NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 25 AUGUSTUS 1926
TWEEDE BLAD.
Het mandaat der Statenleden.
Wij lezen in de „Nederlander":
„De Banier", het Christeiijk-Histo-
risch weekblad voor Friesland im
mer op de bres, als het Christelijk-His
toriseh beginsel in geding is komt
terug op ons oordeel, over het weg
blijven van een der Statenleden, toen
het verkiezen van leden der Eerste
Kamer aan de orde was.
„De Banier" keurt het wegblijven
van oen Statenlid, bij zóó gewichtige
beslissing, niet goed; maar vindt toch
in het gebeurde aanleiding aan „De
Nederlander" enkele scherp geformu
leerde vragen te stellen.
Wij deelen deze .vragen hier medé
en zullen trachten ons antwoord even
scherp te formuleeren als de gestelde
vragen.
De vragen luiden als volgt:
I. Heeft een Statenlid, bij aanwezig
heid ter vergadering, voor de verkie
zing van Eerste Kamerleden, een bin
dend mandaat?
II. Mag een Statenlid niet vrij zijn,
In het uitbrengen van zijn stem?
IIII. Kunnen er omstandigheden
zijn, waardoor een Statenlid, om des
gewetens wille, gedwongen wordt
uiting te geven aan zijne persoonlijke
vrijheid?
I. De geheele actie der Chris teiijk-
Historische Unie, bij de verkiezing
voor Kamer, Staten en Raden, heeft
ten doel den invloed onzer beginselen
op het volksleven te bevestigen en te
versterken, door in deze colleges zoo
veel mogelijk leden te brengen, van
wie wordt verwacht, dat zij, alls belij
ders dezer beginselen, voor hunne
handhaving zullen opkomen. Waar de
verkiezing voor de Eerste Kamer is
opgedragen en toevertrouwd, geheel
en zelfstandig, aan de leden der Pro
vinciale Staten, is het de roeping dier
leden al het mogelijke te doen, opdat
ook in de Eerste Kamer het aantal
Christelijk-historische leden zoo groot
mogelijk zij.
Het stemmen op candid aten van
eene andere politieke partij, of (wat
in beginsel hetzelfde is) het bevorde
ren van de verkiezing van leden eener
andere partij door opzettelijk of
zonder gewichtige reden, de vergade
ring te verzuimen is in strijd met
roeping en plicht van het Christelijk-
historisck Statenlid.
II. Elk Statenlid is volkomen vrij
te stemmen op den candidaat van de
Christeliijk-Historische ltijst, die, naar
zijn overtuiging, de meest geschikte is
Echter heeft elk Statenlid, reeds bij
de voorbereiding der verkiezing, een
ernstige taak. Het is zijn plicht, door
het zoeken van overleg met zijne
medeleden en door krachtig getuige
nis. alles te doen wat mogelijk is, op
dat deze meest geschikte candidaten
ook werkelijk tot lid der Eerste Kamer
gekozen worden.
III. Mocht een Statenlid "voor God
en menschen kunnen getuigen, dat
hij. al het mogelijke gedaan heeft, om,
met verwerping van alle overwegin
gen van secunidair belang, 'het boven
bedoeld overleg te doen slagen, doch
dat desniettegenstaande de keuze
van naar zijne overtuiging minder
geschikten verzekerd schijnt, dan
heeft hij zich te bepalen tot een getui
genis, door op een der naar-zijne-over
tuiging wèl-geschikten zijn stem uit
te brengen.
Mocht zijn geweten hem ook dit niet
toelaten, zoodat hij in de onmogelijk
heid verkeert te voldoen aan hetgeen
toch onafwijsbaar zijne roeping is, als
Christelijk-historischi Statenlid, zoo
heeft hij, tijdig vóór de vergadering,
zijn mandaat neer te leggen, opdat een
opvolger kunne worden aangewezen,
en althans door zijn wegblijven geen
schade aan de Christelijk-historische
afvaardiging worde berokkend.
Belgisch Verdrag.
De redactie van „Het Volk" krijgt
tegenover den partijvoorzitter, H.
