Hriêüwe leidsche courant van donderdag
26 augustus 1926
TWEEDE BLAD.
STADSNIEUWS.
Gemeeiiterekening 1925.
Bij een voorstel inzake een ad mini-
si ra lieve begrootimgsregeling, in ver
band met de Gemeenterekening 1925
merken B. en W. het volgende op:
Blijkens het bovenstaande moet hij
de beoordeeling van de eindcijfers der
rekening over 1925 worden in acht ge
nomen, dat het voordeelig kassaldo
der gewone middelen, ten bedrage
van i'849.360;91 X moet worden ver
hoogd met f 190.522.07 X voor bij het
sluitpn van den dienst 1925 nog te ont
vangen gelden, doch daarentegenmet
f 155.108.72 X moet worden verlaagd,
in verband met onbetaalde vorderin
gen of onverbruikt of onverwerkt go-
bleven credieten. Hieruit volgt, dat de
gewone dienst van 1925 een voordeelig
exploitatie-saldo van f 849.360.91 X
f 190.522.07 X f 165.108.72 X
f 884.774.26 X heeft opgeleverd.
Het in Uwe Vergadering van 9 Au
gustus jl. genomen besluit tot vaststel
ling van de aan de besturen van bij
zondere scholen over 1923 uit te kee-
ren vergoeding, bedoeld in artikel 101
der Lager Onderwijswet 1920. zal ech-
ter op het dienstjaar 1926 een uitgaaf
van - f24.000 vereischen, terwijl het
besluit tot verhooging van de voor
schotten op deze vergoeding over de
jaren 1924 en 1925 respectievelijk een
uitgaaf van f2.025 en f2.163 zal me
debrengen, tezamen alzoo f 28.000.
Voorts waren bij het sluiten van den
dienst 1925 de over dat jaar aan be
sturen van bijzondere scholen vêr-
schuldigde vergoedingen, ingevolge
artikel 100 van bovengenoemde wet.
voor aan die scholen verbonden bo
ventallige onderwijzers nog niet vast
gesteld.
Vermoedelijk zal dit echter nog in
het kalenderjaar 1926 geschieden en
waar nu, ingevolge de administratieve
voorschriften ook de vergoedingen ter
zake over het dienstjaar 1924, welke
ruim f30.000 hebben bedragen, ten
laste van het dienstjaar 1926 zijn ge
bracht, is de waarschijnlijkheid groot,
dat 1926 wordt belast met de betrek
kelijke uitgaven over twee jaren.
Een en ander zal op bet dienstjaar
1926 vermoedelijk een uitgaaf van on
geveer f28.000 -f f30.000 f58.000
vereischen, waarvan in verband met
te verwachten overschotten op de be
trekkelijke posten, een bedrag van
f 13.000 beschikbaar is. Tot dekking
van het res/tant ad - f45.000 stellen
wij U voor eenzelfde bedrag van het
batig saldo dienst 1925 te bestemmen
ter verhoogiing van den post 'voor „On
voorziene Uitgaven" dienst 1926, welk
bedrag moet worden gereserveerd, ten
einde zoo noodig tot dekking van
meergenoemde uitgaven te dienen.
Voorts is in het batig saldo nog be
grepen een bedrag van f 14.597.38, dat
moet worden gereserveerd voor aflos
sing op door de gemeente ten behoeve
van woningbouw uit eigen kas ver
strekte gelden, waarvoor in het jaar
1925 nog niet een vaste leening werd
aangegaan. Dit bedrag moet worden
overgebracht naar Hoofdstuk V van
den Kapitaaldienst van 1926 Volgn.
615. „Overboeking op den Kapitaal-
dienst van gereserveerde aflossingen
van dbor de gemeente ten behoeve
van den bouw van arbeiderswoningen
uit eigen kas verstrekte gelden, welke
nog niet door leening zijn gedekt'(ge
wijzigde omschrijving).
Indien Uwe Vergadering dienover
eenkomstig besluit, zal het exploitatie
saldo van den dienst 1925 nog worden
verminderd met f 45000 -f- f 14.597.33
f 59.507.33 en dus worden gebracht
op f 825.176.98 X.
