i: TWEEDE BLAD. Wflï IE ILiilil ZEGGEN. KERK EN SCHOOL, j FEUILLETON. Uit spannende dagen. GEMENGD NIEUWS. NIEUWE LE1DSCHÊ- COURANT VAN MAANDAG 6 SEPTEMBER 1926 Opvoeding, Ons Friesch Dagblad gaf Zaterdag nog het volgende leekepraatje van zijn overleden Hoofdredacteur: In mijn jeugd heh ik „Opvoedkun de" geleerd: Als vak-van-Wetenschap, wel te ver staan. En ik heh me op later leeftijd nooit geschaard in de rangen van hen» die daags na 't verkrijgen hunner „hoofd act©" hun paedagogische leerboeken te koop foieden, eer een volgende druk ze minder waard maken, mocht; nooit j&eer naar een paedagogisch artikel tijdschrift omkijken en luide ver kondigen, dat alléén de practijk hen tot zulke kostelijke opvoeders heeft gevormd. Dat laatste verheelden ze zichzelf wel. Doch 'tis absoluut onjuist, dat ©en beginner geheel zelfstandig, geleid cloor zijn gezond verstand, goed in zicht of aangeboren instinct, al maar proefnemend op het kindermateriaal, dat hem wordt toevertrouwd, zichzelf tot een juisten opvoeder vormen zal. Zeker, oefening en practijk doen véél. Maar de theorie kan niet gemist. En zeg nu niet ,dat honderdduizen den ouders het dan toch feitelijk zon der theorie klaar spelen en er vaak heel wat van terecht brengen. Ik geef grif en graag toe: De practijk is de beste, rijkste, ver- trouwhaarste leermeesteres. En ik wil allerminst in overweging geven, om de jonggehuwden op hun bruiloft, of vindt men dat wat te voor barig, dan de jonge ouders bij den doop van hun eerste kindeken, een Handboek voor opvoedkunde cadeau te doen! Houd het maar bij 'toude gebruik: Een Bijbel op den huwelijksdag. Want hiermee kom ik tegelijk aan de eerste opmerking^ die ik maken wilde: In een huisgezin, waar men ge regeld en aandachtig den Bijbel met elkaar leest, wordt neen! niet opzet telijk de Opvoedkunde bestudeerd: Gods Woord is geen „handboek" voor ®ulke Wetenschap ook! doch daar drinkt men onopzettelijk! de kostelijk ste opvoedkundige, „theorie" in, welke op aarde te verkrijgen is en- al® men dan zelf leven mag naar dat Woord en dies ook zijn opvoeoding inricht, naar dat Woord, wel! zeg dan toch nooit, dat ge t practijkgebouw over opvoedkunde niet op den grondslag der meest hechte theorie zoudt heb ben opgebouwd! ten onrechte schrijft een onzer christelijke onderwijzersvereenigingen in haar beginselverklaring, dat in Gods Woord „alle elementen" eener waarachtige opvoeding gevonden wor den. En dan komt daar nog zooveel meer bij. Wij leven noch als persoon, noch als gezm op een eiland alléén. Wij vormen een menachelijke samen leving. Die o.m. decze twee gewichtige fac toren meebrengt: de onderlinge uit wisseling van gedachten en het we- derkeerig voorbeeld. Over en wéér praat men, Nu, ja „over alles en nog wat." Maar in onze kringen toch obk nog wel, neem ik aan, over de kinders, hun opvoeding en zoo al meer. Daar komt het voorbeeld bij. Héél rk d&t der eigen ouders in eigen jeugdtijd. Daarbij dat van vrienden, buren.... en waar in dat voorbeeld vaak de tot practijk gekristalliseerde theorie van vrome voorgeslachten zich uit, hebt g© hier het derde bewijs hoe het minachtend neerzien op die „the orie al blijf de practijk hoofdzaak! ook met het werkelijke leven niet klopt. Keisteenen met modder. Wij lezen in „De Waarheidsvriend", wekelijksch orgaan van den Gerefor meerden Bond tot verbreiding en ver dediging van de Waarheid in de Neder- landsch