i: TWEEDE BLAD.
Wflï IE ILiilil ZEGGEN.
KERK EN SCHOOL, j
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
GEMENGD NIEUWS.
NIEUWE LE1DSCHÊ- COURANT VAN MAANDAG 6 SEPTEMBER 1926
Opvoeding,
Ons Friesch Dagblad gaf Zaterdag
nog het volgende leekepraatje van
zijn overleden Hoofdredacteur:
In mijn jeugd heh ik „Opvoedkun
de" geleerd:
Als vak-van-Wetenschap, wel te ver
staan.
En ik heh me op later leeftijd nooit
geschaard in de rangen van hen» die
daags na 't verkrijgen hunner „hoofd
act©" hun paedagogische leerboeken
te koop foieden, eer een volgende druk
ze minder waard maken, mocht; nooit
j&eer naar een paedagogisch artikel
tijdschrift omkijken en luide ver
kondigen, dat alléén de practijk hen
tot zulke kostelijke opvoeders heeft
gevormd.
Dat laatste verheelden ze zichzelf
wel.
Doch 'tis absoluut onjuist, dat ©en
beginner geheel zelfstandig, geleid
cloor zijn gezond verstand, goed in
zicht of aangeboren instinct, al maar
proefnemend op het kindermateriaal,
dat hem wordt toevertrouwd, zichzelf
tot een juisten opvoeder vormen zal.
Zeker, oefening en practijk doen
véél. Maar de theorie kan niet gemist.
En zeg nu niet ,dat honderdduizen
den ouders het dan toch feitelijk zon
der theorie klaar spelen en er vaak
heel wat van terecht brengen.
Ik geef grif en graag toe:
De practijk is de beste, rijkste, ver-
trouwhaarste leermeesteres.
En ik wil allerminst in overweging
geven, om de jonggehuwden op hun
bruiloft, of vindt men dat wat te voor
barig, dan de jonge ouders bij den
doop van hun eerste kindeken, een
Handboek voor opvoedkunde cadeau
te doen!
Houd het maar bij 'toude gebruik:
Een Bijbel op den huwelijksdag.
Want hiermee kom ik tegelijk aan
de eerste opmerking^ die ik maken
wilde: In een huisgezin, waar men ge
regeld en aandachtig den Bijbel met
elkaar leest, wordt neen! niet opzet
telijk de Opvoedkunde bestudeerd:
Gods Woord is geen „handboek" voor
®ulke Wetenschap ook! doch daar
drinkt men onopzettelijk! de kostelijk
ste opvoedkundige, „theorie" in, welke
op aarde te verkrijgen is en- al® men
dan zelf leven mag naar dat Woord
en dies ook zijn opvoeoding inricht,
naar dat Woord, wel! zeg dan toch
nooit, dat ge t practijkgebouw over
opvoedkunde niet op den grondslag
der meest hechte theorie zoudt heb
ben opgebouwd!
ten onrechte schrijft een onzer
christelijke onderwijzersvereenigingen
in haar beginselverklaring, dat in
Gods Woord „alle elementen" eener
waarachtige opvoeding gevonden wor
den. En dan komt daar nog zooveel
meer bij.
Wij leven noch als persoon, noch als
gezm op een eiland alléén.
Wij vormen een menachelijke samen
leving.
Die o.m. decze twee gewichtige fac
toren meebrengt: de onderlinge uit
wisseling van gedachten en het we-
derkeerig voorbeeld.
Over en wéér praat men,
Nu, ja „over alles en nog wat."
Maar in onze kringen toch obk nog
wel, neem ik aan, over de kinders, hun
opvoeding en zoo al meer.
Daar komt het voorbeeld bij. Héél
rk d&t der eigen ouders in eigen
jeugdtijd. Daarbij dat van vrienden,
buren.... en waar in dat voorbeeld
vaak de tot practijk gekristalliseerde
theorie van vrome voorgeslachten zich
uit, hebt g© hier het derde bewijs hoe
het minachtend neerzien op die „the
orie al blijf de practijk hoofdzaak!
ook met het werkelijke leven niet
klopt.
Keisteenen met modder.
