NltUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 2 SEPTEMBER 1926
TWEEDE BLAD.
i Minister van Staat.
De hooge onderscheiding, welk© Mr.
Th. Heemskerk te beurt viel bij zijn
benoeming tot Minister van Staat, al
dus „De Rotterdammer", verheugt ons
anti-revolutionaire volk in hooge mate.
Bij zoo'n gelegenheid gevoelen we
ons als één groot gezin en in elke per
soonlijke onderscheiding deelt eigen
lijk heel de partij mee.
Slechts enkelen worden tot deze hoo
ge waardigheid geroepen om in de
moeilijkste tijdsgewrichten als vertrou-
wensadviseur van Hare Majesteit op
te treden.
Na de* dood van Jhr. Van Kamebeek
bekleedden slechts drie personen de
zen hoogen post, n.l. Mr. Cort van der
Linden, oud-gouverneur-generaal Iden-
burg en Dr. Nolens. En in dezen intie-
men krjng heeft de Koningin thans Mr.
Heemskerk ook geplaatst.
W.lj verheugen ons daarvoor. Wij
wenschen er den leider onzer Tweede
Kamerfractie hartelijk geluk mee. We
denken er met gepasten trots aan, dat
van deze vier vertrouwensmannen er
twee tot onze partij behooren en dat
niemand hun benoeming zal wraken,
omdat iedereen overtuigd is, dat Iden
burg en Heemskerk, ieder op eigen ter
rein, deze onderscheiding ten volle ver
dienen.
Rijk en veel-omvattend is de staat van
dienst, welke Mr. Heemskerk kan toon-
nen. Moeilijke problemen heeft hij tot
oplossing gebracht, De pers van mede-
en tegenstanders brengt gaarne een on
verdeelde hulde aan zijn buitengewone
staatsmanstalenten. Aan zijn oordeel
wordt het grootste gewicht gehecht.
't Vorig jaar nam hij, hoogstwaar
schijnlijk definitief, .afscheid van het
ministerschap; maar buiten de politiek
kon hij niet leven. Met jeugdige ener
gie nam hij de leiding der Kamerfrac
tie op zich* en zijn sprankelend vernuft
speelde reeds meermalen over ver
schillende onderwerpen.
In den crisis-tijd was het vooral Mr.
Heemskerk, die met talent de hand
having der coalitie bepleitte en daar
mee zijn trouw aan Kuyper's vaandel
opnieuw bewees.
Zou ons anti-revolutinnaire volk, dat
met den dag ervaart hoe voortschrij
den op het ckoor Dr. Kuyper aangewe
zen pad eisch van beginsel en tactiek
is, zich dan niet verh#ugen, waneer
niet alleen zijn leider, H. Colijn, nieu
we eere ontvangt, maar dat Mr. Heems
kerk zóó hooge onderscheiling werd
waardig gekeurd?
Zoo geeft God genade en eere. Wij
danken er Hem voor, dat Hij ons en
ons volk zulke mannen schonk.
Goor en zijn burgemeester op
Koninginnedag.
De gemeenteraad van Goor, zegt ,.De
Nederlander", besloot op voorstel van
het sociaal-democratisch raadslid H.
Boswinkel, om op 31 Augustus van ge
meentewege niet te vlaggen.
Op zichzelf is dit besluit bij een ge
meenteraad, die voor het meerendeel
van die richting is, niet te verwonde
ren. De sociaal-democratie is princi
pieel antimonarchaalal zit men nu en
dan met de practischa toepassing wel
wat verlegen in ons land, waar de vor
stin staatshoofd is op wettige wijze en
volkomen constitutioneel regeert.
Dit erkende ook de burgemeester W.
van der Sluis en toch adviseerde hij
den raad: Steekt de vlag niet uit.
Waarom? Een zijner voornaamste ar
gumenten luidde, dat zekere politieke
partijen het staatshoofd in 1918 mede
voerden in haar propaganda tegen de
moderne arbeidersbeweging en daar
door een steeds groeiend volksdeel van
het Koningshuis is verwijderd.
