NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 JULI 1926 met den consulent der vacante kerk van Bolnes, haar kerkeraad besloten heeft, de Deputaten der Generale Sy node in betrekking tot de hangende kerkelijke kwestie (Prof. Dr. H. H. Kuy per c.s.) met gemeld optreden van Ds. Hasper in kennis te stellen. iK de Rotterdammer'' maakt de'heer G. J. Heij Az., in verband met deze zaak nog de volgende opmerkingen. ie. Dat de kerkeraad niet.besloot om Deputaten met het optreden van Ds. H. in kennis te stellen, maar om bp een der Hoogleeraren in het Kerkrecht ad vies te t^agen, in hoeverre een optre den als van Ds. H. toelaatbaar is te achten: ae. dat het nemen van dit besluit niet werd beinvloed door het feit, dat een lid, niet een paar leden de monstratief het kerkgebouw verliet. Dit zou trouwens ook moeilijk kunnen, daar het er slechts één was van de ongeveei 300 kerkgangers. Niet te loochenen echter is het feit dat heel het optreden van Ds. H. 'en jin het gebed, èn vaak door zinspelingen op de aanhangige zakeii in de predica te, en vooral in de particuliere gesprek ken, tot mnn spijt geschaad heeft da sympathie die er hier bp zeer velen nog voor Ds. van Duin gevonden wordv Een heetgebakerd predikant. Amerikaansche predikanten worden ons gewoonlijk geschilderd als voorbeel den van practiscnen zin en kordaatheid. Naar het volgende verhaal te oordea len ,is echter de. Baptistenpredikant van Fort Worth, die den veelzegeenden bij naam van .Texas Tornado" draagt. Da. Norris, die in kordaatheid toch wel wat heel ver is gegaan. Dezer dagen heeft hij, toen op een avond Zijn stadgenoot Ëllioth Chips, rjjk houthandelaar en vooraanstaande figuur in de stedelijke politiek van Forc Worth, bij hem kwam om hem te onder houden over des predikanten bestrijding van de gemeentelijke politiek en zeden, dezen in zijn studeerkamer doodgescho ten. Ds. Norris beweert uit zelfverdedi ging gehandeld 'te hebben. Zestien uren nadat de doodslag was geschied en a« predikant na borgtocht was vrijgelaten sprak hij voor zijn gehoor van 4000 zielen spn preek uit, waarmee hfj der. avond te voren bezig was geweest, over „Zoo is er dan geen verdoemenis voci hen, die in Christus Jezus zijn". De geheele gemeente, die onder Nol- ris' leiding zeer in bloei is toegenomen, staat achter baar predikant en er wordt beweerd, dat er betrouwbare getuige nissen te vinden zijn, die wijzen op een samenzwering, 0111 Ds. Norris van hei leven te berooven. Deze had allengs met zijn blad „Hel Zoeklicht", dat een oplaag van 60.000 exemplaren heeft, zeer veel invloed ge kregen, die hij ook aanwendde tot wat in z(jn oog saneering van de gemeen telijke politiek en administratie was. Ontslagkwestie. De commissie van Beroep van de scholen, aangesloten bn den Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel, heeft eindelijk uitspraak gedaan in de ont slagkwestie te Groot-Ammers. Het bestuur der Bijzondere School, aldaar Ds. H. J. van Schuppen, eere voorzitter en de heer P. Maurik, se cretaris had op 16 December 1925 met ingang van 1 April 1926 ónge vraagd ontslag gegeven aan het hoofd der genoemde school, den heer C. J, Smith, (directeur van het doof hem in September 1925 opgerichte Bureau voor Chr. Vredeszending aldaar) wqgens het voeren van anti-militairistische propa ganda in en buiten de school en „tal ugn andere grieven". De Commissie, bestaande uit de heo- ren: Mr. V. H. Rutgers, Dr. K. Dijk. J. C. VVirtz Czn., Air. J. A. de Wild&j J. Schouten, J. van der Molen, Prol Jhr. Mr. D. G. Rengers, Hora Siccams heeft dit ontslag gehandhaafd na een breedvoerige schriftelijke gedachtewia- ling en een 2-tal vergaderingen op 29 