Uit het Sociale Leven,
AAN HET ZOEKLICHT.
NTEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 7 SEPTEMBER 192S
TWEEDE BLAD.
wbt de mmm zeggen.
De niet aangegeven mijnongevallen.
De Utrechtsche redacteur van de
Standaard, die eer bezoek bracht aan
de mijnstreek, schrijft het volgende:
Eenige urgente kwesties, waarover
wij bij ons bezoek aan de mijnstreek
besprekingen hadden met diverse per
sonen, kunnen niet wachten, tot wij
er in het raam van onze artikelen, die
wij naar aanleiding van dit bezoek ho
pen te schrijven, aan toe zouden ko
men, vooral nu toch reeds door om
standigheden buiten onzen wil 't sc'arij
ven van deze artikelen vertraging on
dervindt.
Als wij over urgente kwestie spre
ken, dan wordt natuurlijk in de eer
ste plaats gedacht aan de kwestie in
zake de Ongevallenwet en daarmee te
gelijk aan het Mijnartseninstituut.
De kwestie inzake de Ongevallen
wet is deze: de organisaties publiceer
den, toen de Minister van Waterstaat
oij de wisseling van stukken in de
Kamer ten aanzien van de veiligheid
in de mijnen wees op het ongevallen-
percentage, dat dit niet juist was,
want de mijnen gaven niet alle
ongevallen aan bij de Rijksvenzeke-
ringbank. Deze publicatie leek een vrij
ernstige beschuldiging en het gevolg
ervan was dan ook, dat er een vrij
heftige correspondentie tusschen Mijn
directie en Mijnwerkersorganisaties
ontstond, toen de laatste verzochten,
dece zaak in de Contactcommissie
(voor hen, die het niet weten, zij ter
verduidelijking gezegd, dat dit zoo-
iets is als het georganiseerd overleg)
aan de orde te stellen. Bovendien acht
te de Rijksverzekeringsbank R.V.B.) de
:aak van zoo*n importantie, dat zij,
door de mijnwerkersorganisaties op
de kwestie geattendeerd door Dr. Von
Eden een onderzoek liet instellen.
Naar aanleiding van dit onderzoek
deelde de R.V.B. mee, „dat een inge
steld onderzoek heeft aangetoond, dat
inderdaad ongevallen verzwegen zijn,
welke o.i. hadden beboeren te zijn aan
gegeven."
Over deze zaak nu is in de pers al
heel wat gedebatteerd en er hebben
zich partijen pro en contra gevormd.
Vooral was dit het geval, nadat Dr.
Vossenaar, de hoofetmijnarts. in de N.
Rott. Ct." van 16 Augustus een artikel
publioeerde, dat bedoelde een verde
diging te zijn van de handeling der
Mijndircties. O.i. toont dit artikel veel
goede zijden van de zaak. Jammer is
het, dat het ontsierd wordt door een
paar onsmakelijke uitvallen naar de
vakorganisaties en haar leiders. Het
ergst komt dat wel uit in den slotzin,
waarin Dr. Vossenaar schrijft over de
vakbondsleiders: „Deze hervormers
houden van veel verziuim, hooge ren
ten. veel rompslomp, en gezien him
invloed gaat het In Nederland zóó op
perbest." Het komt ons voor, dat het
artikel 'van Dr. Vossenaar meer suc
ces zon, gehad hebben, als dit soort zin
nen het niet ontsierd hadden.
De hoofdstrekking van Dr. Vos se—
naars artikel is vast te stellen: de mij
nen geven kleine ongevallen niet aan
bij de R.V.B. maar, administreeren ze
zelf wel; wij doen daarmee den arbei
ders geen nadeel, zelfs wordt over de
beide eerste verzuimdagen 70 pet loon
betaald, \yat de R-V.B. niet doet: wij
bereikten echter door het nemen de
zer zaak in eigen beheer" 'dat het on-
gevaBenuitkeeringsperoentage belang
rijk is teruggebracht, waardoor jaar
lijks een bedrag van/9 ton tot 1 mil-
lioen bezuinigd is.
