WAT DE BLADEN ZEGGEN.
FEUILLETON.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 14- OCTOBER 1926
RECLAME
Banketbakkerij 1e klasse N. B. J. GODDIJN, Lage Rijndijk 12, Tel. 931
Vanaf heden dagelijks fijn gekruide Speculaas. Ook de bekende Vruchten-Borstplaat. Vraagt „Kooiparkjes".
lenhoven door een latere beslissing
van een Gen. Synode den naam sin de
eere van een dienaar des VVpords te
rugkrijgt, hij emeritus-predikant van da
Geref. kerk van ia-GravenhagefW'esti I
zijn zal'.
Gereformeerde kerken balten kerkver
band.
Na een sectievergadering van eenige
uren ving gistermiddag de derde ple
■naire zitting aan.
Na ernstige en langdurige voorbe
reiding in de eerste sectie, besloot de
conferentie de volgende beginselverkla
ring te publiceeren:
„De kerkelijke conferentie, bgeen te
Amsterdam, van u13 October, acht
het wenscheljjk zich te verklaren om
trent haar verhouding tot de Gerefor
meerde Kerken in Nederland.
Zjj spreekt uit, van harte te begeeren,
dat de tengevolge der besluiten van
de Buitengewone Generale Synode van
Assen 1926 verbroken eenheid van ker
kelijk samenleven tusschen de Gerefor
meerde kerken in Nederland en de ker
ken van het herstelde Kerkverband we
derom worde hersteld.
Zij acht dit echter alleen mogelijk, in
dien de Gereformeerde Kerken in Ne
derland onvoorwaardelijk buigen voor
het volstrekte gezag van Gods Woord
en dus terugkeeren tot de ongerepte
trouw aan de Drie Formulieren van
Eenigheid en onverzwakte handhaving
der geldende Kerkorde.
Voorts is de conferentie er zich van
bewust, dat de groep van Gereformeer
de belijders, welke zij weet te verte
genwoordigen, van heeler harte wenscht
te leven uit het waarachtige, Gerefor
meerde levensbeginsel, dat gedragen
door de Heilige Schrift, en onder de
voortgaande leiding en loutering van
den Heiligen-Geest, de eeuwen door de
kracht is geweest van het Gereformeer
de volksdeel hier te lande.
De conferentie gevoelt zich daarom
één met allen, die uit ditzelfde beginsel
begeeren te leven, ofschoon, niet het
minst tengevolge van allerlei misleiden
de voorlichting, deze eenheid door ve
len, met wie zij niettemin wezenlijk be
staat, ontkend wordt.
De conferentie is van oordeel, dat
men name in de laatste jaren een beden
kelijke achteruitgang en veruitwendi-
ging van bet geestelijk leven in den
kring der Gereformeerde Kerken viel
te constateeren, waaraan wij allen voor
God schuld dragen. Mede daardoor zijn
velen vervreemd van een kerkgemeen
schap, die voeding en leiding bad be-
hooren te geven aan bun geloofsleven.
Zeer velen ook vonden binnen haar
met name geen bevrediging voor de
rechtmatige behoefte van hun hart aan
persoonljjke toepassing der Goddelijke
waarheid.
De conferentie is eveneens overtuigd,
dat anderen, die meer in het bijzonder
vroegen naar bezinning omtrent de be-
teekenis van het Gereformeerde begin
sel en naar de toepassing daarvan in
het leven van den tegenwoordigen tijd
op onderscheiden gebied, in den eigen
kring hunner kerken niet het vertrou
wen en begrijpen ontmoetten, die bun
toen naar den eisch eener Christelijke
gemeenschap had behooren geschonken
te worden.
Onder deze omstandigheden zijn de
kerken en baar leden geroepen tot een
groote en alzijdige taak, die in het ge
loof behoort te worden aangevat en
wier vervulling met 's Heeren hulp in
voorzichtige beslistheid moet worden na
Dienaangaande spreekt de conferentie
tenslotte uit, dat moet worden al'gewe
zen eenerzflds elk pogen, om wat in
den grond der zaak wereldsgezind is te
vereenzelvigen met wezenlijken arbeid
voor Gods Koninkrijk, anderzijds iedere
neiging om een ernstig zich wijden aan
bovenbedoelde taak verdacht te maken
als een verslapping van trouw in bet
beginsel".
