NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 JULI 1926
met den consulent der vacante kerk
van Bolnes, haar kerkeraad besloten
heeft, de Deputaten der Generale Sy
node in betrekking tot de hangende
kerkelijke kwestie (Prof. Dr. H. H. Kuy
per c.s.) met gemeld optreden van Ds.
Hasper in kennis te stellen.
iK de Rotterdammer'' maakt de'heer
G. J. Heij Az., in verband met deze zaak
nog de volgende opmerkingen.
ie. Dat de kerkeraad niet.besloot
om Deputaten met het optreden van Ds.
H. in kennis te stellen, maar om bp een
der Hoogleeraren in het Kerkrecht ad
vies te t^agen, in hoeverre een optre
den als van Ds. H. toelaatbaar is te
achten:
ae. dat het nemen van dit besluit
niet werd beinvloed door het feit, dat
een lid, niet een paar leden de
monstratief het kerkgebouw verliet. Dit
zou trouwens ook moeilijk kunnen, daar
het er slechts één was van de ongeveei
300 kerkgangers.
Niet te loochenen echter is het feit
dat heel het optreden van Ds. H. 'en
jin het gebed, èn vaak door zinspelingen
op de aanhangige zakeii in de predica
te, en vooral in de particuliere gesprek
ken, tot mnn spijt geschaad heeft da
sympathie die er hier bp zeer velen
nog voor Ds. van Duin gevonden wordv
Een heetgebakerd predikant.
Amerikaansche predikanten worden
ons gewoonlijk geschilderd als voorbeel
den van practiscnen zin en kordaatheid.
Naar het volgende verhaal te oordea
len ,is echter de. Baptistenpredikant van
Fort Worth, die den veelzegeenden bij
naam van .Texas Tornado" draagt. Da.
Norris, die in kordaatheid toch wel wat
heel ver is gegaan.
Dezer dagen heeft hij, toen op een
avond Zijn stadgenoot Ëllioth Chips,
rjjk houthandelaar en vooraanstaande
figuur in de stedelijke politiek van Forc
Worth, bij hem kwam om hem te onder
houden over des predikanten bestrijding
van de gemeentelijke politiek en zeden,
dezen in zijn studeerkamer doodgescho
ten.
Ds. Norris beweert uit zelfverdedi
ging gehandeld 'te hebben. Zestien uren
nadat de doodslag was geschied en a«
predikant na borgtocht was vrijgelaten
sprak hij voor zijn gehoor van 4000
zielen spn preek uit, waarmee hfj der.
avond te voren bezig was geweest, over
„Zoo is er dan geen verdoemenis voci
hen, die in Christus Jezus zijn".
De geheele gemeente, die onder Nol-
ris' leiding zeer in bloei is toegenomen,
staat achter baar predikant en er wordt
beweerd, dat er betrouwbare getuige
nissen te vinden zijn, die wijzen op een
samenzwering, 0111 Ds. Norris van hei
leven te berooven.
Deze had allengs met zijn blad „Hel
Zoeklicht", dat een oplaag van 60.000
exemplaren heeft, zeer veel invloed ge
kregen, die hij ook aanwendde tot wat
in z(jn oog saneering van de gemeen
telijke politiek en administratie was.
Ontslagkwestie.
De commissie van Beroep van de
scholen, aangesloten bn den Schoolraad
voor de Scholen met den Bijbel, heeft
eindelijk uitspraak gedaan in de ont
slagkwestie te Groot-Ammers.
Het bestuur der Bijzondere School,
aldaar Ds. H. J. van Schuppen, eere
voorzitter en de heer P. Maurik, se
cretaris had op 16 December 1925
met ingang van 1 April 1926 ónge
vraagd ontslag gegeven aan het hoofd
der genoemde school, den heer C. J,
Smith, (directeur van het doof hem in
September 1925 opgerichte Bureau voor
Chr. Vredeszending aldaar) wqgens het
voeren van anti-militairistische propa
ganda in en buiten de school en „tal ugn
andere grieven".
