NIEUWE LEIDSCHE
COURANT VAN ZATERDAG 18 SEPTEMBER TBE0
CÏÏR. GEREF. KERK.
Berdepen: Te Rozenburg, G. v.
Zaal te Deventer.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE
B e r oj e p e nTe Aalsmeer, O. L. t
d. Veen te Vieringen.
Bevestiging, Afscheid en Intrede.
Ds. D. d e W i t hoopt 17 Oct. ai
scheid te nemen van de Geref. Kerk
van Berlikum en 31 October intrede te
doen in de Geref. Kerk van 'a Her
togenbosch.
Ds. C. Fergluson, hoopt 26
Sept. a.s. afscheid te nemen van de
Ned. Herv. Gem. te Durgerdam, om
3 October bevestigd te worden te 's Gra
venhage door Ds. A. B. te Winkel
6 October hoopt Ds. F. zjjn intrede
te doen.
Ds. J. A. Schelp hoopt 10 Oct
a.s. afscheid te nemen van de Gerei,
kerk van Dronrjjp, om 24 Oct. dav. in
trede te doen te Bolnes.
Bevestiger is Ds. de Wit te Ber
li knm.
De classis-Haarlem.
In aansluiting aan hetgeen wjj reeds
met betrekking tot de zaak van Ds. van
Duin berichtten, geven wq thans het
officieele veralag der classis Haarlem
die gisteren in de Noorderkerk aan de
Ridderstraat weer bjjeen kwam.
In deze vergadering kwam aan de
orde de losmaking van Ds. v. Duin
van de Geref. Kerk van Haarlemmer
meer O.Z.
Ds. Bfeukeiaar bracht namens de de-
putacen ad. art. 49 K.O. en de deputa
oen Synodi een advies uit, waarmede Dü
van Duin accoord gmg.
Uit dit advies Kwam voort het vol
gende voorstel:
„De vergaaering van de Geref. Ker
ken in de classis. Haanem, gehoord de
door de EeriL te Ualiweg mgeuiende eii
met redenen omkleede bezwaren, waar
om zg zich niet kunnen conformeeren
met net. besorit tot opheffing van de
schorsf'ü' van Ds van Duin, overwe»
gende de moeilijk heden, die inerdoot
zijn gerezen, gelet op de omstandig
neid, dat de Generale Synode binnen
enKele weken weer samenkomen za<, van
oordeel uat, zooa.s thans de LoestandeQ
in de kerk van Haarlemmermeer O.Z
zijn, Ds. van Duin in actieveu dienst
van deze kerk niet kan worden gehand
haard, gen oord ook het naartoe strek-
kenu au vies van de deputaten Synom
en ad art. 49 K. O., besiuit,
ie. Zicht te wenden tot de Generale
Synode, mei volledige mededeeiing van
ue door ue Kernen van Halfweg en U.Z
ingediende bezwaren tegen de ophef
ling der schorsing van Ds. van Duin
met verzoek, uat de Generale Synouc.
zich hierover ui spreke.
2e. Met de effectueering (toepassing)
van het besluit der ciassis lot opheffing
der schorsing te wachten, totdat het
antwoord der Generale Synode zal zijn
ingekomen.
3e..De beslissing omtrent de losma
king yan Ds. van Duin van de kerk
van O.Z. op te houden, totdat de Synode
zijn zaak iai hebben afgehandeld.
Dit voorstel werd met aigemeent
stemmen aangenomen.
Gedenksteen Dr. J. de Muor.
Naai1 gepield wordt, zal de gedenk
steen op het graf van wijlen Dr. J. U
de Moor, Zaterdag 25 Sept. a.s., des na
middags, te 3 uur, te Utrecht namen»
het comité „Gedenksteen Dr. de Moor'
door Ds. R. E. van ArkeJ. aan de fa
milie worden overgedragen.
Sexueele voorlichting in de school.
Dé redacteur D(rewes> schrijft in „De
School met den Bijbel":
„De sexueele voorlichting, die na den
■oorlog met bij zonderen ijver in de scho
len van Weenen werd gegeven, schijnt
vólkomen fiasco te hebben gemeekt.
De Stadtschulrat heeft z.ch genóoi
zaakt gezien, *op grond van zekere voor
vallen een schrijven aan de volks- en
burgerscholen te richten, waarin hij op
merkzaam maakt op de bezwaren en de
ontoelaatbaarheid der sexueele vooriich
ting in het klasse onderwijs.
