CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN 7de JAARGANG DONDERDAG 22 JULI 1926 WUMMER f879 E COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal i 2.50 Per week I 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Oil nummer beslaat nil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. V Nogeens de legerpredikanten Wanpeer wij nog niet overtuigd zijn van het noodzakelijke van het in stituut dor legerpredikanten, dan is dat zeker niet de schuld van Ds. Pe tersen, die met een 'prijzeniswaardigen ijver getracht heeft het nut van deze instelling duidelijk te maken. Wij hebben dan ook geen spijt, dat we dit onderwerp aan de orde hebben gesteld, en daardoor onbedoeld Ds. Petersen hebben uitgelokt over de gees teüike verzorging der militairen, een zaak die ongetwijfeld de algemeen e belangstelling verdient, zijn licht te laten schijnen. Dat er aan die geestelijke verzorging ik g heel wat ontbreekt en dat er hier niet name aan de zijde der kerken een schromelijk te kort is, is door 't schrij ven van Ds. Petersen wel heel sterk aan het licht getreden, en wij hopen dan ook, dat aan deze kwestie, inzon derheid in kerkelijke kringen, volle aandacht zal worden gescnonken. Het moest toch niet kunnen voorko men, dat een jonge man, belijdend lid eener kerk, die doodelijk ziek in een hospitaal ligt, wat zijn geestelijke ver zorging betreft, geheel is aangewezen op de toevallige bezoeken van den misschien vrijzinnigen leger predikant. Ds. Petersen zegt wel, dat hem van een verkeerden invloed van zulke predikanten nooit iets is gebleken, maar inzonderheid aan ziek- en sterf bedden kan die invloed niet anders dan verkeerd zijn. Als dan van eeu geestelijke verzorging mag worden ge spróken, dan is het een verzorging in de verkeerde richting. Hoe kan toch, wie zelf niet de groote heilsfeiten aanvaardt, anderen ver troosten met de verzoening door het bloed van Christus? Hoe kan, wie zelf niet den Bijbel als het Woord van God erkent, anderen met dat Woord troos ten? Mag men aannemen, dat een vrij zinnige, die gelooft dat een mensch door eigen kracht behouden kan wor den, en dat verzoening door het bloed van Christus niet noodig is, anderen brengen kan tot belijdenis v. zonde en schuld, en tot een zoeken van den eeni gen troost in leven en in sterven? Wij begrijpen dan ook niet, hoe Ds. Petersen over dien invloed met een zekere geringschatting kan spreken. De schrijver Voegt hieraan ter ge ruststelling van mogelijke bezwaarden nog toe, dat elk militair volkomen vrij is en dat niemand gedwongen wordt de samenkomsten met deze predikan ten bij te wonen, maar dit klopt niet met wat hij in zijn eerste artikel op merkte, dat de bedoeken van den !e- gerpredikant van zooveel beteekenis zijn, omdat de militairen daarheen kunnen gaan zonder zich bloot te ge ven en de kans te loopen, dat ze voor „fijnen" zullen worden aangezien. Willen ze die kans niet loopen, dan zullen ze moeten beginnen met alle samenkomsten bij te wonen en zullen ze zeker niet den moed hebben open lijk partij te kiezen en uit de samen komsten, waarin een vrijzinnig predi kant voorgaat, weg te blijven. Juist zij, voor wie dit wel bet aller minst gewenscht is, de slappe broe ders, zullen uit vrees van om hunne godsdienstige gevoelens lastig geval len te worden, ook bij de vrijzinnige predikanten van de partij zijn. En dat dit ook in gezonde dagen niet zonder gevaar is, vertelde mij een militair die zulk een samenkomst meemaakte en daarbij de ervaring opdeed, dat de predikant door een. ge wiekst antimilitarist filiaal van de vlakte werd gepraat. De vrijzinnige predikant, die zelf aan den Bijbel geen houvast had, moest het tenslotte af leggen. 