tweede blad. Wil DE BLADEN ZEGGEN. kerk en school. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN MAANDAG 27 SEPTEMBER 192t gen, dan willen wij niet uit het oog verliezen, dat de ware schuldigen niet in Assen te zoeken zijn. De eigenlijk© aanstokers van deze relletjes zitten elders. Dat blijkt wel uit het feit, dat de re volutionaire betoogingen werden inge zet met het zingen van de Internatio nale en andere socialistische liederen. Het congres van de rood© ontwape naars is waarschijnlijk aan deze ge welddadige actie niet vreemd. Het was op dit congres dat niemand mander dan de heer Albarda met vol doening wees op de ongeregeldheden bij de herhalingsoefeningen en dat hij onder daverenden bijval de rood© be- toogers opwekte het militarisme in Ne derland neer te slaan. Nog scherper drukte een der andere sprekers, een oud-kapitein, de heer Schutjes zich uit, toen hij volgens de verslagen betoogde, dat de soldaten hun geweerioopen niet moeten richten tegen buitenlandsche klassegenooten, doch tegen hun eigen officieren. Is het wonder, dat na dergelijke op ruiende redevoeringen een deel dei- soldaten het hoofd kwijt raakt en tot daden van geweld overgaat? Het is dan ook niet te boud gespro ken, wanneer gezegd wordt, dat de schuldigen aan de relletjes te Assen en aan het noodlottig einde van den om gekomen sergeant, moeten gezocht worden, niet in Assen, maar bij de geestelijke leiders, die wel in naam het pleit voeren voor ontwapening maar die in werkelijkheid tot revolu tionair geweld prikkelen. NED. HERV. KERK. B eroepen: Te .Valthermond, J. L. de Wolf, cand. te Driebergen. Aangenomen Naar Loenen, o. id. Veluwe, W. C. Mense, te Hees. Bedankt: Voor Enter, D. J. v. d. Graaf, te Ridderkerk. Voor de Lier D. M Blankhart, te Nijverdal. GEREF. KERKEN Tweetal: Te Amsterdam-Zuid bin! Tien het Kerkverband (gewijzigfd twee tal) P C. de Bruijn, te Apeldoorn? enH. S. Bouraa, te Leeuwarden. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te 'a-Gravendeel, L. de Bruyne te "Zwolle. Bevestiging, Afscheid en Intrede. De heer HH o 11 r oi p, beroepen predikant bij de Geiref. Kerk van Vel- seroord, zal zijin dienstwerk aanvaar den ifi den avonddienst van 3 Octo ber a.s., na dies morgens bevestigidi te zijn Idoor Ds. J. Voerman te Joure. Candldaats-examen. Door het Provinciaal Kerkbestuur van Utrecht is, na afgelegd examen! de heer C. M. de Jong, theologisch candiidaat, aan de Rijksuniversiteit te! iLeiden, toegiei'aten als camdidiaat tot kien Heiligen Dieh&t in de Ned. Herv. Kerk. Voor het „Aannemen". Ds. J. C. Sckuller, Ned. Herv. pre dikant te 's-Gravenhage, deelt in dej ,/s-Grav. Kerkbode" mede, dat dei ...aamiemings'-catechisaties den 4pn (October a.s. beginnen en doet er dau vet bil drukken: „Zij', die naar daus- iJökalen gaan, weiger ik beslist op deze! catechisatie toe te laten". Zondagsrust in de mijnen. Naar gemeld wordt, heeft de Cen trale Kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te Heerlen c.e. aan de Directies van! de Staatsmijnen in Limburg en van de mijnen aangesloten bij de Vereeni- ging, het volgend schrijven gezonden: De Centrale Kerkeraad, enz., kennis) genomen hebbende van de regeling) Van den arbeidstijd der onidergrond- sobe arbeiders op Zaterdag; voorop stellende, dat het niet tot de taak van den kerkeraad behoort de technische vragen in verband hiermee op te lossen, verklaart hierbij, naar aanleiding van het tot U. gerichte verzoek in deze door de Prot. Chr. Mijnwerkersbond! alhier gedaan, van meening