Deze voorstelling van zaken nu is
beslist onwaar:
Er was noch bij zekere politieke par
tijen noch bij de regeering noch bij de
vorstin een oogenblik sprake van pro
paganda tegen de moderne arbeiders
beweging, maar wèl en uitsluitend te
gen bet revolutionaire element, dat de
sociaal-democratische woordvoerders
te onzaliger ure in die beweging had
den gebracht en met betrekking waar
toe zij zelf later bakzeil hebben moeten
halen.
Zoo sprak de heer Heykoop in de be
ruchte Rotterdamsche meeting: „ls er
onder de bezittende klasse één die
denkt, dat de revolutie (van Duitsch-
land) bij Zevenaar aan de grens om
keert? De revolutie moet door, slaat
Zevenaar over, maar komt in Rotter
dam terecht. Ik ben er trotsch op, dat
deze beweging begint te Rotterdam. Ik
weet, dat Troelstra morgenmiddag één
uur in de Tweede Kamer het revolutio
naire woord zal spreken buiten de par
lementaire orde en buiten den gewonen
gang van zaken tot de bezittende klas
se en tot de regeering".
En dien volgenden middag deed Mr.
Troelstra in de Kamer dat revolutio
naire woord hooren, toen hij zeide, tot
de regeering des lands, die daar zat,
krachtens een meerderheid, gekozen op
grond van het algemeen kiesrecht:
„Wel weet is, dat gij mist de zedelijke
kracht, en het politieke staatkundige
recht om dèi&r te blijven zitten als de
Regeering van het Nederlandsche volk"
Revolutionairder kan het niet.
Tegen die revolutionaire beweging,
die voor de socialisten later zelf een
groote vergissing bleek te zijn zijn
toen allen, behalve sociaal-democrattn
en communisten, over het geheele land
in verzet gekomen, 'en onze Vorstin
heeft zich toen terecht er in verheugd
dat orde en wet het wonnen van dom
geweld.
Dit zijn de feiten. Het argument van
den Goorschen burgemeester was on
waar. De sociaal-democratische theorie
moest worden goedgepraat. Ziedaar
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Sommelsdijk, G. A-
lers te Nieuw-Lekkerland. Te Domburg
(toez.), J. W. Swaan te Vollenhove.
Te Bergambacht, J. J. Timmer te Er
in el o. Te Broek in Waterland, G. J.
Rensink te Westzaan. Te1 Metslawier C.
van der Nieuwenhuizen te Hekelingen.
Te Domburg (toez.) J. W. Swaan te
iVollenhove.
Bedankt: Voor Maassluis C. J.
iMeqer te Harlingen.
Aang enomen: Naar Vrouwepol-
der-Gapinge, S. J. M. Hulsbergen, cand.
te Noordlaren (Gr.).
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Epe, M. Elzinga te
Grootegast. Te Schoonrewoerd, G. Vee
nendaal te Amerongen. Te Krommenie,
cand. F. Dresselhuijs te Winschoten.
Bedankt: Voor Franeker, W. H.
v. d. Vegt te Drachtster Compagnie.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Rozenburg, H. Woud
stra, em. pred. te Woerden en C. van
der Zaal te Deventer.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Leiden, A. de Blois
te Dirksland.
Bedankt: Voor Vlaardingen, J.
Vrengdenhil te Bruinisse.
Bevestiging, Afscheid en Intrede.
Het afscheid van Ds. J. Ubels,
predikant der Geref. Kerk te Heemstede
die het beroep naar Batavia aannam, zal
plaats hebben op Zondag 3 October a.s.
Ds. Ubels zal eerst in 1927 met zijn
gezin naar Indië vertrekken.
Wij vernemen nog, dat Ds. Ubels na
zgn afscheid bereid is onze Kerken in
den dienst des Woords bij te staan.
Ds. L. Boer hoopt 26 September
afscheid te nemen van de Ned. Herv.
Gem. te Vriezenveen, om 3 October te
Amsterdam bevestigd te worden door
Ds. R. Dijkstra van Amsterdam.
Ds. Boer hoopt 6 October zijn intrede
te doen.
Zondagmorgen j.l. werd in de Ge
ref. Kerk van Zevenbergen cand. Sme-
lik, beroepen predikant, door Ds. K.