Wij lezen in „De Waarheidsvriend",
wekelijksch orgaan van den Gerefor
meerden Bond tot verbreiding en ver
dediging van de Waarheid in de Neder-
landsch Hervormde (Gereformeerde)
Kerk, onder redactie van Ds. M. van
Grieken:
»Wij willen nog even terugkomen op
die „mooie" reörg&hisatiëvergaderihg,
die onlangs te Utrecht iS'gehöu'd'en on
der leiding en bescherming vah man
nén als Dr. Kromsigt, Ds. Ekering van
Amsterdam, Ds. Gravemeijer van Den
Haag en Ds. Six Dijkstra van Tér Aa;
allen meer of minder behöorend tot de
Hervormd Gereformeerde Staatspartij
(H. G. S. Hoort"Gods Stem!)
Die heeren hébben zich vóór goed ge
blameerd - en hebben ,.de goéde zaak
groote schade berokkend..
Want het is eigenlijk njets clan schel
dén g'eweest op de Gereformeerde Ker
ken, op de "Synode vanAssen, op Dr.
Kuyper, op dé Gescheidénen, enz., enz.
En die onder de.aanwezigen ook maar
even dorst te verklaren van; een, andere
meeningJn deze te zijn, is uitgejouwd
onder „daverend applaus".
Van mannen als Dr. Kuyper en de
vertegenwoordigers uit het midden
van de Gereformeerde Kerken wérd
nu letterlijk niets goeds gezegd; wel al
lerlei kwaads en luide Verkondigd, dat
daar de Antinominanén, de wet-ver-
achters, zitten; de Remonstranten, die
het Woord Gods hébben ingev/issëld
voor de rede; de Waarheid Gods voor
de menschelijke wetenschap; terwijl
juist door die menschen aan land en
volk op elk terrein des levens zooveel
schade is berokkend, enz. enz.
Wij hebben ons geërgerd aan deze
ergerlijke, leugenachtige, vijandige ge
tuigenissen van vooraanstaande Her
vormde mensehen, niet het minst aan
het dwaas en leugenachtig verklaren
van Ds. Six Dijkstra, op grond van een
fantastisch verhaal van den Lewegelij-
ken Hilbrandt Boschma, dat Dr. Kuy
per op zijn sterfbed zou hebben ver
klaard, niet te kunnen sterven, bij het
geen hij in zijn leven had geloofd en
beleden.
Wij schamen ons, als Hervormden,
voor een vergadering als deze. En wat
we dezer dagen lazen van Da Costa,
willen we hier in dit verband toepas
sen.
„Zoo dikwerf" schreef Da Costa in
1854 in betrekking tot Groan van Prin-
terer „z<fo dikwerf hij met den glad
den slingersteen uit de beek eene won
de toebracht aan den overmoedigen
Tijdgeest, namen zijne vrienden veront
wiaardigd uit de modder keisteenen
op" (W. van Oosterwijk Bruyn: Isaak
da Costa, Amsterdam, H. de lloogh
1861; blz. 57 uit een „Brief aan Mr. G.
Groen van Prinsterer, Haarlem 1854,
blz. 26).
Keisteenen met modder....
En dat, wanneer men ifi de Kerk, in
de wetenschap, in bet maatschappe
lijk leven, in de politiek, ja, op elk ter
rein des levens opkomt voor dé eere
van Christus en voor de autoriteit van
Gods Woord.
Dan heeft men niets, niets anders
dan keisteenen met modder
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Maarssen, G. Benos te
Monster, H. A. Leenmans te Delft en
I. Kievit te Baarn.
Beroepen: Te Roodeschool, J. W.
Dippel te Terschelling. Te Zutphen, K.
A. Beversluis te Grasthüizen.
Bedankt: Veor.Vlaardingen, J. H.
Th. Rappard te Barneveld. Voor Gou
derak, A. C. IJnkelaax te Hasselt (0.).
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt: Voor 'Sliedrecht, J. R.
van Gordt te Opheusden.
Bevestiging, Afscheid en intrede.
De bevestiging van1 Ds. I. K. Wes-
seis in de Geref. Kerk Van Burum
zal plaats hebben op 7 Nov. a.s.
Ds. R. J. v. d. Veen van Goes is
bevestiger.
