m de mm mm. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 4 AUGUSTUS 1920 TWEEDE blad. Toch vooruitgang. De Middeleeuwsche' Maatschappij,, zegt Patrimonium", wordt dikwijs gê» idealiseerd. En het moet erkend: zrj had veel goeds. Maar in de 14de en 15de eeuw was toch ook het bederf in de zedelrjke en maatschappelijke verhoudingen niet ge- ring. Een enkel feit worde slecht? vermeld In onzen tijd wordt, ook in verband met den geweldigen groei der groote steden, terecht ernstig geklaagd ovei de toename van prostitutie. Zelfs is melt meermalen, en niet ten onrechte, on tevreden over de politie, die niet krach tig genoeg tegen het kwaad optreedt. P r i n c i pi eel neemt de Overhelt evenwel in onzen tijd een heel wat zu> verder standpunt in, dan b.v. het Am- damsche stadsbestuur van 14 en 150a Immers waren toen de „dienaren vaiu den Schout'' de politie bordeel houders en souteneurs. Ja, alléén de Schoutsknechten mochten een bordeel houden. Kon een Schoutsknecht mét *n voor bordeel geschikt pand krijgen in de omgeving van Pijlsteeg en Ivoesteeg, dan had hij slechts een huis aan te wij:.: n en het werd hem verschaft „"bij koopinge van den gerechte". Ter 'Gouw verklaart deze houding van de Overheid uit de overweging dat het bordeelhouden door een schoutdienaar de bezoldiging uitwon. Het is fraai. Bij keur van 1478 werden de bordee- len openlijk erkend, omdat men de pu blieke vrouwen ,,in handelssteden niet kon ontberen". •Het kwaad werd gereglementeerd, In later eeuw is die reglementeering, zij het in eenigszins anderen vorm, te ruggekomen. Thans is hopelijk voor goed ver dwenen. De arbeid van Pierson en anderen bleef -niet ongezegend. Dat aan het eind van de Middel-^ eeuwen een stelsel mogelijk was, waarbij men politiedienaren bortleelen liet ex ploiteer en, wijst wel op een verzwakt moreel besef.' -i Men kan van onzen tijd veel kwaad zeggen. De publieke eerbaarheid wordt ook nu op velerlei wijze belaagd. Maar een dergelijk stelsel zou men iGodö zij dank, nu toch niet meer tole reer en. In zooverre is er dan toch een niet te loochenen vooruitgang". KERK EN SCHOOL. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Burum, I. K. Wes- sels te Veere. Te Nieuwdorp, A. .Wijn gaarden te Baarland. Aangenomen: Naar Tholen, Dt, C. Yeltenaar, Den Haag." Bedankt: Voor Loenen a. d. Vecht en Njeuwlande, Or. C. Veltenaar te Den Haag. CHE. GEREF. KERK. Beroepen: Te 's Gravendeel, A Bikker, cand. te Noardeloos. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te Vlaardingen, 1. yreugdenhil te Brninisse. Algem. Synode der Ned. Herv. Kerk. In behandeling komt het rapport van den heer Bolt over het voorstel van de classikate vergadering van Winscho- ;en tot wijziging van art. 43. al. L ïegl. vacaturen, zoodat deze alinea zal niden: „Predikanten,, die een vaste ijandplaats bekleeden, kunnen, wanneet lij op een nominatie voorkomen, worden ntgenoodigd op beroep te prediken'. Ie commissie merkt op, dat de verboda lepaling, welke in het reglement staat Lateerl van 1818 en verscherpt werd u 1869. Pogingen om haar in te trek en werden tevergeefs beproefd in 1913 1916, 1917 en 1919. Alle leden der commissie adviseeren ot verwerping va,n de wijziging, zoo ils zjj is voorgesteld. Twee leden zou len haar willen vervangen door de ali iea„Een predikant, die een vaste stand ilaato bekleedt, mag niet op beroep FEUILLETON. Jit spannende dagen. (Een Vlaamsch verhaal). 