NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1926 Aan het einde der week De nieuwe week is ingezet niét een groote socialistische betooging, waar aan naar schatting een 80- a 90.000 de monstranten deelnamen. ,Voor ontwa pening en medezeggenschap dit was de leuze waaronder men optrok. Een dergelijke massa-demonstratie heeft ook ons wat te zeggen. Zij betee- kent, of juister uitgedrukt, zij is een symptoom van een ernstig revaar voor ons volksleven.^ Dit gevaar ligt niet in de eerste plaats in den strijd voor de genoemde leuzen op zichzelf. Ontwapening, mits niet opgevat als het eenzijdig weerloos maken van een enkele natie doch als vermindering van bewapening door gezamenlijk overleg der volken, is een ideaal, waai- ook wij Christenen voor strijden moe ten. En dat de socialisten, indien zij verantwoordelijkheid dragen een an dere gedragslijn volgen dan wanneer zij oppositiepartij zijn, zien we duide lijk in België, waar socialisten in de regeering zitten en dat desondanks een veel grooter leger en e>en veel lan goren diensttijd heeft dan ons land. En de andere leuze medezeggen schap", i9 zoo vaag gesteld, dat wel niet velen der demonstranten daarvan een bewuste voorstelling zullen hebben gehad. Medezeggenschap is een onder werp, dat ook in onze kringen in den laatsten t$d aan de orde is; het is nog een probleem, waaromtrent men tot klaarheid tracht te komen. Neen> het groote gevaar is de toene mende invloed, die uitgaat van een partij, die met God en zijn geboden geen rekening houdt en waardoor ons volksleven hoe langs zoo meer ontker stend wordt. De revolutionaire geest van het „ni Di.eu ni maitre" tracht steeds meer de overhand te krijgen in alle geledin gen der samenleving. Daarvan zijn ook de treurige gebeur tenissen te Assen een bewijs, al moe ten wij niet alles op rekening van de socialistische propaganda schrijven. Vooreerst is ons volk in hart en nie ren, niet anti-militairistisch (dit heeft een politieken bijsmaak), maar anti militair, zulks in tegenstel ling met b v. de Duitschers van vóór den oorlog. 'Iedere Hollandsche jongen (uitzonde ringen, die den regel bevestigen, daar gelaten) gaat met tegenzin in dienst. In specialen zin geldt dit van de her halingsoefeningen, waar bovendien meerderen hun betrekking door kwijt raken. Heerscht er dan nog zulk een ti-opische hitte als de eerste dagen de zer week en zijn er officieren, die zeer ontactisch optreden én zulke gefor ceerde marschen commandeeren, dat de menschen er bij tientallen ziek van worden, dan is een uitbarsting niet goed te keuren, maar toch zeker ver klaarbaar. Onze Koningin heeft j.l. Dinsdag de Staten-Generaal geopend met een troonrede, over welker nietszeggend heid alle partijen het dezen keer roe rend eens zijn. En ook begrijpt men wel algemeen wat de oorzaak daarvan is: het optreden van dit intermezzo4 kabinet. Zij die verleden jaar de breuk in de coalitie veroorzaakt hebben, hebben wel een groote verantwoordelijkheid op zich geladen; het ware te wenschen in het belang van ons volk, dat de partijen, die toch door hun beginsel op elkaar zijn aangewezen, elkaar weer vonden en weer een krachtig kabinet, dat handhaving en. bevesti ging der Christelijke grondslagen van ons volksleven beoogt, zou optreden. Doch het ziet er niet naar uit, dat 'dit spoedig geschieden zal en ook de Troonrede heeft duidelijk te kennen gegeven,, dat in den eerstkomenden tijd de tegenwoordige toestand wel hesten digd zal blijven. Uit het grijs vérleden. HET LOOFHUTTENFEEST. Het Loofhuttenfeest, dat van 15 tot 21 of 22 Tisjri gevierd wordt, is het laatste van de drie groote feesten der Israëlieten. Evenals de beide andere, het Paasch- en het