INGEZONDEN.
Ons Babbelhoekje. ij
ft t ilfc Z£GË£fó.
Taeorio en praktijk.
De directie van de „Heemaf", zoo
'lezen wij in „Patrimonium", beroept
er zich op, dat zij de loonregeling niet1'
kan verbeteren, omdat zij op de buiten,
landsche markt moet concurreeren. Dei
uitvoer nu wordt bemoeilijkt door dei
ihooge invoerrechten, die andere lan-
iden heffen. De „Heemaf" heeft, naar
zij mededeelt, in 1925 ruim f 300.001?
aan invoerrechten elders moeten be
talen.
De directie verklaart hier dus met
nadruk, dat een Nederlandsche on
derneming de invoerrechten, die an
dere landen heffen, voor haar reke
ning-moet nemen. Niet de verbruikers
dn dat andere land betalen de invoer
rechten, maar de "Nederlandsche fir-
raa, die ook daarom de eischen der ar
beiders moet afwijzen.
Wij zouden niet gaarne beweren, dat
!de directie hier een onwaarheid neer
'schreef. En toch zou men dit op grondi
jvan de theorieën van onze liberale
jvnjhandelaars wel mogen aannemen.
Zij leer en ons immers, dat het invoer
recht den prijs voor den consument
verhoogt; dat'het dwaasheid is te ver-
onderstellen, dat de buiieniandscke ïm.
porteur om zijn afzetgebied te behou
den, het invoerrecht geheel of gedeel'
telijk voor zijn rekening zal nemen.
iMaar hetgeen de liberale theoretici,
als Mr. van Gijn c.s. een dwaasheid;
achten, is niettemin, volgens de di
rectie van de „Heemaf", een feit.
De theorieën van de vrij handelaars
zijn dan ook te eenzijdig, te absoluut.
Zij rekken te weinig met de vari
ërende toestanden. De gewone fout
,van de meeste liberale economisten.
■Ongetwijfeld kunnen vrij hooge in
voerrechten den verbruiker schaden.
(Maar niet onder alle omstandigheden
is dit het geval. Meermalen moet een
importeur net invoerrecht voor zijn re
kening nemen, wi! hij zijn afzetgebied!
behouden. Het komt voor, dat het in
voerrecht de binnenlandsche industnei
bevordert en haar in staat stelt, om
idoor productie-uitbreiding goeakoo-
per te leveren. Ook andere mogelijkhe
den zijn denkbaar. Men mo,et ook wel)
terdege verschil maken tusschen den,
afnemer van de buitenlandsche onder
nemers en den laatsten consument.
Maar hoe dat alles ook zij een li
berale directie heeft thans een stelling;
van liberale economisten onhoudbaar
verklaard.
TIET ^ZWAARSCHRIFT—Mr. P. G.
KNIBBE.
De synodale rapporten.
Met betrekking tot het bezwaar
schrift van clen heer Mr. P. G. Knibbe,
wiens bezwaarschrift wij reeds eerder
vermeldden, hebben de Kerkrechte
lijke en Dogmatische commissie rap
porten uitgebracht, waaruit wij het
volgende aanhalen:
Het kerkrechtelijk deel.
Aan het bezwaarschrift van Mr. P.
G. Knibbe waren als bijlage toege
voegd de twee door hem uitgegeven
brochures, onder den titel: „Een ban
in onze Kerken" en „Het dogmatisch-
exegetisch rapport met zijn tweeërlei
conclusies."
Met blijdschap constateert de com
missie, dat Mr. Knibbe evenals de Sy
node op grond van de Schriftgegevens
de zintuiglijke waarneembaarheid van
de. slang en haar spreken en van bei
de boomen in het Paradijs aanvaardt
en in dit opzicht het eens is met de
.dogmatisch-exegetische beslissing der
Synode. Evenzoo dat Mr. Knbbe het
recht der Synode erkent om. wanneer
gebleken was, dat de bezwaren tegen
Dr. Geelkerken ingebracht geheel of
gedeeltelijk gerechtvaardigd waren, na
vermaan en bestraffing tot schorsing
en afzetting over te gaan.