De Commissie, bestaande uit de heo-
ren: Mr. V. H. Rutgers, Dr. K. Dijk.
J. C. VVirtz Czn., Air. J. A. de Wild&j
J. Schouten, J. van der Molen, Prol
Jhr. Mr. D. G. Rengers, Hora Siccams
heeft dit ontslag gehandhaafd na een
breedvoerige schriftelijke gedachtewia-
ling en een 2-tal vergaderingen op 29
Mei en 12 Juni waarbij het bestuur werd
bijgestaan iocr den rechtskundigen ad
viseur der Vereen, van Chr. Ondenvfr-
zers en Onderwijzeressen, Mr. J. J. de
Waal Malefüt te Utrecht, en de heef.
Smith door Ds. A.. J. Wartena, Ned.
Herv. predikant te Zevenaar en den heet
A. P. Junqeurt, Algemeen secretaris,
der „Unie van Chr. Onderwijzers".
De Commissie grondt hare uitspraak
op de volgende overwegingen, n.l., dat
AAN HET ZOEKUCHT.
Leiden, 22 Juli 1926.
Een eigenaardige methode wordt in
Suriname toegepast om de tekorten
weg te werken.
In het verslag van de Comm. voor
de Financiën las ik dat eenige jaren
geleden een ambtenaar werd gepen-
sionneerd. Hij kreeg een pensioen van
ruim f 1000.
Een paar jaar later werd de man op
nieuw aangesteld op het maximum
salaris enmet behoud van het vol
le pensioen.
Op deze dwaasheid werd toen de
aandacht der autoriteiten gevestigd,
met het gevolgdat eenzelfde ge va!
zich opnieuw afspeelde, maar nu mef.
hoogere ambtenaren met natuurlijk
hoogere salarissen.
De pensioenen resp. f 4500 en f 3300
werden gehandhaafd en daarnaast
de (maximum)-tractementen toegekeul
van f 5400 en f 5000.
En dan begrijpt men maar niet, dat
deze.kolonie altijd met tekorten werkt
OBSERVATOR
uit de schriftelijke stukken en uit ae
mondelinge behandeling gebleken is, dat
appellant het voeren van oorlog en het
verrichten van militairen dienst in strija
acht met Gods Woord en daarom onge
oorloofd en deze meening niet alleen in
het openbaar voorstaat, maar zich ook
verplicht acht, daarvan in de school te
doen blgken, zrj het occasioneel voozoq-
ver naar 5}ijn oordeel "het geschiedenis
onderwijs daartoe aanleiding geeft;
dat hp dit naar zgn medeaeeling in
een voor kinderen bevattelijken vorm
doet en dus niet in propagandistischen
geest;
dat de voormelde opvatting omtrent
hetgeen uit het Christelijk beginsel
voortvloeit inzake het verrichten van
militairen dienst in strijd is met de eeu
wenoude traditie op dit punt, die deel
uitmaakt van het Christelijk beginsel in
den traditioneelen Gereformeerden ziiy
welke traditie in de Statuten der Vei-
eeniging is neergelegd in art. i, luiden
de: „De grondslag der vereeniging is de
Heilige Schrift, opgevat in overeenstem
ming met de drie Formulieren van Eem»
heid. Z* gaat uit van het beginsel, da»
volksopvoeding en volksonaerwgs g;.