Hervormde (Gereformeerde) Kerk, onder redactie van Ds. M. van Grieken: »Wij willen nog even terugkomen op die „mooie" reörg&hisatiëvergaderihg, die onlangs te Utrecht iS'gehöu'd'en on der leiding en bescherming vah man nén als Dr. Kromsigt, Ds. Ekering van Amsterdam, Ds. Gravemeijer van Den Haag en Ds. Six Dijkstra van Tér Aa; allen meer of minder behöorend tot de Hervormd Gereformeerde Staatspartij (H. G. S. Hoort"Gods Stem!) Die heeren hébben zich vóór goed ge blameerd - en hebben ,.de goéde zaak groote schade berokkend.. Want het is eigenlijk njets clan schel dén g'eweest op de Gereformeerde Ker ken, op de "Synode vanAssen, op Dr. Kuyper, op dé Gescheidénen, enz., enz. En die onder de.aanwezigen ook maar even dorst te verklaren van; een, andere meeningJn deze te zijn, is uitgejouwd onder „daverend applaus". Van mannen als Dr. Kuyper en de vertegenwoordigers uit het midden van de Gereformeerde Kerken wérd nu letterlijk niets goeds gezegd; wel al lerlei kwaads en luide Verkondigd, dat daar de Antinominanén, de wet-ver- achters, zitten; de Remonstranten, die het Woord Gods hébben ingev/issëld voor de rede; de Waarheid Gods voor de menschelijke wetenschap; terwijl juist door die menschen aan land en volk op elk terrein des levens zooveel schade is berokkend, enz. enz. Wij hebben ons geërgerd aan deze ergerlijke, leugenachtige, vijandige ge tuigenissen van vooraanstaande Her vormde mensehen, niet het minst aan het dwaas en leugenachtig verklaren van Ds. Six Dijkstra, op grond van een fantastisch verhaal van den Lewegelij- ken Hilbrandt Boschma, dat Dr. Kuy per op zijn sterfbed zou hebben ver klaard, niet te kunnen sterven, bij het geen hij in zijn leven had geloofd en beleden. Wij schamen ons, als Hervormden, voor een vergadering als deze. En wat we dezer dagen lazen van Da Costa, willen we hier in dit verband toepas sen. „Zoo dikwerf" schreef Da Costa in 1854 in betrekking tot Groan van Prin- terer „z<fo dikwerf hij met den glad den slingersteen uit de beek eene won de toebracht aan den overmoedigen Tijdgeest, namen zijne vrienden veront wiaardigd uit de modder keisteenen op" (W. van Oosterwijk Bruyn: Isaak da Costa, Amsterdam, H. de lloogh 1861; blz. 57 uit een „Brief aan Mr. G. Groen van Prinsterer, Haarlem 1854, blz. 26). Keisteenen met modder.... En dat, wanneer men ifi de Kerk, in de wetenschap, in bet maatschappe lijk leven, in de politiek, ja, op elk ter rein des levens opkomt voor dé eere van Christus en voor de autoriteit van Gods Woord. Dan heeft men niets, niets anders dan keisteenen met modder NED. HERV. KERK. Drietal: Te Maarssen, G. Benos te Monster, H. A. Leenmans te Delft en I. Kievit te Baarn. Beroepen: Te Roodeschool, J. W. Dippel te Terschelling. Te Zutphen, K. A. Beversluis te Grasthüizen. Bedankt: Veor.Vlaardingen, J. H. Th. Rappard te Barneveld. Voor Gou derak, A. C. IJnkelaax te Hasselt (0.). GEREF. GEMEENTEN. Bedankt: Voor 'Sliedrecht, J. R. van Gordt te Opheusden. Bevestiging, Afscheid en intrede. De bevestiging van1 Ds. I. K. Wes- seis in de Geref. Kerk Van Burum zal plaats hebben op 7 Nov. a.s. Ds. R. J. v. d. Veen van Goes is bevestiger. Ds. G. Elshove en Ds. A. Kuyper De gezondheidstoestand van deze pre dikanten der Geref. Kerk van Rotter dam is vooruitgaande. Ds. Elshove moetdeze maand rust houden, terwïïl Ds. Kuyper minstens tot 1 Jan. e.k. nog geen dienst ver richten mag. Inwendige Zending vanwege de Chr. Gerei. Kerk. De deputaten voor de Inwendige Zen ding van de Chr. Geref, Kerk hebben in hun laatst gehouden vergadering (Een Vlaamech verhaal). 