Uit het Sociale Leven, AAN HET ZOEKLICHT. NTEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 7 SEPTEMBER 192S TWEEDE BLAD. wbt de mmm zeggen. De niet aangegeven mijnongevallen. De Utrechtsche redacteur van de Standaard, die eer bezoek bracht aan de mijnstreek, schrijft het volgende: Eenige urgente kwesties, waarover wij bij ons bezoek aan de mijnstreek besprekingen hadden met diverse per sonen, kunnen niet wachten, tot wij er in het raam van onze artikelen, die wij naar aanleiding van dit bezoek ho pen te schrijven, aan toe zouden ko men, vooral nu toch reeds door om standigheden buiten onzen wil 't sc'arij ven van deze artikelen vertraging on dervindt. Als wij over urgente kwestie spre ken, dan wordt natuurlijk in de eer ste plaats gedacht aan de kwestie in zake de Ongevallenwet en daarmee te gelijk aan het Mijnartseninstituut. De kwestie inzake de Ongevallen wet is deze: de organisaties publiceer den, toen de Minister van Waterstaat oij de wisseling van stukken in de Kamer ten aanzien van de veiligheid in de mijnen wees op het ongevallen- percentage, dat dit niet juist was, want de mijnen gaven niet alle ongevallen aan bij de Rijksvenzeke- ringbank. Deze publicatie leek een vrij ernstige beschuldiging en het gevolg ervan was dan ook, dat er een vrij heftige correspondentie tusschen Mijn directie en Mijnwerkersorganisaties ontstond, toen de laatste verzochten, dece zaak in de Contactcommissie (voor hen, die het niet weten, zij ter verduidelijking gezegd, dat dit zoo- iets is als het georganiseerd overleg) aan de orde te stellen. Bovendien acht te de Rijksverzekeringsbank R.V.B.) de :aak van zoo*n importantie, dat zij, door de mijnwerkersorganisaties op de kwestie geattendeerd door Dr. Von Eden een onderzoek liet instellen. Naar aanleiding van dit onderzoek deelde de R.V.B. mee, „dat een inge steld onderzoek heeft aangetoond, dat inderdaad ongevallen verzwegen zijn, welke o.i. hadden beboeren te zijn aan gegeven." Over deze zaak nu is in de pers al heel wat gedebatteerd en er hebben zich partijen pro en contra gevormd. Vooral was dit het geval, nadat Dr. Vossenaar, de hoofetmijnarts. in de N. Rott. Ct." van 16 Augustus een artikel publioeerde, dat bedoelde een verde diging te zijn van de handeling der Mijndircties. O.i. toont dit artikel veel goede zijden van de zaak. Jammer is het, dat het ontsierd wordt door een paar onsmakelijke uitvallen naar de vakorganisaties en haar leiders. Het ergst komt dat wel uit in den slotzin, waarin Dr. Vossenaar schrijft over de vakbondsleiders: „Deze hervormers houden van veel verziuim, hooge ren ten. veel rompslomp, en gezien him invloed gaat het In Nederland zóó op perbest." Het komt ons voor, dat het artikel 'van Dr. Vossenaar meer suc ces zon, gehad hebben, als dit soort zin nen het niet ontsierd hadden. De hoofdstrekking van Dr. Vos se— naars artikel is vast te stellen: de mij nen geven kleine ongevallen niet aan bij de R.V.B. maar, administreeren ze zelf wel; wij doen daarmee den arbei ders geen nadeel, zelfs wordt over de beide eerste verzuimdagen 70 pet loon betaald, \yat de R-V.B. niet doet: wij bereikten echter door het nemen de zer zaak in eigen beheer" 'dat het on- gevaBenuitkeeringsperoentage belang rijk is teruggebracht, waardoor jaar lijks een bedrag van/9 ton tot 1 mil- lioen bezuinigd is. Wij wililen gaarne over deze zaak ons oordeel geven én dan onmiddellijk Jtspreken, dat wij/er op zichzelf geen bezwaar tegen hébben, dat voor de kleine ongevallen