Aangezien het verschil ad f36.413.35
f 190522.07X fl66.108.72X) tusschen
de nog te ontvangen en de nog uit te
geven gelden, het dienstjaar 1925 be
treffende, niet voldoende is om het te
reserveeren bedrag van f 59.597.83 te
dekken, moet van het batig kassaldo
ad -f 849.360.91 X van den dienst 1925,
een bedrag van f 69.597.32 f36.413.35
f 24.183.98 op volgnummer 2 van den
dienst 1926 „Gedeelte van het batig
saldo van fyen gewonen dienst van 't
dienstjaar 1925" worden overgebracht.
Bij de beoordeeling van het exploi
tatie-saldo van den gewonen dienst
1925 zij opgemerkt, dat aan dat dienst
jaar uit vroegere diensten is un
goelde gekomen een bedrag ^van
f 160.765.15 (f 139,696.63 f 21,068.o-
f883.211.97X, zoodat de gewone m-
komsten en uitsaven van het dienst
jaar 1925 feitelijk sluiten met «en na-
deelig exploitatiesaldo v. f 8ö3.~ii.y'
f 825.176.93 X f58.035.04
Wij geven U alsnu in overweging te
^besluiten tot vaststelling van den hier
hij overgelegden suppletoiren begroo-
tingsstaat, model D, dienst 1326.
..Rhijngepst."
Curatoren der Rijks-Universiteit
alhier hebben medewerking gevraagd
tot verlaging van de vergoeding we
gen» het beschikbaar stellen ten be
hoeve van het onderwijs in de neuro
logie aan die Universiteit, van 20 plaat
sen in het Sanatorium voor Zenuwlij
ders „Rhijngeest" te Oegsteeest.
Met de Commissie van Beheer over
die inrichting zijn B. en W. van mee
ning, dat hier wel termen aanwezig
Zijn om tot verlaging van de vergoe
ding over te gaan.
Zooals uit het advies dier Commis
sie blijkt, is de vergoeding, die aan
vankelijk f9000 bedroeg, tengevolge
van de algemeene stijging van prijzen
en loonen, geleidelijk gestegen, zoodat
zij in 1922 f19000 of f960 per patient
en per jaar bedroeg.
B. en W. stellen voor den verpleeg-
prijs met ingang van 1 Januari 1927
vast te stellen op f800.
Ondershandsche aanbesteding.
Voor het maken van den betonnen
onderbouw voor het hoofdgemaal der
centrale rioleering ondershands prijs
opgave gevraagd aan een aantal spe
ciaal op dat gebied werkzame firma's.
Van de ingekomen aanbiedingen is
naar het oordeel van B. en W. zoowel
uit een technisch als een financieel
oogpunt .de aannemelijks te die van de
N.V. Rijnlandsche Betonhouw Maats,
alhier. Het inschrijvingscijfer van de
ze firma bedraagt, na inachtneming
van nader noodig geoordeelde wijzi
gingen der constructies f24.685.
B. en W. geven mitsdien, overeen
komstig het gevoelen van de Comm.
van Fabricage in overweging, het ma
ken van den onderbouw v. gewapend
beton voor het hoofdhioolgemaal der
centi^ile rioleering aan den Maresin-
gel, met bijbehoorende werken, on
dershands op te dragen aan de N.V.
Rijnlandsche Betonbouw Maatschap
pij alhier, voor de som van f24.685.
Verbetering Poelbrug.
In de Raadsvergadering van 10 No
vember 1924 werd het bij Raadsbesluit
van 31 October 1921 beschikbaar ge
steld bedrag van f 75000 ten behoeve
van een partieele verbetering van den
Rijnsburgerweg tusschen de Poelbrug
en den Warmonderweg tot f 200.000
verhoogd ,ten einde tot een algeheele
verbetering van dat weggedeelte te
kunnen geraken.
Nu de voorgenomen wegverbreeding
ie tot stand gekomen en het werk ge
heel voltooid is opgeleverd, blijken de
daaraan verbonden kosten te hebben
toedragen f 280.591.06 X.
Hiertegenover staan evenwel eenige
ontvangsten.
Na aftrek van deze ontvangsten blij
ken de werkelijke kosten dus te heb-
bén bedragen - f 224.305.51 X, zoodat
't toegestane bedr. met - f 24.306.51 X
is overschreden.