Mei en 12 Juni waarbij het bestuur werd bijgestaan iocr den rechtskundigen ad viseur der Vereen, van Chr. Ondenvfr- zers en Onderwijzeressen, Mr. J. J. de Waal Malefüt te Utrecht, en de heef. Smith door Ds. A.. J. Wartena, Ned. Herv. predikant te Zevenaar en den heet A. P. Junqeurt, Algemeen secretaris, der „Unie van Chr. Onderwijzers". De Commissie grondt hare uitspraak op de volgende overwegingen, n.l., dat AAN HET ZOEKUCHT. Leiden, 22 Juli 1926. Een eigenaardige methode wordt in Suriname toegepast om de tekorten weg te werken. In het verslag van de Comm. voor de Financiën las ik dat eenige jaren geleden een ambtenaar werd gepen- sionneerd. Hij kreeg een pensioen van ruim f 1000. Een paar jaar later werd de man op nieuw aangesteld op het maximum salaris enmet behoud van het vol le pensioen. Op deze dwaasheid werd toen de aandacht der autoriteiten gevestigd, met het gevolgdat eenzelfde ge va! zich opnieuw afspeelde, maar nu mef. hoogere ambtenaren met natuurlijk hoogere salarissen. De pensioenen resp. f 4500 en f 3300 werden gehandhaafd en daarnaast de (maximum)-tractementen toegekeul van f 5400 en f 5000. En dan begrijpt men maar niet, dat deze.kolonie altijd met tekorten werkt OBSERVATOR uit de schriftelijke stukken en uit ae mondelinge behandeling gebleken is, dat appellant het voeren van oorlog en het verrichten van militairen dienst in strija acht met Gods Woord en daarom onge oorloofd en deze meening niet alleen in het openbaar voorstaat, maar zich ook verplicht acht, daarvan in de school te doen blgken, zrj het occasioneel voozoq- ver naar 5}ijn oordeel "het geschiedenis onderwijs daartoe aanleiding geeft; dat hp dit naar zgn medeaeeling in een voor kinderen bevattelijken vorm doet en dus niet in propagandistischen geest; dat de voormelde opvatting omtrent hetgeen uit het Christelijk beginsel voortvloeit inzake het verrichten van militairen dienst in strijd is met de eeu wenoude traditie op dit punt, die deel uitmaakt van het Christelijk beginsel in den traditioneelen Gereformeerden ziiy welke traditie in de Statuten der Vei- eeniging is neergelegd in art. i, luiden de: „De grondslag der vereeniging is de Heilige Schrift, opgevat in overeenstem ming met de drie Formulieren van Eem» heid. Z* gaat uit van het beginsel, da» volksopvoeding en volksonaerwgs g;. heel in overeenstemming moet zrjn me*, den in den bijbel geopenbaaruen wil Gods" en 0Qk gehuldigd wordt door het Bestuur en door de ouders; dat bp de benoeming van appellant, waarbij hij in art. 6 zijner Acte vaa Benoeming in zijn onderwijs wordt ge bonden aan de beginselen, die den grona slag vormen van de vereeniging, is ui Ij- gegaan van de aangegeven overtuiging die bij het bestuur bestaat en dat appel lant verplicht is de door het aanvaarden zgner benoeming op zich genomen plich ten te goeder trouw na te komen;, dat het niet alleon openlijk buiten de school, propageeren, maar ook in de school voorstaan van appellants boven vermelde opvatting omtrent het verrich ten van militairen dienst in strgd is met deze verplichting; dat 't Bestuur heeft ingezien, d. deze gedragingen van appellant grond op leverden om met appellant te spreken, doch appellant deze bespreking onmo gelijk gemaakt heeft met name door het weigeren in de daartoe belegde bestuurs vergadering te verschijnen, indien niet zijnerzijds een .gedelegeerde" mocht worden medegebracht, die de notulen zou bijhouden; dat overigens uit hetgeen door en na mens appellant aan de Commissie is medegedeeld blijkt, dat appellants vei* melde opvatting omtrent net verrichten van militairen dienst en zijn oordeel, dat hij niet kan nalaten, daarvan ook in de kjhool