11) Inderdaad, een, krachtig bevel om 'ooruit te gaan weergalmde boven 't sedeelte des wouds, waarin de Fran- clie soldaten zich bevonden: en op het elfde oogenblik sprongen er een hon- lerdtal uit het bout op de vlakte. Als- f dit bevel hen verblijdde, juichten zij n donderend kri.jgsgedruis. „Sim-on Brutus!" mompelde Bruno ot Karei uit De Leeuw, die nevens cru lag en loerde. „Voor hem mijn eerste kogel!" bruF le Karei. Zoo haast de Franscbem de helling es heuvels hadden bereikt, die aan Ie schuilplaats der lotelingen raakte, pacht Bruno den hoorn aan den mond 'n trok er een énkelen doffen galm uit Tachtig geweerschoten weergalmden lort na elkander; dertig soldaten vie- en doodelijk getroffen in het zand. „Het bosch lm, en geladen!" riep iruno. Zijne mannen stonden op en volgden lem dieper in het woud. Onderwijl hadden de vreemde solda- en insgelijks een groot getal schoten n het bosch gericht: doch het nood- ottig verlies, dat zij zoo onvoorziens rieden hadden, deed de meesten een ogenblik aarzelen, Ja zelfs eenigszins prediken, tenzij hij op de nominatie is geplaatst". In de discussie wordt opgemerkt, dal het verkapte prediken op beroep dik wijls gebeurt, waardoor de eerbied voor de kerkelijke wet wordt ondermijnd. Daarom stelt Dr. Niemeyer voor tc lezen: „Het is aan predikanten, die een vaste standplaats bekleeden, niet geoor loofd, op beroep te prediken. Als pre diken op beroep wordt beschouwd het buiten de eigen gemeente vervullen van een preekbeurt met het kennelijk doe\ om daardoor het verkrijgen van een beroep te bevorderen". Tegen deze formuleering wordt o.a het bezwaar ingebracht, dat het moeilijk zal vallen vast te stellen, of men al clan niet met „"het kennelijk doel" is opgo- treden. Het voorstel van Dr. Niemeyer wordt verworpen, en de conclusie van de meer derheicT, strekkende tot handhaving van de bestaande redactie aangenomen met 15 tegen 4 stemmen. Dr. Knappert rapporteert over een voorstel van Dr. Niemeyr, die de recht spraak in de Ned. Herv. Kerk aan de kerkelijke besturen zou willen onttrek ken en zou willen opdragen aan een vaste en onafhankelijke commissie. Hij stelt ten eerste voor, deze wenscheiijk- heid uit te spreken, en ten tweede, een commissie te benoemen, om te onder zoeken, op welke wijze zulks kan ge schieden en welke wetswijzigingen daai toe noodig zullen zijn. Het rapport wordt ter inzage gelegd. De heer Eilerts de Haan heelt een voorstel van Dr. Niemeyer behandeld tot wijziging van het reglement op de predikantstraktemënten, aldus: 1. Art, ia luide voortaan zonder eeiiige toe voeging: „een aanvangstraktement van f 2500 (Art. 3 vervalt). 2. Art. 10 luide voortaan: „tien twfeejaarljjksche verhoogingen van f 100"; art." fa wol de geschrapt. In zjjn toelichting betoogt de voor stellen, dat door deze wijzigingen het reglement bruikbaarder zal-worden voo; de praktijk. Wat 1 betreft, is het naai zjjn gevoelen eenvoudiger en logischer het minimum voor allen gelijk te stel len en het verleenen van hoogere be dragen voor meer werk 'of om an dere redenen over te laten aan de gemeente. Door wijziging onder 2 wordt de centrale kas ontlast en worden de aanslagen der gemeenten belangrijk vei minderd. Tengevolge daarvan zulten alle gemeenten besluiten, den verlaagden aanslag te voldoen, en zal het reglement volledig kunnen functioneeren. Ook dooi 3 wordt de centrale kas ontlhst en wordt een bezwaar weggenomen, dat velen thans tegen het reglement inbrengen. De rapporteerende commissie acht de ze voorstellen praematuur. De bewering, dat bii ver-mindering van de aanslagen de tegenstand vrij algemeen zal op houden, mist voorshands allen grond, vindt althans geen steun in de redenen, die door vele weigerachtige gemeenten voor hun