Van zorg, spanning en hoop.
Men schrijft ons namens de Hoofd
besturen der Samenwerkende Zendings
corporaties 1
Het Zendingswerk wordt opnieuwi
bedreigd. Onze Zendingsmannen en
vrouwen verkeeren opnieuw in zorg.
Degenen die met de leiding en het
beheer belast zijn leven van dag tot
dag in spanning.
Weer, opnieuw, nemen de moeilijk
heden toe. Alles als gevolg van een
belangrijken achterstand in de ont
vangsten.
Men heeft gezegdgij vraagt te aan
houdend.
Dit jaar beperkten wij onze verzoe
ken om steun, 't Resultaat is teleur
stellend.
Toch zijn wij niet mismoedig; wèl
hebben wij verwacht dat dit jaar de
zorgen eens wat minder groot zou
den zijn.
.Wij blijven echter ook vertrouwen
op onze Predikanten, Hoofden van On-
k&rwijs-Inrichtingen etc.
De Zendingszaak is immers de zaak
van heel Christelijk Nederland?
De Zendingsweek (714 November)
nadert. Vele Gemeenten bleven met
het voorbereidende werk in gebreke,
vroegen geen maanifesten aan. Drin
gend verzoeken wij ditmaal alle Ge
meenten deel te nemen, dat alle Pre
dikanten hun steun verleen en. Wij kun
nen ook dit jaar zonder tekort slui
ten.
't Gaat echter om aller medewerking)
waartoe wij opnieuw, opwekken.
UIT DE OMGEVING.
ALKEHADE.
Gemeenteraad.
De raad kwam gistermiddag in open
bare zitting bijeen onder voorzitterschap
van den burgemeester, den heer H. H
J. M. Vosters.
Afwezig de heeren Bouwmeester en
v. d. Geest. De eerste wegens onge
steldheid.
Na opening met ambtsgebed, worden
de notulen gelezen en goedgekeurd.
AAan de orde komt daarna de voor-
loopige vaststelling van de gemeente
rekening over 1925.
De voorzitter leest het. rapport voor
van de raadscommissie, die de reke
ning heeft nagezien, bestaande uit de
heeren de Vette, Bodewijk en v. d.
Geest.
In het rapport werd over enkele pun
ten meer licht gevraagd.
De rekening wordt vastgesteld met
de volgende eindcijfers.
Gewone rekening:
Ontvangsten
Uitgaven
1 192.467,5|
161.844,36
f
30.622,99
f
237.723,74
236.734,55
f
989,19
Uitgaven
Batig slot
B. en W. antwoorden in een rapport
op de aanmerkingen der commissie.
Betreffende de burgemeesterswoning
merken zij op. dat de onderhoudskosten
den huurprijs inderdaad overtreffen,
maar dat het huis ook oud en vochtig
is, en eigenlijk ongeschikt als woning
voor den burgemeester.
Bij de veroere bespreking bleek de
raad ervan overtuigd, dat de woning
afdoende moet worden verbeterd. Maar
de geraadpleegde ambachtslieden mee-
nen ,dat er niets meer aan te doen is.
Op voorstel van den heer de Koning
wera besloten een commissie te benoe
men, die den toestand zal opnemen.
Tot leden dezer commissie werden be'
noemd de heeren Los, Rietbroek, en Rot
teveel.
De rekening wordt vastgesteld.
Vervolgens Komt in behandeling de be
grooting voor 1927.
Dezelfde raadscommissie die de reke
ning beeft nagezien, heeft ook hierover
rapport uitgebracht.
In het rapport wordt o.m. gevraagd
de gemeente-eigendommen niét meer te
verzekeren bij een buitenlandscsbe maat-
TWEEDE BLAD.
Politieke draaiwinden.
Het kan in de politiek, aldus de Ne
derlander, toch zonderling toegaan.
