NltUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 2 SEPTEMBER 1926 TWEEDE BLAD. i Minister van Staat. De hooge onderscheiding, welk© Mr. Th. Heemskerk te beurt viel bij zijn benoeming tot Minister van Staat, al dus „De Rotterdammer", verheugt ons anti-revolutionaire volk in hooge mate. Bij zoo'n gelegenheid gevoelen we ons als één groot gezin en in elke per soonlijke onderscheiding deelt eigen lijk heel de partij mee. Slechts enkelen worden tot deze hoo ge waardigheid geroepen om in de moeilijkste tijdsgewrichten als vertrou- wensadviseur van Hare Majesteit op te treden. Na de* dood van Jhr. Van Kamebeek bekleedden slechts drie personen de zen hoogen post, n.l. Mr. Cort van der Linden, oud-gouverneur-generaal Iden- burg en Dr. Nolens. En in dezen intie- men krjng heeft de Koningin thans Mr. Heemskerk ook geplaatst. W.lj verheugen ons daarvoor. Wij wenschen er den leider onzer Tweede Kamerfractie hartelijk geluk mee. We denken er met gepasten trots aan, dat van deze vier vertrouwensmannen er twee tot onze partij behooren en dat niemand hun benoeming zal wraken, omdat iedereen overtuigd is, dat Iden burg en Heemskerk, ieder op eigen ter rein, deze onderscheiding ten volle ver dienen. Rijk en veel-omvattend is de staat van dienst, welke Mr. Heemskerk kan toon- nen. Moeilijke problemen heeft hij tot oplossing gebracht, De pers van mede- en tegenstanders brengt gaarne een on verdeelde hulde aan zijn buitengewone staatsmanstalenten. Aan zijn oordeel wordt het grootste gewicht gehecht. 't Vorig jaar nam hij, hoogstwaar schijnlijk definitief, .afscheid van het ministerschap; maar buiten de politiek kon hij niet leven. Met jeugdige ener gie nam hij de leiding der Kamerfrac tie op zich* en zijn sprankelend vernuft speelde reeds meermalen over ver schillende onderwerpen. In den crisis-tijd was het vooral Mr. Heemskerk, die met talent de hand having der coalitie bepleitte en daar mee zijn trouw aan Kuyper's vaandel opnieuw bewees. Zou ons anti-revolutinnaire volk, dat met den dag ervaart hoe voortschrij den op het ckoor Dr. Kuyper aangewe zen pad eisch van beginsel en tactiek is, zich dan niet verh#ugen, waneer niet alleen zijn leider, H. Colijn, nieu we eere ontvangt, maar dat Mr. Heems kerk zóó hooge onderscheiling werd waardig gekeurd? Zoo geeft God genade en eere. Wij danken er Hem voor, dat Hij ons en ons volk zulke mannen schonk. Goor en zijn burgemeester op Koninginnedag. De gemeenteraad van Goor, zegt ,.De Nederlander", besloot op voorstel van het sociaal-democratisch raadslid H. Boswinkel, om op 31 Augustus van ge meentewege niet te vlaggen. Op zichzelf is dit besluit bij een ge meenteraad, die voor het meerendeel van die richting is, niet te verwonde ren. De sociaal-democratie is princi pieel antimonarchaalal zit men nu en dan met de practischa toepassing wel wat verlegen in ons land, waar de vor stin staatshoofd is op wettige wijze en volkomen constitutioneel regeert. Dit erkende ook de burgemeester W. van der Sluis en toch adviseerde hij den raad: Steekt de vlag niet uit. Waarom? Een zijner voornaamste ar gumenten luidde, dat zekere politieke partijen het staatshoofd in 1918 mede voerden in haar propaganda tegen de moderne arbeidersbeweging en daar door een steeds groeiend volksdeel van het Koningshuis is verwijderd. Deze voorstelling van zaken nu is beslist onwaar: Er was noch bij zekere politieke par tijen noch bij de regeering noch bij de vorstin een oogenblik sprake van