Wij wililen gaarne over deze zaak
ons oordeel geven én dan onmiddellijk
Jtspreken, dat wij/er op zichzelf geen
bezwaar tegen hébben, dat voor de
kleine ongevallen de administratieve
omweg van de aangifte bij de R.V.B.
wordt vermeden. Echter is het eisch,
dat hiervoor Officieel een regeling ge
troffen wordt. Ons is verzekerd van
een zijde die wij. goed ingelicht ach
ten, dat, vopr tot de „behandeling in
Mgen beheer'* werd overgegaan er over
leg is geweest met de R.V.B. en den
Min. Van. Arbeid. Deze zouden het ge-
sanctionileerd hebben. Maar waarom;
zoo vragen wij. heeft men bij dit over
leg de vertegenwoordigers van de ar
beidersorganisaties niet betrokken en
waarom heeft men niet in één of an
dere wettelijke bepaling deze hande
ling vastgelegd? Wij meenen, dat dit
onjuist is geweest en dat deze fout
hersteld moet worden. Dat zou boven
dien dit voor hebben,dat deze rege
ling niet alleen incidentieel voor het
mijnbedrijf behoefde te gelden, maar
dat ook andere groot-bedrijven, die
zich de weelde van een goetl-inge
richte verbandkamer plus aanstelling
van een arts kunnen veroorloven, zich
er onder zouden kunnen plaatsen. Of
geschiedt dit reeds? En dan ook, ia-
ten wij maar zeggen, „clandestien."
Er moet zekerheid gegeven worden,
dat de arbeiders door een dergelijke
soepele regeling er niet slechter aa.n
toe zouden kunnen komen dan ondèr
een volledige toepassing van de On
gevallenwet. En daarom zou een goed
georganiseerde controle van de R.V.B.
eisch zijn.
Bovendien ware het zeer gewenscht,
de cijfers, ook der lichte ongevallen,
in de statistiek op te nemen. Dat cij
fer zou dan misschien erg omhoog loo
pen, omdat ook het minste schram
metje meetelde, maar door vermel
ding van dit feit zou een verkeerde
conclusie worden vermeden.
Men begrijpt uit het bovenstaande
al, dat wij het mgnartseninstiuut op
zichzelf geen kwaad hart toedragen.
Dat de mijnen artsen aanstellen en
een geneeskundigen dienst organisee-
ren voor de ongeval9patienten, achten
wij zeer juist. Het vaak speciale ka
rakter van ook kleinemijnonge
vallen maakt specialiseering niet on-
gewensoht. Ook het feit, dat het klei
ne wondje onmiddellijk op de mijn
deskundig behandeld wordt, waar
door infectie voorkomen wordt, is een
goede zijde van het mijnartseninsti
tuut. Vanzelfsprekend achten wij het,
dat bij een ongeluk de mijnarts de
eerste hulp verleent. En wij voor ons
achten het dan even vanzelfsprekend,
dat hij de behandeling voortzet. Ech
ter aarzelen wij ten aanzien van de
patiënten, die voor de voortzetting der
behandeling besliste voorkeur voor
een ander arts uitgfc>re"ken. Het komt
ons voor, dat ook uit medisch oog-
punt in verschillende gevallen eert ge
dwongen behandeling door een be
paald arts niet gunstig zal werken.
Evenzoo komt het ons voor, dat er
bezwaar kan bestaan indien de mijn-
artsen, die toch. immers in dienst van
de mijnen staan, eventueel de grens
van invaliditeit moeten vaststellen.
Wij vertrouwen terdege, hier met
hoogstaande menschen te doen te heb
ben, maar een mensch blijft mensch
Vaststelling van de invaliditeits-
grenzen door den mijnarts heetf o.i. 'n
gfoot bezwaar, indien het beroep zóó
geregeld is, dat het bevrediging schept
Maar dat is juist de klacht op het
oogenblik van veel mijnwerkers, dat
bet daaraan hapert. Gaan zij van een
uitspraak van een mijnarts in beroep
bij., den Raad van Beroep te Roermond
dan wordt dooi* dezen Raad van Be
roep als deskundige aangewezen een
mijnarts.
Men begrijpt, dat dit het vertrouwen
in de uitspraken vanden Raad van
Beroep schokt. En op deze wijze wordt
vooral het rechtsgevoel gekrenkt.