Wekenfeest, heeft het tweeërlei beteekenis: een econo mische en een geschiedkundige. Het valt in den herfst, einde Septem ber of begin October; vandaar dat het in de~ eerste plaats het karakter van een oogstfeest draagt. In Jïïx. 34 22 heet het ,het feest der inzameling, als het jaar om is", terwijl Ex. 23 10 het iets uitvoeriger kenschetst: „het feest der inzameling, op den uitgang des jaars, wanneer gij uwen arbeid uit het veld inzamelt". De laatste vruchten van den oogst (ooft, olie en wijn) wor den dan ingezameld; gelijk het Paasch feest bij het begin van den oogst, zoo wordt dit feest, precies een lialf 'jaar later, aan het einde daarvan gevierd. Het is het vroolijkste van alle fees ten, omdat het staat in het teeken der dankbaarheid voor den zegen, dien God in het afgploopen jaar op den ar beid der handen heeft geschonken. Ze ven dagen moesten de Israëlieten in tenten of loofhutten wonen: zij maak ten die langs de strfLten, in de tuinen of op de platte daken uit twijgen en palm takken, en aan deze wijze van feestvie ring ontleend het feest zijn naam. Dit wonen in hutten is iets, dat met het karakter van dit feest als herfstfeest samenhangt. Nog heden ten dage, zoo verhaalt een reiniger, verlaten bij den wijnoogst de inwoners van Hebron de stad en leven in de wijnbergen in hut ten en tenten. Gevolg van dit wonen in tenten is de algemeene verbroedering: ,Gij zult op dit feest vroolijk zijn, gij, uw zoon en uw dochter, uw knecht en uw maagcf, zoowel als de Leviet, de vreemdeling, de wees en de weduwe, die in uw poor ten zijn" (Deut. 16 14). Behalve een oogstfeest is dit feest tevens een historische herinnering aan de omzwervingen do<?r de woestijn toen Israël in tenten woonde en brengt het de Joden de weldaden in gedach tenis, die Jahweh het volk in die ja ren bewezen heeft. Hieruit vloeit voort, dat uit feest een nationaal karakter draagt,, 'gelijk dan ook in Lev. 23 42 uitdrukkelijk voor geschreven wordt, dat allo inboor- 1 i n g e n in Israël in loofhutten "zullen wonen, terwijl in het voorafgaande vers met nadruk wordt verklaard, dat zij het feest Jahweh, den Verbondsgod, moeten vieren. Het is alzoo meer dan een natuurfeest, het is het feest van Gods uitverkoren volk. Meermalen lezen wij in de Heilige Schrift van de plechtige yiering van het-Loofhuttenfeest. In den tijd van de Richter en en de vroegere koningen ge noot het een bijzondere populariteit; de inwijding des Tempels had ^blijkens 1 Koningen 8 2 plaats „in .ie maand Ethanim, op het feest, dat is in de ze vende maand". Ethanim is de oud-Ka- naaneesche naam van de maand Tisjri en met „het feest" wordt liier klaarblijkelijk het loofhuttenfeest be doeld. Dit blijkt ook uit het slot van dit hoofdstuk (vs. 65 en 66)): „Zoo vierde Salomo te dier tijd het feest en gansch Israël met hem, eene groote ge meente uit heel het gebied van de Ha- mathbaan tot de beek tegen Egypte, voor het aangezicht van den Heere on zen God. En op den achtsten dag liet hij het volk gaan". Deze achtste dag is de verbodsdag, waarvan ook in Lev. 23 35 sprake is: een dag, waarop zij geen slafelijken arbeid mochten ver richten; dit is de 22ste Ethanim of Tisj ri. Later geraakte dit feest in vergetel heid doch na den terugkeer uit de bal lingschap werd het onder leiding van Ezra en Nehemia weer met grooten ijver en vroolijkheid op de in de wet voorgeschreven wijze gevierd (Ezra 3 vers 14 en Nehemia 8). Ook in .het Nieuwè Testament lezen we va^ het loofhuttenfeest, en wel in Joh. 7: Op den laatsten lag van het feest, den 22sten Tisjri alzoo, had des tijds een bijzondere plechtigheid plaats, de uitgieting van het water. Een der priesters daalde gedurende het morgenbrandoffer naar de