Deze overschrijding, zeggen B. en
W .is geenszins hetg evolg van eene
onjuiste of te zuinig opgezette raming
doch ie in hoofdzaak toe te schrijven
aan omstandigheden, die bij het opma
ken van de begrooting niet konden
worden .voorzien.
En dan noemen zij in de eerste
plaats de werken, die aan de Poel
brug moesten worden uitgevoerd.
Bij nader inzien toch bleek 't wen-
schelijk deze brug zoodanig te verbree
den, dat een goede overgang werd ver
kregen naar het weggedeelte Poel
brug-Spoorwegovergang. Dat dit juist
gezien is blijkt uit bet op 29 Juli 1925
genomen besluit om ook tot verbree
ding van dat weggedeelte over te
gaan.
Ook bleek bij de uitvoering van de
bedoelde brugverbreeding de noodza-
kelijkheid om het bestaande brugge-
deelte geheel te vernieuwen in ver
band met den slechten toestand van
het metselwerk en tie fundamenten,
terwijl ten slotte nog tot algeheele ver
laging van de brug moest worden
overgegaan.
Het aanvankelijk geraamde bedrag
van f 9.320 werd door al deze bijko
mende werken natuurlijk ver over
schreden. De totale kosten beliepen
f28.000, derhalve een overschrijding
van f19.000.
Een andere factor, welke tot ver
hooging van de kosten heeft geleid,
is de vervanging van de in den ou
den weg aanwezige enkelvoudige gas
leidingen en kabels door dubbele lei
dingen en kabels. Deze zijn thans on
der de trottoirs en rijwielnaden aan
beide zijden van den weg p-^legd, het
geen behalve een verbetering ten aan
zien van de instandhouding van de
rij weghes trating, ook dit voordeel
heeft, dat de geheele weg intact kan
blijven indien deze later eventueel
van een bitumineuze verharding
mocht worden voorzien.
Dit werk, dat over een lengte van
4500 M. moest worden uitgevoerd,
eischte een uitgave van f3000.
En ten slotte werden de kosten nog
verhoogd door de vervanging van do
oude hoornen langs de Noord-Oostelij
ke zije van den weg door een nieu
wen aanplant met boombeschermers.
B. en \V. geven alsnu den Raad in
overweging alsnog een bedrag van
f 30.600, waarvan - f 6300 is of wordt
terugontvangen, beschikbaar te stel
len ten behoeve van de meerdere kos
ten van verbetering van den Rijns
burgerweg, tusschen de Poelbrug en
den Warmonderweg.
Het Utrechtsche Jaagpad,
Naar aanleiding van. een indertijd
door den heer Schüller gedaan voor
stel, om het Utrechtsche Jaagpad te
bestraten, deelen B. en W. ^aan den
Raad het volgende mede:
ïHlet Utrechtsche Jaagpad is thans,
evenals de Rijn- en Schiekade, de
Rijnkade en andere soortgelijke we
gen die in hoofdzaak voor het voet
gangers- en kleine rijverkeer dienen,
met grind verhard. De kosten van het
vervangen van deze grin dverh ar ding
door een klinkerbestrating zouden on
geveer f 11000 bedragen.
Met de Commissie van Fabricage
zijn wij van meening, dat, nu het aan
brengen van een bestrating ter plaatse
niet bepaald noodzakelijk is te ach
ten, een dergelijke, groote uitgave voor
het onderhavige doel niet gewettigd
is, althans voorloopig moet worden
uitgesteld.
Ten einde echter de bestaande weg-
bedekking met de beschikbare mid
delen zooveel mogelijk te verbeteren,
zijn wij voornemens het Utrechtsch
Jaagpad in den vervolge jaarlijks te
laten teren, op «zelfde manier als
o.a. ook met den rijweg door het
Plantsoen geschiedt. Aan de klachten
over de verharding van het jaagpad
zal daarmede, wanneer ook de nieu
we walbeschoeing is aangebracht, op
alleszins voldoende wijze tegemoetge
komen zijn.
Op grond van het bovenstaau-le ge
ven wij U in overweging het voorstel
van den heer Schüller niet aan te
nemen.
Os- en Paardenlaan.
