WAT DE BLADEN ZEGGEN. FEUILLETON. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 14- OCTOBER 1926 RECLAME Banketbakkerij 1e klasse N. B. J. GODDIJN, Lage Rijndijk 12, Tel. 931 Vanaf heden dagelijks fijn gekruide Speculaas. Ook de bekende Vruchten-Borstplaat. Vraagt „Kooiparkjes". lenhoven door een latere beslissing van een Gen. Synode den naam sin de eere van een dienaar des VVpords te rugkrijgt, hij emeritus-predikant van da Geref. kerk van ia-GravenhagefW'esti I zijn zal'. Gereformeerde kerken balten kerkver band. Na een sectievergadering van eenige uren ving gistermiddag de derde ple ■naire zitting aan. Na ernstige en langdurige voorbe reiding in de eerste sectie, besloot de conferentie de volgende beginselverkla ring te publiceeren: „De kerkelijke conferentie, bgeen te Amsterdam, van u13 October, acht het wenscheljjk zich te verklaren om trent haar verhouding tot de Gerefor meerde Kerken in Nederland. Zjj spreekt uit, van harte te begeeren, dat de tengevolge der besluiten van de Buitengewone Generale Synode van Assen 1926 verbroken eenheid van ker kelijk samenleven tusschen de Gerefor meerde kerken in Nederland en de ker ken van het herstelde Kerkverband we derom worde hersteld. Zij acht dit echter alleen mogelijk, in dien de Gereformeerde Kerken in Ne derland onvoorwaardelijk buigen voor het volstrekte gezag van Gods Woord en dus terugkeeren tot de ongerepte trouw aan de Drie Formulieren van Eenigheid en onverzwakte handhaving der geldende Kerkorde. Voorts is de conferentie er zich van bewust, dat de groep van Gereformeer de belijders, welke zij weet te verte genwoordigen, van heeler harte wenscht te leven uit het waarachtige, Gerefor meerde levensbeginsel, dat gedragen door de Heilige Schrift, en onder de voortgaande leiding en loutering van den Heiligen-Geest, de eeuwen door de kracht is geweest van het Gereformeer de volksdeel hier te lande. De conferentie gevoelt zich daarom één met allen, die uit ditzelfde beginsel begeeren te leven, ofschoon, niet het minst tengevolge van allerlei misleiden de voorlichting, deze eenheid door ve len, met wie zij niettemin wezenlijk be staat, ontkend wordt. De conferentie is van oordeel, dat men name in de laatste jaren een beden kelijke achteruitgang en veruitwendi- ging van bet geestelijk leven in den kring der Gereformeerde Kerken viel te constateeren, waaraan wij allen voor God schuld dragen. Mede daardoor zijn velen vervreemd van een kerkgemeen schap, die voeding en leiding bad be- hooren te geven aan bun geloofsleven. Zeer velen ook vonden binnen haar met name geen bevrediging voor de rechtmatige behoefte van hun hart aan persoonljjke toepassing der Goddelijke waarheid. De conferentie is eveneens overtuigd, dat anderen, die meer in het bijzonder vroegen naar bezinning omtrent de be- teekenis van het Gereformeerde begin sel en naar de toepassing daarvan in het leven van den tegenwoordigen tijd op onderscheiden gebied, in den eigen kring hunner kerken niet het vertrou wen en begrijpen ontmoetten, die bun toen naar den eisch eener Christelijke gemeenschap had behooren geschonken te worden. Onder deze omstandigheden zijn de kerken en baar leden geroepen tot een groote en alzijdige taak, die in het ge loof behoort te worden aangevat en wier vervulling met 's Heeren hulp in voorzichtige beslistheid moet worden na Dienaangaande spreekt de conferentie tenslotte uit, dat moet worden al'gewe zen eenerzflds elk pogen, om wat in den grond der zaak wereldsgezind is te vereenzelvigen met wezenlijken arbeid voor Gods Koninkrijk, anderzijds iedere neiging om een ernstig zich wijden aan bovenbedoelde taak verdacht te maken als een verslapping van trouw in bet beginsel". Van zorg, spanning en hoop. Men schrijft ons namens de Hoofd besturen der Samenwerkende Zendings corporaties 1 Het Zendingswerk wordt opnieuwi bedreigd. Onze Zendingsmannen en vrouwen verkeeren opnieuw