Ds. G. Elshove en Ds. A. Kuyper
De gezondheidstoestand van deze pre
dikanten der Geref. Kerk van Rotter
dam is vooruitgaande.
Ds. Elshove moetdeze maand rust
houden, terwïïl Ds. Kuyper minstens
tot 1 Jan. e.k. nog geen dienst ver
richten mag.
Inwendige Zending vanwege de
Chr. Gerei. Kerk.
De deputaten voor de Inwendige Zen
ding van de Chr. Geref, Kerk hebben
in hun laatst gehouden vergadering
(Een Vlaamech verhaal).
69)
Reeds wae de gansohe slagorde in
haar langhamen terugtocht tot bij
Bruno genaderd. Hij begaf zich spra
keloos tot bij de Walideghemsche ben
de» en volgde baar met hangend hoofd
en treurend,, alsof hij gausch vreemd
ware geweest aan al wat er gebeurde.
Zoo trokken de boeren allengsfcens
en zich moedig -verwerend de stad
binnen, en 'schaarden zich achter, de
vesten om den vijand te wederstaan,
indien hij een aanval tegen de poort
durfde ondernemen.
Maar de, Frans chen vergenoegden
zich met "opnieuw bezit van hun ka
nonnen te nemen en de stad zelve te
beschieten. Voor het overige bleven
zij met velel zorg (buiten het bereik der
geweren.
Ongetwijfeld waren de Fransche
veldheeren overtuigd, dat de stad
zich zelve overgeven zou, zonder dat
het nooflig ■was een Moedigen storm
loop te 'wagen.
Den gans chen namiddag bleven de
zaken in denzelfden toestan/d. De stad
weid tot den avond met verdubbeld
geweld (beschoten; maar zoo haast de
nachtelijke duisternis over de vesting
en over de velden was neergezakt,
staak temmen het v-i^ur van wederzijde»
om uit een korte rust krachten te put
ten tot den strijd van den komenden
dag.
Het was nacht.
Eenzaam en doodsch waren de don
kere straten ,der stad Diest. Geen le-
venid wezen brak door zijn tegenwoor
digheid de' nare stilte, die de beleger
de vesting deed gelijken aan een on-
meetharen grafkuil. Alsof men met
inzicht de onpeilbare duisternis nog
had willen vermeerderen, had men
alle lichten op de Markt en straten
uitgedoofd.
Dat akelig stilzwijgen, die geheim
zinnige rust, die schrikbarende een
zaamheid duurde onverbroken voort,
totdat de kiokken van kerken en ka
pellen door twaalf klagende galmen
het plechtig uur van middernacht aan
kondigden.
Dan veranderde eensklaps het too
neel, alsof de klokketonen een gan
sohe bevolking uit een doodslaap had
den opgewekt. Velé deuren werden
gesloten. Onmiddellijk verschenen van
alle kanten zwarte menschenschim-
men, die met lootzen stap en sprake
loos langs de huizen voorhij slopen,
als wilden zij een prooi verrassen of
een misdaad plegen.
Men had in de volledige donkerheid
niet kunnen herkennen, welk slag van
lieden dus, met het diepste geheim
omhuld, door de straten dreven, in
dien niet bijwijlen een flauwe glinste
ring of een gerammel van ijzer had
den doen begrijpen, dat zij ten oorlog
plannen besproken voor den tent-^ en
auto-arbeid en de lectiiurverspreiding.
Dooi' een der broeders werd medege
deeld; -dat reeds een gift van f 100 was
toegezegd voor aanschaffing van een
tent.
Besloten werd aleer men to-t defini
tieve besluiten overging, samen te ver
gaderen met Deputaten der Zending,
om met. elkander te. overleggen aan
gaande het houden van gemeenschap
pelijke Zendingsdagen.
Overdracht rectoraat Vrije Universiteit
Woensdag '22 September, 'des namid-
dags .3 uur," hoopt in. het gebouw van
den Werkenden- ..Standte Amsterdam,
Prof. 'Dr. -F, W. 'Grosheide, na do ver
melding van de lotgevallen der Univer
siteit, het-rectoraat, over te dragen aan
Prof. Dr. A. Goslinga.
Het kedendaagsch tooneel.