'Welk een indruk moet zulks maken op slappe en vreesachtige soldaten, die zooals Ds. P. in zijn eerste schrij ven betoogde niet den moed hebben des Zondags naar de Kerk te gaan, maar die nog wel een samenkomst met den legerpredikant als ze zich achter een .,<dan ben ik vrij van dienst' kunnen verschuilen, willen' bijwonen, is gemakkelijk na te gaan. Dat de toestand in de kazerne veel veranderd is de laatste jaren, geven wij gaarne toe. Maar niet in ongumti- gen zin. Met den godsdienst wjrdt meer officieel gerekend. De diensttijd J9 sfceik verkort. Het aantal Zondagen dat men in de kazerne doorbrengt, sterk verminderd. En wij hebben ook niet den indruk, dat er onrechtvaar diger opgetreden wondt, dan vroeger. Trouwens, wat dit betreft moet men niet overdrijven. Zeker, er zijn en er waren wel eens meerderen die onrecht vaardig optreden en er is wei eens on behoorlijk gestraft, maar de ervaring heeft ons geleerd, dat wie behoorlijk E'jn plicht doet en voor zijn overtui ging 'ïitkomt, bet als regel in de ka zerne heel goed kan uithouden. Zoo wa» het vroegen en zoo is het, naar BUREAU: Hooigracht 35 - Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 .Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 221/» cent Ingezonden Mededeelingen, dobbel tarief. Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiSn bij vooruitbetaling van ten hoogate 30 woorden, worden dege lijke geplaatst ad 40 cent kazernebewoners ons meermalen ver zekerden, ook nu nog. Ds. Petersen heeft op overtuigende wijze aangetoond, dal van de legerpre dikanten een mviced ten goede kan uitgaan. Wij hebben dat ook niet ont kend. Maar daarmee is de vraag waarover hot bier eigenlijk ging, of de geestelij ke verzorging in kerkelijke banen ge leid moet worden of dat, zooals Ds. Petersen meent, de Overheid bier door middel van hare ambtenaren moet optreden, niet beantwoord. Wat dit punt bèireft, zijn wij door het schrijven van Ds. Petersen aller minst overtuigd. Waarvan we echter w e 1 overtuigd zijn, het is dit dat bet meer dan tijd wordt dat de kerken zich hunne roe ping bewust worden en dat aA de ouders zich meer met de geestelijke belangen van hunne jongens in de ka zerne inlaten. Er is bier en 'tis de verdienste van Ds. Petersen dit duidelijk in bet licht te hebben gesteld 'n schrome lijk tekort. Wat Ds. P. meedeelt, is werkelijk o n t s t e 11 e nd. Geen legerpredikanten, beteekent, zegt Ds. Petersen, geen geestelijke ver zorging der militairen. Welnu, als dat juist is, dan wordt het hoog tijd, dat hierin door samen werking van ouders, plaatselijke ker keraden en garnizoenskerken, veran dering wordt gebracht. Voor de legerpredikanten en hun arbeid hebben wij volle respect. Maar het instituut der „Officieren van gees telijk welzijn' zagen wij gaarne over bodig gemaakt. En dat temeer omdat, zooals Ds P. duidelijk lieit uitkomen, de predikan ten in garnizoensplaatsen nu steeds meer den arbeid onder de militairen loslaten. Zij gaan steunen op de leger predikanten, terwijl er en daaraan mag ook wel aandacht worden ge schonken niet de minste zekerheid is dat hier de vrijzinnigen straks niet de leiding zullen nemen. Geestelijke verzorging, uitnemend Maar dan geleid zoo mogelijk, in kerkelijke hanen. Wij hopen, dat het resultaat van deze discussie zal zijn, dat zoowel van de zijde der ouders als van de zijde der kerken meer aandacht aan deze kwestie wordt geschonken en dat ern stig onder de oogen wordt gezien de vraag wat er gedaan kan en moet wor den om geestelijke verzorging der mi litairen te bevorderen. Is dat het