CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
Dit oummer bestaal uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
STADSNIEUWS.
Belangrijkste nieuws in dit Mummer.
7ae JAARGANG
WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1926
NUMMER 1932
COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
wear agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.50
Per week i 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
BUREAUHooigracht 35
Leiden
TcL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertent!Sn per regel 22"/» cen(
Ingezonden Mede deelingen, dnbbel Uriel
Bij contract, belangrijke reductie.
Klein# advartentiSn bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
V Ongewone belemmeringen.
H. M. de Koningin heeft gisteren in
de troonrede gezegd, dat land en tuin
bouw in verschillende van ziin takken
bedreigd wordt door ongewone, naar
gehoopt mag worden tijdelijke, belem
meringen in den afzet van zijn produc
ten elders.
Daarop liet H.M. volgen de meest
krachtige term uit heel de rede, n.l.:
Er wordt met kracht naar gestreefd
dit euvel een einde te doen nemen.
Van verschillende zijden heeft men
zich afgevraagd, wat, toch wel die
krachtige maatregelen zouden zijn. Ge
dacht werd aan bescherming door in
voerrechten, of repressaille maatrege
len door belemmeringen op artikelen
van invoer.
Anderen meenden,'dat hier bedoeld
is overleg door ons Departement van
Buitenlandsche Zaken, met de Regee
ringen van de landen, waarheen onze
land- en tuinbouwproducten aftrek
moeten vinden.
IHet komt ons voor, dat deze opvat
ting de eenig juiste kan zijn.
In de eerste plaats volgt dit deel van
de troonrede op dat waarin sprake is
van herstel van het economisch leven
en de moeilijkheden daarbij ondervon
den. Wel is daarbij sprake van het In
ternationale ruilverkeer, maar dat
wordt alleen genoemd verband met
de onstandvastige waarde der munt
eenheid in verschillende landen.
Is de druk der tijden min of meer
©en verschijnsel, dat slechts langzaam
voorbijgaat, hier is gedacht aan bijzon
dere cftnstandigheden, die daarom ook
bijzondere maatregelen eischen. Daar
om zijn ze afzonderlijk genoemd.
Moesten wij hier denken ahn be
scherming van land- en tuinbouw
langs den weg# van het tarief, dan was
het hier al zeer weinig op zijn plaats.
Wanneer toch deze regeering voor
nemens mocht zijn om de fiscale lijn
in onze tariefswetgeving te verlaten,
dan zou ongetwijfeld verwacht mogen
worden, dgt zij hij dat ^eel van de
troonrede, waarin sprakis van de
landsfinanciën. daarvan mededeeling
zou doen.
Maar in de troonrede is sprake van
een reeds nu in gang zijnd streven
om het euvel te doen den. Zet
•men dit in verband met de menigvul
dige» verzoeken. reeds tot de Regeering
gericht om de helpende hand te bie
den, dan komt het ons voor, dat de
troonrede op al die verzoeken als het*
ware het antwoord geeft. Een ant
woord, dat oók in het h-"*«nland aan
dacht trekt en daarom van dubbele be-
teekenis moet worden geacht.
Hiermede in overeenstemming is,
dunkt ons, de geheele toon. Immers
is er sprake van onepwone belemme
ringen, van bedreigin g, van een
euvel en van krach t i g streven.
Wii hopen, dat deze passus niet iidel
zal ziin en dat krachtige maatregelen
spoedig het gewenschte resultaat zul
len hebben.
Intrenzede van prof. dr. H. T. de
Graaf.
Prof. dr. H. T. de Graaf, bijzonder
hoogleeraar in de leer der godsdien
stige gemeenschap aan de Rijksuniver
siteit te Utrecht, benoemd tot gewoon
hoogleeraar aan de Universiteit te
Leiden, als opvolger van wijlen prof.
dr. K. H. Roessingh om onderwijs te
geven in de encyclopaedia der godge
leerdheid, de wijsbegeerte van den
godsdienst en de zedekunde, heeft van
middag in het groot auditorium der
Leidsche Universiteit zijn inaugureele
rede gehouden, welke tot titel droeg:
Meening of waarheid.