in zorg. Degenen die met de leiding en het beheer belast zijn leven van dag tot dag in spanning. Weer, opnieuw, nemen de moeilijk heden toe. Alles als gevolg van een belangrijken achterstand in de ont vangsten. Men heeft gezegdgij vraagt te aan houdend. Dit jaar beperkten wij onze verzoe ken om steun, 't Resultaat is teleur stellend. Toch zijn wij niet mismoedig; wèl hebben wij verwacht dat dit jaar de zorgen eens wat minder groot zou den zijn. .Wij blijven echter ook vertrouwen op onze Predikanten, Hoofden van On- k&rwijs-Inrichtingen etc. De Zendingszaak is immers de zaak van heel Christelijk Nederland? De Zendingsweek (714 November) nadert. Vele Gemeenten bleven met het voorbereidende werk in gebreke, vroegen geen maanifesten aan. Drin gend verzoeken wij ditmaal alle Ge meenten deel te nemen, dat alle Pre dikanten hun steun verleen en. Wij kun nen ook dit jaar zonder tekort slui ten. 't Gaat echter om aller medewerking) waartoe wij opnieuw, opwekken. UIT DE OMGEVING. ALKEHADE. Gemeenteraad. De raad kwam gistermiddag in open bare zitting bijeen onder voorzitterschap van den burgemeester, den heer H. H J. M. Vosters. Afwezig de heeren Bouwmeester en v. d. Geest. De eerste wegens onge steldheid. Na opening met ambtsgebed, worden de notulen gelezen en goedgekeurd. AAan de orde komt daarna de voor- loopige vaststelling van de gemeente rekening over 1925. De voorzitter leest het. rapport voor van de raadscommissie, die de reke ning heeft nagezien, bestaande uit de heeren de Vette, Bodewijk en v. d. Geest. In het rapport werd over enkele pun ten meer licht gevraagd. De rekening wordt vastgesteld met de volgende eindcijfers. Gewone rekening: Ontvangsten Uitgaven 1 192.467,5| 161.844,36 f 30.622,99 f 237.723,74 236.734,55 f 989,19 Uitgaven Batig slot B. en W. antwoorden in een rapport op de aanmerkingen der commissie. Betreffende de burgemeesterswoning merken zij op. dat de onderhoudskosten den huurprijs inderdaad overtreffen, maar dat het huis ook oud en vochtig is, en eigenlijk ongeschikt als woning voor den burgemeester. Bij de veroere bespreking bleek de raad ervan overtuigd, dat de woning afdoende moet worden verbeterd. Maar de geraadpleegde ambachtslieden mee- nen ,dat er niets meer aan te doen is. Op voorstel van den heer de Koning wera besloten een commissie te benoe men, die den toestand zal opnemen. Tot leden dezer commissie werden be' noemd de heeren Los, Rietbroek, en Rot teveel. De rekening wordt vastgesteld. Vervolgens Komt in behandeling de be grooting voor 1927. Dezelfde raadscommissie die de reke ning beeft nagezien, heeft ook hierover rapport uitgebracht. In het rapport wordt o.m. gevraagd de gemeente-eigendommen niét meer te verzekeren bij een buitenlandscsbe maat- TWEEDE BLAD. Politieke draaiwinden. Het kan in de politiek, aldus de Ne derlander, toch zonderling toegaan. Een merkwaardig staaltje daarvan! levert het Walgende. In het voorjaar 1923 geraakten dei R.K. Hanzebanken in moeilijkheden. De Minister van Financiën diendel een ontwerp in, waarvan de strekking was te voorkomen, dat de soliéde cre- dietnemers van die banken ontijdig zouden worden geëxecuteerd of doordat hun crëdiet verviel buiteni staat zouden geraken hun bedrijven voort te zetten. Dit ontwerp ontketende een storm in de pers, waarvan de weerslag zichi vertoonde in het Verslag der Tweedel Kamer. Men zag daarin een „zeer ge vaarlijk precedent". „Indien de Staat nu steun gaat verleenen, zal hij zichi niet meer afzijdig kunnen houden, wam neer een nieuwe debacle in het oank- wezen ontstaat". 