Polak, hulpfc'van den oud-partiivoorzit
ter, Vliegen, die een aantal artikelen
vóór het verdrag begint te publieee-
ren.
„Politiek zie ik in die totstandko
ming een scheir onberekenbaar voor
deel, een behandeling van de grootste
principieele beteekenis, geheel gaand
in de richting van de internationale
politiek, zooals de socaal-democratie
die moet voorstaan. Daartegenover
staan economische.... veronderstel
lingen."
De heer V. tracht de Belgische an-
nexiönistische beweging te verklaren,
maar erkent in. dat verband zij het
ook met niet zoo vee] woorden dat.
„partijgenoot" Vandervelde tegen de
waarheid zondigde, toen hij ontkende,
dat. er ooit een officieel annexionisme
in België is geweest.
Die annexatiepoging werd verijdeld.
„Maar nu komt het er toch zéér op
aan, welke argumenten ze (n.I. de Ne-
derlandsche regeering) daarbij heeft
gebruikt, welke tegenzetten ze op het
schaakbord heeft gedaan om het ge
vaar, dat er ongetwijfeld was, af te
wenden.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV KERK.
Beroepen: Te Heteren,. de heer A.
J. Dekker te Opheusden (als voorgan
ger).
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Borssele, B. van
Neerbos te Ternenzen.
Beveiliging, Intrede, Aficheld.
Na door Ds. Buurman uit Wrjk bij
Duurstede met een predicatie over Joh'.
1:63 te zijn bevestigd, deed Zondag
Ds. M. Th. Lor an. gekomen van de
Lier, intrede hij' de Ned. Herv. Gem.
te Brielle. Z. Serw. had tot tekst 1
Cor. 123 en 24. Gebruikelijke toe-
iSpraken volgden. 1
Ds. A. Zwiep, overgekomen van
Hillegom, werd Zondagmorgen bij de
Ohr. Gerei. Gem. te Zeist bevestigd door
Ds. G. Salomons, van Amersfoort, die
tot tekst had de woorden van 1 Cor. 4
Vers 1.
Na de bevestiging werd gezongen Ps.
I20: I.
Ds. Zwiep .verbond zich des avonds
aan zijn nieuwe gemeente met een intree
predicatie over Ef. 6:19.
Na de preek volgden de gebruikelijke
toespraken en wel tot den bevestiger,
den oud-voorganger W. Vermeer, den
vertegenwoordiger van B. en W„ den
Kerkeraad, de catechisanten en de ge
jnöente.
Ds. Zwiep werd hierna toegesproken
door ouderling van Beek namens den
Kerkeraad en door den bevestiger (te-
vgye consulent) namens de classis, waar
na de Gemeente hem Ps. 134:3 toe
zong.
Na door Ds. J. Duursema, em,
pred. te Groningen met een predicate.
Ewer i Oor. 3:9 te zijn bevestigd, deed
Zondag Cand. H. Wiersma van Zan-
deweer intrede bij de Geref. Kerk van
Oldehove, met een predicatie over Matt.
7:13 en 14.
Zondag heeft Ds. J. Dekker Hz.
die naar Lexmond gaat, afscheid geno
men van de Geref. Kerk van Arnbt-
(Vollenhove.
Z. Eerw. had tot tekst Bom. 8:35a
en werd na de predicatie toegesproken
door Ds. L. Kuiper, ouderling Cor-
poraal en Ds. S. de Vries.
De Gemeente zong jiem de zegen
beden uit Ps. 121 en Ps. 134 toe.
Vergadering van Geref. predikanten.
Maandag j.l. is te Utrecht een ver-
fadering gehouden van predikanten nit
e Gereformeerde Kerken, om te be
raadslagen over het zenden van een
adres spn de Synode van Assen, waar
in zjj hun onbevredigdheid en bezwaren
uitspreken aangaande verschillende
tuchtmaatregelen, naar aaanleiding van
de besluiten der Synode tegen sommige
Ïiredikanten genomen, welke maatrege-
en geen voldoenden weerklank hebben
f'avonden in de consciëntie en waardoor
e onrust in de Kerken eer vermeerderd
dan verminderd is; in welk adres
zji .aan de Synode willen verzoeken „zich
ernstig te willen beraden over de vraag,
of in dezen weg wel moet worden voort-
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal).
