Hriêüwe leidsche courant van donderdag 26 augustus 1926 TWEEDE BLAD. STADSNIEUWS. Gemeeiiterekening 1925. Bij een voorstel inzake een ad mini- si ra lieve begrootimgsregeling, in ver band met de Gemeenterekening 1925 merken B. en W. het volgende op: Blijkens het bovenstaande moet hij de beoordeeling van de eindcijfers der rekening over 1925 worden in acht ge nomen, dat het voordeelig kassaldo der gewone middelen, ten bedrage van i'849.360;91 X moet worden ver hoogd met f 190.522.07 X voor bij het sluitpn van den dienst 1925 nog te ont vangen gelden, doch daarentegenmet f 155.108.72 X moet worden verlaagd, in verband met onbetaalde vorderin gen of onverbruikt of onverwerkt go- bleven credieten. Hieruit volgt, dat de gewone dienst van 1925 een voordeelig exploitatie-saldo van f 849.360.91 X f 190.522.07 X f 165.108.72 X f 884.774.26 X heeft opgeleverd. Het in Uwe Vergadering van 9 Au gustus jl. genomen besluit tot vaststel ling van de aan de besturen van bij zondere scholen over 1923 uit te kee- ren vergoeding, bedoeld in artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920. zal ech- ter op het dienstjaar 1926 een uitgaaf van - f24.000 vereischen, terwijl het besluit tot verhooging van de voor schotten op deze vergoeding over de jaren 1924 en 1925 respectievelijk een uitgaaf van f2.025 en f2.163 zal me debrengen, tezamen alzoo f 28.000. Voorts waren bij het sluiten van den dienst 1925 de over dat jaar aan be sturen van bijzondere scholen vêr- schuldigde vergoedingen, ingevolge artikel 100 van bovengenoemde wet. voor aan die scholen verbonden bo ventallige onderwijzers nog niet vast gesteld. Vermoedelijk zal dit echter nog in het kalenderjaar 1926 geschieden en waar nu, ingevolge de administratieve voorschriften ook de vergoedingen ter zake over het dienstjaar 1924, welke ruim f30.000 hebben bedragen, ten laste van het dienstjaar 1926 zijn ge bracht, is de waarschijnlijkheid groot, dat 1926 wordt belast met de betrek kelijke uitgaven over twee jaren. Een en ander zal op bet dienstjaar 1926 vermoedelijk een uitgaaf van on geveer f28.000 -f f30.000 f58.000 vereischen, waarvan in verband met te verwachten overschotten op de be trekkelijke posten, een bedrag van f 13.000 beschikbaar is. Tot dekking van het res/tant ad - f45.000 stellen wij U voor eenzelfde bedrag van het batig saldo dienst 1925 te bestemmen ter verhoogiing van den post 'voor „On voorziene Uitgaven" dienst 1926, welk bedrag moet worden gereserveerd, ten einde zoo noodig tot dekking van meergenoemde uitgaven te dienen. Voorts is in het batig saldo nog be grepen een bedrag van f 14.597.38, dat moet worden gereserveerd voor aflos sing op door de gemeente ten behoeve van woningbouw uit eigen kas ver strekte gelden, waarvoor in het jaar 1925 nog niet een vaste leening werd aangegaan. Dit bedrag moet worden overgebracht naar Hoofdstuk V van den Kapitaaldienst van 1926 Volgn. 615. „Overboeking op den Kapitaal- dienst van gereserveerde aflossingen van dbor de gemeente ten behoeve van den bouw van arbeiderswoningen uit eigen kas verstrekte gelden, welke nog niet door leening zijn gedekt'(ge wijzigde omschrijving). Indien Uwe Vergadering dienover eenkomstig besluit, zal het exploitatie saldo van den dienst 1925 nog worden verminderd met f 45000 -f- f 14.597.33 f 59.507.33 en dus worden gebracht op f 825.176.98 X. Aangezien het verschil ad f36.413.35 f 190522.07X fl66.108.72X) tusschen de nog te ontvangen en de nog uit te geven gelden, het dienstjaar 1925 be treffende, niet voldoende is om het te reserveeren