'Uitvoerig wertö dit uiteengezet en daarbij de opmerking! gemaakt, dat 'de leiding dier banken „allesbehalve onberispelijk" was ge weest. Erkend werd. dat de steun niet recht streeks aan de banken maar slechts; aan de debiteuren werd verleend, doch daaraan werd toegevoegd, ..dat de2'el steun toch ook indirect aan de banken ten goede komt. Immers, daardoor komt van de debetposten van de ban ken meer terecht dan anders het ge val zou zijn geweest. Ook andere ban ken zijn ten onder gegaan, zonder dat de Regeering zich geroepen heeft ge acht, steun te verleenen ten behoeve' van de debiteuren." Tegenover deze bestrijding door „vele l'eden" stond eene verdediging dooi? andere leden", welke aldus luidde: „Weliswaar bestond ook bij deze le den niet veel geneigdheid om aan dei onderhavige banken steun te verlee nen, maar de ramp, die door de fi- nancieele moeilijkheden 'dier banken zal worden te weeg gebracht, zal zooi froot zijn en zich zóó ver uitstrekken* at het algemeen belang er ernstig! door zal worden geschaad. Het op treden van de Regeering wordt daar door voldoende gemotiveerd". Dit was de hééfe verdediging. Een warmer pleidooi voor de ban ken werd niet gehoord. En geen enkele stem ging op om verder te gaan dan door de Regee ring was voorgesteld. Kort daarna kwam het ontwerp iix openbare behandeling. De storm zette zich voort, terwijl! daarbij welig woekerde het misver stand, dat aan de banken, in plaats: van aan de debiteuren, steun werd! verleend. Door een drietal leden werd het ont werp verdedigd. Het meest zaakkun dig door den heer van RijcKevogsel, dein éénigen Katholieken spreker. Uit' zijn rede is op dit oogenblik van be lang de volgende passage. 2,Over dit wetsontwerp, is aanvanke lijk ftiet weinig, misverstand gerezen, alsof de bedoeling ware steun te ver leenen aan de beide, in moeilijkheid] eraakte banken zelt. Ik had gedacht, at na velerlei voorlichting dat mis- erstand thans w(jl zou zijn verdwe nen, maar uit de, voorafgaande rede voeringen is mij Tet tegendeel geble ken Ik constateer daartegenover, dat de bedoeling van dit wetsontwerp is' uitsluitend daarvoor in aanmerking ko mende debiteuren' der beide banken in. quaestie door een Staatsgarantie te gteunen, ten einde te voorkomen, dat deze crisis ondernemingen meesleept die niet behoeven te vallen. Iets an dere is, dat, zooads de heer van der IWaerden op h.et voetspoor Van prof. Bruins heelt betoogd, dit ontwerp er toe zou kunnen leiden door de premier tissue-garantie, dat deze banken zelf indirect toch gesteund worden. „Welnu, ook ik zal *zoo dadelijk bijl de Regeeiing er op aandringen, daar tegen de noodigie v^&arborgen te ge- Die aandrang kwam in het vervolg zijner rede. Hy zette uiteen, dat de theoretische mogelijkheid bestond, idat pe banken zelve bate van het ontwerp Door leed en strijd. 26) Miohaëh daarentegen was,als verplet terd door het verdriet. Het verlaten van. de ouderlijke woning snartte hem, smartte hem diep, maar het achterblij ven van de kleine Velia was het ergst van alles. Het is waar, zij kon het ner gens heter hebben dan bij Vader Cy rillus, en hoe weinig hij nog afwist van de gevaren en ontberingen van de reis, die de bannelingen maken moes ten, toch had hij er genoeg van ge hoord om te begrijpen, dat hij dank baar moest wezen, dat zijn zuster daarin niet behoefde te deelen. Maar zou hij haar ooit weerzien? Zij zouden door duizend en duizend mijlen van elkander gescheiden zijn, en hij wist niet hoe lang de verbanning van zijn vader zou duren. Hij had nooit te vo ren zoo duidelijk beseft hoe lief hij haar had als thans. Velia was vier jaren jonger dan hij zelf; hij kon het zich nog zoo goed her inneren hoe zij hem als een klein kind overal na trippel de en de armpjes naar hem uitstrekte. Zou zijn moeder ook bij haai' zijn, evenals hij somtijds voelde, dat z,ïj hem nabij was? Velia had hare neAijheid nooit zoo duidelijk ervai'en als, hij d gedaan had. Maar al mocht het., slechts in zijn verbeeldiag zouden kunnen hebben, en hij liet daar op volgen: „In theorie zou 'dat mogelijk zijn en zouden op deze wijze ook cle Hanze banken zelf kunnen pro fileer en. Daar op moet dus iets gevonden worden! en ik hoop, dat de Regeering daartoe) b'ereid zat' zijn". M.a.w. niet