pro paganda tegen de moderne arbeiders beweging, maar wèl en uitsluitend te gen bet revolutionaire element, dat de sociaal-democratische woordvoerders te onzaliger ure in die beweging had den gebracht en met betrekking waar toe zij zelf later bakzeil hebben moeten halen. Zoo sprak de heer Heykoop in de be ruchte Rotterdamsche meeting: „ls er onder de bezittende klasse één die denkt, dat de revolutie (van Duitsch- land) bij Zevenaar aan de grens om keert? De revolutie moet door, slaat Zevenaar over, maar komt in Rotter dam terecht. Ik ben er trotsch op, dat deze beweging begint te Rotterdam. Ik weet, dat Troelstra morgenmiddag één uur in de Tweede Kamer het revolutio naire woord zal spreken buiten de par lementaire orde en buiten den gewonen gang van zaken tot de bezittende klas se en tot de regeering". En dien volgenden middag deed Mr. Troelstra in de Kamer dat revolutio naire woord hooren, toen hij zeide, tot de regeering des lands, die daar zat, krachtens een meerderheid, gekozen op grond van het algemeen kiesrecht: „Wel weet is, dat gij mist de zedelijke kracht, en het politieke staatkundige recht om dèi&r te blijven zitten als de Regeering van het Nederlandsche volk" Revolutionairder kan het niet. Tegen die revolutionaire beweging, die voor de socialisten later zelf een groote vergissing bleek te zijn zijn toen allen, behalve sociaal-democrattn en communisten, over het geheele land in verzet gekomen, 'en onze Vorstin heeft zich toen terecht er in verheugd dat orde en wet het wonnen van dom geweld. Dit zijn de feiten. Het argument van den Goorschen burgemeester was on waar. De sociaal-democratische theorie moest worden goedgepraat. Ziedaar KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Sommelsdijk, G. A- lers te Nieuw-Lekkerland. Te Domburg (toez.), J. W. Swaan te Vollenhove. Te Bergambacht, J. J. Timmer te Er in el o. Te Broek in Waterland, G. J. Rensink te Westzaan. Te1 Metslawier C. van der Nieuwenhuizen te Hekelingen. Te Domburg (toez.) J. W. Swaan te iVollenhove. Bedankt: Voor Maassluis C. J. iMeqer te Harlingen. Aang enomen: Naar Vrouwepol- der-Gapinge, S. J. M. Hulsbergen, cand. te Noordlaren (Gr.). GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Epe, M. Elzinga te Grootegast. Te Schoonrewoerd, G. Vee nendaal te Amerongen. Te Krommenie, cand. F. Dresselhuijs te Winschoten. Bedankt: Voor Franeker, W. H. v. d. Vegt te Drachtster Compagnie. CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te Rozenburg, H. Woud stra, em. pred. te Woerden en C. van der Zaal te Deventer. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te Leiden, A. de Blois te Dirksland. Bedankt: Voor Vlaardingen, J. Vrengdenhil te Bruinisse. Bevestiging, Afscheid en Intrede. Het afscheid van Ds. J. Ubels, predikant der Geref. Kerk te Heemstede die het beroep naar Batavia aannam, zal plaats hebben op Zondag 3 October a.s. Ds. Ubels zal eerst in 1927 met zijn gezin naar Indië vertrekken. Wij vernemen nog, dat Ds. Ubels na zgn afscheid bereid is onze Kerken in den dienst des Woords bij te staan. Ds. L. Boer hoopt 26 September afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. te Vriezenveen, om 3 October te Amsterdam bevestigd te worden door Ds. R. Dijkstra van Amsterdam. Ds. Boer hoopt 6 October zijn intrede te doen. Zondagmorgen j.l. werd in de Ge ref. Kerk van Zevenbergen cand. Sme- lik, beroepen predikant, door Ds. K. Schilder van Oegstgeest, in zftn ambt bevestigd met-een leerrede over Matth. 