NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 25 AUGUSTUS 1926 TWEEDE BLAD. Het mandaat der Statenleden. Wij lezen in de „Nederlander": „De Banier", het Christeiijk-Histo- risch weekblad voor Friesland im mer op de bres, als het Christelijk-His toriseh beginsel in geding is komt terug op ons oordeel, over het weg blijven van een der Statenleden, toen het verkiezen van leden der Eerste Kamer aan de orde was. „De Banier" keurt het wegblijven van oen Statenlid, bij zóó gewichtige beslissing, niet goed; maar vindt toch in het gebeurde aanleiding aan „De Nederlander" enkele scherp geformu leerde vragen te stellen. Wij deelen deze .vragen hier medé en zullen trachten ons antwoord even scherp te formuleeren als de gestelde vragen. De vragen luiden als volgt: I. Heeft een Statenlid, bij aanwezig heid ter vergadering, voor de verkie zing van Eerste Kamerleden, een bin dend mandaat? II. Mag een Statenlid niet vrij zijn, In het uitbrengen van zijn stem? IIII. Kunnen er omstandigheden zijn, waardoor een Statenlid, om des gewetens wille, gedwongen wordt uiting te geven aan zijne persoonlijke vrijheid? I. De geheele actie der Chris teiijk- Historische Unie, bij de verkiezing voor Kamer, Staten en Raden, heeft ten doel den invloed onzer beginselen op het volksleven te bevestigen en te versterken, door in deze colleges zoo veel mogelijk leden te brengen, van wie wordt verwacht, dat zij, alls belij ders dezer beginselen, voor hunne handhaving zullen opkomen. Waar de verkiezing voor de Eerste Kamer is opgedragen en toevertrouwd, geheel en zelfstandig, aan de leden der Pro vinciale Staten, is het de roeping dier leden al het mogelijke te doen, opdat ook in de Eerste Kamer het aantal Christelijk-historische leden zoo groot mogelijk zij. Het stemmen op candid aten van eene andere politieke partij, of (wat in beginsel hetzelfde is) het bevorde ren van de verkiezing van leden eener andere partij door opzettelijk of zonder gewichtige reden, de vergade ring te verzuimen is in strijd met roeping en plicht van het Christelijk- historisck Statenlid. II. Elk Statenlid is volkomen vrij te stemmen op den candidaat van de Christeliijk-Historische ltijst, die, naar zijn overtuiging, de meest geschikte is Echter heeft elk Statenlid, reeds bij de voorbereiding der verkiezing, een ernstige taak. Het is zijn plicht, door het zoeken van overleg met zijne medeleden en door krachtig getuige nis. alles te doen wat mogelijk is, op dat deze meest geschikte candidaten ook werkelijk tot lid der Eerste Kamer gekozen worden. III. Mocht een Statenlid "voor God en menschen kunnen getuigen, dat hij. al het mogelijke gedaan heeft, om, met verwerping van alle overwegin gen van secunidair belang, 'het boven bedoeld overleg te doen slagen, doch dat desniettegenstaande de keuze van naar zijne overtuiging minder geschikten verzekerd schijnt, dan heeft hij zich te bepalen tot een getui genis, door op een der naar-zijne-over tuiging wèl-geschikten zijn stem uit te brengen. Mocht zijn geweten hem ook dit niet toelaten, zoodat hij in de onmogelijk heid verkeert te voldoen aan hetgeen toch onafwijsbaar zijne roeping is, als Christelijk-historischi Statenlid, zoo heeft hij, tijdig vóór de vergadering, zijn mandaat neer te leggen, opdat een opvolger kunne worden aangewezen, en althans door zijn wegblijven geen schade aan de Christelijk-historische afvaardiging worde berokkend. Belgisch Verdrag. De redactie van „Het Volk" krijgt tegenover den