de administratieve omweg van de aangifte bij de R.V.B. wordt vermeden. Echter is het eisch, dat hiervoor Officieel een regeling ge troffen wordt. Ons is verzekerd van een zijde die wij. goed ingelicht ach ten, dat, vopr tot de „behandeling in Mgen beheer'* werd overgegaan er over leg is geweest met de R.V.B. en den Min. Van. Arbeid. Deze zouden het ge- sanctionileerd hebben. Maar waarom; zoo vragen wij. heeft men bij dit over leg de vertegenwoordigers van de ar beidersorganisaties niet betrokken en waarom heeft men niet in één of an dere wettelijke bepaling deze hande ling vastgelegd? Wij meenen, dat dit onjuist is geweest en dat deze fout hersteld moet worden. Dat zou boven dien dit voor hebben,dat deze rege ling niet alleen incidentieel voor het mijnbedrijf behoefde te gelden, maar dat ook andere groot-bedrijven, die zich de weelde van een goetl-inge richte verbandkamer plus aanstelling van een arts kunnen veroorloven, zich er onder zouden kunnen plaatsen. Of geschiedt dit reeds? En dan ook, ia- ten wij maar zeggen, „clandestien." Er moet zekerheid gegeven worden, dat de arbeiders door een dergelijke soepele regeling er niet slechter aa.n toe zouden kunnen komen dan ondèr een volledige toepassing van de On gevallenwet. En daarom zou een goed georganiseerde controle van de R.V.B. eisch zijn. Bovendien ware het zeer gewenscht, de cijfers, ook der lichte ongevallen, in de statistiek op te nemen. Dat cij fer zou dan misschien erg omhoog loo pen, omdat ook het minste schram metje meetelde, maar door vermel ding van dit feit zou een verkeerde conclusie worden vermeden. Men begrijpt uit het bovenstaande al, dat wij het mgnartseninstiuut op zichzelf geen kwaad hart toedragen. Dat de mijnen artsen aanstellen en een geneeskundigen dienst organisee- ren voor de ongeval9patienten, achten wij zeer juist. Het vaak speciale ka rakter van ook kleinemijnonge vallen maakt specialiseering niet on- gewensoht. Ook het feit, dat het klei ne wondje onmiddellijk op de mijn deskundig behandeld wordt, waar door infectie voorkomen wordt, is een goede zijde van het mijnartseninsti tuut. Vanzelfsprekend achten wij het, dat bij een ongeluk de mijnarts de eerste hulp verleent. En wij voor ons achten het dan even vanzelfsprekend, dat hij de behandeling voortzet. Ech ter aarzelen wij ten aanzien van de patiënten, die voor de voortzetting der behandeling besliste voorkeur voor een ander arts uitgfc>re"ken. Het komt ons voor, dat ook uit medisch oog- punt in verschillende gevallen eert ge dwongen behandeling door een be paald arts niet gunstig zal werken. Evenzoo komt het ons voor, dat er bezwaar kan bestaan indien de mijn- artsen, die toch. immers in dienst van de mijnen staan, eventueel de grens van invaliditeit moeten vaststellen. Wij vertrouwen terdege, hier met hoogstaande menschen te doen te heb ben, maar een mensch blijft mensch Vaststelling van de invaliditeits- grenzen door den mijnarts heetf o.i. 'n gfoot bezwaar, indien het beroep zóó geregeld is, dat het bevrediging schept Maar dat is juist de klacht op het oogenblik van veel mijnwerkers, dat bet daaraan hapert. Gaan zij van een uitspraak van een mijnarts in beroep bij., den Raad van Beroep te Roermond dan wordt dooi* dezen Raad van Be roep als deskundige aangewezen een mijnarts. Men begrijpt, dat dit het vertrouwen in de uitspraken vanden Raad van Beroep schokt. En op deze wijze wordt vooral het rechtsgevoel gekrenkt. Komt er in deze richting geen ver betering, dan zouden