tegenstand worden opgegeven. Met op één na algemeene stemmen ad viseert de commissie de voorstellen niei in behandeling te nemen. Mocht de Sj node hiertoe echter wel besluiten, dan wordt de raad gegeven, alvorens tot behandeling over te gaan, de gegevens te vragen, die noodig zijn, om de gevol gen van de voorstellen te kunnen ba- oordeelen. De voorstellen zedve geven hieromtrent geen berekening. In het rapport worden dan de gegevens ge noemd, waarover men zekerheid zou moeten erlangen. Overeenkomstig de conclusie del meerderheid wordt met 13 tegen 6 stem men besloten, de voorstellen niet in behandeling te nemen (tegen de H.H, Dr. Schokking, Bongers, Van der Veen Dr. Niemeyer, Tammens en Boonstrak Sadhoe Soendar Singh. Omtrent den ook in ons land bekenden JJadboe Soendar Singh deze Christen uit Engelsch Voor-indië trad voor en kele jaren in verschillende plaatsen van ons vaderland «op worden in het tijd schrift Bunteren thans mededeelingen gedaan door zijn vriend Prof. Heileg üie in geregelde briefwisseling met hem staat. Hij gewaagt van zijn werk eu Szijn gezondheidstoestand. Ondanks zijn zwakke gezondheid nam Sadhoe Soendar Sing, gevolg gevende aan de dringende uitnoodiging zijnet vrienden, in Maart van het vorig jaai deel San het congres van het Nationale Britsch Indische Zendingsgenootschap, terugwijken naar het grootere gedeelte der kriigskolorme. dat zich nu eerst bij den boord des wouds vertoonde. In min dan een oogenblik was ech ter het gansche plein overdekt met sol 'daten en dan ontvingen zii bevel, om zonder ontzien in het bosch te dringen. Niet zoo haast waren' de- voorsten eenige treden tusschen het hout ge vorderd, of van alle kanten kwamen uit de verte eenzame kogels hun te ge-moet gevlogen; en goed moesten de ze gebikt zijn, want vele troffen het doel op de rechte plaats en veroor zaakten den vijand een aanzienlijk ver lies. De soldaten morden tegen hun lot en tegen hunne onzichtbare vijanden; evenwel, door de stem hunner Over sten voortgedreven, versnelden zij hun nen gang en 'drongen verder en ver der in het bosch, onderwin in het wil de schietende, zonder te weten waar hunnen kogels hun Icop zouden ein digen. Lang weergalmde het woud van den knal der vuurroeren, totdat al- lengskens het akelig gerucht zich ver wijderde en eindelijk verdoofde, ver flauwde, en geheel verging, zonder dat de bewoners der omliggende gehuch ten zeggen konden, of de strijd opge houden had of niet. VII. Terwijl de arme bewoners van Wal- deghem door hunne wréede vijanden in de bosschen werden nagejaagd. De vergaderde Indische Christenen wil den Soendar Singh benoemen tot bis schop van een nieuwe Ncord-Indischo Nationale Kerk, die in plaats van de Anglieaansche, Presbyteriaansehe, Bap~ tistfsche en Methodistische kerken zou treden. De 'Sadhoe wees echter zulks van de hand. Niettemin noopten zijn landgenoot- ten hem het presidium, te aanvaarden van de commissie, die .tot taak kreeg, bovenbedoelde ineen smeltingsplannen te verwezenlijken. Niettegenstaande Soendar Singh in den loop van den zomer-meei en meel aan de longen begon télijden, kon hij nog gelegenheid vinden om verschillen de malen zjjn prediking te. hervatten, alsook om 'n boekje in de Oérdoetaal te voltooien, dat den titel heeft (in Ned vertaling): „Gedachten uit verschillend gezichtspunt over het geestelijk- leven*. In September kreeg hij te lijden van een Oostersche oogziekte, zoodat hip ga- vaar liep, geheel blind te worden, wat vanzeiven zpn verdere Werkzaamheid ge heel onmogelijk gemaakt zou. hebben. Prof. Heiier besluit zijn artikel mét de mededeeling, dat, naar het zich laat aanzien, het rechteroog van den Sadhoe behouden zal kunnen blijven; de toe stand van zijn longen wordt daarentegen •voortdurend bedenkelijker. Dé Sadnoe zelf is er van overtuigd, dat. zijn dagen hier op aarde geteld zjjn. De Nederlandsche taal ln N.