NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 18 SEPTEMBER TBE0 CÏÏR. GEREF. KERK. Berdepen: Te Rozenburg, G. v. Zaal te Deventer. DOOPSGEZINDE GEMEENTE B e r oj e p e nTe Aalsmeer, O. L. t d. Veen te Vieringen. Bevestiging, Afscheid en Intrede. Ds. D. d e W i t hoopt 17 Oct. ai scheid te nemen van de Geref. Kerk van Berlikum en 31 October intrede te doen in de Geref. Kerk van 'a Her togenbosch. Ds. C. Fergluson, hoopt 26 Sept. a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. te Durgerdam, om 3 October bevestigd te worden te 's Gra venhage door Ds. A. B. te Winkel 6 October hoopt Ds. F. zjjn intrede te doen. Ds. J. A. Schelp hoopt 10 Oct a.s. afscheid te nemen van de Gerei, kerk van Dronrjjp, om 24 Oct. dav. in trede te doen te Bolnes. Bevestiger is Ds. de Wit te Ber li knm. De classis-Haarlem. In aansluiting aan hetgeen wjj reeds met betrekking tot de zaak van Ds. van Duin berichtten, geven wq thans het officieele veralag der classis Haarlem die gisteren in de Noorderkerk aan de Ridderstraat weer bjjeen kwam. In deze vergadering kwam aan de orde de losmaking van Ds. v. Duin van de Geref. Kerk van Haarlemmer meer O.Z. Ds. Bfeukeiaar bracht namens de de- putacen ad. art. 49 K.O. en de deputa oen Synodi een advies uit, waarmede Dü van Duin accoord gmg. Uit dit advies Kwam voort het vol gende voorstel: „De vergaaering van de Geref. Ker ken in de classis. Haanem, gehoord de door de EeriL te Ualiweg mgeuiende eii met redenen omkleede bezwaren, waar om zg zich niet kunnen conformeeren met net. besorit tot opheffing van de schorsf'ü' van Ds van Duin, overwe» gende de moeilijk heden, die inerdoot zijn gerezen, gelet op de omstandig neid, dat de Generale Synode binnen enKele weken weer samenkomen za<, van oordeel uat, zooa.s thans de LoestandeQ in de kerk van Haarlemmermeer O.Z zijn, Ds. van Duin in actieveu dienst van deze kerk niet kan worden gehand haard, gen oord ook het naartoe strek- kenu au vies van de deputaten Synom en ad art. 49 K. O., besiuit, ie. Zicht te wenden tot de Generale Synode, mei volledige mededeeiing van ue door ue Kernen van Halfweg en U.Z ingediende bezwaren tegen de ophef ling der schorsing van Ds. van Duin met verzoek, uat de Generale Synouc. zich hierover ui spreke. 2e. Met de effectueering (toepassing) van het besluit der ciassis lot opheffing der schorsing te wachten, totdat het antwoord der Generale Synode zal zijn ingekomen. 3e..De beslissing omtrent de losma king yan Ds. van Duin van de kerk van O.Z. op te houden, totdat de Synode zijn zaak iai hebben afgehandeld. Dit voorstel werd met aigemeent stemmen aangenomen. Gedenksteen Dr. J. de Muor. Naai1 gepield wordt, zal de gedenk steen op het graf van wijlen Dr. J. U de Moor, Zaterdag 25 Sept. a.s., des na middags, te 3 uur, te Utrecht namen» het comité „Gedenksteen Dr. de Moor' door Ds. R. E. van ArkeJ. aan de fa milie worden overgedragen. Sexueele voorlichting in de school. Dé redacteur D(rewes> schrijft in „De School met den Bijbel": „De sexueele voorlichting, die na den ■oorlog met bij zonderen ijver in de scho len van Weenen werd gegeven, schijnt vólkomen fiasco te hebben gemeekt. De Stadtschulrat heeft z.ch genóoi zaakt gezien, *op grond van zekere voor vallen een schrijven aan de volks- en burgerscholen te richten, waarin hij op merkzaam maakt op de bezwaren en de ontoelaatbaarheid der sexueele vooriich ting in het klasse onderwijs. De wethouder Jegt er den nadruk op, dat de ervaring met