heel in overeenstemming moet zrjn me*,
den in den bijbel geopenbaaruen wil
Gods" en 0Qk gehuldigd wordt door het
Bestuur en door de ouders;
dat bp de benoeming van appellant,
waarbij hij in art. 6 zijner Acte vaa
Benoeming in zijn onderwijs wordt ge
bonden aan de beginselen, die den grona
slag vormen van de vereeniging, is ui Ij-
gegaan van de aangegeven overtuiging
die bij het bestuur bestaat en dat appel
lant verplicht is de door het aanvaarden
zgner benoeming op zich genomen plich
ten te goeder trouw na te komen;,
dat het niet alleon openlijk buiten de
school, propageeren, maar ook in de
school voorstaan van appellants boven
vermelde opvatting omtrent het verrich
ten van militairen dienst in strgd is met
deze verplichting;
dat 't Bestuur heeft ingezien, d. deze
gedragingen van appellant grond op
leverden om met appellant te spreken,
doch appellant deze bespreking onmo
gelijk gemaakt heeft met name door het
weigeren in de daartoe belegde bestuurs
vergadering te verschijnen, indien niet
zijnerzijds een .gedelegeerde" mocht
worden medegebracht, die de notulen
zou bijhouden;
dat overigens uit hetgeen door en na
mens appellant aan de Commissie is
medegedeeld blijkt, dat appellants vei*
melde opvatting omtrent net verrichten
van militairen dienst en zijn oordeel,
dat hij niet kan nalaten, daarvan ook
in de kjhool te doen blijken, bg hem zou
vast staan, dat een wijziging daarin uit
gesloten kan worden geacht;
dat de commissie onder deze omstan
digheden van oordeel is, dat het bestuui
gerechtigd was aan appellant ontslag ie
verleenen ais liooid der school".
en wat de „tal van andere grieven"
betreft;
dat de Commissie in verband hier
mede geen aanleiding vindt omtrent alA
overige door het Bestuur aangevoerde
gronden vcor het ontslag haai' oórdeeï
uit te spreken, waarmede dos ten Oj>
zichte van de overige aanklachten ai;»
pellant vrij uitgaat en de kwestie zui
ver principieel oeslist wordt.
ij TWEEDE BLAD.
MODERNE JEUGD.
Te Hilversum is dezer dagen gehou
den de jaarlijksche vergadering van
den „Volksbond legen drankmisbruik
Aan de openingsrede vaa den voorzit
ter, Mr. T. \Y, j. G. Snijder van [Wis-
sekerke, is het volgende ontleend:
„Er is in de maatschappij, voorat
onder haar jongere leden, in den laat-
sten tijd een verandering glekomeini, die
voor haar niet uitsluitend goeds schijnt
te yoorsepllem. Een zucht naar onaf
hankelijkheid, die dcor l\et verwerpen
van de natuurlijke, goede leiding in
bandeloosheid c-n overmoed pti.aardt;
•een zich omtrekken aan lier gezag, dat
op grond van bloedv erwantschap, r.oo
geren leeftijd en rijpere ervaring recht
beeft erkend te worden; een opzet dijk
1 breken met beproefde regelen én gé-
woonten, waarbij d jeugd niet meer
vraagt, of zij goed ea heilzaam werk
ten, maar zich uitsluitend iaat leiden
idoor het voorop gestolde wanbegrip1,
Idat zij verouderd zijn en niet meier pas.
sen in dezen modernen ;ijd; eer bot
vieren van het-aldus steeds.sterker wor
jdend verlangen naar ontspanning en
genot, waaraan niet langer een „ver
standig onderscheidingsvermogen de
grenzen stelt, welke in het belang van
geest en lichaam behooren te worden
in acht genomen; een terugdringen
van de eischen van plicht ter wille'
van de nieuwe leer, dat ook overdre
ven en vaak ongepast- genot deugd is
len dat ware levensvreugde ook mg.
valsche munt kan worden gekocht;
leen daling van het peil van geestelijke
len materieele eerlijkheid; een vermin
dering van medegevoel met and eren
en van het besef, dac ieder verplicht
Üs anderen geen leed t e doen, integen-
jdeel hulp en steun ie verleehen, voor»
zoover die redelijk gevorderd mogen
worden een afnemend verant woord e-
lijkheidsgevoel zoowel me. betrekkmgi
tot zich zelt als tot zijn naaste omge-
ving en tot de geheele samenleving",
leen steeds aangroeiend individualisme,
.waarbij het eigen ik op d n voorgrond
j wordt gesteld als voornaamste doel,
len geen rekening wordt gehouden met
jden eisch van saamhoorigheid en van
(gezamenlijken opbouw van de maat
schappij, zonder welks inachtneming
ide sociale toestanden meer e.i meer
(onbevredigd worden. Ziehier de ve -
f&chijnselen der zoogenaamde moderne
'levensbeschouwing.