geval, dan is ook het schrijven van Ds. Petersen waar voor wij hem gaarne dank zeggen niet tevergeefs geweest. STADSNIEUWS. Prof, Dr. D. Cohen. De Amsterdamsche gemeenteraad, benoemde gisteren tot gewoon hojg- lieeraar in de Oude Geschiedenis en Ide Romeinsche antiquiteiten, dr. D. Gqhen, bijzonder hooglaaraar aan de Rijksuniversiteit alhier. Prof. dr. D. Cohen, bijzonder hoog- ieeraar vanwege het Leidsche Univer- eitedtsfonds aan de Leidsche Universi teit in de oude geschiedenis, in het bijzonder die van den Hellenistischen tijd, werd 31 December 18S1 te De venter geboren. Hij bezocht daar de lagere school en het gymnasium. Daar [na studeerde hij te Leiden' en, na zijn (doctoraal examen te Leipzig en ,Göt- tingen' te hebben gedaan, waar }iij zich speciaal op studiën van het Hel lenistisch tijdvak en .de papyrologie (toelegde. In 1910 werd hij benoemd tot lee- iraar in de klassieke talen aan het Ne- Iderlandsch Lyceum te 's-Gravenhage jen .in 1919 werd hij belast met het comrectoraat aan deze school, <een ambt dat hij thans nog bekleedt. Ondertus- schen was hij te Leiden gepromot- veerd, namelijk in 1912,. tot 'doctor in de klassieke letteren op een proef schrift: De magistratibus Aegyptiis externas Lagidarum provincias admi- nistrantibus. Hij verwierf daarbij het praedicaat cum laude. In 1922 werdi hij toegelaten als privaat docent aan de Leidsche universiteit in de Griek- sche papyrologie, welken werkkring hij aanvaardde met het houden van een openbare les over: De Grieksche papy rologie en hare beteekenis voor de kennis der antieke beschavingsgeschie denis. Den lOden December 1924 aan. vaardde hij het ambt van bijzonder hoogleeraar te Leiden met een rede over; Universalisme en particularisme in den aanvang van het Hellenislïseb tijdperk. Van zijn hand verscheen, naast ar tikelen over onderwerpen met betrek- werkje, getiteld: De Hellenistische king tot het Hellenistisch tijdvak, een Cultuur. Verder in samenwerking met anderen: De aardrijkskunde van het (Middellandsche.Zeegebied en nog een Grieksch leesboek, waarin ook frag menten uit de Hellenistische littera tuur en oorkonden zijn opgenomen. Stadsevangelisatie der Gerei. Kerk. Gisteravond is in de Evangelisatie- tent bij de Lammermarkt een samen komst gehouden, uitgaande van de commissie voor Evangelisatie der Ger. Kerk te Leiden. Niettegenstaande de regen bij stroo men neerviel, was de tent geheel ge vuld met belangstellenden De 'heer A. M. Verschoor opende de samenkomst, l;et zingen Ps. 95:1 en 4, ging voor in gebed en heette, nadat bet koor eerst een tweetal liederen (God i3 mijn licht, en Vaste rots van mijn be houd) gezongen had, de aanwezigen hartelijk welkom. Vervolgens gaf hij het woord aan Ds. K. Schilder van Spr. begon met te herinneren aan een beeld, dat de apostel Paulus ge bruikt in 2 Cor. 5, waar hij het lichaam des menschen vergelijkt niet een tent. Eenmaal zal de doodswind waaien en die tent aan flarden scheuren. Daar om is het noodig, dat wij een vaste verblijfplaats zoeken, een huis eeuwig in de hemelen. Deze samenkomst gaat uit van de Evangelisatie der Geref. Kerk. Doch z,ijn Gereformeerden wel de geschikte menschen voor Evangelisatie? Zijn ze niet te bekrompen en te benepen om het ruime Evangelie van Gods genade te verkondigen? Spr. zal eenige bezwaren tegen het Ger. geloof weerleggen, 't Is niet waar, dat iemand die gelooven gaat, niets meer doen mag en een ellendig leven krijgt. Jüist wie gelooft, heeft het wa re fundament voor zijn blijdschap ge vonden omdat hij naar een bruiloft gaat Vrijheid is geen losbandigheid, vrij is wie in zijn element is. De ware vrijheid