uit onderwijs m schoolklassen opgedaan, ten duidelijkste heeft getoond, dat deze voorlichting aan het gezin moet worden overgelaten. Men wordt wel wijs, maai' hoeveel kinderen zijn de dupe geworden van deze voorlichting". BINNENLAND. De weeldeverteringgbelastlng. De Ned. Werkgever, orgaan van het Verb. v. Ned. Werkg., maakt er beden king tegen, dat het uit9tel van de be handeling toü de Weeldevertringsbe- lasting deze belasting als het zwaard van Damocles bovpn de in lustrie doet liangen en oefent kritiek op het steeds wisselende beleid ten dez?: De voortdurende .zorgen voor het vinden van een behoorlijk afzetgebied en de agitatie .van de zijde van de vak- vei eenigingen hunner arbeiders doen veel van het schoone in Is m latscliap- peiijke functie van d°n ondernemer verbleeken. Maar naa9t deze zorgen en verwikkelingen hangt de fiscale Diony sios hun nog het scherp geslepen zwaard der weeldeverteringsbelasting aan een zeer dun draadje boven het hoofd. Wat wij op dit oogenblik bereikt heb ben is alleen dit, dat Minister De Geer bereid is gevonden voorloopig althans dit draadje nog niet door te knippen. Maar hij blijft met zijn schaar gereed staan om onzen armen Damocles met het zwaard te treffen. De betrokken industrie wacht met angstige oogen 's Ministers verdere handelingen af. Een toestand van onzekerheid is door het besluit van Minister De Geer zeker geschapen. Het wil ons voorko men dat dit reeds op algemeene motie ven onjuist moet worden genoemd. Wil men een belasting Invoeren, dan moet men het ontwerp daarvan zoo be hoorlijk mogelijk voorbereiden, doch daarna moet men dan ook de zaak doorzetten of er van af zien, opdat de betrokkenen weten waar zij aan toe zijn. In het geval van rle weeldeverte ringsbelasting werkt de onzekerheid echter dubbel schadelijk Wie zal in dezen tijd, nu de 2&ken toch reeds zoo moeilijk gaan, nog aan verdere uitbrei ding denken. Wie zal zijn volle krach ten wijden aan voortgezette bezuiniging wanneer hem elk oogenblik n nelasting dreigt te treffen, welke al zijn moeite en zorgen tot piets dreigt terug te brengen? Eerst was het Minister De Vries, die de industrieelen opschrikte met plan nen van een luxe-belasting. Dat ont werp werd ingetrokken. De industrie herademde. Toen kreeg men het eerste ontwerp-Colijn met een belasting op weeldeartikelen bij den detaillist Een felle critiek stak op. Een nota van wij ziging werd voorbereid. Toen veran derde men plotseling van systeem. Van de heffing bij den detaillist zou het worden een heffing bij de bron. Artike len, die eerst als luxe werden bestem peld, trof men in het later ontwerp niet meer aan, andere artikelen, die in het eerste ontwerp niet genoemd stonden, kwamen in het - latere ont werp weer wel voor. En nu heeft Mi nister De Geer opnieuw een nota van wijziging ingediend. Weer wordt wij ziging aangebracht in artikelen, welke onder de luxe zullen vallen en welke er niet onder vallen en nog steeds blijft dus de invoering van een weeldever- ringsbelasting, gelijk wij reeds zeiden, als een zwaard van Damocles boven het hoofd der industrie 'mngel^n. Laat men er nu eindelijk eens mee uitscheiden onze industrie steeds maar op te jagen en laat men in het bijzon der het droombeeld vam. een goede luxe belasting te kunnen maken definitief opgeven. INGEZONDEN. v«rantwooro*lykh*ld dar Hartaatf^ „Patrimonium Hooggeachte Heer Hoofdredacteur, Mag ik, na zooveel gastvrijheid ge noten te hebben in uw blad nog eens even