te zijn, dati Zondagsrust een eisch is van het Chris: iqefljjjk levensbeginsel en zeer in het persoonlijke, godsdienstig en huiselijk' belang der arbeiders; en richt zich mitsdien tot U met het beleefd doch dringend verzoek zulke maatregelen ie willen treffen, hetzij! door wederinvoering van de regeling^ van den arbeidstijd voor 1 November 1925 ot anderszins, dat Zondagsrust en ten gevolge daarvan Zondagsheili ging meer mogelijk worden, terwijl/ het den Kerkeraad voorkomt, dat de oplossing niet gevonden wordt, als de aanvang van den arbeid gesteld wordti op Zondagavond 12 uur. Een protest uit Oosterend. Het volgende schrijven treffein we aan in de „Bazuin": In de bladen wordt melding gemaakt van een telegram van protest aan del Synode, onderteekerid door 6 leden van den Raad der Geref. Kerk tel Oosterend (Texel). Het protest van deze broeders richt te zich tegen de woorden van den ;Voor zit ter, dat behalve twee Kerken* alle Kerken hartelijk instemden met dei besluiten der Synode. Bedoelde broeders vatten het woord 'hartelijk op als: met blijdschap. Enl waar zij wel van harte instemden met) de genomen besluiten, doch met wee- fnoed in het harte, meenden zij te moeten protesteeren. Waar in hun protest schijnbaar door sommige bladen gelezen werd een1 stel ling nemen tegen de Synodebesluiten! ideeTen zij hij dezen mede, dat ze vanj harte instemmen met genoemde beslui ten. (w.g.J De Onderteekenaars. „Handhaving der critiek". In het „Geref. Theol. Tijdschrift" po lemiseert Dr. H. W. v. d. Vaart Smit onder bovenstaanden titel tegen het artikel van Dr. N. D. v. Leeuwen in de Juli-aflevering van hetzelfde perio diek. Aan het slot zegt de schr. o.m. het volgende over zijn eigen standpunt: Men heeft mij van enkele zijden ge vraagd. of ik den laats ten tijd niet ver anderd ben van standpunt'. Vroeger stond ik toch wel aan de zijde van Dr. Geelkerken Hierop diene, dat ik in geen enkel opzicht van standpunt veranderd ben. Er is een tijd geweest, dat ik meende allen nadruk te moeten doen vallen op den eisch van het persoonlijke geloofs leven. Hierin ontmoetten o.a. ook Dr. Geelkerken en ik elkander. Wij meen den beiden, dat er in onze Geref. the ologie en prediking een gevaar is, en dreigt van schematiseering en verintel- lectualiseering, een gevaar, b.v. door Ds. Wisse eens omschreven in den wel ietwat romantischen maar toch niet on duidelijken naam van „verbonds-metho- disme". Tegenover dit gevaar moet gewezen worden op de noodzakelijkheid der be keering en moeten om het nu eens cru te zeggen, sommige „bekeerden" ook wel weer eens „onbekeerd" worden gepredikt. Van dit standpunt getuigt mijn bro chure „Geest en Vorm'. Deze brochure handhaaf ik nog ten volle. Geheel iets anders wordt het echter als de H. Schrift in het geding komt, Dr. Kuyper heeft eens terecht gezegd: tusschen de ethischen en ons ligt de Schrift. En dit is waax. Ik geloot, dat menig ethisch theoloog met hartelijke instemming leest wat wij schrijven over nadruk leggen op het persoonlijk ge loofsleven. Ds. Netelenbos en Ds. Wisse overigens „bien étonnés de se trouwer ensemble", ontmoeten hierin elkander zelfs. Deze eenheid is echter dadelijk verbroken, zoodra de Schrift in het ge ding komt. Dan staat dezelfde ethische die ons toejuicht bij ons spreken over den eisch van het persoonlijk geloofs leven, verbaasd over ons objectivisme. En dit is ook, wat mij op dit oogen blik aan de zijde der Asser Synode doet staan. Ik wil nadruk leggen en blij ven leggen op den eisch van het