Komt er in deze richting geen ver
betering, dan zouden wij de organisa
ties van mijnwerkers ernstig aanra
den, te zoeken naar' de mogelijkheid,
om een arts beschikbaar te krijgen
'(die zich uit den aard van zijn prac-
tijk dan vanzelf in de richting der
mijnongevallen specialiseeren zal) die
bereid is, de arbeiders als deskundige
voor den Raad van Beroep te dienen.
iHiet komt ons voor, dat deze zaak
belangrijk genoeg is, ook voor andere
bedrijven, om breed besproken te wor
den. Noodig zal daarbij zijn, om tot
juiste bespreking in het publiek te
komen, dat het volledig rapport, door
Dr. Van Eden aan het Bestuur der R.
V.B. uitgebracht, te publiceeren. Men
weet dan de preciese feiten
KERK EN SCHOOL.,
NED. HERV. KERK.
Beroepefn: Te Enter, D. J. v. d.
Graaf te Ridderkerk.
Bedankt: Vxx>r Putten, G. Alers
te Nieuw Lekkerland.Voer Loenen, A.
J. Splinter te Lent.
GEREF. KERKEN.
Aangenomen: Naar Borseele-Drie
wegen, C. van Schie, cand. te Voor
schoten.
Bedankt: Voor Hoogvliet, C. van
Schie, cand. te Voorschoten.
CHR. GEPASF. KERK.
Tweetal: Te Biezelinge, T. A. Bak
ker te IJmuiden en J. W. Polman te
Almelo.
GEREF. GEMEENTEN.
Aangenomen: Naar Rhenen Yij-
verberg te Eist CU.)
REM. GEREF. GEM.
Beroepen: Te Zwammerdan^ H.
Cramer te Alkmaar.
Bevestiging, Afscheid en Intrede.
Ds. P. C. de Groot, werd Zon
dagmorgen door Ds. W. v. d. Vlugt
bevestigd in de Ned. Herv. Gem. te
Zuilen met een predicates over Hand.
43:29-,
's Middags deed Ds. de G. zijn in
trede naar aanleiding van Joh. 1:29,
laatste gedeelte.
Ds. W. H. Gispen.
De toestand van ds. W. H. Gispen,
predikant bij de Geref. Kerk van Sche
veilingen, die .i.l Vrijdagmorgen onge
steld de Generale Synode te Assen
verliet, baart gelukkig geen reden tot
bezorgdhid. Deze ongesteldheid zal
naar men hoopt waarschijnlijk van
zeer korten duur zijn.
Ds. Gispen, die wederom lijdt aan
verhoogden bloeddruk, heeft Zondag
niet gepreekt en zal de zittingen der
Synode niet meer bijwonen.
Op medisch advies zal ds. Gispen
enkele dagen rust houdén om dan
weer tot zijn ambtelijk werk hersteld
te kunnen ingaan.
Chr. Lyceum te Almelo.
De Gemeenteraad van Almelo heeft
na een langdurig en scherp debat het
voorstel van Burg. en Weth. om aan
het Chr. Lyceum een subsidie te ver-
leenen, met 9 tegen 8 stemmen (links
tegen rechts) verworpen.
Evangelisatie-predikant.
De classis Heerenveen der Gercf.
Kerken besloot inzake de benoeming
van een evangelisatiepredikant in die
classis op te volgen den wenk van de
Part. Synode en haar Deputaten voor
Evangelisatie op te dragen zich in ver
binding te stellen met de Deputaten
der Part. Synode, teneinde gezamen
lijk een plan te ontwerpen, dat kan
leiden tot beroeping van een evange
lisatie-predikant.
Naar het Zendingsveid.
Zendeling en mevr. Van Hasselt ver
trekken heden naar Genua, om zich
daar in te schepen naar Indië.
De rechtspositie der handelsreizigers
en -agenten.
De Nationale Vakgroep van Han
delsreizigers en -Agenten in de Ne-
derlandsche Vereeniging van Christe
lijke Kantoor- en Handelsbediendenj
heeft ter zake de rechtspositie der han-
Idelföreizigers en- -agentien een adresj
tot den minister van Justitie gericht.