Een merkwaardig staaltje daarvan!
levert het Walgende.
In het voorjaar 1923 geraakten dei
R.K. Hanzebanken in moeilijkheden.
De Minister van Financiën diendel
een ontwerp in, waarvan de strekking
was te voorkomen, dat de soliéde cre-
dietnemers van die banken ontijdig
zouden worden geëxecuteerd of
doordat hun crëdiet verviel buiteni
staat zouden geraken hun bedrijven
voort te zetten.
Dit ontwerp ontketende een storm
in de pers, waarvan de weerslag zichi
vertoonde in het Verslag der Tweedel
Kamer. Men zag daarin een „zeer ge
vaarlijk precedent". „Indien de Staat
nu steun gaat verleenen, zal hij zichi
niet meer afzijdig kunnen houden, wam
neer een nieuwe debacle in het oank-
wezen ontstaat". 'Uitvoerig wertö dit
uiteengezet en daarbij de opmerking!
gemaakt, dat 'de leiding dier banken
„allesbehalve onberispelijk" was ge
weest.
Erkend werd. dat de steun niet recht
streeks aan de banken maar slechts;
aan de debiteuren werd verleend, doch
daaraan werd toegevoegd, ..dat de2'el
steun toch ook indirect aan de banken
ten goede komt. Immers, daardoor
komt van de debetposten van de ban
ken meer terecht dan anders het ge
val zou zijn geweest. Ook andere ban
ken zijn ten onder gegaan, zonder dat
de Regeering zich geroepen heeft ge
acht, steun te verleenen ten behoeve'
van de debiteuren."
Tegenover deze bestrijding door „vele
l'eden" stond eene verdediging dooi?
andere leden", welke aldus luidde:
„Weliswaar bestond ook bij deze le
den niet veel geneigdheid om aan dei
onderhavige banken steun te verlee
nen, maar de ramp, die door de fi-
nancieele moeilijkheden 'dier banken
zal worden te weeg gebracht, zal zooi
froot zijn en zich zóó ver uitstrekken*
at het algemeen belang er ernstig!
door zal worden geschaad. Het op
treden van de Regeering wordt daar
door voldoende gemotiveerd".
Dit was de hééfe verdediging.
Een warmer pleidooi voor de ban
ken werd niet gehoord.
En geen enkele stem ging op om
verder te gaan dan door de Regee
ring was voorgesteld.
Kort daarna kwam het ontwerp iix
openbare behandeling.
De storm zette zich voort, terwijl!
daarbij welig woekerde het misver
stand, dat aan de banken, in plaats:
van aan de debiteuren, steun werd!
verleend.
Door een drietal leden werd het ont
werp verdedigd. Het meest zaakkun
dig door den heer van RijcKevogsel,
dein éénigen Katholieken spreker. Uit'
zijn rede is op dit oogenblik van be
lang de volgende passage.
2,Over dit wetsontwerp, is aanvanke
lijk ftiet weinig, misverstand gerezen,
alsof de bedoeling ware steun te ver
leenen aan de beide, in moeilijkheid]
eraakte banken zelt. Ik had gedacht,
at na velerlei voorlichting dat mis-
erstand thans w(jl zou zijn verdwe
nen, maar uit de, voorafgaande rede
voeringen is mij Tet tegendeel geble
ken Ik constateer daartegenover, dat
de bedoeling van dit wetsontwerp is'
uitsluitend daarvoor in aanmerking ko
mende debiteuren' der beide banken in.
quaestie door een Staatsgarantie te
gteunen, ten einde te voorkomen, dat
deze crisis ondernemingen meesleept
die niet behoeven te vallen. Iets an
dere is, dat, zooads de heer van der
IWaerden op h.et voetspoor Van prof.
Bruins heelt betoogd, dit ontwerp er
toe zou kunnen leiden door de premier
tissue-garantie, dat deze banken zelf
indirect toch gesteund worden.
