INGEZONDEN. Ons Babbelhoekje. ij ft t ilfc Z£GË£fó. Taeorio en praktijk. De directie van de „Heemaf", zoo 'lezen wij in „Patrimonium", beroept er zich op, dat zij de loonregeling niet1' kan verbeteren, omdat zij op de buiten, landsche markt moet concurreeren. Dei uitvoer nu wordt bemoeilijkt door dei ihooge invoerrechten, die andere lan- iden heffen. De „Heemaf" heeft, naar zij mededeelt, in 1925 ruim f 300.001? aan invoerrechten elders moeten be talen. De directie verklaart hier dus met nadruk, dat een Nederlandsche on derneming de invoerrechten, die an dere landen heffen, voor haar reke ning-moet nemen. Niet de verbruikers dn dat andere land betalen de invoer rechten, maar de "Nederlandsche fir- raa, die ook daarom de eischen der ar beiders moet afwijzen. Wij zouden niet gaarne beweren, dat !de directie hier een onwaarheid neer 'schreef. En toch zou men dit op grondi jvan de theorieën van onze liberale jvnjhandelaars wel mogen aannemen. Zij leer en ons immers, dat het invoer recht den prijs voor den consument verhoogt; dat'het dwaasheid is te ver- onderstellen, dat de buiieniandscke ïm. porteur om zijn afzetgebied te behou den, het invoerrecht geheel of gedeel' telijk voor zijn rekening zal nemen. iMaar hetgeen de liberale theoretici, als Mr. van Gijn c.s. een dwaasheid; achten, is niettemin, volgens de di rectie van de „Heemaf", een feit. De theorieën van de vrij handelaars zijn dan ook te eenzijdig, te absoluut. Zij rekken te weinig met de vari ërende toestanden. De gewone fout ,van de meeste liberale economisten. ■Ongetwijfeld kunnen vrij hooge in voerrechten den verbruiker schaden. (Maar niet onder alle omstandigheden is dit het geval. Meermalen moet een importeur net invoerrecht voor zijn re kening nemen, wi! hij zijn afzetgebied! behouden. Het komt voor, dat het in voerrecht de binnenlandsche industnei bevordert en haar in staat stelt, om idoor productie-uitbreiding goeakoo- per te leveren. Ook andere mogelijkhe den zijn denkbaar. Men mo,et ook wel) terdege verschil maken tusschen den, afnemer van de buitenlandsche onder nemers en den laatsten consument. Maar hoe dat alles ook zij een li berale directie heeft thans een stelling; van liberale economisten onhoudbaar verklaard. TIET ^ZWAARSCHRIFT—Mr. P. G. KNIBBE. De synodale rapporten. Met betrekking tot het bezwaar schrift van clen heer Mr. P. G. Knibbe, wiens bezwaarschrift wij reeds eerder vermeldden, hebben de Kerkrechte lijke en Dogmatische commissie rap porten uitgebracht, waaruit wij het volgende aanhalen: Het kerkrechtelijk deel. Aan het bezwaarschrift van Mr. P. G. Knibbe waren als bijlage toege voegd de twee door hem uitgegeven brochures, onder den titel: „Een ban in onze Kerken" en „Het dogmatisch- exegetisch rapport met zijn tweeërlei conclusies." Met blijdschap constateert de com missie, dat Mr. Knibbe evenals de Sy node op grond van de Schriftgegevens de zintuiglijke waarneembaarheid van de. slang en haar spreken en van bei de boomen in het Paradijs aanvaardt en in dit opzicht het eens is met de .dogmatisch-exegetische beslissing der Synode. Evenzoo dat Mr. Knbbe het recht der Synode erkent om. wanneer gebleken was, dat de bezwaren tegen Dr. Geelkerken ingebracht geheel of gedeeltelijk gerechtvaardigd waren, na vermaan en bestraffing tot schorsing en afzetting over te gaan. Het hoofdbezwaar van Mr. Knibbe schuilt echter hierin, dat volgens hem het eischen van onderteekening eener verklaring eenzijdig door den Kerke- raad of meerdere vergadering opge steld, gelijk door de Synode ten op zichte van Dr. G. geschied is. onrecht matig is, omdat men in dit geval meer eischt dan het onderteekenings- formulier toestaat