Spreker begon met op te merken*
dat reeds in bet oudste denken-en vra-
?en van Europa een ingespannen aan
lacht is gewijd, soms niet zonder
hartstocht, aan de betrekking tusschen
meening en waarheid. Welke plaats,
*ldus spr. neemt de waarheid in in de
aeening, wat is de oorzaak, dat een
ïieening waarheid kan bevatten zon-
ler dat zij bewuste, logische gronden
kent? En als Plato deze gronden be
handelt, gebruikt hij woorden en wen-
lingen, die men ook terugvindt hij een
Ier grootste moderne denkers. Kant.
Het dagelijksch leven dringt ons ge-
lurig het vraagstuk der meeningen op
5n wij behoeven ons bij het onderzoek
Ier meening niet te r---^rken tot de
eenlingen, want ook bij groepen van
grooter en kleiner omvang treffen wij
Ineeningen aan en zi1 hebben dan den
uiterst belangwekkenden vorm van
JCezamenlijke meening. Waarheid is
échter tusschen al die meeningen een
teldzame heester en dit is de oorzaak
?an de inspanning en den hartstocht.
Ae kunnen het toch niet uithouden
jonder de waarheid. Wii moeten stel-
jg meermalen in de meening de waar
heid erkennen en haar plaats bepalen,
maar in het dagelijksch leven kunnen
we niet altijd wachten op de waarheid.
Er valt soms niet meer dan waar
schijnlijkheid te bereiken en daarmede
moeten we dan tot daden komen. Spr.
betoogt? dat hierin de rechtvaardiging
en de begrenzing ligt van de pragma
tische methode, en zet daarna uiteen,
dat hoe meer de meeningen steunen
op de logische gronden, des te meer zij
ook naderen tot het weten, en deei
hebben aan waarheid. Vandaar, dat
Kant de meening omschreef als een
soort bewustzijn, zoowel subjectief als
objectief ontoereikend voor-waar-hou
den. Kant's omschrijving is echter niet
voldoende, want de meening als ac
tueel zielsverschijnsel houdt verband
met de daad, wil zich in de daad uit
werken Meening zonder samenhang
met onderneming is een abstractie.
Wij zijn 'wezens, die streven en waar
de verwezenlijken willen. Maar be
halve dit bepaalt het denken in 'smen-
schen geest de zitting van zijn streven.
De meening vórmt het midden tus
schen wensch en inbeelding en gowaar
wording eenerzijds en weten ander
zijds en daarom heeft zij deel aan de
waarheid van den' beginne af, steeds
grooter deel naarmate zij meer waar
heid wordt. Spr. gaat dan de verhou
ding na van ons streven tot de vervor
ming daarvan, met behulp van den
waarheidsarbeid. Voor velen hebben
geloof en weten evenveel waarde als
waarheid, voor anderen is de waar
heidsmaatstaf vervlochten met bruik
baarheidsmaatstaven. Wetenschap is
een functie van het leven in zijn être-
ven van de cultuur, maar dan in dien
zin, dat de richtig van het leven waar
Iiik wetenschap eisebt. Hoe onmisken
baar het verband is tusschen weten
schap en leven, in de wetenschap geldt
allereerst een waarheidsmaatstaf. Ook
voor de cultuur is het raadzaam, dat
de meeningen aan de kennis onderge
schikt blijven en zich wijzigen op
grond van logisch doordenken, van
nieuwe ervari-van fijner waarde
schatting. Wanneer men nu bedenkt,,
w*elk een machtig richtende factor de
bijzondere en gezamenlijke meeningen
zijn in het samenleven, dan voelt men
de noodzakelijkheid van- den arbeid
voor hare loutering. Deze noodzaak zal
het sterkst worden gevoeld waar de
voor waarheid gehouden meening
door velen als niet meer dan meening
wordt erkend; stelselmatig kan ech
ter alleen het wetenschappelijk bedrijf
de meeningen louteren. Uitvoerig be
toogt spr. dan dat leven en wetenschap
innig samenhangen, maar dat voor
waarde voor goede verstandhouding
is de zelfstandigheid van het weten
schappelijk goed.