„Welnu, ook ik zal *zoo dadelijk bijl
de Regeeiing er op aandringen, daar
tegen de noodigie v^&arborgen te ge-
Die aandrang kwam in het vervolg
zijner rede. Hy zette uiteen, dat de
theoretische mogelijkheid bestond, idat
pe banken zelve bate van het ontwerp
Door leed en strijd.
26)
Miohaëh daarentegen was,als verplet
terd door het verdriet. Het verlaten
van. de ouderlijke woning snartte hem,
smartte hem diep, maar het achterblij
ven van de kleine Velia was het ergst
van alles. Het is waar, zij kon het ner
gens heter hebben dan bij Vader Cy
rillus, en hoe weinig hij nog afwist
van de gevaren en ontberingen van de
reis, die de bannelingen maken moes
ten, toch had hij er genoeg van ge
hoord om te begrijpen, dat hij dank
baar moest wezen, dat zijn zuster
daarin niet behoefde te deelen. Maar
zou hij haar ooit weerzien? Zij zouden
door duizend en duizend mijlen van
elkander gescheiden zijn, en hij wist
niet hoe lang de verbanning van zijn
vader zou duren. Hij had nooit te vo
ren zoo duidelijk beseft hoe lief hij
haar had als thans.
Velia was vier jaren jonger dan hij
zelf; hij kon het zich nog zoo goed her
inneren hoe zij hem als een klein kind
overal na trippel de en de armpjes naar
hem uitstrekte. Zou zijn moeder ook
bij haai' zijn, evenals hij somtijds
voelde, dat z,ïj hem nabij was? Velia
had hare neAijheid nooit zoo duidelijk
ervai'en als, hij d gedaan had. Maar al
mocht het., slechts in zijn verbeeldiag
zouden kunnen hebben, en hij liet daar
op volgen:
„In theorie zou 'dat mogelijk zijn en
zouden op deze wijze ook cle Hanze
banken zelf kunnen pro fileer en. Daar
op moet dus iets gevonden worden!
en ik hoop, dat de Regeering daartoe)
b'ereid zat' zijn".
M.a.w. niet alleen vroeg geen enkel
katholiek spreker, dat de Regeering
verder zou gaan dan voorgesteld werd)
maai* ook arong de éénige woordvoer
dier fractie alsnog op een dus
danige wijziging aan, dat zelfs de mo
gelijkheid van profijt voor de banken
uitgesloten zou zijn.
Ziedaar de historie van 3 jaar ge
leden.
En thans, in 1926, komt een deel!
der r.k. pers er den toenmaligen Minis
ter van Financiën een bitter verwijt
van maken, dat hij in 1923 niet verder
gegaan is dan toen werd voorgesteld.
IM.a.w. dat hij destijds niet een ont
werp heeft ingediend, dat afgezien;
nu van zijn eigen overtuiging met
het gevoelen der heele Kamer in strijd!
was.
De éénige aanleiding tot die poste
rieure critiek vormt een Toelichting,
die de Minister thans geschreven heeft
bij zekeren Memoriepost op de begroo-
ting voor 1927; een Memoriepost, die
steun verleent aan een andere bank,
maar die reeds sinds 1919 op de be
grooting staat en dien hii ongewijzigd
uit de begroo tingen van de laatste acht
jaren heeft overgenomen doch did door
een maatregel, welken zijn ambtsvoor
ganger in December 1925 heeft geno
men, een ruimere strekking heeft ver
kregen dan te voren. Tot dusver, van
1919 af, was het risico voor den Staat
uit dien Memoriepost IV2 millioen. Se-
idert December 1925 is het grooter.
[Daar de Kamer in 1919, door een'
toelichting bij den post, van het klei
nere risico op de hoogte was gestdd,
spreekt het vanzelf 'dat die post thans*
met opnieuw op de begrooting mocht'
paraisseeren zonder het ruimere risi
co bekend te maken.
Dit geschiedde dan ook in de ver
hielde Toelichting op de begroeting!
voor 1927.
Is dit nu een reden om ondermaat
een storm tegen het voorstel van 1923
te ontketenen, thans uit den tegenover-
gestelden hoek dan waaruit hij woex
in dat jaar?