„Het spreekt vanzelf, dat deze men-
italiteit van het jongere geslacht en
idoor zich zelve en door ae vormen,
waarin zij. zich uit, ook van invloed- is
|op het drankgebruik. Zoo is het in-
(derdaad. Bij de vermaken van de te
genwoordige jeugd neemt het alcohol
gebruik een voorname plaa s in, niet
(zoozeer als doel, doch a s noodzakelijk
bijkomend middel tot vcrh'oogi-ng, zo j-
als zij meent, van genot en omdat
[het geacht wordt er eenmaal bij te
Ihooren. En nie: het minst bij de be-
sch^afde jeugd, die toch beter moest
weteu. En dit in treurige afwijking
yan vroeger zoowel bij meisjes en
jonge vrouwen alö bij de mannelijke
Bekse. Evenmin als net rookein van
fveelsigaretten is het drinken van whis
key meer het twijfelachtig téeken van
Ivoorrang cler mannelijke helft van
1de uitgaande wereld. 'En op beide
(helften d§et die gewoonte van alcohol-
jgeb ru i kegel ijk elijk haar noodlottigen in
vloed gelden: het peil van eerbaarheid
(en kuischh'eid daalt er door, de zeden
worden losser, de hoogheid van de
vrouw wordt in het oog van de jonge
(mannen znalf omlaag gehaald, en zoo
.wordt de ongedwongen en buiten con
trole gestalde omgang tusschen be.de
(geslachten tot losbandigheid. die de
Aangeboiran schaamte onderdrukt en
'de begrinjpen van zedelijkheid afstompt
„Gelukkig is dit beeld van de mo
derne jeugd nog niet overal terug te
vinden, maar niettemin is het natuur
getrouw voor wat de groote steden
[betreft, i.coowel in ons latid als in het
buitenland. Ondanks, of wellicht juist
ten gevolge van het absolute en al
thans in naam strenge drankverbod
wordt d lat bederf der jeugd niet het
minst i c i de Vereenigde Staten van A-
merika waargenomen.
„Misschien is het hier geschetste
verval 'ireeds te ver doorgedrongen en
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal).
80.
Hier was het, dat een gedeelte der
inwoners van Waldeghem zich hadden
verzameld en verborgen.
ZoiQderling en geheimzinnig was liet
scholawspel, dat zich daar vertoonde.
Rondlom den Zandberg, tegen den
boor.d van het woud en gedeeltelijk in
het loof verborgen, zaten vele men-
schon in kleine hoopjes verdeeld, met
het hoofd in de handen, zwijgend en
roerloos, als waren zij van leven be
roofd geweest.
Men kon wel herkennen dat gansche
huisgezinnen uit schrik des doods
naa.r deze eenzame plaats waren ge
vlucht! want, ofschoon de jonge man
ui ïi er het tafrijkst waren, men be-
inejrkte ook grijsaards, vrouwen en
kin.deren, die in dieperen angst gebo
gen lagen en door hun wanhopige ge-
baren van eindelooze vervaardheid ge
tuigden.
Qp de uiteinden dezer vlakte, bij de
Plaatsen, langs waar men tot den Zand
berg komen kon, stonden jonge boeren
hl et het geweer in de hand en met hei
hoofd onder het loover gebukt, om uit
t© zien of geen gevaar nakende was.