wij de organisa ties van mijnwerkers ernstig aanra den, te zoeken naar' de mogelijkheid, om een arts beschikbaar te krijgen '(die zich uit den aard van zijn prac- tijk dan vanzelf in de richting der mijnongevallen specialiseeren zal) die bereid is, de arbeiders als deskundige voor den Raad van Beroep te dienen. iHiet komt ons voor, dat deze zaak belangrijk genoeg is, ook voor andere bedrijven, om breed besproken te wor den. Noodig zal daarbij zijn, om tot juiste bespreking in het publiek te komen, dat het volledig rapport, door Dr. Van Eden aan het Bestuur der R. V.B. uitgebracht, te publiceeren. Men weet dan de preciese feiten KERK EN SCHOOL., NED. HERV. KERK. Beroepefn: Te Enter, D. J. v. d. Graaf te Ridderkerk. Bedankt: Vxx>r Putten, G. Alers te Nieuw Lekkerland.Voer Loenen, A. J. Splinter te Lent. GEREF. KERKEN. Aangenomen: Naar Borseele-Drie wegen, C. van Schie, cand. te Voor schoten. Bedankt: Voor Hoogvliet, C. van Schie, cand. te Voorschoten. CHR. GEPASF. KERK. Tweetal: Te Biezelinge, T. A. Bak ker te IJmuiden en J. W. Polman te Almelo. GEREF. GEMEENTEN. Aangenomen: Naar Rhenen Yij- verberg te Eist CU.) REM. GEREF. GEM. Beroepen: Te Zwammerdan^ H. Cramer te Alkmaar. Bevestiging, Afscheid en Intrede. Ds. P. C. de Groot, werd Zon dagmorgen door Ds. W. v. d. Vlugt bevestigd in de Ned. Herv. Gem. te Zuilen met een predicates over Hand. 43:29-, 's Middags deed Ds. de G. zijn in trede naar aanleiding van Joh. 1:29, laatste gedeelte. Ds. W. H. Gispen. De toestand van ds. W. H. Gispen, predikant bij de Geref. Kerk van Sche veilingen, die .i.l Vrijdagmorgen onge steld de Generale Synode te Assen verliet, baart gelukkig geen reden tot bezorgdhid. Deze ongesteldheid zal naar men hoopt waarschijnlijk van zeer korten duur zijn. Ds. Gispen, die wederom lijdt aan verhoogden bloeddruk, heeft Zondag niet gepreekt en zal de zittingen der Synode niet meer bijwonen. Op medisch advies zal ds. Gispen enkele dagen rust houdén om dan weer tot zijn ambtelijk werk hersteld te kunnen ingaan. Chr. Lyceum te Almelo. De Gemeenteraad van Almelo heeft na een langdurig en scherp debat het voorstel van Burg. en Weth. om aan het Chr. Lyceum een subsidie te ver- leenen, met 9 tegen 8 stemmen (links tegen rechts) verworpen. Evangelisatie-predikant. De classis Heerenveen der Gercf. Kerken besloot inzake de benoeming van een evangelisatiepredikant in die classis op te volgen den wenk van de Part. Synode en haar Deputaten voor Evangelisatie op te dragen zich in ver binding te stellen met de Deputaten der Part. Synode, teneinde gezamen lijk een plan te ontwerpen, dat kan leiden tot beroeping van een evange lisatie-predikant. Naar het Zendingsveid. Zendeling en mevr. Van Hasselt ver trekken heden naar Genua, om zich daar in te schepen naar Indië. De rechtspositie der handelsreizigers en -agenten. De Nationale Vakgroep van Han delsreizigers en -Agenten in de Ne- derlandsche Vereeniging van Christe lijke Kantoor- en Handelsbediendenj heeft ter zake de rechtspositie der han- Idelföreizigers en- -agentien een adresj tot den minister van Justitie gericht. In dit adres wordt er aan herinnerd, dat naar aanleiding van een mededee- ling yan den toietnmaligen Minister gedaan bij de behandeling van dei Tustitiebegrooting 1924 in de Tweede! Kamer dat over de vraag, of dei rechtspositie van den handelsreiziger) en .den handelsagent wettelijk dient te worden geregeld, het advies vanj de commissie Limburg was gevraag^,, door dezelfde organisatie dato 18 