Schilder van Oegstgeest, in zftn ambt
bevestigd met-een leerrede over Matth.
19:12b.
:i Des avonds hield Ds. J. Smelik zijn
intreêpredicatie met als tekst 2 Kon.
Namens de Gemeente werd hij toe
gesproken door den heer Hendriks, na
mens de Classis door Ds. G. Laarman.
Maandagavond verbond Ds. Smelik
zich aan Roosendaal, ressorteerende on
der Zevenbergen, met een intreerede
over Luk. 12:32.
Ds. Joh. Metier te Hoenderloo
hoopt Zondag den i4den November a.s.
afscheid te nemen van de Ned. Herv.
Gemeente te Hoenderloo en Zondag den
21 en November d.a.v. zijn intrede te
doen te Gendt, na bevestigd te ztjn door
Ds. G. Mol van Heerlen.
Ds. D. C. Brans, die naar Oos
terhout vertrekt, zal 12 Sept. van de
Ned. Herv. Gem. te Soest afscheid ne
men.
Bevestiging en intrede hebben den
i9den plaats.
Bevestiger Ds. C. J. Verweys te Breu
kelen.
Ds. A. Bolwijn.
Heden herdenkt Ds. A. Bolwijn, em.
predikant van de Geref. Kerk van Mout
ioort, thans wonende te Zeist, zijn 40-
jange ambtsbediening.
De jubilaris werd 20 Aug. 1854 ge
boren en eqrst op 32-jarigen leeftijd
candidaat.
Hij diende als missionair predikant
de kerk van Soerabaia tot Aug. 1896.
Onr gezondheidsredenen was hij daar
na tot 1 Jan. 1899 op nonactiviteit.
In ons land diende Ds. Bolwrjn ruim
10 jaar de Kerk van Nieuw Lcosdrecht
en daarna 11 jaar die van Montfoort
en Linschoten, waar hij 1 Juli 1918
eervol emeritaat ontving.
Als emeritus predikant diende de ju
bilaris nog* ibwee jaar de Kerk van
Tholen.
Zendingsweek,
De Hoofdbesturen van de Samenwer
kende Zendingseorporatie (Zendingsbu
reau Oegstgeest) besloten dit jaar een
Zendingsweek uit te schrijven en wei
de week van 714 November.
Ongetwijfeld is het dit jaar opgeval
len, dat vanuit het Zendingsbureau bij
na geen noodkreten geslaakt werden.
Hieruit moet echter niet afgeleid wei
den, dat de financieels zorgen minder
groot 7<jjn dan anders; bij de besturen
heeft de begeerte voorgestaan 0111 de
vrienden der Zending met hun verzoeken
om steun zoo min mogelijk te vermoei
en. Nu wordt echter aller aandacht ge
vraagd vcor de week van Toewijding,
Gebed en Offer.
In een circulaire, die binnenkort ver
schijnen zal, wordt krachtige mede
werking gewaagd van alle predikanten
evangelisten, onderwijzers en leiders
van verschillende vereenigingen. Juist
omdat dit jaar weinig gevraagd werd
zal bij velen de lust bestaan zich op
verzoek van bedoelde besturen krachtig
in te spannen 0111 de Zendingsweek in
elk opzicht te doen slagen.
Ds. H, J. de Zwart.
Ds. H. J. de Zwart, Ned. Herv. pre
dikant te Scheveningen, hoopt Zondag
12 September a.s. den dag te nerdenken
waarop hij voor 40 jaren te Leersum
zijn bediening aanvaardde.
Na Leersum stond Ds. de Zwart te
Oudekerk a.d. Amstel, te Steenwijk en
sedert 14 April 1907 te Scheveningen.
De a.s. jubilaris is voorzitter van de
Ned. Zendingsvereeniging.
Ds. Lingbeek en de Gerei. Kerken.
Naar aanleiding van de critiek door
Ds. Lingbeek meermalen en ook on
langs uitgebracht over de Geref. be
schouwingen inzake de verhouding van
de o,yerheid en de kerk, schrijft Ds. J.