bedrag van f 59.597.83 te dekken, moet van het batig kassaldo ad -f 849.360.91 X van den dienst 1925, een bedrag van f 69.597.32 f36.413.35 f 24.183.98 op volgnummer 2 van den dienst 1926 „Gedeelte van het batig saldo van fyen gewonen dienst van 't dienstjaar 1925" worden overgebracht. Bij de beoordeeling van het exploi tatie-saldo van den gewonen dienst 1925 zij opgemerkt, dat aan dat dienst jaar uit vroegere diensten is un goelde gekomen een bedrag ^van f 160.765.15 (f 139,696.63 f 21,068.o- f883.211.97X, zoodat de gewone m- komsten en uitsaven van het dienst jaar 1925 feitelijk sluiten met «en na- deelig exploitatiesaldo v. f 8ö3.~ii.y' f 825.176.93 X f58.035.04 Wij geven U alsnu in overweging te ^besluiten tot vaststelling van den hier hij overgelegden suppletoiren begroo- tingsstaat, model D, dienst 1326. ..Rhijngepst." Curatoren der Rijks-Universiteit alhier hebben medewerking gevraagd tot verlaging van de vergoeding we gen» het beschikbaar stellen ten be hoeve van het onderwijs in de neuro logie aan die Universiteit, van 20 plaat sen in het Sanatorium voor Zenuwlij ders „Rhijngeest" te Oegsteeest. Met de Commissie van Beheer over die inrichting zijn B. en W. van mee ning, dat hier wel termen aanwezig Zijn om tot verlaging van de vergoe ding over te gaan. Zooals uit het advies dier Commis sie blijkt, is de vergoeding, die aan vankelijk f9000 bedroeg, tengevolge van de algemeene stijging van prijzen en loonen, geleidelijk gestegen, zoodat zij in 1922 f19000 of f960 per patient en per jaar bedroeg. B. en W. stellen voor den verpleeg- prijs met ingang van 1 Januari 1927 vast te stellen op f800. Ondershandsche aanbesteding. Voor het maken van den betonnen onderbouw voor het hoofdgemaal der centrale rioleering ondershands prijs opgave gevraagd aan een aantal spe ciaal op dat gebied werkzame firma's. Van de ingekomen aanbiedingen is naar het oordeel van B. en W. zoowel uit een technisch als een financieel oogpunt .de aannemelijks te die van de N.V. Rijnlandsche Betonhouw Maats, alhier. Het inschrijvingscijfer van de ze firma bedraagt, na inachtneming van nader noodig geoordeelde wijzi gingen der constructies f24.685. B. en W. geven mitsdien, overeen komstig het gevoelen van de Comm. van Fabricage in overweging, het ma ken van den onderbouw v. gewapend beton voor het hoofdhioolgemaal der centi^ile rioleering aan den Maresin- gel, met bijbehoorende werken, on dershands op te dragen aan de N.V. Rijnlandsche Betonbouw Maatschap pij alhier, voor de som van f24.685. Verbetering Poelbrug. In de Raadsvergadering van 10 No vember 1924 werd het bij Raadsbesluit van 31 October 1921 beschikbaar ge steld bedrag van f 75000 ten behoeve van een partieele verbetering van den Rijnsburgerweg tusschen de Poelbrug en den Warmonderweg tot f 200.000 verhoogd ,ten einde tot een algeheele verbetering van dat weggedeelte te kunnen geraken. Nu de voorgenomen wegverbreeding ie tot stand gekomen en het werk ge heel voltooid is opgeleverd, blijken de daaraan verbonden kosten te hebben toedragen f 280.591.06 X. Hiertegenover staan evenwel eenige ontvangsten. Na aftrek van deze ontvangsten blij ken de werkelijke kosten dus te heb- bén bedragen - f 224.305.51 X, zoodat 't toegestane bedr. met - f 24.306.51 X is overschreden. Deze overschrijding, zeggen B. en W .is geenszins hetg evolg van eene onjuiste of te zuinig opgezette raming doch ie in hoofdzaak toe te schrijven aan omstandigheden, die bij het opma ken van de begrooting niet konden worden .voorzien. En dan noemen zij in de eerste