Van tijd tot tijd klonk een eenzaam
gekerm, een snijdende klacht uit een
«Ier droeve huisgezinnen in de hoogte;
heeft het vele jonge vrouwen eu aan-
faatislaande moeders is het niet
Gode geklaagd, dit verheven woord iu
dit verband te moeten noemen?
ik zeg heeft het kwaad zoo velen reeds
te zeer omvangen om he.i nog daar
van terug te brengen. De toekomst
van ons volk eischt intusschen, dat
'geen poging daanoe ongebruikt wordt
(gelaten".
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Hollanrlscheveld Z.
O., W. A. Dekker te Krabbendijke. Te
St. Anna ter Muiden. J. B. Scholte te
Bchoondgke.
Aangenomen: Naar Tilburg, J.
Nijenhuis Ockhugsen te Oterleek.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Oude en Nieuwe Bildfc
zijl, B. G. de Bruijn, cand. te Purmer-
end en J. de Koning, te Vries.
Bedankt: Voor Loenen a. d. Vecht,
Dr. C. Veltenaar te 's Gravenhage.
CHR. GEREF. KERK.
Drietal: Te Kornhorn, A. Bikkel,
cand. te Noordeloos. J. Drenth, cand,
te Hoogeveen en W. Kremer, cand. te
Zwolle.
Tweetal: Te Noordeloos, J. Drenth
cand. te Hoogeveen en W. Kremei;
cand. \e Zwolle.
Beroepen: Te Broek o. Akker wo ti
de, J. Drenth te Hoogeveen.
Vrouwelijke predikanten.
De Wesleyaansche conferentie te
York aanvaardde het algemeen begin
sel der toelating van vrouwen tot het
predikambt, met dien verstande, dat zij
bri huwelijk ontslag nemen.
Reserve-veldpredikers.
Naar de Nederlander uit goede bron
verneemt, ligt het in het voornemen dei
regeering om eenige reserve-veldpredi
kers op te roepen in het belang van
de geestelijke verzorging der in groe
ten getale voor de herhalingsoefeningen
opkomende manschappen.
Algem. Synode der Nederl. Herv. Kerk
De 111 de vergadering van de Alge-
meene Synode oer Neaerlandsch Hei'
vormde Kerk is op 21 Juli in het ge
bouw der Algemeene Synode te 'sGra
venhage geopend door den president
van jaren, den heer D. Zoete, pred. te
(Lemmer.
Na de voorlezing van Joh. 17 be-
froet de spr. de prae-adviseuurs en.
en secretaris. Hij wijst op de beproe
vingen, op het overlijden van' den lieei
P. Landsman, maar ook op zegeningen.
Herinnerd wprdfc aan den dag, toen de
quaestor-generaal, Mr. S. J. Hogerzeil
gedurende 25 jaren, dat ambt had mo
gen vervullen en aan de gedachtenis
viering der lieeren Van Swet en Dv
Weyland.
In 't bijzonder wordt gedacht aan rle
blrjde dagen, welke aan liet Koninklijk
gezin ten deel zijn gevallen.-
Tenslotte wjjdt spr. aan de hand van
Söderblom's boek: ,,De ware broeder
schap" een bespreking aan de wereld
conferentie te Stockholm, waar de won
derbare eenheid in Christus tot uiting
kwam in den moeilijksten tijd, dien meh
zich denken kan.
De Synode blijkt te zijn samengesteld
zooals in het officieel orgaan is medo-
gedeeld. Echter treedt voorl'oopig yooi
Dr. H. Schokking diens secundus, de
heer A. B. te Winkel op, terwijl de heei
F. Labouchère zich doet vervangen dooi
den heer M. E. van der Veen, ouder
ling te Utrecht.
Tot president der Algemeene Synode
wordt Benoemd Dr. G. J. Weyland,' preo,
'te Veere; tot vice-president de heei
D. Zoete, pred. te Lemmer, tot secun
dus van den vice-president de heer F;
Tammens, pred. te Zuidbroek.