19:12b. :i Des avonds hield Ds. J. Smelik zijn intreêpredicatie met als tekst 2 Kon. Namens de Gemeente werd hij toe gesproken door den heer Hendriks, na mens de Classis door Ds. G. Laarman. Maandagavond verbond Ds. Smelik zich aan Roosendaal, ressorteerende on der Zevenbergen, met een intreerede over Luk. 12:32. Ds. Joh. Metier te Hoenderloo hoopt Zondag den i4den November a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gemeente te Hoenderloo en Zondag den 21 en November d.a.v. zijn intrede te doen te Gendt, na bevestigd te ztjn door Ds. G. Mol van Heerlen. Ds. D. C. Brans, die naar Oos terhout vertrekt, zal 12 Sept. van de Ned. Herv. Gem. te Soest afscheid ne men. Bevestiging en intrede hebben den i9den plaats. Bevestiger Ds. C. J. Verweys te Breu kelen. Ds. A. Bolwijn. Heden herdenkt Ds. A. Bolwijn, em. predikant van de Geref. Kerk van Mout ioort, thans wonende te Zeist, zijn 40- jange ambtsbediening. De jubilaris werd 20 Aug. 1854 ge boren en eqrst op 32-jarigen leeftijd candidaat. Hij diende als missionair predikant de kerk van Soerabaia tot Aug. 1896. Onr gezondheidsredenen was hij daar na tot 1 Jan. 1899 op nonactiviteit. In ons land diende Ds. Bolwrjn ruim 10 jaar de Kerk van Nieuw Lcosdrecht en daarna 11 jaar die van Montfoort en Linschoten, waar hij 1 Juli 1918 eervol emeritaat ontving. Als emeritus predikant diende de ju bilaris nog* ibwee jaar de Kerk van Tholen. Zendingsweek, De Hoofdbesturen van de Samenwer kende Zendingseorporatie (Zendingsbu reau Oegstgeest) besloten dit jaar een Zendingsweek uit te schrijven en wei de week van 714 November. Ongetwijfeld is het dit jaar opgeval len, dat vanuit het Zendingsbureau bij na geen noodkreten geslaakt werden. Hieruit moet echter niet afgeleid wei den, dat de financieels zorgen minder groot 7<jjn dan anders; bij de besturen heeft de begeerte voorgestaan 0111 de vrienden der Zending met hun verzoeken om steun zoo min mogelijk te vermoei en. Nu wordt echter aller aandacht ge vraagd vcor de week van Toewijding, Gebed en Offer. In een circulaire, die binnenkort ver schijnen zal, wordt krachtige mede werking gewaagd van alle predikanten evangelisten, onderwijzers en leiders van verschillende vereenigingen. Juist omdat dit jaar weinig gevraagd werd zal bij velen de lust bestaan zich op verzoek van bedoelde besturen krachtig in te spannen 0111 de Zendingsweek in elk opzicht te doen slagen. Ds. H, J. de Zwart. Ds. H. J. de Zwart, Ned. Herv. pre dikant te Scheveningen, hoopt Zondag 12 September a.s. den dag te nerdenken waarop hij voor 40 jaren te Leersum zijn bediening aanvaardde. Na Leersum stond Ds. de Zwart te Oudekerk a.d. Amstel, te Steenwijk en sedert 14 April 1907 te Scheveningen. De a.s. jubilaris is voorzitter van de Ned. Zendingsvereeniging. Ds. Lingbeek en de Gerei. Kerken. Naar aanleiding van de critiek door Ds. Lingbeek meermalen en ook on langs uitgebracht over de Geref. be schouwingen inzake de verhouding van de o,yerheid en de kerk, schrijft Ds. J. Bosch in ,,De Wachter": „Men wordt al meer benieuwd naar de positie omschrijving van de verhouding van Kerk en Staat, waarmee de schrij ver Ds. Lingbeek het de Gerefor meerde synoden verbeteren zal. Maar als men zich afvraagt: hoe wil Ds. L. dat nu? dan wordt men bitter teleurgesteld. Groote woorden over Dooperscne voor stellingen, over de titels der overheden in de Schrift, maar weinig stellige aan wijzing. hoe men zich nu die inmenging neen, aat recht, van