alleen vroeg geen enkel katholiek spreker, dat de Regeering verder zou gaan dan voorgesteld werd) maai* ook arong de éénige woordvoer dier fractie alsnog op een dus danige wijziging aan, dat zelfs de mo gelijkheid van profijt voor de banken uitgesloten zou zijn. Ziedaar de historie van 3 jaar ge leden. En thans, in 1926, komt een deel! der r.k. pers er den toenmaligen Minis ter van Financiën een bitter verwijt van maken, dat hij in 1923 niet verder gegaan is dan toen werd voorgesteld. IM.a.w. dat hij destijds niet een ont werp heeft ingediend, dat afgezien; nu van zijn eigen overtuiging met het gevoelen der heele Kamer in strijd! was. De éénige aanleiding tot die poste rieure critiek vormt een Toelichting, die de Minister thans geschreven heeft bij zekeren Memoriepost op de begroo- ting voor 1927; een Memoriepost, die steun verleent aan een andere bank, maar die reeds sinds 1919 op de be grooting staat en dien hii ongewijzigd uit de begroo tingen van de laatste acht jaren heeft overgenomen doch did door een maatregel, welken zijn ambtsvoor ganger in December 1925 heeft geno men, een ruimere strekking heeft ver kregen dan te voren. Tot dusver, van 1919 af, was het risico voor den Staat uit dien Memoriepost IV2 millioen. Se- idert December 1925 is het grooter. [Daar de Kamer in 1919, door een' toelichting bij den post, van het klei nere risico op de hoogte was gestdd, spreekt het vanzelf 'dat die post thans* met opnieuw op de begrooting mocht' paraisseeren zonder het ruimere risi co bekend te maken. Dit geschiedde dan ook in de ver hielde Toelichting op de begroeting! voor 1927. Is dit nu een reden om ondermaat een storm tegen het voorstel van 1923 te ontketenen, thans uit den tegenover- gestelden hoek dan waaruit hij woex in dat jaar? KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Roodeschool, 0. S. Jellema te St. Anna-parochie. Aangen omen: Naar Zalk en Vee- oaten, toez., J. Mor tie te Serooskerke ,'(S.)Kerkwerve. CHR. GEREF. KERK. Tweeta 1: Te Amsterdam (2e pred.- plaats voor Oost), D. Driegen te's-Gra- venzande en J. L. de Vries te Rijnsburg. Bevestiging, Afscheid en Intrede. -Ds. A. P. v. d. Vlugt-, pred. der Ned. Herv. Gem. te Drunen en Nieuw- kuik, hoopt 20 Oct. a.s. zijn 25-jarige ambtsbediening te herdenken. Ds. van der Vlugt aanvaardde het ambt te Zuidzande en dient sedert 1918 zijn tegenwoordige gemeente. -7- Ds. J. E. v. d. valk, pred. der Ned. Herv. Gem. te Kralingen, hoopt 27 Oct. a.s. zijn 25-jarige ambtsbeaieoing te herdenken. Ds. van der Valk staat sinds 1906 te Kralingen. L Dr. D. H. Th. Voilenhoven. De classis "s Gravenhage der Ge ref. Kerken heeft in haar gisteren ge houden vergadering aan dr. D. H. iTh. .Vollenhovefii, predikant bij de Ge ref. Kerk van 's-Gravenhage-W,est be noemd hoogleeraar aan de .Vrije Uni versiteit. eervol ontslag verleend uit den dienst des .W.oords en der Sa cramenten ingevolge art. 105 en 100 van de acta der Gen. Synode van Leeuwarden (1920). De classis sprak uit, dat als dr. Vol hestaan, dat zijn moeder over hem waakte, het was toch onbetwistbaar waar en zeker, dat God voor hem en Velia zorgde. Ge^n muschje zal op aarde vallen zonder uw Vader! Gaat gij niet velen muschjes te boven?" sprak een stem in zijn binnenste. Hij was niet be vreesd voor zichzelven. Integendeel, met een zeker verlangen zag hij uit naar de lange, avontuurlijke, zij het dan ook gedwongen reis, 'die hij ging ondernemen. In gezelschap van zijn vader en fan Sergius zou hij stap voor stap de vreeselijke wildernis doortrek ken, die op hun weg lag. Hij moest zich goed houden, om zijn vader het verdriet te sparen hem ongelukkig te zien. Wat er ook mocht gebeuren, hij wilde moedig en geduldig en opge ruimd trachten te zijn. Hij was sterk en door den arbeid van den vorigen winter aan vermoeienis gewend. In dien een klein, teer schepseltje als Clava in staat was de reis te maken, dan