plaats de werken, die aan de Poel brug moesten worden uitgevoerd. Bij nader inzien toch bleek 't wen- schelijk deze brug zoodanig te verbree den, dat een goede overgang werd ver kregen naar het weggedeelte Poel brug-Spoorwegovergang. Dat dit juist gezien is blijkt uit bet op 29 Juli 1925 genomen besluit om ook tot verbree ding van dat weggedeelte over te gaan. Ook bleek bij de uitvoering van de bedoelde brugverbreeding de noodza- kelijkheid om het bestaande brugge- deelte geheel te vernieuwen in ver band met den slechten toestand van het metselwerk en tie fundamenten, terwijl ten slotte nog tot algeheele ver laging van de brug moest worden overgegaan. Het aanvankelijk geraamde bedrag van f 9.320 werd door al deze bijko mende werken natuurlijk ver over schreden. De totale kosten beliepen f28.000, derhalve een overschrijding van f19.000. Een andere factor, welke tot ver hooging van de kosten heeft geleid, is de vervanging van de in den ou den weg aanwezige enkelvoudige gas leidingen en kabels door dubbele lei dingen en kabels. Deze zijn thans on der de trottoirs en rijwielnaden aan beide zijden van den weg p-^legd, het geen behalve een verbetering ten aan zien van de instandhouding van de rij weghes trating, ook dit voordeel heeft, dat de geheele weg intact kan blijven indien deze later eventueel van een bitumineuze verharding mocht worden voorzien. Dit werk, dat over een lengte van 4500 M. moest worden uitgevoerd, eischte een uitgave van f3000. En ten slotte werden de kosten nog verhoogd door de vervanging van do oude hoornen langs de Noord-Oostelij ke zije van den weg door een nieu wen aanplant met boombeschermers. B. en \V. geven alsnu den Raad in overweging alsnog een bedrag van f 30.600, waarvan - f 6300 is of wordt terugontvangen, beschikbaar te stel len ten behoeve van de meerdere kos ten van verbetering van den Rijns burgerweg, tusschen de Poelbrug en den Warmonderweg. Het Utrechtsche Jaagpad, Naar aanleiding van. een indertijd door den heer Schüller gedaan voor stel, om het Utrechtsche Jaagpad te bestraten, deelen B. en W. ^aan den Raad het volgende mede: ïHlet Utrechtsche Jaagpad is thans, evenals de Rijn- en Schiekade, de Rijnkade en andere soortgelijke we gen die in hoofdzaak voor het voet gangers- en kleine rijverkeer dienen, met grind verhard. De kosten van het vervangen van deze grin dverh ar ding door een klinkerbestrating zouden on geveer f 11000 bedragen. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van meening, dat, nu het aan brengen van een bestrating ter plaatse niet bepaald noodzakelijk is te ach ten, een dergelijke, groote uitgave voor het onderhavige doel niet gewettigd is, althans voorloopig moet worden uitgesteld. Ten einde echter de bestaande weg- bedekking met de beschikbare mid delen zooveel mogelijk te verbeteren, zijn wij voornemens het Utrechtsch Jaagpad in den vervolge jaarlijks te laten teren, op «zelfde manier als o.a. ook met den rijweg door het Plantsoen geschiedt. Aan de klachten over de verharding van het jaagpad zal daarmede, wanneer ook de nieu we walbeschoeing is aangebracht, op alleszins voldoende wijze tegemoetge komen zijn. Op grond van het bovenstaau-le ge ven wij U in overweging het voorstel van den heer Schüller niet aan te nemen. Os- en Paardenlaan. In de Raadsvergadering van 28 Sep tember 1925 werd besloten, den eige naren van het gedeelte sloot, gelegen langs de Os- en Paardenlaan over een lengte van ongeveer 90 M. van af den Heerensingel in Noordelijke richting, op grond van het bepaalde bij art. 12 der