bestaat in.de gebondenheid aan God. „Ik ben nog nooit zoo blij ge weest" zingt Nelly van Kol, die het ge loof gevonden had. Er zijn nog meer bezwaren. Hoe is het ruime aanbod der genade, te rijmen met de uitverkiezing? Toch is die leer, die de menschen zoo hard en stroef noemen, de meest barmhartige. Als de zaligheid in de hand van den mensch zelf lag, zag het er slecht voor hem uit, want des men schen grootste vijand is hijzelf. Het is beter te vallen in de hand Gods dan in de hand des menschen. Een laatste bezwaar is, dat men zegt: de Gereformeerden maken den mensch zoo klein. Doch wij die den Bijbel gelooven, leeren juist dat de mensch eeuwig blijft bestaan. De mensch wil zijn: groot of dood, de bergen beklimmen of vermorzeld worden door die bergen: ber gen, valt op ons! Doch nimmer kan de mensch uit de schepping worden weggewerkt; zijn daden hebben een eeuwig gevolg. Dit is een vreeselijke gedachte, maar God is ons in Christus barmhartig ge weest. Hij maakt het mogelijk, dat wij eeuwig kunnen danken en jubelen. Ds. Schilder liet vervolgens zingen Ps. 42:1, waarna de heer Verschoor Matth. 11:16—19 en 2830 las en een toespraak hield naar aanleiding van de gelijkenis van de kinderen op de markt en ten slotte wees op de noodi- ging van Christus: komt herwaarts tot mij, allen die vermoeid en belast zijt, en ik zal u rust .geven. Aan Jjet eind der samenkomst wer den door het koor nog een tweetal lie deren gezongen, waarna de heer Ver schoor voorging in dankgebed. Hedenmiddag 5 uur wordt een kin- dersamenkomst gehouden en van avond om 8 uur een bijeenkomst voor volwassenen, beide uitgaande van de Commissie voor Evangelisatie der Ger. Kerk. Zendingsdag op „Oud-Poelgeest". (Vervolg). In de middagbijeenkomst, die te 2 uur met het zingen van Psalm 87 2, 3 en 4 geopend werd, sprak allereerst Dr. D. K. Wielenga van Voorschoten over: De Zending en het einde. Wat uit stof is neemt een end Door den tijd, die alles schendt. Dit geldt, ving spr. aan van alles wat wij zien, van het leven des men schen, maar ook van de geheole schep ping. Geheele cultuurstelsels hebheii wij in den loop der eeuwen zien opkomen en ook weer zien verdwijnen En nu is het zeker opmerkenswaar dig, dat vooral na den oorlog velen de Westersche cultuur die van de z g. Avondlanden een dergelijk lot voor spellen. Inderdaad is er veel dat deze voor spelling schijnt te wettigen. De gods dienstloosheid in Europa neemt tos. Hoe langer 'zoo meer beweegt zich al les om de macht van het geld. D j ge dachte, dat het volk moet regeoren vindt steeds meer ingang, en daarne vens zien we de onmacht' van de volks regeering en de opkomst van het dic tatorschap. God zegt ons iets anders. Hij spreekt ons in Zijn Woord van eeuwige geheiligde cultuurschatten, van geheele koninkrijken, die in het hemelsch Jerusalem zullen worden in gebracht. God zoekt het weggedreven©. Hij redt de volken. Niet in dien zin, dat allen zalig worden, maar dat toch de uitverkoren kern der menschheid zal worden verlost. Bij dit toebrengen van de Konink rijken der aarde hebben ook wij een taak gekregen. Wij kunnen de teeke nen der tijden, waarvan Christus heeft gesproken, rustig, hoopvol en werk zaam aanzien. Rustig, omdat God bij alles wat ge beurt, Zijn maatregelen beeft getrof fen. Hoopvol, ómdat het einde ons brengt in de gemeenschap der heiligen. Maar ook werkzaam, omdat wij het proces der voleinding kunnen versnel len, dat de vervulling zal brengen van al Gods beloften.. Ons Nederland beeft in dit opzicht wel een zeer bijzondere taak met bet oog óp ons eilandenrijk in Indië. Naar den mensch gesproken hebben die heidenen