In de Raadsvergadering van 28 Sep
tember 1925 werd besloten, den eige
naren van het gedeelte sloot, gelegen
langs de Os- en Paardenlaan over een
lengte van ongeveer 90 M. van af den
Heerensingel in Noordelijke richting,
op grond van het bepaalde bij art. 12
der verordening op wegen, lanen, stra
ten enz. en wateringen en slooten te
gelasten, dat slootgedeelte te dempen
en door een riool te vervangen.
Op één na hebben alle eigenaren
zich bereid verklaard tot de voorge
schreven demping en rioleering over
te gaan en in de daaraan verbonden
kosten bij te dragen.
Met de onderhavige demping en
rioleering zal,verbetering, d.i. verbree
ding en bestratng, van de Os- en Paar
denlaan gepaard moeten gaan. De
kosten van deze straatverbetering, die
naar raming f 6552 zullen beloopen,
komen uiteraard geheel ten laste van
de gemeente.
De eigenlijke slootdemping en rio
leering zal een uitgave van ongeveer
f2457 vereischen. Van dit laatste be
drag zal intusschen f1142 van de be
langhebbenden worden teruggevor
derd, zoodat van deze kosten f1315
ten laste der gemeente komt. Evenals
vroeger in dergelijke bijzondere geval
len is geschied, bestaat er ook nu aan
leiding, om ten opzichte van enkele
eigenaren faciliteiten in de betaling
toe te staan of met een geringere dan
de volle bijdrage genoegen te nemep.
Tegen den bovenbedoelden eigenaar
die weigerde aan Uwe lastgeving ge
volg te geven, zullen door B. en W.
de noodige maatregelen worden ge
nomen.
Tot de verbreeding van de Os- en
Paardenlaan kan uit den aard der
zaak eerst worden overgegaan, nadat
de betrokken eigenaren de hun toebe-
hoorende gedeelten gedempte sloot en
aangrenzende laangedeelten aan de
gemeente zullen hebben afgestaan.
In verband met een en ander stel
len B. en W. voor ten behoeve van de
demping en rioleering van een gedeel
te sloo.t langs de Os- en Paardenlaan
en het verbreeden en bestraten van
een gedeelte der Os- en Paardenlaan,
een bedrag van, in ronde som, f9000
te hunner beschikking te stellen.
Benoeming.
Tengevolge van het aan den lieer
J. Vervver verleend ontslag, moet. wor
den voorzien in 'de vacature vali lee-
raar in het Hoogduitsch aan de Hoo-
gere Burgerschool met vijfjarigen
cursus.
Ter benoeming worden aanbevolen:
1 Drs. M. G. Stokvis, leeraar aan de
Rijks Hoogere Burgerschool te Brielle
2 Drs. W. Jongejan, leeraar aan de
Koninklijke Hoogere Burgerschool te
Apeldoorn.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Papendrecht, G.
Alers te Aieuw: Lekkerland. Te Elbur?
N. Warmolts te "V^ezep. Te Hedel, G.
Enkelaar te Langer en Kor teraar. Te
Huizen, P .van Toorn te Rotterdam.
CHR. GEREF. KERK.
Aan ge n o ïhe nNaar Broek op
Langendijk, J. Drenth, eand. te Hoo-
jgeveen.
Ds. G. van Duinen,
Dezer dagen werd bericht dat Ds.
van Duinen, Geref. Predikant te Schie
dam, benoemd was tot legerpredikant
in Indië.
Naar aanleiding van dit bericht, heeft
Ds. van Duinen in de morgen- en avond-
fodsdi ens toef ening van 1.1. Zondag ver-
laard, dat door nem nog niet een zoo
danige benoeming is ontvangen en
mocht dat ai geschieden, dan zou bii
eventueele aanneming daarvan nog wel
een jaar verloopen voor het vertrek
naar Indië zou volgen.
Bovendien zjjn aan een dergelijke be
trekking nog al kerkrechtelijke be
zwaren verbonden, zoodat met het oog
hierop het nog lang niet zeker is, dat
Ds. van Duinen zulk een benoeming zal
aannemen.
A. H. op 't Holt. f
In den ouderdom van 70 iaar is plot
seliug te Zeist overleden de heer A.
H. op 't Holt, die de Geref. Kerken
van Schoondijke, Enschedé, Heerenveen
Zuilichem, Ncordwgk en Nunspeet als
predikant diende.