'Neg altijd zijn er; aldus „Do Rjo-
formatie," die rneenen, dat het "heden-
daagsche tooneel kunstgeieft en dat!
er een opvoedende kracht van uitgaat.
iWjj hebben al'eens meer" uitspraken]
van vokalen uit de tooneelwereld aan
gehaald, die een tegenovergesteld ge
luid deden hooren.
Onlangs kwam er in het „Handels
blad" een interview met Saalborn, eem
bekend tooiïeelspel.er en thans leider
van een tooneeilgezelsahap voor.
Ook diens meening iaat aan duide
lijkheid niets te wenschen over.
'Men hoorei.
„Zeker, het zijn eigenaardige tijden,:
;die wij beleven. Tijden van surrogaat.
De pagekoppen, zijn gekomen in de
plaats van vlechten, wrongen en knooi
pen. De radio vervangt de muziek.
'En de dans, de dans, zooais die te
genwoordig wordt beoefend tot in het
kléinste gehucht van ons land, met
een geraffineerdheid, waar je gewoon
weg paf van staat en die je tot de
uiterste verbazing brengt die dans, is
het surrogaat van Ide lief de. In deze tij
den, die wij maar moeten accepteeren
als overgang naar iets beters, iets
waardigers moet men op het tooneel1
feen probleemstellingen brengen. Vanj
en, die den heelen middag zich te
buiten hebben gegaan aan Cnarlestonie;
jazz, blues, shimmy, trott, step en hoe)
dat moderne bewegen allemaal wel ge-
'heeten wordt; van al" die verwoede,
hartstochtelijke dansers en schuiversi
kan men niet verwachten, dat zij en
kele uren later hun aandacht volkor
men zullen bepalen bij Goethe's Faust
of bij diens Iphigenie. Zulken moet
men amusementskunst voorzetten. Dat
heeft de ervaring van de laatste jaren
wel' degelijk geleerd."
Precies hetzelfde beweerden wij vroe
ger.
Het hedendaagsche tooneel, zoot
schreven we, brengt geen waarachtige
kunst.
Kan het niet brengen.
Want publiek verlangt amuse
ment.
Dok opvoedkundige waarde schrijfti
Saalborn aan het tooneel niet toe.
„Ook dé plaats, die het theater in
neemt, ook de roeping welke het too
neel had te f ver vuil en, is veranderd.
De opvoedende- kracht gaat tegenwoor
'dig uit Van de volksuniversiteiten, van
!dè cursussen, door verschillende ver-
eenigingien georganiseerd. In den)
sohouwberg zoekt men slechts ont
spanning, van het theater verwacht
men óp het ©ogenblik alleen het be
kende,
Zoo spreekt een- onverdacht getuige.
Natuurlijk hebben wij als Gerefor
meerden onze' eigen gèdachtëa over
den. aard van. hec gebod én amusement
dat door en door werelds ch is en waar
door geen christen zich mag laten ver
vroolijken. -
Fabrieksdiféctèiir gearres
teerd.Do politie te Dusseldorf
heeft een N'edeijandschen fabrieksdi
recteur, een zijner afdeelingschefs ecru
een bedrijfsleider van een fabriek ge
arresteerd.
Het drietal' zóu den bij de firma
dr. S.ohmitz Co. in dienst zijnden
fabrieksohèt hebben overgehaald, hun
tegen betalingen recepten te verschaf
fen voor do bereiding van verschillen
de chemische producten.
Naar men vertelt maakt thans eenj
waren uitgerust.
Meer en meer groeide het getal der
nachtelijke wafidelaars aan; welhaast
zakten gansche drommen van de wal
len naar het lager gedeelte der stad;
er waren straten, die met menschen
schenen te krielen. Evenwel, allen
zwegen en deden geweld om het ge
rucht hunner stappen of hunner wa
pens te onderdrukken. Zwijgend en
met omzichtigheid voortsluipendé,
volgden allen- dezelfde richting naar
de zijde der stad, waar het Begijnen
hof niet verre van de wallen zich met
zijn kerk verheft.
Rondom dit gesticht en in de om
liggende straten bevonden zich reeds
duizenden menschen, gedeeltelijk in
gelederen geschaard, in hoopen ver
deeld, of nog in de duisternis naar
vrienden en gezellen zoekend.
