Oit nummer bestaat uit TWEE Bladen. eerste blad. In deze uwe kracht. CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Belanflriikste nieuws ia dit Hammer. binnenland. "buitenland. 7de jaargang zaterdag 18 september 1926 Rummer 192§ IDSCHE CODBANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal I 2.50 Per week i 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 BUREAUHooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS G«woae advertentiftn per regel 22ty» oeot Ingezonden Mededeelisgen, dobbel tarlei. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advert en ti Sn bij vooruitbetaling van tan hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent Het is opmerkelijk, dat de He ere aan Gideon reeds de belofte van de over winning: van de Midianieten gaf, toen Gideon zelf nog allerminst zich be kwaam gevoelde tot het volbrengen vain tfie taak. Integendeel. Gideon klaagde over. de verlatenheid van Israël door zijn God. Onze vaders hebben ons verteld, dat de Heere Israël uit Egypteland heeft opgevoerd. Doch nu heeft de Heere ons verlaten en heeft ons in der Midianiet- ten hand gegeven. Zoo klaagt Gideon. Hij ziet geen uitkomst. Maar juist dan keert de Heere zich tot hem en zegt tot hem dat merk waardige woord: Ga heen in deze uwe kracht en gii zult Israël verlossen. Heb ik u niet gezonden. Dan is Gideon nog wel niet gereed. O neen, nog heel wat bezwaren zijn te overwinnen. Gideon vraagt nog: waarmee zal ik Israël verlossen. Als God zijn belofte nogmaals herhaald en Gideon zelfs in Gods kracht den Basisdienst in zijn naaste omgeving uitroeit, dan nog begeert hii een tee- ken. Als eindelijk voor Gideon alles dui delijk is en hij op het uiterste God beproefd heeft en nu de zekerheid heeft, dat God door hem Israël zal ver lossen. dan verzamelt hij zijn leger, twee en dertig duizend man. Gideon acht dat legër noodig. Andermaal moet God hem leeren, dat het alleen G o d is die Israël ver lossen kan en dat Gideon en» zijn man nen slechts het middel kunnen zijn. In deze uwe kracht had God ge zegd. De verslagenheid der ziel om het verlaten ziin van God dat is de stem ming. Eerst als dat wordt het wan- hoopsheimwee, dan wil de Heere óp dien roep Ziin hulp bieden. Gideon krijgt slechts 300 mannen. Een legertje, dat niet eens gevechts- klaar mag zijn. Het zijn geen gewone krijgswapenen, waarmede zij aftrek ken. Ledige kruiken, bazuinen en bran dende fakkelen. Voor het meenemen van ander oorlos-s+^'ig zal wel niet veel gelegenheid geweest ziin. Wii zouden zeggen een weerlooze hoop. Maar het waren alle overtuigde man nen. Zij waagden het met God en Gi deon: 'Wij waren zeker ven de over winning door Gods hand. Wii spreken zoo vaak van een Gide onsbende. Maar zoo weinig denken we daarbii aan het absoluut weerlooze de zer mannen uit krijgskunstig oogpunt. Alleen het geloofsvertrouwen maakt hen tot een Gideonsbende. Is het niet meermalen in ons leven precies als met Gideon. Nu eens troos teloos als we zien op de verwording en de ellende van de Maatschappij. Dan weer meenen wij dat God ons verlossing geeft als een tijdlang alles naar wensch gaat. als we den Ba&ls- dienst mogen helpen verdrijven. Wij hebben tijden gehad waarin de politieke gebeurtenissen ons een ver rassing waren. God schonk overwin ningen en wij mochten roemen in de vrijheid. Meermalen heeft de geschie denis 'van de laatste halve eeuw ons verlossingen gebracht op een wijze die ons aan Gideon deden denken. Maar ook telkens weer kwam er in zinking. Slap en futloos was dan het leger. De groote aanwas der tegenstan ders (als sprinkhanen in menigte wa ren de Midianieten) benam alle moed. Hoe velen verlieten onze slagorden