Prof. Dr. P. J. du Troit. f
Den 4den dezer is, naai* de N. R. Crt.
meldt, te Kaapstad overleden de nog
-betrekkelijk jonge Prof. Dr. P. J. du
Toir, hoogleeraar in de Nederlaadsche
taal en letterkunde aan de. Universiteit
te Kaapstad.
Krankencommune.,
Door Dr. Kaajan, .Geref. predikant te
Utrecht, zijn in een aantal artikelen on
derscheiden bezwaren ontwikkeld tegen
de z.g. krankencommune, de bediening
van het H. Avondmaal ten huize van
kranke broeders en zusters.
Ds. S. Datema, Geref. predikant te
Driebergen, erkent de bezwaren, maar
toch voelt hij voor de instelling van de
krankencommune,
Hij schrijft het volgende: 3
„Het zal nu 16 jaar geleden zijn. Er
was een jongeling op een langdurig
ziekbed geworpen. Zijn jeugdleven was
zeer ongestadig. Het was hem niet ge
gaan ais Josia en Obadja. Hoewel de
Schriften van kindsbeen kennende, nam
wereld gaandeweg de overhand. Tot
het den Heere behaagde hem de oogen
te openen, en ook mij als middel in Zijn
hana daartoe wilde gebruiken.
De jonge vriena bezocht weder de
catechisatie. Kwam tot openbare belij
denis. En werd niet zeer lang daarna
op het ziekbed geworpen, wat ook zijn
doodbed is geworden. Wat een strijd
op dat ziekbed. Wat een worsteling om
los te komen van wat en vooral van wie
hem lief waren. Allermeest van haar,
die hem boven alles dierbaar was. Wat
een bestrijding ook van zijn geloof.
Levendig herinner ik me, hoe ik zat
aan dat ziekbed, en met den wegkwij
nenden en worstelenden jongeling las
Jes. 53. Hij kon het maar niet gelooven
voor zichzelf.
Wat gebeurde daarnaV
Des morgens vroeg werd ik geroepen
Zoo ongeveer vier uur in den morgen.
Een juffrouw stond voor onze deur.
De zuster van den stervenden jongeling
Ach dominéé, aldus de zuster, Adn-
anus gaat sterven. En hij is zoo heerlijk
gesteld. Alles is goed. Maar, hij wil zoo
gaarne nog eens den dood des Heeren
verkondigen en gebruik maken van het
Heilig Avondmaal. Dat kan zeker niet?
Voor mij was het genoeg. Binnen een
een uur stond ik met twee ouderlingen
voor het bed van den kranke, waar alles
vrede ademde. De huisgencoten bijeen.
Ik bracht het Woord des Heeren.
Op de vraag: Gelooft gij dat? riep de
jonge broeder met een stem. die ik nog
als het ware verneem: ja. Al mijn zon
den zijn vergeven. Midden in den dood.
Maar, door genade gered.
Dezelfde zuster, die aan onze deur
stond kwam met brood en wijn. Wij
braken het en deelden het uit. Wij ver
kondigden samen den dood de3 Heeren.
De huisgenooten, de stervende, de ouder
lingen en ik.
En onze Adrianus is spoedig daarna
van het Avondmaal in dien morgen ge
gaan naar het land, waar geen nacht
meer is, 0111 te zitten aan het Avond
maal van de bruiloft des Lams.
Een mensch kan niet alles zoo maar
lvergeten. En vooral zulke momenten
niet. En daarom zou ik Dr. Kaajan nog
wel eens willen vragen: als het dan zoo
ffil
De kamerling was ook alleen. Filip
pus was toch ook geen Apostel?"
Naar aanleiding van wat bij de be
grafenis van den heer P. Brouwer, den
hoofdredacteur van Friescli Dagblad is
gezegd, n.l., dat hrj op zijn ziekbed meer
malen de begeerte had, dat hem net
H. Avon-imaai mocht worden bediend,
schrijft Ds. Datema nog dit:
„Wat mij zoo' trof uit de woorden dij
zijn graf gespreken? Zijn verlangen om
nog eens liet H. Avondmaal te gebruiken
Kon het niet in de Kerk, dan maar in
zijn huis.
Als het kon?
Maar, waarom kon dit met:
Waarom kon die wansch niet worden
vervuld?
Waarom kon niet te zijnen huize de
Gemeente vergaderen?
Mij dunkt, daar had Üe Kerkeraaa van
Sneek voor moeten zorgen.