Bosch in ,,De Wachter":
„Men wordt al meer benieuwd naar de
positie omschrijving van de verhouding
van Kerk en Staat, waarmee de schrij
ver Ds. Lingbeek het de Gerefor
meerde synoden verbeteren zal. Maar als
men zich afvraagt: hoe wil Ds. L. dat
nu? dan wordt men bitter teleurgesteld.
Groote woorden over Dooperscne voor
stellingen, over de titels der overheden
in de Schrift, maar weinig stellige aan
wijzing. hoe men zich nu die inmenging
neen, aat recht, van de overheid tegen
over godsdienst en kerk denken moet.
Het mo^ verder gaan dan „bescher
men". Zri moet de hand houden aan den
waren godsdienst. Goed. Maar hoe moet
zij dat doen?
Toen de synode van Dordrecht 1618
1619 de Remonstrantsche leer ver
oordeeld had en de Remonstranten zich
uit de voeten moesten maken, heeft de
overheid met argusoogen toegezien, dat
niet hier of daar een Remonstrantsche
dominéé opdook, om in het geheim te
preeken.
En toen in Amsterdam op een goeden
dag ds Remonstrantsche dominee Do-
minicus Sapma gesignaleerd werd, heb
ben de heeren magistraten, om de hand
te houden aan den waren godsdienst,
den man van zjjn bed gelicht en ge
vangen genomen, ettelnke malen ver
hoord, eenmaal met bedreiging van de
pijnbank, en urenlange theologische
twistgesprekken met den man gehou
den, over de Remonstrantsche leer,
waarin zii het lang niet tegen den do-
miné konden houden en hem tenslotte
mijlen ver weggewenscht, omdat ze
niet wisten, wat ze met hem aanvangen
moesten.
Moet het dien kant weer aifc? Moet
de overheid Gereformeerd zijn, aan de
Gereformeerde religie de hand houden
met uitsluiting van alle andere religie,
en die niet naast zich duldende?"
Vrije Universiteit tr? Amsterdam.
Het admissie examen aan 'de V. U.
is bepaald op Wpensdag 22 Septem
ber a.s. en .volgende dagen, Aangifte:
moet geschieden voor 12 September,
a.s. bij den pedel der Universiteit,,
gebouw Keizersgracht 164 te Amster-
BINNENLAND.
Overzicht van de ingevolge de
Invaliditeitswet en de ouderdomswet
1919 toegestane renten.
Op 1 Augustus 1921 werden 6.G95
weduwenrenten en 8197 weezenrenten
krachtens de Invaliditeitswet genoten,
terwijl op genoemde datum krachtens
art. 373 dier wet 53.092 personen in het
genot verkeerden van een als vrucht
hunner verzekering verkregen ouder
domsrente van drie gulden per week.
Voorts genoten 18.511 personen een
invaliditeitsrente als bedoeld in art. 71
dier wet.
Krachtens de vrijwillige verzeke
ring, geregeld in de ouderdomswet 1919
waren op vorengenoemden datum
105.515 personen in het genot van een
als vrucht hunner verzekering verkre
gen ouderdomsrente van drib gulden
per week.
Het onverdiende complimentje.
Minister Donner kreeg van een inzen
der in „De Standaard" een complimen
tje, dat hij nog niet verdiende, aldus
P. A. D(iepenhorst) in „De Rotterdam
mer", maar zeer wel in de toekomst
verdienen kan.
Als lid van de rechtbank te Rotter
dam werd door den Minister van Justi
tie benoemd een jurist, die niet door
die rechtbank was.aanbevolen en van
wien bovengesoemde inzender veron
derstelde dat hij aan de Vrije Universi
teit gestudeerd had. Op dien grond
bracht hij zijn eeresaluut aan Minister
Donner, die ook aan leerlingen der
Vrije Universiteit een plaats op den
rechterstoel gunde.
Het eere-saluut was misplaatst, want
de benoemde had nimmer aan de Vrije
Universiteit gestudeerd.
Verwonderen zou het ons echter niet,
indien de bewindsman van justitie er
een eer in stelde om fonds te bezorgen
voor het complimentje, dat hij onver
diend incasseerde.
Immers buitengewoon schaarsch is
onder de leden der rechterlijke macht
met de rechtspraak belast, het element
clat aan de Vrije Universiteit zijn op
leiding genoot.