te doen blijken, bg hem zou vast staan, dat een wijziging daarin uit gesloten kan worden geacht; dat de commissie onder deze omstan digheden van oordeel is, dat het bestuui gerechtigd was aan appellant ontslag ie verleenen ais liooid der school". en wat de „tal van andere grieven" betreft; dat de Commissie in verband hier mede geen aanleiding vindt omtrent alA overige door het Bestuur aangevoerde gronden vcor het ontslag haai' oórdeeï uit te spreken, waarmede dos ten Oj> zichte van de overige aanklachten ai;» pellant vrij uitgaat en de kwestie zui ver principieel oeslist wordt. ij TWEEDE BLAD. MODERNE JEUGD. Te Hilversum is dezer dagen gehou den de jaarlijksche vergadering van den „Volksbond legen drankmisbruik Aan de openingsrede vaa den voorzit ter, Mr. T. \Y, j. G. Snijder van [Wis- sekerke, is het volgende ontleend: „Er is in de maatschappij, voorat onder haar jongere leden, in den laat- sten tijd een verandering glekomeini, die voor haar niet uitsluitend goeds schijnt te yoorsepllem. Een zucht naar onaf hankelijkheid, die dcor l\et verwerpen van de natuurlijke, goede leiding in bandeloosheid c-n overmoed pti.aardt; •een zich omtrekken aan lier gezag, dat op grond van bloedv erwantschap, r.oo geren leeftijd en rijpere ervaring recht beeft erkend te worden; een opzet dijk 1 breken met beproefde regelen én gé- woonten, waarbij d jeugd niet meer vraagt, of zij goed ea heilzaam werk ten, maar zich uitsluitend iaat leiden idoor het voorop gestolde wanbegrip1, Idat zij verouderd zijn en niet meier pas. sen in dezen modernen ;ijd; eer bot vieren van het-aldus steeds.sterker wor jdend verlangen naar ontspanning en genot, waaraan niet langer een „ver standig onderscheidingsvermogen de grenzen stelt, welke in het belang van geest en lichaam behooren te worden in acht genomen; een terugdringen van de eischen van plicht ter wille' van de nieuwe leer, dat ook overdre ven en vaak ongepast- genot deugd is len dat ware levensvreugde ook mg. valsche munt kan worden gekocht; leen daling van het peil van geestelijke len materieele eerlijkheid; een vermin dering van medegevoel met and eren en van het besef, dac ieder verplicht Üs anderen geen leed t e doen, integen- jdeel hulp en steun ie verleehen, voor» zoover die redelijk gevorderd mogen worden een afnemend verant woord e- lijkheidsgevoel zoowel me. betrekkmgi tot zich zelt als tot zijn naaste omge- ving en tot de geheele samenleving", leen steeds aangroeiend individualisme, .waarbij het eigen ik op d n voorgrond j wordt gesteld als voornaamste doel, len geen rekening wordt gehouden met jden eisch van saamhoorigheid en van (gezamenlijken opbouw van de maat schappij, zonder welks inachtneming ide sociale toestanden meer e.i meer (onbevredigd worden. Ziehier de ve - f&chijnselen der zoogenaamde moderne 'levensbeschouwing. „Het spreekt vanzelf, dat deze men- italiteit van het jongere geslacht en idoor zich zelve en door ae vormen, waarin zij. zich uit, ook van invloed- is |op het drankgebruik. Zoo is het in- (derdaad. Bij de vermaken van de te genwoordige jeugd neemt het alcohol gebruik een voorname plaa s in, niet (zoozeer als doel, doch a s noodzakelijk bijkomend middel tot vcrh'oogi-ng, zo j- als zij meent, van genot en omdat [het geacht wordt er eenmaal bij te Ihooren. En nie: het minst bij de be- sch^afde jeugd, die toch beter moest weteu. En dit in treurige afwijking yan vroeger zoowel bij meisjes en jonge vrouwen alö bij de mannelijke Bekse. Evenmin als net rookein van fveelsigaretten is het drinken van whis key meer het twijfelachtig téeken van Ivoorrang cler mannelijke helft van 1de uitgaande wereld. 