partijvoorzitter, H. Polak, hulpfc'van den oud-partiivoorzit ter, Vliegen, die een aantal artikelen vóór het verdrag begint te publieee- ren. „Politiek zie ik in die totstandko ming een scheir onberekenbaar voor deel, een behandeling van de grootste principieele beteekenis, geheel gaand in de richting van de internationale politiek, zooals de socaal-democratie die moet voorstaan. Daartegenover staan economische.... veronderstel lingen." De heer V. tracht de Belgische an- nexiönistische beweging te verklaren, maar erkent in. dat verband zij het ook met niet zoo vee] woorden dat. „partijgenoot" Vandervelde tegen de waarheid zondigde, toen hij ontkende, dat. er ooit een officieel annexionisme in België is geweest. Die annexatiepoging werd verijdeld. „Maar nu komt het er toch zéér op aan, welke argumenten ze (n.I. de Ne- derlandsche regeering) daarbij heeft gebruikt, welke tegenzetten ze op het schaakbord heeft gedaan om het ge vaar, dat er ongetwijfeld was, af te wenden. KERK EN SCHOOL. NED. HERV KERK. Beroepen: Te Heteren,. de heer A. J. Dekker te Opheusden (als voorgan ger). GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te Borssele, B. van Neerbos te Ternenzen. Beveiliging, Intrede, Aficheld. Na door Ds. Buurman uit Wrjk bij Duurstede met een predicatie over Joh'. 1:63 te zijn bevestigd, deed Zondag Ds. M. Th. Lor an. gekomen van de Lier, intrede hij' de Ned. Herv. Gem. te Brielle. Z. Serw. had tot tekst 1 Cor. 123 en 24. Gebruikelijke toe- iSpraken volgden. 1 Ds. A. Zwiep, overgekomen van Hillegom, werd Zondagmorgen bij de Ohr. Gerei. Gem. te Zeist bevestigd door Ds. G. Salomons, van Amersfoort, die tot tekst had de woorden van 1 Cor. 4 Vers 1. Na de bevestiging werd gezongen Ps. I20: I. Ds. Zwiep .verbond zich des avonds aan zijn nieuwe gemeente met een intree predicatie over Ef. 6:19. Na de preek volgden de gebruikelijke toespraken en wel tot den bevestiger, den oud-voorganger W. Vermeer, den vertegenwoordiger van B. en W„ den Kerkeraad, de catechisanten en de ge jnöente. Ds. Zwiep werd hierna toegesproken door ouderling van Beek namens den Kerkeraad en door den bevestiger (te- vgye consulent) namens de classis, waar na de Gemeente hem Ps. 134:3 toe zong. Na door Ds. J. Duursema, em, pred. te Groningen met een predicate. Ewer i Oor. 3:9 te zijn bevestigd, deed Zondag Cand. H. Wiersma van Zan- deweer intrede bij de Geref. Kerk van Oldehove, met een predicatie over Matt. 7:13 en 14. Zondag heeft Ds. J. Dekker Hz. die naar Lexmond gaat, afscheid geno men van de Geref. Kerk van Arnbt- (Vollenhove. Z. Eerw. had tot tekst Bom. 8:35a en werd na de predicatie toegesproken door Ds. L. Kuiper, ouderling Cor- poraal en Ds. S. de Vries. De Gemeente zong jiem de zegen beden uit Ps. 121 en Ps. 134 toe. Vergadering van Geref. predikanten. Maandag j.l. is te Utrecht een ver- fadering gehouden van predikanten nit e Gereformeerde Kerken, om te be raadslagen over het zenden van een adres spn de Synode van Assen, waar in zjj hun onbevredigdheid en bezwaren uitspreken aangaande verschillende tuchtmaatregelen, naar aaanleiding van de besluiten der Synode tegen sommige Ïiredikanten genomen, welke maatrege- en geen voldoenden weerklank hebben f'avonden in de consciëntie en waardoor e onrust in de Kerken eer vermeerderd dan verminderd is; in welk adres zji .aan de Synode willen verzoeken „zich ernstig te willen beraden over de vraag, of in dezen weg wel moet worden voort- FEUILLETON. Uit spannende dagen. (Een Vlaamsch verhaal). 