59) -
De twee legers waren niet verre
meer van elkander verwijderd.. Bei
de dreven met ontplooide benden over
ihet plein vooruit, en, ofschoon een
kanonsbal of een kogel misschien wel
de voorste gelederen des vijands zou
hebben bereikt, geen enkel schot werd
er gelost.
Het krijgsgejuich der patriotten had
insgelijks opgehouden; een doodsche
stilte lieerschte over de vlakte. Ein
delijk, het vuur nam aanvang; al
schietend, doch met schijnbare kalm
te naderden de beide slagorden nog
dichter tot elkander, en menige kogel
trof zijn doel
Eensklaps ontsloot de middel-schaar
der Franschen haar schoot en ont
dekte vier kanonnen, die te gelijk los
borsten en een hagel schroot onder de
ven-aste patriotten braakten. Van Bru
no's bende vielen wel twintig man;
niet minder was de vernieling onder
eenige andere vendels.
De boeren bleven staan en schenen
te aarzelen; onmiddellijk losten de
kanonnen voor de tweede maal hun
moorddadige lading.
Een stuk schroot had het paard des
Veldheers neergeveld; hij had zich.
.sterk bezeerd en. was
dwelmd.
Het oogenblik was beslissend; nog
eenige minuten, en de derde ontplof
fing des geschuts bad waarschijnlijk
het gansche leger der boeren in ver
warring gebracht.
Bruno! Bruno!" riep. Karei uit >,de
Leeuw."
De kapitein verstond den akeligen
noodkreet zijn vriends. Hij sprong
voor zijn mannen, hief het zwaard in
de hoogte en schreeuwde in machtige
galmen:
„Met gevelde bajonetten! Vooruit!
Vooruit! Voor God en- vaderland!"
Een zelfde roep steeg op uit het gan
solie leger der patriotten; al dc ven
dels liepen vooruit en wierpen zich
als een rollende stroom tegen de slag
orde des vijands.
Welhaast hoorde men noch kanon
nen, noch geweren) méér; de bajonet
en het zwaard deden alleen hun bloe
dig werk. Het was een akelige ver
warring, waarin elk man zijn slacht
offer poogde te vinden en zelf ter ne
der werd gehakt op het oogenblik, dat
hij zijn vijand den doodslag bracht.
Het roode kruis was dieper in de
schaar der Franschen gedrongen. De
lieden Van Waldeghem vochten als
leeuwen en, hoezeer ook van alle kan
ten omsloten, zij bleven onwrikbaar
staan en velden alles rondom zich ter
neder.
Met woede en droefheid bemerkte
de Fransche Generaal, dat hij zich
mac^^cte^vijands had bedro-
tgegaan en zoo niet, welke wijziging
dan misschien in de resoluties der Sy
node moet worden aangebracht, waar
door wèl het gezag van Gods onfeil
baar Woord onwrikbaar gehandhaafd
blijve, maar anderzijds toch ook mo
gelijk aangedaan onrecht hersteld worde
d' econsciëntebezwaren worden onder
vangen en verdere dusdanige tucht
maatregelen achterwege kunnen blijven''
Ofschoon meerdere tientallen van pre
dikanten het hun tevoren toegezonden
conceptadres hadden onderteekend, werd
echter in bovenvermelde, goed bezoch
te vergadering (waar bleek, dat ook
nog vele anderen er sympathie voor
gevoelden, maar om verschillende re
denen Doch niet geteekend hadden) na
breedvoerige en broederlijke bespreking
geoordeeld, dat het wenschelijk was,
het adres thans bij deze Synode niet
in te zenden, maar eerst af te wachten,
welke hare uitspraken en maatregelen
zullen zijn ten opzichte van de zaken,
die binnenkort bij haar ter tafel zul
len komen, en hoe de uitwerking daar
van in het leven onzer Kerken wezen
zal.
Besloten werd, dat yan deze verga
dering, welke samengeroepen was door
de predikanten W. Bouwman (Leiden),
.Tb. Buys Jr. (Lisse) en H. Thomas
{Leiden) aan de pers dit communiqué
zou worden verstrekt.