bron van Siloam af om een gouden vat met wa ter te vullen, waarna dit -loor den iloogepriester onder trompetgeschal en groot vreugdebetoon des volks op het altaar voor het aangezicht des Heeren werd uitgestort. Dan placht men te zingen het lied uit Jesaja 12 3 6: „En gij zult water putten met vreug de uit de fonteinen des heils, en zult zeggen te dien dage: Looft den Heere, roept zijnen naam aan, 4 Ma^kt onder de volkeren Zijne daden bekend, Vermeldt, dat zijn naam werd verhoogd Zingt den Heere want verheven daden heeft Hij gedaan, Bekénd zij dit op de geheele aarde I Juich en jubel, gij burgerschap van Sion Want groot is in uw midden de Heilige Israëls". En het was op dezen dag, den groo ten dag van het feest, dat Jezus op stond en luide uitriep: „Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke. Wie in Mij gelooft, zooals de Schrift zeide: uit zijn binnenste zullen stroo men vloeien van levend water". DAMRUBRIEK. Coirespondenitie-adres: 211 Vaiken- boschkade, Den Haag. Probleem no. o. Van: Joh. Westerhof te Appingedam. Wit begint en wint. Stad: Zwart UI en 1 dam) 5, 6, 7, 8, 11, 12; 17, 19, 24, 30, 37 en 1 dam op 46. Wit (11) 15, 16, 27, 28, 35, 36, 38, 39, 40, 45, 47. Spelopeni/igen. Vooral beginnende damspelers schui ven er in 't begin van een partij maar op los, zonder zich genoeg rekenschap te geven hoe. zij door al dadelijk de opening zwak te spelen, feitelijk de partij reeds verloren hebben of de kiem ervoor gelegd. Vandaar dat we aandringen op een naspelen van de door ons te geven aanvangszetten jèn een studie van het waarom met analys'es uit het Damspei. De eerste partij werd gespeeld tus- sclien de bekende dammers H. J. v. d. Broek uit Rotterdam met Wit tegen L. de Beer uit Amsterdam. 1 3a—28 18—23 2 39—33 12—18 3 44—39 12 4 21—27 17—21 5 5044 17 O 37—31 20—24 2126 is sterker. Nu zwart veld 26 niet wil bezetten, ligt het voor de hand, dat wit laat volgen: 7 31—26 14—20 beter dan 11 of 1217, waarmede zw. zich zelf opsluit. 8 26:17 11:31 9 36:27 7—11 10 41—37 Wit brengt eerst zijn linkervleugel in slagorde en wacht het tegenspel af. 11—17 1217. 812, 2^—8 gaf beteren stand. 114641 17—21 12 41—36 2—7 2025* mag niet, dan volgt wit 21 22, 34—30, 40: 7, 28—23, 33: 31 wint een schijf. 13 37—31 21—26 Nu is deze zet niet goed. Zwart's rechtervleugel is tamelijk verzwakt. Daarom 'had de schijf op 21 moeten RECLAME. KENNISGEVING. Bij dezen berichten wij onze geachte Cliëntèle, dat ons Magazijn Nieuwe Rijn 87 verplaatst wordt naar iSreesfiraaS 39. - De opening onzer nieuwe Magazijnen heeft plaats a.s. Dinsdag; 28 Sopt. 5 uur n.m. - Ons Magazijn Nieuwe Rijn 87 wordt Maandagmiddag te 1 uur gesloten. - Telefoonn. blijft No. 35. Hoogachtend H. G. v. LUIJKEN. blijven staan. Een aanval met 2429 en 20: 29 was zeker te verkiezen. 14 42—37 Sterk. Deze zet wijst reeds aan, dat vroeg of laat een aanval op den zwak ken rechtervleugel van zwart plaats zal vinden. 7—11 10—14 is sterker. Veld 7 moet bezet blijven om den bedreigden vleugel te verdedigen. 15 47—42 De schijven staan nu in slagorde en wit wacht het gunstige oogenblik af, waarop- de aanval met succes kan ge schieden. 1014 16 34—29! 2722, 31:22 verliest een schijf aan zw. door 23—29, 24—30, 20:27, 26:17. 23:34 17 39:30 20—25 18 44—39 25:34 19 40:20 15:24 20 39—34 5—10 21 43—39 18—23 In dezen stand niet sterk. Alweder gaat een schijf van den zwakken kant naar het midden. 22 49—43 Een belangwekkende stefhd, voor wit voordeelig, ziehier enkele varianten: 34—29, 39:30, 28—22, 27—21, 14—20. 