'En op beide (helften d§et die gewoonte van alcohol- jgeb ru i kegel ijk elijk haar noodlottigen in vloed gelden: het peil van eerbaarheid (en kuischh'eid daalt er door, de zeden worden losser, de hoogheid van de vrouw wordt in het oog van de jonge (mannen znalf omlaag gehaald, en zoo .wordt de ongedwongen en buiten con trole gestalde omgang tusschen be.de (geslachten tot losbandigheid. die de Aangeboiran schaamte onderdrukt en 'de begrinjpen van zedelijkheid afstompt „Gelukkig is dit beeld van de mo derne jeugd nog niet overal terug te vinden, maar niettemin is het natuur getrouw voor wat de groote steden [betreft, i.coowel in ons latid als in het buitenland. Ondanks, of wellicht juist ten gevolge van het absolute en al thans in naam strenge drankverbod wordt d lat bederf der jeugd niet het minst i c i de Vereenigde Staten van A- merika waargenomen. „Misschien is het hier geschetste verval 'ireeds te ver doorgedrongen en FEUILLETON. Uit spannende dagen. (Een Vlaamsch verhaal). 80. Hier was het, dat een gedeelte der inwoners van Waldeghem zich hadden verzameld en verborgen. ZoiQderling en geheimzinnig was liet scholawspel, dat zich daar vertoonde. Rondlom den Zandberg, tegen den boor.d van het woud en gedeeltelijk in het loof verborgen, zaten vele men- schon in kleine hoopjes verdeeld, met het hoofd in de handen, zwijgend en roerloos, als waren zij van leven be roofd geweest. Men kon wel herkennen dat gansche huisgezinnen uit schrik des doods naa.r deze eenzame plaats waren ge vlucht! want, ofschoon de jonge man ui ïi er het tafrijkst waren, men be- inejrkte ook grijsaards, vrouwen en kin.deren, die in dieperen angst gebo gen lagen en door hun wanhopige ge- baren van eindelooze vervaardheid ge tuigden. Qp de uiteinden dezer vlakte, bij de Plaatsen, langs waar men tot den Zand berg komen kon, stonden jonge boeren hl et het geweer in de hand en met hei hoofd onder het loover gebukt, om uit t© zien of geen gevaar nakende was. Van tijd tot tijd klonk een eenzaam gekerm, een snijdende klacht uit een «Ier droeve huisgezinnen in de hoogte; heeft het vele jonge vrouwen eu aan- faatislaande moeders is het niet Gode geklaagd, dit verheven woord iu dit verband te moeten noemen? ik zeg heeft het kwaad zoo velen reeds te zeer omvangen om he.i nog daar van terug te brengen. De toekomst van ons volk eischt intusschen, dat 'geen poging daanoe ongebruikt wordt (gelaten". KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Hollanrlscheveld Z. O., W. A. Dekker te Krabbendijke. Te St. Anna ter Muiden. J. B. Scholte te Bchoondgke. Aangenomen: Naar Tilburg, J. Nijenhuis Ockhugsen te Oterleek. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Oude en Nieuwe Bildfc zijl, B. G. de Bruijn, cand. te Purmer- end en J. de Koning, te Vries. Bedankt: Voor Loenen a. d. Vecht, Dr. C. Veltenaar te 's Gravenhage. CHR. GEREF. KERK. Drietal: Te Kornhorn, A. Bikkel, cand. te Noordeloos. J. Drenth, cand, te Hoogeveen en W. Kremer, cand. te Zwolle. Tweetal: Te Noordeloos, J. Drenth cand. te Hoogeveen en W. Kremei; cand. \e Zwolle. Beroepen: Te Broek o. Akker wo ti de, J. Drenth te Hoogeveen. Vrouwelijke predikanten. De Wesleyaansche conferentie te York aanvaardde het algemeen begin sel der toelating van vrouwen tot het predikambt, met dien verstande, dat zij bri huwelijk ontslag nemen. Reserve-veldpredikers. Naar de Nederlander uit goede bron verneemt, ligt het in het voornemen dei regeering om eenige reserve-veldpredi kers op te roepen in het belang van de geestelijke verzorging der in groe ten getale voor de herhalingsoefeningen opkomende manschappen. Algem. Synode der Nederl. Herv. Kerk De 111 de vergadering van de Alge- meene