m de mm mm.
NIEUWE LEIDSCHE
COURANT VAN WOENSDAG 4 AUGUSTUS 1920
TWEEDE blad.
Toch vooruitgang.
De Middeleeuwsche' Maatschappij,,
zegt Patrimonium", wordt dikwijs gê»
idealiseerd. En het moet erkend: zrj
had veel goeds.
Maar in de 14de en 15de eeuw was
toch ook het bederf in de zedelrjke en
maatschappelijke verhoudingen niet ge-
ring.
Een enkel feit worde slecht? vermeld
In onzen tijd wordt, ook in verband
met den geweldigen groei der groote
steden, terecht ernstig geklaagd ovei
de toename van prostitutie. Zelfs is melt
meermalen, en niet ten onrechte, on
tevreden over de politie, die niet krach
tig genoeg tegen het kwaad optreedt.
P r i n c i pi eel neemt de Overhelt
evenwel in onzen tijd een heel wat zu>
verder standpunt in, dan b.v. het Am-
damsche stadsbestuur van 14 en 150a
Immers waren toen de „dienaren vaiu
den Schout'' de politie bordeel
houders en souteneurs. Ja, alléén de
Schoutsknechten mochten een bordeel
houden. Kon een Schoutsknecht mét *n
voor bordeel geschikt pand krijgen in de
omgeving van Pijlsteeg en Ivoesteeg,
dan had hij slechts een huis aan te
wij:.: n en het werd hem verschaft „"bij
koopinge van den gerechte".
Ter 'Gouw verklaart deze houding van
de Overheid uit de overweging dat het
bordeelhouden door een schoutdienaar
de bezoldiging uitwon.
Het is fraai.
Bij keur van 1478 werden de bordee-
len openlijk erkend, omdat men de pu
blieke vrouwen ,,in handelssteden niet
kon ontberen".
•Het kwaad werd gereglementeerd,
In later eeuw is die reglementeering,
zij het in eenigszins anderen vorm, te
ruggekomen.
Thans is hopelijk voor goed ver
dwenen.
De arbeid van Pierson en anderen
bleef -niet ongezegend.
Dat aan het eind van de Middel-^
eeuwen een stelsel mogelijk was, waarbij
men politiedienaren bortleelen liet ex
ploiteer en, wijst wel op een verzwakt
moreel besef.' -i
Men kan van onzen tijd veel kwaad
zeggen.
De publieke eerbaarheid wordt ook
nu op velerlei wijze belaagd.
Maar een dergelijk stelsel zou men
iGodö zij dank, nu toch niet meer tole
reer en.
In zooverre is er dan toch een niet
te loochenen vooruitgang".
KERK EN SCHOOL.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Burum, I. K. Wes-
sels te Veere. Te Nieuwdorp, A. .Wijn
gaarden te Baarland.
Aangenomen: Naar Tholen, Dt,
C. Yeltenaar, Den Haag."
Bedankt: Voor Loenen a. d. Vecht
en Njeuwlande, Or. C. Veltenaar te
Den Haag.
CHE. GEREF. KERK.
Beroepen: Te 's Gravendeel, A
Bikker, cand. te Noardeloos.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Vlaardingen, 1.
yreugdenhil te Brninisse.
Algem. Synode der Ned. Herv. Kerk.
In behandeling komt het rapport van
den heer Bolt over het voorstel van
de classikate vergadering van Winscho-
;en tot wijziging van art. 43. al. L
ïegl. vacaturen, zoodat deze alinea zal
niden: „Predikanten,, die een vaste
ijandplaats bekleeden, kunnen, wanneet
lij op een nominatie voorkomen, worden
ntgenoodigd op beroep te prediken'.
Ie commissie merkt op, dat de verboda
lepaling, welke in het reglement staat
Lateerl van 1818 en verscherpt werd
u 1869. Pogingen om haar in te trek
en werden tevergeefs beproefd in 1913
1916, 1917 en 1919.
Alle leden der commissie adviseeren
ot verwerping va,n de wijziging, zoo
ils zjj is voorgesteld. Twee leden zou
len haar willen vervangen door de ali
iea„Een predikant, die een vaste stand
ilaato bekleedt, mag niet op beroep
FEUILLETON.
Jit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal).