de overheid tegen over godsdienst en kerk denken moet. Het mo^ verder gaan dan „bescher men". Zri moet de hand houden aan den waren godsdienst. Goed. Maar hoe moet zij dat doen? Toen de synode van Dordrecht 1618 1619 de Remonstrantsche leer ver oordeeld had en de Remonstranten zich uit de voeten moesten maken, heeft de overheid met argusoogen toegezien, dat niet hier of daar een Remonstrantsche dominéé opdook, om in het geheim te preeken. En toen in Amsterdam op een goeden dag ds Remonstrantsche dominee Do- minicus Sapma gesignaleerd werd, heb ben de heeren magistraten, om de hand te houden aan den waren godsdienst, den man van zjjn bed gelicht en ge vangen genomen, ettelnke malen ver hoord, eenmaal met bedreiging van de pijnbank, en urenlange theologische twistgesprekken met den man gehou den, over de Remonstrantsche leer, waarin zii het lang niet tegen den do- miné konden houden en hem tenslotte mijlen ver weggewenscht, omdat ze niet wisten, wat ze met hem aanvangen moesten. Moet het dien kant weer aifc? Moet de overheid Gereformeerd zijn, aan de Gereformeerde religie de hand houden met uitsluiting van alle andere religie, en die niet naast zich duldende?" Vrije Universiteit tr? Amsterdam. Het admissie examen aan 'de V. U. is bepaald op Wpensdag 22 Septem ber a.s. en .volgende dagen, Aangifte: moet geschieden voor 12 September, a.s. bij den pedel der Universiteit,, gebouw Keizersgracht 164 te Amster- BINNENLAND. Overzicht van de ingevolge de Invaliditeitswet en de ouderdomswet 1919 toegestane renten. Op 1 Augustus 1921 werden 6.G95 weduwenrenten en 8197 weezenrenten krachtens de Invaliditeitswet genoten, terwijl op genoemde datum krachtens art. 373 dier wet 53.092 personen in het genot verkeerden van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouder domsrente van drie gulden per week. Voorts genoten 18.511 personen een invaliditeitsrente als bedoeld in art. 71 dier wet. Krachtens de vrijwillige verzeke ring, geregeld in de ouderdomswet 1919 waren op vorengenoemden datum 105.515 personen in het genot van een als vrucht hunner verzekering verkre gen ouderdomsrente van drib gulden per week. Het onverdiende complimentje. Minister Donner kreeg van een inzen der in „De Standaard" een complimen tje, dat hij nog niet verdiende, aldus P. A. D(iepenhorst) in „De Rotterdam mer", maar zeer wel in de toekomst verdienen kan. Als lid van de rechtbank te Rotter dam werd door den Minister van Justi tie benoemd een jurist, die niet door die rechtbank was.aanbevolen en van wien bovengesoemde inzender veron derstelde dat hij aan de Vrije Universi teit gestudeerd had. Op dien grond bracht hij zijn eeresaluut aan Minister Donner, die ook aan leerlingen der Vrije Universiteit een plaats op den rechterstoel gunde. Het eere-saluut was misplaatst, want de benoemde had nimmer aan de Vrije Universiteit gestudeerd. Verwonderen zou het ons echter niet, indien de bewindsman van justitie er een eer in stelde om fonds te bezorgen voor het complimentje, dat hij onver diend incasseerde. Immers buitengewoon schaarsch is onder de leden der rechterlijke macht met de rechtspraak belast, het element clat aan de Vrije Universiteit zijn op leiding genoot. Afgezien van den President van den Hoogen Raad, die zoowel aan de V. U. als aan een openbare universiteit pro moveerde, zijn er in ons vaderland 2, zegge twee beroepsrechters, die aan de V. U. den meestertitel haalden. Eén rechter in de arrondissements rechtbank te