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Roodeschool, 0. S.
Jellema te St. Anna-parochie.
Aangen omen: Naar Zalk en Vee-
oaten, toez., J. Mor tie te Serooskerke
,'(S.)Kerkwerve.
CHR. GEREF. KERK.
Tweeta 1: Te Amsterdam (2e pred.-
plaats voor Oost), D. Driegen te's-Gra-
venzande en J. L. de Vries te Rijnsburg.
Bevestiging, Afscheid en Intrede.
-Ds. A. P. v. d. Vlugt-, pred. der
Ned. Herv. Gem. te Drunen en Nieuw-
kuik, hoopt 20 Oct. a.s. zijn 25-jarige
ambtsbediening te herdenken.
Ds. van der Vlugt aanvaardde het
ambt te Zuidzande en dient sedert 1918
zijn tegenwoordige gemeente.
-7- Ds. J. E. v. d. valk, pred. der Ned.
Herv. Gem. te Kralingen, hoopt 27
Oct. a.s. zijn 25-jarige ambtsbeaieoing
te herdenken.
Ds. van der Valk staat sinds 1906
te Kralingen. L
Dr. D. H. Th. Voilenhoven.
De classis "s Gravenhage der Ge
ref. Kerken heeft in haar gisteren ge
houden vergadering aan dr. D. H.
iTh. .Vollenhovefii, predikant bij de Ge
ref. Kerk van 's-Gravenhage-W,est be
noemd hoogleeraar aan de .Vrije Uni
versiteit. eervol ontslag verleend uit
den dienst des .W.oords en der Sa
cramenten ingevolge art. 105 en 100
van de acta der Gen. Synode van
Leeuwarden (1920).
De classis sprak uit, dat als dr. Vol
hestaan, dat zijn moeder over hem
waakte, het was toch onbetwistbaar
waar en zeker, dat God voor hem en
Velia zorgde.
Ge^n muschje zal op aarde vallen
zonder uw Vader! Gaat gij niet velen
muschjes te boven?" sprak een stem
in zijn binnenste. Hij was niet be
vreesd voor zichzelven. Integendeel,
met een zeker verlangen zag hij uit
naar de lange, avontuurlijke, zij het
dan ook gedwongen reis, 'die hij ging
ondernemen. In gezelschap van zijn
vader en fan Sergius zou hij stap voor
stap de vreeselijke wildernis doortrek
ken, die op hun weg lag. Hij moest
zich goed houden, om zijn vader het
verdriet te sparen hem ongelukkig te
zien. Wat er ook mocht gebeuren, hij
wilde moedig en geduldig en opge
ruimd trachten te zijn. Hij was sterk
en door den arbeid van den vorigen
winter aan vermoeienis gewend. In
dien een klein, teer schepseltje als
Clava in staat was de reis te maken,
dan zou het niet zoo erg zijn voor jon
gens zooals Sergius en hij. Maar een
andere zorg maakte zich van hem
meester, toen zijn gedachten terugkeer
den naar Vader Cyril lus", en hij begon
te bedenken, dar <ir- n moeilijkheden
zou kunnen komen zoodi a het ontdekt
werd, dat de kleine Ciava gestolen was
Michaël had hem een brief geschreven
en op Clava's bedje achtergelaten.
Daarin had hij Vader Cyrillus in
Gods naam gesmeekt, dat hij het kind
niet zou laten nazetten en opeischen,
en gebeden hem niet te verraden aan
Okhrim, den Starosta, en aan de ge
rechtsdienaars, die de vrouwen en kin
deren naar Kovylsk zouden begeleiden
Wanneer het kind weder gevonden
werd, dan zou Tatiania stellig krank
zinnig worden, en niemand kon zeg
gen welke strenge maatregelen er te
gen hem en Sergius zouden genomen
worden. Michaël was in ziin hart over
tuigd, dat Vader Cyrillus naar zijn
smeekbede zou luisteren, al zou deze
er zelf door in gevaar komen.