11)
Inderdaad, een, krachtig bevel om
'ooruit te gaan weergalmde boven 't
sedeelte des wouds, waarin de Fran-
clie soldaten zich bevonden: en op het
elfde oogenblik sprongen er een hon-
lerdtal uit het bout op de vlakte. Als-
f dit bevel hen verblijdde, juichten zij
n donderend kri.jgsgedruis.
„Sim-on Brutus!" mompelde Bruno
ot Karei uit De Leeuw, die nevens
cru lag en loerde.
„Voor hem mijn eerste kogel!" bruF
le Karei.
Zoo haast de Franscbem de helling
es heuvels hadden bereikt, die aan
Ie schuilplaats der lotelingen raakte,
pacht Bruno den hoorn aan den mond
'n trok er een énkelen doffen galm uit
Tachtig geweerschoten weergalmden
lort na elkander; dertig soldaten vie-
en doodelijk getroffen in het zand.
„Het bosch lm, en geladen!" riep
iruno.
Zijne mannen stonden op en volgden
lem dieper in het woud.
Onderwijl hadden de vreemde solda-
en insgelijks een groot getal schoten
n het bosch gericht: doch het nood-
ottig verlies, dat zij zoo onvoorziens
rieden hadden, deed de meesten een
ogenblik aarzelen, Ja zelfs eenigszins
prediken, tenzij hij op de nominatie is
geplaatst".
In de discussie wordt opgemerkt, dal
het verkapte prediken op beroep dik
wijls gebeurt, waardoor de eerbied voor
de kerkelijke wet wordt ondermijnd.
Daarom stelt Dr. Niemeyer voor tc
lezen: „Het is aan predikanten, die een
vaste standplaats bekleeden, niet geoor
loofd, op beroep te prediken. Als pre
diken op beroep wordt beschouwd het
buiten de eigen gemeente vervullen van
een preekbeurt met het kennelijk doe\
om daardoor het verkrijgen van een
beroep te bevorderen".
Tegen deze formuleering wordt o.a
het bezwaar ingebracht, dat het moeilijk
zal vallen vast te stellen, of men al clan
niet met „"het kennelijk doel" is opgo-
treden.
Het voorstel van Dr. Niemeyer wordt
verworpen, en de conclusie van de meer
derheicT, strekkende tot handhaving van
de bestaande redactie aangenomen met
15 tegen 4 stemmen.
Dr. Knappert rapporteert over een
voorstel van Dr. Niemeyr, die de recht
spraak in de Ned. Herv. Kerk aan de
kerkelijke besturen zou willen onttrek
ken en zou willen opdragen aan een
vaste en onafhankelijke commissie. Hij
stelt ten eerste voor, deze wenscheiijk-
heid uit te spreken, en ten tweede, een
commissie te benoemen, om te onder
zoeken, op welke wijze zulks kan ge
schieden en welke wetswijzigingen daai
toe noodig zullen zijn.
Het rapport wordt ter inzage gelegd.
De heer Eilerts de Haan heelt een
voorstel van Dr. Niemeyer behandeld
tot wijziging van het reglement op de
predikantstraktemënten, aldus: 1. Art,
ia luide voortaan zonder eeiiige toe
voeging: „een aanvangstraktement van
f 2500 (Art. 3 vervalt). 2. Art. 10
luide voortaan: „tien twfeejaarljjksche
verhoogingen van f 100"; art." fa wol
de geschrapt.
In zjjn toelichting betoogt de voor
stellen, dat door deze wijzigingen het
reglement bruikbaarder zal-worden voo;
de praktijk. Wat 1 betreft, is het naai
zjjn gevoelen eenvoudiger en logischer
het minimum voor allen gelijk te stel
len en het verleenen van hoogere be
dragen voor meer werk 'of om an
dere redenen over te laten aan de
gemeente. Door wijziging onder 2 wordt
de centrale kas ontlast en worden de
aanslagen der gemeenten belangrijk vei
minderd. Tengevolge daarvan zulten alle
gemeenten besluiten, den verlaagden
aanslag te voldoen, en zal het reglement
volledig kunnen functioneeren. Ook dooi
3 wordt de centrale kas ontlhst en wordt
een bezwaar weggenomen, dat velen
thans tegen het reglement inbrengen.