De president hanvaardl zijn functie
met een woord van dank aan den lieer
Zoete,- die op de* conferentie te Stock
holm de aandacht opnieuw heeft ge
vestigd. Daar was de Ned. Hervormde
Kerk door verschillende afgevaardigden
vertegenwoordigd. Prof. Slotemaker de
Bruine heeft er gesproken over de op
voeding, Dr. J. A. Cramer over deii
Wereldbond der kerken en spreker zeli
over. de verhouding van den Christen
bot de natie en den staat. Spr. ontmoet
te td Stockholm de beroemde Selma
Lagerlof en hoorde haar spreken over
doch 'deze galmen der wanhoop gingen
verloren in de ruimte, en de akeligste
stilte heersdice onverhroken voort.
Achter den Zandberg, tegen 't woud,
stond een kleine hut, in haast van tak
ken en gebladerte samengevoegd. Op
den stronk van een vermolmden wilg,
dien men voor de hut gesleept had,
zat Bruno met het hoofd gebogen en
voor zich in het zand starende; in de
rechterhand hield hij met krampach
tig geweld een geweer; de andere druk
te een bejaarde vrouw, die ne^ns hem
op den wilgestam zat te weeneri.
De vrouw richtte hare tranende 00-
gen tot den jongeling en sprak eenige
woorden, die hem deden sidderen; hij
antwoordde haar:
„Maar om Gods wil, moeder, vcv-
groot mijn lijden niet door uw bittere
smart. Mijn hart is insgelijks benepen
met doodelijken angst. Uw vooruit
zichten, hoe ongegrond ook, doen mij
heven. Ach, waarom hebt gij mij niet
laten vertrekken?"
„Bruno, Bruno lief, zij zouden u ze
ker vermoord hebben 1" riep de vrouw.
„Maar ik had reeds geweten waar
mijn vader is; hij zou met ons zijn op
dit oogenblikDie akelige benauwd
heid, wreeder dan de dood zelf, zou
ons niet martelenKom, moeder,
nog wat geduld: jaag de schrikkelijke
droomen uit uw geest: Jan zal haast
terug zijn; hij zal ons nieuws van va
der brengen.
Hfj meende nog langer t'e spreken
om zijn moeder te troosten, doch nu
de eenheid die noodig is. Hij herinnert
aan een van haar schoone verhalen,
waarin Halvorson aan Feter Norü de
voorwaarden noemt om tot het doel te
geraken. Deze zijn niet alleen het vet
krijgen van den Bandpenning, maar ook
hard werken en verzaken. Deze voor
waarden worden cok door ons gesteld
De handpenning is door ons reeds ont
vangen ,maar in het licht der opeiv-
baarheid moet hard gewerkt worden en
staande in de schaduw van het kruis^
moeten wg ons zeiven verloochenen
met de ervaring, dat er van het 'kruis
een stroom van genade afvloeit ovet
de wereld.
Vervolgens worden de prae-adviseurs
secretaris en vice-president toegesprs
ken.
Het reglement van orde wordt vast
gesteld en besloten wordt, dat na de
eerste zitting geen voorstellen van niet
leden der synode meer in behandeling
zullen worden genomen.
Kennis wordt genomen van het ver
slag van de verrichtingen der Algemee
ne Synodale Commissie.
Over verschillende benoemingen, wei
ke moeten geschieden, wordt gesproken
en de tijd.daarvoor wordt vastgesteld
Besloten wordt a.s. Vrjjdag met üe
financieele aangelegenheden te begin
nen.
Naar aanleiding, van een punt in het
verslag der Algemeene Synodale Com
missie, betreffende combinatie van ge
meenten, houdt de heer Bloem een uit
voerig en belangrijk betoog, waarin alle
nadruk valt op de wenschelijkheid om
met het combineeren in Noord Brabani
en Limburg zeer voorzichtig te zijn.