-Amerlka. De Nederlandsche taal', die vooral in de wjjde omgeving van Grand Rapids in Michigan nog niet zoo lang geleden in het huiselijk verkeer gesproken werd en waarvan de Gereformeerde Kerk in Amerika zich voor prediking, catechi satie en op kerkelijke vergaderingen ba diende, dreigt weldra geheel en al te ferdwijnen. Werd op de synode dezer kerk te Ka- lamazoo in 1924 de preek door den pre sident nog in het Nederlandsch uitge sproken, op de synode te Englewood in 1926 gehouden, was de officieele ai scheitlsrede van den president in het Engelsch. Rapporten en syn. akten wot den bijna zonder uitzondering in het En felsch opgesteld en de discussies via en in deze taal plaats, Pe jonge afgevaardigden kennen, geen Nederlandsch meer en Dr. Henrj Heets, een der geestelijke leiders, die eertijds zoo warm voor het behoud van onze taal streed, geeft blijkens „The Banner" den moed „op, en pleit voor dooi voering van de Engelscne taal en at volledige Americanisatie van den Hol lander. Met instemming haalt hij het" woord van president Roosevelt aan, 5 Jan. '19, den avond voor zijn sterven gesproken, „We have room for but one language here, and that is the English language we have room for but one flag, the American flag". „Wij moeten aldusDr. Beets ons met wikkelen in een hopeloozen strijd, die zeker op een nederlaag uit loopt, om 'de Nederlandsche taal te be houden, maar wij moeten beguuvigen en propageeren de officieele taal in ons land, dat is het Engelsch". Zoo zal dus binnenkort alle spoor van Nederlandsche taal' in. Noord-Ame rika absoluut verdwenen zijn en het „down on the Dutch" heeft gezegeviera Én hoeveel mooie oud-Hollandsche tra ditie op die manier in Amerika tege lijkertijd zal wegsterven, hierover moet men maar liever niet te lang nadenken. Uit hc* Sociale Leven. Arbeiders in de kledingindustrie. De Nederl. Chr. Bond van arbei ders en arbeidsters in de kleeding- jndustrie en aanverwante vak'ken t(N. C. B. K.) heeft Maandag in het .café Suisse te Rotterdam zijn zesde algemeene vergadering genouden, on der voorzitterschap van den heer iWj. Nieuwland alddaar. De vergadering werd geopend, met het zingen van psalm 64 verzen 3 en 6, en met gebed. In zijn openingswoord betoogde de voorzitter uitvoerig de noodzakelijk heid, juist in dezen tijd, van een chris telijke organisatie tegenover de mo derne organisaties. Het verslag o ver de jaren 1923, 1924 en 1925 van den toestand e.i de ."werkzaamheden van" den bond, van den peerettaris-penningmeéster, tien bood de stad Herenthals een zonder ling vertoog aan. Al de straten, maar bijzonderlijk de markt, krielden van volk; dat juichend roepend en klagend dooreenzwermde en de lucht met dof en verward ge rucht vervulde. De groote meerderheid dezer menigte bestond uit gewapende boeren en lotelingen; hier en daar be merkte men er ook wel enkelen, die men aan hunne kleeding voor inwo ners van grootere steden en voor Wel hebbende iieden kon herkennen. Eenigen. die zekere teekens op den hoed of aan den arm droegen, liepen mét groot gebaar en. geroep tusschen het gewoel, en poogden elkeen te doen begrijpen, wat er moest gedaan wor den; evenwel, ofschoon- het zweet hun bij druppels van het- hoofd leekte, zij gelukten er niet in. de -vérwarring te verminderen: de'eene gebood»dit, de