Amsterdam, de ander kantonrechter te Rotterdam. Een dezer twee werd door Minister Heemskerk buiten 'de voordracht om benoemd. Vanzelf rijst de vraag: waarom schuilt onder de gepromoveerden aan de V. U. zoo weinig begeerd vleesch? Voor een juiste beantwoording moet ook aan de wijze van benoeming wor den gedacht. Kantonrechters en leden der rechtbank worden op voordracht van de rechtbank, leden van het Ge rechtshof op voordracht van het Ge rechtshof benoemd. Het is begrijpelijk dat de Minister als regel zijn keuze bepaalt op een der drie FEUILLETON. Uit spannende dagen. (Een Vliaamsch verhaal). „Houdt op! Houdt op!" riep Bruno, „de Generaal schenkt hem genade!" Met deze woorden reikte hij een ge schreven bevel tot den Overste; maar op het zelfde oogenblik viel zijn ge zicht in de oogen van Simon-Brutus. Beiclen werden doodsbleek.... Bru no keerde zich om en vluchtte door het wachthuis weg in de straat. De oude brouwer verscheen op de opene plaat(s en viel aan den hals zijns zoons. Deze leun/de, als vermorzeld tegen de.i muur; hij scheen de tegenwoor digheid zijn/s vaders niet te bemerken, en sprak tot zich zeiven: „Bruno, Bruno heeft mij gered!" XII. Het was des anderen daags .omtrent den noen. Een doodsche stilte heerschte over de stad: men hoorde slechts het weer galmend gedonder der kanonnen, het gehuil van het moorddadig ijzer en het gekletter der vensterglazen, die door het springen van obits of bom werden verbrijzeld. Geen enkel burger was er in de •traat te bespeuren; alle deuren wa*. ren gesloten. Men kon vermoeden, dat de inwoners, bij een naderend doods gevaar met schrik bevangen, zich in hun kelders hadden verborgen, zoo wel om niet door het geschut te wor den getroffen, als om 11a de beslissing van. den strijd aan de wraak der, over winnaars te ontsnappen. Ter uitzondering van eenige ven dels stonden de patriotten boven de wallen, om eiken aanval des vijands te wederstaan en af te keeren. Zij hadden loopgrachten in den grond ge dolven, en hielden zich in deze schuil voor de kanonsballen, die onophoude lijk over hun hoofden ter stad in vlogen. Daar zij geen grof geschut bezaten, en de Franschen met inzicht buiten het bereik van het schot der geweren bleven, konden de boereji den vijand geen de minste schade toebrengen, en zagen zich tot een ontmoedigende werkeloosheid veroordeeld. Wanneer zij ter vlucht een blik in de verte over de omliggende velden en gebergten wierpen, sidderden de meesten bij de overtuiging, dat or geen hoop op zegepraal meer over bleef. Hoe verre het oog ook dragen mocht, overal scheen de grond over dekt met de krielende menigte der vijanden, die, in dichte scharen ge schikt, nederdaalde in de diepten, zich verlengde over de vlakten, opklom over de hoogten en zoo de stad in een ontzaglijken muur van staal en ijzer omsloot. Op de markt, langs de huizen, die door hun ligging tegen het geschut des vijands beveiligd waren, stonden de overige vendels van het iegcr der patriotten. Bruno wandelde daar met langza me stappen heen en weder; zijn ge laat was droef en neerslachtig. Bijwij len morde hij spijtig in zich zeiven en stampte met ongeduld op den grónd, alsof een onderdrukte gram schap hem ontstelde. Bij de Waldegliemsche bende, stond KareJ uit „de Leeuw" met het hoofd op de borst ten gronde blikkende en ganscli moedeloos. Dezelfde sombere stilte heerschte onder de duizenden mannen, die zich op de Markt en in de aanpalende stra ten hielden geschaard. Buiten