Christelijke Batakkers.
Zooals men weet, schrijft de „Suma
tra Post", bestaan er bij de Christen
Batakgemeente te Medan, ongeveer
700 zielen groot, sinds eenigen tijd
plannen om een eigen kerkgebouw te
stichten.
Tot dusver hielden de Batakkers
hun godsdienstoefeningen in het kerk
gebouw der Gereformeerde kerk. Dit
gebouw is echter voor de steeds
groeiende gemeente te klein, zoodat
een dringende behoefte bestaat aan
een eigen kerkgebouw.
Reeds werd daarvoor f 5000 bijeen
gebracht door de leden zelf, terwijl
ook verschillende Europeanen het plan
geldelijk steunden. De rest zal door
de Batakkers in Tapanoeli worden
verzameld.
De Ephorus der Rijnsche zending
verzocht nu den gemeenteraad voor
den bouw van een kerk te willen af
staan gekozen in overleg met de
heeren Jansen en Hogervorst een
stuk grond aan de Hakkastraat groot
44 X 70 M., deel uitmakend van het
voormalige race-terrein. Wel is dit
stuk grond wat 'grooter dan voor de
kerk bepaald noodig is doch er be
staan plannen, naast het eventueel
te bouwen kerkje, ook een huis voor
den zendeling te bouwen. De Ephorus
staat er zijnerzijds voor in, dat de
noodige gelden tijdig beschikbaar zul
len zijn, zoodat, mocht op het verzoek
gunstig beslist worden, direct met
den bouw zal kunnen worden aange
vangen en deze ook zonder stoornis
zal kunnen worden beëindigd.
„Be Hoop" onder de visschers.
Het interessantste deel van het werk
van „De Hoop", zoo schrqft een mede
werker- aan „De Tel.", ligt in den ar
beid, die verricht wordt in volle zee.
Van begin Juni tot midden October
is De Hoop in actie. Begin Juni zeilt
de visschersvloot ongeveer uit en eind
of midden October is de tijd om op zee
veel werk te kunnen verrichten voorbq.
Wel is er nog gevraagd om in den
natqd De Hoop een tijdlang te station-
neeren in Dieppe of Boulogne, maar
daar steun in dezen van de reeders, die
erom vroegen, uitbleef, heeft men om
financieele redenen tot .deze uitbrei
ding van het werk niet kunnen beslui-
iten.
Ongeveer vijf maanden kruist het Hos
pitaal Kerkschip dus onder de visschers
vloot, in den eersten tijd onderbroken
door dagen, waarop Lerwick wordt aan
gedaan, doch verder bijna uitsluitend in
volle zee, tenzij voor de levensmiddelen
voorziening of wegens slecht weer een
of andere naven wordt aangedaan.
In deze havens is dan echter bijna
nooit iets voor den predikant of dpkter
van De Iioop te doen. In dezen tiid valt
al de nadruk op den arbeid midden op
zee verricht.
Het werk van den predikant loopt hier
parallel met dat van den medicus van
„De Hoop", Dokter .Van Asperen,
gen en hij wellicht hier een schrikke
lijke nederlaag zou ondergaan. Voor
aleer tot dén terugtocht te besluiten,
vergaderde hij achter het leger eene
9terke bende ruiterij en al het voet
volk, dat zijn bevel nog gehoorzamen
kon. Zich aan het hoofd dier af doe
ling stellende, rende hij in storm voor
uit om. nog eens te beproeven, of de
slagorde der boeren niet door een laat
ste poging kon worden doorboord.
Bruno, ziende uit de verte den Fran
schen Generaal komen aangereden,
riep tot zijn mannen:
„Vooruit! Vooruit! Ons behoort de
Generaal der Sankulotten!"
De Franschen konden den aanval
der Waldeghemsche bende niet weer
staan; huh voorste gedeelte werd over
hoop teruggedreven en de Generaal,
met eenige ruiters van zijn leger af
gescheiden, moest onfeilbaar in Bru
no's'handen vallen. Reeds hadden de
boeren den toom van zijn paard vast
gegrepen en riepen, dat hij zich over
geven zou.