bij u aankloppen? Onze Radio avond zal D.V. Woensdagavond 22 Sep temher 8,10 aanvangen. Ze zal, zoo het zich laat aanzien, in Den Haag vol doende belangstelling hebben. Doch zal ze waarlijk in het geheel slagen, dan moet alom in het land, mee den Heere worden aangeroepen, worden ge luisterd, meegezongen en medegeof- ferd. Zou u daartoe zoo goed willen TWEEDE BLAD. II Uit de Schriften. j| DE TROUW VAN GOD. Ik zal ze te zamen zette als de schapen van Bozra; als een kudde te midden van hare kooi zullen zjj vanmenschen deunen. Micha2:i2b. Gelukkig voor Israël, dat heit in een, verbond staat met God, die met vas ten, onver an d erl ijken wil het goede voor Zijn volk zoekt. Ofschoon het alles verdorven heeft en daarom in Babels gevangenschap terecht is gekomen en waardig is, ge heel door den Heere verworpen te worden, niettemin houdt Hij stand. De grootheid en de wijsheid van Gods trouw gaat het kloekste begrip te boven. Al is er naar menscheiijke ^berekening niet meer voor Israël te hdpen, Hij weet altijd weer nieuwe we gen en middelen uit te denken om Zijni heilsplan met Israël uit te voeren. JacoS is klein geworden in Babel, Israël is zoo gedund, dat er slechts een klein overblijfsel is overgelaten. De vijanden lachen en vragen: „Waar isi uw God?" En waren zij nü op zich zelf aangewezen dan was het weldra met hen afgedaan. Maar God is er, en Hij 'is IsraëLs God, en dat blijft Hij. Heeft Hij niet met Abraham een eeuwig verbond gemaakt? En met een eed gezworen: jiergen zullen wijken en heuvelen wan kelen, maar mijne goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond mijns vredee zal niet wankelen, zegt de Heere, uw Ontfermer" "Zoo heeft Hij Ziclizeiven gebonden. En met zuik een God kan Israël ge slagen, maar nooit vernietigd worden. De braambosch, kan knetteren in het vuur maar niet verteren. Gods belof ten redden lsraëis toekomst. Ik zal spreekt de Heere. Ik zal ze te zamen zetten als scha pen van Bozra. Heerlij!.a belofte. Israël begreep ter stond wat de Heere hiermede wilde zeggen. Bozra in het land der Edomieten was bekend om zijn rijkdom aan scha pen. Groote kudaen van dat wollige vee vervulden daar de lucht met huni vroolijk geblaat. Zoo menigvuldig zal de Heere Zijn Volk weer maken. En Hij voegt er bij: „Als een kuddei in het midden van hare kooi, zullen zij van menschen deunen". Stel u die kudde van Bozra voor, saanigedrongen in de kooi. Welk een bedrijvigheid. Met hoeveel welgeval len ziet. de eigenaar op die kudde neer. De blatingen van die duizend schapen en lammeren zijn als muziek in zijne ooren.' Zoo zal de Heere ook nog eens weer in wel geval 1 en jop Zijn volk neer zien. De tijd zal komen, dat de twist tegen God en Zijn volk een einde zal nemen. Israël zal weer groot en vroo lijk worden in het licht van Gods vrien delijk aangezicht. Het zal weer worden als van ouds en God zal Zich weer in de vroolijke bedrijvigheid van Zijn volk verlustigen en Zijn lang bedwon gen liefde weer over hen uitgieten in vollen stroom. Heerlijk is Gods trouw. Altijd. Ten •einde toe. Heil het volk, dat met dien God in een verbond van genade mag staan. Het mag om zijner zohden wil gedu rig getuchtigd worden, die kastijdin gen zijn tot nut. Nooit laat God Zich door Zijn it oom zoo meesleepen dat Hij Zijn gena vergieten zou. Is dat ook niet de ervaring geweest van de Kerk in alle tijden? Zeker, er zijn tijden gerwcc3t dat ze als tot niet werd. Als in de uagenj van Elia. Een nachthutje in den kom kommerhof. Dat de vijand riep: nogi even, dan is de naam van Jezus Chris tus van de aarde verdwenen. Maar dan vergat die vijand dat dat volk een Koning heeft die alle macht heeft in hemel en op aarde, en gezegd: heeft, dat de poorten der hei Zijne gemeente niet zullen overweldigen. vit mwamsgg—BBBacaasagsamsai FEUILLETON. Door leed en strijd. 