In dit adres wordt er aan herinnerd,
dat naar aanleiding van een mededee-
ling yan den toietnmaligen Minister
gedaan bij de behandeling van dei
Tustitiebegrooting 1924 in de Tweede!
Kamer dat over de vraag, of dei
rechtspositie van den handelsreiziger)
en .den handelsagent wettelijk dient
te worden geregeld, het advies vanj
de commissie Limburg was gevraag^,,
door dezelfde organisatie dato 18 Juni
1924 aan den toenmaligen bewinds
man een adres is gezonden, waarin is!
medegedeeld, dat een dusdanige rege
ling dient te bevatten:
a. een definitie van de begrippen
handelsreiziger en handelsagent;
b. het voorschrift dat als zoodanig]
mogen optreden alleen meerderjari
gen;
c. de bepaling, dat aan personen, diei
als handelsreiziger of handelsagent op
treden, een wettelijk vastgestelde vol
macht (legimitatiebewijsjmoet worden
verstrekt
d. een omschrijving van de aanspra
kelijkheid van den handelsreiziger en
den handelsagent voor de richtige uit
voering der door hem afgesloten trans
acjtïes;
e. de bepaling, dat de arbeidsover
eenkomst tusschen werkgevers en han
delsreizigers alleen schriftelijk, kan
worden aangegaan en opgezegd;
f. een bepaling aangaande den op
zeggingstermijn, welke bij ontslag van-
handelsreizigers, welke o jaar of lan
ger voor dezelfde onderneming werk
zaam zijn, dient te worden in acht ge
nomen:
g. een bepaling, waardoor aan han
delsreizigers, wier loon geheel of in
hoofdzaak uit provisie bestaat, het
recht op uitbetaling dezer provisie over
alle door den werkgever aanvaarde be
stellingen uit het rayon, wordt gewaar
borgd;
h. een bepaling, waardoor de nadee-
lige gevolgen van het delcxederestelsel
voor den handelsreiziger wordt be
perkt;
i. een voorschrift tot nietig verkla
ring van elk concurrentiebeding.
Verder wordt in dit adres geconsta
teerd, dat de gevraagde wettelijke re
geling achterwege is gebleven, waar
door net mogelijk is, dat allerlei wan
verhoudingen, welke voor den handel
in het algemeen en voor de handels
reizigers en handelsagenten in het bij
zonder schadelijk zijn, worden besten
digd, terwijl voornamelijk het ontbre
ken der onder g. en h. genoemde be1
palingen in de kringen der betrokke
nen als een groot gemis wordt ge
voeld, aangezien het hierdoor mogelijk
is aan handelsreizigers wier loon ge
heel of grootendeels uit provisie Be
staat, op de meest willekeurige wijze
een deel van het loon, dat hun recht
matig toekomt, te onthouden.
In verband hiermede wordt het wen-
schelijk geacht dat indien om bij
zondere redenen een volledige wette
lijke regeling van de rechtspositie van
'den handelsreiziger en den handels
agent niet binnen afzienbaren tijd zou:
kunnen worden tot stand gebracht -
door aanvulling van de bepalingen in
het Burgerlijk Wetboek omtrent het'
arbeidscontract den handelsreiziger het'
recht op uitbetaling van het provisie-
löon van alle door den werkgever ge
accepteerde orders worde gewaar
borgd en de nadeelige gevolgen van)
het delcrederestelsel zoodanig worden
beeprkt, dat de handelsreiziger, behal
ve m geval' van grove schuld of van
opzet, ten hoogste aansprakelijk kan
worden gesteld voor een bedrag, dat
gelijk is aan de provisie, welke uitbe
taald is over de bestellingen tot beta
ling waarvan de cliënt onvermogend is
Eindelijk woijcTt er In dit adres op
fewezen, dat één en ander te meer
lemt, nu vaststaat, dat het systeem
van reizen op provisie of nagenoeg]
enkel provisie meer en meer toeneemt,
en als gevolg daarvan steeds meer
deren aan de willekeur hunner werkge
vers zijn blootgelegd, waarom den be
trokken minister Deleefd doch drin
gend wordt verzocht overeenkomstig
!de wenschen door deze organisatie ge
uit te handelen en haar in de gelegen
heid te stellen deze mondeling toe te
lichten.