De hierboven ontwikkelde samen
hang van waarheid en meenftig is ook
dienstig, aldus spr. voor de goudsien
stige levensvormen. De godsdienstwet
tenschap, deel van het zelfstandig we
tenschappelijk goed, is op religieus ge
bied als gids der meeningen te erken
nen. Spr. wil echter daarmede niet be
weren, dat de wetenschap zoo ongeveer
de leidende kracht der religie zou zijn
Verbreking van den tusschen de
godsdienstige gemeenschap en de we
tenschap zou spr. een groote schade
achten. In het bijzonder is het weten
schappelijk "-oheel te rechtvaardigen
als men beproeft, de gegevens en uit
komsten van verkregen kennis samen
te vatten in een algemeene weten-
schap. Of liet raadzaam is deze weten
schap metaphysica te noemen, mag
men in twijfel trekken, als men zich
met dezen naam eenmaal in neo-Kan-
tiaansch gezelschap heeft vertoond.
Reeds bij dit begrip wordt de weten
schap gedragen door het leven. Als wii
er aan denken, dat zij strevende, waar-
deerende wezens zijn, dat de geest te
leologisch is. dan zou men kunnep
spreken van geestelijke wetenschappen
die wetenschappelijk onderzoek be-
oo— naar dat waar den n
gelegen is. En dat niet alleen om vast
te stellen, welke waarde de mensch
heeft toegekend en toekent, maar ook
een vergelijking der waardeschattin
gen naar de maatstaven die de heden-
daagsche cultuurmenschheid gebruikt.
Met deze geestelijke Wetenschappen
heeft de godsdienstwetenschap innige
verwantschap. Ook zij heeft haar ver
bindingen met de empirische studie.
Maar zij behoeftdaarom niet te loo
chenen, dat zij ook wil doordringeh in
de hoogste, aangelegenheid van den
mensch met de hulpiniddelep van het
wetenschappelijk denken. Het voor
werp van die godsdienstwetenschap
is verschillend bepaald en sommigen
zijn voor niets zoo bevreesd dan dat
het godsdienstig leven haar voorwerp
zou worden. Anderen willen haar voor
al losmaken uit het streven onzer
'YVestersche cultuur-menschheid en
haar binden, zooal niet aan een be
staande kerk. dan toch aan het be
staan der Christenheid. Spr. voor zich
blijft voorshands geneigd om de gods
dienstwetenschap in nauw verband te
laten met de andere r nsrhappen
en hij bespreekt pro
gramma's van dezen
Spr. betoogt dan verder. dat. al ont
leent le theologie haar hastaansrecht
aan het recht van alle geestesweten
schappen, haar vorm onder ons heeft
zij stellig van de existentie der Chris
tenheid. Hoe meer deze Christenheid
ook door middel der godsdienstweten
schap heiligend en bevruchtend wer
ken kan op,de cultuur, des te grooter
wordt de kans, dat onze cultuur niet
ondergaat, maar geneest. Geen losma
ken van de cultuur zal Jieil brengen,
voor de godsdienstwetenschap en voor
die aangelegenheden, in wier dienst zij
staat. Maar in het doordenken van de
cultuurmaatstavén in de denkende be
moeienissen met de hoogste aangele
genheden van den mensch, zal de belij
denis der Christenheid veel licht kun
nen geven. Daarom zal de dsdienst-
wetenschap er voor hebben te zorgen,
dat de waardeschatting, waarop deze
belijdenis rust, in het volle licht komt.