andere iets anders, én zoo bleef het on stuimig dooreen wentelen immer voort duren. In meer afgelegene straten kon men echter ook kleine benden gewapende mannen zien staan, die. in gelederen geschaard, en onder geleide van eenen Overste,-ernstig bezig waren met zich in het behandelen van het geweer en in de krijgsbeweging te oefenen. Langs de huizen rondom de Markt, op hoopeh bétidegoed] zafén de vrou wen en kinderen, die uit de omliggen de dorpen naar hier waren gevlucht. Velen weenden en klaagden over hun bitter lot; de mees ten aanschouwden heer C. Grashoff, zegt o.m., dat dit tijdperk zorgvol is geweest. .Velen he'o- Iben den bond in den steek gelaten, .velen leven niet of bijna niet mee, maar een aantal getrouwen is geble ven, die den moed niet laten zakken. Het aantal af deelingen op Januari 1923 bedroeg 31 mét 1073 feden; op SI December 1925 waren er 24 at- deelngen met 579 leden. De tot heden {bekende cijfers van 1926 wettigen 'de ihoop, dat men spoedig aan he: einde van den teruggang zal zijn. Van de «jroote steden heeft wat het ledental betreft, alleen Rotterdam zich rede lijk goed gehouden. De omvangrijke werkloosheid was oorzaak, dat de uitkeeringen uit de Werkloözenkak niet regelmatig konden plaats hebben. Tevens moesten 'deuit- iceeringen verlaagd en de bijdragen Ider leiden verhoogd worden. De gevoerde acties stonjd:n voorna melijk m het teöken van afvoeren van verslechteringen. Te dienaanzien werd, veel en goed werk gejdaan. De financieele toestand van den bond is gezond. Aan bezuiniging] is gé- daan wat nooidig was. .Voor vermeer dering van het ledental roept het ver slag ae medewerking van alle leden m. Het financiee.e verslag s'.uitt voor 1923, 1924 en 1925 in ontvangsten eni uitgaven op respectievelijk f20.311,83 f 19.073,ÖïVs esn f 17.513,28. De ba tige saldi zijn respectievelijk t 58995,77 f 6164,73 en f 6976,94. Het lompen- fonds sluit op f '8868,10Vs. Het heeft een batig saldo van f 7461.59V'. Hen ziekenfonds sluit over de drie jaren op respectievelijk f 7334,21, f7496,49 en f 7967,59; de batige salldi zijn resp. f 4098,31. 4941,80 en f 5561,23. U itgekee?)d werd resp. f 3018,oO, f 2384,79 ea f 2255,07. De werkloozeru kas sluit op respectievelijk f 12,245,29,. f 9298,70 en f 10.141,47. Uitgekeetddi .Werd resp. f 11,942,29, f (0381,85 eau f8142. De bezittingen waren od 31 Dèc. 1925 f14.478,57, benevens twee obli gaties van 1100 en 3 aandeelen waar op gestort f 600. Geen schuilden. De verslagen werden goedgekeurd. Besloten world, (dat ae zetel van 'het hoofjdbestuur te Rotterdarfi ge vestigd zal blijven. In principe wenjd besloten, dat 'de volgerjde algemeene vergadering over twee jaar gehouden 'zat worden, en wel te Utrecht. Amsterdam, Den Haag, Middel burg, Zwolle en Groningen wertdie* aangewezen als afdeelingen, die elk een hoofdbestuurder moeten benoe men. Besloten weald, ten genoegen van! •den «rijksdienst, te bepalen dat de werkloozenkas uitsluitend zat uitkee- ren v. d. 3en Maandag in No v. tot en met den laatst en Zaterdag in Maaart, en van den laatsten Maandag in Juli tot en met den laatste.i Zaterdag in Augustus. Uit de vergadering kwam verzet tegen deze regeling. Het hoofd bestuur deed de toezegging, te gele gener tijkl zoó mogelijk deze tijdvak ken uit te bredd«a. Ten aanzien van een voorstel- Utrecht, de contributiezegels te ver vangen door stempels, wees de pen ningmeester er op, dat het reglement vtoor |de werkloozenkassen zegels •woorschrijft. Men kan deze kwestie echter plaatselijk oplossen in overleg met het gemeentebestuur. Na den gemeenschappelijken