Het hoofdbezwaar van Mr. Knibbe
schuilt echter hierin, dat volgens hem
het eischen van onderteekening eener
verklaring eenzijdig door den Kerke-
raad of meerdere vergadering opge
steld, gelijk door de Synode ten op
zichte van Dr. G. geschied is. onrecht
matig is, omdat men in dit geval
meer eischt dan het onderteekenings-
formulier toestaat te eischen. Onder
teekening mag z.i. alleen geeischt wor
'den van de belijdenis, maar niét van
een Synodale uitspraak, al zou de Sy
node meenen dat ze direct op de Be
lijdenis gegrond ware. Het ondertee-
keningsformulier zou in zulk een ge
val een geheel anderen weg aanwij
zen: van Dr. G. mocht alleen gevraagd
worden een nadere verklaring door
hem zelf te geven van ziirf gevoelens
en de Synode had dan te beoordeelen
gehad in hoeverre er reden was om
hem te veroordeelen. De veroordeeling
was echter geschied op grond van
zijn weigering om de hem voorgeleg
de verklaring te teekenen en deze
nieuwe vorm van procedure, welke
zoover, hem hekend is. nog nooit door
een Synode in onze Kerken is toege
past, zou ernstige inbreuk maken op
de rechten door onze Kerken zelf aan
onze predikanten gegeven. Hierbij
komt dan nog volgens hem het prac-
tische bezwaar dat men bii de weige
ring om zulk een verklaring te onder
teekenen niet weet of dit geschiede op
grond van een afwiikipg in de leer.
dan wel om een formeele reden en
of de afwijking groot of klein is een
verschil in nuance betreft of een fun
damenteel stuk.
Mr. Knibbe.meent dan ook dat de
dogmatisch-exegetische Commissie in
haar rapport oorspronkelijk een -on
juist standpunt heeft ingenomen, toen
zij aan de Synode voorstelde Dr. G.
een nadere verklaring van zijn gevoe
len te vragen en de Synode op een cn-
juisten weg is gekomen, toen zij in af
wijking van dit. rapport zelf een ver
klaring opstelde en de onderteekening
NI EUWE LEIDSCHE
daarvan eischte zonder meer. Wat dit
laatste punt betreft, meent de Com
missie, dat het misverstand ten op
zichte van het rapport, waarop Mr.
Knibbe zijn heele betoog in zijn twee
de brochure opbouwt, het best kan
weerlegd worden door de dogmatisch-
exegetische Commissie zelve, aan wie
zij die taak daarom kan overlaten. De
commissie beperkt zich daarom alleen
tot liet kerkrechtelijk geding.
In de eerste plaats nu merkt de
commissie op, dat Mr. Knibbe. wat
hem als jurist, die van kerkelijke pro
cedures weinig kennis heeft, wellicht
minder euvel te duiden is, zich ten
eenenmale- vergist, wanneer "hij meent
dat Üe handelwijze door de Synode in
dit geval ^egepast, geheel nieuw zou
wezen en nog nooit door een Synode
in onze Kerken zou-zijn aangewend,
waar het integendeel vaststaat, dat de
Syiiode's onzer Kerk bij zulko proce
dures over de leer bijna altoos op de
zelfde wijze hebben gehandeld als
door deze Synode is geschied Toen
de Synode van Middelburg m 1581 te
oordeelen had over Casper Ccolhaes
heeft de Synode na hem eerst gehoord
te hebben, een reeks van stellingen op
gesteld, waarin de Synode over de in
geding zijnde punten haar meening uit
sprak en daarna geeischt dat Coolhaes
deze stellingen onderteekenen zou ten
bewijze van zijn rechtzinnigheid en de
onder te ekeningsformule luidde: ,.Ik
Caspar Coolhaes betuig, dat ik de leer
in deze stellingen begrepen voor goed
houd en de contrarieleer verwerp1)
Evenzoo werd gehandeld, om nog
een tweede voorbeeld te noemen, toen
de Part. Synode van Noord-Holland
te oordeelen had over de afwijkende
gevoelens van Balthazar Bekker. De
Synode benoemde een Commissie die
opdracht kreeg een volledige satisfac
tie op te stellen, d.w.z. een verklaring,
die Ds. Bekker te onderteekenen had
en toen deze weigerde dé artikelen
van satisfactie door de Synode goed
gekeurd te ohderteekenen, werd hij
daarom geamoveerd van zijn dienst,
zooals de historieschrijver het uit
drukte 2)
Het zou niet moeilijk vallen uit de
historie onzer Kerken nog tal van an
dere gevallen aan te voeren, waarin
door onze Kerken op gelijke wijze is
behandeld, maar de Commissie meent
met deze twee voorbeelden te kur*nen
volstaan. Er blijkt genoegzaam uit,
hoe onjuist de voorstelling is alsof
door de Synode een nieuwe wijze van
procedure in ons Kerkrecht zou zijn
ingevoerd.