De rapporteerende commissie acht de
ze voorstellen praematuur. De bewering,
dat bii ver-mindering van de aanslagen
de tegenstand vrij algemeen zal op
houden, mist voorshands allen grond,
vindt althans geen steun in de redenen,
die door vele weigerachtige gemeenten
voor hun tegenstand worden opgegeven.
Met op één na algemeene stemmen ad
viseert de commissie de voorstellen niei
in behandeling te nemen. Mocht de Sj
node hiertoe echter wel besluiten, dan
wordt de raad gegeven, alvorens tot
behandeling over te gaan, de gegevens
te vragen, die noodig zijn, om de gevol
gen van de voorstellen te kunnen ba-
oordeelen. De voorstellen zedve geven
hieromtrent geen berekening. In het
rapport worden dan de gegevens ge
noemd, waarover men zekerheid zou
moeten erlangen.
Overeenkomstig de conclusie del
meerderheid wordt met 13 tegen 6 stem
men besloten, de voorstellen niet in
behandeling te nemen (tegen de H.H,
Dr. Schokking, Bongers, Van der Veen
Dr. Niemeyer, Tammens en Boonstrak
Sadhoe Soendar Singh.
Omtrent den ook in ons land bekenden
JJadboe Soendar Singh deze Christen
uit Engelsch Voor-indië trad voor en
kele jaren in verschillende plaatsen van
ons vaderland «op worden in het tijd
schrift Bunteren thans mededeelingen
gedaan door zijn vriend Prof. Heileg
üie in geregelde briefwisseling met hem
staat. Hij gewaagt van zijn werk eu
Szijn gezondheidstoestand.
Ondanks zijn zwakke gezondheid nam
Sadhoe Soendar Sing, gevolg gevende
aan de dringende uitnoodiging zijnet
vrienden, in Maart van het vorig jaai
deel San het congres van het Nationale
Britsch Indische Zendingsgenootschap,
terugwijken naar het grootere gedeelte
der kriigskolorme. dat zich nu eerst bij
den boord des wouds vertoonde.
In min dan een oogenblik was ech
ter het gansche plein overdekt met sol
'daten en dan ontvingen zii bevel, om
zonder ontzien in het bosch te dringen.
Niet zoo haast waren' de- voorsten
eenige treden tusschen het hout ge
vorderd, of van alle kanten kwamen
uit de verte eenzame kogels hun te
ge-moet gevlogen; en goed moesten de
ze gebikt zijn, want vele troffen het
doel op de rechte plaats en veroor
zaakten den vijand een aanzienlijk ver
lies.
De soldaten morden tegen hun lot
en tegen hunne onzichtbare vijanden;
evenwel, door de stem hunner Over
sten voortgedreven, versnelden zij hun
nen gang en 'drongen verder en ver
der in het bosch, onderwin in het wil
de schietende, zonder te weten waar
hunnen kogels hun Icop zouden ein
digen.
Lang weergalmde het woud van
den knal der vuurroeren, totdat al-
lengskens het akelig gerucht zich ver
wijderde en eindelijk verdoofde, ver
flauwde, en geheel verging, zonder dat
de bewoners der omliggende gehuch
ten zeggen konden, of de strijd opge
houden had of niet.
VII.
Terwijl de arme bewoners van Wal-
deghem door hunne wréede vijanden
in de bosschen werden nagejaagd.
De vergaderde Indische Christenen wil
den Soendar Singh benoemen tot bis
schop van een nieuwe Ncord-Indischo
Nationale Kerk, die in plaats van de
Anglieaansche, Presbyteriaansehe, Bap~
tistfsche en Methodistische kerken zou
treden.
De 'Sadhoe wees echter zulks van de
hand. Niettemin noopten zijn landgenoot-
ten hem het presidium, te aanvaarden
van de commissie, die .tot taak kreeg,
bovenbedoelde ineen smeltingsplannen te
verwezenlijken.
Niettegenstaande Soendar Singh in
den loop van den zomer-meei en meel
aan de longen begon télijden, kon hij
nog gelegenheid vinden om verschillen
de malen zjjn prediking te. hervatten,
alsook om 'n boekje in de Oérdoetaal
te voltooien, dat den titel heeft (in Ned
vertaling): „Gedachten uit verschillend
gezichtspunt over het geestelijk- leven*.
In September kreeg hij te lijden van
een Oostersche oogziekte, zoodat hip ga-
vaar liep, geheel blind te worden, wat
vanzeiven zpn verdere Werkzaamheid ge
heel onmogelijk gemaakt zou. hebben.