als het er op aan kwam. Dat Gideons- leger wat zou het? Gideons duizend is immers het armste in Manasse en Gi deon de kleinste in zijns vaders huis Maar gelukkig. God geeft telkens weer bemoediging. Ondanks onz© zon de zoekt hij ons telkens weer op. Maar God werkt ook middellijk. Hij gebruikt een Gideon. Hij verkiest zelf een Gideonsbende. Hij geeft de middelen zelf aan, indien we maar ge- loovig op Zijn wenken letten. iHij geeft ook zelf den tijd aan In dien wij er maar op lettert willen. Wij meenen vaak. dat het louter menschen vinding is, het werk van de voormannen, om in tijden dat de verkiezingen aanstaande zijn de orga nisatie te versterken en de beteekenis van den koihenden strijd uiteen te zetten. Zoo mogen wii niet denken. Neen, God geeft ons die gelegenheid. Gods voorzienig bestel gaat ook over die naar onze opvatting zoo gewone din gen. Maar wii moeten ons ook bewust zijn, dat wii daarin een heilige taak hebben, dat onthopding zonde is, zon de van onttrekken aan het werk dat ons van God gegeven is. Dr. Kuyper heeft dit eens zoo duide lijk uiteen gezet, als hij zegt: „Ware 't motief onzer tegenstanders nu reeds Anti-Christelijk in absoluten zin, we zouden in dezen politiek en strijd ons niet mogen mengen, maai* met vreeze en beven hebben te wachten tot de Heere komt. Maar nu we weten, dut ook in ons Vaderland alle strijd der geesten ten finale moet uitloo- pen op een voor of tegen den Christus; en het voor ons vaststaat, dat het anti-Christelijk beginsel wel reeds sterk gist, maar toch de cons5 cientie der natie nog niet heeft toe- geschroeid, nu moet al wie in Chris tus. als Gebieder en Beschikker over ons Vaderland gelooft, zoo hij zijn va derland waarachtig liefheeft, voor de eer© van Christus ook in onze staat kunde opkomen; en is mits we dit vol standig, mits we dit met beleid en met eenparigen schouder doen, de moge lijkheid niet uitgesloten, dat de geest van den afval bij ons worde gestuit." ,We hebben het sinds dien telkens en telkens weer gezien dat wel de af val doorging, maar t^h in zijn ergste gevolgen werd tegengehouden. Maar Dr. Kuyper wist het ,hoe de Gideon's dapperen moesten geoefend worden in den tijd aan den slag voor afgaande. Ook wees hij er op, dat wel het begin van de overwinniing door God gegeven wordt zonder krijgswa penen, maar dat om Midan ten onder te brengen geheel Israël moest worden te wapen geroepen. Zoo,ook onder ons..Wij moeten al len bezield worden. Het gaat niet om vermeerdering van o.ns getal, om uit breiding van ons terrein, het gaat om het behoud van wat we hebben. Er is groot gevaar, dat we ernstige verliezen zullen leiden. Daarom allen s Gideon in deze onze kracht. Zoo gaan we de wintercampagne in. Er zullen velen niet met ons optrek ken. In Gideon's dagen waren er ook niet weinigen in Israël, die met Gide on niet mee wilden. Eerst toen ze het heil van Israëls God zagen, kwamen ze mopperend bii Gideon vragen, waar om zij niet opgeroepen waren. Toch was geheel Israël opgeroepen. Zoo ooknu nog. Misschien is het begin van den strijd voor de enkelen maar straks zal geheel het Anti-Revo lutionair© volk worden opgeroepen. Dat dan niemand achterblijve. V Geen legende. Het is reeds zoo vaak gezegd, maar kan nooit met genoeg klem herhaald worden, dat wij ons onvoorwaarde'ijk aan Gods Woord moeten vasthpuden Laten we de feiten van Gods Woord tot ons spreken als legenden dan stel len we ons bloot voor de ongoJoofstheo- rie. Maar bovenal we onteeren God die ons door die feiten onderwijst. Op dén jaardag van Ie afdeeling Friesland der Confessioneel© vereeni ging heeft Dr. Lodder van Doorn nog eens weer krachtig getuigenis gegeven voor de noodzakelijkheid