Deze aangelegenheid, van de combi
natie van de gemeenten, zal, evenals
ten vorigen jare, door een afzonder
lijke commissie worden behandeld, en
later opnieuw worden besproken.
Geref. Kerk ie Zandvoort.
Gisteravond is te Zandvoort een ver
gadering gehouden met de leidende le
den der Geref, Kerk van Zandvoort.
Over deze vergadering is het volgen
de perscommuniqué uitgegeven:
Met den kerkeraad waren, aanwezig
26 broeders en zusters, die verklaarden
zich te blijven voegen bij den kerke
raad, waarvan Ds. H. C. van den Brink
praeses is, terwijl hetzelfde verklaard
werd namens 15' broeders en zusters,
die verhinderd waren tegenwoordig te
zijn. Ook waren aanwezig 2 ouderlingen
van Amsterdam-Zuid.
Na de gebruikelijke opening en le
zing van 'Ihess. 5:1225 sprak Ds. v.
d. Brink een welkomstwoord en gaf hij
een overzicht van de laatste classicale
besprekingen en besluiten.
Daarna sprak hij aan de hand van het
voorgelezene een woord van opwek
king.
Achtereenvolgens spraken de broe
ders Biem Visser, de Bruin, Adriaans^
v. d. To oren en Doorn, die allen hun
afkeuring uitten over ae afzetting yan
de kerkeraadsleden, met wier houding
zg warme sympathie betuigen.
Daarna voerde het woord Dr. C. Kop
penaal, uie verklaarde, dat hij over
tuigd is, dat Ds. H. C. v. d. Brink en
de meerderheid van den kerkeraad
trouw zijn gebleven aan Gods Woord
aan de belijdenis en de kerkelgke or
ganisatie, èn dat hij daarom be
sloten heeft lid te big ven van
deze Geref o r m eerde Kerk.
Nog sprak de heer van Wijngaarden
namens de aanwezige ouderlingen van
Amsterdam-Zuid. Hij wees op den ge
wichtigen stap en zeide. dat, hoewel
hij niet officieel het wcord voerde, Zand
voort op den steun en medewerking van
Amsterdam-Zuid kan rekenen.
Nadat de aanwezige broeders en zus
ters bovenbedoelde verklaring haddeh
afgelegd, werd de vergadering na dank
zegging door Dr. Koppenaal gesloteu
Ds. H. Hasper.
Aan de Rottessd. wordt gemeld, dat
Ds. H. Hasper, thans buiten vaste be
diening te Heemstede^ Zoaidag te Bol
nes in de Geref. Kerk is voorgegaan,
waarbij hij in het gebed Ds. v. Duin
gedacht, wiens schorsing hij onrecht
matig noemde, waaroiii hij bad dat de
komende kerkelijke vergaderingen om
trent dezen predikant tot een and€tf*
besluit mochten komen.
Een paar leden der Gemeente verlie
ten na dit gebed het kerkgebouwVen
hebben de prediking niet willen bij
wonen.
Gemeld wordt, dat na saamspreking
begon een jonge boer, die boven op
den Zandberg geklommen was. zoo
pijnlijk te kermen en het schrikkelijk
woord: brand 1 brand! te roepen, dat al
de hoopjes menschen op zijn misbaar
antwoordden en met angstige nieuws
gierigheid den heuvel opliepen.
Bruno verliet insgelijks den wilge
stam, die hem tot zetel diende.
'Welhaast vervulde zich de lucht bo
ven den berg met kreten eener onuit
sprekelijke wanhoop; de vrouwen He
ten zich op de knieën vallen en hieven
dc handen smeekend tot den hemel, of
zij wierpen zich met bang getraan aan
den hals hunner broeders of zonen; de
grijsaards wrongen zich in stommen
rouw de leden te zamen, de kinderen
huilden, de jonge mannen liepen rade
loos over en weder, of schreeuwden en
tierden van wanhopige wraakzucht bij
het besef hunner onmacht.