Daarenboven heeft in den voortgang
der menschelijke geschiedenis de gous
dienstwetenschap thans een belangrij
ke taak te vervullen.
Er ontwikelen zich naast en ook wel
in samenwerking met de kerken nieu
we toekomstvormen van menschheids
leer. De leer van den mensch en van
zijn hoogste goed zijn daarbij nauw
betrokken. Om het contact te bewaren
in de menschen-gemeenschap is een
nieuwe geloofstaal noodig, waarin de
mensch der toekomst zal spreken, zich
zijn hoogste aangelegenheden zal her
inneren en daardoor ziin leven zal be
kwamen en bevrijden van ïjdelheid en
dwalingen. Hiervoor zal loutering der
meeningen door benadering van tie
waarheid door en door noodig zijn en
waar in heden en toekomst de betee-
kenis der openbare meening onmisken
baar toeneemt, zal de loutering van
deze meening ook door de godsdienst
wetenschap een cultuurtaak mogen
heeten van groot gewicht.
Spr, besloot zijn rede met de gebrui
kelijke toespraken tot curatoren, hoog-
leearen en studenten.
Het Oude Boek.
Om de liefde voor het oude boek aaji
te*kweeken en tevens aan zich en haar
werkwijze meer bekendheid te geven,
houdt de fa. Burgersdijk en Nier-
in a n s, boekhandel en antiquariaat, in
haar magazijn s-Gravenstein een ten
toonstelling van het oude hoek.
De tentoonstelling zal geopend zijn
van 23 Sept. tot 29 Oct. op alle werk
dagen behalve 's Zaterdags en Maan
dag 4 Oct.) van 2 tot 4 uur; tevens zijn
dan de magazijnen te bezichtigen.
Gaarne maakten wii van de ons he
denmorgen geboden gelegenheid, de
tentoonstelling te zien, gebruik- en wij
kunnen onze lezers, voorzoover zii zich
voor hoeken interesseeren, eveneens
een bezoek aanbevelen.
Om met de ten toons telling te begin
nen, deze bevat in de eerste plaats tal
van oude "-«chriften, op Leiden be-
trekking hebbende: een mooi exem
plaar van v. Mieris Beschrijving der
stad Leiden, oude keuren en platen,
w.o. een plaat van Leiden s ontzet, da-
teerende uit 1596. prenten portret
ten, een bundel, betrekking hebbcilde
op het jubileum der universiteit m
i <25, enz.
Vervolgens zijn te zien de beschrij
vingen van andere steden lüien maak
te daar vroeger meer werk van 'an
tegenwoordig!): Hoogenhergs platte
gronden van vefe binnen- en buiten
landsche steden, uit 157b. een prachtig
ex. van Mathijs Balen, Beschrijving
der stad Dordrecht, een boek over de
Zeeuwsche steden, waarvan er thans
verscheidene heel anders uitzien ten
gevolge van brand, achteruitgang en/,
ook enkele tot het verdronken iand be
lmoren; ook dit boek, dat uit 1670 da
teert is goed bewaard gebleven.
Zeer typisch is ook het contrast tus
schen een mooi exemplaar Statenbij
bel met platen uit 1714 en een „Kern
der kerkelijke historie" in twee deel
tjes, die men in zijn vestjeszak kan
steken.
Ook op het gebied van natuurlijke
historie zijn merkwaardige uitgaven
le zien, we denken aan dure vlinder-
hoeken, w.o. het bekende werk van
Sepp, dat in 1728 begonnen nog niet
compleet is, een boek van f900! Voorts
Buff ons natuurlijke historie.
ïn een ander vertrek, een der oudste
gedeelten van het gebouw, ziet men
oude atlassen, geneeskundige werken
(Boerliaave met portretten), een hoek
van Clusius, die dezer dagen herdacht
zal worden, beschrijvingen van plan
ten, werken van Hugo de Groot. w.o.