59) - De twee legers waren niet verre meer van elkander verwijderd.. Bei de dreven met ontplooide benden over ihet plein vooruit, en, ofschoon een kanonsbal of een kogel misschien wel de voorste gelederen des vijands zou hebben bereikt, geen enkel schot werd er gelost. Het krijgsgejuich der patriotten had insgelijks opgehouden; een doodsche stilte lieerschte over de vlakte. Ein delijk, het vuur nam aanvang; al schietend, doch met schijnbare kalm te naderden de beide slagorden nog dichter tot elkander, en menige kogel trof zijn doel Eensklaps ontsloot de middel-schaar der Franschen haar schoot en ont dekte vier kanonnen, die te gelijk los borsten en een hagel schroot onder de ven-aste patriotten braakten. Van Bru no's bende vielen wel twintig man; niet minder was de vernieling onder eenige andere vendels. De boeren bleven staan en schenen te aarzelen; onmiddellijk losten de kanonnen voor de tweede maal hun moorddadige lading. Een stuk schroot had het paard des Veldheers neergeveld; hij had zich. .sterk bezeerd en. was dwelmd. Het oogenblik was beslissend; nog eenige minuten, en de derde ontplof fing des geschuts bad waarschijnlijk het gansche leger der boeren in ver warring gebracht. Bruno! Bruno!" riep. Karei uit >,de Leeuw." De kapitein verstond den akeligen noodkreet zijn vriends. Hij sprong voor zijn mannen, hief het zwaard in de hoogte en schreeuwde in machtige galmen: „Met gevelde bajonetten! Vooruit! Vooruit! Voor God en- vaderland!" Een zelfde roep steeg op uit het gan solie leger der patriotten; al dc ven dels liepen vooruit en wierpen zich als een rollende stroom tegen de slag orde des vijands. Welhaast hoorde men noch kanon nen, noch geweren) méér; de bajonet en het zwaard deden alleen hun bloe dig werk. Het was een akelige ver warring, waarin elk man zijn slacht offer poogde te vinden en zelf ter ne der werd gehakt op het oogenblik, dat hij zijn vijand den doodslag bracht. Het roode kruis was dieper in de schaar der Franschen gedrongen. De lieden Van Waldeghem vochten als leeuwen en, hoezeer ook van alle kan ten omsloten, zij bleven onwrikbaar staan en velden alles rondom zich ter neder. Met woede en droefheid bemerkte de Fransche Generaal, dat hij zich mac^^cte^vijands had bedro- tgegaan en zoo niet, welke wijziging dan misschien in de resoluties der Sy node moet worden aangebracht, waar door wèl het gezag van Gods onfeil baar Woord onwrikbaar gehandhaafd blijve, maar anderzijds toch ook mo gelijk aangedaan onrecht hersteld worde d' econsciëntebezwaren worden onder vangen en verdere dusdanige tucht maatregelen achterwege kunnen blijven'' Ofschoon meerdere tientallen van pre dikanten het hun tevoren toegezonden conceptadres hadden onderteekend, werd echter in bovenvermelde, goed bezoch te vergadering (waar bleek, dat ook nog vele anderen er sympathie voor gevoelden, maar om verschillende re denen Doch niet geteekend hadden) na breedvoerige en broederlijke bespreking geoordeeld, dat het wenschelijk was, het adres thans bij deze Synode niet in te zenden, maar eerst af te wachten, welke hare uitspraken en maatregelen zullen zijn ten opzichte van de zaken, die binnenkort bij haar ter tafel zul len komen, en hoe de uitwerking daar van in het leven onzer Kerken wezen zal. Besloten werd, dat yan deze verga dering, welke samengeroepen was door de predikanten W. Bouwman (Leiden), .Tb. Buys Jr. (Lisse) en H. Thomas {Leiden) aan de pers dit communiqué zou worden verstrekt. Christelijke Batakkers. Zooals men weet, schrijft