Evenmin als dit beroep op de histo
rie, is het beroep juist, dat Mr Knibbe
doet op het onderteekeningsformulier.
In de eerste plaats is het niet juist
dat volgens dit omderteekeningsfor-
mulier de Dienaren des Woords al
leen gehouden zouden zijn de door de
Kerk aangenomen Belijdenisschriften
te onderteekenen, maar niet zouden
verplicht kunnen worden een nadere
verklaring door de Synode gegeven
van wat de Belijdenisschriften inhou
den of bedoelen te onderteekenen of
een veroordeeling van gevoelens, die
door de Synode in strijd worden ge
acht met de Belijdenis. Er is nooit
eenige twijfel over gerezen, dat de
Synode het recht heeft den juisten
zin en de bedoelihg der Commissie
vast te stellen .of afwijkende leerin
gen te veroordeelen.
De Synode vjm Dordt heeft aldus
gehandeld, toen zij in haar Canones
een nadere verklaring gaf van de dcor
de Remonstrantsche predikanten be
twiste leerpunten en de onderteeke
ning daarvan eischte. Evenzoo is ge-
sëhied door verschillende Particuliere
Synodes -toen geen Generale Synode
bijeen kon komen) ten opzichte van de
gevoelens van Prof. Roëll, van Bal
thazar Bekker e.a. en aan .alle a.s. Die
naren des Woords een verklaring is
voorgelegd, waarin zij deze dwalingen
verwierpen.
En de classis 'Walcheren heeft zelfs
een uitvoerige dogmatische verklaring
opgesteld (de bekende Walchersche
artikelen) die als nadere verklaring
en handhaving der Confessie door alie
predikanten moest onderteekend wor
den. Ook de voorstelling van Mr. Knib
be alsof de Synode alleen het recht
zot hebben, krachtens het ondertee-
keningsofrmulier een nadere verkla
ring te eischen van een predikant, om
dan over de al of niet rechtzinnigheid
dezer •verklaring haar oordeel uit te
spreken, maar niet zou mogen eischen
de onderteekening van een door haar
opgestelde verklaring, schrijft aan 't
slotgedeelte van het onderteekenings
formulier een bedoeling toe, welke die
niet heeft..
Het slot van het on'derteekenings-
formulier geeft toch niet aan, welke
gang de kerkelijke procedure nemen
moet, maar verplicht de predikanten
alleen op straffe van anders geschorst
te worden, hun gevoelens aan de Sy
node te openbaren. De Synode heeft
in dit geval, toen er bedenking was
ontstaan, aan Dr. Geelkerken door
schriftelijk gestelde vragèn een nade
re verklaring van zijn gevoelen ge
vraagd.
De eenige vraag, die overbleef was,
of Dr. Geelkerken zich bij de beslis
sing der Synode kon neerleggen, ja
dan# neen.