Juni 1924 aan den toenmaligen bewinds man een adres is gezonden, waarin is! medegedeeld, dat een dusdanige rege ling dient te bevatten: a. een definitie van de begrippen handelsreiziger en handelsagent; b. het voorschrift dat als zoodanig] mogen optreden alleen meerderjari gen; c. de bepaling, dat aan personen, diei als handelsreiziger of handelsagent op treden, een wettelijk vastgestelde vol macht (legimitatiebewijsjmoet worden verstrekt d. een omschrijving van de aanspra kelijkheid van den handelsreiziger en den handelsagent voor de richtige uit voering der door hem afgesloten trans acjtïes; e. de bepaling, dat de arbeidsover eenkomst tusschen werkgevers en han delsreizigers alleen schriftelijk, kan worden aangegaan en opgezegd; f. een bepaling aangaande den op zeggingstermijn, welke bij ontslag van- handelsreizigers, welke o jaar of lan ger voor dezelfde onderneming werk zaam zijn, dient te worden in acht ge nomen: g. een bepaling, waardoor aan han delsreizigers, wier loon geheel of in hoofdzaak uit provisie bestaat, het recht op uitbetaling dezer provisie over alle door den werkgever aanvaarde be stellingen uit het rayon, wordt gewaar borgd; h. een bepaling, waardoor de nadee- lige gevolgen van het delcxederestelsel voor den handelsreiziger wordt be perkt; i. een voorschrift tot nietig verkla ring van elk concurrentiebeding. Verder wordt in dit adres geconsta teerd, dat de gevraagde wettelijke re geling achterwege is gebleven, waar door net mogelijk is, dat allerlei wan verhoudingen, welke voor den handel in het algemeen en voor de handels reizigers en handelsagenten in het bij zonder schadelijk zijn, worden besten digd, terwijl voornamelijk het ontbre ken der onder g. en h. genoemde be1 palingen in de kringen der betrokke nen als een groot gemis wordt ge voeld, aangezien het hierdoor mogelijk is aan handelsreizigers wier loon ge heel of grootendeels uit provisie Be staat, op de meest willekeurige wijze een deel van het loon, dat hun recht matig toekomt, te onthouden. In verband hiermede wordt het wen- schelijk geacht dat indien om bij zondere redenen een volledige wette lijke regeling van de rechtspositie van 'den handelsreiziger en den handels agent niet binnen afzienbaren tijd zou: kunnen worden tot stand gebracht - door aanvulling van de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek omtrent het' arbeidscontract den handelsreiziger het' recht op uitbetaling van het provisie- löon van alle door den werkgever ge accepteerde orders worde gewaar borgd en de nadeelige gevolgen van) het delcrederestelsel zoodanig worden beeprkt, dat de handelsreiziger, behal ve m geval' van grove schuld of van opzet, ten hoogste aansprakelijk kan worden gesteld voor een bedrag, dat gelijk is aan de provisie, welke uitbe taald is over de bestellingen tot beta ling waarvan de cliënt onvermogend is Eindelijk woijcTt er In dit adres op fewezen, dat één en ander te meer lemt, nu vaststaat, dat het systeem van reizen op provisie of nagenoeg] enkel provisie meer en meer toeneemt, en als gevolg daarvan steeds meer deren aan de willekeur hunner werkge vers zijn blootgelegd, waarom den be trokken minister Deleefd doch drin gend wordt verzocht overeenkomstig !de wenschen door deze organisatie ge uit te handelen en haar in de gelegen heid te stellen deze mondeling toe te lichten. De staking bij „Heemaf". In de gisteren gehouden zeer druk bezochte Algemeene ledenvergadering van den Metaalbond (die nagenoeg de geheele