Prof. Heiier besluit zijn artikel mét
de mededeeling, dat, naar het zich laat
aanzien, het rechteroog van den Sadhoe
behouden zal kunnen blijven; de toe
stand van zijn longen wordt daarentegen
•voortdurend bedenkelijker. Dé Sadnoe
zelf is er van overtuigd, dat. zijn dagen
hier op aarde geteld zjjn.
De Nederlandsche taal ln N.-Amerlka.
De Nederlandsche taal', die vooral in
de wjjde omgeving van Grand Rapids
in Michigan nog niet zoo lang geleden
in het huiselijk verkeer gesproken werd
en waarvan de Gereformeerde Kerk in
Amerika zich voor prediking, catechi
satie en op kerkelijke vergaderingen ba
diende, dreigt weldra geheel en al te
ferdwijnen.
Werd op de synode dezer kerk te Ka-
lamazoo in 1924 de preek door den pre
sident nog in het Nederlandsch uitge
sproken, op de synode te Englewood in
1926 gehouden, was de officieele ai
scheitlsrede van den president in het
Engelsch. Rapporten en syn. akten wot
den bijna zonder uitzondering in het En
felsch opgesteld en de discussies via
en in deze taal plaats,
Pe jonge afgevaardigden kennen,
geen Nederlandsch meer en Dr. Henrj
Heets, een der geestelijke leiders, die
eertijds zoo warm voor het behoud van
onze taal streed, geeft blijkens „The
Banner" den moed „op, en pleit voor dooi
voering van de Engelscne taal en at
volledige Americanisatie van den Hol
lander.
Met instemming haalt hij het" woord
van president Roosevelt aan, 5 Jan. '19,
den avond voor zijn sterven gesproken,
„We have room for but one language
here, and that is the English language
we have room for but one flag, the
American flag".
„Wij moeten aldusDr. Beets
ons met wikkelen in een hopeloozen
strijd, die zeker op een nederlaag uit
loopt, om 'de Nederlandsche taal te be
houden, maar wij moeten beguuvigen
en propageeren de officieele taal in ons
land, dat is het Engelsch".
Zoo zal dus binnenkort alle spoor
van Nederlandsche taal' in. Noord-Ame
rika absoluut verdwenen zijn en het
„down on the Dutch" heeft gezegeviera
Én hoeveel mooie oud-Hollandsche tra
ditie op die manier in Amerika tege
lijkertijd zal wegsterven, hierover moet
men maar liever niet te lang nadenken.
Uit hc* Sociale Leven.
Arbeiders in de kledingindustrie.
De Nederl. Chr. Bond van arbei
ders en arbeidsters in de kleeding-
jndustrie en aanverwante vak'ken
t(N. C. B. K.) heeft Maandag in het
.café Suisse te Rotterdam zijn zesde
algemeene vergadering genouden, on
der voorzitterschap van den heer iWj.
Nieuwland alddaar.
De vergadering werd geopend,
met het zingen van psalm 64 verzen
3 en 6, en met gebed.
In zijn openingswoord betoogde de
voorzitter uitvoerig de noodzakelijk
heid, juist in dezen tijd, van een chris
telijke organisatie tegenover de mo
derne organisaties.
Het verslag o ver de jaren 1923,
1924 en 1925 van den toestand e.i de
."werkzaamheden van" den bond, van
den peerettaris-penningmeéster, tien
bood de stad Herenthals een zonder
ling vertoog aan.
Al de straten, maar bijzonderlijk de
markt, krielden van volk; dat juichend
roepend en klagend dooreenzwermde
en de lucht met dof en verward ge
rucht vervulde. De groote meerderheid
dezer menigte bestond uit gewapende
boeren en lotelingen; hier en daar be
merkte men er ook wel enkelen, die
men aan hunne kleeding voor inwo
ners van grootere steden en voor Wel
hebbende iieden kon herkennen.
Eenigen. die zekere teekens op den
hoed of aan den arm droegen, liepen
mét groot gebaar en. geroep tusschen
het gewoel, en poogden elkeen te doen
begrijpen, wat er moest gedaan wor
den; evenwel, ofschoon- het zweet hun
bij druppels van het- hoofd leekte, zij
gelukten er niet in. de -vérwarring te
verminderen: de'eene gebood»dit, de
andere iets anders, én zoo bleef het on
stuimig dooreen wentelen immer voort
duren.