6) Alexis zat bij de groote kachel, want de avonden waren nog koud, met Ve- lia op zijn knie. en den rechterarm om zijn zoon geslagen. Michaël had hun veel te vertellen, en zij hadden hem van alles te vragen. Zij vermeden het niet over hun moeder te spreken, van wie zii echter niet gewaagden als >an iemand, die dood en voor hen verloren was, maar als van een reizigster, die het eind van den tocht had berèikt en vóór hen in het hemelsch tehuis was aa^~ekomen. De Hemel was zoo al niet voor Ale xis zelf dan toch voor Michaël en Ve- lia zoo iets wezenlijks, alsof hij een ander land op den aardbodem was ge weest. Zii meenden er evenveel van te weten als van Siberië of van den Transkaukasus, waarheen zooveel Stun dis ten waren verbannen en waar zij zelf wellicht te eeniger tijd ook zouden heengevoerd worden. Slechts met dit onderscheid: zij waren over tuigd, dat zij naar den Hemel zouden gaap. en dit konden zij niet met even veel zekerheid van Siberië zeggen. Verkoelde vriendschap. Michaël was besloten zich niet door de koelheid van zijn vroegere vrienden en speelmakkers te laten afschrikken. Kij wist wel. dat zii hem beschouwden als een ketter, maar dat wan Mi ook Als het Zijn tijd was, dan zond Hjjl Zijn woord weer uit, en bekleedde dat' woord met de onweerstaanbare macht van Zijn Geest, en of de vijanden dan al' te hoop liepen om dat werk Gods) te keer en, tevergeefs. De kerk brak) weer uit in menigte. Als een kudde in het midden van de kooi, ging het! weer van menschen deunen en er kwam weer een levendigheid en be drijvigheid op het gebied van het Ko ninkrijk Gods dat alle berekeningen en voorspellingen des vijands er door wer den te schande gemaakt. Dat de kerk dan in heilige ver wondering de goedertierenheid desl Heer en love en Zijne getrouwheid! dan kend erkerme. Want al onze kerken en scholen, en al wat nog werkt en ijvert voor het Koninkrijk der hemelen dat hebben wij eeniglijk te danken aan de trouw, van onzen God en Vader, aan de nooit verflauwde voorbidding. Van onzen grooten Hoogepriester, en aan de blij vende inwoning van den H. Geest. Moet die volstandige liefde ons dan niet tot wederliefde nopen, zich uitetndj in een leven van godzaligheid? En moet niet ieder hart onder ons de sterke begeerte koesteren om, met af staan van alle ongerechtigheid, in deru weg van geloof en bekeering, te vol harden in des Heer en dienst tot het einde toe? En dat te meer omdat nog donkere dagen zullen aanbreken voor het erf deel des Heeren, De afval komt en ve len zullen vergaan als de bladeren: des booms in den storm. Maar het woord blijft staan: „Ik, zal ze zetten als schapen van Bozra als een kudde in het midden van hare hooi zullen zij van menscnen deunen De bede van onzen Heiland, zal ver hoord worden: Vader, Ik wil dat waar ik ben, ook die bil Mij zijn, die Gijl Mij gegeven hebt'en het zal een schare zijn die niemand tellen kan, èn, zalig, heerlijk, vol van leven, van hei lig- v roolijke bedrijvigheid, en God zai verheerlijkt worden in dit Zijn eigen werk. ALS DE VOORSr OED KOMT. Gij zijl liet, Heere, Die mij niet in al mijn droefheid laat