verordening op wegen, lanen, stra ten enz. en wateringen en slooten te gelasten, dat slootgedeelte te dempen en door een riool te vervangen. Op één na hebben alle eigenaren zich bereid verklaard tot de voorge schreven demping en rioleering over te gaan en in de daaraan verbonden kosten bij te dragen. Met de onderhavige demping en rioleering zal,verbetering, d.i. verbree ding en bestratng, van de Os- en Paar denlaan gepaard moeten gaan. De kosten van deze straatverbetering, die naar raming f 6552 zullen beloopen, komen uiteraard geheel ten laste van de gemeente. De eigenlijke slootdemping en rio leering zal een uitgave van ongeveer f2457 vereischen. Van dit laatste be drag zal intusschen f1142 van de be langhebbenden worden teruggevor derd, zoodat van deze kosten f1315 ten laste der gemeente komt. Evenals vroeger in dergelijke bijzondere geval len is geschied, bestaat er ook nu aan leiding, om ten opzichte van enkele eigenaren faciliteiten in de betaling toe te staan of met een geringere dan de volle bijdrage genoegen te nemep. Tegen den bovenbedoelden eigenaar die weigerde aan Uwe lastgeving ge volg te geven, zullen door B. en W. de noodige maatregelen worden ge nomen. Tot de verbreeding van de Os- en Paardenlaan kan uit den aard der zaak eerst worden overgegaan, nadat de betrokken eigenaren de hun toebe- hoorende gedeelten gedempte sloot en aangrenzende laangedeelten aan de gemeente zullen hebben afgestaan. In verband met een en ander stel len B. en W. voor ten behoeve van de demping en rioleering van een gedeel te sloo.t langs de Os- en Paardenlaan en het verbreeden en bestraten van een gedeelte der Os- en Paardenlaan, een bedrag van, in ronde som, f9000 te hunner beschikking te stellen. Benoeming. Tengevolge van het aan den lieer J. Vervver verleend ontslag, moet. wor den voorzien in 'de vacature vali lee- raar in het Hoogduitsch aan de Hoo- gere Burgerschool met vijfjarigen cursus. Ter benoeming worden aanbevolen: 1 Drs. M. G. Stokvis, leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Brielle 2 Drs. W. Jongejan, leeraar aan de Koninklijke Hoogere Burgerschool te Apeldoorn. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Papendrecht, G. Alers te Aieuw: Lekkerland. Te Elbur? N. Warmolts te "V^ezep. Te Hedel, G. Enkelaar te Langer en Kor teraar. Te Huizen, P .van Toorn te Rotterdam. CHR. GEREF. KERK. Aan ge n o ïhe nNaar Broek op Langendijk, J. Drenth, eand. te Hoo- jgeveen. Ds. G. van Duinen, Dezer dagen werd bericht dat Ds. van Duinen, Geref. Predikant te Schie dam, benoemd was tot legerpredikant in Indië. Naar aanleiding van dit bericht, heeft Ds. van Duinen in de morgen- en avond- fodsdi ens toef ening van 1.1. Zondag ver- laard, dat door nem nog niet een zoo danige benoeming is ontvangen en mocht dat ai geschieden, dan zou bii eventueele aanneming daarvan nog wel een jaar verloopen voor het vertrek naar Indië zou volgen. Bovendien zjjn aan een dergelijke be trekking nog al kerkrechtelijke be zwaren verbonden, zoodat met het oog hierop het nog lang niet zeker is, dat Ds. van Duinen zulk een benoeming zal aannemen. A. H. op 't Holt. f In den ouderdom van 70 iaar is plot seliug te Zeist overleden de heer A. H. op 't Holt, die de Geref. Kerken van Schoondijke, Enschedé, Heerenveen Zuilichem, Ncordwgk en Nunspeet als predikant diende. Prof. Dr. P. J. du Troit. f Den 4den dezer is, naai* de N. R. Crt. meldt, te Kaapstad overleden de nog -betrekkelijk jonge Prof. Dr. P. J. du Toir, hoogleeraar in de Nederlaadsche taal en letterkunde aan de. Universiteit