te eischen. Onder teekening mag z.i. alleen geeischt wor 'den van de belijdenis, maar niét van een Synodale uitspraak, al zou de Sy node meenen dat ze direct op de Be lijdenis gegrond ware. Het ondertee- keningsformulier zou in zulk een ge val een geheel anderen weg aanwij zen: van Dr. G. mocht alleen gevraagd worden een nadere verklaring door hem zelf te geven van ziirf gevoelens en de Synode had dan te beoordeelen gehad in hoeverre er reden was om hem te veroordeelen. De veroordeeling was echter geschied op grond van zijn weigering om de hem voorgeleg de verklaring te teekenen en deze nieuwe vorm van procedure, welke zoover, hem hekend is. nog nooit door een Synode in onze Kerken is toege past, zou ernstige inbreuk maken op de rechten door onze Kerken zelf aan onze predikanten gegeven. Hierbij komt dan nog volgens hem het prac- tische bezwaar dat men bii de weige ring om zulk een verklaring te onder teekenen niet weet of dit geschiede op grond van een afwiikipg in de leer. dan wel om een formeele reden en of de afwijking groot of klein is een verschil in nuance betreft of een fun damenteel stuk. Mr. Knibbe.meent dan ook dat de dogmatisch-exegetische Commissie in haar rapport oorspronkelijk een -on juist standpunt heeft ingenomen, toen zij aan de Synode voorstelde Dr. G. een nadere verklaring van zijn gevoe len te vragen en de Synode op een cn- juisten weg is gekomen, toen zij in af wijking van dit. rapport zelf een ver klaring opstelde en de onderteekening NI EUWE LEIDSCHE daarvan eischte zonder meer. Wat dit laatste punt betreft, meent de Com missie, dat het misverstand ten op zichte van het rapport, waarop Mr. Knibbe zijn heele betoog in zijn twee de brochure opbouwt, het best kan weerlegd worden door de dogmatisch- exegetische Commissie zelve, aan wie zij die taak daarom kan overlaten. De commissie beperkt zich daarom alleen tot liet kerkrechtelijk geding. In de eerste plaats nu merkt de commissie op, dat Mr. Knibbe. wat hem als jurist, die van kerkelijke pro cedures weinig kennis heeft, wellicht minder euvel te duiden is, zich ten eenenmale- vergist, wanneer "hij meent dat Üe handelwijze door de Synode in dit geval ^egepast, geheel nieuw zou wezen en nog nooit door een Synode in onze Kerken zou-zijn aangewend, waar het integendeel vaststaat, dat de Syiiode's onzer Kerk bij zulko proce dures over de leer bijna altoos op de zelfde wijze hebben gehandeld als door deze Synode is geschied Toen de Synode van Middelburg m 1581 te oordeelen had over Casper Ccolhaes heeft de Synode na hem eerst gehoord te hebben, een reeks van stellingen op gesteld, waarin de Synode over de in geding zijnde punten haar meening uit sprak en daarna geeischt dat Coolhaes deze stellingen onderteekenen zou ten bewijze van zijn rechtzinnigheid en de onder te ekeningsformule luidde: ,.Ik Caspar Coolhaes betuig, dat ik de leer in deze stellingen begrepen voor goed houd en de contrarieleer verwerp1) Evenzoo werd gehandeld, om nog een tweede voorbeeld te noemen, toen de Part. Synode van Noord-Holland te oordeelen had over de afwijkende gevoelens van Balthazar Bekker. De Synode benoemde een Commissie die opdracht kreeg een volledige satisfac tie op te stellen, d.w.z. een verklaring, die Ds. Bekker te onderteekenen had en toen deze weigerde dé artikelen van satisfactie door de Synode goed gekeurd te ohderteekenen, werd hij daarom geamoveerd van zijn dienst, zooals de historieschrijver het uit drukte 2) Het zou niet moeilijk vallen uit de historie onzer Kerken nog tal van an dere gevallen aan te voeren, waarin door onze Kerken op gelijke wijze is behandeld, maar de Commissie meent met deze twee voorbeelden te