De staking bij „Heemaf".
In de gisteren gehouden zeer druk
bezochte Algemeene ledenvergadering
van den Metaalbond (die nagenoeg de
geheele Nederl. Metaalindustrie om
vat) werd het conflict bij „Heemaf" be
handeld.
De houding ,door de Directie der
„Heemaf" aangenomen, alsook het ge
voerde beleid van bet Dagelijksch Be
stuur werd eenstemmig goedgekeurd.
GEMENGD NIEUWS.
Een dure urn. Qp de Oosters
begraafplaats te Parijs had een be
ambte in het z.g. Columbarium, het
monument waar de asch van verbran
de lijken in urnen wordt bewaard,
zoo'n urn laten vallen en gebroken.
Bevreesd voor straf had hij de stuk
ken van de urn verstopt en de asch
naar alle winden verstrooid.
Dezer dagen brachten de nabestaan
den van mevrouw Palmieri, wier urm
aldus vernield was, een "bezoek aan het
Columbarium en vonden de urn met
de asch verdwenen.
Leiden, 7 September 1926
De Oproerige Krabbelaar is in Zwit
serland geweest en beeft daar schoe
nen gekocht voor 34 frankeQ oftewel
17 gulden, 't Zullen wel geen arbeiders
schoenen zijn geweest, want naar hij
zelf meedeelt, zouden in Holland der
gelijke schoenen 10 12 gulden geko9t
hebben. En dat kunnen de mee9te ar
beiders daar niet voor uitgeven.
Men herinnert zich, welk een drukte
de socialisten nog niet zoo heel lang ge
leden gemaakt hebben over de verhoo
ging der tarieven van 5 tot 8 pet., „met
60 pet." zooals zij t noemden Dat was
je reinste protectie, alles zou schreeu
wend duur worden, enz. En voor de
prijzen der schoenen gold dit alles nog
in bijzondere mate, dank zij *t schoe
nenwetje.
Doch wat moet nu zelfs de Oproerige
Krabbelaar rkennen? Dat ondanks de
„protectie-politiek" der christelijke re
geering de prijzen hier te lande excep
tioneel laag zijn.
Zou dit misschien komen, omdat na
alle „protectioneele" maatregelen der
vorige regeering onze tarieven nog zoo
exceptioneel laag zijn?
OBSERVATOR
Zij beklaagden zich, de beambte be
kende en werd bestraft. Doch de ge
meente weigerde de 100.00'J franc?
schadevergoeding te betalen, die dö
Schoonzoon van mevr. Palmieri na
mens de familie vroeg. Men achttei
het bedrag overdreven hoog.
En nu zal er een proces gevoerd!
worden over de vraag wat deze scha
de te betieekenen heeft en hoevéél'
vergoeding de gemeente daarvoor te
betalen heeft.
Stierengevecht op straat.
De Spaansche stad Valencia; is dezer
dagen in rep en roer gebracht, door
dien tijdens net transport van een vijf
tal stielen een dezer dieren zich los
rukte en zijn begeleider aanviel, Eem-
ge personen die den man te hulp
traentten te kometi, werden gewond.
De komst van politie ter plaatse,
scheen het dier slechts razender te
maken. Hij rende op de agenten af!
en bracht aan tw<e^ hunner ernstige!
verwondingen toe. Toen hij zag, aat
hij meester van hev strijdperk was,
rende de stier op e^en aantal men
schen af, die dolzinnig, van angst de*
vlucht namen [tot ziij ten slotte een
openstaande aeur bin nen vluchtten en.
zich aldus in veilighei d wisten te brem
gen.
Plotseling stuitte de stier echter op
onverwachten tegenstand in den vorm
van den beroepsstierenvechter Felix
Gomez. Deze trok onmiddellijk zijn
zwaard en wierp zich op het dier, dat
hij spoedig wist te oveiwinnen.
Het publiek juichte dtan stierenvech
ter geestdriftig toe en droeg hem op
'de schouders door de stad, zoo* vertelt
de „Chicago Tribune".
Een gelukkige ontmoeting.