In meer afgelegene straten kon men
echter ook kleine benden gewapende
mannen zien staan, die. in gelederen
geschaard, en onder geleide van eenen
Overste,-ernstig bezig waren met zich
in het behandelen van het geweer en
in de krijgsbeweging te oefenen.
Langs de huizen rondom de Markt,
op hoopeh bétidegoed] zafén de vrou
wen en kinderen, die uit de omliggen
de dorpen naar hier waren gevlucht.
Velen weenden en klaagden over hun
bitter lot; de mees ten aanschouwden
heer C. Grashoff, zegt o.m., dat dit
tijdperk zorgvol is geweest. .Velen he'o-
Iben den bond in den steek gelaten,
.velen leven niet of bijna niet mee,
maar een aantal getrouwen is geble
ven, die den moed niet laten zakken.
Het aantal af deelingen op Januari
1923 bedroeg 31 mét 1073 feden; op
SI December 1925 waren er 24 at-
deelngen met 579 leden. De tot heden
{bekende cijfers van 1926 wettigen 'de
ihoop, dat men spoedig aan he: einde
van den teruggang zal zijn. Van de
«jroote steden heeft wat het ledental
betreft, alleen Rotterdam zich rede
lijk goed gehouden.
De omvangrijke werkloosheid was
oorzaak, dat de uitkeeringen uit de
Werkloözenkak niet regelmatig konden
plaats hebben. Tevens moesten 'deuit-
iceeringen verlaagd en de bijdragen
Ider leiden verhoogd worden.
De gevoerde acties stonjd:n voorna
melijk m het teöken van afvoeren van
verslechteringen. Te dienaanzien werd,
veel en goed werk gejdaan.
De financieele toestand van den
bond is gezond. Aan bezuiniging] is gé-
daan wat nooidig was. .Voor vermeer
dering van het ledental roept het ver
slag ae medewerking van alle leden m.
Het financiee.e verslag s'.uitt voor
1923, 1924 en 1925 in ontvangsten eni
uitgaven op respectievelijk f20.311,83
f 19.073,ÖïVs esn f 17.513,28. De ba
tige saldi zijn respectievelijk t 58995,77
f 6164,73 en f 6976,94. Het lompen-
fonds sluit op f '8868,10Vs. Het heeft
een batig saldo van f 7461.59V'. Hen
ziekenfonds sluit over de drie jaren
op respectievelijk f 7334,21, f7496,49
en f 7967,59; de batige salldi zijn
resp. f 4098,31. 4941,80 en f 5561,23.
U itgekee?)d werd resp. f 3018,oO,
f 2384,79 ea f 2255,07. De werkloozeru
kas sluit op respectievelijk f 12,245,29,.
f 9298,70 en f 10.141,47. Uitgekeetddi
.Werd resp. f 11,942,29, f (0381,85 eau
f8142.
De bezittingen waren od 31 Dèc.
1925 f14.478,57, benevens twee obli
gaties van 1100 en 3 aandeelen waar
op gestort f 600. Geen schuilden.
De verslagen werden goedgekeurd.
Besloten world, (dat ae zetel van
'het hoofjdbestuur te Rotterdarfi ge
vestigd zal blijven.
In principe wenjd besloten, dat 'de
volgerjde algemeene vergadering over
twee jaar gehouden 'zat worden, en
wel te Utrecht.
Amsterdam, Den Haag, Middel
burg, Zwolle en Groningen wertdie*
aangewezen als afdeelingen, die elk
een hoofdbestuurder moeten benoe
men.
Besloten weald, ten genoegen van!
•den «rijksdienst, te bepalen dat de
werkloozenkas uitsluitend zat uitkee-
ren v. d. 3en Maandag in No v. tot en
met den laatst en Zaterdag in Maaart,
en van den laatsten Maandag in Juli
tot en met den laatste.i Zaterdag in
Augustus. Uit de vergadering kwam
verzet tegen deze regeling. Het hoofd
bestuur deed de toezegging, te gele
gener tijkl zoó mogelijk deze tijdvak
ken uit te bredd«a.