Maar op hetzelfde oogenblik kwam
een nieuwe ruiterschaar met on weer
sta an bar en aandrang den Veldheer te
huip gesprongen.
Een enkele machtige stem beheersch
te alle gerucht en vuurde den moed
der ruiters aan, daar zij de verlossing
des Generaals als het doel eener
heldhaftige poging aanwees.
„Oh, Simon-Brutus!" riep Brftno
met wraakzuchtig keelgeluid. „U moet
P- >~**j*en; gij gaat sterven» b§0#-
die sinds 5 jaren met De Hcop meevaart
waardeert het werk van den predikant
icok ten volle en steunt hem, waar hij
han, zcodat er een hartelijke samenwer
king geboren wordt tusschen de twee
deelen van het werk op De Hoop. Dit
is zeer gelukkig, omdat juist op zee
het werk in samenwerking wordt vol
bracht.
Wanneer een schip de hulp van De
Hcop noodig heeft, geeft het, zoodra
deze in het gezicht komt, het af gespro
ken toeken, n.I. twee vlaggen onaer
(eikaar.
Zoolang De Hoop onder de visschers
vloot kruist, is het dan ook een voort
durend uitzien, of er niet twee vlag
gen onder elkaar worden opgemerkt.
Zijn deze gezien, dan wordt het hulp
zoekende schip opgezocht en geïnfor
meerd, wat er aan mankeert. Gewoonlijk
is het een patient, die wel in zoodanigen
staat is, dat hij naar boord van De
Hoop kan komen. Hiertoe wordt dan de
sloep van De Hoop uitgezet en bemand.
Met deze sloep gaat ook de predikant
mede, die een tasch bij zich heeft met
pijbeis, om deze, als' er behoefte aan
is, te verkoopen, terwijl hij ook zorgt
een pakje lectuur bq zich te hebben,
dat steeds zeer dankbaar wordt aan
vaard, want het leven aan boord van
de visschersloggers is buitengewoon een
tonig: dikwijls duurt het vele weken,
voor de schepelingen weer eens land
zien en in dien tusschen tijd is het altijd
hetzelfde werk, dat eiken dag en eiken
nacht weer wacht.
Het is dan ook niet te verwonderen,
dat zji een aangeboden pakje lectuur
spoedig weer uit hebben gelezen, ja,
als men een zelfde schip na een dag
of tien weer ontmoet, is de afgegeven
lectuur in den regel weer uitgelezen
en de bqgepakte teksten versieren de
vcor- en ach teronder s.
Deze lectuur en de Bijbels, die men
koopen kan voor teel verminderden
prijs, vormen een van de zegeningen
van het bezoek y&n den predikant aan
boord van den logger; daarnaast staan
kleinigheden, als de gelegenheid om
brieven mee te geven, die anders mis
schien nog eens eenige weken zouden
moeten wachten op verzending, enz.
Het voornaamste komt echter als de
predikant voorstelt om een korte gods
dienstoefening te houden. Indien het
eenigszins mogelijk is, met het oog op
de werkzaamheden, wordt dit aanbod
met graagtö aanvaard, en dan „zakt"
het geheele gezelschap. In het vooron
der of in het achteronder worden allen
vereenigd; een wachtsman blijft aan het
dek, doch ook deze luistert aan de trap,
wat er beneden wordt gezegd en gedaan.
Het is er nauw en warm in de kleine
kajuit, maar deze bezwaren kennen de
visschers niet, die gewend zijn boven
;op het dek te leven in de heerlijke ozon
rqke zeelucht, en beneden in de be
dompte kajuiten, en de predikant telt
dit bezwaar niet, daar hij het gevoelt,
hoezeer zijn werk hier wordt gewaar
deerd en hoezeer zijn woord hier een
ontvankelijk hart vindt. Met overtuiging
zingen de visschers de aloude psalmen
en al zal er uit aesthetisch oogpunt wel
het een en ander zijn aan te merken op
dit gezang, het vloeit zoo voort uit het
godsdienstig .gemoed, dat het een ieder
ontroeren moet die het hoort. Daar kun
nen zij uiting geven aan al wat er leeft
in hunne harten en kunnen zij hooren
de levenswoorden, waaraan juist zjj, die
leven te midden van gevaren der zee
zoo groote behoefte aan hebben.