Wat zou Dr. Kaajan- hiervan zeggen l
Preeken van Auflttstinus.
Volgens de Italiaansche .bladen heeft
pater Gerardo Moxin in de' ^Bibliotheca
Ambrosiana te Milaan twee tot nog toe
onbekende preeken van Augusiinus ge
vonden.
Geknoei bij een examen.
Dezer dagen, zoo schrijft men aan
het „Hbld." werd aan een der Kweek
scholen fen ons land het schriftelijke
examen afgenomen, waarbij het de aan
dacht trok, dat een der vrouwelijke eau
didaten buitengewoon correct schrifte
lijk werk inleverde.
De examinatoren, leeraren van de can
didate, meenden, dat zij 'dat niet zonder
hulp of voorlichting kon hebben vol
bracht, zcodat ze de candidate opnieuw
aan een examen onderwierpen, waarbij
ze werk van gelijke moeilijkheid kreeg;
het resultaat daarvan was bedroevend
en leverde het bewijs voor het reeds
geuite vermoeden. -
Bij onderzoek kwam aan het licht,
dat de inspecteur van het onderwas de
candidate een vriendendienst bewezen
had.
Den daarop volgenden dag kon men
in de bladen diens ontslagaanvrage le-
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een Viaamsch verbaal).
000
Eindelijk, allee wae zoo goed moge
lijk in orde gebracht, het leger stond
weder in de baan, met bet roode kruis
der YValdeghemsche bende naar Diest
gekeerd.
De trommelaars en trompetters zon
den hun aanjagende krijgs tonen over
het geboomte, en het leger rukte zin
gend en jubelend voort.
Niets stoorde nog den geestdriftvol-
len tocht. Het leger der boeren kreeg
de stad 'Diest mei hare torens en wal
len in het gericht, zonder nog een en
kelen vijand te hebben ontmoet.
De Veldheer verwachtte zich vanwe
ge de bezetting der stad op een hard
nekkige verdediging. Daarom, zonder
het leger te doen stilhouden, deed hij
de voornaamste Oversten tot zich na
deren vuurde hun moed" door krach
tige woorden aan en gaf hun al de
inlichtingen, welke hij tot den goeden
uitslag der poging nuttig oordeelde.
Al deze voorzorgen waren echter
overbodig. Een bijzonder geval bad de
stad Diest van hare bezetting ontbloot
Den dag te voren was in de gemeente
Herck, niet verre van Diest, de vrij
heidsboom door de inwoners omver-
gerukt, en men had er een voorbij
trekkende Fransche bende geheel ne-
dergehakt. De bevelhebber der stad
Diest, geen gevaar voorziende, was
met de bezetting naar Herck getogen,
om er een voorbeeldige wraak te gaan
plegen. Slechts een honderdtal man
nen had hij binnen de vesting gelaten
Toen men van de wallen het leger
der patriotten als 'n ontzaglijke wolk
had zien naderen, hadden de Fran-
sche soldaten besloten de Antwerp-
sche poort, die bedreigd scheen, te
verdedigen, totdat de laatste hunner
zou gevallen rijn. Zij hadden boden
te paard in de baan naar Herck ge
zonden en hoopten, dat hun Overste
nog intijds met onderstand mocht
terugkomen.
Zij schikten zich in een schaar voor
de poort zelve en wachtten onver
schrokken den vijand af.
iHlet verwonderde den Generaal de
Roumiroir zeer, dat hij de wallen van
krijgsvolk ontbloot zag en geen ben
den bespeurde, die hem in het veld
tegemoet traden, ofschoon hij reeds
tot twee of drie geweerschoten van
deru ingang der stad was genaderd.
Een hinderlaag vreezende, zond hij
Bruno met zijn gezellen vooruit, om
in schermutseling tegen de wacht der
poort op te trekken en de bezetting
aldus in het veld te lokken.
De roode kruisvaan bewoog zich; de
Waldeghemsche mannen trokken ste-
dewaarts. On-derweg wisselden zij
eenige geweerschoten met den vijand.
Het vuur dor Franschen scheen zoo
zwak, Bruno was nog zoozeer aange-
jaagd door de vreugde der behaalde
overwinning, dat hij eensklaps zijnen
machtigen roep herhaalde:
„Met gevelde bajonetten vooruit!