Dichter tegen den muur van bet Be
gijnenhof stonden een aantal draag
baren, van welke niet zelden pijnlijke,
doch versmoorde klachten opstegen;
het waren gekwetste lieden, omringd
van vrienden, die hen poogden te troos
ten en in stilte hun verzekerden, dat
zij hen niet zouden verlaten.
Omtrent de gewonden bevonden zich
Insgelijks eenige vrouwen en maag
den.
Zoo stil kon de krielende menigte
zich niet houden, of er heerschte een
zeker geruisch als van een zeer ver
wijderden waterloop; maar dit ge
rucht was zoo zacht en onduidelijk,
dat het zich met den adem des winds
Nederlands'ch© firma van dere recep
ten gebruld:.
A a n get© e ken d e brief g erold.
In' het postkantoor aan den Cool'-'
singel' te "Rotterdam is van dein 13-
jarigen T. H. K., loopknecht bij 'de|
firma Van 'Zwet, een aangeteeken'dd
brief van f400 gerold.
Roeibootje omgeslagen.
Giscermiddag om vier uur is op denj
Amstel nabij 'de Nieuwe Amstelbrug
te Amsterdam een ongeluk gebeurd,
dat dank zij de aanwezigheid- van hulpi
inog goed is afgjeloopen. Onder den!
wal van de Vjeesperzijde voer een]
bootje waarin drie personen twee
mannen en een vrouw gezeten "wa
ren. iwee hunner wilden van plaatsi
%v er wisselen, waardoor het ranke bootje
omsloeg. Het gevolg was, dat alle drie
personen te water geraakten.
Het ongeval werd onmiddellijk opi
1 (den wal bemerkt en twee personen,
Kohier en Kuiper aarzelden niet zich
idadelijk te water te begeven. Zij slaag
,den er in het drietal op het droge
te brengen. Hulp van den Geneeskun
digen dienst was eveneens aanwezig.
Een der mannen was bewusteloos ge
worden; met behulp van den zuurstof
koffer en van kunstmatige ademha
ling werden de levensgeesten opge
wekt. Daarna werd hij per autobran-
card naar een der gasthuizen vervoerd
De beide anderen konden naar hun
woning worden gebracht.
Valsche zilverbons. Zater
dag bracht te Sittard een tweetal man
nen, vergezeld door een vrouw, be
zoeken in een aantal winkels om geldi
te wisselen. Het ging om kleine be
dragen en zij betaalden met een zil
verbon van t 2.50.
pok bij den hotelhouder C. was hét
drietal geweest. Deze kwam, toen zij!
weer vertrokken waren, tot 'die con
clusie, dat dei zaak ©enigszins verdacht
moest zijn en waarschuwde de po
litie.
Inderdaad bleek de in betaling ont
vangen zilverbon valsch te zijn. Zijl
was echter bijzonder goed nagemaakt,,
doch de omstandigheid, dat het papier
©enigszins vettig aanvoelde, terwijl bo
vendien in de strafbepalingen het
woord jaren" met twee a's was ge
drukt stelden de vervalsching boveni
allen twijfel vast.
Het drietal had alleen in de omge
ving van de Markt twaalf slachtoffersi
gemaakt.
De politie, die onmiddellijk een uit
gebreid onderzoek instelde, wist nog!
denzelfden dag een verdachte te arres
teeren. Da marechaussee arresteerde
een tweeden, terwijl te Maastricht nogi
een derden verdachte werd aangehou
den. Weggestopt in hun sokken, vond'
men een belangrijk aantal zilverbons.
Zij zijn allen afkomstig uit Hoerler-
heide. .In totaal heeftt men thans zes
tig biljetjes van f 2.50 opgespoord.
Vermoed wordt, dat nog meer bons;
in omloop zijn gebracht. Dat men in
•strafbepalingen het woOrd „jaren" meft
twee a's heeft -gedrukt kan gebeurd'
zijn om de politie er toe te brengeni
'de daders in Duitschland te zoeken.