69) Reeds wae de gansohe slagorde in haar langhamen terugtocht tot bij Bruno genaderd. Hij begaf zich spra keloos tot bij de Walideghemsche ben de» en volgde baar met hangend hoofd en treurend,, alsof hij gausch vreemd ware geweest aan al wat er gebeurde. Zoo trokken de boeren allengsfcens en zich moedig -verwerend de stad binnen, en 'schaarden zich achter, de vesten om den vijand te wederstaan, indien hij een aanval tegen de poort durfde ondernemen. Maar de, Frans chen vergenoegden zich met "opnieuw bezit van hun ka nonnen te nemen en de stad zelve te beschieten. Voor het overige bleven zij met velel zorg (buiten het bereik der geweren. Ongetwijfeld waren de Fransche veldheeren overtuigd, dat de stad zich zelve overgeven zou, zonder dat het nooflig ■was een Moedigen storm loop te 'wagen. Den gans chen namiddag bleven de zaken in denzelfden toestan/d. De stad weid tot den avond met verdubbeld geweld (beschoten; maar zoo haast de nachtelijke duisternis over de vesting en over de velden was neergezakt, staak temmen het v-i^ur van wederzijde» om uit een korte rust krachten te put ten tot den strijd van den komenden dag. Het was nacht. Eenzaam en doodsch waren de don kere straten ,der stad Diest. Geen le- venid wezen brak door zijn tegenwoor digheid de' nare stilte, die de beleger de vesting deed gelijken aan een on- meetharen grafkuil. Alsof men met inzicht de onpeilbare duisternis nog had willen vermeerderen, had men alle lichten op de Markt en straten uitgedoofd. Dat akelig stilzwijgen, die geheim zinnige rust, die schrikbarende een zaamheid duurde onverbroken voort, totdat de kiokken van kerken en ka pellen door twaalf klagende galmen het plechtig uur van middernacht aan kondigden. Dan veranderde eensklaps het too neel, alsof de klokketonen een gan sohe bevolking uit een doodslaap had den opgewekt. Velé deuren werden gesloten. Onmiddellijk verschenen van alle kanten zwarte menschenschim- men, die met lootzen stap en sprake loos langs de huizen voorhij slopen, als wilden zij een prooi verrassen of een misdaad plegen. Men had in de volledige donkerheid niet kunnen herkennen, welk slag van lieden dus, met het diepste geheim omhuld, door de straten dreven, in dien niet bijwijlen een flauwe glinste ring of een gerammel van ijzer had den doen begrijpen, dat zij ten oorlog plannen besproken voor den tent-^ en auto-arbeid en de lectiiurverspreiding. Dooi' een der broeders werd medege deeld; -dat reeds een gift van f 100 was toegezegd voor aanschaffing van een tent. Besloten werd aleer men to-t defini tieve besluiten overging, samen te ver gaderen met Deputaten der Zending, om met. elkander te. overleggen aan gaande het houden van gemeenschap pelijke Zendingsdagen. Overdracht rectoraat Vrije Universiteit Woensdag '22 September, 'des namid- dags .3 uur," hoopt in. het gebouw van den Werkenden- ..Standte Amsterdam, Prof. 'Dr. -F, W. 'Grosheide, na do ver melding van de lotgevallen der Univer siteit, het-rectoraat, over te dragen aan Prof. Dr. A. Goslinga. Het kedendaagsch tooneel. 