van vasthou den aan de- geschiedkundige medeee- lingen van Gods Woord. Het is, zegt Dr. Lodder, thans zoo geheel anders'dan twee eeuwen ge leden. Toen geloofde men het Woord Gods en thans komen de cultuur-men- schen haast elke bladzijde der Heilige Schrift ontkennen. Spreker ergert zich in het diepst van zijn ziel aan onze groote liberale dagbladen, die spreken van de legende van Jezus' geboorte in den stal en van de mythe van de wij zen uit het Oosten. De Bijbel is voortal loos velen een gesloten boek. Een inge steld onderzoek, naar de Bijbelkennis van leerlingen van het Gymnasium te Utrecht, bracht allerbedroevenste re sultaten aan het licht. Op de Christe lijke gemeente rust de taak het volk terug te roepen tot de Wet en de Ge tuigenis. Telkens stuit men op den twijfel. Daarom is het zoo kostelijk, dat in de laatste dertig jaar door de opgravingen, o.a. in Egypte, dé Heili ge Schrift wordt bevestigd, zoodat wij aan 'de ongeloovige wetenschap, maar ook aan onze kinderen, die met zoo ve lerlei vragen ons bestormen, kunnen zeggen, ziet ge nu wel, dat die oude Bijbel geen kunstig verdichte fabelen bevat. Het is zoo verblijdend, dat er weer een algemeen strijden voor de waarheid Óntstaat bij alle Christenen. Men voelt dat de grond onder de voe ten wordt weggegraven en dat het daarom noodig is waakzaam te zijn. Het is een strijd niet alleen op het erf der Gereformeerde Kekren of de Her vormde Kerk maar een strijd over de geheele wereld. STADSNIEUWS. Kerkconcert. Mevrouw Noordewier onderneemt n tournée in Amerika en in dit verre groote land, zoo geheel anders dan het oude Europa, zal zij de concertzalen vullen met haar altijd nog bewonde renswaardig geluid. Welk een moed, welk een durf, welk een fier bewustzijn van noe te kunnen bij deze bejaard© zangeres. En ook, welk een eer voor het kleine Neder land in de Nieuwe Wereld 1 Maar vóór zij vertrekt geeft zij een afscheidsconcert in verschillende plaat sen van Nederland. En men weet hot op prijs te stellen. Elk jaar vraagt men zich af: Zou dit het laatste zijn? Elk jaar opnieuw de verrassing: Mevr. Noordewier zingt nog! En hoel O neen, het is niet meer de stem van een meisje of jonge vrouw; maar het is de stem van iemand, die door een lanjg, kunstzinnig leven de hoogste trap van het kunnen heeft bereikt, technisch en muzikaal. Er is in het ge luid, in de voordracht een vergeeste lijk^- gekomen, die de jeugd nog vreemd is, een wondere klaarheid van expressie, een passielooze verheerlijk king, die tekst en melodie doorsiddert en opheft uit de bewogen sferen van het aardsche. Tegenover deze zangeres zwijgt alle critiek. Er blijft slechts over een groo te dankbaarheid, dat zij nog altijd in het rijke bezit is harer zeldzame gaven en dat wij zoo gelukkig mogen zijn, daarvap te genieten. Moge zij zich nog ©enige jaren in onverzwakte kracht handhaven. Begonnen werd met een "Aria uit Cantate 146 van Bach, met obligaat fluitpartij, terwijl het orgel ©en zacht gonzend© achtergrond gaf. Een werk van rustige schoonheid. Vervolgens hoorden we een der „Geistliche Kon- zerte" van H. Schütz en voorganger van Bach, met iets meer aan de Itali- aansche school verwante vormgeving. Heerlijk werd dit schoone 'werk voor gedragen en in ademlooze spanning aangehoord. Een spanning van stilte die als 'tware na elk nummer hoor baar werd en toonde hoe zeer het niet overtalrijk opgekomen publiek de kerk had stampvol behooren te zijn! de heerlijke gaven van mevrouw Noordewier wist te waardeeren. Maar er moet onmiddellijk aan toegevoegd worden, dat de organist Van der Horst zich absoluut met- kunstzinnig begrip bii de zangeres aansluit en om den 'beurtelings