aan de Kajmer doen toe-* komen het resultaat van het onder zoek, ingesteld naar de ongeregeldhe den, die op Maandag 20 September j 1. te Assen en te Ede hebben plaats ge had. Ten aanzien van de relletjes te As sen geeft het rapport allereerst een uitvoerig relaas van het gebeurde, waarbij het doet uitkomen, dat onder de lawaaimakende blende zich van den beginne af. aan, een bepaalde dienstplichtige (handelsreiziger van beroep) op den voorgrond heeft ge steld. Daarna gaat het rapport aanleiding en oorzaken van het gebeurde na. Over de ligging, de voeding, en de onder vonden behandeling is niet geklaagd. Wel is het bezwaar gemaakt, dat de oefening van het 12 R. I. op den be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1