Nederl. Metaalindustrie om vat) werd het conflict bij „Heemaf" be handeld. De houding ,door de Directie der „Heemaf" aangenomen, alsook het ge voerde beleid van bet Dagelijksch Be stuur werd eenstemmig goedgekeurd. GEMENGD NIEUWS. Een dure urn. Qp de Oosters begraafplaats te Parijs had een be ambte in het z.g. Columbarium, het monument waar de asch van verbran de lijken in urnen wordt bewaard, zoo'n urn laten vallen en gebroken. Bevreesd voor straf had hij de stuk ken van de urn verstopt en de asch naar alle winden verstrooid. Dezer dagen brachten de nabestaan den van mevrouw Palmieri, wier urm aldus vernield was, een "bezoek aan het Columbarium en vonden de urn met de asch verdwenen. Leiden, 7 September 1926 De Oproerige Krabbelaar is in Zwit serland geweest en beeft daar schoe nen gekocht voor 34 frankeQ oftewel 17 gulden, 't Zullen wel geen arbeiders schoenen zijn geweest, want naar hij zelf meedeelt, zouden in Holland der gelijke schoenen 10 12 gulden geko9t hebben. En dat kunnen de mee9te ar beiders daar niet voor uitgeven. Men herinnert zich, welk een drukte de socialisten nog niet zoo heel lang ge leden gemaakt hebben over de verhoo ging der tarieven van 5 tot 8 pet., „met 60 pet." zooals zij t noemden Dat was je reinste protectie, alles zou schreeu wend duur worden, enz. En voor de prijzen der schoenen gold dit alles nog in bijzondere mate, dank zij *t schoe nenwetje. Doch wat moet nu zelfs de Oproerige Krabbelaar rkennen? Dat ondanks de „protectie-politiek" der christelijke re geering de prijzen hier te lande excep tioneel laag zijn. Zou dit misschien komen, omdat na alle „protectioneele" maatregelen der vorige regeering onze tarieven nog zoo exceptioneel laag zijn? OBSERVATOR Zij beklaagden zich, de beambte be kende en werd bestraft. Doch de ge meente weigerde de 100.00'J franc? schadevergoeding te betalen, die dö Schoonzoon van mevr. Palmieri na mens de familie vroeg. Men achttei het bedrag overdreven hoog. En nu zal er een proces gevoerd! worden over de vraag wat deze scha de te betieekenen heeft en hoevéél' vergoeding de gemeente daarvoor te betalen heeft. Stierengevecht op straat. De Spaansche stad Valencia; is dezer dagen in rep en roer gebracht, door dien tijdens net transport van een vijf tal stielen een dezer dieren zich los rukte en zijn begeleider aanviel, Eem- ge personen die den man te hulp traentten te kometi, werden gewond. De komst van politie ter plaatse, scheen het dier slechts razender te maken. Hij rende op de agenten af! en bracht aan tw<e^ hunner ernstige! verwondingen toe. Toen hij zag, aat hij meester van hev strijdperk was, rende de stier op e^en aantal men schen af, die dolzinnig, van angst de* vlucht namen [tot ziij ten slotte een openstaande aeur bin nen vluchtten en. zich aldus in veilighei d wisten te brem gen. Plotseling stuitte de stier echter op onverwachten tegenstand in den vorm van den beroepsstierenvechter Felix Gomez. Deze trok onmiddellijk zijn zwaard en wierp zich op het dier, dat hij spoedig wist te oveiwinnen. Het publiek juichte dtan stierenvech ter geestdriftig toe en droeg hem op 'de schouders door de stad, zoo* vertelt de „Chicago Tribune". Een gelukkige ontmoeting. Miss Wisser uit Allemtjown, die sedert tien jaar de spraak nad verlo ren, heeft plotseling," het gejbruik van haar tong terug gekregen, toen zij1 bemerkte, dat een ratelslang „op het punt stond, haar te bijten. Het merkwaardige van het gevaf is, dat miss Wisser indertijd eveneens 'door schrik te