op Java hun grooten Lijd al achter den rug. Wij vinden nog slechts de overblijfselen van de rijke cultuur welke daar heeft geheerscht. Maar dit is voor ons juist een prikkel om den Javanen bekend te maken met het Evangelie. Dr. John Matt en Dr. Zwemer, de des Lundigen, die een reis door alle zen- dingsgebieden hebben gemaakt, spra ken hun blijde verrassing uit over den kennelijken zegen, die rust op de zen ding der Geref. Kerken in Indië. Ik zag zoo gaarne, aldus spr., dat go uw gebed, uw arbeid, uw offer voor de zending steeds meer gaat zien in het licht van de christelijke hoop, van het verlangen naar den Gruidegom. Wij moeten hopen. En de grond vooi die hoop moet zijn ons persoonlijk ge loof. Groot worden we dan in het besef onzer voorrechten. Maar klein in het besef van onze zwakheid, tegenover ide geweldige taak di.e Christus ons heeft opgelegd. In de wereld, maar niet van de we reld. Gedragen door Christus. Gedre ven door gehoorzaamheid aan Hem. Laten wij, als Christus binnen Jeru salem, waarover hij pas het oordeel liad uitgesproken, op deze aarde ons kruis willen dragen. Gedreven door liefde voor den Heb land,«bezield door den H. Geest. Nadat gezongen was Gez. 245 1 en 2 hield mej. H. H e m m e s, directrice van de Kon. Emma(Meisjes)-schooL te Solo een toespraak over: Lof uit kin dermonden. De spreekster ving aan met een her innering aan het Psalmwoord: Uit den mond der zuigelingen en der jonge kinderen hebt Gij sterkte gegrondvest. Wij vinden het zoo gewoon, wanneer onze kinderen volgen in den dienst des Heeren. Maar hoeveel heerlijker is het niet wanneer kinderen, die er niet in opgevoed zijn, er vroeger zelfs niet van gehoord hebben, tot Jezus komen, en zij mede den lof des Heeren verkon digen. In dit verband vertelde zij van den arbeid van het Chr. onderwijs in Indië waarbij zij ook werkzaam is. Er is, aldus spr., in de laatste tien tallen jaren onder de inlanders en de vele Chineezen op Java een zeer ster ke drang ontstaan naar Hollandsen onderwijs. Aanvankelijk werd dat onderwijs alleen uit een zakelijk oogpunt be geerd. Maar de zending heeft al spoe dig gezien welk een prachtig hulpmid del dit Hollandsch-Inlandsch onder wijs zou kunnen zijn. Wanneer de kinderen op hun 6de jaar op school komen spreken ze geen woord Hollandsch. Dat leeren ze in het begin slechts langzaam, woordje voor woordje, zooals wij vroeger de •kennis in de modern© talen met moei te veroverden. Eenmaal met het Hollandsch ver trouwd, maken z© gemakkelijk vorde ringen, en dan komt ook het oogen- blik, dat een meer veelzijdig onderwijs kan worden gegeven. Daaronder is in de eerste plaats hot Bijbelsch onderwijs. Dit is voor de ouders die hun kinderen zenden bij' zaak, maar voor ons is dat natuurlijk de hoofdzaak. Evenals op de Hol- landsche Christelijke scholen vangt in de Indische iedere schooltijd aan met het vak Bijbelsch© Geschiedenis. Er is in de subsidievoorwaarden een veelbesproken bepaling volgens wel ke de leerlingen wier ouders dit wen- schen moeten worden vrijgesteld van hét Bijbelsch onderricht. Het merk waardige is echter dat dit in de prak tijk van spr. en haar omgeving nog niet is voorgekomen. Wel een bewijs, dat er een goede invloed uitgaat ei; dat de kinderen zelf het onderricii gaarn© ontvangen. Er zijn in de omgeving van Solo 'm 10 Christelijke, Hollands rhc m lui i I sche scholen. De oudste u v u h- eerst negen jaar, Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. Dr. Cohen is benoemd tot hoog leeraar aan de Gemeentelijke Univer siteit te Amsterdam. Bnitenland. Het Kabinet-Herriot is gevallen. Poincaré kabinetsformateur in Frank