te Kaapstad. Krankencommune., Door Dr. Kaajan, .Geref. predikant te Utrecht, zijn in een aantal artikelen on derscheiden bezwaren ontwikkeld tegen de z.g. krankencommune, de bediening van het H. Avondmaal ten huize van kranke broeders en zusters. Ds. S. Datema, Geref. predikant te Driebergen, erkent de bezwaren, maar toch voelt hij voor de instelling van de krankencommune, Hij schrijft het volgende: 3 „Het zal nu 16 jaar geleden zijn. Er was een jongeling op een langdurig ziekbed geworpen. Zijn jeugdleven was zeer ongestadig. Het was hem niet ge gaan ais Josia en Obadja. Hoewel de Schriften van kindsbeen kennende, nam wereld gaandeweg de overhand. Tot het den Heere behaagde hem de oogen te openen, en ook mij als middel in Zijn hana daartoe wilde gebruiken. De jonge vriena bezocht weder de catechisatie. Kwam tot openbare belij denis. En werd niet zeer lang daarna op het ziekbed geworpen, wat ook zijn doodbed is geworden. Wat een strijd op dat ziekbed. Wat een worsteling om los te komen van wat en vooral van wie hem lief waren. Allermeest van haar, die hem boven alles dierbaar was. Wat een bestrijding ook van zijn geloof. Levendig herinner ik me, hoe ik zat aan dat ziekbed, en met den wegkwij nenden en worstelenden jongeling las Jes. 53. Hij kon het maar niet gelooven voor zichzelf. Wat gebeurde daarnaV Des morgens vroeg werd ik geroepen Zoo ongeveer vier uur in den morgen. Een juffrouw stond voor onze deur. De zuster van den stervenden jongeling Ach dominéé, aldus de zuster, Adn- anus gaat sterven. En hij is zoo heerlijk gesteld. Alles is goed. Maar, hij wil zoo gaarne nog eens den dood des Heeren verkondigen en gebruik maken van het Heilig Avondmaal. Dat kan zeker niet? Voor mij was het genoeg. Binnen een een uur stond ik met twee ouderlingen voor het bed van den kranke, waar alles vrede ademde. De huisgencoten bijeen. Ik bracht het Woord des Heeren. Op de vraag: Gelooft gij dat? riep de jonge broeder met een stem. die ik nog als het ware verneem: ja. Al mijn zon den zijn vergeven. Midden in den dood. Maar, door genade gered. Dezelfde zuster, die aan onze deur stond kwam met brood en wijn. Wij braken het en deelden het uit. Wij ver kondigden samen den dood de3 Heeren. De huisgenooten, de stervende, de ouder lingen en ik. En onze Adrianus is spoedig daarna van het Avondmaal in dien morgen ge gaan naar het land, waar geen nacht meer is, 0111 te zitten aan het Avond maal van de bruiloft des Lams. Een mensch kan niet alles zoo maar lvergeten. En vooral zulke momenten niet. En daarom zou ik Dr. Kaajan nog wel eens willen vragen: als het dan zoo ffil De kamerling was ook alleen. Filip pus was toch ook geen Apostel?" Naar aanleiding van wat bij de be grafenis van den heer P. Brouwer, den hoofdredacteur van Friescli Dagblad is gezegd, n.l., dat hrj op zijn ziekbed meer malen de begeerte had, dat hem net H. Avon-imaai mocht worden bediend, schrijft Ds. Datema nog dit: „Wat mij zoo' trof uit de woorden dij zijn graf gespreken? Zijn verlangen om nog eens liet H. Avondmaal te gebruiken Kon het niet in de Kerk, dan maar in zijn huis. Als het kon? Maar, waarom kon dit met: Waarom kon die wansch niet worden vervuld? Waarom kon niet te zijnen huize de Gemeente vergaderen? Mij dunkt, daar had Üe Kerkeraaa van Sneek voor moeten zorgen. Wat zou Dr. Kaajan- hiervan zeggen l Preeken van Auflttstinus. Volgens de Italiaansche .bladen heeft pater Gerardo Moxin in de' ^Bibliotheca Ambrosiana te Milaan twee tot nog toe onbekende preeken van Augusiinus ge vonden. Geknoei bij een