maal- tijjd hield ae voorzitter een inleiding over: propaganda en verplicht lid maatschap DE STUDEERENDE JEUGD. De Hollandsche en de Amerikaansche student. IHet is niet onaardig, zegt Ada van Arkel in „De Hollandsche Huisvrouw eens een vergelijking te maken tus schen dein Holllandschen student en zijn Amerikaansche collega. Wij ken nen allien het Hollandsche „standaard type": gepomadeerd hoofd, zijden sok ken, de nieuwste dassen, goed dan seur, perfect tennisspeler, „doet" veel aan sport, praat over de „ouwe heer", de „ploertin" en „mijn kastnegeert zijn zuster en maakt haar vriendinnen als ze knap zijn, het hof. Achter dit masker van „Lebemann" schuilt dik wijls een flinke kerel, die alleen maar izijn wilde haren kwijt moet zijn om in stommen angst en roerloos het koortsig gewoel der mannen. Bij het stadhuis, onder den klokketoren, had men den gTond met stroo overdekt, op dit legerbed lagen of zaten een vijf tigtal gekwetsten, met hoofd of armen in bebloede doeken gewonden. Tus schen hen wandelden eenige Gasthuis nonnen, om voedsel, hulp of troost te brengen aan wie zulks mocht behoe ven; de weldadige zusters verzorgden hunne ongelukkige landgenooten met de teederste bekommernis, met de in nigste liefde. De morgen was reeds ver gevorderd, nog altijd zwermden de gewapende mannen door elkaar en liepen van den eenen kant tot den anderen, om hunne Oversten te zoeken of hunne makkers te vergaderen. Eensklaps hoorde men buiten de stad en nog zeef verwijderd eenige ge weerschoten lossen. Terwijl iedereen met verrassing' in dé hoogte zag en luisterde, begon de noodklok storm te luiden Eenige mannen daalden van het stadhuis en kwamen op de Markt tus schen de menigte gesprongen, roepen de: „Te wapen! Op! naar de Beneden- poort! De vliegende kolohnen! Devlie gende kolonnen!" Een verward gerucht steeg boven de stad. De mannen herhaalden den nood kreet, of riepen elkander on om naar de poort te trekken; trommels en trom petten mengden hunne strildmchtige AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 4 Augustus 192H. In het pas verschenen Leidsche Jaarboekje vond ik in een beschrijving van onze stad uit het begin der 17e eeuw, de volgende lofzang op de Leid- sche zindelijkheid: „Daar en is geen statt in Europa die moeglich schoner ende puntlickrr straten hefft, als deze; sie worden vast alle 8 dagen gewasschen voer ö';n ieder sijn deure, ende hoe meer het regent, hoe 9ie claerder worden.' Leiden is in vele opzichten vooruit gegaan. Maar inzake de schoonheid ende puntlickheid van de straten zijn we er naar 't schijnt niet op vooruitgegaan. Het is nu: hoe meer het regent, hoe vuilder sie worden. Toch betwijfel is, of er gejuicht zou worden als we de puntlicke straten uit de 17e eeuw terugkregen. De verandering zou, vrees ik, geen verbetering blijken te zijn. OBSERVATOR een harde werker en een „man" te worden. Maar een punt dat zeker overweging verdient is het feit. dat onze jonge mannen en jonge meisjes het zoo heel gewoon en vanzelfsprekend schijnen te vinden, dat de ouders hen laten stu- deeren en alle kosten van die dikwijls zeer lange studie op zich nemen. Zel den wordt er aan gedacht, dat ook al zijn de ouders niet onbemiddeld, het laten studeeren van een der kinderen soms de anderen benadeeld of dat de ouders zelf zich veel daarvoor moeten ontzeggen. Onze tgenwoordige jeugd is over het algemeen zeó egoist, zoo met zich zelf ingenomen, dat zij de onders eigenlijk alleen maar beschouwt als een soort noodzakelijk kwaad, waar ie eigenlijk meer last dan pleizier van hebt, en die' alleen goed