Ten aanzien van een voorstel-
Utrecht, de contributiezegels te ver
vangen door stempels, wees de pen
ningmeester er op, dat het reglement
vtoor |de werkloozenkassen zegels
•woorschrijft. Men kan deze kwestie
echter plaatselijk oplossen in overleg
met het gemeentebestuur.
Na den gemeenschappelijken maal-
tijjd hield ae voorzitter een inleiding
over: propaganda en verplicht lid
maatschap
DE STUDEERENDE JEUGD.
De Hollandsche en de Amerikaansche
student.
IHet is niet onaardig, zegt Ada van
Arkel in „De Hollandsche Huisvrouw
eens een vergelijking te maken tus
schen dein Holllandschen student en
zijn Amerikaansche collega. Wij ken
nen allien het Hollandsche „standaard
type": gepomadeerd hoofd, zijden sok
ken, de nieuwste dassen, goed dan
seur, perfect tennisspeler, „doet" veel
aan sport, praat over de „ouwe heer",
de „ploertin" en „mijn kastnegeert
zijn zuster en maakt haar vriendinnen
als ze knap zijn, het hof. Achter dit
masker van „Lebemann" schuilt dik
wijls een flinke kerel, die alleen maar
izijn wilde haren kwijt moet zijn om
in stommen angst en roerloos het
koortsig gewoel der mannen. Bij het
stadhuis, onder den klokketoren, had
men den gTond met stroo overdekt,
op dit legerbed lagen of zaten een vijf
tigtal gekwetsten, met hoofd of armen
in bebloede doeken gewonden. Tus
schen hen wandelden eenige Gasthuis
nonnen, om voedsel, hulp of troost te
brengen aan wie zulks mocht behoe
ven; de weldadige zusters verzorgden
hunne ongelukkige landgenooten met
de teederste bekommernis, met de in
nigste liefde.
De morgen was reeds ver gevorderd,
nog altijd zwermden de gewapende
mannen door elkaar en liepen van den
eenen kant tot den anderen, om hunne
Oversten te zoeken of hunne makkers
te vergaderen.
Eensklaps hoorde men buiten de
stad en nog zeef verwijderd eenige ge
weerschoten lossen. Terwijl iedereen
met verrassing' in dé hoogte zag en
luisterde, begon de noodklok storm te
luiden
Eenige mannen daalden van het
stadhuis en kwamen op de Markt tus
schen de menigte gesprongen, roepen
de:
„Te wapen! Op! naar de Beneden-
poort! De vliegende kolohnen! Devlie
gende kolonnen!"
Een verward gerucht steeg boven de
stad. De mannen herhaalden den nood
kreet, of riepen elkander on om naar
de poort te trekken; trommels en trom
petten mengden hunne strildmchtige
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 4 Augustus 192H.
In het pas verschenen Leidsche
Jaarboekje vond ik in een beschrijving
van onze stad uit het begin der 17e
eeuw, de volgende lofzang op de Leid-
sche zindelijkheid:
„Daar en is geen statt in Europa
die moeglich schoner ende puntlickrr
straten hefft, als deze; sie worden vast
alle 8 dagen gewasschen voer ö';n ieder
sijn deure, ende hoe meer het regent,
hoe 9ie claerder worden.'
Leiden is in vele opzichten vooruit
gegaan.
Maar inzake de schoonheid ende
puntlickheid van de straten zijn we er
naar 't schijnt niet op vooruitgegaan.
Het is nu: hoe meer het regent, hoe
vuilder sie worden.
Toch betwijfel is, of er gejuicht zou
worden als we de puntlicke straten uit
de 17e eeuw terugkregen.
De verandering zou, vrees ik, geen
verbetering blijken te zijn.
OBSERVATOR
een harde werker en een „man" te
worden.
Maar een punt dat zeker overweging
verdient is het feit. dat onze jonge
mannen en jonge meisjes het zoo heel
gewoon en vanzelfsprekend schijnen te
vinden, dat de ouders hen laten stu-
deeren en alle kosten van die dikwijls
zeer lange studie op zich nemen. Zel
den wordt er aan gedacht, dat ook al
zijn de ouders niet onbemiddeld, het
laten studeeren van een der kinderen
soms de anderen benadeeld of dat de
ouders zelf zich veel daarvoor moeten
ontzeggen.