Het is niet te verwonderen, dat onze
visschersplaatsen bekend zijn om hun
godsdienstig karakter, want juist hier
moet het besef sterk dat ae mensch
niets is tegenover de groote Goddelijke
macht. Gelijk begrijpelijk is in de om
standigheden, waaronder deze bevol
king ^opgroeit. krijgt deze godsdienstig
heid een zeer eigenaardig karakter, zoo
als men dat nergens aantreft en nergens
laantreffen kan.
Iedere groep menschen, die in le
vensomstandigheden van anderen ver
schilt, zal ook zielkundig en dus ook
godsdienstig een ander oeeld vertoo-
nen en dit zal sterk op den voorgrond
komen, bq een zoo uitgesproken afzon
derlijk staande greep menschen, die de
zee gevoelen als hun element en die
ook niet buiten de zee kunnen.
Er zijn er onder, die op den wal wel 'n
veel beter betaalde betrekking konden
krijgen en die 't toch niet uit konden
houden en teruggaan naar „de groote
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 25 Augustus 1980.
De Socialisten zijn tegen indirecte
belastingenin theorie.
En ze zijn daarom ook, althans hier
in Leiden, tegen winsten uit de be*
drijven.
Dat hier uit de bedrijven nog vrij
hooge winsten worden gemaakt, is
volgens hen een symptoom van de ka
pitalistische verwording, waarvan rij
de verantwoordelijkheid niet willen
dragen.
Dan moet men in gemeenten ko
men, waar de Socialisten in het Dagc-
lijksch Bestuur zitten!
Daar gaat 'talles heel anders, na
tuurlijk.
Daar maakt men veel grootere
winsten als in Leiden.
Amsterdam b.v. waar Wibaut den
scepter zwaait.
En 's-Gravenhage, waar Albarda en
Drees mee de lakens uitdeelen.
Uit de pas verschenen begrooting
van 's-Gravenhage blijkt, dat voor '27
de winst uit de bedrijven is geraamd
op f 5407.169.27 of pl.m. f 13 per hoofd
der bevolking.
En dat terwijl de directe belasting
daar veel en veel lager is dan in Lei
den. Maar nergens las ik dat de beide
roode wethouders bezwaar maakten.
Dat schijnt daar sociaal-democrati
sche gemeentepolitiek te zijn.
Maar als men hier, waar de directe
belasting tot het uiterste is opgevoerd
naar verhouding veel lagere winsten
maakt, dan is dat een kapitalistische
politiek, waartegen niet genoeg kan
worden getoornd.
Die 't snappen kan, snappe het.
OBSERVATOR.
plas", oru daar weer te staan tegenover
al de wisselvalligheden van het zee
mans bestaan en al de ontberingen van
zelfs de geringste gemakken.
Wie eenter zoo staat tegenover zijn
beroep, en het ziet als de weg, hem
door God gewezen, voor dien is het'
een verkwikking om ook, terwijl hij
op de zee is, eens uiting te kunnen ge
ven aan zijn geloof en te hooren een
korte toespraak over een der hoofd
punten van het Chrïstelqk geloof.
Zeker, ook als er geen predikant aan
boord komt, wordt er wel eens een
huiselijke godsdienstoefening gehouden,
en tot de uitrusting van bijna ieder
schepeling behcort een psalmboek,
maar als er een predikant aan boord
komt, dan is dat als het ware een groet
van de vaderlandsche kerk, die ook is
met de leden, die ver van huis hun
brood moetejn verdienen.
Juist hier gevoelt men aan boord
van De Hoop een werk te doen, vah
ipntzaglqk groote b.eieekenis, dat niet
in cqfers is weer te geven.
Het is een echt werk der Christelijke
Barmhartigheid, zcoals Mr. Vissering,
de voorzitter der vereeniging, die De
Hoop uitzendt, het heelt genoemd, juist
ook Christelijke Barmhartigheid in de
.geestelijke zqde van het werk.