De wethouder Jegt er den nadruk op,
dat de ervaring met uit onderwijs m
schoolklassen opgedaan, ten duidelijkste
heeft getoond, dat deze voorlichting aan
het gezin moet worden overgelaten.
Men wordt wel wijs, maai' hoeveel
kinderen zijn de dupe geworden van
deze voorlichting".
BINNENLAND.
De weeldeverteringgbelastlng.
De Ned. Werkgever, orgaan van het
Verb. v. Ned. Werkg., maakt er beden
king tegen, dat het uit9tel van de be
handeling toü de Weeldevertringsbe-
lasting deze belasting als het zwaard
van Damocles bovpn de in lustrie doet
liangen en oefent kritiek op het steeds
wisselende beleid ten dez?:
De voortdurende .zorgen voor het
vinden van een behoorlijk afzetgebied
en de agitatie .van de zijde van de vak-
vei eenigingen hunner arbeiders doen
veel van het schoone in Is m latscliap-
peiijke functie van d°n ondernemer
verbleeken. Maar naa9t deze zorgen en
verwikkelingen hangt de fiscale Diony
sios hun nog het scherp geslepen
zwaard der weeldeverteringsbelasting
aan een zeer dun draadje boven het
hoofd.
Wat wij op dit oogenblik bereikt heb
ben is alleen dit, dat Minister De Geer
bereid is gevonden voorloopig althans
dit draadje nog niet door te knippen.
Maar hij blijft met zijn schaar gereed
staan om onzen armen Damocles met
het zwaard te treffen. De betrokken
industrie wacht met angstige oogen 's
Ministers verdere handelingen af.
Een toestand van onzekerheid is
door het besluit van Minister De Geer
zeker geschapen. Het wil ons voorko
men dat dit reeds op algemeene motie
ven onjuist moet worden genoemd.
Wil men een belasting Invoeren, dan
moet men het ontwerp daarvan zoo be
hoorlijk mogelijk voorbereiden, doch
daarna moet men dan ook de zaak
doorzetten of er van af zien, opdat de
betrokkenen weten waar zij aan toe
zijn. In het geval van rle weeldeverte
ringsbelasting werkt de onzekerheid
echter dubbel schadelijk Wie zal in
dezen tijd, nu de 2&ken toch reeds zoo
moeilijk gaan, nog aan verdere uitbrei
ding denken. Wie zal zijn volle krach
ten wijden aan voortgezette bezuiniging
wanneer hem elk oogenblik n nelasting
dreigt te treffen, welke al zijn moeite
en zorgen tot piets dreigt terug te
brengen?
Eerst was het Minister De Vries, die
de industrieelen opschrikte met plan
nen van een luxe-belasting. Dat ont
werp werd ingetrokken. De industrie
herademde. Toen kreeg men het eerste
ontwerp-Colijn met een belasting op
weeldeartikelen bij den detaillist Een
felle critiek stak op. Een nota van wij
ziging werd voorbereid. Toen veran
derde men plotseling van systeem. Van
de heffing bij den detaillist zou het
worden een heffing bij de bron. Artike
len, die eerst als luxe werden bestem
peld, trof men in het later ontwerp
niet meer aan, andere artikelen, die
in het eerste ontwerp niet genoemd
stonden, kwamen in het - latere ont
werp weer wel voor. En nu heeft Mi
nister De Geer opnieuw een nota van
wijziging ingediend. Weer wordt wij
ziging aangebracht in artikelen, welke
onder de luxe zullen vallen en welke
er niet onder vallen en nog steeds blijft
dus de invoering van een weeldever-
ringsbelasting, gelijk wij reeds zeiden,
als een zwaard van Damocles boven
het hoofd der industrie 'mngel^n.
Laat men er nu eindelijk eens mee
uitscheiden onze industrie steeds maar
op te jagen en laat men in het bijzon
der het droombeeld vam. een goede luxe
belasting te kunnen maken definitief
opgeven.