Onze tgenwoordige jeugd is over het
algemeen zeó egoist, zoo met zich zelf
ingenomen, dat zij de onders eigenlijk
alleen maar beschouwt als een soort
noodzakelijk kwaad, waar ie eigenlijk
meer last dan pleizier van hebt, en die'
alleen goed genoeg zijn om je een flink
maandgeld te geven en je pretjes en
uitgangetjes te bekostigen. En zelden
staat de halfvolwassene stil bii de op
offeringen die de ouders gebracht heb
ben om hea^ groot te krijgen, denkt hij
aan de genoegens, die vooral de moe
der, zich heeft moeten ontleggen voor
haar kinderen. In bijna elk gezin is de
jeugd van de kinderen een aaneenscha
keling van zorgen voor de moeder. Ze
ker, daar tegenover staan geluksmo
menten, heerlijke warme „zon"-dagen
die alleen zij, die kunnen en mogen
zorgen voor een gezin, leeren kennen;
maar het is niet weg te cijferen, dat
voor de moeder die tiid moeilijk eni
zwaar is, dat er voor eigen genoegen
eigen liefhebberijen al bitter weinig
overschiet.
En worden de kinderen oudeir, zijn
ze eindelijk „groot," dan gaan ze stu
deeren, de jongens en meisjes, dan ei-
schen ze alsof het van zelf spreekt, een
ruime toelage, hn pretjes, hun lid
maatschap voor allerlei culbs. en moe
ders illusies van jaren, een buiteöland
sche reis, een abonnement op 'n reeks
concerten, het aanschaffen van nieuwe
meubels of boeken, het wordt weer al
les verschoven tot een ver verschiet,
als de kinderen „afgestudeerd" zullen
zijn.
En daar treft zoo sterk het verschil
tusschen den Hiollandsehen en den
Amerikaanschen student. De Ameri
kaan met zijn zoo uitgesproken tonaf
hankelijkheid sgevoel zou het eenvou
dig niet ^fair" vinden om, eenmaal vol
wassen, nog op den zak van zijn oudera
te leven. Het 9preekt voor hem van
zelf, dat hij de kosten voor ziim verdere
opleiding dan, zoo mogelijk geheel,
zelf verdient.
De Amerikaansche jeugd kent geluk
kig onze dwaze vooroordeelen, ons
vastzitten aan verouderde begrippen en
tradities niet, en de Jonge Amerikaan
van „standing" wascht met evenveel of
even weinig zelfbewustheid borden in
een hotel, als hij een bezoek brengt
aan zijn professor of op een bal zijn
gastvrouw complimenteert. Eti door
dit gevoel van onafhankelijkheid en
van „eigenwaarde", dit gevoel, dat zij
blijven wie ze zijn, wat ze ook* doen,
maakt dat ze hun werk. ook het zui
vere handenarbeid met hart en ziel
en met volkomen toewijding doen.
Bij ons gaan ook jaarlijks in de va-
galmen tusschen het machtig geklep
der stormklok; vrouwen en kinderen
kermden met akelig misbaar.
De mannen liepen in wanorde voor
uit naar de aangewezene poort; de
vrouwen en kinderen vluchtten de hui
zen in; de gekwetsten die zich nog op
richtten of nog kruipen konden, zoch-
iten insgelijks eene veiligere schuil
plaatsen in min dan eenige oo-
genblikken waren Markt en straten
eenzaam en stil. Deuren-en vensters
werden gesloten; wie niet 9triiden kon
of niet strijden durfde, verborg zich
in kelders of andere schuilhoeken,
en de stad werd doodsch en verlaten
als ware zij onbewoond geweest.
De gewapende mannen hadden in-
tusschen Üe poort bereikt, die door den
aanval des vijands bedreigd scheen.
Daar zij nog altijd in de verte de ge
weerschoten hoorden lossen, wilden de
ineésten in het veld de Franschen te
gemoet loopen; doch het gelukte den
Oversten hen te overtuigen, dat zii he
ter zouden doen met zich bil de eerste
huizen der stad verschanst te houden
en den vijand in te wachten. Eenigen
der onversaagden miskenden dit be
vel en begaven zich veldwaarts in.
Tusschen vele andere maatregelen,
die in aller haast beraamd werden,
vond men zoo goed al de hulzen van
dit deel der stad. Benedery genaamd,
met mannen te bezetten, om uit ven
sters en kelders op den vijand te schie
ten, indien het hem gelukte de patriot
ten zooverre achteruit te dritven