per sooniijk geloofsleven. Maar ik wil dit doen in absolute gebondenheid aan de openbaring Gods in Zijn Woord. En iedereen, die in botsing komt met den geest of de letter der Gereformeerde belijdenisartikelen aangaande de Hei lige Schrift, vindt in mij, naai' ik hoop en Igid, nu en steeds, een getuige tegen over zich. Van eenige verandering van stand punt is bjj mij geen sprake. Wel eciiter wil ik dit nog zeggen, dat wat uit den kring der thans „be zwaarden" naar voren komt, mij in ve- RECLAME. MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Laxeer-Tabletten 60 ct. Zenuw-Tabletten 75 ct. Staal-Tabletten 90 ct. Maag-Tabletten.75 Bij Apoth. en Drogisten lerlei opzicht een deceptie is. Ik meende in de „critiek veler jongeren" datgene te vinden, wat ik nu eens moge noe men een „afgescheiden strooming". Het bljjkt thans in velerlei opzicht een „ethi sche" strooming te zjjn, deels onbewust maar deels ook bewust „Ligkleurige Pakke". In de „Kerkbode der Geref. Kerken in Zuid-Afrika' geeft Ds. J. W. L. Hof meier, zendings-secretaris dier Kerken, zjjn reisindrukken over Amerika weer. Over de Synode van de Reformed Church of America, die hij te Holland, llich. bezocht, maakt hij de volgende, de kleeding betreffende, opmerkingen: „In die vergadering self sit predikan te en ouderlinge met vaal of ligkleurige pakke en bont dasse. Daar is geen sweem van ampsgewaad nie. Selfs die nu-gekose moderator. Prof. Nettinga, van hul kweekschool, het 'n vaal pak aangehad. Hier sien oois democracy run ma<F. Ons kerklike vergaderinge, met die ouderlinge in hul mantel en wit das, en die predikante in bef en toga, lyk seker baie meer waardig en plegtig". De Amerikaansehe „Wachter" tee kent hierbij aan, dat van de Synode der Chr. Geref. Kerk te Englewood, Chicago, dit jaar gehouden, zonder twij fel precies hetzelfde kon worden ge zegd; „want wat de kleederdracht betreft is er tusschen de predikanten en ouder lingen der Reformed Church en die der Chr. Geref. Kerk geen merkbaar on derscheid. Ook te onzent waren er „vaal of ligkleurige pakke en bon dasse" en voorwaar „geen sweeem van ampsge waad nie". Geen enkel bef en toga heb ik er gezien. Behalve op den voor avond der Synode, toen de dienst des Woords gehouden werd, waren erzelfs geen lange, zwart» jassen te vinden". En toch is er iets waars in de op merkingen van Ds. Hofmeyer, gaat het blad vcort. „Daarom zullen verstandige, ernstige bedienaren des Wcords en ouderlingen alle fatterigheid en slaaf sche naaperij der wereld mijden ^en zich kleeden in stemmig gewaad Uit het Sociale Leven. einde zal worden gemaakt aan deze overtreding der gesloten overeenkomst. Eergens gelezen. Stucadoorsstaking te Koensbroek. De stukadoors, werkzaam aan den bouw van 207 woningen van den aan nemer Joosten te Hoens-broek, hebben besloten, met ingang -van heden in "sta king te gaan, omdat de aannemer het landelijk contract niet wenscht te on derteekenen. Op verschillende andere bouwondernemingen dreigt uien even eens in staking te .zullen gaan. Overwerk in iet Mijnbedrijf. De voorzitter van den Alg; Ned. Mijn werkersbond heelt aan de contactcom missie voor het mijnbedrijf een sciirij ven gericht, waaraan wij het volgende on tie enen: „Van de mijnwerkers van ongeveer alle mijnen ontvangen wij dagelijks berichten, dat overwerk van hen wordt geëischt zonder dat hiervoor dringen de noodzaak aanwezig kan worden ge acht. In het bijzonder is dit hel geval bij de mijnen Laura en Vereeuiging, waarvan men ons bericht, dat de ar