kur*nen volstaan. Er blijkt genoegzaam uit, hoe onjuist de voorstelling is alsof door de Synode een nieuwe wijze van procedure in ons Kerkrecht zou zijn ingevoerd. Evenmin als dit beroep op de histo rie, is het beroep juist, dat Mr Knibbe doet op het onderteekeningsformulier. In de eerste plaats is het niet juist dat volgens dit omderteekeningsfor- mulier de Dienaren des Woords al leen gehouden zouden zijn de door de Kerk aangenomen Belijdenisschriften te onderteekenen, maar niet zouden verplicht kunnen worden een nadere verklaring door de Synode gegeven van wat de Belijdenisschriften inhou den of bedoelen te onderteekenen of een veroordeeling van gevoelens, die door de Synode in strijd worden ge acht met de Belijdenis. Er is nooit eenige twijfel over gerezen, dat de Synode het recht heeft den juisten zin en de bedoelihg der Commissie vast te stellen .of afwijkende leerin gen te veroordeelen. De Synode vjm Dordt heeft aldus gehandeld, toen zij in haar Canones een nadere verklaring gaf van de dcor de Remonstrantsche predikanten be twiste leerpunten en de onderteeke ning daarvan eischte. Evenzoo is ge- sëhied door verschillende Particuliere Synodes -toen geen Generale Synode bijeen kon komen) ten opzichte van de gevoelens van Prof. Roëll, van Bal thazar Bekker e.a. en aan .alle a.s. Die naren des Woords een verklaring is voorgelegd, waarin zij deze dwalingen verwierpen. En de classis 'Walcheren heeft zelfs een uitvoerige dogmatische verklaring opgesteld (de bekende Walchersche artikelen) die als nadere verklaring en handhaving der Confessie door alie predikanten moest onderteekend wor den. Ook de voorstelling van Mr. Knib be alsof de Synode alleen het recht zot hebben, krachtens het ondertee- keningsofrmulier een nadere verkla ring te eischen van een predikant, om dan over de al of niet rechtzinnigheid dezer •verklaring haar oordeel uit te spreken, maar niet zou mogen eischen de onderteekening van een door haar opgestelde verklaring, schrijft aan 't slotgedeelte van het onderteekenings formulier een bedoeling toe, welke die niet heeft.. Het slot van het on'derteekenings- formulier geeft toch niet aan, welke gang de kerkelijke procedure nemen moet, maar verplicht de predikanten alleen op straffe van anders geschorst te worden, hun gevoelens aan de Sy node te openbaren. De Synode heeft in dit geval, toen er bedenking was ontstaan, aan Dr. Geelkerken door schriftelijk gestelde vragèn een nade re verklaring van zijn gevoelen ge vraagd. De eenige vraag, die overbleef was, of Dr. Geelkerken zich bij de beslis sing der Synode kon neerleggen, ja dan# neen. Daarvan hing het af of de Synode hem in zijn ambt kon handhaven of hem moest schorsen en afzetten. Bii een procedure voor den wereldlijken rechter mag het juist zijn, dat de rech ter tenslotte alleen te oordeelen heeft of de aanklach't juist is, en daarop vonnis worden geveld; bij een kerke lijke procedure over de leer. vooral wanneer het betwiste punten geldt, is de regel dat de Synode na uitspraak 1) H. G. Rogge, Caspar Jansz. Cool haes, deel I pag. 194196. 2) Dr. W. P. O. Knuttel Balthazar Bekker. her. 310. COURANT VAN ZATERDAG gedaan te hebben, van den predikant vraagt, zijn dwalingen te herroepen of aan de dogmatische uitspraak der Sjmo.de zich te conformeer en. Juist omdat men hem de gelegen heid wil schenken door het geven van satisfactie in den dienst der Kerk be houden te blijven. Het strenge juridi sche standpunt van den strafrechter kan het standpunt van de Kerk niet zijn. Wat tenslotte liet practische be zwaar betreft door Mr. Knibbe aange voerd, dat men in geval van weige ring om te onderteekenen niet weet of die geschiedt om