Afgezien van den President van den
Hoogen Raad, die zoowel aan de V. U.
als aan een openbare universiteit pro
moveerde, zijn er in ons vaderland 2,
zegge twee beroepsrechters, die aan de
V. U. den meestertitel haalden.
Eén rechter in de arrondissements
rechtbank te Amsterdam, de ander
kantonrechter te Rotterdam.
Een dezer twee werd door Minister
Heemskerk buiten 'de voordracht om
benoemd.
Vanzelf rijst de vraag: waarom
schuilt onder de gepromoveerden aan
de V. U. zoo weinig begeerd vleesch?
Voor een juiste beantwoording moet
ook aan de wijze van benoeming wor
den gedacht. Kantonrechters en leden
der rechtbank worden op voordracht
van de rechtbank, leden van het Ge
rechtshof op voordracht van het Ge
rechtshof benoemd.
Het is begrijpelijk dat de Minister als
regel zijn keuze bepaalt op een der drie
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een Vliaamsch verhaal).
„Houdt op! Houdt op!" riep Bruno,
„de Generaal schenkt hem genade!"
Met deze woorden reikte hij een ge
schreven bevel tot den Overste; maar
op het zelfde oogenblik viel zijn ge
zicht in de oogen van Simon-Brutus.
Beiclen werden doodsbleek.... Bru
no keerde zich om en vluchtte door
het wachthuis weg in de straat.
De oude brouwer verscheen op de
opene plaat(s en viel aan den hals
zijns zoons.
Deze leun/de, als vermorzeld tegen
de.i muur; hij scheen de tegenwoor
digheid zijn/s vaders niet te bemerken,
en sprak tot zich zeiven:
„Bruno, Bruno heeft mij gered!"
XII.
Het was des anderen daags .omtrent
den noen.
Een doodsche stilte heerschte over
de stad: men hoorde slechts het weer
galmend gedonder der kanonnen, het
gehuil van het moorddadig ijzer en
het gekletter der vensterglazen, die
door het springen van obits of bom
werden verbrijzeld.
Geen enkel burger was er in de
•traat te bespeuren; alle deuren wa*.
ren gesloten. Men kon vermoeden, dat
de inwoners, bij een naderend doods
gevaar met schrik bevangen, zich in
hun kelders hadden verborgen, zoo
wel om niet door het geschut te wor
den getroffen, als om 11a de beslissing
van. den strijd aan de wraak der, over
winnaars te ontsnappen.
Ter uitzondering van eenige ven
dels stonden de patriotten boven de
wallen, om eiken aanval des vijands
te wederstaan en af te keeren. Zij
hadden loopgrachten in den grond ge
dolven, en hielden zich in deze schuil
voor de kanonsballen, die onophoude
lijk over hun hoofden ter stad in
vlogen.
Daar zij geen grof geschut bezaten,
en de Franschen met inzicht buiten
het bereik van het schot der geweren
bleven, konden de boereji den vijand
geen de minste schade toebrengen, en
zagen zich tot een ontmoedigende
werkeloosheid veroordeeld.
Wanneer zij ter vlucht een blik in
de verte over de omliggende velden
en gebergten wierpen, sidderden de
meesten bij de overtuiging, dat or
geen hoop op zegepraal meer over
bleef. Hoe verre het oog ook dragen
mocht, overal scheen de grond over
dekt met de krielende menigte der
vijanden, die, in dichte scharen ge
schikt, nederdaalde in de diepten, zich
verlengde over de vlakten, opklom
over de hoogten en zoo de stad in een
ontzaglijken muur van staal en ijzer
omsloot.
Op de markt, langs de huizen, die
door hun ligging tegen het geschut
des vijands beveiligd waren, stonden
de overige vendels van het iegcr der
patriotten.
Bruno wandelde daar met langza
me stappen heen en weder; zijn ge
laat was droef en neerslachtig. Bijwij
len morde hij spijtig in zich zeiven
en stampte met ongeduld op den
grónd, alsof een onderdrukte gram
schap hem ontstelde.
Bij de Waldegliemsche bende, stond
KareJ uit „de Leeuw" met het hoofd
op de borst ten gronde blikkende en
ganscli moedeloos.