beiders gedwongen worden tweemaal per week een vierden dienst over te weiken. Wij vermogen niet in te zien, dat dusdanige handelingen in overeen stemming kunnen worden geacht met het eerste lid van- artikel 13 der collec tieve arbeidsovereenkomst, luidendev „Overwerk zal zooveel mogelijk ver meden worden." Daarnaast vernemen wij, dat zeer veel stutterswerk blijft liggen, waar door de veiligheid gevaar loopt. Wij verzoeken derhalve maatregelen te treffen, opdat ten spoedigste een De Joodsche Talmud is een werk van grooten omvang. Onbegrijpelijk geduld is er noodig geweest om ae stof te verzamelen en op te schrij ven. Het is niet het werk van één man- of van een paar groote geesten, maan het draagt meer net karakter van een encyclopedie, van een verzameling aan teekeningen. beschouwingen, verkla ringen. De meest verschillende onder werpen worden er in behandeld: gods dienst, philosophie. historie, maar ook plant- en sterrenkunde, enz. Voor dem oningewijde hangt het/soms als doi1 zana aan elkaar. Rabbi A. zegt dit en Rabbi B. meent dat. Toch is het wel eens interessant, iets te vernemen van de in- en uit legkunde der rabbijnen, Zoo las ik on langs het volgien.de: In de Wet van Mozes staat: Gij zult geen vuur aansteken in eenige uwen woningen op den Sabbathdag. (Ex. 35 3, Statenvertaling.) Meestentijds hebben de Joden dit letterlijk opgevat, en menige- Jood heeft in gehoorzaam heid aan dé letter van Vrijdagavond! tot zonsondergang op Zaterdag in de kou gezeten en aen Vrijdagavond im het donker. Een wetgeleerde vond echter een; uitlegging, die het leven wit veraan- fenaamde. Hij zeide: Het vuur, en het cht mogen niet aangestoken worden op den Sabbath, maar wel vóór den: Sabbath, dus Vrijdagsavonds vóór zonsondergang. Toen dit ingang vond, bleek het) weer noodig te zijn nieuwe bepalingen te maken om te voorkomen dat iemand! aan het licht raakte; immers men: had toen kaarsen of lampen, die van. tijd tot tijd gesnoten moesten worden. Daarom werd door de rabbijnen voor- feschreven, dat een Jood niet bij kunst cht mocht lezen. Hoe gemakkelijk zou hij dan toch, als zijn lectuur "hem boeide, in de verleiding kunnen komeni om de kaars te snuiten, of het gedach teloos doen. Eenigen tijd later bleek dit voor schrift al te lastig te zijn, en toen» vond een rabbi uit om het aldus te lezen: één Jood mag niet bij kunst licht op den Sabbath lezen, maar twee Joden mogen het wel doen. Immers nu zou de een den ander kunnen» waarschuwen, als hij soms de kaars of de lamp zou willen* aanraken. Een volgende rabbi vond weer de beperking uit: Ja, twee Joden mogeni het samen doen, maar dan moeten z© ook lezen over hetzelfde onder werp. Zoo gaf een siecht verstaan woord) van Mozcs aanleiding tot veel getwist en tot het maken van gebod op ge bod en regel op regel. -Over de vraag, of een Jood een ei mag eten, dat op den Sabbath gelegd) is, kan men in den Talmud het inzicht vernemen van onderscheidene wetge leerden. Npg iets. Gij zult het bokje niet ko ken in zijns moeders melk (Ex. 23 19, Ex. 34;26, Deut. 14 :21.) Dit gat den Rabbijnen aanleiding om te ver ordenen, dat vleeech en melk streng gescheiden moesten blijven. Hierop voortbordurende kwam men tot. het voorschrift, dat de borden, waarvan vleesch gegeten was, niet fa aanraking mochten komen met de schotels, die voor melkgerechten ge bruikt waren. Later kwam het verbod) om het water en de doeken, waar mede mei de eene soort schotels ge reinigd had, te gebruiken voor het» schoonmaken van de andere. En ten slotte werd eert punt van dis cussie de vraag, hoe zang iemand wachten moest met meik te gebrui ken, nadat hij vieesctt genuttigd had;, of omgekeerd: wanneer het geoor loofd was, na het drinken van melk, vleeschspijzen te gebruiken. Wanneer we zulke haarkloo-verijen,' lezen, schudden we onwillekeurig bec hoofd. En toch moeten we niet ver geten. dat door die _,,gebod op gebod, regel op regel" de" Joden oen muuxj hebben opgeworpen t0*scheri na" tie en de andere volke*.