Synode oer Neaerlandsch Hei' vormde Kerk is op 21 Juli in het ge bouw der Algemeene Synode te 'sGra venhage geopend door den president van jaren, den heer D. Zoete, pred. te (Lemmer. Na de voorlezing van Joh. 17 be- froet de spr. de prae-adviseuurs en. en secretaris. Hij wijst op de beproe vingen, op het overlijden van' den lieei P. Landsman, maar ook op zegeningen. Herinnerd wprdfc aan den dag, toen de quaestor-generaal, Mr. S. J. Hogerzeil gedurende 25 jaren, dat ambt had mo gen vervullen en aan de gedachtenis viering der lieeren Van Swet en Dv Weyland. In 't bijzonder wordt gedacht aan rle blrjde dagen, welke aan liet Koninklijk gezin ten deel zijn gevallen.- Tenslotte wjjdt spr. aan de hand van Söderblom's boek: ,,De ware broeder schap" een bespreking aan de wereld conferentie te Stockholm, waar de won derbare eenheid in Christus tot uiting kwam in den moeilijksten tijd, dien meh zich denken kan. De Synode blijkt te zijn samengesteld zooals in het officieel orgaan is medo- gedeeld. Echter treedt voorl'oopig yooi Dr. H. Schokking diens secundus, de heer A. B. te Winkel op, terwijl de heei F. Labouchère zich doet vervangen dooi den heer M. E. van der Veen, ouder ling te Utrecht. Tot president der Algemeene Synode wordt Benoemd Dr. G. J. Weyland,' preo, 'te Veere; tot vice-president de heei D. Zoete, pred. te Lemmer, tot secun dus van den vice-president de heer F; Tammens, pred. te Zuidbroek. De president hanvaardl zijn functie met een woord van dank aan den lieer Zoete,- die op de* conferentie te Stock holm de aandacht opnieuw heeft ge vestigd. Daar was de Ned. Hervormde Kerk door verschillende afgevaardigden vertegenwoordigd. Prof. Slotemaker de Bruine heeft er gesproken over de op voeding, Dr. J. A. Cramer over deii Wereldbond der kerken en spreker zeli over. de verhouding van den Christen bot de natie en den staat. Spr. ontmoet te td Stockholm de beroemde Selma Lagerlof en hoorde haar spreken over doch 'deze galmen der wanhoop gingen verloren in de ruimte, en de akeligste stilte heersdice onverhroken voort. Achter den Zandberg, tegen 't woud, stond een kleine hut, in haast van tak ken en gebladerte samengevoegd. Op den stronk van een vermolmden wilg, dien men voor de hut gesleept had, zat Bruno met het hoofd gebogen en voor zich in het zand starende; in de rechterhand hield hij met krampach tig geweld een geweer; de andere druk te een bejaarde vrouw, die ne^ns hem op den wilgestam zat te weeneri. De vrouw richtte hare tranende 00- gen tot den jongeling en sprak eenige woorden, die hem deden sidderen; hij antwoordde haar: „Maar om Gods wil, moeder, vcv- groot mijn lijden niet door uw bittere smart. Mijn hart is insgelijks benepen met doodelijken angst. Uw vooruit zichten, hoe ongegrond ook, doen mij heven. Ach, waarom hebt gij mij niet laten vertrekken?" „Bruno, Bruno lief, zij zouden u ze ker vermoord hebben 1" riep de vrouw. „Maar ik had reeds geweten waar mijn vader is; hij zou met ons zijn op dit oogenblikDie akelige benauwd heid, wreeder dan de dood zelf, zou ons niet martelenKom, moeder, nog wat geduld: jaag de schrikkelijke droomen uit uw geest: Jan zal haast terug zijn; hij zal ons nieuws van va der brengen. Hfj meende nog langer t'e spreken om zijn moeder te troosten, doch nu de eenheid die noodig is. Hij herinnert aan een van haar schoone verhalen, waarin Halvorson aan Feter Norü de voorwaarden noemt om tot het doel te geraken. Deze zijn niet alleen het vet krijgen van den Bandpenning, maar ook hard werken en verzaken. Deze voor waarden worden cok door ons gesteld De handpenning is door ons reeds ont vangen ,maar in het licht der opeiv- baarheid moet hard