Miss Wisser uit Allemtjown, die
sedert tien jaar de spraak nad verlo
ren, heeft plotseling," het gejbruik van
haar tong terug gekregen, toen zij1
bemerkte, dat een ratelslang „op het
punt stond, haar te bijten.
Het merkwaardige van het gevaf is,
dat miss Wisser indertijd eveneens
'door schrik te spraak is kwijtgeraakt,
Berooving te Tilburg.
Zondagavond laat kreeg de A mster-
da mscne politie van den commissa
ris te Tilburg het verzoek een auto,
van het merk Benz te willen aanhou
den, daar de inzittenden zich vermoe
delijk aan een berooving van een pen
soon aldaar voor een bedrag van on
geveer f 250 hadden schuldig gemaakt
Het gevolg was, dat de toegangswe-
§en tot de stad extra bewaakt wer
en. Een wagen als in het verzoek tot
aanhouding was beschreven, werd niet
gezien. Echter was een politiebeambte
van het bureau Stadhouderskade des
nachts gelukkiger. Deze zag den wa
gen in de Ferdinand Bolstraat rijdenj
en hield hem aan. Hierin zaten vijfl
personen, o.a. twee vrouwen. De wa
gen werd: overgebracht naar het bu
reau Wiesterstraat. Hier -werden de
vrouwen op vrije voeten gesteld: de
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een yiaamsch verhaal).
70) 1;
Op dit oogenblik naderden zij den
stadswal.
Reeds stond het overgeblevene ge-
deelt© der Waldeghemsche bende daar
in gelederen geschaard; verder naar
liet Begijnenhof 'op, en zelfs dieper ter
stad in, hadden de overige vendels
zich in een dichte kolonne gesloten.
Eenige benden, die des Generaals be
velen hadden miskend en misschien
door benauwdheid waren gejaagd,
drongen van wederzijde der binnen
vest naar het hoofd des legers op, om
mede van de eersten over de brug to
geraken.
T9t dan was alles echter met won
derbare regelmhat en in diepe stilte
afgeloopen.
De Generaal deed een teeken aan
de Waldeghemische bende; deze ging
vooruit en klom óver den wal.
Het gansche le^er bewoog zich lang
zaam; maar de benden, die nevens de
vestingwerken sponden, hadden zoo
veel haast cm de stad te ontkomen,
dat zij op vijf of;zes verschillige plaat
sen over den wad klommen en in groo
te menigte tegen,'de brug kwamen aan
dringen.
Hetzij de vocwgenomene vljicht der
hoeren verraden was geworden, of dat
de Fransche schildwachten van het
gebergte buiten de Heren thai sche
poort het gerucht hadden gehoord, dat
uit de wanorde bij de brug ontstond,
op dit oogenblik borst een gewel
dig kanonschot los, dat met zijn don
derende galmen, als een verschrikke
lijke roep over stad en velden rolde.
Dit akelig sein sloeg d© patriotten
met een onzeglijke vervaardheid; de
achterst© vendels drdngen.de voorst©
met onweerstaanbaar geweld tegen
den wal; allen, zelfs de onversaaga-
sten, moesten dien aandrang gehoor
zamen.
Er verhief zacbï een ontzettend nood
gehuil, een ijselijk gedruisch, dat aller
harten met benauwdheid sloeg. Wel
haast verloor men alle gevoel yan ge
meen behoud; ieder ijlde voorwaarts;
gansche drommen liepen over den wal
en stortten als een rollende vloed le
gen de brug.
Een ijselijk gekraak vermengde zich
met de galmen der kanonnen en met
het geknal der geweren; de brug
bezweek onder het gewicht der vluch
telingen en viel met haar last in het
water
Dit ongeluk stuitte echter den drang
der vluchtelingen niet. In de onpeilba
re duisternis en door den schrik ver
blind, kwamen zij onophoudend van
den wal geloopen en vielen overhoop
in de gracht, die welhaast gansch met
lijken was ^opgevuld. .Het geschreeuw,
het gekerm hunner verpletterde broe
ders. in stede van hen terug te hou
den, jaagde hen integendeel aan om
de stad te ontvluchten. Het was een
verwarring, zoo ijselijk, dat geen denk
beeld er van te geven i9. Intusschen
waren de Fransche benden uit d© naas
te legerplaats onder' de wapens geloo
pen en hadden zich niet verre van het
groote Spui in gelederen geschaard.