verkwijnen, Die. als ik voortga vol verdriet, een lichtstraal op mijn pad laat schijnen; een lichtstraal, die op 't donker pad mij weer verblijd doet voorwaarts treden; opnieuw verwachtend, hopend, dat het drukkend leed thans is geleden. dat 'k thans van tegenspoed, die mij vol smart deed voortgaan, ben ont heven, dat voorspoed mij nu wacht, dat Gij mii vreugde op mijn pad zult geven Gij zilt het, Heere, Gij alleen. Die mii weer hoop en moed komt schenken, dat 'k thans mag voortgaan op mijn schreên, wijl G' in Uw gunst mij wilt gedenken. O, leer mij daarvoor U den dank te brengen, laat 'm' U loven, prijzen; vervul mii met een jubelklank van Uwe wónd're gunstbewijzen. Leer. Heere, als de voorspoed mij thans op miin wegen gaat omringen, m' U danken, voor de vreugd, die Gij mij schenkt door Uwe zegeningen. KERK EN SCHOOL, NED. HEkV KERK 'Drietal: Te Fejjencord, J. F. Roth te Almkerk. G. Vèrcioes Kleijn te Doni drecht. G. B. Westenburg te Beverwijk Aangenom en: Naar Zutphen, K. A. Beversluis te Groothuizen. GEREF 'KERKEN Zestal: Te 's Gravenhage-West, vac Ds. Schuurman, H. S. Bouma te Leeu warden. Dr. C. Bouma te Zwolle. P. G de Bruijn te Apeldoorn. H. A. Munnik te Zwohe. E. J. Wientjes te Oudshoorn. G. v. d. Woude te Gorredjjk. Twe etal: Te 's Gravenhage-West, H. S. Bouma te Leeuwarden en P. G. de Brujjn te Apeldoorn. Beroepen: Te Aalsmeer, J. Mey- 1 nen, cand. te Baarn. geweest yoordat hij zich naar Schot land begaf dit was dus niets nieuws 'tls waar, zijn beste vriend was Kou- draty's zoon. Sergius. geweest, even als hij een ketter, en diens genegen heid was onveranderd gebleven, maar hij had het toch 'altijd goed kunnen vinden met de andere jongens van het dorp, en hij wist, dat zii niet open mond zouden luisteren naar de verha len van zijn reis, en verrukt zouden wezen over de schatten, die hij had meegebracht. Hij had op zijn minst een dozijn zakmessen bii zich, die zijn oom Sandy voor hem gekocht had om onder zijn vrienden te Knishi uit te deelen. Hii wenschte niets liever dan de oude vriendschapsbanden weer aan te knoopen. En dan had hii pakjes met naalden voor de vrouwen meege bracht en poppen voor de kleine meis jes. Zulke mooie poppen en zulke bes te naalden als men nog nooit te Knis hi gezien had: bii twijfelde er niet aan of ze zouden iedere deur en elk hart vopr hem ontsluiten. Daar was Yarina's kleine meisje. Velia's liefste speelmakkertje. Hii had voor haar een Engelsche pop meegebracht, precies zooals die van zijn zusje. Yarina was een goede lendin van zijn moeder geweest, en Catharina zelve had hem een aandenken voor haar gegeven. Den eersten mor«i na zijn thuis komst begaf hij zich op weg, de zak ken vol met geschenken. De eene pop schonk hii aan Velia, en verzocht haai de andere voor hem te willen dragen. Vol blijde verwachting ging hij den kant op naar Knishi, maar toen hii het pad wilde inslaan, dat naar de boer derij van Yarina voerde, hield zijn zusje hem terug en zeide met een be droefd stemmetje: „Daar mogen wii niet heengaan." „Waarom niet?" vroeg Michaël. „Okhrim is Starosta geworden" ant woordde het kind, „en hij heeft ge zegd, dat ik niet meer met Sofia mag spelen. Gij weet. hii is haar grootva der. Alleen wanneer ik een kruis maak en voor de afgodsbeelden kniel" ver volgde zii. tot hem opziende met oo gen. die vol tranen stonden. „Dat moet gii nimmer doen" zeide Michaël, terwijl zijn vroolijk jongens gelaat eensvl~~c betrok. „O neen, zeker niet" antwoordde