spraak is kwijtgeraakt, Berooving te Tilburg. Zondagavond laat kreeg de A mster- da mscne politie van den commissa ris te Tilburg het verzoek een auto, van het merk Benz te willen aanhou den, daar de inzittenden zich vermoe delijk aan een berooving van een pen soon aldaar voor een bedrag van on geveer f 250 hadden schuldig gemaakt Het gevolg was, dat de toegangswe- §en tot de stad extra bewaakt wer en. Een wagen als in het verzoek tot aanhouding was beschreven, werd niet gezien. Echter was een politiebeambte van het bureau Stadhouderskade des nachts gelukkiger. Deze zag den wa gen in de Ferdinand Bolstraat rijdenj en hield hem aan. Hierin zaten vijfl personen, o.a. twee vrouwen. De wa gen werd: overgebracht naar het bu reau Wiesterstraat. Hier -werden de vrouwen op vrije voeten gesteld: de FEUILLETON. Uit spannende dagen. (Een yiaamsch verhaal). 70) 1; Op dit oogenblik naderden zij den stadswal. Reeds stond het overgeblevene ge- deelt© der Waldeghemsche bende daar in gelederen geschaard; verder naar liet Begijnenhof 'op, en zelfs dieper ter stad in, hadden de overige vendels zich in een dichte kolonne gesloten. Eenige benden, die des Generaals be velen hadden miskend en misschien door benauwdheid waren gejaagd, drongen van wederzijde der binnen vest naar het hoofd des legers op, om mede van de eersten over de brug to geraken. T9t dan was alles echter met won derbare regelmhat en in diepe stilte afgeloopen. De Generaal deed een teeken aan de Waldeghemische bende; deze ging vooruit en klom óver den wal. Het gansche le^er bewoog zich lang zaam; maar de benden, die nevens de vestingwerken sponden, hadden zoo veel haast cm de stad te ontkomen, dat zij op vijf of;zes verschillige plaat sen over den wad klommen en in groo te menigte tegen,'de brug kwamen aan dringen. Hetzij de vocwgenomene vljicht der hoeren verraden was geworden, of dat de Fransche schildwachten van het gebergte buiten de Heren thai sche poort het gerucht hadden gehoord, dat uit de wanorde bij de brug ontstond, op dit oogenblik borst een gewel dig kanonschot los, dat met zijn don derende galmen, als een verschrikke lijke roep over stad en velden rolde. Dit akelig sein sloeg d© patriotten met een onzeglijke vervaardheid; de achterst© vendels drdngen.de voorst© met onweerstaanbaar geweld tegen den wal; allen, zelfs de onversaaga- sten, moesten dien aandrang gehoor zamen. Er verhief zacbï een ontzettend nood gehuil, een ijselijk gedruisch, dat aller harten met benauwdheid sloeg. Wel haast verloor men alle gevoel yan ge meen behoud; ieder ijlde voorwaarts; gansche drommen liepen over den wal en stortten als een rollende vloed le gen de brug. Een ijselijk gekraak vermengde zich met de galmen der kanonnen en met het geknal der geweren; de brug bezweek onder het gewicht der vluch telingen en viel met haar last in het water Dit ongeluk stuitte echter den drang der vluchtelingen niet. In de onpeilba re duisternis en door den schrik ver blind, kwamen zij onophoudend van den wal geloopen en vielen overhoop in de gracht, die welhaast gansch met lijken was ^opgevuld. .Het geschreeuw, het gekerm hunner verpletterde broe ders. in stede van hen terug te hou den, jaagde hen integendeel aan om de stad te ontvluchten. Het was een verwarring, zoo ijselijk, dat geen denk beeld er van te geven i9. Intusschen waren de Fransche benden uit d© naas te legerplaats onder' de wapens geloo pen en hadden zich niet verre van het groote Spui in gelederen geschaard. Van daar