stralenden, jubelenden en dan weer stil vermijmerenden zang een passende sfeer weet te scheppen We denken even aan voordracht en begeleiding van de woorden: „drum will ich deineh Namen o süsester Jesu allewege in meinem Munde tragen." Welke mooie dingen Van der Horst met het orgel weet te doen, dat stugge maar toch zoo schoon© instrument on zer Pieterskerk, hoorden we ook bij de begeleiding van „Als de ziele luistert." Dat lied van Gazelle was hier op zijn plaats. De .delen der toehoorders heb ben geluisterd en de gewijde ruimte j-ondom ons scheen melodie geworden architectuur. „Als de ziele luistert" en zich open stelt voor de schoonheid, zich openstelt voor de Godsspraak, die door een kerkconcert als dit tot ons kan komen, ontdekt z© '■—ral "'t diep- gedoken woord zoo zoet." Mevr. Noordewier heeft het ons op bezielende wijze verklankt. D© muziek van Van den Sigtenhorst Meyer is modern, zonder te streven naar al te gedurfde accoorrlverbindin- gen. ^Waarschijnlijk door de Fransche invloeden, waarvan zij blijk geeft, blijft zij een stemmingsvolle gratie behou den. Mevr. Noordewier vertolkt ons twee liederen van Jan Luyken, door genoemden componist getoonzet. Vooral het tweede vonden we een machtige compositie, waarin de tekst lieel innig en sterk doorleefd was. Al naar 'de woorden het eischten een me ditatief gemijmer of als aan het slot een stralenden jubel, met prachtige breede welving van melodie. En els dan de zangeres' het lied uitgezongen heeft en op onnavolgbare wijze de stemming vertolkt, mijmert het orgel nog na, alsof het de melodieën maar niet kwijt kan raken en in stille ex- tas© nog ©en wijle verheerlijkt. Wij hadden het voorrecht voor de tweede maal Mevr. Noordewier Han dels heerlijke Aria „Süsse Stille, sanf- te Quelle, Ruhiger Gelassenheit" te.hooren voordragen. En hoe schoon! 'Opmerkelijk is in dit fijne werk ook weer hoe Handel voor de fluit schrijft. In zijn oratoria, b.v. de „Messias" kan men opmerken welk een bijzondere plaats de fluit in zijn instrumentatie inneemt. Soms weemoedig, soms dar tel, omzlngt het parelig zilveren fluit- geluid de melodieën met zijn droevige of jubelende modulaties en het glanst als een leeuwerikslied hoven de gelui den der 'aarde, om soms heel zacht te versterven. En daarbii de zachte gon zing van het orgel, een mijmerende goudzang, soms even extatisch zich verheffend. Handel is als Bach een or- gelziel, maar meer dan deze verliefd op sierlijkheid van vorm, ode uit bundigheid van de barok. Met een drietal moderne Engelsche liederen besloot Mevr. Noordewier den avond. Het laatste vers was éen jubel: Jesus Christ is risen today. Alleluja. Het spreekt wel van zelf, dat we eer9t onze aandacht wijdden aan de zangeres. Maar aan het begin van het concert werd onze belangstelling gfir wekt door het voortreffelijk orgelspel van Ant. van der Horst. Ingeleid werd met Bach's Fantasie en fuga in a kl. terts, een werk dat in zijn strakke rhythmiek machtig beheerschten bouw wel zeer geschikt is, de toehoor ders in de vereischte stemming te bren gen. Bach bouwt zijn werk op uit heel eenvoudige gegevens; alle overdaad, alle pathos is him vreemd. Maar ale hij eenmaal aan het bouwen slaat, en fugatisch of canonisch zijn motieven uitwerkt, tegen elkaar zet, samenstren geit en eindelijk besluit, dan weet men met een kunstenaar van de hoog ste orde te doen te hebben. Alles is bij hem contrapuntisch en polyphonisch; hij denkt niet in de eerste plaats har monisch; de harmonie volgt haast vanzelf uit de klare polphonie van zijn muziek. Hij laat zijn stemmen maar zingen, iuhileeren, klagen, dreu nen en het komt harmonisch altijd uit. Dat is de innerlijke muzikaliteit