rijk. Het oordeel der Amerikaansche ban kiers over de daling van den Frann schen franc. Ernstige toestand te Calcutta. Dezen groei achten we een grooten zegen van God. Hoewel het onderwijs nog jong is, kan toch reeds op vruch ten worden gewezen. Door de leerlingen vinden werken uit Chr. Bibliotheken hun weg naar de woningen der Mohammedaanscli© ouders en worden deze soms ook zelf tot onderzoek gedreven. In elk geval is de school van zeer veel beteekenis voor den Hoofddienst. Maar er is ook tegenwerking. Dik wijls laten de inlanders hun kinderen slechts op de Chr. school omdat deze anders in hun mooie ontwikkeling worden gestuit, want de scholen, ook de Openbare Holl.-Inl. scholen, zijn overvol. Ontroerend is hetgeen de spreekster vertelde van de kwellingen en moei lijkheden, die de jeugdige, onder den invloed van het Evangelie gebraente, inlandertjes moeten ondervinden van hun heidensch gezinde omgeving. Dikwijls worden zij verstooten, ver vreemd van ouders en familieleden en worden hep rechten ontnomen. Dat :ij geslagen worden gebeurt niet zelden, en dat zij, wanneer ze naar de kerk willen, opgesloten wórden, dikwijls. En tot het ondergaan van dat alles stelt hen de liefde tot Jezus in staat. Wij willen hen wel graag helpen m hun moeilijkheden, maar er zijn .nog zooveel dingen, bepaaldelijk wat het breken met de traditie en de familie aangaat, die zij zelf moeten doorma ken. En toch gevoelen zij goed welk een zegen zij in de kennis van de christe lijke religie hebben ontvangen. Een der leerlingen van de Javaansche Meisjesschool, waaraan spr. verbon den was, sprak het in een onder wijs bijeenkomst voor baar vertrek uit, dat het kostbaarste dat zij van haar leer- aressen ontvangen had, de bekendma king was met Jezus. Dat is een schat, sprak zij, die niemand ons ooit meer kan ontnemen. Met een krachtige opwekking om dit werk met gebed te steunen eindig de de spreekster. Het gebed der ge meente, dat is het, zoo besloot zij, wat wijjbovenal noodig hebben. Mej. Hemmes werd met bijzondere aandacht gevolgd. Staande werd haar de zegenbede uit Psalm 134 toegezon gen. Ds. D. S c h e e 1 e van Oudewater, sprak hierna over: Zending en geest drift. Wij zijn samengekomen, aldus spr., om met elkaar te spreken over het heerlijke werk dat God ons in de Zen ding op de schouders heeft gelegd. Het is reeds een zegen dat God in Zijn algemeene genade de menschen gevoel heef gegeven voor het ware, het goede en het schoone. Maar daarboven uit gaat de liefde die zich richt op hot koninkrijk Gods. Wij kunnen voor dingen, die in het tijdelijke leven van groote beteekenis zijn, in geestdrift geraken, om even wel bezield te kunnen zijn met liefde en geestdrift, die onder alle omstan digheden trouw blijft aan de roeping van Godswege ten aanzien van de ver breiding van bet Evangelie, moeten we aangeraakt zijn door den Heiligen Geest. Er is nog zooveel te doen in de hei denwereld, nog zooveel nood te leni gen. Wij hebben Indië niet slechts gekre gen om daardoor economisch groot te worden, maar veelmeer om het te la ten deelen in de geestelijke schatten, die ons God heeft gegeven. Wanneer wij onze zendingsbladen lezen, komt wel eens de vr^ag op waarom niet meerderen worden toe gebracht. Maar wij moeten het niet in de eer ste plaats zoeken in het groote aantal. De waarde van een menschenziel is niet te omschrijven. Allo bijkomstige motieven moeten /.wijgen als het gaat om de Zending. Onder den nadruk van den geestelij ke'» nood der heidenwereld en den geestelijken rijkdom, dien wij hebben ontvangen zullen we gaarne hei Evan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1