Om onderdak. Vrijdagavond
is brand ontstaan in een mefc bana
nen geladen goederenwagen, staande
op het spoorwegemplacement ,«Feyen-
oord" aan den Paralèlweg te Rotter
dam. De wagen is vrijwel geheel uitge
brand, zoodat een aanzienlijke scha
de is aangericht.
In de onmiddellijke omgeving van
'den brandenden wagen is een los Werk
man gearresteerd, die bekende den
wagen in brand te hebben gestoken,,
omdat hij onderdak wenschte te ver
krijgen. De man -is> in bewaring ge-
stela.
Brand. Zaterdag is de boer
derij van den landbouwer H. Fieten,,
aan de Sc hut wijk te' Hollandscheveld,
tengevolge van hoóibrand, vernietigd.
De levende have kon in hoofdzaak'
worden geréd. Veel hooi en korenj ging
verlóren.
Een j e u g d- i g e inbreker.
Door de eigenaars van een confectie
zaak te Kampen' werd. herhaaldelijk
geld vermist uit een lessenaar in eesij
Ider paskamers. De> politie kreeg ver
denking op een 17-jarigen kleerma
kersleerling, die vrij grooce verterin
gen maakt© en Vroeger bij de betrok-
vermengde en ongemerkt wegsmolt.
Aan den voet van den vestingwal
was meer beweging, en somwijlen ver
hief zich wel van daar een luider ge
rucht. Men scheen er bezig met aan
eenig oorlogstuig te arbeiden, want
men droeg er izware stukken hout te
zamen.
Bij de arbeiders stonden de voor
naamste Oversten der patriotten. De
Generaal de Roumiroir, ondanks zijn
pijnlijke wond, moedigde heon door
zijn tegenwoordigheid aan; nevens
hem, en zelf medewerkend, bevond
zich Bruno, de moedige kapitein der
Waldetghemsche bende.
Van tijd tot tijd kwamen eenige
tafovefsten den Generaal bericht bren
gen over den toestand der zaken in
de aanpalende straten en rondom het
Begijnenhof. Eindelijk werd hem ge
meld, dat men redenen had om te den
ken, dat iedereen tegenwoordig was.
De Generaal eed een teeken. Dé ar
beiders laadden de stukken hout op
hun schouders en klommen langzaam
en met omzichtigheid over den wal.
In aller haast verliet Bruno deze
plaats en keerde zijn stappen naar het
Begijnenhof. Hij ging recht tot een
donkeren hoek van den muur, die het
gesticht oihringde, greep in de duister
nis iemand hij de hand en sprak:
„Moeder, Veva, komt, alles is ge
reed!"
De vrouwen gehoorzaamden hem
sprakeloos; nog twee andere personen
volgden hem. Broun keerde zich om
AAN HET ZOEKLICHT.
Ledden, 6 Sept. 1966.
In zekere stad zoo meldt een be
richt heeft j.l. Woensdag een ge
meente-ambtenaar een merkwaardig
jubileum gevierd.
De man was gemeente-architect van
een niet onvermaarde stad ia bet cen
trum van ons land.
Hfj was reeds in dienst van 1914 af.
Hij klom van den eerien rang in den
anderen, werd zelfs technisch advi
seur van den Wethouder van Open
bare Werken.
Een man van goeden aanleg dus.
Maai- zooals in het ambtelijke, en
natuurlijk ook elders meermalen ge
zien wordt, dat geeft nog volstrekt
geen waarborg, dat men z'n gaven en
talenten mag ontwikkelen.
'tWas hier ook spoedig gedaan.
In Juli 1925 kreeg de man zes we
ken vacantie.
Toen hij terugkwam, trof hem iets
onaangenaams. Men had zijn geheele
bureau overgebracht. Hij vroeg na
tuurlijk aan Zi,n chef (niet de wet
houder) om opheldering.
Wat hij toen te hooren kreeg, was
in het kort dit, dat hij teveel initiatief
en teveel energie bezat. Hij kon ver
trekken. Enzoo werd er troostend
bij gezegdeen man van die capaci
teiten vond overal wel wat.
Maar de man wilde op dien grond
zich niet laten verwijderen.
Hij wilde blijven. En omdat men
iemand die niet weg wil toch een bu
reau moet geven, werd hem een ka
mertje aangewezen.