de „Suma tra Post", bestaan er bij de Christen Batakgemeente te Medan, ongeveer 700 zielen groot, sinds eenigen tijd plannen om een eigen kerkgebouw te stichten. Tot dusver hielden de Batakkers hun godsdienstoefeningen in het kerk gebouw der Gereformeerde kerk. Dit gebouw is echter voor de steeds groeiende gemeente te klein, zoodat een dringende behoefte bestaat aan een eigen kerkgebouw. Reeds werd daarvoor f 5000 bijeen gebracht door de leden zelf, terwijl ook verschillende Europeanen het plan geldelijk steunden. De rest zal door de Batakkers in Tapanoeli worden verzameld. De Ephorus der Rijnsche zending verzocht nu den gemeenteraad voor den bouw van een kerk te willen af staan gekozen in overleg met de heeren Jansen en Hogervorst een stuk grond aan de Hakkastraat groot 44 X 70 M., deel uitmakend van het voormalige race-terrein. Wel is dit stuk grond wat 'grooter dan voor de kerk bepaald noodig is doch er be staan plannen, naast het eventueel te bouwen kerkje, ook een huis voor den zendeling te bouwen. De Ephorus staat er zijnerzijds voor in, dat de noodige gelden tijdig beschikbaar zul len zijn, zoodat, mocht op het verzoek gunstig beslist worden, direct met den bouw zal kunnen worden aange vangen en deze ook zonder stoornis zal kunnen worden beëindigd. „Be Hoop" onder de visschers. Het interessantste deel van het werk van „De Hoop", zoo schrqft een mede werker- aan „De Tel.", ligt in den ar beid, die verricht wordt in volle zee. Van begin Juni tot midden October is De Hoop in actie. Begin Juni zeilt de visschersvloot ongeveer uit en eind of midden October is de tijd om op zee veel werk te kunnen verrichten voorbq. Wel is er nog gevraagd om in den natqd De Hoop een tijdlang te station- neeren in Dieppe of Boulogne, maar daar steun in dezen van de reeders, die erom vroegen, uitbleef, heeft men om financieele redenen tot .deze uitbrei ding van het werk niet kunnen beslui- iten. Ongeveer vijf maanden kruist het Hos pitaal Kerkschip dus onder de visschers vloot, in den eersten tijd onderbroken door dagen, waarop Lerwick wordt aan gedaan, doch verder bijna uitsluitend in volle zee, tenzij voor de levensmiddelen voorziening of wegens slecht weer een of andere naven wordt aangedaan. In deze havens is dan echter bijna nooit iets voor den predikant of dpkter van De Iioop te doen. In dezen tiid valt al de nadruk op den arbeid midden op zee verricht. Het werk van den predikant loopt hier parallel met dat van den medicus van „De Hoop", Dokter .Van Asperen, gen en hij wellicht hier een schrikke lijke nederlaag zou ondergaan. Voor aleer tot dén terugtocht te besluiten, vergaderde hij achter het leger eene 9terke bende ruiterij en al het voet volk, dat zijn bevel nog gehoorzamen kon. Zich aan het hoofd dier af doe ling stellende, rende hij in storm voor uit om. nog eens te beproeven, of de slagorde der boeren niet door een laat ste poging kon worden doorboord. Bruno, ziende uit de verte den Fran schen Generaal komen aangereden, riep tot zijn mannen: „Vooruit! Vooruit! Ons behoort de Generaal der Sankulotten!" De Franschen konden den aanval der Waldeghemsche bende niet weer staan; huh voorste gedeelte werd over hoop teruggedreven en de Generaal, met eenige ruiters van zijn leger af gescheiden, moest onfeilbaar in Bru no's'handen vallen. Reeds hadden de boeren den toom van zijn paard vast gegrepen en riepen, dat hij zich over geven zou. Maar op hetzelfde oogenblik kwam een nieuwe ruiterschaar met on weer sta an bar en