Toen men ongeveer in het midden
van de steppe gekomen was, haalde
Paraska, een lederen huidel uit haar
zak te voorschijn, en. met tranen in de
oogen, die rood en ingezonken waren
van het vele wee nen, sprak zij Michaël
aldus aan:
„Wanneer men in ballingschap gaat,
mijn jongen, dan moet men zooveel
geld meenemen als men maar krijgen
ka. Ik heb eiken kopek opgespaard, in
de hoop eenmaal naar Demyan te kun
nen gaan. Ik liet hem aan zijn lot over
ter wille van mijn jongens. Neem gij
het geld, gijlieden zijt met zoovelen en
ik hen maar alleen; ik zal toch nim
mer genoeg bij elkaar kunnen brengen
om de reis te doen."
„Maar Paraska" antwoordde Micha
ël, „wanneer gif het den gouverneur
vraagt, dan zal hij u stellig toestaan
naar uw man te gaan. Gij hadt met
ons kunnen reizen, wanneer gij er
maar van hadt willen afzien langer
naar uw kinderen te zoeken."
„Ach, had ik dat maar eender be
dacht" riep de arme vrouw; „ik zal
mijn jongens toch nimmer terugzien!
Als men- mij wil laten gaan, dan zal
ik u volgen, Michaël. Maar gij zult De
myan eerst zien; zeg hem dan, dat ik
spoedig kom."
Zii bereikten Kovylsk eenige uren
voor de aankomst van de ruwe' wa
gens, waarin de vrouwen en kinderen
den weg afgelegd hadden. Michael
reed naar het huis van een welgesteP
den koopman, die, hoewel hij tot dev
Orthodoxe Kerk behoorde, den Stun-
disten niet ongenegen scheen, terwijl
Zijn vrouw in het geheim een aanhang
ster dier sekte was. Hij slaagde er in
de kleine Clava den volgenden morgen
in de gevangenis binnen te smokkelen,
tijdig genoeg om die te gelijk mef de
andere gezinnen te verlaten. Khariflou
had haar naam met die van SergiU9
en Marfa opgegeven, zoodat zii op de
lijst stond; op dit punt waren er dus
geen moeilijkheden te vreezen.
De vriendelijke koopman beloofde
tevens zich het lot der arme Paraska
aan te trekken, hij zou trachten ver
gunning voor haar te verkrijgen om
met een volgend transport te mogen
meegaan. Gelukte hem dit niet, dan
zou hij zijn best doen werk voor haar
te vinden.
Het was te KovyUk veel gemakke
lijker dan op de dorpen om aan de
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 14 October 1888.
Dezer dagen ontving ik een brief vu
een vriend in Roemenië. Hij schre*
me ook over de arbeidstoestanden al
daar.
De tegenstelling tusschen armen en
rijken is er verschrikkelijk. De best
betaalde categorieën arbeiders, b.v. ds
bouwvakarbeiders verdienen niet meel
dan 70 a 80 lei (ongeveer fl) per dag
Een huis bewonen ze dan ook niet
maar ze slapen in deltuil, die ze gra
ven bü 'twerk. Daarin zie je overdag
de vrouwen koken; de kleine kinderen
loopen spiernaakt rond en na bun Se
jaar moeten ze al mee werken, 't zij
met groente venten of op een andere
manier de kost verdienen.
Wat hebben wij, als wij aan deze
dingen denken, een reden om God te
danken, dat in boevee] opzichten de
arbeidstoestanden hier te lande nog te
wenschen over laten, zij toch niet te
vergelijken zijn met die in een land
als Roemenië. En dat danken wij. in
den middellijken weg, aan den arbeid
der vakbeweging en aan de doorwer
king der christelijk-sociale beginselen,
waardoor aan de heerschappij van het
economisch liberalisme goeddeels een
einde is gemaakt.
OBSERVATOR
schappij, doch bij de oaderlinge^rand-
waarbbrgmaatscnappij „St. Pancratius",
Voorts dringt de commissie aan op
een zuinig beheer, in verband met den
slechten toestand waarin de tuinbouw
bedrijven verkeeren
Wat het eerste betreft, achten B,
en W. het niet gewenscht om van maat
schappij te veranderen. De Londensche
maatschappij verzekert voor 60 cent,
de andere voor 70 cent per mille, ter
wijl de eerate een reserve heeft van
f 450.coo.ooo.