Van daar schoten zij onophoudend
naar de plaats, waar het noodgehuil
zich verhief.
Terwijl de patriotten bij honderden
in het water versmoorden en elkander
verpletterden, vlogen nog de kogels
als een moorddadige hagelbui tus
schen hen, om de slachtoffers te zoe
ken, die gelukkig genoeg waren ge
weest levend qyer de gracht te ge
raken.
Na een half uur verging het akelig
misbaar; alles werd stilMaar de
nachtelijke duisternis verborg vijfhon
derd lijken in haar schoot.
XIII.
De nacht Is nog donker. Slechts bin
nen twee uren zullen de eerste zonne
stralen het tooneel eener vervaarlijke
ramp verlichten en de Franschen zei
ven doen ijzen bij het gezicht van vijf
honderd lijken, opgehoopt tot boven de
boorden der gracht, versmacht in moe
rassen, vertrapt en verpletterd in het
slijk, of door den kogel getroffen,
in hun bloed neergestort en over de
weide langs den Demer gezaaid
De patriotten, wien het gelukt was,
over de lichamen hunner versmoorde
broeders in het veld te geraken, had
den zich door de duisternis, in Ver
schillende richtingen vooruitgeworpen
om het doodsgevaar te ontkomen.
Evenwel, hoezeer het overschot des
legers ook verstrooid was, een aan-,
zienlijk gedeelte had de vlucht geno
men langs een grooten aardeweg, die
naar de Limburgsche Kempen leidde.
Aan het hoofd dezer vluchtelingen
bevond zich de Waldeghemsche ben
de, die weinig had geleden, dewijl zij
over de brug was getrokken, vooral
eer hare instorting het teeken tot het
schrikkelijkst ongeluk werd.
Door angst voortgezweept, versnel
den de boeren hun gang zoozeer, dat
de zwaksten het welhaast moesten op
geven en. onder droef misbaar met
gansche hoopen zich bij de baan lie
ten nedervallen. Alsof deze ongeiuk-
kigen de overtuiging hadden, dat dit
verlaten hen in de handen hunner
wreede vijanden overleverde, nepen
Zij nog van verre uit de duisternis
hun vrienden een laatst en smartelijk
vaarwel toe.
Eindelijk, na drie uren weegs te
hebben afgelegd, waren de Waldeghem
sche mannen zei ven zoodanig door
vermoeidheid uitgeput, dat Bruno bij
een klein gehucht, dat nevens de baan
stond, hun gebood stil te houden, om
daar te rusten tot den morgen.
Allen verspreidden zich door het
gehucht, om een rustplaats te vinden.
D© inwoners der weinige huizen wer-
den opgeklopt, en wanneer stallen en
schuren tot smachtens toe met man
nen waren opgevuld, legden de overi
gen zich tegen muren en hagen op den
vochtigen bodem neder.
Onophoudelijk kwamen van den
kant der stad Diest vele vluchtelingen
die de anderen in hun snellen gang
niet hadden kunnen volgen. Bij het
gehucht werd hun gezegd, d'at men
daar'tot den morgen zou vemijlen.
,Zoo drong allengskens een 'talrijke
menigte tusschen de eenige huizen,
die terzijde der baan verspreid lagen;
welhaast kon men met moeite nog
over de wegen gaan, dewiil de grond
overdekt was met menschen. die zich
in de duisternis op de eerste plaats de
beste nevens elkander hadden uitge
strekt.
Een doodsche stilte heerschte over
bet gehucht; de meeste boeren, door
vermoeidheid uitgeput, waren in een
diepen slaap verzonken; de weinigen,
die waakten, hielden hun oogen be-
weegloos in de duisternis gericht, of
vergoten stille tran?n bij de overwe
ging van hun akelig lot.
Alles in het gehucht bleef dus zwij
gend; geen beweglmr, geen zucht
kwam de tegenwoordigheid dier onge-
lukkigen verraden Zii lagen in den
schoot der duisternis, svtil en roerloos
als lijken, In een onmeetbare» graf
kuil neergelegd.