„La verité de la Religion Chrestienne"
te Parijs uitgegeven en geheel in
schrijfletters gedrukt; ten slotte tal
van mooie -banden en prachtig uitge
voerde oude landkaarten.
Na de bezichtiging dqr tentoonstel
ling maakten, wij een wandeling door
het eeuwenoude gebouw, dat gelijk
men weet vroeger a's gevange'nis
dienst deed en thans een templum Sa-
lomonis sapientiae, een w: sheidstem-
pel is. We zullen d<v magazijnen niet
in bijzonderheden beschrijven, doch
het zij genoeg te vermelden, dat hier
een verzameling boeken voorradig is,
die naast elkaar ge:.et eon afstand van
meer dan 8 K.M. ongeveer 1H uur loo-
pen) zou innemen. Hierbij is ongeveer
1 K.M. theologie, 1 KM. Grieksche en
Latijnsche classieken. meerdere zalen
met tijdschriften, met almanakken,
met dissertaties, een groote verzame
ling Noorsche litteratuur, enz.
Wie zoekt, heeft heel veel kans hier
te vinden, want een zoo rijke verzame
ling boeken zal men elders in Neder
land nauwelijks of niet aantreffen.
ontsierende reclame.
De Kantonrechter alhier heeft heden
uitspraak gedaan in de zaak tegen T.
A. v d H. te Oud-Ade en H.- S. te War
mond, die hadden terechtgestaan, dat
zij in strijd met de verordening tot
het tegengaan van ontsierende recla
me te Warmond reclameborden voor
Harteveld's Kaagwater op hun land,
gelegen in het landelijk gedeelte van
Warmond, hadden geplaatst zonder
vergunning van B. en W.
De Kantonrechter heeft S. vrijgespro
ken, omdht uit het getuigenverhoor
was gebleken, dat de plaats, waar het
bord stond, niet was gelegen in het
landelijk gedeelte.
v. d. H. werd ontslagen van rechts
vervolging, omdat het feit, zooals het
in de dagvaarding was omschreven,
niet strafbaar was, aangezien niet was
ten laste gelegd, dat het bord stond
op een van het openbaar- vaarwater
af zichtbare plaats, wat vorens de
verordening wordt vereischt.
De vorm van een getuigschrift.
Vanmorgen heeft ter civiele zitting
van het Kantongerecht voor het eerst
gediend de zaak van H. J. van O. ont
slagen werkman bij de HTM. te^en de
ze Mij. v. O. wenschte geen genoegen
te nemen met de formuleering van het
getuigschrift en vorderde nu een ge
tuigschrift. zooals hij meende dat het
behoorde. Voor v. O. trad op Mr. Ro-
meyn, die concludeerde overeenkom
stig het rekest, waarifa nemens Mr.
Stipriaan Lulscius, die voor de HTM.
optrad, 4 weken voor antwoord werd
gevraagd.
Sumatra-Comitè.
Bij het Sumatra-Comitó zijn nog de
volgende giften ingekomen:
F. E. Tl; Dr. T. f2.50; N. N. flj
d. R. f2; W. F. v. d. R. f2.50;
X. te L. f5, L. M. IC. f10; Wede.
Dr. G. W.—H. f2.50; Dr. R. H. f2.50.
en Dr. H. O., Den Haag, f5.
Giften worden nog gaarne ingewacht
bij den Penningmeester, den heer F.
Muys van de Moer, Plantsoen 49, Lei
den, gironummer 57471.
Zweminrichting Rijn- Schickanaal
tijdelijk gesloten.
Aan boord van een schip, liggende
in het kanaal, nabij de Lammebrug,
is een geval van buiktyphus geconsta
teerd.