23: 34, 20—25 a), 25: 34, 26: 39, 38—33, 32:5. a) 2025 kan dus niet, waarna'wit zich nestelt op 25 met'goed spel. VARIANT II. .3429, 39:30 en wederom bezet op 1015, 23:34. Wit vak 25. VARIANT III. 27—22, 31—27, 37—31, 42:31 op 12—17, 17—21a), 8—12, 26:37, met uitstekend spel voor wit. RECHTZAKEN. KANTONGERECHT LEIDEN. n de meeste der 22 openbare zaken, die op de rol stonden, waren getuigen gedagvaard waardoor een vlotte gang van zaken niet werd bevorderd. De eerste, die voor den kantonrech ter ver>cheen, was C. V uit Z eg- waart beschuldigd een koe te heb ben laten vervoeren, die lijdende was aan tonghlaar. Getuige, de heer Sperna Weiland, bevestigde de duidelijk waarneembare aanwezigheid van genoemd euvel. Beklaagde bepleitte evenwel dat de koe zoo gezond als een wis eh was ge weest, zoodat de conclusie voor de hand lag, dat 't euvel op reis tot open haarheid was gekhrnen. Hij had zulks in Leiden ook geconstateerd en het ook willen aangeven. De ambtenaar heugde daarop, dat bekl. het ziektegeval aanstonds had moeten aangeven. Hoewel bekl. van zijn goed recht overtuigd was, de kan tonrechter dacht er anders over en eischte f 6 boete subs 4 dagea. Nogmaals kwam diet zaakje voor te gen A. J. V "SSt L, e i d e n, die niet een vrachtauto, rijdende op den Oude Rijn een timmerman wat werk had be zorgd door een luifel te kraken. Als getuige werd nu gehoord de heer J. P. Meershoek, die de schuld aan be klaagde weet. Eisch f 6 of 6 dagen. Dezelfde V. kreeg daar vlak boven op -ook nog 3 maal 4 voor heL over treden der arbeidswet, .,3 madl 4 is 12 plus 6 is 18"' zei de kantonrechter. J. P. v. d. S., smid, zonder vaste woonplaats had liefde opgevat voor een jeugdige schoone uit Noordwijk. Hij vervoegde zich in drie verschil lende naéhten aan het huis zijner ge liefde en wist door op de ruiten te tik ken en gerucht te maken de aandacht te trekken zi#*vr geliefde, maar ook van zijn- schoonouders, die daar niet van waren gediend, zij gaven de zaak "aan. Ze werden nu als getuige gehoord Tegen den smid werd 2 maal f 15 of 2 maal 10 dagen geëischt. N. v. d. M., veehouder te Leider- dorp waS verzocht voor cie boetehank te verschijnen wegens het feit, dat zijn twee varkens hadden -geloopen in buurmans aardappelenveld. Twee getuigen de geplaagde West- dijk en brugwachter Buur bevestigden het verbaal, terwijl een getuige a de charge v. d. Leeuw niet vee; tot ont lasting van beklaagde wist bij te bren- gei.. De aangevoerde spitsvondigheden mochten beklaagde voortoopig niet ha- ten. De man hoorde f 10 of 10 dagen te gen zich eischen. Een paar artisten w.aven er met de, auto op uit en hadden hun visfchtuig meegenomen met het doel onderweg een vischje te verschalken. Op een mooi plekje werd uitgelegd, maar dat mooie plekje was verboden vis ch water. De ambtenaar vroeg tegen deze on fortuinlijke visschers f 1, waar de kan tonrechter meteen f 0.50 van maakte, met teruggave van het inbeslag geno men vischtuig. J. S. te Heemstede, die in de buurt van Leiden een karweitje had, had twee arbeiders daarbij te lang la ten werken, die nu als getuigen dit be vestigden. Dit kostte den patroon, op verzoek van den ambtenaar 18 m. f 3. Vervolgens kwamen een serie ver keersovertredingen aan de orde. A. C. te Lelde n, die in de Vrou- wensteeg tusschen een hondenkar eI* een groentenwagen door wikle lavee- ren, had daarbij het ongeluk de groen tenwagen aan te rijden, waardoor déze de voorpui van een zich aldaar bevin dend café beschadigde, f 5 of 5 dagen. P. V. die a tors et a travers zijn on schuld staande hield,- was beschuldigd, in de Kraaierstraat stilstaande met zijn auto plotseling vooruit te zijn ge reden, waardoor een wielrijder wei' l aangereden, f 10 of 10 dagen. - 'F. V. wilde op de Breestraat ter hoog te van Maison Bernsen de tram pas- seeren, maar tornde daarbij tegen een handwagen op. Na getuigenverhoor vroeg de ambtenaar f 6 of 6 dagen. Aan het begin der Steenstraat had een aanrijding plaats tusschen twee auto's. Bekl. R. R. uit L ei d en en ge tuigen beweerden beide door den an der aangereden te zijn, waarop de zaak uitgesteld werd tot 29 September om andere getuigen te hoor en. P. v. H., te L e i d e n, had een stuk tramrail vervoerend hij „Zomerzorg" zoodanig met zijn wagen gereden, dat een rijwiel beschadigd werd. f 5 of 5 d. Leidsche I» enkrassen.' 