INGEZONDEN.
v«rantwooro*lykh*ld dar Hartaatf^
„Patrimonium
Hooggeachte Heer Hoofdredacteur,
Mag ik, na zooveel gastvrijheid ge
noten te hebben in uw blad nog eens
even bij u aankloppen? Onze Radio
avond zal D.V. Woensdagavond 22 Sep
temher 8,10 aanvangen. Ze zal, zoo het
zich laat aanzien, in Den Haag vol
doende belangstelling hebben. Doch
zal ze waarlijk in het geheel slagen,
dan moet alom in het land, mee den
Heere worden aangeroepen, worden ge
luisterd, meegezongen en medegeof-
ferd. Zou u daartoe zoo goed willen
TWEEDE BLAD.
II Uit de Schriften. j|
DE TROUW VAN GOD.
Ik zal ze te zamen zette
als de schapen van Bozra; als
een kudde te midden van hare
kooi zullen zjj vanmenschen
deunen.
Micha2:i2b.
Gelukkig voor Israël, dat heit in een,
verbond staat met God, die met vas
ten, onver an d erl ijken wil het goede
voor Zijn volk zoekt.
Ofschoon het alles verdorven heeft
en daarom in Babels gevangenschap
terecht is gekomen en waardig is, ge
heel door den Heere verworpen te
worden, niettemin houdt Hij stand.
De grootheid en de wijsheid van
Gods trouw gaat het kloekste begrip
te boven. Al is er naar menscheiijke
^berekening niet meer voor Israël te
hdpen, Hij weet altijd weer nieuwe we
gen en middelen uit te denken om Zijni
heilsplan met Israël uit te voeren.
JacoS is klein geworden in Babel,
Israël is zoo gedund, dat er slechts een
klein overblijfsel is overgelaten. De
vijanden lachen en vragen: „Waar isi
uw God?" En waren zij nü op zich
zelf aangewezen dan was het weldra
met hen afgedaan.
Maar God is er, en Hij 'is IsraëLs
God, en dat blijft Hij. Heeft Hij niet
met Abraham een eeuwig verbond
gemaakt? En met een eed gezworen:
jiergen zullen wijken en heuvelen wan
kelen, maar mijne goedertierenheid zal
van u niet wijken en het verbond mijns
vredee zal niet wankelen, zegt de
Heere, uw Ontfermer"
"Zoo heeft Hij Ziclizeiven gebonden.
En met zuik een God kan Israël ge
slagen, maar nooit vernietigd worden.
De braambosch, kan knetteren in het
vuur maar niet verteren. Gods belof
ten redden lsraëis toekomst.
Ik zal spreekt de Heere.
Ik zal ze te zamen zetten als scha
pen van Bozra.
Heerlij!.a belofte. Israël begreep ter
stond wat de Heere hiermede wilde
zeggen.
Bozra in het land der Edomieten
was bekend om zijn rijkdom aan scha
pen. Groote kudaen van dat wollige
vee vervulden daar de lucht met huni
vroolijk geblaat.
Zoo menigvuldig zal de Heere Zijn
Volk weer maken.
En Hij voegt er bij: „Als een kuddei
in het midden van hare kooi, zullen zij
van menschen deunen".
Stel u die kudde van Bozra voor,
saanigedrongen in de kooi. Welk een
bedrijvigheid. Met hoeveel welgeval
len ziet. de eigenaar op die kudde
neer. De blatingen van die duizend
schapen en lammeren zijn als muziek
in zijne ooren.'
Zoo zal de Heere ook nog eens
weer in wel geval 1 en jop Zijn volk neer
zien. De tijd zal komen, dat de twist
tegen God en Zijn volk een einde zal
nemen. Israël zal weer groot en vroo
lijk worden in het licht van Gods vrien
delijk aangezicht. Het zal weer worden
als van ouds en God zal Zich weer
in de vroolijke bedrijvigheid van Zijn
volk verlustigen en Zijn lang bedwon
gen liefde weer over hen uitgieten in
vollen stroom.
Heerlijk is Gods trouw. Altijd. Ten
•einde toe.
Heil het volk, dat met dien God in
een verbond van genade mag staan.
Het mag om zijner zohden wil gedu
rig getuchtigd worden, die kastijdin
gen zijn tot nut. Nooit laat God Zich
door Zijn it oom zoo meesleepen dat
Hij Zijn gena vergieten zou.
Is dat ook niet de ervaring geweest
van de Kerk in alle tijden?
Zeker, er zijn tijden gerwcc3t dat
ze als tot niet werd. Als in de uagenj
van Elia. Een nachthutje in den kom
kommerhof. Dat de vijand riep: nogi
even, dan is de naam van Jezus Chris
tus van de aarde verdwenen.