In verband daarmede is de zwem
inrichting van de Leidsche Zwemclub,
op advies van Dr. van der Horst vain
den Gemeentelijken geneeskundigen
dienst, tijdelijk gesloten.
Het bestuur der Zwemclub heeft
reeds maatregelen getroffen, zQodat
de leden in de zweminrichting D«e Zijl
mot hunt oegangskaarurn van de I.cid
soke Zwemclub toegang hebben.
Gister, Dinsdagmiddag is bii het
bouwwerk op het terrein der Stede
lijke lichtfabrieken te Leiden de 26-ja-
rige bouwyakarbeider C. Brandt van
een hoogte van 13 Meter van een'stei
ger gevallen. Hij was op slag dood. De
politie heeft het lijk in beslag geno
men en wegens het veroorzaken van
dood door schuld proces-verbaal opge
maakt tegen dengeen, die met de. lei
ding van dif bouwwerk is belast, aan
gezien er niet afdoende voor de veilig
heid was gezorgd.
De heer J. J. Metz uit Rotterdam,
een der ernstig gewonden bii het spoor
wegongeluk aan de Vink. heeft giste
ren in het Acad. Ziekenhuis een ope
ratie ondergaan.
Zijn toestand was heden redelijk.
De overige gewonden maken het
goed.
In de volkstuintjes achter de Da
Costastraat is een wit schaap onbe
heerd aangetroffen, welk dier geschut
is.
Burgerlijke Stand.
Geboren: Hendrik Johannes, z v H
Helvenstein en M. Rijsbergen; Wybe,
z v T. de Jong en A. C. Baars; Anna
Petronella Maria, d v A. Reyngoudt en
T. P. Stoel; Barbara Corna. Maria, d v
C P. T. Omtzigt ep B. C. M. Laken;
Alida Cornelia, d v C. v Onseien en
C. P. Dekker; Bertus Marinus, z v D.
Schouten en C G. Reijken; Pieter Da
vid, z v D. Arentsen en M. v Weerlee;
Adra. Isabella Hendrica, d v W. B. A.
Leune en E. J. M v Haasteren; Gerar-
dus Hendrikus, z v P Blijsw:jk en S.
J. Kruyk; Trijntje Elisabeth, <1 v P.
Slootweg en T. de Wilde; Carel Hen
drik, z v J. W Carton ep M. Philippo;
Elisabeth Alida Catha., d v J Boot en
A. H. Ouwerkerk; Abraham, z v H. C.
F. de Greef en P Meijer; David, z v S.
Stokkel en W. Te9ke; Maarten, z v M.
de Bruyn en J. Barendse, Hendrica
Martina Maria, d v L. P. v. d. Geea* en
M. M A. Mens; Elisabeth, d v W. Tes-
ke en A, Onderwato^ llendrika
Binnenland.
Persstemmen ever d9 Troonrede.
De militaire relletjes te Assen.
Buitenland.
'Een bespreking van da Brltsche re
geering en het mijnwerkersbestunr.
De Belgische regeering verkl aart het
voorstel-Loewenstein onaannemelijk.
Clasina, dvC. M. v. iHaastrecht en M.
W. Janmaat; Paulina Geertruida
Adriana, d v L. J C. Aalbersberg en
en E. H. D. Beijer; liuhertus, z v B
Mieloo en W. Sinteur,Maria Helena,
d v H. J. van Slagmaat en J. M. Vijl-
brief; Lydia, d v J D Slijkhuis en A.
Keyzer; Catharina Francina, d v J. v.
d. Weijden en C. M «le Vos; Neeltje
Hendrikje, d v A. Mulder en J. Hvze-
lendoorn; Cor Johan, z v P. N llorree
en J. v. d. K^ast; Cornells Johanna
Maria, z v C. Jeuster en M. G. Bakkers;
Jacobus Antonius* z v A. J Graafmans
en M. van Duuren.