Daarvan hing het af of de Synode
hem in zijn ambt kon handhaven of
hem moest schorsen en afzetten. Bii
een procedure voor den wereldlijken
rechter mag het juist zijn, dat de rech
ter tenslotte alleen te oordeelen heeft
of de aanklach't juist is, en daarop
vonnis worden geveld; bij een kerke
lijke procedure over de leer. vooral
wanneer het betwiste punten geldt, is
de regel dat de Synode na uitspraak
1) H. G. Rogge, Caspar Jansz. Cool
haes, deel I pag. 194196.
2) Dr. W. P. O. Knuttel Balthazar
Bekker. her. 310.
COURANT VAN ZATERDAG
gedaan te hebben, van den predikant
vraagt, zijn dwalingen te herroepen
of aan de dogmatische uitspraak der
Sjmo.de zich te conformeer en.
Juist omdat men hem de gelegen
heid wil schenken door het geven van
satisfactie in den dienst der Kerk be
houden te blijven. Het strenge juridi
sche standpunt van den strafrechter
kan het standpunt van de Kerk niet
zijn. Wat tenslotte liet practische be
zwaar betreft door Mr. Knibbe aange
voerd, dat men in geval van weige
ring om te onderteekenen niet weet of
die geschiedt om formeele redenen,
clan wel om afwijking- in de leer, en
of deze afwijking groot of klein is,
merkt 'de Commissie op, dat dit be
zwaar evenzeer gelden zou tegen den
eisch om de belijdenisschriften te on
derteekenen, aangezien de weigering
om dit te doen, evenzeer een onder-
dee} als het geheel kan gelden, even
zeer op formeele als op materieele
gronden kan berusten. Er zou dan
naar een onderteekening van welke
formule ook, mogen gevraagd worden
en men zou altijd aan de betrokken
persoon moeten overlaten, zijn gevoe
len te formuleeren. Dit nu is nooit
door de' Kerk geschied. Zij stelt vast
krachtens de roeping door God op haar
gelegd, en hij het licht des H. Geestes
haar geschonken, wat naar haar over
tuiging de waarheid is, door God in
Zijn Woord ons geopenbaard en
vraagt van al haar dienaren, met die
belijdenis" in te stemmen, tenzij zij uit
Gods Woord kunnen aantoonen, dat
die belijdenis niet met Gods Woord
overeenstemt.
Indien Dr. G. op gronden aan de H.
Schrift ontleend bezwaar gemaakt had
zich met de beslissing der Sjmode te
conformeeren, zou de Sjmode deze be
zwaren zeer zeker onder de oogen heb
ben gezien.
Maar van zulke bezwaren aan de
•H. Schrift ontleend, was hij Dr. G.
geen sprake, zooals genoegzaam bleek
uit het antwoord door hem gegeven.
Bovendien merkt de Commissie op,
dat de Synode niet zon'der meer de on
derteekening- dezer formule heeft ge-
ëfscht, maar deputaten heeft gezonden
om de geëischte verklaring nog nader
toe te lichten en "Dr. G. te bewegen,
de verklaring te onderteekenen.
Het is ook wel duidelijk gebleken,
dat het bezwaar niet school in for
meele redenen, dat er ook geen sprake
was van bezwaar tegen een onderdeel
of'een verschil in nuance, maar dat
het bezwaar gold de geheele verkla
ring van de Sjmode omtrent het Pa-
radijsverhaal gegeven.
De Commissie meent'hiermede ge
noegzaam het Jjezwaar van Mr. Knib
be weerlegd te hebben. Zij stelt de Sy
node voor in haar antiwoord aan Mr.
Knibbe de bovengenoemde gronden
mee te deelen, waarom dit bezwaar
niet juist is.
(Vervolg in het Hoofdblad.)
iöuilBn vorantwooraeiijkhsid dar RadanUtf^
T. b. c. voorkomen Beier dan yenezen
Geëerde Redactie,
Mogen we een klein plaatsje in Uw
veelgelezen kolommen.