formeele redenen, clan wel om afwijking- in de leer, en of deze afwijking groot of klein is, merkt 'de Commissie op, dat dit be zwaar evenzeer gelden zou tegen den eisch om de belijdenisschriften te on derteekenen, aangezien de weigering om dit te doen, evenzeer een onder- dee} als het geheel kan gelden, even zeer op formeele als op materieele gronden kan berusten. Er zou dan naar een onderteekening van welke formule ook, mogen gevraagd worden en men zou altijd aan de betrokken persoon moeten overlaten, zijn gevoe len te formuleeren. Dit nu is nooit door de' Kerk geschied. Zij stelt vast krachtens de roeping door God op haar gelegd, en hij het licht des H. Geestes haar geschonken, wat naar haar over tuiging de waarheid is, door God in Zijn Woord ons geopenbaard en vraagt van al haar dienaren, met die belijdenis" in te stemmen, tenzij zij uit Gods Woord kunnen aantoonen, dat die belijdenis niet met Gods Woord overeenstemt. Indien Dr. G. op gronden aan de H. Schrift ontleend bezwaar gemaakt had zich met de beslissing der Sjmode te conformeeren, zou de Sjmode deze be zwaren zeer zeker onder de oogen heb ben gezien. Maar van zulke bezwaren aan de •H. Schrift ontleend, was hij Dr. G. geen sprake, zooals genoegzaam bleek uit het antwoord door hem gegeven. Bovendien merkt de Commissie op, dat de Synode niet zon'der meer de on derteekening- dezer formule heeft ge- ëfscht, maar deputaten heeft gezonden om de geëischte verklaring nog nader toe te lichten en "Dr. G. te bewegen, de verklaring te onderteekenen. Het is ook wel duidelijk gebleken, dat het bezwaar niet school in for meele redenen, dat er ook geen sprake was van bezwaar tegen een onderdeel of'een verschil in nuance, maar dat het bezwaar gold de geheele verkla ring van de Sjmode omtrent het Pa- radijsverhaal gegeven. De Commissie meent'hiermede ge noegzaam het Jjezwaar van Mr. Knib be weerlegd te hebben. Zij stelt de Sy node voor in haar antiwoord aan Mr. Knibbe de bovengenoemde gronden mee te deelen, waarom dit bezwaar niet juist is. (Vervolg in het Hoofdblad.) iöuilBn vorantwooraeiijkhsid dar RadanUtf^ T. b. c. voorkomen Beier dan yenezen Geëerde Redactie, Mogen we een klein plaatsje in Uw veelgelezen kolommen. We stelden een gedeelte onzer in richting disponibel voor opname van kinderen die bedreigd worden t.b.c.- lijders(sters) te wórden. Volgende week zijn we met de installatie gereed, bedden, meubilair werd met behulp van een welwillende firma aange schaft, zoodat weldra de inrichting ge opend kan worden. Echter moeten we op advies van den geneesheer, die zich welwillend verbond, nog voor de daktuin een twaalftal ligstoelen hebben. Wie helpt ons aan één, twee, drie of alle twaalf stuks. Men houde het niet te versmaden belangrijke van dit werk in het oog De dagclijksche omgang met kinderen van minvermo genden, onzen hulp aan dezelve, dwong ons er toe die werk aan te vatten, we zullen ze uit enge krotten en bedsteden halen, voorzien van ge regelde, gecontroleerde, degelijke voe ding, frissche ligging en geneeskundi ge controle. Geneesheeren verzekerden ons, dat indien af er. toe een clubje bedreigde alzoo opgesterkt kunnen worden, er veel voorkomen kan wor den, van de gevolgen door verzwak king uit gebrek aan degelijk voedsel, goede ligging, enz. enz. Mogen we deze gelegenheid meteen aangrijpen om de familie B. en M. dank te zeggen voor f 3.60, bijeenge zameld door ,,'t beestje" op de bruiloft Wie heeft een kachel voor ons en wat baby-kleertjes en een tafeltje We zijli bereid onmiddellijk alle in lichtingen betreffende de stoelen waar aan we behoefte hebben te verstrekken helpt de kleinen s.v.p. en spoedig, daar we overigens gereed zijn. Dank heeren Redacteuren voor de plaatsruimte, voor Jeru^l, Middelstegracht 3, VAN DER HORST. 