Dezelfde sombere stilte heerschte
onder de duizenden mannen, die zich
op de Markt en in de aanpalende stra
ten hielden geschaard. Buiten eenig
gemor tegen de onbegrijpelijke wer
keloosheid van den Generaal de Rou-
miroir, hoorde men er niets dan het
getrappel "van eenzaam dravende rui
ters, die voor een groote herberg op
de Markt stilhielden, om berichten te
biengen of bevelen te ontvangen.
Uit deze herberg traden op dit oo
genblik eenige Oversten, die in aller
baast tot de vendels gingen.
Even spoedig verlieten de kapiteins
hun benden en begaven zich van alle
kanten naar de herberg des Generaals
de Roumiroir. Zijn gelaat droeg insge
lijks den stempel van verdriet en mis-
moed. Bijwijlen schudde hij wanho
pig het hoofd, terwijl hij zijn oog op
een blad papier gevestigd hield, dat
waarschijnlijk zeer slechte" tijdingen
bevatte.
Zoo haast hij zich door de geroepe
ne kapiteins omringd zag, sprak hij
op moedeloozen toon:
„Vrienden, onze vaderlandsche zaak
verkeert in groot gevaar. Ik weetniet
wat te beslissen; ik durf alleen niet
beschikken over het leven van zoovele
moedige mannen. Geeft mij uw raad.
Wij hoopten met recht, dat het bezit
eener vesting ons sterk zou maken
en de steden zelve ten voordeele van
's lands onafhankelijkheid zou doen
opstaan; maar de vijand, ons inzicht
al te vroeg doorgrondende, heeft al
zijn krachten saamgeraapt om ons te
verpletten. Twee dagen zijn hem toe
reikend geweest om een ontzettend
leger rondom Diest te vergaderen.
Alle oogenblikken wordt hij door
nieuwe hupbenden versterkt: het aan
komen van allerlei troepen en oorlogs
tuig duurt onverbroken voort. Op het
doen van uitvallen mogen wij niet
meer steunen. 'Wij verliezen er nut
teloos onze moedigste gezellen bij, en
daarenboven, de vijand is reeds zoo
machtig in het veld, dat wij onmoge
lijk tegen hem kunnen staan. Langs
een anderen kant bid ik u in overwe
ging te nemen, dat de mondbehoeften
lin Diest volstrekt ontbreken; geen
twee dagen kunnen wij het nog vol
houden, zonder dat de honger ons on
weerstaanbaar ter stad uitdrijve. En
luistert, welke tijdingen men uit de
Roofldstad meldt:
door het rechterlijke college aanbevo-
Ienen.
Het is ook begrijpelijk, dat deze rech
terlijke colleges bij het opmaken van
aanbevelingen al lei-eerst het oog rich
ten op degenen met wie ze in relatie
hebben gestaan en uiteraard spreekt
daarbij ook de universitaire relatie ter
dege mee.
Het is evenzeer begrijpelijk, dat dan
oud-leerlingen van de V. U. gemakke
lijk het loodje leggen.
Is het dan niet begrijpelijk, dat de
ministerieele beslissing hier somwij
len correctie moet brengen op de rech
terlijke voordracht?
Is het dan niet begrijpelijk, dat het
bij den schrilen achterstand der V. U.
voor Minister Donner een eerezaak
moét wezen om het onverdiende com
plimentje werkelijk te verdienen?
De staking bij „Heemaf".
Bij den Rijkbemiddelaar ir. H. A. van
IJsselsteijn is inzake het conflict hij
„Heemaf" bericht ingekomen van de
syndicalistische werknemersorganisa
tie, waarbij zij het voorstel van den
bemiddelaar onaannemelijk verklaart.
De overige werkliedenorganisaties
hebben zich, gelijk bekend, wèl met dat
voorstel vereenigd, echter onder voor
behoud, dat ook de directie het aan
vaardt. De beslissing der directie was
gistermiddag 3 uur bij den Rijksbe
middelaar nog niet ingekomen.
Een later bericht meldt:
De directie van „Heemaf" heeft het
voorstel van ir. Van IJsselsteijn niet
aangenomen.
Personeelraad bij de spoorwegen.