We stelden een gedeelte onzer in
richting disponibel voor opname van
kinderen die bedreigd worden t.b.c.-
lijders(sters) te wórden. Volgende
week zijn we met de installatie gereed,
bedden, meubilair werd met behulp
van een welwillende firma aange
schaft, zoodat weldra de inrichting ge
opend kan worden. Echter moeten we
op advies van den geneesheer, die
zich welwillend verbond, nog voor de
daktuin een twaalftal ligstoelen
hebben. Wie helpt ons aan één, twee,
drie of alle twaalf stuks. Men houde
het niet te versmaden belangrijke van
dit werk in het oog De dagclijksche
omgang met kinderen van minvermo
genden, onzen hulp aan dezelve,
dwong ons er toe die werk aan te
vatten, we zullen ze uit enge krotten
en bedsteden halen, voorzien van ge
regelde, gecontroleerde, degelijke voe
ding, frissche ligging en geneeskundi
ge controle. Geneesheeren verzekerden
ons, dat indien af er. toe een clubje
bedreigde alzoo opgesterkt kunnen
worden, er veel voorkomen kan wor
den, van de gevolgen door verzwak
king uit gebrek aan degelijk voedsel,
goede ligging, enz. enz.
Mogen we deze gelegenheid meteen
aangrijpen om de familie B. en M.
dank te zeggen voor f 3.60, bijeenge
zameld door ,,'t beestje" op de bruiloft
Wie heeft een kachel voor ons en
wat baby-kleertjes en een tafeltje
We zijli bereid onmiddellijk alle in
lichtingen betreffende de stoelen waar
aan we behoefte hebben te verstrekken
helpt de kleinen s.v.p. en spoedig, daar
we overigens gereed zijn.
Dank heeren Redacteuren voor de
plaatsruimte,
voor Jeru^l, Middelstegracht 3,
VAN DER HORST.
5 88 S=3£===3cr==%===3?3
Beste jongens en meisjes,
'k Begin deze week maar dadelijk mei
de briefjes. Het eerst is aan de beurt:
„Wilgenkatje". Dat heb ie geraden,
boor meisje. Je bent ditmaal no. i. Het
speet me erg, dat ik je verleden week
ep je gezellig briefje.niet kon antwoor
den, maar je was heuse'u te laat.
Je hebt beloofd, dat je deze week van
het kinderspel zou vertellen, maar dat
heb je vergeten, denk ik. Hce was het,
en neb je nog een prgs gewonnen?
Toch wel gezellig he, dat jij en Ane
moon nu weer samen aan het teekenen
zgn. 'k Denk. dat jullie er heel noed
11 SEPTEMBER 1926
slag van hebben, dat is meestal, als je
iets heel graag doet.
„Zilverblondje'. Ja, verleden week
waren jullie te .laat, maax nu ben je
de eerste. Wat hebben jullie een ge
zellige vacantia gehad. Volop uitstapjes
en incoi_ weer. Kon je wel meer wen
schen? En hoe is het met het kinderfeest
gegaan'! Dat heb je mji allebei verge
ten te vertellen. Dat is mooi he, zoo'n
eigen gebreid taschje. Welke kleur
heeft het? 'k Geloof niet, dat Hessie
ons gaat verlaten. Ze heeft tenminste
nog geen afscheid genomen, 'k Verlies
mijn trouwe Babbelhoekers niet graag
zie je. Zoo, is de stal ook al haast ge
reed. Dat vinden jullie zeker wel pret
tig.
„Ane'moon'. Dat Spreekt immers van
zelf, meisjelief. Als je uit logeereu bent
kun je niet aan de raadsels meedoen
Maar nu de vacantie voorbij is, vind
ik het o zoo prettig jullie briefjes weer
te zien komen, 'k Raak zoo aan jullie
schrijven gewend, dat ik buitenaf al
haast zie, van wie het is. Prettig he,
om zoo bg je eigen zuster te logeeren
Fietstochtjes vind ik eeu heel prettige
manier van, uitaan, dus ik bergp best;
dat je genoten hebt.