'Neg altijd zijn er; aldus „Do Rjo- formatie," die rneenen, dat het "heden- daagsche tooneel kunstgeieft en dat! er een opvoedende kracht van uitgaat. iWjj hebben al'eens meer" uitspraken] van vokalen uit de tooneelwereld aan gehaald, die een tegenovergesteld ge luid deden hooren. Onlangs kwam er in het „Handels blad" een interview met Saalborn, eem bekend tooiïeelspel.er en thans leider van een tooneeilgezelsahap voor. Ook diens meening iaat aan duide lijkheid niets te wenschen over. 'Men hoorei. „Zeker, het zijn eigenaardige tijden,: ;die wij beleven. Tijden van surrogaat. De pagekoppen, zijn gekomen in de plaats van vlechten, wrongen en knooi pen. De radio vervangt de muziek. 'En de dans, de dans, zooais die te genwoordig wordt beoefend tot in het kléinste gehucht van ons land, met een geraffineerdheid, waar je gewoon weg paf van staat en die je tot de uiterste verbazing brengt die dans, is het surrogaat van Ide lief de. In deze tij den, die wij maar moeten accepteeren als overgang naar iets beters, iets waardigers moet men op het tooneel1 feen probleemstellingen brengen. Vanj en, die den heelen middag zich te buiten hebben gegaan aan Cnarlestonie; jazz, blues, shimmy, trott, step en hoe) dat moderne bewegen allemaal wel ge- 'heeten wordt; van al" die verwoede, hartstochtelijke dansers en schuiversi kan men niet verwachten, dat zij en kele uren later hun aandacht volkor men zullen bepalen bij Goethe's Faust of bij diens Iphigenie. Zulken moet men amusementskunst voorzetten. Dat heeft de ervaring van de laatste jaren wel' degelijk geleerd." Precies hetzelfde beweerden wij vroe ger. Het hedendaagsche tooneel, zoot schreven we, brengt geen waarachtige kunst. Kan het niet brengen. Want publiek verlangt amuse ment. Dok opvoedkundige waarde schrijfti Saalborn aan het tooneel niet toe. „Ook dé plaats, die het theater in neemt, ook de roeping welke het too neel had te f ver vuil en, is veranderd. De opvoedende- kracht gaat tegenwoor 'dig uit Van de volksuniversiteiten, van !dè cursussen, door verschillende ver- eenigingien georganiseerd. In den) sohouwberg zoekt men slechts ont spanning, van het theater verwacht men óp het ©ogenblik alleen het be kende, Zoo spreekt een- onverdacht getuige. Natuurlijk hebben wij als Gerefor meerden onze' eigen gèdachtëa over den. aard van. hec gebod én amusement dat door en door werelds ch is en waar door geen christen zich mag laten ver vroolijken. - Fabrieksdiféctèiir gearres teerd.Do politie te Dusseldorf heeft een N'edeijandschen fabrieksdi recteur, een zijner afdeelingschefs ecru een bedrijfsleider van een fabriek ge arresteerd. Het drietal' zóu den bij de firma dr. S.ohmitz Co. in dienst zijnden fabrieksohèt hebben overgehaald, hun tegen betalingen recepten te verschaf fen voor do bereiding van verschillen de chemische producten. Naar men vertelt maakt thans eenj waren uitgerust. Meer en meer groeide het getal der nachtelijke wafidelaars aan; welhaast zakten gansche drommen van de wal len naar het lager gedeelte der stad; er waren straten, die met menschen schenen te krielen. Evenwel, allen zwegen en deden geweld om het ge rucht hunner stappen of hunner wa pens te onderdrukken. Zwijgend en met omzichtigheid voortsluipendé, volgden allen- dezelfde richting naar de zijde der stad, waar het Begijnen hof niet verre van de wallen zich met zijn kerk verheft. Rondom dit gesticht en in de om liggende straten bevonden zich reeds duizenden menschen, gedeeltelijk in gelederen geschaard, in hoopen ver deeld, of nog in de duisternis naar vrienden en gezellen zoekend. Dichter