Voor God en vaderland, vooruit!"'
Het gevecht voor de poort duurde
niet lang. Bij den eersten aanval wer
den de soldaten der wacht onweer
staanbaar ter poort ingestuwd, en wier
pen zich in de nevenstaande huizen,
van waar zij nog eenige schaarsche
kogels tot den vijand stuurden.
Op de stem van Karei uit „üe
Leeuw" liepen al de mannen van Wal
deghem boven de wallen, en begonnen
daar met hun hoeden te draaien en
door hevig krijgsgeschreeuw de zege
te verkondigen.
Dit gezicht wekte een machtig ant
woord uit de wachtende scharen des
legers.
„Vooruit! Vooruit!" galmde het tot
hoven de stad.-
De Generaal deed de trommels slaan
en gaf het verlangde teeken; maar de
geestdrift was te groot: in stede van
in orde vooruit te gaan, zetten al de
benden het op een loopen en stroom
den als een rollende vloed, juichend
en jubelend de vesting binnen.
XI.
Alhoewel de patriotten tegen hun
verwachting de stad Diest ontbloot
gevonden hadden van allen voorraad,
besloten zij desniettemin haar tot
steunplaats hunner verdere krijgsver
richtingen te doen dienen, eu haar
hardnekkig tegen den aanval der Fran
schen te verdedigen.
Reeds eenige dagen te voren had
men in Brussel met verbaasdheid de
schielijke en dreigende vermeerdering
van der boeren leger vernomen. Beve
len waren door den Oppergeneraal
Colaud naar alle gewesten des lands,
ja. zelfs naar Parijs gezonden, 0111 in
aller haast talrijke hulptroepen te be
komen.
In openbare brieven en afkondigin
gen sprak men wel, als naar gewoon
te, met spottend medelijden van den
laf f en hoop fanatieke Brigands, doch
innerlijk was men zoo gerust niet.
Dit vuur kon over gansch België
zich verspreiden en de steden zelve
doen opstaan; de Mogendheden en de
Fransche uitwijkelingen mochten er
een middel in zien om Frankrijk langs
onzen grond aan te vallen. Nauwelijks
had men in het westen den Vendee-
schen opstand in stroomen bloeds ver
smacht, of in het noorden schenen de
koningsgezinden al hun krachten te
vergaderen, om een nieuwe en niet
minder hardnekkige worsteling te be
ginnen. Daarom, hier moest volgens
het aangenomen stelsel der Fransche
Republiek een ontzaglijke macht wor
den vergaderd, ten einde door een en
kele poging onder het onweerstaan
baar geweld der menigte te verpletten
De patriotten zagen reeds des ande
ren daags na hun intrede te Diest vlie
gende kolonnen uit verschilligc stre
ken de stad naderen, en zich op een
tamelijken afstand in bijzoudere le
gers nederslaan, met het merkbaar
voor nemen om de stad te omringen
en van het overige des lands af te
sluiten.
Voor alsnu ondernamen de rran-
schën nog niets tegen de vesting; zij
hielden zich rustig in. hun legerplaat
sen en schenen met geheime inzichten
ganse werkeloos te blijven. Intusschen
onderschepten zij alU\n toevoer van
mondbehoeften of krijgsvoorraad, «n
vervolgden of versloegien de afzonder
lijke kleine benden, die naar Diest ter
hulp der boeren zich wilden begeven.
Evenwel, wanneer een aangekondig
de wagentocht met voorraad, of een
aanzienlijke hulpbende zich in de
verte vertoonde, trok een4 gedeelte van
het leger der patriotten uit de stad en
boorde met geweld door d^e vliegende"
kolonnen, om den voorraad of de hulp
bende binnen de vesting te' leiden.
In deze kleine gevechten, die zoo
wel Van den kant der Belgten0.als der
Franschen geen beslissend doel had
den, verloor men veel voilk' zonder
merkbaar nut.
De Generaal de Roumiroilr begreep
wel, dat het misschien voi>rdeeliger
ware geweest, met zijn ganse he leger
in het veld te gaan, om de yliegen,Je
kolonnen op het lijf te vallen» vooral
eer een groote versterking hun toe-
kwame; doch meer dan één reden
deed hem tot het tegenovergestelde
besluiten. f