aandrang den Veldheer te huip gesprongen. Een enkele machtige stem beheersch te alle gerucht en vuurde den moed der ruiters aan, daar zij de verlossing des Generaals als het doel eener heldhaftige poging aanwees. „Oh, Simon-Brutus!" riep Brftno met wraakzuchtig keelgeluid. „U moet P- >~**j*en; gij gaat sterven» b§0#- die sinds 5 jaren met De Hcop meevaart waardeert het werk van den predikant icok ten volle en steunt hem, waar hij han, zcodat er een hartelijke samenwer king geboren wordt tusschen de twee deelen van het werk op De Hoop. Dit is zeer gelukkig, omdat juist op zee het werk in samenwerking wordt vol bracht. Wanneer een schip de hulp van De Hcop noodig heeft, geeft het, zoodra deze in het gezicht komt, het af gespro ken toeken, n.I. twee vlaggen onaer (eikaar. Zoolang De Hoop onder de visschers vloot kruist, is het dan ook een voort durend uitzien, of er niet twee vlag gen onder elkaar worden opgemerkt. Zijn deze gezien, dan wordt het hulp zoekende schip opgezocht en geïnfor meerd, wat er aan mankeert. Gewoonlijk is het een patient, die wel in zoodanigen staat is, dat hij naar boord van De Hoop kan komen. Hiertoe wordt dan de sloep van De Hoop uitgezet en bemand. Met deze sloep gaat ook de predikant mede, die een tasch bij zich heeft met pijbeis, om deze, als' er behoefte aan is, te verkoopen, terwijl hij ook zorgt een pakje lectuur bq zich te hebben, dat steeds zeer dankbaar wordt aan vaard, want het leven aan boord van de visschersloggers is buitengewoon een tonig: dikwijls duurt het vele weken, voor de schepelingen weer eens land zien en in dien tusschen tijd is het altijd hetzelfde werk, dat eiken dag en eiken nacht weer wacht. Het is dan ook niet te verwonderen, dat zji een aangeboden pakje lectuur spoedig weer uit hebben gelezen, ja, als men een zelfde schip na een dag of tien weer ontmoet, is de afgegeven lectuur in den regel weer uitgelezen en de bqgepakte teksten versieren de vcor- en ach teronder s. Deze lectuur en de Bijbels, die men koopen kan voor teel verminderden prijs, vormen een van de zegeningen van het bezoek y&n den predikant aan boord van den logger; daarnaast staan kleinigheden, als de gelegenheid om brieven mee te geven, die anders mis schien nog eens eenige weken zouden moeten wachten op verzending, enz. Het voornaamste komt echter als de predikant voorstelt om een korte gods dienstoefening te houden. Indien het eenigszins mogelijk is, met het oog op de werkzaamheden, wordt dit aanbod met graagtö aanvaard, en dan „zakt" het geheele gezelschap. In het vooron der of in het achteronder worden allen vereenigd; een wachtsman blijft aan het dek, doch ook deze luistert aan de trap, wat er beneden wordt gezegd en gedaan. Het is er nauw en warm in de kleine kajuit, maar deze bezwaren kennen de visschers niet, die gewend zijn boven ;op het dek te leven in de heerlijke ozon rqke zeelucht, en beneden in de be dompte kajuiten, en de predikant telt dit bezwaar niet, daar hij het gevoelt, hoezeer zijn werk hier wordt gewaar deerd en hoezeer zijn woord hier een ontvankelijk hart vindt. Met overtuiging zingen de visschers de aloude psalmen en al zal er uit aesthetisch oogpunt wel het een en ander zijn aan te merken op dit gezang, het vloeit zoo voort uit het godsdienstig .gemoed, dat het een ieder ontroeren moet die het hoort. Daar kun nen zij uiting geven aan al wat er leeft in hunne harten en kunnen zij hooren de levenswoorden, waaraan juist zjj, die leven te midden van gevaren der zee zoo