„Braamstruik en Denneappel". Wel,
ik geloof, dat er voor jullie beidjes
haast geen eind aan de pretjes komt
is 't wel? Was het gezellig op Corrie's
verjaardag? Hebben jullie spelletjes ge
daan? En met Kor.iaginnefeest reker ook
braaf pret gemaakt, 't Was wel jammer
dat jullie geen van beiden een prijs
hadden, maar je kunt ook niet allemaal
gelukkig zijn, moet je denken. Nu heb
ben je zusjes weer eens geboft.
„Tommy Zoo ben jij daar ook weer?
"k Ben blij, dat ik na de vacantie al
mijn goede bekenden weer terug zie ko
men. En daar behoor jij natuurlijk ook
bp, Tommy. Ben je in de vacantie pret
tig uit geweest? Daar heb je mg niet
erg veel van verteld. Dat is gezellig,
dat je nu weer trouw mee gaat doen
„.Reseda en Rozeknopie". O, was
jullie briefje vergeten, 'k Begreep al
niet waar je bleef. Wat zul ig veel ge
noten hebben in Utrecht. Reseda. De
■omstreken zgn er prachtig. Nee, in dat
park ben ik ncoit geweest. Je hebt toch
zeker wel veel plezier gehad op het
Eoninginnefeest, al hadden jullie geen
prijs? Jó moet bedenken, je kunt niej
allemaal gelukkig wezen. Een ander
keertje heb je misschien wel een3 een
prgs.
„Blondine". Ja ja, dat gaat zoo. Als
men aan het feesten gaat, wordt Tante
Francien vergeten. Maar dat neem ik
zoo'n trouwe Babbelhoekster als jg bent
niets kwalgk hoor. 'k Wil er tenminste
niets van hcoren, dat jg er over denkt
om op te houden. Je leeftyd is heusch
nog geen bezwaar. Ja, dat 15 mijn adres
dat heb j.e goed geraden. Je briefje was
wat gezellig, maar dat is het eigenlgk
altijd.
„Vergeet mg nietje". Verleden week
deed je je naam geen eer aan meisje,
want je was mg wel vergeten. Maar 't is
maar een grapje hoor, want je was toen
druk aan het feesten en dat gun ik
jullie best. Leuk spel is dat he, ezeltje
steken. Jullie zult* er wel hartelijk bg
gelachen hebben, denk ik.
„Junior". Hartelgk dank voor je brief
je. Mijn aniwoord erop kan kort zgn.
Alleen wil ik mgn wenschen van de
vorige week no;* eens herhalen.
'k Wensch je Gods zegen op iederen
weg die je gaan zult en waar je ook
wezen mcogt. Je groeten zal ik over
brengen.
„Juniora". 'k Heet je harteliik wel
kom in ons clubje, meisjelief. Ik vind
je schuilnaam erg aardig. Als wij beid
jes dan aan elkander schrgven, denken
wg vanzelf telkens aam je.broer. Je wilt
mg zeker wel op de hoogte houden,
hoe hg het maakt. Doe maar net zoolang
mee als hg. dan wordt ié ook zoo'n
goede bekende in de babbelhoek. En
als je eens een raadsel niet weet, is
het heusch zoo erg niet.
„Hessie'. Een je daar weer, meisje?
Je behoeft niet te vragen, of je ook
een goede bekende in de babbelhoek
bent. Je werd al gemist en een van
de nichtjes vroeg, of jg niet meer mee
deed. Gelukkig ben je er nu weer. En
nu weer trouw meegedaan hoor. Geluk
kig, dat Moeder weer beter is. Ja,
poesjes hebben een hekel aan wasschen
dat neb ik al vaker gehoord. Dank voor
je raadsels, ik hoop ze te gebruiken'
„Moeders Meisje'. Je zult het wel
druk hebben gehad, toen je aan den
optocht hebt deelgenomen. Er zullen
heel aardige, groepjes' bij geweest zijn,
denk ik. Wat je er van vertelde, leek
mg tenminste allsmaal bgzonder aardig
Ja, dat is erg jammer, dat het geregend
heeft. Goed, ik wil er volgende week
graag meer van hcoren.