5 88 S=3£===3cr==%===3?3 Beste jongens en meisjes, 'k Begin deze week maar dadelijk mei de briefjes. Het eerst is aan de beurt: „Wilgenkatje". Dat heb ie geraden, boor meisje. Je bent ditmaal no. i. Het speet me erg, dat ik je verleden week ep je gezellig briefje.niet kon antwoor den, maar je was heuse'u te laat. Je hebt beloofd, dat je deze week van het kinderspel zou vertellen, maar dat heb je vergeten, denk ik. Hce was het, en neb je nog een prgs gewonnen? Toch wel gezellig he, dat jij en Ane moon nu weer samen aan het teekenen zgn. 'k Denk. dat jullie er heel noed 11 SEPTEMBER 1926 slag van hebben, dat is meestal, als je iets heel graag doet. „Zilverblondje'. Ja, verleden week waren jullie te .laat, maax nu ben je de eerste. Wat hebben jullie een ge zellige vacantia gehad. Volop uitstapjes en incoi_ weer. Kon je wel meer wen schen? En hoe is het met het kinderfeest gegaan'! Dat heb je mji allebei verge ten te vertellen. Dat is mooi he, zoo'n eigen gebreid taschje. Welke kleur heeft het? 'k Geloof niet, dat Hessie ons gaat verlaten. Ze heeft tenminste nog geen afscheid genomen, 'k Verlies mijn trouwe Babbelhoekers niet graag zie je. Zoo, is de stal ook al haast ge reed. Dat vinden jullie zeker wel pret tig. „Ane'moon'. Dat Spreekt immers van zelf, meisjelief. Als je uit logeereu bent kun je niet aan de raadsels meedoen Maar nu de vacantie voorbij is, vind ik het o zoo prettig jullie briefjes weer te zien komen, 'k Raak zoo aan jullie schrijven gewend, dat ik buitenaf al haast zie, van wie het is. Prettig he, om zoo bg je eigen zuster te logeeren Fietstochtjes vind ik eeu heel prettige manier van, uitaan, dus ik bergp best; dat je genoten hebt. „Braamstruik en Denneappel". Wel, ik geloof, dat er voor jullie beidjes haast geen eind aan de pretjes komt is 't wel? Was het gezellig op Corrie's verjaardag? Hebben jullie spelletjes ge daan? En met Kor.iaginnefeest reker ook braaf pret gemaakt, 't Was wel jammer dat jullie geen van beiden een prijs hadden, maar je kunt ook niet allemaal gelukkig zijn, moet je denken. Nu heb ben je zusjes weer eens geboft. „Tommy Zoo ben jij daar ook weer? "k Ben blij, dat ik na de vacantie al mijn goede bekenden weer terug zie ko men. En daar behoor jij natuurlijk ook bp, Tommy. Ben je in de vacantie pret tig uit geweest? Daar heb je mg niet erg veel van verteld. Dat is gezellig, dat je nu weer trouw mee gaat doen „.Reseda en Rozeknopie". O, was jullie briefje vergeten, 'k Begreep al niet waar je bleef. Wat zul ig veel ge noten hebben in Utrecht. Reseda. De ■omstreken zgn er prachtig. Nee, in dat park ben ik ncoit geweest. Je hebt toch zeker wel veel plezier gehad op het Eoninginnefeest, al hadden jullie geen prijs? Jó moet bedenken, je kunt niej allemaal gelukkig wezen. Een ander keertje heb je misschien wel een3 een prgs. „Blondine". Ja ja, dat gaat zoo. Als men aan het feesten gaat, wordt Tante Francien vergeten. Maar dat neem ik zoo'n trouwe Babbelhoekster als jg bent niets kwalgk hoor. 'k Wil er tenminste niets van hcoren, dat jg er over denkt om op te houden. Je leeftyd is heusch nog geen bezwaar. Ja, dat 15 mijn adres dat heb j.e goed geraden. Je briefje was wat gezellig, maar dat is het eigenlgk altijd. „Vergeet mg nietje". Verleden week deed je je naam geen eer aan meisje, want je was mg wel vergeten. Maar 't is maar een grapje hoor, want je was toen druk aan het feesten en dat gun ik jullie best. Leuk spel is dat he, ezeltje steken. Jullie zult* er wel hartelijk bg gelachen hebben, denk ik. „Junior". Hartelgk dank voor je brief je. Mijn aniwoord erop kan kort zgn. Alleen wil ik mgn wenschen van de vorige week no;* eens herhalen. 