Gverleden: C. AbspoelKret, vr. 59
j; H. de Lange; dr 3 mnd, E. C. Jonk,
dr. 8 w; W. v. Velzen, z. 2 w;J. C. P
Geil, vr. 80 j; J VersterKamerlingh
Onnes, vr. 63 j; W. v. d. Heijden, dr.
20 mnd.; J LamanBon ,vr., 43 jA.
M. Vermeulende Muynek, vr GO j.;
C. A. H. Corel, zn., 3mnd A. J. Ber
gers, zn., 18 j.; A. SchepperSchme-
renbeek, vr., 50 j M. Webber, dr., 71 j.
Gehuwd: S. Kukler, im en C. v. d.
Berg, jd; A. Singeling, jm en J. Be-
kooy, jd; J. v. Houten, jm en S M. Par
don. jd; J. Chaudron, jm en G. v. d-
Wilden, jd; J. Pardon, jm enH. Taver
ne, jd; D Boon, jm en T. Onvlee, jd; I.
Masurel, jm en M. E. Goddijn, jd; L G.
Menijn, jm en G. v. Dijk.
BINNENLAND.
Extra treinen op Zondag.
Op de vragen van den heer Kersten
betreffende het inleggen van extra
treinen *op Zondag 18 en 25 October j 1.
in verband met de kermis te Luik en
de in verband daarmede door de Ne
derlands che Spoorwegen geplaatste ad
vertenties, antwoordde de Minister van
Waterstaat:
Bij onderzoek is den minister geble
ken, dat door de Nederlahdsche Spoor
wegen gezamenlijk met de Belgische
j'aarlijks bij gelegenheid van de ker
mis te Luik extratreineu worden inge
legd tusschen Maastricht en Luik, ten
einde in het belang van publick en per
soneel het zeer drukke verkeer mees
ter te kunnen blijven, dat dergelijke
treinen ook hebben geloopen op de in
de vragen genoemde Zondagen en dat
die niet in de dienstregeling voorko
mende treinen per advertentie zijn be
kend gemaakt, zonder welke adverten
tie de inlegging geen zin zou hebben
gehad
Bij deze treinen is geen tariefsveria
ging toegepast en was het eenige doel
het vervoer te kunnen beheerschen
Hoewel de Minister persoonlijk deze
vermeerdering van arbeia op Zondag
betreurt, kan hij hierin v. de zijde van
de spoorwegdirectie geen aanmoediging
tot ontheiliging van den Zondag zien
en is hij van meening, dat door geen
ïpoatregelen te nemen groote verwar
ring zou kunnen ontstaan, wat zeker
de Zondagsrust en le Zondagsheili-
•ging niet zou kunnen bevorderen.
De minister is van oordeel, dat toe
standen, als in deze vragen worden ge
wraakt langs anderen weg dan op de
verlangde wijze moeten worden be
streden en hij zou het daarom niet
goed achten, den gevraagden invloed
der regeering aan te wen ten.
Op de vragen van den heer Duymaer
var/ Twist betreffende het loopen van
een extra-trein tegen verlaagd tarief
op Zondag 18 April 1926 /an Amster
dam gn van '9-Gravenliage naar Tiel,
antwoordde genoemde minister:
De directie der spoorwegen is ge
woon, in het zomerseizoen het reizen
te bevorderen, door het inleggen van
treinen met verlaagd tarief. Dit ge
schied op dagen en van en naar plaat
sen, die aan de directie voor dit loei
geschikt voorkomen, zoowel in de
week als des Zondags, en in oeids ge
vallen wordt een gelijke verlaging van
het tarief toegepast.
De minister heeft met de beantwoor
ding der vragen willen wachten totdat
het resultaat van het zomerseizoen
1926 bekend zou kunnen zijn, van
welk uitstel hij tevens gebruik heeft
kunnen maken om zijn eigen stand
punt ten opzichte van dit vraagstuk
te bepalen. Inmiddels beeft hij er door