In verband met het verzoek van de»
Personeelraad inzake toelagen aan
bureau-referenten en chefs-commies,
heeft de directie der Ned. Spoorwegen
Ret navolgende geantwoord:
„Naar aanleiding van ons schrijven
doen wij u opmerken, dat bij de be
antwoording der vraag of de bezoldi
ging van bureau-referenten en chefs
commies juist is, niet op den voor
grond moet worden gesteld, zooais
door 11 geschiedt, of het verschil in
bezoldiging met anderen groot genoeg
is, maar of de bezoldiging op zichzelf
in overeenstemming is met de belang
rijkheid hunner functie en de grootere
verantwoordelijkheid, die op hen rust.
Welnu, zooals u terecht schrijft, heb-
ben die factoren den bureau-referent
en den chef-commies geplaatst in loon
schaal 11. Wij achten die plaatsing
nog juist en zien geen aanleiding in
de aan commiezen 111 bepaalde om
standigheden toegekende toelagen,
welke, voor wat de toelagen voor het
examen stationsdienst aangaat, noo-
dig waren om die commiezen, zonder
hen te schaden te werk te kunnen stél
len waar wij wenschten om wijziging
in de bezoldiging van bureaureferen
ten en chefs-commiezen aan te bren
gen."
Een nieuw vervoermiddel.
Op de boulevard te Scheveningen
was onlangs een tot nog toe in Neder
land onbekend vervoermiddel te zien.
Te midden van het drukke verkeer zag
men een heer op een soort chassis aan
een riem zitten trekken, waardoor hij
vrij geregeld vooruitkwam.
Het is dr. Banst, die hier tracht in
te voeren een z.g. curry-landskiff, zoo
genoemd naar den uitvinder Curry,
een Münchener van geboorte. Het toe
stel berust op hetzelfde beginsel als de
wedstrijdroeiboot. Het heeft ook een
rolzitting, die den berijder in de gele
genheid stelt niet slechts met de armen
maar ook met de beenen kracht te zet
ten.
De voeten rusten op pedalen en rus
ten op de stuurinrichting.
Op de rolzitting, voor aan den wa
gen gekomen, duwt men zich met de
beenen naar achteren en trekt tegelijk
aan een handvat, waaraan een riem L»e
vestigd is. Deze riem brengt de kracht
over op een samengesteld mechanisme,
dat de wielen aan het draaien brengt.
Automatisch rolt de riem zich dan
weer op.
Het toestel, dat naar de berijder ver
zekerde, 45 K.M. per uur kan afleggen,
is voor sport- en verkeersdoeleinden te
gebruiken en wordt ook vervaardigd in
den vorm van een boot.
Het trok te Scheveningen dan ook
veel belangstelling.
Brussel, 14 Brumaire. 7e jaar
der Fransche Republek, een
en onverdeelbaar.
Gisteren en eergisteren zijn hier ee
nige Escadrons Huzaren en verschei
dene kolonnen Infanterie aangekomen
Wij verwachten nog de Huzaren van
Chamborent, die v. Parijs komen, als
ook een Regiment Jagers te paard uit
het leger van Mentz. Men verneemt
insgelijks, dat do weg van Parijs her
waarts overdekt is met troepen en
Artillerie, welke 't Directorium naar
Belgenland doet optrekken, om met
den opstand der Brigands een einde
te maken. Verder zijn vele kolonnen
Nationale Garden uit Rijssel, Douai
en andere bijgelegene plaatsen van
Frankrijk op onze grenzen aangeko
men.
Gij ziet het, vrienden, er is geen uit
komst aan; gansch Frankrijk schijnt
rondom Diest samen te willen loopen,
om ons onder de overmacht te doen
bezwijken. Mijn gedachte is, dat wij
deze stad moeten verlatenen de
wijl wij, zonder gevaar van verplet
terd te worden, dit bij dag niet kun
nen beproeven, zou het voordeeligste
zijn, dunkt mij. 's avonds of 's nachts
in de duisternis, bij verrassing door
dii vijand te breken en in de bos-
schen ons te begeven. Weet iemand
beteren raad. ik zal hem met dank
baarheid ontvangen."
f'Wordt vervol»'*).