genoeg zijn om je een flink maandgeld te geven en je pretjes en uitgangetjes te bekostigen. En zelden staat de halfvolwassene stil bii de op offeringen die de ouders gebracht heb ben om hea^ groot te krijgen, denkt hij aan de genoegens, die vooral de moe der, zich heeft moeten ontleggen voor haar kinderen. In bijna elk gezin is de jeugd van de kinderen een aaneenscha keling van zorgen voor de moeder. Ze ker, daar tegenover staan geluksmo menten, heerlijke warme „zon"-dagen die alleen zij, die kunnen en mogen zorgen voor een gezin, leeren kennen; maar het is niet weg te cijferen, dat voor de moeder die tiid moeilijk eni zwaar is, dat er voor eigen genoegen eigen liefhebberijen al bitter weinig overschiet. En worden de kinderen oudeir, zijn ze eindelijk „groot," dan gaan ze stu deeren, de jongens en meisjes, dan ei- schen ze alsof het van zelf spreekt, een ruime toelage, hn pretjes, hun lid maatschap voor allerlei culbs. en moe ders illusies van jaren, een buiteöland sche reis, een abonnement op 'n reeks concerten, het aanschaffen van nieuwe meubels of boeken, het wordt weer al les verschoven tot een ver verschiet, als de kinderen „afgestudeerd" zullen zijn. En daar treft zoo sterk het verschil tusschen den Hiollandsehen en den Amerikaanschen student. De Ameri kaan met zijn zoo uitgesproken tonaf hankelijkheid sgevoel zou het eenvou dig niet ^fair" vinden om, eenmaal vol wassen, nog op den zak van zijn oudera te leven. Het 9preekt voor hem van zelf, dat hij de kosten voor ziim verdere opleiding dan, zoo mogelijk geheel, zelf verdient. De Amerikaansche jeugd kent geluk kig onze dwaze vooroordeelen, ons vastzitten aan verouderde begrippen en tradities niet, en de Jonge Amerikaan van „standing" wascht met evenveel of even weinig zelfbewustheid borden in een hotel, als hij een bezoek brengt aan zijn professor of op een bal zijn gastvrouw complimenteert. Eti door dit gevoel van onafhankelijkheid en van „eigenwaarde", dit gevoel, dat zij blijven wie ze zijn, wat ze ook* doen, maakt dat ze hun werk. ook het zui vere handenarbeid met hart en ziel en met volkomen toewijding doen. Bij ons gaan ook jaarlijks in de va- galmen tusschen het machtig geklep der stormklok; vrouwen en kinderen kermden met akelig misbaar. De mannen liepen in wanorde voor uit naar de aangewezene poort; de vrouwen en kinderen vluchtten de hui zen in; de gekwetsten die zich nog op richtten of nog kruipen konden, zoch- iten insgelijks eene veiligere schuil plaatsen in min dan eenige oo- genblikken waren Markt en straten eenzaam en stil. Deuren-en vensters werden gesloten; wie niet 9triiden kon of niet strijden durfde, verborg zich in kelders of andere schuilhoeken, en de stad werd doodsch en verlaten als ware zij onbewoond geweest. De gewapende mannen hadden in- tusschen Üe poort bereikt, die door den aanval des vijands bedreigd scheen. Daar zij nog altijd in de verte de ge weerschoten hoorden lossen, wilden de ineésten in het veld de Franschen te gemoet loopen; doch het gelukte den Oversten hen te overtuigen, dat zii he ter zouden doen met zich bil de eerste huizen der stad verschanst te houden en den vijand in te wachten. Eenigen der onversaagden miskenden dit be vel en begaven zich veldwaarts in. Tusschen vele andere maatregelen, die in aller haast beraamd werden, vond men zoo goed al de hulzen van dit deel der stad. Benedery genaamd, met mannen te bezetten, om uit ven sters en kelders op den vijand te schie ten, indien het hem gelukte de patriot ten zooverre achteruit te dritven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5