'k Wensch je Gods zegen op iederen weg die je gaan zult en waar je ook wezen mcogt. Je groeten zal ik over brengen. „Juniora". 'k Heet je harteliik wel kom in ons clubje, meisjelief. Ik vind je schuilnaam erg aardig. Als wij beid jes dan aan elkander schrgven, denken wg vanzelf telkens aam je.broer. Je wilt mg zeker wel op de hoogte houden, hoe hg het maakt. Doe maar net zoolang mee als hg. dan wordt ié ook zoo'n goede bekende in de babbelhoek. En als je eens een raadsel niet weet, is het heusch zoo erg niet. „Hessie'. Een je daar weer, meisje? Je behoeft niet te vragen, of je ook een goede bekende in de babbelhoek bent. Je werd al gemist en een van de nichtjes vroeg, of jg niet meer mee deed. Gelukkig ben je er nu weer. En nu weer trouw meegedaan hoor. Geluk kig, dat Moeder weer beter is. Ja, poesjes hebben een hekel aan wasschen dat neb ik al vaker gehoord. Dank voor je raadsels, ik hoop ze te gebruiken' „Moeders Meisje'. Je zult het wel druk hebben gehad, toen je aan den optocht hebt deelgenomen. Er zullen heel aardige, groepjes' bij geweest zijn, denk ik. Wat je er van vertelde, leek mg tenminste allsmaal bgzonder aardig Ja, dat is erg jammer, dat het geregend heeft. Goed, ik wil er volgende week graag meer van hcoren. „Korenbloem". Leuk, dat ie nu al de raadsels gevonden had. Het gaat steeds beter, zie je wel? Dus bgjullie is de school cok weer begonnen. V olgende week vertel je mg zeker wel wat van het feest. „Waterlelie". Zoo, bad jij nog een uit stapje te goed? 'k Eegrgp het best, dat jul'iè ongerust waren over het weer, toen het in het begin van de week zoo aanhoudend regende. Maar ik ben bet toch wel eens, met wat die mgnbeer zei. En mgnheer beeft gelgk gekregen ook want Woensdag was het veel beter weel dan Maandag* en Dinsdag. Volgende week hoor ik zeker wel, 01 het een pret tig Uitstapje is geweest. „Boschviooltje", 't Leek een heel aar dig plan. dat jullie voor je uitstapje hauden. En het weer het voornaam ste dus is goed geweest, 'k Denk dan ook, dat jullie veel genoten hebben. Vol gende week wil ik graag hooren, hoe je het gehad hebt. „Zwartje en Blondje". Jij houdt veel van school. Blondje, dat kan ik heel goed merken. Ja. jg hebt geboft toen je uit was. Maar nu is het weer cok al wat beter. Hartelgk gefeliciteerd; Zwarte met Moeders verjaardag. Was liet een prettige dag? Ja zeker. Het spgt mg cok dat Junior weg gaat. Maar, Vindt,je dat niet.leuk? We heb ben Juniora terug. „Rie". Dat begrgp ik, dat jullie bet jammer vonden. Jat de 'hagedisjes weg waren. Maar 'k denk dat zg big zgn, dat ze uit die kleine gevangenis ont snapt waren. Zoo, had Grie door de warmte geen zin om uit te gaan? E11 waarom had ze geen zin om te schrgven Of komt dat door het feest? Nu, dat zal ze me volgende week zeker wel zelf vertellen. Hoe is het met het schoolfeest gegaan? „Heidebloempje". Hartelijk gefelici teerd met vaders verjaardag, meisje. Dat gelooi ik graag, dat het een pret tige dag was. Gezellig he, als er zoo veel visite komt. Was het niet te druk voor Moeder? Nee, Junior kon niet lan ger meedoen, maar zgn zusje volgt hem op met den schuilnaam van Junior». Aardig, vindt je niet? Je briefje kon nog net mee, maar het was op het kant je af hoor. 't Zou jne spgten als je voor niets geschreven had. ,*Jat begrgp jeu De oplossingen van de vorige week 5gn: 1. laarwei Junior. Wg wenschen je veel goeds op je verder levenspad. OnderdeelenJuweel, Schaar, Junior een, Weenen, Verwerven, Wgs, He lena, Joop, Vos, Lip, G. D. D. D. 2. St. Nico Nicolaas. St. NicolaaS. 3. Paardenhaar, 4. Je voeten. 