zou het niet zoo erg zijn voor jon gens zooals Sergius en hij. Maar een andere zorg maakte zich van hem meester, toen zijn gedachten terugkeer den naar Vader Cyril lus", en hij begon te bedenken, dar <ir- n moeilijkheden zou kunnen komen zoodi a het ontdekt werd, dat de kleine Ciava gestolen was Michaël had hem een brief geschreven en op Clava's bedje achtergelaten. Daarin had hij Vader Cyrillus in Gods naam gesmeekt, dat hij het kind niet zou laten nazetten en opeischen, en gebeden hem niet te verraden aan Okhrim, den Starosta, en aan de ge rechtsdienaars, die de vrouwen en kin deren naar Kovylsk zouden begeleiden Wanneer het kind weder gevonden werd, dan zou Tatiania stellig krank zinnig worden, en niemand kon zeg gen welke strenge maatregelen er te gen hem en Sergius zouden genomen worden. Michaël was in ziin hart over tuigd, dat Vader Cyrillus naar zijn smeekbede zou luisteren, al zou deze er zelf door in gevaar komen. Toen men ongeveer in het midden van de steppe gekomen was, haalde Paraska, een lederen huidel uit haar zak te voorschijn, en. met tranen in de oogen, die rood en ingezonken waren van het vele wee nen, sprak zij Michaël aldus aan: „Wanneer men in ballingschap gaat, mijn jongen, dan moet men zooveel geld meenemen als men maar krijgen ka. Ik heb eiken kopek opgespaard, in de hoop eenmaal naar Demyan te kun nen gaan. Ik liet hem aan zijn lot over ter wille van mijn jongens. Neem gij het geld, gijlieden zijt met zoovelen en ik hen maar alleen; ik zal toch nim mer genoeg bij elkaar kunnen brengen om de reis te doen." „Maar Paraska" antwoordde Micha ël, „wanneer gif het den gouverneur vraagt, dan zal hij u stellig toestaan naar uw man te gaan. Gij hadt met ons kunnen reizen, wanneer gij er maar van hadt willen afzien langer naar uw kinderen te zoeken." „Ach, had ik dat maar eender be dacht" riep de arme vrouw; „ik zal mijn jongens toch nimmer terugzien! Als men- mij wil laten gaan, dan zal ik u volgen, Michaël. Maar gij zult De myan eerst zien; zeg hem dan, dat ik spoedig kom." Zii bereikten Kovylsk eenige uren voor de aankomst van de ruwe' wa gens, waarin de vrouwen en kinderen den weg afgelegd hadden. Michael reed naar het huis van een welgesteP den koopman, die, hoewel hij tot dev Orthodoxe Kerk behoorde, den Stun- disten niet ongenegen scheen, terwijl Zijn vrouw in het geheim een aanhang ster dier sekte was. Hij slaagde er in de kleine Clava den volgenden morgen in de gevangenis binnen te smokkelen, tijdig genoeg om die te gelijk mef de andere gezinnen te verlaten. Khariflou had haar naam met die van SergiU9 en Marfa opgegeven, zoodat zii op de lijst stond; op dit punt waren er dus geen moeilijkheden te vreezen. De vriendelijke koopman beloofde tevens zich het lot der arme Paraska aan te trekken, hij zou trachten ver gunning voor haar te verkrijgen om met een volgend transport te mogen meegaan. Gelukte hem dit niet, dan zou hij zijn best doen werk voor haar te vinden. Het was te KovyUk veel gemakke lijker dan op de dorpen om aan de AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 14 October 1888. Dezer dagen ontving ik een brief vu een vriend in Roemenië. Hij schre* me ook over de arbeidstoestanden al daar. De tegenstelling tusschen armen en rijken is er verschrikkelijk. De best betaalde categorieën arbeiders, b.v. ds bouwvakarbeiders verdienen niet meel dan 70 a 80 lei (ongeveer fl) per dag Een huis bewonen ze dan ook niet maar ze slapen in deltuil, die ze gra ven bü 'twerk. Daarin zie je overdag de vrouwen koken; de kleine kinderen loopen spiernaakt rond en na bun Se jaar moeten ze al mee werken, 't zij met groente venten of op een andere manier de kost verdienen. Wat hebben wij, als wij aan deze dingen denken, een reden om God te danken, dat in boevee] opzichten de arbeidstoestanden hier te lande nog te wenschen over laten, zij toch niet te vergelijken zijn met die in een land