Daar heeft de man van September
1925 tot Maart 1926 werk afgewacht.
Maar niet gekregen. Ja toch wel iets,
hij de technisch ambtenaar, geschikt
om leiding te geven aan een gemeen
tebedrijf, eenmaal de adviseur van
den Wethouder, de man met teveel
initiatief en energie móest het litte
rair archief maar wat bijwerken.
Onlangs werd de man ziek.
Op 1 September mocht hij den dag
herdenken, dat hij één jaar niets had
uitgevoerd en toch ruim f 5000 aan
salaris had genoten.
De mare zegt niet hoe lang dat spel
letje nog door zal gaan.
OBSERVATOR.
ken firma in dienst was geweest. Toenj
bij aanhouding gemerkt geld op hem
gevtmden werd, moest nij door de
man>d vallen en bekende, door over-
klimming van een achtermuur in het
atelier te zijn doorgedrongen.
Een vriendendienst. Te
Haarlem woont een man, die 'tniet
al1 te best met zijn vrouw kon vinden.
Zij besloten dan ook gescheiden te
gaan leven.
De man nam daarop een Duitschi
meisje als huishoudster. Niet lang
daarna werd evenwel dit meisje door*
de politie over de grens gezet.
De man wilde echter zijn huishoud
ster niet missen. Wat te doen? Hiji
wist raad. Een ongetrouwde vriendi
werd in den arm genomen. Deze trok
naar Duitschlanct en sloot met heti
meisje een wettig' huwelijk. Daarop
reisden zij beiden het meisje was'
nu door naar huwelïjk Nederlandschei
geworden naar ^Holland terug enj
de vriend bracht ,z§n vrouw bij Mar
vroegeren „patroon", die dus zijnhüisi
houdster weer terug Rad.
De vriend ontving voor zijn bemid
deling f 500.
Zeilbootje omgeslagen.
Gistermiddag sloeg een al te rank zeil-
schuitje, waarin zich een heer en eenj
dame bevonden, op het Nietiwe Meen
te Amsterdam om. De heer was vm
spoedig weer boven water e!U hield]
zich vast aan het roer, toen hri plot
seling ontdekte, dat zijn dame zich nog]
in het kuipje van de schuit, onder .wa
ter bevond.
Hij wist haar naar zich toe te tre&- 4
ken en boven water te houden.
De heer Lewis, uit de Gravestraait,
aldaar, die met zijn zeilboot deelnam'
aan een wedstrijd, liet den wedgtajjcl
loopen en was binnen enkele minu
ten ter plaatse. Hij bracht bedde dren
kelingen in veiligheid. v
en zeide al gaande:
„Jan. mijn getrouWe vriend, o raap
voor dit noodlottig oogenblik al uiw
moed, al uw voorzichtigheid te zamen
Ik heb een akelig voorgevoel: ik sid
der en beef bij de vrees voor 'n schrik-,
kelijke ramp. Bescherm onzen armen
leeraar, dat' hij niet verongelukke in
de duisternis.."
„God heeft mijn lot in handen" mur
melde de oude leeraar, „wees om mij
niet bezorgd."
„Bruno" vroeg de knecht, „wat heeft
men belist? Zeg het ons, dat wij we
ten welk gevaar er te ontwijken is?"
„Men heeft een brug over het water
nevens het groote Spui gelegd; daar
over moeten wij de stad verlaten. Het
is de eenige plaats, die niet door den
vijand is bezet. Alzoo, wanneer gij over
dezö brug zijt, gaat immer recht voor
uit, zonder van deze richting te ver
dwalenWij vertrekken naar Has
selt.
„Maar, Bruno, de oude brouwer is
niet met ons?"
„Hfj is met zijn zoon: ik heb Simon
in vrijheid gesteld....1*
Bruno bracht den arm over den hals
zijner moeder en sprak op ozeten toon
„Gij beetf moeder? Gij stort tranen
in de duisternis? O, behoud uw moed.
Ik zal met u blijven, u verdedigen, u
beschutten tegen alle gevaarEn,
mocht het waar zijn, dat het schrik
kelijk uur verschenen is, ach, er is
toe tets zaligs n ons lot.
tWordi vervolgd