schoten zij onophoudend naar de plaats, waar het noodgehuil zich verhief. Terwijl de patriotten bij honderden in het water versmoorden en elkander verpletterden, vlogen nog de kogels als een moorddadige hagelbui tus schen hen, om de slachtoffers te zoe ken, die gelukkig genoeg waren ge weest levend qyer de gracht te ge raken. Na een half uur verging het akelig misbaar; alles werd stilMaar de nachtelijke duisternis verborg vijfhon derd lijken in haar schoot. XIII. De nacht Is nog donker. Slechts bin nen twee uren zullen de eerste zonne stralen het tooneel eener vervaarlijke ramp verlichten en de Franschen zei ven doen ijzen bij het gezicht van vijf honderd lijken, opgehoopt tot boven de boorden der gracht, versmacht in moe rassen, vertrapt en verpletterd in het slijk, of door den kogel getroffen, in hun bloed neergestort en over de weide langs den Demer gezaaid De patriotten, wien het gelukt was, over de lichamen hunner versmoorde broeders in het veld te geraken, had den zich door de duisternis, in Ver schillende richtingen vooruitgeworpen om het doodsgevaar te ontkomen. Evenwel, hoezeer het overschot des legers ook verstrooid was, een aan-, zienlijk gedeelte had de vlucht geno men langs een grooten aardeweg, die naar de Limburgsche Kempen leidde. Aan het hoofd dezer vluchtelingen bevond zich de Waldeghemsche ben de, die weinig had geleden, dewijl zij over de brug was getrokken, vooral eer hare instorting het teeken tot het schrikkelijkst ongeluk werd. Door angst voortgezweept, versnel den de boeren hun gang zoozeer, dat de zwaksten het welhaast moesten op geven en. onder droef misbaar met gansche hoopen zich bij de baan lie ten nedervallen. Alsof deze ongeiuk- kigen de overtuiging hadden, dat dit verlaten hen in de handen hunner wreede vijanden overleverde, nepen Zij nog van verre uit de duisternis hun vrienden een laatst en smartelijk vaarwel toe. Eindelijk, na drie uren weegs te hebben afgelegd, waren de Waldeghem sche mannen zei ven zoodanig door vermoeidheid uitgeput, dat Bruno bij een klein gehucht, dat nevens de baan stond, hun gebood stil te houden, om daar te rusten tot den morgen. Allen verspreidden zich door het gehucht, om een rustplaats te vinden. D© inwoners der weinige huizen wer- den opgeklopt, en wanneer stallen en schuren tot smachtens toe met man nen waren opgevuld, legden de overi gen zich tegen muren en hagen op den vochtigen bodem neder. Onophoudelijk kwamen van den kant der stad Diest vele vluchtelingen die de anderen in hun snellen gang niet hadden kunnen volgen. Bij het gehucht werd hun gezegd, d'at men daar'tot den morgen zou vemijlen. ,Zoo drong allengskens een 'talrijke menigte tusschen de eenige huizen, die terzijde der baan verspreid lagen; welhaast kon men met moeite nog over de wegen gaan, dewiil de grond overdekt was met menschen. die zich in de duisternis op de eerste plaats de beste nevens elkander hadden uitge strekt. Een doodsche stilte heerschte over bet gehucht; de meeste boeren, door vermoeidheid uitgeput, waren in een diepen slaap verzonken; de weinigen, die waakten, hielden hun oogen be- weegloos in de duisternis gericht, of vergoten stille tran?n bij de overwe ging van hun akelig lot. Alles in het gehucht bleef dus zwij gend; geen beweglmr, geen zucht kwam de tegenwoordigheid dier onge- lukkigen verraden Zii lagen in den schoot der duisternis, svtil en roerloos als lijken, In een onmeetbare» graf kuil neergelegd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5