het kleine meisje, „maar ik mis Sofia zoo heel erg." De tranen rolden haar '~-gs de wan gen, doch een oogenblik'later vervolg de zii weer met een glimlach: „Maar nu geef ik er niet meer zoo veel om" en zijn hand vaster in de hare klemmende zeide zij: „Ik heb nu miin eigen, groote broer." „Hebt gii nu niemand meer om mee te spelen, Velia?" vroeg hij. „Ja, de andere Stundistenkinderen" antwoordde zii. „maar wij mogen niet meer naar school gaan. Vader Cyrillus zou het niet willen hebben, maar Va der Vasili kreeg, juist voordat hij stierf de aanschrijving, dat de kinderen van de Stundisten, als zij niet naar de kerk gingen, ook niet op de Orthodoxe school mochten komen, en nu kan Va der Cyrillus er-niets meer aan doen." „Dan zal ik naar Sergius gaan'1 zei Michaël, „en gii moogt Sofia's pop aan de kleine Clava geven." „Clava zal er blij mee zijn" hernam Velia, „maar o, het spijt mii zoo voor Sofia! Zij moet maar nimmer weten, dat ze heel uit Schotland voor haar meegebracht is. en dat een ander meis ie die nu gekregen heeft." De boerderij van Kharitou Koudraty, de vader van Michaël's besten vriend Sergius, was veel kleiner en minder welvarend dan die van Alexis Ivanoff. Bet huis lag een weinig bezijdén het dorp op de grens van de steppe, waai de bloemen op sommige plaatsen zóó welig groeiden, dat men geen sprietje gras en geen handbreed van den bo dem zien kon. Onder een heg, die ze tegen den wind beschutte, stond een lange rii biienkorven. Kharitou Kou draty had .de bijenteelt overgenomen van Loukyan, een ouden diaken, die gestorven was ten gevolge van de slechte behandeling in de gevangenis, tijdens de laatste vervolging te Knishi. Hij voorzag in ziin onderhoud en dat van zijn gezin hoofdzakelijk door den verkoop van honig en was, en nadat men liem naar Kovylsk in de gevan genis had gebracht, zetten ziin zoon Sergius, een knaap van den leeftijd van Michaël, en ziin twaalf jarige doch ter Marfa dien handel voort. Zii had den de zorg voor de bijen op zioh ge nomen en bebouwden de kleine stuk ken grond,, die hun vader toebehoor den^ En het moet gezegd worden, dat AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 18 Sept. 1926. Ik las in oen dagblad, ik behoef de naam niet te noemen, ieder weet liet wel, de volgende ontboezeming: „Kuratoren yan het Leidsche Gym nasium hebben een zendbrief gericht tot de leerlingen van die school om trent bun onheilspéllende plichtever zaking. Dansen, sport, s avonds uit gaan naar vermakelijkheden, opschool niet opletten en smokkelen („spieken als er proefwerk gemaakt moet wor den. En zoo komen ze zonder geeste lijke uitrusting op de Universiteit Op de achterpagina van dezelfde avondkrant: Op één dag voor de Maastrichtsche Rechtbank afgedaan zes zedenmis drijven, waarvan vijf gepleegd met meisjes onder de zestien jaren. Drie mannelijk beklaagden hadden zich ver grepen aan hetzelfde meisie onder de vijftien. Eén jongen van 24 met een meisje van 14. Een andere jongen van 19 met een meisje van 16Enzoo- voorts! De Leidsche ellende speelt zich af aan den top der samenleving. De Maastrichtsche in den afgrond. Het ziin de uitersten, die elkaar in' de ver wildering ontmoeten. De beide klach ten zijn algemeen. De statistieken der examens èn van de zedendelicten wij zen het uit. Er is maar éen geneesmiddel: stramme organisatie in de arbeiders klasse, felle strijd voor één gemeen schap van werkers. Geen overweelde van boven. Geen onderbeschaving bo neden. Alles aan den arbeid, maar ar beid voor allen. .