Maar dan vergat die vijand dat dat
volk een Koning heeft die alle macht
heeft in hemel en op aarde, en gezegd:
heeft, dat de poorten der hei Zijne
gemeente niet zullen overweldigen.
vit mwamsgg—BBBacaasagsamsai
FEUILLETON.
Door leed en strijd.
6)
Alexis zat bij de groote kachel, want
de avonden waren nog koud, met Ve-
lia op zijn knie. en den rechterarm om
zijn zoon geslagen. Michaël had hun
veel te vertellen, en zij hadden hem
van alles te vragen. Zij vermeden het
niet over hun moeder te spreken, van
wie zii echter niet gewaagden als >an
iemand, die dood en voor hen verloren
was, maar als van een reizigster, die
het eind van den tocht had berèikt
en vóór hen in het hemelsch tehuis
was aa^~ekomen.
De Hemel was zoo al niet voor Ale
xis zelf dan toch voor Michaël en Ve-
lia zoo iets wezenlijks, alsof hij een
ander land op den aardbodem was ge
weest. Zii meenden er evenveel van
te weten als van Siberië of van den
Transkaukasus, waarheen zooveel
Stun dis ten waren verbannen en waar
zij zelf wellicht te eeniger tijd ook
zouden heengevoerd worden. Slechts
met dit onderscheid: zij waren over
tuigd, dat zij naar den Hemel zouden
gaap. en dit konden zij niet met even
veel zekerheid van Siberië zeggen.
Verkoelde vriendschap.
Michaël was besloten zich niet door
de koelheid van zijn vroegere vrienden
en speelmakkers te laten afschrikken.
Kij wist wel. dat zii hem beschouwden
als een ketter, maar dat wan Mi ook
Als het Zijn tijd was, dan zond Hjjl
Zijn woord weer uit, en bekleedde dat'
woord met de onweerstaanbare macht
van Zijn Geest, en of de vijanden dan
al' te hoop liepen om dat werk Gods)
te keer en, tevergeefs. De kerk brak)
weer uit in menigte. Als een kudde
in het midden van de kooi, ging het!
weer van menschen deunen en er
kwam weer een levendigheid en be
drijvigheid op het gebied van het Ko
ninkrijk Gods dat alle berekeningen en
voorspellingen des vijands er door wer
den te schande gemaakt.
Dat de kerk dan in heilige ver
wondering de goedertierenheid desl
Heer en love en Zijne getrouwheid! dan
kend erkerme.
Want al onze kerken en scholen, en
al wat nog werkt en ijvert voor het
Koninkrijk der hemelen dat hebben
wij eeniglijk te danken aan de trouw,
van onzen God en Vader, aan de nooit
verflauwde voorbidding. Van onzen
grooten Hoogepriester, en aan de blij
vende inwoning van den H. Geest.
Moet die volstandige liefde ons dan
niet tot wederliefde nopen, zich uitetndj
in een leven van godzaligheid? En
moet niet ieder hart onder ons de
sterke begeerte koesteren om, met af
staan van alle ongerechtigheid, in deru
weg van geloof en bekeering, te vol
harden in des Heer en dienst tot het
einde toe?
En dat te meer omdat nog donkere
dagen zullen aanbreken voor het erf
deel des Heeren, De afval komt en ve
len zullen vergaan als de bladeren:
des booms in den storm.
Maar het woord blijft staan: „Ik,
zal ze zetten als schapen van Bozra
als een kudde in het midden van hare
hooi zullen zij van menscnen deunen
De bede van onzen Heiland, zal ver
hoord worden: Vader, Ik wil dat waar
ik ben, ook die bil Mij zijn, die Gijl
Mij gegeven hebt'en het zal een
schare zijn die niemand tellen kan, èn,
zalig, heerlijk, vol van leven, van hei
lig- v roolijke bedrijvigheid, en God
zai verheerlijkt worden in dit Zijn eigen
werk.
ALS DE VOORSr OED KOMT.