eenig gemor tegen de onbegrijpelijke wer keloosheid van den Generaal de Rou- miroir, hoorde men er niets dan het getrappel "van eenzaam dravende rui ters, die voor een groote herberg op de Markt stilhielden, om berichten te biengen of bevelen te ontvangen. Uit deze herberg traden op dit oo genblik eenige Oversten, die in aller baast tot de vendels gingen. Even spoedig verlieten de kapiteins hun benden en begaven zich van alle kanten naar de herberg des Generaals de Roumiroir. Zijn gelaat droeg insge lijks den stempel van verdriet en mis- moed. Bijwijlen schudde hij wanho pig het hoofd, terwijl hij zijn oog op een blad papier gevestigd hield, dat waarschijnlijk zeer slechte" tijdingen bevatte. Zoo haast hij zich door de geroepe ne kapiteins omringd zag, sprak hij op moedeloozen toon: „Vrienden, onze vaderlandsche zaak verkeert in groot gevaar. Ik weetniet wat te beslissen; ik durf alleen niet beschikken over het leven van zoovele moedige mannen. Geeft mij uw raad. Wij hoopten met recht, dat het bezit eener vesting ons sterk zou maken en de steden zelve ten voordeele van 's lands onafhankelijkheid zou doen opstaan; maar de vijand, ons inzicht al te vroeg doorgrondende, heeft al zijn krachten saamgeraapt om ons te verpletten. Twee dagen zijn hem toe reikend geweest om een ontzettend leger rondom Diest te vergaderen. Alle oogenblikken wordt hij door nieuwe hupbenden versterkt: het aan komen van allerlei troepen en oorlogs tuig duurt onverbroken voort. Op het doen van uitvallen mogen wij niet meer steunen. 'Wij verliezen er nut teloos onze moedigste gezellen bij, en daarenboven, de vijand is reeds zoo machtig in het veld, dat wij onmoge lijk tegen hem kunnen staan. Langs een anderen kant bid ik u in overwe ging te nemen, dat de mondbehoeften lin Diest volstrekt ontbreken; geen twee dagen kunnen wij het nog vol houden, zonder dat de honger ons on weerstaanbaar ter stad uitdrijve. En luistert, welke tijdingen men uit de Roofldstad meldt: door het rechterlijke college aanbevo- Ienen. Het is ook begrijpelijk, dat deze rech terlijke colleges bij het opmaken van aanbevelingen al lei-eerst het oog rich ten op degenen met wie ze in relatie hebben gestaan en uiteraard spreekt daarbij ook de universitaire relatie ter dege mee. Het is evenzeer begrijpelijk, dat dan oud-leerlingen van de V. U. gemakke lijk het loodje leggen. Is het dan niet begrijpelijk, dat de ministerieele beslissing hier somwij len correctie moet brengen op de rech terlijke voordracht? Is het dan niet begrijpelijk, dat het bij den schrilen achterstand der V. U. voor Minister Donner een eerezaak moét wezen om het onverdiende com plimentje werkelijk te verdienen? De staking bij „Heemaf". Bij den Rijkbemiddelaar ir. H. A. van IJsselsteijn is inzake het conflict hij „Heemaf" bericht ingekomen van de syndicalistische werknemersorganisa tie, waarbij zij het voorstel van den bemiddelaar onaannemelijk verklaart. De overige werkliedenorganisaties hebben zich, gelijk bekend, wèl met dat voorstel vereenigd, echter onder voor behoud, dat ook de directie het aan vaardt. De beslissing der directie was gistermiddag 3 uur bij den Rijksbe middelaar nog niet ingekomen. Een later bericht meldt: De directie van „Heemaf" heeft het voorstel van ir. Van IJsselsteijn niet aangenomen. Personeelraad bij de spoorwegen. In verband met het verzoek van de» Personeelraad inzake toelagen aan bureau-referenten en chefs-commies, heeft de directie der Ned. Spoorwegen