^' ei* door hun volksbestaan heb^*®} g^baad.- haafd tot op den huidigen -J at* on» dwaas voorkomt, is niet a. Se" heel en al dwaas. Troonrede en miilioennota^ Mr. H. P. Marchant sehrijft in de V r ij z. De m.: Over de Troonrede zelf valt niets te zeggen. Naar aanleiding daarvan, in verband met de millioenennota, kun nen wij slechts de hoop uitspreken, »lat eindelijk uitvoering zal worden gegeven aan de ontwerpen tot reorga nisatie van den Staatsdienst in onder- deelen, die op uitvoering liggen te wachten. Het is zeer verdienstelijk, dat men. telkens in de herinnering terugroept: het budget is te hoog en de belasting te zwaar, doch van meer waarde zou den maatregelen zijn, die verlaging en verlichting ten gevolge moeten hebben Wij wachten maar weer. De redactie van hel, v.-d. orgaan schrijft over de MiUioennota o m.: Zoo erg als Colijn maakt de Geer het niet. Hij wil in zijn belastingverlaging nog wel een korreltje democratie men gen door althans personeele belasting en suikeraccijns erin te doen deelen. Maar de hoofdzaak veranderd ook hij niet. De in 1924 en 1925 opgelegd© in directe heffingen blijven. Ja, de rij- wielbelasting zal zelfs, in flagranten strijd met het in 1924 getroffen com promis, van een tijdelijke tot een blij vende worden gemaakt. Wat bij dit alles vooral treft, is bet totaal gebrek aan reorganiseerend ver mogen onzer ministers, zij mogen dan De Geer of Colijn heeten. Iedere mil lioenennota vertelt ons weer de nood zakelijkheid van bezuiniging door reor ganisatie, maar de reorganisatie zelf zien wij niet. Wat daadwerkelijk is b© zuinigd, is verkregen door verkorting der salari9recbten van de ambtenaren. Al het overige betrett kleinigheden. Salarisvermindering en verhooging der indirect© heffingen zijn de middelen geweest, waardoor d© ovei schotteD werden gekweekt, overschotten, die thans voojr verlaging der direct© belas tingen zullen worden aangewend. Zal de Kamer aan deze politiek haar sanctie geven? Alles hangx hier van de Katholieken af. Thans is het ©ogen blik gekomen om hen te herinneren aan d© motie-Van Schaik volgens wel ke een w/rbetering van den toestand van 's la/nds financiën mede behoort ten goedle te komen aan de salarissen der rijksambtenaren en onderwijzers. Wij hcdïben in deze motie, die in het najaar van 1924. werd ingediend nooit iets anders kunnen zien dan een ver- kiezings-manoeuvre om de ontevreden ro om sc h -k atholie k e ambtenaren te paaien. 1 hans ia het n schoone gelegenheid voor de katholieke fractie om te doen blijken, dat het haar met die motie heilige ernst is geweest. Geeri verla ging dier successiebelasting ten kost© van het onrecht den ambtenaren aan gedaan, is nu wel het minste, dat van haar is te verlangen. Zij kan dit te ge makkelijker doen, waar thans niet het leven van eed kostelijk coalitie-kabinet op het spe] ^taat. Wij zullen baar da den met belangstelling afwachten. De ware schuldigen. v Het spreekt wel vanzelf» dat niet ral worden nagelaten, zegt De Zeeuw om de aanstichters van d© militaire relletjes