Gij zijl liet, Heere, Die mij niet
in al mijn droefheid laat verkwijnen,
Die. als ik voortga vol verdriet,
een lichtstraal op mijn pad laat
schijnen;
een lichtstraal, die op 't donker pad
mij weer verblijd doet voorwaarts
treden;
opnieuw verwachtend, hopend, dat
het drukkend leed thans is geleden.
dat 'k thans van tegenspoed, die mij
vol smart deed voortgaan, ben ont
heven,
dat voorspoed mij nu wacht, dat Gij
mii vreugde op mijn pad zult geven
Gij zilt het, Heere, Gij alleen.
Die mii weer hoop en moed komt
schenken,
dat 'k thans mag voortgaan op mijn
schreên,
wijl G' in Uw gunst mij wilt gedenken.
O, leer mij daarvoor U den dank
te brengen, laat 'm' U loven, prijzen;
vervul mii met een jubelklank
van Uwe wónd're gunstbewijzen.
Leer. Heere, als de voorspoed mij
thans op miin wegen gaat omringen,
m' U danken, voor de vreugd, die Gij
mij schenkt door Uwe zegeningen.
KERK EN SCHOOL,
NED. HEkV KERK
'Drietal: Te Fejjencord, J. F. Roth
te Almkerk. G. Vèrcioes Kleijn te Doni
drecht. G. B. Westenburg te Beverwijk
Aangenom en: Naar Zutphen, K.
A. Beversluis te Groothuizen.
GEREF 'KERKEN
Zestal: Te 's Gravenhage-West, vac
Ds. Schuurman, H. S. Bouma te Leeu
warden. Dr. C. Bouma te Zwolle. P. G
de Bruijn te Apeldoorn. H. A. Munnik
te Zwohe. E. J. Wientjes te Oudshoorn.
G. v. d. Woude te Gorredjjk.
Twe etal: Te 's Gravenhage-West,
H. S. Bouma te Leeuwarden en P. G.
de Brujjn te Apeldoorn.
Beroepen: Te Aalsmeer, J. Mey- 1
nen, cand. te Baarn.
geweest yoordat hij zich naar Schot
land begaf dit was dus niets nieuws
'tls waar, zijn beste vriend was Kou-
draty's zoon. Sergius. geweest, even
als hij een ketter, en diens genegen
heid was onveranderd gebleven, maar
hij had het toch 'altijd goed kunnen
vinden met de andere jongens van het
dorp, en hij wist, dat zii niet open
mond zouden luisteren naar de verha
len van zijn reis, en verrukt zouden
wezen over de schatten, die hij had
meegebracht. Hij had op zijn minst
een dozijn zakmessen bii zich, die zijn
oom Sandy voor hem gekocht had om
onder zijn vrienden te Knishi uit te
deelen. Hii wenschte niets liever dan
de oude vriendschapsbanden weer aan
te knoopen. En dan had hii pakjes
met naalden voor de vrouwen meege
bracht en poppen voor de kleine meis
jes. Zulke mooie poppen en zulke bes
te naalden als men nog nooit te Knis
hi gezien had: bii twijfelde er niet
aan of ze zouden iedere deur en elk
hart vopr hem ontsluiten. Daar was
Yarina's kleine meisje. Velia's liefste
speelmakkertje. Hii had voor haar een
Engelsche pop meegebracht, precies
zooals die van zijn zusje. Yarina was
een goede lendin van zijn moeder
geweest, en Catharina zelve had hem
een aandenken voor haar gegeven.
Den eersten mor«i na zijn thuis
komst begaf hij zich op weg, de zak
ken vol met geschenken. De eene pop
schonk hii aan Velia, en verzocht haai
de andere voor hem te willen dragen.
Vol blijde verwachting ging hij den
kant op naar Knishi, maar toen hii het
pad wilde inslaan, dat naar de boer
derij van Yarina voerde, hield zijn
zusje hem terug en zeide met een be
droefd stemmetje:
„Daar mogen wii niet heengaan."
„Waarom niet?" vroeg Michaël.
„Okhrim is Starosta geworden" ant
woordde het kind, „en hij heeft ge
zegd, dat ik niet meer met Sofia mag
spelen. Gij weet. hii is haar grootva
der. Alleen wanneer ik een kruis maak
en voor de afgodsbeelden kniel" ver
volgde zii. tot hem opziende met oo
gen. die vol tranen stonden.
„Dat moet gii nimmer doen" zeide
Michaël, terwijl zijn vroolijk jongens
gelaat eensvl~~c betrok.