5. Eksteroog. En hier volgen de nieuwe raadsels 1. Mgn geheel bestaat uit 42 letters en is een bekend spreekwoord. Elan 6 7 S 9 is een kleedingsttik zoo wel voor dames als heeren. 14. 15. 16. 17 is een lichaamsdeel. Een 39 10 ir 4 5 is een boom. 18 19 20 18 26 22 i 2 28 etem de meeste menschen 's zomers graag. In een 3 13 35 21 33 22 23 24 31 staat iemands laatste wil. 12 27 28 7. 31 29 30 40 is een meis jesnaam. 39 40 36 37 38 41 doet men als men vroiolgk is. Een 25 26 23 is een boud. 42 7 34 is een titel vct>r een Spaansch edelman. 2. Xngez. door Lindebloesem. Waar eindigt alles mee? 3. Welke dief is onschuldig? 4. Welke menschen zetten hun voe ten zoo sterk neer, dat men het in de geheele stad hooren kan? 5. Waarom is het blad van een boom gelgk aan het menschelijk lichaam? Zooals jullie ziet, jongelui, wordt de babbelhoek alweer wat gropter. Je vindt dat natuurlijk, evenals ik, heel prettig. Want ons devies is: Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Dan moet ik aan alle babbeihoekers de hartelijke gebeten overbrengen van Junior. Hg heeft heel lang met ons' meegedaan', maai' nu kon hg tot zgn spgt niet langer. Maar door zgn trouw voorbeeld beeft nu ,zgn zusje ef plezier in gekregen. Zoodoende hebben wg pu een Juniora. Jullie heeten haar ook hartelgk welkom, nietwaar? Nu jongelui, ik hoop dat volgende week cok de nu afwetigen present zul len zgn. Vele groeten van je TANTE FRANCIEN. TINE EN DORA. „We wisten alle vier niet, wat we hoorden", ging vader voort, „w_e zagen wel, dat de zaak hard achteiv.it ging, maar dat het zco erg wa^, hi'Uden we niet kunnen denken. Maar t5 begrijpen is het wel, de patroon komt ,al op leeftijd, en hg heelt geen zoon, die hem op kan volgen, en nu de zaak tooh zoo hard achteruit gaat is het voor hem maar beter, er mee op te houden. Maar vcor ons is het erger. Want het is niet alleen bg mgnheer Holm, over al, wordt geklaagd, en er ioopen ik weet niet hoeveel timmerlieden zonde,*., dus wie weet hoe lang vhet duurt, eeK ik weer werk krgg. Moeder had vader geheel laten uit spreken. „Kom, kom, man", zei 2e, „nu niet dadelgk zco mopdelocs. Je hebt nog een maand werk in het zicht, en, krijg je al dadelgk geen werk, dan behoevvn we nog geen gebrek te lfjden. Dan spre ken -we net sommetje aan. dat ik heb (overgespaard voer den kwaden dag. En clan daarbg. bedenk eens, we zgn nu al zoolang getrouwd en aitgd hebben we onafgebroken Gods zegen ondervonden En zouden we nu bij ae geringste te genspoed al dadelgk morren? Rast bet ens niet veel meer om te zeggen: Zou den we wel het goede van God ont vangen en niet het kwade?' Vader knikte. „Je hebt gelgk vrouw", -ei hg, „we zgn in Gods hand. Daar zal ons niets wedervaren, dan wat -Hg vo-or ons noo- dig keurt Toen Tine thuiskwam, vertelde moe der haar, met welke boodschap vader was thuisgekomen. Verschrikt had het meisje geluisterd. Vader zonder werk, dat was toch wei erg.i „Gelukkig maar, uut ik nu ook ver dien, he moeder', zei ze, en mgnheer heelt juist vandaag gezegd, dat. als ik goed mgn best blij f doen. ik na e©n maand weer opslag krgg. Moeder glimlachte. Ze was big, dat Tine voldeed in den winkel. 's Avonds, eer het drietal ter ruste fing, vroeg vader den Heere om uit- omst te willen geven. Hoe vertrou wend klonk vaders gebed. Tine kwam er van onder den indruk'. „Gg weet het, Heere", klonk vaders stem, „dat ik over een maand zonder werk kern. En Gg kunt daarin voorziea Maar mocht Uw weg met ons anders zgn mo,eten wghet pad der tegenspoed bewandelen, o Heere, leer Gg ons dan U stil na te volgen. Gg weet het alles en zoo Gg het doet, zoo alleen is het goed". IWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 7