te Assen te ontdekken en (le schuldigen te straffen. Aan rechtmatige klachten moet ge hoor worden gegeven; wanneer door de bevelvoerende officieren misslagen zijn begaan, dan moet dat, ondanks de onbehoorlijk© wijze waarop aan de grieven uiting tverd gegeven niet wor den vergoelijkt; maar in geen geval mag worden geduld dat door militai ren op zoo revolutionaire wijze als te Assen gebeurde, wordt opgetreden. y Gaat het op deze wijze door, dan wordt het leger inplaats van bevorder lijk te zijn aan de rust en de orde, 'n ge vaar voor het land. Hier is krachtig ingrijpen eisch Alle zwakheid en halfheid is hier uit den booze. Maar als wij hierop den nadruk leg- FEUILLETON. Door Leed en strijd. i») ,4k betreur hun ketterij dag en 'nacht" ahtwoordd© hij ernstig; „hot leven te Kniabi wordt er mij door ver bitterd. Ik heb nog nooit met dit ver driet te kampen gehad. Maar geloof mij, harde maatregelen zullen hen noodt tot ons terugbrengen, en het al lerminst een maatregel als deze. Elk© vodfitr, iedere moeder, welke dien naam waardig zijn, moet er tegen in opstand komen. Ik durf zeggen, Eer waarde, dat ik juist eenigen invloed op ben begon te verkrijgen. Enkelen hunner kwamen reeds tersluiks in de kerk terug om te luisteren naar mijn prediking. Laat het aan mij over uwe zaak bij hen te bepleiten. Gij hebt grooten invloed, Eerwaarde, ik smeek u dien te willen aanwenden om dit wreed© bevel te doen herroepen. De Stundistem zullen er u voor zegenen en mijn invloed in de gemeente zal er begrijpelijk door winnen." „Vergeet gij dan do onterflijke zielen der kinderen?" vroeg Vader Yaissy; „is hunne zaligheid voor u zondtr be- ieekenis?" „Ach!" rüep Vader Gyriilus, „wan neer zaligheid verlossing van zonden bete^kenfc. dan moet ik bekennen, dat deze apine. omgedwaalde ketters het. verder gebracht hebben op den weg der zaligheid dan onze bijgeloovige, half heidensche, Orthodoxe boeren. Ik doe voor hen wat ik kan om hen te onderwijzen en hen op te heffen, maar een dorpsgeestelijke weet alleen hoe diep zij gezonken zijn, verslaafd aan dronkenschap en overgegeven aan al lerlei ondeugden." „Ik kan niets voor u doen" sprak Vader Yaissy op ijs kou den toon; „de Synode heeft bet lieve. gegrv.ui het moet blijven zooals het is. Ik vertrouw dat gij voor de stipte uitvoering zult zorgen, Vader Cyril lus." Het hart zonk den Batoushka in de sclioenen, toen hij opzag naar dien wreeden glimlach op de lippen. Noch die man, noch de aartsbisschop had den een flauw begrip van de liefde eens vaders. Wat wisten deze mannen van het hart eens kinds! Zijne voor naamste hoop was verdwenen, hij deed echter nog een! laatste poging om het wreede hevel eenigszins te verzachten. „Ik mag de kinderen immers naar goedvinden plaatsen" vroeg hij, „mits het in Orthodoxe gezinnen zij? Som mige huishoudens zijn geschikter dan andere." „Doe zooals gij wilt doe zooals gij wilt" antwoordde Vader Yaissy on geduldig. „Alleen waarschuw ik u, Va der Cyrillus: „geen toegevendheid voor de ketters. Zij moeten met wortel en tak uitgeroeid worden. Ons geduld en onze lijdzaamheid zijn uitgeput. De Kerk of Siberië! De Kerk of de Kauka- sus! Tusschen die twee hebben zij de keus." Aan den ingang van het consistorie stond Alexis Vader Cyrillus op te wachten. Hij had in den tusschen'tijd enkele vrienden in de stad bezocht, die innig medelijden met hem gevoelden, maar hem geen hoop durfden geven op de intrekking van het bevel. Het was naar verschillende andere dorpen behalve Knishi gezonden; en daar