Sociaal Christendom in Frankrijk.
Het derde congres voor sociaal
Christendom, e>en der voornaamste in
stellingen van het Fransche protes
tantisme, heeft Kort geleden verga
derd in Bergerac. Het hoofdthema
van dit congres was: de Kerk op het
platteland, terwijl op de beide vorige
congressen steeds ondeiwerpen de
stadsgemeenten betreffende aan de
orde waren. Het Fransche protestan
tisme wordt voor 75 pet. op het plat
teland gevonden.
Het resultaat der beraadslagingen
was, dat op voorstel van pasteur Emil
Durand besloten werd, een commissie
te benoemen, welke de sociale, econo
mische en paedagogische problemen
van het protestantisme op het platte
land zal onderzoeken.
Een tweede onderwerp van belang
was de pers, speciaal de stichting van
een protestants che pers-vereeniging,
waartoe dan ook besloten werd. Als
een bijzonder vejrblijdend teeken werd
aangemerkt, dat' het jeugdige element
op dit congres zoo rijkelijk tegenwoor
dig was, zoodat overgegaan werd tot
de oprichting van eeyi Christelijk-soeia-
le jeugdgroep. 1
wicht!"
De jongeling sprong met opgeheven
zwaard naar zijn vijand; maar de
vlotting der paarden, het over- en we-
dergolven der strijdenden liet hem
niet toe Simon-Brutus te bereiken.
Welk geweld de Waldeghemsche
bende inspande, hoe woedend zij te
gen de ruiterschaar inliep, de Gene
raal werd ontzet en raakte buiten ge-
Vaar.
De ruiters hadden na de verlossing
huns Veldheers hun paarden omge
wend en waren achter het slagveld
gevlucht.
Bruno poogde zijn vijand nog te ont
dekken, doch vruchteloos; hij was te
midden der ruiterschaar verdwenen.
Op dit oogenblik deed de Fransche
Generaal aan al zijn vendels hevelen
tot den terugtocht dragen.
In tamelijke regelmaat weken de
9oldaten al strijdend tot bij het bosch,
en verdwenen allengskens tusschen
het dichte geboomte.
De boeren vervolgden hen een wijl
en schoten er nog velen ter neder;
doch op den roep der trompetten en
trommels, die hun van uit hun leger
werd toegestuurd, keerden de mees
ten terug naar het slagveld, dat, of
schoon met dooden en gekwetsten be
zaaid, reeds op alle punten weergalm
de van het zegepralend gejuich der
patriotten.
Elkeen was met stof en bloed be
dekt; het strijdzweet vloeide van de
blakende aangezichtenEn toch,
men omhelsde elkander, men kondig
de de verlossing des vaderlands af.
men zong en danste van ryestdrift en
vreugde. M
De Generaal de Roumiroir, ,van zijn
val gedeeltelijk hersteld, had een an
der paard bestegen.
Alhoewel het hem gemakkelijk wa
re geweest, door een vervolging in de
bosschen den vijand een veel grooter
verlies te doen lijden, achtte hij het
hoogst onvoorzichtig het leger zoo ge
heel in wanorde en dooreengemengd
aan zich zelf over te laten en mis
schien den voorgenomen aahslag op
de stad Diest onmogelijk te maken.
Daarom deed hij nu de bijesnroe-
ping blazen en dwong iedereen opder
zijn vaandel in gelid te komen 9than.
Zoo haast dit bevel gedeeltelijk w'ps
volvoerd, bestemde hij eenige benden*
om onder de wapen's te blijven, en
zond de anderen over het 9lagveld,
om de gekwetsten op te zoeken en
tot de karren te dragen.
Hij deed terzelfder tijd aankondigen
dat men te dezer plaatse niet langer
dan een uur zou verwijlen.
Het grootste gedeelte des legers had
zich over het slagveld gespreid. Over
al zag men gekwetsten wegdragen of
verbinden, en doode lichamen met
groote haast in den grond begraven
of verbergen. De Veldheer de Rou
miroir en *iin Staf overs ten renden
tusschen de arbeidende mannen en
beijverden zich om het werk u doen
beq>o«<Ug«fc, .1, - - f. -