examen. Dezer dagen, zoo schrijft men aan het „Hbld." werd aan een der Kweek scholen fen ons land het schriftelijke examen afgenomen, waarbij het de aan dacht trok, dat een der vrouwelijke eau didaten buitengewoon correct schrifte lijk werk inleverde. De examinatoren, leeraren van de can didate, meenden, dat zij 'dat niet zonder hulp of voorlichting kon hebben vol bracht, zcodat ze de candidate opnieuw aan een examen onderwierpen, waarbij ze werk van gelijke moeilijkheid kreeg; het resultaat daarvan was bedroevend en leverde het bewijs voor het reeds geuite vermoeden. - Bij onderzoek kwam aan het licht, dat de inspecteur van het onderwas de candidate een vriendendienst bewezen had. Den daarop volgenden dag kon men in de bladen diens ontslagaanvrage le- FEUILLETON. Uit spannende dagen. (Een Viaamsch verbaal). 000 Eindelijk, allee wae zoo goed moge lijk in orde gebracht, het leger stond weder in de baan, met bet roode kruis der YValdeghemsche bende naar Diest gekeerd. De trommelaars en trompetters zon den hun aanjagende krijgs tonen over het geboomte, en het leger rukte zin gend en jubelend voort. Niets stoorde nog den geestdriftvol- len tocht. Het leger der boeren kreeg de stad 'Diest mei hare torens en wal len in het gericht, zonder nog een en kelen vijand te hebben ontmoet. De Veldheer verwachtte zich vanwe ge de bezetting der stad op een hard nekkige verdediging. Daarom, zonder het leger te doen stilhouden, deed hij de voornaamste Oversten tot zich na deren vuurde hun moed" door krach tige woorden aan en gaf hun al de inlichtingen, welke hij tot den goeden uitslag der poging nuttig oordeelde. Al deze voorzorgen waren echter overbodig. Een bijzonder geval bad de stad Diest van hare bezetting ontbloot Den dag te voren was in de gemeente Herck, niet verre van Diest, de vrij heidsboom door de inwoners omver- gerukt, en men had er een voorbij trekkende Fransche bende geheel ne- dergehakt. De bevelhebber der stad Diest, geen gevaar voorziende, was met de bezetting naar Herck getogen, om er een voorbeeldige wraak te gaan plegen. Slechts een honderdtal man nen had hij binnen de vesting gelaten Toen men van de wallen het leger der patriotten als 'n ontzaglijke wolk had zien naderen, hadden de Fran- sche soldaten besloten de Antwerp- sche poort, die bedreigd scheen, te verdedigen, totdat de laatste hunner zou gevallen rijn. Zij hadden boden te paard in de baan naar Herck ge zonden en hoopten, dat hun Overste nog intijds met onderstand mocht terugkomen. Zij schikten zich in een schaar voor de poort zelve en wachtten onver schrokken den vijand af. iHlet verwonderde den Generaal de Roumiroir zeer, dat hij de wallen van krijgsvolk ontbloot zag en geen ben den bespeurde, die hem in het veld tegemoet traden, ofschoon hij reeds tot twee of drie geweerschoten van deru ingang der stad was genaderd. Een hinderlaag vreezende, zond hij Bruno met zijn gezellen vooruit, om in schermutseling tegen de wacht der poort op te trekken en de bezetting aldus in het veld te lokken. De roode kruisvaan bewoog zich; de Waldeghemsche mannen trokken ste- dewaarts. On-derweg wisselden zij eenige geweerschoten met den vijand. Het vuur dor Franschen scheen zoo zwak, Bruno was nog zoozeer aange- jaagd door de vreugde der behaalde overwinning, dat hij eensklaps zijnen machtigen roep herhaalde: „Met gevelde bajonetten vooruit! Voor God en vaderland, vooruit!"' Het gevecht voor de poort duurde niet lang. Bij den eersten aanval wer den de soldaten der wacht onweer staanbaar ter poort ingestuwd, en wier pen zich in de nevenstaande huizen, van waar zij nog eenige schaarsche kogels tot den vijand stuurden. Op de stem van Karei uit „üe Leeuw" liepen al de mannen van Wal deghem boven de wallen, en begonnen daar met hun hoeden te draaien en door hevig krijgsgeschreeuw de zege te verkondigen. Dit gezicht wekte een machtig ant woord uit de wachtende scharen des legers. „Vooruit! Vooruit!" galmde het tot hoven de stad.