„O neen, zeker niet" antwoordde het
kleine meisje, „maar ik mis Sofia zoo
heel erg."
De tranen rolden haar '~-gs de wan
gen, doch een oogenblik'later vervolg
de zii weer met een glimlach:
„Maar nu geef ik er niet meer zoo
veel om" en zijn hand vaster in de
hare klemmende zeide zij: „Ik heb nu
miin eigen, groote broer."
„Hebt gii nu niemand meer om mee
te spelen, Velia?" vroeg hij.
„Ja, de andere Stundistenkinderen"
antwoordde zii. „maar wij mogen niet
meer naar school gaan. Vader Cyrillus
zou het niet willen hebben, maar Va
der Vasili kreeg, juist voordat hij stierf
de aanschrijving, dat de kinderen van
de Stundisten, als zij niet naar de
kerk gingen, ook niet op de Orthodoxe
school mochten komen, en nu kan Va
der Cyrillus er-niets meer aan doen."
„Dan zal ik naar Sergius gaan'1 zei
Michaël, „en gii moogt Sofia's pop aan
de kleine Clava geven."
„Clava zal er blij mee zijn" hernam
Velia, „maar o, het spijt mii zoo voor
Sofia! Zij moet maar nimmer weten,
dat ze heel uit Schotland voor haar
meegebracht is. en dat een ander meis
ie die nu gekregen heeft."
De boerderij van Kharitou Koudraty,
de vader van Michaël's besten vriend
Sergius, was veel kleiner en minder
welvarend dan die van Alexis Ivanoff.
Bet huis lag een weinig bezijdén het
dorp op de grens van de steppe, waai
de bloemen op sommige plaatsen zóó
welig groeiden, dat men geen sprietje
gras en geen handbreed van den bo
dem zien kon. Onder een heg, die ze
tegen den wind beschutte, stond een
lange rii biienkorven. Kharitou Kou
draty had .de bijenteelt overgenomen
van Loukyan, een ouden diaken, die
gestorven was ten gevolge van de
slechte behandeling in de gevangenis,
tijdens de laatste vervolging te Knishi.
Hij voorzag in ziin onderhoud en dat
van zijn gezin hoofdzakelijk door den
verkoop van honig en was, en nadat
men liem naar Kovylsk in de gevan
genis had gebracht, zetten ziin zoon
Sergius, een knaap van den leeftijd
van Michaël, en ziin twaalf jarige doch
ter Marfa dien handel voort. Zii had
den de zorg voor de bijen op zioh ge
nomen en bebouwden de kleine stuk
ken grond,, die hun vader toebehoor
den^ En het moet gezegd worden, dat
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 18 Sept. 1926.
Ik las in oen dagblad, ik behoef de
naam niet te noemen, ieder weet liet
wel, de volgende ontboezeming:
„Kuratoren yan het Leidsche Gym
nasium hebben een zendbrief gericht
tot de leerlingen van die school om
trent bun onheilspéllende plichtever
zaking. Dansen, sport, s avonds uit
gaan naar vermakelijkheden, opschool
niet opletten en smokkelen („spieken
als er proefwerk gemaakt moet wor
den. En zoo komen ze zonder geeste
lijke uitrusting op de Universiteit
Op de achterpagina van dezelfde
avondkrant:
Op één dag voor de Maastrichtsche
Rechtbank afgedaan zes zedenmis
drijven, waarvan vijf gepleegd met
meisjes onder de zestien jaren. Drie
mannelijk beklaagden hadden zich ver
grepen aan hetzelfde meisie onder de
vijftien. Eén jongen van 24 met een
meisje van 14. Een andere jongen van
19 met een meisje van 16Enzoo-
voorts!
De Leidsche ellende speelt zich af
aan den top der samenleving. De
Maastrichtsche in den afgrond. Het
ziin de uitersten, die elkaar in' de ver
wildering ontmoeten. De beide klach
ten zijn algemeen. De statistieken der
examens èn van de zedendelicten wij
zen het uit.
Er is maar éen geneesmiddel:
stramme organisatie in de arbeiders
klasse, felle strijd voor één gemeen
schap van werkers. Geen overweelde
van boven. Geen onderbeschaving bo
neden. Alles aan den arbeid, maar ar
beid voor allen. .-Socialisme!"
Alles aan den arbeid, maar arbeid
voor gillen.