gewerkt worden en staande in de schaduw van het kruis^ moeten wg ons zeiven verloochenen met de ervaring, dat er van het 'kruis een stroom van genade afvloeit ovet de wereld. Vervolgens worden de prae-adviseurs secretaris en vice-president toegesprs ken. Het reglement van orde wordt vast gesteld en besloten wordt, dat na de eerste zitting geen voorstellen van niet leden der synode meer in behandeling zullen worden genomen. Kennis wordt genomen van het ver slag van de verrichtingen der Algemee ne Synodale Commissie. Over verschillende benoemingen, wei ke moeten geschieden, wordt gesproken en de tijd.daarvoor wordt vastgesteld Besloten wordt a.s. Vrjjdag met üe financieele aangelegenheden te begin nen. Naar aanleiding, van een punt in het verslag der Algemeene Synodale Com missie, betreffende combinatie van ge meenten, houdt de heer Bloem een uit voerig en belangrijk betoog, waarin alle nadruk valt op de wenschelijkheid om met het combineeren in Noord Brabani en Limburg zeer voorzichtig te zijn. Deze aangelegenheid, van de combi natie van de gemeenten, zal, evenals ten vorigen jare, door een afzonder lijke commissie worden behandeld, en later opnieuw worden besproken. Geref. Kerk ie Zandvoort. Gisteravond is te Zandvoort een ver gadering gehouden met de leidende le den der Geref, Kerk van Zandvoort. Over deze vergadering is het volgen de perscommuniqué uitgegeven: Met den kerkeraad waren, aanwezig 26 broeders en zusters, die verklaarden zich te blijven voegen bij den kerke raad, waarvan Ds. H. C. van den Brink praeses is, terwijl hetzelfde verklaard werd namens 15' broeders en zusters, die verhinderd waren tegenwoordig te zijn. Ook waren aanwezig 2 ouderlingen van Amsterdam-Zuid. Na de gebruikelijke opening en le zing van 'Ihess. 5:1225 sprak Ds. v. d. Brink een welkomstwoord en gaf hij een overzicht van de laatste classicale besprekingen en besluiten. Daarna sprak hij aan de hand van het voorgelezene een woord van opwek king. Achtereenvolgens spraken de broe ders Biem Visser, de Bruin, Adriaans^ v. d. To oren en Doorn, die allen hun afkeuring uitten over ae afzetting yan de kerkeraadsleden, met wier houding zg warme sympathie betuigen. Daarna voerde het woord Dr. C. Kop penaal, uie verklaarde, dat hij over tuigd is, dat Ds. H. C. v. d. Brink en de meerderheid van den kerkeraad trouw zijn gebleven aan Gods Woord aan de belijdenis en de kerkelgke or ganisatie, èn dat hij daarom be sloten heeft lid te big ven van deze Geref o r m eerde Kerk. Nog sprak de heer van Wijngaarden namens de aanwezige ouderlingen van Amsterdam-Zuid. Hij wees op den ge wichtigen stap en zeide. dat, hoewel hij niet officieel het wcord voerde, Zand voort op den steun en medewerking van Amsterdam-Zuid kan rekenen. Nadat de aanwezige broeders en zus ters bovenbedoelde verklaring haddeh afgelegd, werd de vergadering na dank zegging door Dr. Koppenaal gesloteu Ds. H. Hasper. Aan de Rottessd. wordt gemeld, dat Ds. H. Hasper, thans buiten vaste be diening te Heemstede^ Zoaidag te Bol nes in de Geref. Kerk is voorgegaan, waarbij hij in het gebed Ds. v. Duin gedacht, wiens schorsing hij onrecht matig noemde, waaroiii hij bad dat de komende kerkelijke vergaderingen om trent dezen predikant tot een and€tf* besluit mochten komen. Een paar leden der Gemeente verlie ten na dit gebed het kerkgebouwVen hebben de prediking niet willen bij wonen. Gemeld wordt, dat na saamspreking begon een jonge boer, die boven op den Zandberg geklommen was. zoo pijnlijk te kermen en het schrikkelijk woord: brand 1 brand! te roepen, dat al de hoopjes menschen op zijn misbaar antwoordden en met angstige nieuws gierigheid den heuvel opliepen. Bruno verliet insgelijks den wilge stam, die hem tot zetel diende. 