1 'Amice, De Septembermaand is in veel op zichten een bijzondere maand. De vacantiestemming, die in bet laAtst van Augustus soms zwaar kom (drukken, komt dan tot ontspanning. Je zult zeggen, amioe, daar komem !de klaagtonen al weerl Laat ik je gerust stellen. Klagjen zal ik niet. Ik constateer alleen een feit. |Het is inderdaad zoo, dat eind Augus tus heel' wat menschen naar het edndei van de vacantie verlangen. Daar wil' ik. nu eens niet over kla gen, maar integendeel het als een ge lukkig verschijnsel beschouwen. De mensch is op het werken aangelegd. {Werken kan een genot zijn. Een van de grootste sociale ellenden is dan ook de werkloosheid. .Wanneer de va kantie lichaam en geest gesterkt heef tl is het een gelukkig verschijnsel, dat 'de mensch weer naar zijn arbeid ver langt. Dat de vacantia zwaar drukt, komti Ook nog van iets anders. Ons gejaagde, spannende leven, heeft behoefte aan ontspanninng. Met dank baarheid wordt daarvan dan ook ge bruik gemaakt. Maar door de groote spanning reageert ons leven daarop ook heel sterk. Die ontspanning moet vooral niet te lang duren, dan geeft zij een leegte, die geen genot meer is. Ons leven is gewoonlijk zóó vol, dat iwe een lange rustpoos vaak als eon leegte gevoelen» inplaats van als «en genot. Zoo is het als 'tware een verade ming als in September het volle leven; weer komt. We hebben in onze stad in Septem ber, als een van de teekenen van die ontspanning, den aanvang van 't Aca demiejaar. De overdracht van het Reo toraat is nog altijd een feit van be teekenis in de academie-wereld. Wiji zien "nieuwe studenten, maai' ook nieuwe Professoren verschijnen. Zoo is September voor Deidein in zijn aca demie een maand van niet geringe beteekenis. Maar in September hebben we ook den aanvang van 't parlementaire jaar. Vooral in de Pers heeft dat een voor name beteekenis. De komkommertijdj is dan ten einde. De couhanten ko men weer vol te staan van allerlei politieke gébeurtenissen, van voorne mens der r egeering en van critiek of goedkeuring, al naar miate men de ge dane voorstellen ziet gaan in de' lijm van eigen gedachten, ot daaraan tegen gesteld. De derde Dinsdag van September is op politiek gebied wel de reveille. Met de troonrede vangt het krijgs mansleven van den politieken dag aan. Ik vind het altijd jammer, amice, dat die troonrede zoo spoedig weer. vergeten wordt.Ze is toch eigeniijlq een program voor een heel jaar. Maari zoo vaak gebeurt het, dat iii heel het jaar net gedaan wordt of er geen troonrede is geweest. Komt .het misschien ook dakrvan,. 1 dat de eene troonrede zooveel punten .van de andere ais het war© overneemt Maar't is waar ook, zoo'n parlementair jaar is zoo gauw orn en de praatgrage Volksvertegenwoordiging verwerkt ook niet veel'. Zou het misschien daarvan komen, dat de Regeering dezen keer zoo wei nig te vertellen had? Ik herinner me nog, dat Dr.