groote behoefte aan hebben. Het is niet te verwonderen, dat onze visschersplaatsen bekend zijn om hun godsdienstig karakter, want juist hier moet het besef sterk dat ae mensch niets is tegenover de groote Goddelijke macht. Gelijk begrijpelijk is in de om standigheden, waaronder deze bevol king ^opgroeit. krijgt deze godsdienstig heid een zeer eigenaardig karakter, zoo als men dat nergens aantreft en nergens laantreffen kan. Iedere groep menschen, die in le vensomstandigheden van anderen ver schilt, zal ook zielkundig en dus ook godsdienstig een ander oeeld vertoo- nen en dit zal sterk op den voorgrond komen, bq een zoo uitgesproken afzon derlijk staande greep menschen, die de zee gevoelen als hun element en die ook niet buiten de zee kunnen. Er zijn er onder, die op den wal wel 'n veel beter betaalde betrekking konden krijgen en die 't toch niet uit konden houden en teruggaan naar „de groote AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 25 Augustus 1980. De Socialisten zijn tegen indirecte belastingenin theorie. En ze zijn daarom ook, althans hier in Leiden, tegen winsten uit de be* drijven. Dat hier uit de bedrijven nog vrij hooge winsten worden gemaakt, is volgens hen een symptoom van de ka pitalistische verwording, waarvan rij de verantwoordelijkheid niet willen dragen. Dan moet men in gemeenten ko men, waar de Socialisten in het Dagc- lijksch Bestuur zitten! Daar gaat 'talles heel anders, na tuurlijk. Daar maakt men veel grootere winsten als in Leiden. Amsterdam b.v. waar Wibaut den scepter zwaait. En 's-Gravenhage, waar Albarda en Drees mee de lakens uitdeelen. Uit de pas verschenen begrooting van 's-Gravenhage blijkt, dat voor '27 de winst uit de bedrijven is geraamd op f 5407.169.27 of pl.m. f 13 per hoofd der bevolking. En dat terwijl de directe belasting daar veel en veel lager is dan in Lei den. Maar nergens las ik dat de beide roode wethouders bezwaar maakten. Dat schijnt daar sociaal-democrati sche gemeentepolitiek te zijn. Maar als men hier, waar de directe belasting tot het uiterste is opgevoerd naar verhouding veel lagere winsten maakt, dan is dat een kapitalistische politiek, waartegen niet genoeg kan worden getoornd. Die 't snappen kan, snappe het. OBSERVATOR. plas", oru daar weer te staan tegenover al de wisselvalligheden van het zee mans bestaan en al de ontberingen van zelfs de geringste gemakken. Wie eenter zoo staat tegenover zijn beroep, en het ziet als de weg, hem door God gewezen, voor dien is het' een verkwikking om ook, terwijl hij op de zee is, eens uiting te kunnen ge ven aan zijn geloof en te hooren een korte toespraak over een der hoofd punten van het Chrïstelqk geloof. Zeker, ook als er geen predikant aan boord komt, wordt er wel eens een huiselijke godsdienstoefening gehouden, en tot de uitrusting van bijna ieder schepeling behcort een psalmboek, maar als er een predikant aan boord komt, dan is dat als het ware een groet van de vaderlandsche kerk, die ook is met de leden, die ver van huis hun brood moetejn verdienen. Juist hier gevoelt men aan boord van De Hoop een werk te doen, vah ipntzaglqk groote b.eieekenis, dat niet in cqfers is weer te geven. Het is een echt werk der Christelijke Barmhartigheid, zcoals Mr. Vissering, de voorzitter der vereeniging, die De Hoop uitzendt, het heelt genoemd, juist ook Christelijke Barmhartigheid in de .geestelijke zqde van het werk. Sociaal Christendom in Frankrijk. Het derde congres voor sociaal Christendom, e>en der voornaamste