'Welhaast vervulde zich de lucht bo ven den berg met kreten eener onuit sprekelijke wanhoop; de vrouwen He ten zich op de knieën vallen en hieven dc handen smeekend tot den hemel, of zij wierpen zich met bang getraan aan den hals hunner broeders of zonen; de grijsaards wrongen zich in stommen rouw de leden te zamen, de kinderen huilden, de jonge mannen liepen rade loos over en weder, of schreeuwden en tierden van wanhopige wraakzucht bij het besef hunner onmacht. „O, wee, wee, het dorp in brand!" was de roep, die duidelijk uit het ver warde misbaar zich onderscheiden lici. Inderdaad, de ongelukkige vluch telingen zagen in de verte achter het bosch, daai*. waar hun ootmoedig dorp je stond, gansche wolken rook in de hoogte stijgen. Zeer hevig en uitge strekt moest de vuurgloed zijn, ver mits men duidelijk kon zien hoe de roode schijn der vlammen den voet der rookkolommen verlichtte. Ieder der aanwezigen zag in den geest zijn eigene woning branden, in storten en tot asch vergaan met het vee. den oog9t en al het huisraad, zoo dat de bitterste armoede hun toch be schoren bleef, al ontkwamen zij ook nog het doodsgevaar, dat hen had doen vluchten. Velen hadden nog leden huns huis- gezins, echtgenooten. moeders, vaders, of broeders, die in het dorp geblevrfi waren; hunne namen werden in ver twijfeling uitgeroepen, hun lot bejam merd en met zekere dood in akelig misbaar beklaagd. Het was een dropvig vertoog, deze arme lieden in onbeschrijfelijke ver twijfeling door elkaqder te zien loo- pen. terwijl zij zich de haren uit het hoofd rukten, hun kleederen scheur den, zich op de horst sloegen of in be- zwijmenis ten gronde vielen. Bruno stond bevend en zwijgend op dit tafereel te staren; het bloed liep hem langs het hoofd, zijn oogen gloei den, een dof geratel rolde uit zijn keel, en versmoorde wraakkreten ontsnap ten zijn mond. Hij liet zijn oog tus schen a.1 de omstaande mannen dwa len. „Acht geweren! slechts acht gewe ren!" Een pijnlijke schreeuw, ais had hij een wonde ontvangen, vloog op uit zijn beklemde boezem; het hoofd viel hem moedeloos op de borst. Alzoo hij daar een wijl schrikkelijk lijdend tusschen zijn kermende vrien den had gestaan en in zijn geest onmo gelijke ontwerpen van wraak vormde, raakte iemand geheimzinniglijk zijne hand. als wilde men hem uit de ver getelheid opwekken. „Jan!" riep Bruno met verrassing. „Welnu? hebt gij vader gezien? Gij beeft? Wat is er gebeurd?' „Is dit niet genoeg?" antwoordde de knecht, met luider stemmje en naar het dorp'wijzende; doch, zich tot, hec oor zijns meesters neigende, sprak hij op ingehouden toon: „Stilf Ga met mij; ik moet u alleen spreken." „En mijn moeder, zult gij niet tot haar gaan?" „Er is geen tijd. Kom, volg 'mij oogen blikkelijk; uw moeder zelve mag mij niet zien." Intusschen waren de andere* perso nen tot Jan genaderd; zij overhadden hem met allerlei angstige vrageiA. Hij beweerde, dat hij niet uit het dorp kwam en diensvolgens hun niet kon melden wat er geschiedde. -7 Hierop daalde hij den berg af, e*U door Bruno gevolgd, verdween hij to het dichtste des wouds. ,.Maar Jan" vroeg Bruno met ont steltenis, „wat be teek ent deze voor zorg, dit geheim? Ik beef, alsof uw mond mij de schrikkelijks te tijkling melden moest." „Kom, kom" antwbordde de knecht," zijn stap versnellende, „geen mensch mag weten wat ik u zeggen ga." Toen zij verre van den Zandberg verwijderd en in den schoot van een dicht geboomte gedrongen waren, bleef de knecht eensklaps staan en keerde zich tot zijn jongen meester W.ordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5