tegen den muur van bet Be gijnenhof stonden een aantal draag baren, van welke niet zelden pijnlijke, doch versmoorde klachten opstegen; het waren gekwetste lieden, omringd van vrienden, die hen poogden te troos ten en in stilte hun verzekerden, dat zij hen niet zouden verlaten. Omtrent de gewonden bevonden zich Insgelijks eenige vrouwen en maag den. Zoo stil kon de krielende menigte zich niet houden, of er heerschte een zeker geruisch als van een zeer ver wijderden waterloop; maar dit ge rucht was zoo zacht en onduidelijk, dat het zich met den adem des winds Nederlands'ch© firma van dere recep ten gebruld:. A a n get© e ken d e brief g erold. In' het postkantoor aan den Cool'-' singel' te "Rotterdam is van dein 13- jarigen T. H. K., loopknecht bij 'de| firma Van 'Zwet, een aangeteeken'dd brief van f400 gerold. Roeibootje omgeslagen. Giscermiddag om vier uur is op denj Amstel nabij 'de Nieuwe Amstelbrug te Amsterdam een ongeluk gebeurd, dat dank zij de aanwezigheid- van hulpi inog goed is afgjeloopen. Onder den! wal van de Vjeesperzijde voer een] bootje waarin drie personen twee mannen en een vrouw gezeten "wa ren. iwee hunner wilden van plaatsi %v er wisselen, waardoor het ranke bootje omsloeg. Het gevolg was, dat alle drie personen te water geraakten. Het ongeval werd onmiddellijk opi 1 (den wal bemerkt en twee personen, Kohier en Kuiper aarzelden niet zich idadelijk te water te begeven. Zij slaag ,den er in het drietal op het droge te brengen. Hulp van den Geneeskun digen dienst was eveneens aanwezig. Een der mannen was bewusteloos ge worden; met behulp van den zuurstof koffer en van kunstmatige ademha ling werden de levensgeesten opge wekt. Daarna werd hij per autobran- card naar een der gasthuizen vervoerd De beide anderen konden naar hun woning worden gebracht. Valsche zilverbons. Zater dag bracht te Sittard een tweetal man nen, vergezeld door een vrouw, be zoeken in een aantal winkels om geldi te wisselen. Het ging om kleine be dragen en zij betaalden met een zil verbon van t 2.50. pok bij den hotelhouder C. was hét drietal geweest. Deze kwam, toen zij! weer vertrokken waren, tot 'die con clusie, dat dei zaak ©enigszins verdacht moest zijn en waarschuwde de po litie. Inderdaad bleek de in betaling ont vangen zilverbon valsch te zijn. Zijl was echter bijzonder goed nagemaakt,, doch de omstandigheid, dat het papier ©enigszins vettig aanvoelde, terwijl bo vendien in de strafbepalingen het woord jaren" met twee a's was ge drukt stelden de vervalsching boveni allen twijfel vast. Het drietal had alleen in de omge ving van de Markt twaalf slachtoffersi gemaakt. De politie, die onmiddellijk een uit gebreid onderzoek instelde, wist nog! denzelfden dag een verdachte te arres teeren. Da marechaussee arresteerde een tweeden, terwijl te Maastricht nogi een derden verdachte werd aangehou den. Weggestopt in hun sokken, vond' men een belangrijk aantal zilverbons. Zij zijn allen afkomstig uit Hoerler- heide. .In totaal heeftt men thans zes tig biljetjes van f 2.50 opgespoord. Vermoed wordt, dat nog meer bons; in omloop zijn gebracht. Dat men in •strafbepalingen het woOrd „jaren" meft twee a's heeft -gedrukt kan gebeurd' zijn om de politie er toe te brengeni 'de daders in Duitschland te zoeken. Om onderdak. Vrijdagavond is brand ontstaan in een mefc bana nen geladen goederenwagen, staande op het spoorwegemplacement ,«Feyen- oord" aan den Paralèlweg te Rotter dam. De wagen is vrijwel geheel uitge brand, zoodat een aanzienlijke scha de is aangericht. In de onmiddellijke omgeving van 'den brandenden wagen is een los Werk man gearresteerd, die bekende den wagen in brand te hebben gestoken,, omdat hij onderdak wenschte te ver krijgen. De man -is> in bewaring ge- stela. Brand. Zaterdag is de boer derij van den landbouwer H. Fieten,, aan de Sc hut wijk te' Hollandscheveld, tengevolge van hoóibrand, vernietigd. De levende have kon in hoofdzaak' worden geréd. Veel hooi en korenj ging verlóren. Een j e u g d- i g e inbreker. Door de eigenaars van een confectie zaak te Kampen' werd. herhaaldelijk geld vermist uit een lessenaar in eesij Ider paskamers. De> politie kreeg ver denking op een 17-jarigen kleerma kersleerling, die vrij grooce verterin gen maakt© en Vroeger bij de betrok- vermengde en ongemerkt wegsmolt. Aan den voet van den vestingwal was meer beweging, en somwijlen ver hief zich wel van daar een luider ge rucht. Men scheen er bezig met aan eenig oorlogstuig te arbeiden, want men droeg er izware stukken hout te zamen. Bij de arbeiders stonden de voor naamste Oversten der patriotten. De Generaal de Roumiroir, ondanks zijn pijnlijke wond, moedigde heon door zijn tegenwoordigheid aan; nevens hem, en zelf medewerkend, bevond zich Bruno, de moedige kapitein der Waldetghemsche bende. Van tijd tot tijd kwamen eenige tafovefsten den Generaal bericht bren gen over den toestand der zaken in de aanpalende straten en rondom het Begijnenhof. Eindelijk werd hem ge meld, dat men redenen had om te den ken, dat iedereen tegenwoordig was. De Generaal eed een teeken. Dé ar beiders laadden de stukken hout op hun schouders en klommen langzaam en met omzichtigheid over den wal. In aller haast verliet Bruno deze plaats en keerde zijn stappen naar het Begijnenhof. Hij ging recht tot een donkeren hoek van den muur, die het gesticht oihringde, greep in de duister nis iemand hij de hand en sprak: „Moeder, Veva, komt, alles is ge reed!" De vrouwen gehoorzaamden hem sprakeloos; nog twee andere personen volgden hem. Broun keerde zich om AAN HET ZOEKLICHT. Ledden, 6 Sept. 1966. In zekere stad zoo meldt een be richt heeft j.l. Woensdag een ge meente-ambtenaar een merkwaardig jubileum gevierd. De man was gemeente-architect van een niet onvermaarde stad ia bet cen trum van ons land. Hfj was reeds in dienst van 1914 af. Hij klom van den eerien rang in den anderen, werd zelfs technisch advi seur van den Wethouder van Open bare Werken. Een man van goeden aanleg dus. Maai- zooals in het ambtelijke, en natuurlijk ook elders meermalen ge zien wordt, dat geeft nog volstrekt geen waarborg, dat men z'n gaven en talenten mag ontwikkelen. 'tWas hier ook spoedig gedaan. In Juli 1925 kreeg de man zes we ken vacantie. Toen hij terugkwam, trof hem iets onaangenaams. Men had zijn geheele bureau overgebracht. Hij vroeg na tuurlijk aan Zi,n chef (niet de wet houder) om opheldering. Wat hij toen te hooren kreeg, was in het kort dit, dat hij teveel initiatief en teveel energie bezat. Hij kon ver trekken. Enzoo werd er troostend bij gezegdeen man van die capaci teiten vond overal wel wat. Maar de man wilde op dien grond zich niet laten verwijderen. Hij wilde blijven. En omdat men iemand die niet weg wil toch een bu reau moet geven, werd hem een ka mertje aangewezen. Daar heeft de man