- Kuyper eenmaal' eens! in de caricatuur als voerman met de JNfederlandsche Maagd op de kar werd) afgebeeld. De menschen langs den weg riepen hem toe: Baas, wat rijdt jij de juffer in een sjofel spulletje. Ik ge loof, amice, dat we in dien tijd met; zoo'n sjofele rit gehad hebben als dezen keer. Maar ik iftoet toch nog iet3 an ders opmerken. Ik sprak daar straks, van een politieke reveille. Dat doet me terugdenken aan m'n militairenj diensttijd. Toen hadden we kamera den en zoo zullen er nog wel zijn die de reveille nog geen leven genoégj vonden, maar die den dag, aanvingen; met allerlei luidruchtige grimassen, alsi om te toonen, dat ze wakker waren. Wat wonder-veel lijken daarop toch onze S.D.A.P.ers. Wat een kabaai voor en op zoo'n,1 roode Zondag. Ieder moet zien en hoo- ren, dat ze toch heusch wel' wakken zijn. Ik hoorde dezer dagen', amice, ik kan natuurlijk vodr de waarheid met instaan, omdat ik het ook al weer uit de derde hand «heb, dat men in die! kringen toch wel wat geschrokken is van het gebeurde in Assen. Als het er op aankomt, zijn de S.D.A.P.ers nefl zoo bang voor werkelijke revolutie als wij, daarom komt het mii niet onge looflijk voor. Het is hun niet om het eigenlij Ice conflict te doen, maar alleen, om een pakkende leuze, waarmede ze de massa bereiken. Een botsing ais te Assen, en zooals te Ede ook bijna' gekomen was, breekt hun actie af, omdat ze al te duidelijk demonstreert hoe gevaarlijk de theorie is. Ik ben straks begonnen met de op merking, dat September de maand! van het begin der actie is op school'-4- gebied en op politiek terreifl. Dat- merkt men ook aan allerlei vergade ringen, ,die zoo de een na de anderel beginne.!, te komen. Zoodra er weer wat avonden komen tracht men dei menschen bijeen te krijgen. Wie hadden deze week er hier al een proefje van. De .Vrouwenbond en de! ,Chr. Oraiijevereeniging hadden een Juliana van Stolberg-avond georgani seerd, dien we als een schitterende in zet van een actie voor een grootsche huldiging, van deze stammoeder der lOranjes mogen beschouwen. En dan zijn ook de bazaars alweer begonnen. Als we van dat goede maar •piet te veel krijgen. Het is nog steeds! de beproefde manier om geld los te krijgen; djpi knijpt met wel rijn oogen,. maar'niet de hand met de beurs dicht. Als één organisatie in Leiden het in September druk heeft, dan is het wel ae 3 October vereeniging. Het Leidsche féést bij'uitnemendheid moert, dan worden voorbereid. Het belooft dit jaar wel wat bijzonders. Het ge vaarte, dat aan den Hoogen Rijndijk; verrijst, ziet er nog wat chaotisch uit. maar toont toch wel iets bijzonders, te zijn. In een gp$ie week kan er nog heel wat gebeuren; volgende week Za terdag zal 't wel klaar zijn. Daar vlak in de buurt kwain deze week eein ziektegeval voor, dat een. ernstige waarschuwing inhield. Geluk kig heeft de Geneeskundige dienst met het Bestuur der Leidsche Zwemclub direct ingegrepen en is een mogelijk gevaar voor massa-infectie door de zweminrichting voorkomen. Wat is zoo'n gezondheidsdienst toch een ze genrijke instelling, vooral in gevalled als onlangs bij ae spoorwegramp en in zijn preventieve werking zooals hier. Of het tengevolge van het gure weeil van de laatste dagen kwam, weet ik niet, maar opmerkelijk leek liet mijl toe, dat reeas zooveel kachels wor den versjouwd. Ik zou zoo zeggen, houdt die meubels nog een beetje vèr! borgen; de zomer is toch al zoo kort.' Ik zag een heele kar vol afladen bijj het politiebureau in liet Stadhuis, lkl weet niet of die bestemd waren vooil de vertrekken door de politie inge- momen. Als dat zoo is, amioe, dan. zou ik zeggen, wat jammer, dat het nieuwe gebouw nog met klftar is; 'cis; zoo toch allicht dubbel werk. Zoo vaak ik langs dat nieuwe po litiebureau kom, vraag ik mij af, of die schuttmg nu nooit verdwijnt. Ik meen dat de tijd voor de oplevering, van het werk toch al lang verstreken was. Is dat misschien al weer een be wijs, dat uitvoering in eigen beheen toch niet is aan te bevelen VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 6