was een stem gehoord, geklag, geween, en veel gekerm; Rachel beweende hare kinderen en wilde niet getroost wor den. „Maar de Heer heeft gezegd" sprak Alexis: „Bedwing uwe stem van ge ween, en uwe oogen van tranen; want daar is loon voor uw arbeid, spreekt de Heere, want zij zullen uit des vij- ands land wederkomen; en daar is ver wachting voor uw nakomelingen, spreekt de Heere, want uw kinderen zullen wederkomen tot hunne landpa len' .'Zend deze boodschap aan de ge meenten, en zeg hun, dat zij hun hoop bouwen op den Heer en Zijne belof ten." enkele blik op het gelaat van Cyrillus was voldoende om Ale- - te doen begrijpen, dat diens zen- i ng mislukt was. Maar hij had zijn v. onen moed en onderwerping terug- venden. „Die zoon of dochter lief- l.eeft boven Mij is Mijns niet waardig" sprak hii tot ziohzelf. Harde woorden voorwaar! Maar waren het niet de woorden van den gekruisigden Heer? Beide mannen bewaarden bet stil zwijgen, totdat zij zich op eenigen af stand van de stad bevonden en de schitterende koepels der talrijke ker ken niet meer konden zien,. Toen eerst verhaalde Vader Cyrillus welke bittere teleurstelling hem getroffen had. „Het zal mij het hart breken" zoo eindigde hij „,De geest is sterker dan het hart" antwoordde Alexis. „Thans kan ik mij weder' aan Gods wil onderwerpen en mijn kleine Velia overgeven in Zijne handen. Hij heeft haar nog liever dan ik. Hij heeft haar lief met een onein dige en eeuwigdurende lietfde." „Velia en de kleine Clava komen bij mij" zeide Vader CyrillU9. Alexis liet de teugels vallen en keerde zich naar den spreker, als had hij niet duidelijk verstaan wat deze gezegd had. „Ik heb dat met mijn vrouw afge sproken" ging Vader Cyrillus voort; „wij zullen voor haar zorgen als voor onze eigen kinderen." „Mijn goede man! Mijn brave vriend! riep Alexis uit. „Hoe zal ik u danken? Wat kan ik voor u doen?'O. indien alle Batcushka's slechts waren zooals gij!" ..Ik zou al de kinderen wel bij mij willen nemen, indien ik dat slechts kon, maar ik zal zorgen ze in de beste gezinnen te plaatsen. Yarina zal er 2 willen nemen, daar ben ik zeker van Het ergste ia, dat d® ouders voletrokl geen omgang met hun kinderen dur ven hebben en zich in het geheei niet met hun opvoeding mogen bemoeien. Maar z4i zullen in hetzelfde dorp wo nen en elkaar van tijd tot tijd, zij het dan ook een afstand, kunnen zien. Zij weten ten minste, dat ik het oog op hen houdr en zij mogen ten allen tijiie aan mijn woning komen om berichten omtrent hen in te winnen; de Matousn ka en ik zullen hen gaarne op de hoog te houden van hun toestand. Gij kqnt er op rekenen; ik zal voor hen ('oen wat ik kan." .Gij zult hun geen valschen gods dienst leeren1?" vroeg Alexis. „Wat den godsdienst betreft" her nam Vader Cyriluus, zij zullen ver plicht zijn de kerk en de Orthodoxe school te bezoeken. Daar is niets ?.r; te doen; tnaar gij weet het, Alexif. do zaligheid fc niet van de een of and cru Kerk afhankelijk." De avond was reeds gevallen, toen de telega voor het huis van den pries ter stilhield. Vader Cyrillus. die uitge stegen was, riep Alexis, om door het venster, waarvoor geen gordijn hing. een blik naar binnen te slaan. Op het vloerkleed naast de groote kachel rat de kleine Velia tusschen de dochtertjes van Vader Cyrillus in. De kinderen za ten hand aan hand, hun gezichtjes werden door het lamplicht beschenen. Zij lachten vroolijk en de Matoushka knikte hun vriendelijk toe. (Wordt vervoiadi.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5