van September 1925 tot Maart 1926 werk afgewacht. Maar niet gekregen. Ja toch wel iets, hij de technisch ambtenaar, geschikt om leiding te geven aan een gemeen tebedrijf, eenmaal de adviseur van den Wethouder, de man met teveel initiatief en energie móest het litte rair archief maar wat bijwerken. Onlangs werd de man ziek. Op 1 September mocht hij den dag herdenken, dat hij één jaar niets had uitgevoerd en toch ruim f 5000 aan salaris had genoten. De mare zegt niet hoe lang dat spel letje nog door zal gaan. OBSERVATOR. ken firma in dienst was geweest. Toenj bij aanhouding gemerkt geld op hem gevtmden werd, moest nij door de man>d vallen en bekende, door over- klimming van een achtermuur in het atelier te zijn doorgedrongen. Een vriendendienst. Te Haarlem woont een man, die 'tniet al1 te best met zijn vrouw kon vinden. Zij besloten dan ook gescheiden te gaan leven. De man nam daarop een Duitschi meisje als huishoudster. Niet lang daarna werd evenwel dit meisje door* de politie over de grens gezet. De man wilde echter zijn huishoud ster niet missen. Wat te doen? Hiji wist raad. Een ongetrouwde vriendi werd in den arm genomen. Deze trok naar Duitschlanct en sloot met heti meisje een wettig' huwelijk. Daarop reisden zij beiden het meisje was' nu door naar huwelïjk Nederlandschei geworden naar ^Holland terug enj de vriend bracht ,z§n vrouw bij Mar vroegeren „patroon", die dus zijnhüisi houdster weer terug Rad. De vriend ontving voor zijn bemid deling f 500. Zeilbootje omgeslagen. Gistermiddag sloeg een al te rank zeil- schuitje, waarin zich een heer en eenj dame bevonden, op het Nietiwe Meen te Amsterdam om. De heer was vm spoedig weer boven water e!U hield] zich vast aan het roer, toen hri plot seling ontdekte, dat zijn dame zich nog] in het kuipje van de schuit, onder .wa ter bevond. Hij wist haar naar zich toe te tre&- 4 ken en boven water te houden. De heer Lewis, uit de Gravestraait, aldaar, die met zijn zeilboot deelnam' aan een wedstrijd, liet den wedgtajjcl loopen en was binnen enkele minu ten ter plaatse. Hij bracht bedde dren kelingen in veiligheid. v en zeide al gaande: „Jan. mijn getrouWe vriend, o raap voor dit noodlottig oogenblik al uiw moed, al uw voorzichtigheid te zamen Ik heb een akelig voorgevoel: ik sid der en beef bij de vrees voor 'n schrik-, kelijke ramp. Bescherm onzen armen leeraar, dat' hij niet verongelukke in de duisternis.." „God heeft mijn lot in handen" mur melde de oude leeraar, „wees om mij niet bezorgd." „Bruno" vroeg de knecht, „wat heeft men belist? Zeg het ons, dat wij we ten welk gevaar er te ontwijken is?" „Men heeft een brug over het water nevens het groote Spui gelegd; daar over moeten wij de stad verlaten. Het is de eenige plaats, die niet door den vijand is bezet. Alzoo, wanneer gij over dezö brug zijt, gaat immer recht voor uit, zonder van deze richting te ver dwalenWij vertrekken naar Has selt. „Maar, Bruno, de oude brouwer is niet met ons?" „Hfj is met zijn zoon: ik heb Simon in vrijheid gesteld....1* Bruno bracht den arm over den hals zijner moeder en sprak op ozeten toon „Gij beetf moeder? Gij stort tranen in de duisternis? O, behoud uw moed. Ik zal met u blijven, u verdedigen, u beschutten tegen alle gevaarEn, mocht het waar zijn, dat het schrik kelijk uur verschenen is, ach, er is toe tets zaligs n ons lot. tWordi vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5