Accoord, maar dan naar den regel
van 1 Gor. 6:19 en 20.
Ons lichaam een tempel des Heiligen
Geeste-s.
Wij zijn duur gekocht, zoo verheer
lijken wij God iu ons lichaam en in
onzen geest, welke Godes ziin.
OBSERVATOR
zijn om het onderstaande programma
deze week in uw blad te willen opne
men?
Het is, menschelijkerwijs, toevallig,
dat onze avond valt na den rooden
Zondag. Den dag des Heeren mis
bruikt men om ons volk te verdeelen
en veelszins op materieele dingen de
aandacht te vestigen
Het ware goed, dat Woensdag 22
September intensief getuigde van de
instemming met het: Toenadering
eischt Gods orde en dezer tijden nood.
Uw dw. dn. W. HEIJNS.
Secr. Jub.com. Patrimonium. J
Programma van den 'Radio-avond,
op Woensdag 22 September 1926. aan
vang 8,10 uur.
1. Opening door dpn voorzitter der
afd. Den Haag van Patrimonium.
2. Gemeenschappelijk zingen van Ps.
95 vers 1.
3. Zang door Meyr. Kaat: a. „Kom
nu met zang." Valerius, b. „Carmelis-
Berg." Uit Coers liederboek, c. „Den
zoeten naam Jezus." Oud Ned lied.
4. Zang door het koor van Mevr. B.
Quak: a. „Mijn Herder is God." B.
Klein. b. „Du HirJ- lsraëis" D. Bort-
niansky.
5. Rede van den Hoogedelgestr. heer
J. Schouten van Rotterdam.
6. Orgelspel van den heer C. Vos, or
ganist der N.Z. kerk. „Cantilène pas
torale" A. Guilmant.
7. Mededeelingen van den secretaris
der Jubileum-Commissie, den heer W.
Heijns.
8. Gemeenschappelijk zingen van Ps.
68:14 en 17.
9. Orgelspel van den heer C. Vos. a.
„Vision" J. Rheinberger. b. „Marche
Triumphale" J. Lemmens.
10. Zang. Mevr. Kaat: a. „Sieg der
Zeit und Wahrheit" G. F. H&ndel. b.
Panis Angelicus" C. Franck, met
cello-begeleiding.
11. Rede Dr. K. Dijk, predikant te
Den Haag: „Toenadering eischt Gods
orde en dezer tiiden nood."
12. Zang, door het koor: a. „Im Früh
ling" W. Bargiel. b. ..Morgenstunde"
M. Bruch. met sopraan-solo mevrouw
Kaat.
13. Gemeenschappelijk zingen van
Ps. 67:3.
14. Sluiting door Dr. K. Dijk,
zii zich met de grootste nauwgezetheid
van deze taak kwéten.
Michaël werd door het geheele ge
zin met blijde verrassing en luide wel-
komstkreten begroet. Marfa alleen kon
niet spreken, maar de tranen stonden
haar in de oogen. Sergius klemde zijn
vriend, in de armen en de kleine Clava
sprong van blijdschap in het rond, met
de Engelsche pop tegen het hart ge
drukt, terwijl Tantiania, Koudraty's
vrouw, hem zoo hartelijk kuste alsof
ze zijn eigen moeder geweest ware.
In dezen kring liet de begroeting niets
te wenschen over en Michaël gevoelde
zich weer eenigszins getro^*
„Laten wij eens naar de bijenkorven
gaan kijken, Sergius" zeide Michaël
na een poos.
Ilii verlangde er naar met zijn
vriend alleen tè ziin en hem te vragen
of het waar was. dat rf*-» kinderen
der Stundisten alle omgang met de
andere kinderen ontzegd hun zelfs-
het bezoeken der Orthodoxe school
verboden was. Helaas, het verhaal van
Velia bleek maar al te waar te zijnl
De Orthodoxe ouders hadden aan hun
kinderen eiken omgang met de ket
ters verboden. Dezen waren feitelijk
in den ban gedaan. Dit had in menig
gezin van het dorp een groot, zii het
da ook kortstondig, verdriet veroor
zaakt, want kindervriendschap is dik
wijls warm en innig. Yarina's kleine
meid had zich zelfs de verwijdering
van Velia en de kleine Clava zooeeer
aangetrokken, dat zii er ziek van .was
geworden. ("Wordt vervolgd)