Ret navolgende geantwoord: „Naar aanleiding van ons schrijven doen wij u opmerken, dat bij de be antwoording der vraag of de bezoldi ging van bureau-referenten en chefs commies juist is, niet op den voor grond moet worden gesteld, zooais door 11 geschiedt, of het verschil in bezoldiging met anderen groot genoeg is, maar of de bezoldiging op zichzelf in overeenstemming is met de belang rijkheid hunner functie en de grootere verantwoordelijkheid, die op hen rust. Welnu, zooals u terecht schrijft, heb- ben die factoren den bureau-referent en den chef-commies geplaatst in loon schaal 11. Wij achten die plaatsing nog juist en zien geen aanleiding in de aan commiezen 111 bepaalde om standigheden toegekende toelagen, welke, voor wat de toelagen voor het examen stationsdienst aangaat, noo- dig waren om die commiezen, zonder hen te schaden te werk te kunnen stél len waar wij wenschten om wijziging in de bezoldiging van bureaureferen ten en chefs-commiezen aan te bren gen." Een nieuw vervoermiddel. Op de boulevard te Scheveningen was onlangs een tot nog toe in Neder land onbekend vervoermiddel te zien. Te midden van het drukke verkeer zag men een heer op een soort chassis aan een riem zitten trekken, waardoor hij vrij geregeld vooruitkwam. Het is dr. Banst, die hier tracht in te voeren een z.g. curry-landskiff, zoo genoemd naar den uitvinder Curry, een Münchener van geboorte. Het toe stel berust op hetzelfde beginsel als de wedstrijdroeiboot. Het heeft ook een rolzitting, die den berijder in de gele genheid stelt niet slechts met de armen maar ook met de beenen kracht te zet ten. De voeten rusten op pedalen en rus ten op de stuurinrichting. Op de rolzitting, voor aan den wa gen gekomen, duwt men zich met de beenen naar achteren en trekt tegelijk aan een handvat, waaraan een riem L»e vestigd is. Deze riem brengt de kracht over op een samengesteld mechanisme, dat de wielen aan het draaien brengt. Automatisch rolt de riem zich dan weer op. Het toestel, dat naar de berijder ver zekerde, 45 K.M. per uur kan afleggen, is voor sport- en verkeersdoeleinden te gebruiken en wordt ook vervaardigd in den vorm van een boot. Het trok te Scheveningen dan ook veel belangstelling. Brussel, 14 Brumaire. 7e jaar der Fransche Republek, een en onverdeelbaar. Gisteren en eergisteren zijn hier ee nige Escadrons Huzaren en verschei dene kolonnen Infanterie aangekomen Wij verwachten nog de Huzaren van Chamborent, die v. Parijs komen, als ook een Regiment Jagers te paard uit het leger van Mentz. Men verneemt insgelijks, dat do weg van Parijs her waarts overdekt is met troepen en Artillerie, welke 't Directorium naar Belgenland doet optrekken, om met den opstand der Brigands een einde te maken. Verder zijn vele kolonnen Nationale Garden uit Rijssel, Douai en andere bijgelegene plaatsen van Frankrijk op onze grenzen aangeko men. Gij ziet het, vrienden, er is geen uit komst aan; gansch Frankrijk schijnt rondom Diest samen te willen loopen, om ons onder de overmacht te doen bezwijken. Mijn gedachte is, dat wij deze stad moeten verlatenen de wijl wij, zonder gevaar van verplet terd te worden, dit bij dag niet kun nen beproeven, zou het voordeeligste zijn, dunkt mij. 's avonds of 's nachts in de duisternis, bij verrassing door dii vijand te breken en in de bos- schen ons te begeven. Weet iemand beteren raad. ik zal hem met dank baarheid ontvangen." f'Wordt vervol»'*).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5