- De Generaal deed de trommels slaan en gaf het verlangde teeken; maar de geestdrift was te groot: in stede van in orde vooruit te gaan, zetten al de benden het op een loopen en stroom den als een rollende vloed, juichend en jubelend de vesting binnen. XI. Alhoewel de patriotten tegen hun verwachting de stad Diest ontbloot gevonden hadden van allen voorraad, besloten zij desniettemin haar tot steunplaats hunner verdere krijgsver richtingen te doen dienen, eu haar hardnekkig tegen den aanval der Fran schen te verdedigen. Reeds eenige dagen te voren had men in Brussel met verbaasdheid de schielijke en dreigende vermeerdering van der boeren leger vernomen. Beve len waren door den Oppergeneraal Colaud naar alle gewesten des lands, ja. zelfs naar Parijs gezonden, 0111 in aller haast talrijke hulptroepen te be komen. In openbare brieven en afkondigin gen sprak men wel, als naar gewoon te, met spottend medelijden van den laf f en hoop fanatieke Brigands, doch innerlijk was men zoo gerust niet. Dit vuur kon over gansch België zich verspreiden en de steden zelve doen opstaan; de Mogendheden en de Fransche uitwijkelingen mochten er een middel in zien om Frankrijk langs onzen grond aan te vallen. Nauwelijks had men in het westen den Vendee- schen opstand in stroomen bloeds ver smacht, of in het noorden schenen de koningsgezinden al hun krachten te vergaderen, om een nieuwe en niet minder hardnekkige worsteling te be ginnen. Daarom, hier moest volgens het aangenomen stelsel der Fransche Republiek een ontzaglijke macht wor den vergaderd, ten einde door een en kele poging onder het onweerstaan baar geweld der menigte te verpletten De patriotten zagen reeds des ande ren daags na hun intrede te Diest vlie gende kolonnen uit verschilligc stre ken de stad naderen, en zich op een tamelijken afstand in bijzoudere le gers nederslaan, met het merkbaar voor nemen om de stad te omringen en van het overige des lands af te sluiten. Voor alsnu ondernamen de rran- schën nog niets tegen de vesting; zij hielden zich rustig in. hun legerplaat sen en schenen met geheime inzichten ganse werkeloos te blijven. Intusschen onderschepten zij alU\n toevoer van mondbehoeften of krijgsvoorraad, «n vervolgden of versloegien de afzonder lijke kleine benden, die naar Diest ter hulp der boeren zich wilden begeven. Evenwel, wanneer een aangekondig de wagentocht met voorraad, of een aanzienlijke hulpbende zich in de verte vertoonde, trok een4 gedeelte van het leger der patriotten uit de stad en boorde met geweld door d^e vliegende" kolonnen, om den voorraad of de hulp bende binnen de vesting te' leiden. In deze kleine gevechten, die zoo wel Van den kant der Belgten0.als der Franschen geen beslissend doel had den, verloor men veel voilk' zonder merkbaar nut. De Generaal de Roumiroilr begreep wel, dat het misschien voi>rdeeliger ware geweest, met zijn ganse he leger in het veld te gaan, om de yliegen,Je kolonnen op het lijf te vallen» vooral eer een groote versterking hun toe- kwame; doch meer dan één reden deed hem tot het tegenovergestelde besluiten. f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5