-Socialisme!" Alles aan den arbeid, maar arbeid voor gillen. Accoord, maar dan naar den regel van 1 Gor. 6:19 en 20. Ons lichaam een tempel des Heiligen Geeste-s. Wij zijn duur gekocht, zoo verheer lijken wij God iu ons lichaam en in onzen geest, welke Godes ziin. OBSERVATOR zijn om het onderstaande programma deze week in uw blad te willen opne men? Het is, menschelijkerwijs, toevallig, dat onze avond valt na den rooden Zondag. Den dag des Heeren mis bruikt men om ons volk te verdeelen en veelszins op materieele dingen de aandacht te vestigen Het ware goed, dat Woensdag 22 September intensief getuigde van de instemming met het: Toenadering eischt Gods orde en dezer tijden nood. Uw dw. dn. W. HEIJNS. Secr. Jub.com. Patrimonium. J Programma van den 'Radio-avond, op Woensdag 22 September 1926. aan vang 8,10 uur. 1. Opening door dpn voorzitter der afd. Den Haag van Patrimonium. 2. Gemeenschappelijk zingen van Ps. 95 vers 1. 3. Zang door Meyr. Kaat: a. „Kom nu met zang." Valerius, b. „Carmelis- Berg." Uit Coers liederboek, c. „Den zoeten naam Jezus." Oud Ned lied. 4. Zang door het koor van Mevr. B. Quak: a. „Mijn Herder is God." B. Klein. b. „Du HirJ- lsraëis" D. Bort- niansky. 5. Rede van den Hoogedelgestr. heer J. Schouten van Rotterdam. 6. Orgelspel van den heer C. Vos, or ganist der N.Z. kerk. „Cantilène pas torale" A. Guilmant. 7. Mededeelingen van den secretaris der Jubileum-Commissie, den heer W. Heijns. 8. Gemeenschappelijk zingen van Ps. 68:14 en 17. 9. Orgelspel van den heer C. Vos. a. „Vision" J. Rheinberger. b. „Marche Triumphale" J. Lemmens. 10. Zang. Mevr. Kaat: a. „Sieg der Zeit und Wahrheit" G. F. H&ndel. b. Panis Angelicus" C. Franck, met cello-begeleiding. 11. Rede Dr. K. Dijk, predikant te Den Haag: „Toenadering eischt Gods orde en dezer tiiden nood." 12. Zang, door het koor: a. „Im Früh ling" W. Bargiel. b. ..Morgenstunde" M. Bruch. met sopraan-solo mevrouw Kaat. 13. Gemeenschappelijk zingen van Ps. 67:3. 14. Sluiting door Dr. K. Dijk, zii zich met de grootste nauwgezetheid van deze taak kwéten. Michaël werd door het geheele ge zin met blijde verrassing en luide wel- komstkreten begroet. Marfa alleen kon niet spreken, maar de tranen stonden haar in de oogen. Sergius klemde zijn vriend, in de armen en de kleine Clava sprong van blijdschap in het rond, met de Engelsche pop tegen het hart ge drukt, terwijl Tantiania, Koudraty's vrouw, hem zoo hartelijk kuste alsof ze zijn eigen moeder geweest ware. In dezen kring liet de begroeting niets te wenschen over en Michaël gevoelde zich weer eenigszins getro^* „Laten wij eens naar de bijenkorven gaan kijken, Sergius" zeide Michaël na een poos. Ilii verlangde er naar met zijn vriend alleen tè ziin en hem te vragen of het waar was. dat rf*-» kinderen der Stundisten alle omgang met de andere kinderen ontzegd hun zelfs- het bezoeken der Orthodoxe school verboden was. Helaas, het verhaal van Velia bleek maar al te waar te zijnl De Orthodoxe ouders hadden aan hun kinderen eiken omgang met de ket ters verboden. Dezen waren feitelijk in den ban gedaan. Dit had in menig gezin van het dorp een groot, zii het da ook kortstondig, verdriet veroor zaakt, want kindervriendschap is dik wijls warm en innig. Yarina's kleine meid had zich zelfs de verwijdering van Velia en de kleine Clava zooeeer aangetrokken, dat zii er ziek van .was geworden. ("Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5