welke alleen de zeer grooten bezitten. Men heeft kunnen opmerken, welk een stijging er in het geheel zit, hoe de Fuga steeds machtiger en rijker wordt, hoe register na register gaat spreken, tot eindelek alles bloten wordt met oen machtig slotaccoord. Het gebouw staat voor ons in zijn stoer bezielende schoonheid, zooals al leen' Bach die geven kon en zooals die heerlijk vertolkt werd door Van der Horst. Orgelmuziek van Brahms hooren we niet veel. Maar al staat ze ver bene den die van Bach, ze vertoonde in dit geva,l toch wel hot eigenaardig karak ter van het lied van Brahms, waar- van de begeleiding meestal zeer kunst vol is. Dit trof ons het meest in het derde der choraalvariaties „Schmücke dich, o liebe Seele." Voor den fluitist ten slotte niets dan lof. De heer M. Noordewier Jr. fluitist van het Concertgebouworkest, is oen meester op ziin instrument. Mochten we dit reeds opfnerken bii de obligaat partijen van Bach en Handel, in Vieil- le Chanson" van den Parijschen orga nist Büsser. trad hij op als solist en gaf van de oude melodieën, zoo stem mingsvol. omgonsd door het orgel, een fijne vertolking. En zoo is dan dit afscheidsconcert van Mevr. Noordowier, tevens de ope ningsavond van het nieuwe concert seizoen geweest, een wijdlngsstond! Moge het muzikale leven te Leiden zich gedurende den komenden winter op dat hooge en edele peil handhaven. Aanrijding. Van morgen omstreeks half twaalf wea'd in de Van der Werffstraat de 2- jarige A. B. aangereden door een auto van den heor K. De xiuto ging de kleine ovor het lichaam. Wonder boven won der heeft het kind naar het schijnt al leen enkele ontvellingen aan het hoofd bekomen. Binnenland. Vergadering Classis Haarlem Qeref. Kerken Inzake Ds. van Duin. Buitenland.' De Britsche regoering stelt den mijnwerkers bindende arbitrage voor. Het onderhond tusschen Brland en Stresemann te Thoixy. Spanje ziet al van zijn Tanger-eisch. Het mishandelde meisje. Naar wij thans vernemen, heeft het meisje uit Haarlemmermeer, dat ver leden week in den trein mishandeld en beroofd zou zijn. bii het voortgezet onderzoek hekend het verhaal verzon nen te hebben. Het taschje was bii vergissing door een der medereizigers meegenomen. Thans is ook Mej. van Schail^, een der gewonden van het spoorweg ongeluk bii de Vink, uit het Zieken huis ontslagen. —Gisteravond, tegen half elf werd een binnenbrandje ontdekt in de sla gerij van de L., Haarlemmerstraat 186 door den heer v. d. St., die daar woont, en bij zijn thuiskomst den winkel vol rook vond. Het bleek dat in eon rook- kast een stuk spek. in het vuur was gevallen en gaan branden. Bijgestaan door eenige buren slaagde Je heer v. d. W. er spoedig in het vuur te dooven. De commandant en de ondercomman dant van de brandweer waren aanwe zig met de motorspuit en het personeel Ten nadeele van den h£er J. zijn uit een in aanbouw zijnd pand van de Johan de Wittstraat stukken lood en een waterleidingbuis gestolen. Met betrekking tot den inbraak in het stadhuis vernemen wij dat het zelfde misdrijf onder gelijke omstan digheden is gepleegd te Haarlem en te Amersfoort, zoodat wellicht eenige aanwijzing is te zoeken. Woningbouw in 't land van Maas en Wadi. Het bouwbureau „Watersnood" heeft heden aanbesteed h9t bouwen van 29 woningen in "Maasbommel en 8 wonin gen in Alphen. Ingekomen waren 7 bil jetten. Laagste inschrijvers voor het geheel: Gebrs. Boort, te Zaltbommel, met f 97.830. Bij perceelsgewijze in- schijving waren laagste inschrijvers voor het bouwen van 15 woningen te Maasbommel: de firma Fest, te Nijrae gen, met f 51.636; voor 8 woningen te Alphen: Gehrs. Boort te Zaltbommeh met f 24.500; voor 6 woningen in Maas bommel: Gebrs. Boort, met f 20.921. De gunning heeft nog niet plaats gehad. Als die woningen uu nog maar voor den winter klaar komen. Verzwaring van den Maasdijk. Ged. Staten van Gelderland hebben goedgekeurd het besluit van het polder district Rijk van Nijmegen, tot ver hooging en verzwaring van den Maas- banddijk tusschen Neder-Asselt en den Ruffelschen Dijk, alsmede het besluit van de gecombineerde colleges, >vaar- dp aan den dijkstoel machtiging Is ver leend om die eigendommen aan te koo- pen, welke voor de uitvoering van be doelde werken noodzakelijk zijn. De toepassing der Invaliditeitswet. De Raad van Arbeid te Amsterdam heeft zich tot den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid gewend met het verzoek, dat Z.Exc. moge bevorderen, dat het bedrag van f 1200 genoemd in artikel 4 der Invaliditeitswet, aanzien lijk worde verhoogd, opdat niet langer tal van werklieden vallen buiten de bepalingen van 'de Invaliditeitswet, zooals tot nu toe wel het geval i3 door dat hun jaarloon de f 1200 overschrijdt. De griffier der Staten van Zeeland. Men meldt uit Middelburg: De heer H. J G.' Hartman, griffier der Staten van Ze-eland, heeft tegen 1 Januari a.s. eervol ontslag als, zooda nig aangevraagd. het britsche mijnconflict. De bespreWnaen van Baldwin. De besprekingen van Baldwin met de vier mijnwerkersleiders, waaraan ook Churchill en Steel-Maitland deel- taamen, hebben tot half een geduurd. Baldwin vertrok toen, maar de be stuursleden bleven noenmalen en om 3 uur werden de besprekingen her vat. Van bevoegde zijde verluidde om trent de oohtend b ij eenkomst,dat deze} geen tastbaar resultaat heeft opgele verd, maar het werd als hoopgevend teek en beschouwd, dat de leiders geïn viteerd werden en bereid bleken tQ blijven noenmalen om zonder dralen de besp rekingen, te kunnen voortzetten. Er is vergeefs gezocht naar een for mule, die een districtsovereenkomst met een soort van nationale regeling! zou kunnen omvatten. Toen dit niet onmiddellijk mogelijk bleek, heeft Bald win het tweede punt ter sprake ge bracht: de onmiddellijke hervatting van het werk; ook hiertoe bleken de mannen niet zonder vastere toezeg gingen bereid, waarna Baldwin een strengere "houding zou hebben aange nomen en den leiders duidelijk ge maakt, dat de regeering met ijzeren hand zou moeten ingrijpen, als beide partijen niet van zins waren, eenige} inschikkelijkheid 'te betrachten. Dit zelfde heeft hij van Evan Williams ook gezegd- x Toen de leiders in Downing Street) aankwamen werden zij door een vrij talrijke menigte hartelijk begroet. Om eventueele demonstraties of tegende- monstraties te voorkomen, heetft die» politie de menigte toen verdreven en den toegang tot de straat afgezet. Een voorstel der regeerinq. De regeering heeft den mijnwerkers- leiders een memorie aangeboden, waalt in zij 'de volgende voorstellen doet: lste. Zoodra het werk algemeen her vat is volgens voorloopige regelingen vastgesteld door plaatselijke ondernam delingen, zal de regeering een wet in dienen tot instelling van een nationaal scheidsgerecht, tenzij dit onnoodig ge-' maakt wordt, doordat er eerder een nationale overeenkomst is gesloten. 2de. Elke partij bij eenige voorloopi ge regeling, waarbij een langoren werk dag dar vroeger wordt bepaald, mag zich tot dit scheidsgerecht wenden ter behandeling van* iedere aangelegen heid. die bij zoo'n regeling is uitge maakt en die voor Juli "1925 gewoon lijk bij een nationale regeling werd be handeld. 3de. Het scheidsgerecht zal de voor loopige regelingen oeveetigen of wijzi gen ten aanzien van de punten, daar- bü. aanhangig gemaakt, eai van een da-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1