„O, wee, wee, het dorp in brand!"
was de roep, die duidelijk uit het ver
warde misbaar zich onderscheiden
lici. Inderdaad, de ongelukkige vluch
telingen zagen in de verte achter het
bosch, daai*. waar hun ootmoedig dorp
je stond, gansche wolken rook in de
hoogte stijgen. Zeer hevig en uitge
strekt moest de vuurgloed zijn, ver
mits men duidelijk kon zien hoe de
roode schijn der vlammen den voet der
rookkolommen verlichtte.
Ieder der aanwezigen zag in den
geest zijn eigene woning branden, in
storten en tot asch vergaan met het
vee. den oog9t en al het huisraad, zoo
dat de bitterste armoede hun toch be
schoren bleef, al ontkwamen zij ook
nog het doodsgevaar, dat hen had doen
vluchten.
Velen hadden nog leden huns huis-
gezins, echtgenooten. moeders, vaders,
of broeders, die in het dorp geblevrfi
waren; hunne namen werden in ver
twijfeling uitgeroepen, hun lot bejam
merd en met zekere dood in akelig
misbaar beklaagd.
Het was een dropvig vertoog, deze
arme lieden in onbeschrijfelijke ver
twijfeling door elkaqder te zien loo-
pen. terwijl zij zich de haren uit het
hoofd rukten, hun kleederen scheur
den, zich op de horst sloegen of in be-
zwijmenis ten gronde vielen.
Bruno stond bevend en zwijgend op
dit tafereel te staren; het bloed liep
hem langs het hoofd, zijn oogen gloei
den, een dof geratel rolde uit zijn keel,
en versmoorde wraakkreten ontsnap
ten zijn mond. Hij liet zijn oog tus
schen a.1 de omstaande mannen dwa
len. „Acht geweren! slechts acht gewe
ren!" Een pijnlijke schreeuw, ais
had hij een wonde ontvangen, vloog op
uit zijn beklemde boezem; het hoofd
viel hem moedeloos op de borst.
Alzoo hij daar een wijl schrikkelijk
lijdend tusschen zijn kermende vrien
den had gestaan en in zijn geest onmo
gelijke ontwerpen van wraak vormde,
raakte iemand geheimzinniglijk zijne
hand. als wilde men hem uit de ver
getelheid opwekken.
„Jan!" riep Bruno met verrassing.
„Welnu? hebt gij vader gezien? Gij
beeft? Wat is er gebeurd?'
„Is dit niet genoeg?" antwoordde de
knecht, met luider stemmje en naar het
dorp'wijzende; doch, zich tot, hec oor
zijns meesters neigende, sprak hij op
ingehouden toon:
„Stilf Ga met mij; ik moet u alleen
spreken."
„En mijn moeder, zult gij niet tot
haar gaan?"
„Er is geen tijd. Kom, volg 'mij oogen
blikkelijk; uw moeder zelve mag mij
niet zien."
Intusschen waren de andere* perso
nen tot Jan genaderd; zij overhadden
hem met allerlei angstige vrageiA.
Hij beweerde, dat hij niet uit het
dorp kwam en diensvolgens hun niet
kon melden wat er geschiedde. -7
Hierop daalde hij den berg af, e*U
door Bruno gevolgd, verdween hij to
het dichtste des wouds.
,.Maar Jan" vroeg Bruno met ont
steltenis, „wat be teek ent deze voor
zorg, dit geheim? Ik beef, alsof uw
mond mij de schrikkelijks te tijkling
melden moest."
„Kom, kom" antwbordde de knecht,"
zijn stap versnellende, „geen mensch
mag weten wat ik u zeggen ga."
Toen zij verre van den Zandberg
verwijderd en in den schoot van een
dicht geboomte gedrongen waren,
bleef de knecht eensklaps staan en
keerde zich tot zijn jongen meester
W.ordt vervolgd).