als Roemenië. En dat danken wij. in den middellijken weg, aan den arbeid der vakbeweging en aan de doorwer king der christelijk-sociale beginselen, waardoor aan de heerschappij van het economisch liberalisme goeddeels een einde is gemaakt. OBSERVATOR schappij, doch bij de oaderlinge^rand- waarbbrgmaatscnappij „St. Pancratius", Voorts dringt de commissie aan op een zuinig beheer, in verband met den slechten toestand waarin de tuinbouw bedrijven verkeeren Wat het eerste betreft, achten B, en W. het niet gewenscht om van maat schappij te veranderen. De Londensche maatschappij verzekert voor 60 cent, de andere voor 70 cent per mille, ter wijl de eerate een reserve heeft van f 450.coo.ooo. Naar bezuiniging wordt reeds zooveel mogelijk gestreefd. De begrooting komt hierna artikels- gewijze in behandeling. De heer de Vette maakt weer aan merking op het salaris der hoogere ambtenaren. De heer Rietbroek vindt het salaris van den 2den ambtenaar Der secretarie f 1500) te laag, vergeleken bij dat van den secretaris. De voorzitter en ook de secretaris zeggen, dat de man zijn salaris ten volle verdient. Maar hij was beter thuis in een grootere plaats. De gemeente kan het in dit geval met een mindwe groo te kracht doen. En zoo juist dringt ds raad aan op bezuiniging. De heer Rietbroek stelt toch voor, eenige verhooging toe te kennea De voorzitter wil dan t 100 meer ge ven. Aldus besloten. De heer Rodewijk kwam bij het be treffende punt nog eens op de verzeke ringskwestie temg. De voorzitter verklaarde de meening van B. en W. Indertijd hebben Gei Staten bezwaar gemaakt tegen het ver zekeren der gemeente-eigendommen b:< de onderlinge. En later is een circulaire van den Minister van Binn. Zaken in gekomen, waarin werd aangedrongen op een veilige verzekering. Op een vraag van B. en W. of die en die maat schappij soliede werd geacht, wenschte Z. Exc. zich daarover niet uit te spre ken. B. en W. achten zich sleohts vol doende gedekt, zoo zij de grootBt mo gelijke reserve kiezen. Bij de post „subsidies" zei de voor zitter in antwoord op een vraag van den heer Horsman, dat aan de vereenhrin- fen Het Groene Kruisten het Wit-Gele (ruis pondspondsgewijs subsidie wordt verleend naar het ledental. De heer Los vindt het verschil ia de totaal-bedragen toch wel heel groot Hoeveel leden mag dan het Wit-Gele Kruis wel niet hebben? De voorzitter heeft deze gegevens niet tot zijn beschikking. Naar spr. weet wordt alleen gerekend met het ledental Het zou echter niet onbillijk zijn ook te rekenen met de meerdere verpleg* stept, die het Wit-Gele Kruis moet sa, larieesen. (Slot volgt). aandacht der priesters te ontsnappen, niettegenstaande de aartsbisschop er woonde en het .Consistorie er geves tigd was.. Een bidet van Vager CyTlllus. Michaël bleef ifN de nabijheid van de gevangenis, Achter criter muren zijn va der opgesloten' was. :o7- de aankomst der wagens met zijn dorp^8eD00ten e" hun geringe bezitting, want* de vrije bannelingen mochten niet me**r dan het hoog "noodige meenemen. Dezen zouden den nacht in het »**a(ls hospitaal doorbrengen, daar de geva*®" genis reeds overvol was. Die maatrev gel maakte het hem gemakkelijk de kleine Clava ongemerkt aan Kaar moe der terug te geven. Zoodra Tatiania Michael zag. wierp zii een angstig vragenden blik op hem. Hi) beantwoordde dien met een gerust stellenden glimlach. De vermoeide, af getobde en door droefheid uitgeputte vrouwen stegen uit de ruwe wagens zonder veeren, die langzaam en zwaar over den modderigen, oneffen weg had den gehost. Sergius kwam onmiddel lijk naar zijn 'vriend toe. en toen hij hem hartelijk de hand drukte, voelde Michaël, dat hij hem tegelijkertijd een papier overgaf. Zoodra allen binnen de muren van het hospitaal verdwe nen waren, spoedde hii zich naar de woning van Markovin, waar hii den nacht zou doorbrengen. (Wcvdt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5