„Korenbloem". Leuk, dat ie nu al
de raadsels gevonden had. Het gaat
steeds beter, zie je wel? Dus bgjullie is
de school cok weer begonnen. V olgende
week vertel je mg zeker wel wat van
het feest.
„Waterlelie". Zoo, bad jij nog een uit
stapje te goed? 'k Eegrgp het best, dat
jul'iè ongerust waren over het weer,
toen het in het begin van de week zoo
aanhoudend regende. Maar ik ben bet
toch wel eens, met wat die mgnbeer zei.
En mgnheer beeft gelgk gekregen ook
want Woensdag was het veel beter weel
dan Maandag* en Dinsdag. Volgende
week hoor ik zeker wel, 01 het een pret
tig Uitstapje is geweest.
„Boschviooltje", 't Leek een heel aar
dig plan. dat jullie voor je uitstapje
hauden. En het weer het voornaam
ste dus is goed geweest, 'k Denk dan
ook, dat jullie veel genoten hebben. Vol
gende week wil ik graag hooren, hoe
je het gehad hebt.
„Zwartje en Blondje". Jij houdt veel
van school. Blondje, dat kan ik heel
goed merken. Ja. jg hebt geboft toen
je uit was. Maar nu is het weer cok
al wat beter. Hartelgk gefeliciteerd;
Zwarte met Moeders verjaardag. Was
liet een prettige dag? Ja zeker. Het
spgt mg cok dat Junior weg gaat.
Maar, Vindt,je dat niet.leuk? We heb
ben Juniora terug.
„Rie". Dat begrgp ik, dat jullie bet
jammer vonden. Jat de 'hagedisjes weg
waren. Maar 'k denk dat zg big zgn,
dat ze uit die kleine gevangenis ont
snapt waren. Zoo, had Grie door de
warmte geen zin om uit te gaan? E11
waarom had ze geen zin om te schrgven
Of komt dat door het feest? Nu, dat
zal ze me volgende week zeker wel zelf
vertellen. Hoe is het met het schoolfeest
gegaan?
„Heidebloempje". Hartelijk gefelici
teerd met vaders verjaardag, meisje.
Dat gelooi ik graag, dat het een pret
tige dag was. Gezellig he, als er zoo
veel visite komt. Was het niet te druk
voor Moeder? Nee, Junior kon niet lan
ger meedoen, maar zgn zusje volgt hem
op met den schuilnaam van Junior».
Aardig, vindt je niet? Je briefje kon
nog net mee, maar het was op het kant
je af hoor. 't Zou jne spgten als je voor
niets geschreven had. ,*Jat begrgp jeu
De oplossingen van de vorige week
5gn:
1. laarwei Junior. Wg wenschen je
veel goeds op je verder levenspad.
OnderdeelenJuweel, Schaar, Junior
een, Weenen, Verwerven, Wgs, He
lena, Joop, Vos, Lip, G. D. D. D.
2. St. Nico Nicolaas. St. NicolaaS.
3. Paardenhaar,
4. Je voeten.
5. Eksteroog.
En hier volgen de nieuwe raadsels
1. Mgn geheel bestaat uit 42 letters
en is een bekend spreekwoord.
Elan 6 7 S 9 is een kleedingsttik zoo
wel voor dames als heeren.
14. 15. 16. 17 is een lichaamsdeel.
Een 39 10 ir 4 5 is een boom.
18 19 20 18 26 22 i 2 28 etem de
meeste menschen 's zomers graag.
In een 3 13 35 21 33 22 23 24 31
staat iemands laatste wil.
12 27 28 7. 31 29 30 40 is een meis
jesnaam.
39 40 36 37 38 41 doet men als men
vroiolgk is.
Een 25 26 23 is een boud.
42 7 34 is een titel vct>r een Spaansch
edelman.
2. Xngez. door Lindebloesem.
Waar eindigt alles mee?