in stellingen van het Fransche protes tantisme, heeft Kort geleden verga derd in Bergerac. Het hoofdthema van dit congres was: de Kerk op het platteland, terwijl op de beide vorige congressen steeds ondeiwerpen de stadsgemeenten betreffende aan de orde waren. Het Fransche protestan tisme wordt voor 75 pet. op het plat teland gevonden. Het resultaat der beraadslagingen was, dat op voorstel van pasteur Emil Durand besloten werd, een commissie te benoemen, welke de sociale, econo mische en paedagogische problemen van het protestantisme op het platte land zal onderzoeken. Een tweede onderwerp van belang was de pers, speciaal de stichting van een protestants che pers-vereeniging, waartoe dan ook besloten werd. Als een bijzonder vejrblijdend teeken werd aangemerkt, dat' het jeugdige element op dit congres zoo rijkelijk tegenwoor dig was, zoodat overgegaan werd tot de oprichting van eeyi Christelijk-soeia- le jeugdgroep. 1 wicht!" De jongeling sprong met opgeheven zwaard naar zijn vijand; maar de vlotting der paarden, het over- en we- dergolven der strijdenden liet hem niet toe Simon-Brutus te bereiken. Welk geweld de Waldeghemsche bende inspande, hoe woedend zij te gen de ruiterschaar inliep, de Gene raal werd ontzet en raakte buiten ge- Vaar. De ruiters hadden na de verlossing huns Veldheers hun paarden omge wend en waren achter het slagveld gevlucht. Bruno poogde zijn vijand nog te ont dekken, doch vruchteloos; hij was te midden der ruiterschaar verdwenen. Op dit oogenblik deed de Fransche Generaal aan al zijn vendels hevelen tot den terugtocht dragen. In tamelijke regelmaat weken de 9oldaten al strijdend tot bij het bosch, en verdwenen allengskens tusschen het dichte geboomte. De boeren vervolgden hen een wijl en schoten er nog velen ter neder; doch op den roep der trompetten en trommels, die hun van uit hun leger werd toegestuurd, keerden de mees ten terug naar het slagveld, dat, of schoon met dooden en gekwetsten be zaaid, reeds op alle punten weergalm de van het zegepralend gejuich der patriotten. Elkeen was met stof en bloed be dekt; het strijdzweet vloeide van de blakende aangezichtenEn toch, men omhelsde elkander, men kondig de de verlossing des vaderlands af. men zong en danste van ryestdrift en vreugde. M De Generaal de Roumiroir, ,van zijn val gedeeltelijk hersteld, had een an der paard bestegen. Alhoewel het hem gemakkelijk wa re geweest, door een vervolging in de bosschen den vijand een veel grooter verlies te doen lijden, achtte hij het hoogst onvoorzichtig het leger zoo ge heel in wanorde en dooreengemengd aan zich zelf over te laten en mis schien den voorgenomen aahslag op de stad Diest onmogelijk te maken. Daarom deed hij nu de bijesnroe- ping blazen en dwong iedereen opder zijn vaandel in gelid te komen 9than. Zoo haast dit bevel gedeeltelijk w'ps volvoerd, bestemde hij eenige benden* om onder de wapen's te blijven, en zond de anderen over het 9lagveld, om de gekwetsten op te zoeken en tot de karren te dragen. Hij deed terzelfder tijd aankondigen dat men te dezer plaatse niet langer dan een uur zou verwijlen. Het grootste gedeelte des legers had zich over het slagveld gespreid. Over al zag men gekwetsten wegdragen of verbinden, en doode lichamen met groote haast in den grond begraven of verbergen. De Veldheer de Rou miroir en *iin Staf overs ten renden tusschen de arbeidende mannen en beijverden zich om het werk u doen beq>o«<Ug«fc, .1, - - f. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5