Naar bezuiniging wordt reeds zooveel
mogelijk gestreefd.
De begrooting komt hierna artikels-
gewijze in behandeling.
De heer de Vette maakt weer aan
merking op het salaris der hoogere
ambtenaren.
De heer Rietbroek vindt het salaris
van den 2den ambtenaar Der secretarie
f 1500) te laag, vergeleken bij dat van
den secretaris.
De voorzitter en ook de secretaris
zeggen, dat de man zijn salaris ten volle
verdient. Maar hij was beter thuis in
een grootere plaats. De gemeente kan
het in dit geval met een mindwe groo
te kracht doen. En zoo juist dringt ds
raad aan op bezuiniging.
De heer Rietbroek stelt toch voor,
eenige verhooging toe te kennea
De voorzitter wil dan t 100 meer ge
ven.
Aldus besloten.
De heer Rodewijk kwam bij het be
treffende punt nog eens op de verzeke
ringskwestie temg.
De voorzitter verklaarde de meening
van B. en W. Indertijd hebben Gei
Staten bezwaar gemaakt tegen het ver
zekeren der gemeente-eigendommen b:<
de onderlinge. En later is een circulaire
van den Minister van Binn. Zaken in
gekomen, waarin werd aangedrongen
op een veilige verzekering. Op een
vraag van B. en W. of die en die maat
schappij soliede werd geacht, wenschte
Z. Exc. zich daarover niet uit te spre
ken. B. en W. achten zich sleohts vol
doende gedekt, zoo zij de grootBt mo
gelijke reserve kiezen.
Bij de post „subsidies" zei de voor
zitter in antwoord op een vraag van den
heer Horsman, dat aan de vereenhrin-
fen Het Groene Kruisten het Wit-Gele
(ruis pondspondsgewijs subsidie wordt
verleend naar het ledental.
De heer Los vindt het verschil ia
de totaal-bedragen toch wel heel groot
Hoeveel leden mag dan het Wit-Gele
Kruis wel niet hebben?
De voorzitter heeft deze gegevens
niet tot zijn beschikking. Naar spr. weet
wordt alleen gerekend met het ledental
Het zou echter niet onbillijk zijn ook
te rekenen met de meerdere verpleg*
stept, die het Wit-Gele Kruis moet sa,
larieesen.
(Slot volgt).
aandacht der priesters te ontsnappen,
niettegenstaande de aartsbisschop er
woonde en het .Consistorie er geves
tigd was..
Een bidet van Vager CyTlllus.
Michaël bleef ifN de nabijheid van de
gevangenis, Achter criter muren zijn va
der opgesloten' was. :o7- de aankomst
der wagens met zijn dorp^8eD00ten e"
hun geringe bezitting, want* de vrije
bannelingen mochten niet me**r dan
het hoog "noodige meenemen.
Dezen zouden den nacht in het »**a(ls
hospitaal doorbrengen, daar de geva*®"
genis reeds overvol was. Die maatrev
gel maakte het hem gemakkelijk de
kleine Clava ongemerkt aan Kaar moe
der terug te geven.
Zoodra Tatiania Michael zag. wierp
zii een angstig vragenden blik op hem.
Hi) beantwoordde dien met een gerust
stellenden glimlach. De vermoeide, af
getobde en door droefheid uitgeputte
vrouwen stegen uit de ruwe wagens
zonder veeren, die langzaam en zwaar
over den modderigen, oneffen weg had
den gehost. Sergius kwam onmiddel
lijk naar zijn 'vriend toe. en toen hij
hem hartelijk de hand drukte, voelde
Michaël, dat hij hem tegelijkertijd een
papier overgaf. Zoodra allen binnen
de muren van het hospitaal verdwe
nen waren, spoedde hii zich naar de
woning van Markovin, waar hii den
nacht zou doorbrengen.
(Wcvdt vervolgd).