3. Welke dief is onschuldig?
4. Welke menschen zetten hun voe
ten zoo sterk neer, dat men het in
de geheele stad hooren kan?
5. Waarom is het blad van een boom
gelgk aan het menschelijk lichaam?
Zooals jullie ziet, jongelui, wordt de
babbelhoek alweer wat gropter. Je vindt
dat natuurlijk, evenals ik, heel prettig.
Want ons devies is: Hoe meer zielen,
hoe meer vreugd.
Dan moet ik aan alle babbeihoekers
de hartelijke gebeten overbrengen van
Junior. Hg heeft heel lang met ons'
meegedaan', maai' nu kon hg tot zgn
spgt niet langer. Maar door zgn trouw
voorbeeld beeft nu ,zgn zusje ef plezier
in gekregen. Zoodoende hebben wg pu
een Juniora. Jullie heeten haar ook
hartelgk welkom, nietwaar?
Nu jongelui, ik hoop dat volgende
week cok de nu afwetigen present zul
len zgn.
Vele groeten van je
TANTE FRANCIEN.
TINE EN DORA.
„We wisten alle vier niet, wat we
hoorden", ging vader voort, „w_e zagen
wel, dat de zaak hard achteiv.it ging,
maar dat het zco erg wa^, hi'Uden we
niet kunnen denken. Maar t5 begrijpen
is het wel, de patroon komt ,al op
leeftijd, en hg heelt geen zoon, die hem
op kan volgen, en nu de zaak tooh zoo
hard achteruit gaat is het voor hem
maar beter, er mee op te houden.
Maar vcor ons is het erger. Want het
is niet alleen bg mgnheer Holm, over
al, wordt geklaagd, en er ioopen ik
weet niet hoeveel timmerlieden zonde,*.,
dus wie weet hoe lang vhet duurt, eeK
ik weer werk krgg.
Moeder had vader geheel laten uit
spreken.
„Kom, kom, man", zei 2e, „nu niet
dadelgk zco mopdelocs. Je hebt nog
een maand werk in het zicht, en, krijg
je al dadelgk geen werk, dan behoevvn
we nog geen gebrek te lfjden. Dan spre
ken -we net sommetje aan. dat ik heb
(overgespaard voer den kwaden dag. En
clan daarbg. bedenk eens, we zgn nu
al zoolang getrouwd en aitgd hebben we
onafgebroken Gods zegen ondervonden
En zouden we nu bij ae geringste te
genspoed al dadelgk morren? Rast bet
ens niet veel meer om te zeggen: Zou
den we wel het goede van God ont
vangen en niet het kwade?'
Vader knikte.
„Je hebt gelgk vrouw", -ei hg, „we
zgn in Gods hand. Daar zal ons niets
wedervaren, dan wat -Hg vo-or ons noo-
dig keurt
Toen Tine thuiskwam, vertelde moe
der haar, met welke boodschap vader
was thuisgekomen.
Verschrikt had het meisje geluisterd.
Vader zonder werk, dat was toch wei
erg.i
„Gelukkig maar, uut ik nu ook ver
dien, he moeder', zei ze, en mgnheer
heelt juist vandaag gezegd, dat. als ik
goed mgn best blij f doen. ik na e©n
maand weer opslag krgg.
Moeder glimlachte.
Ze was big, dat Tine voldeed in den
winkel.
's Avonds, eer het drietal ter ruste
fing, vroeg vader den Heere om uit-
omst te willen geven. Hoe vertrou
wend klonk vaders gebed. Tine kwam
er van onder den indruk'.
„Gg weet het, Heere", klonk vaders
stem, „dat ik over een maand zonder
werk kern. En Gg kunt daarin voorziea
Maar mocht Uw weg met ons anders
zgn mo,eten wghet pad der tegenspoed
bewandelen, o Heere, leer Gg ons dan
U stil na te volgen. Gg weet het alles
en zoo Gg het doet, zoo alleen is het
goed".
IWordt vervolgd).