CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
7de JAARGANG
DONDERDAG 22 JULI 1926
WUMMER f879
E COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal i 2.50
Per week I 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Oil nummer beslaat nil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V Nogeens de legerpredikanten
Wanpeer wij nog niet overtuigd
zijn van het noodzakelijke van het in
stituut dor legerpredikanten, dan is
dat zeker niet de schuld van Ds. Pe
tersen, die met een 'prijzeniswaardigen
ijver getracht heeft het nut van deze
instelling duidelijk te maken.
Wij hebben dan ook geen spijt, dat
we dit onderwerp aan de orde hebben
gesteld, en daardoor onbedoeld Ds.
Petersen hebben uitgelokt over de gees
teüike verzorging der militairen, een
zaak die ongetwijfeld de algemeen e
belangstelling verdient, zijn licht te
laten schijnen.
Dat er aan die geestelijke verzorging
ik g heel wat ontbreekt en dat er hier
niet name aan de zijde der kerken een
schromelijk te kort is, is door 't schrij
ven van Ds. Petersen wel heel sterk
aan het licht getreden, en wij hopen
dan ook, dat aan deze kwestie, inzon
derheid in kerkelijke kringen, volle
aandacht zal worden gescnonken.
Het moest toch niet kunnen voorko
men, dat een jonge man, belijdend lid
eener kerk, die doodelijk ziek in een
hospitaal ligt, wat zijn geestelijke ver
zorging betreft, geheel is aangewezen
op de toevallige bezoeken van den
misschien vrijzinnigen leger predikant.
Ds. Petersen zegt wel, dat hem van
een verkeerden invloed van zulke
predikanten nooit iets is gebleken,
maar inzonderheid aan ziek- en sterf
bedden kan die invloed niet anders
dan verkeerd zijn. Als dan van eeu
geestelijke verzorging mag worden ge
spróken, dan is het een verzorging in
de verkeerde richting.
Hoe kan toch, wie zelf niet de groote
heilsfeiten aanvaardt, anderen ver
troosten met de verzoening door het
bloed van Christus? Hoe kan, wie zelf
niet den Bijbel als het Woord van God
erkent, anderen met dat Woord troos
ten? Mag men aannemen, dat een vrij
zinnige, die gelooft dat een mensch
door eigen kracht behouden kan wor
den, en dat verzoening door het bloed
van Christus niet noodig is, anderen
brengen kan tot belijdenis v. zonde en
schuld, en tot een zoeken van den eeni
gen troost in leven en in sterven?
Wij begrijpen dan ook niet, hoe Ds.
Petersen over dien invloed met een
zekere geringschatting kan spreken.
De schrijver Voegt hieraan ter ge
ruststelling van mogelijke bezwaarden
nog toe, dat elk militair volkomen vrij
is en dat niemand gedwongen wordt
de samenkomsten met deze predikan
ten bij te wonen, maar dit klopt niet
met wat hij in zijn eerste artikel op
merkte, dat de bedoeken van den !e-
gerpredikant van zooveel beteekenis
zijn, omdat de militairen daarheen
kunnen gaan zonder zich bloot te ge
ven en de kans te loopen, dat ze voor
„fijnen" zullen worden aangezien.
Willen ze die kans niet loopen, dan
zullen ze moeten beginnen met alle
samenkomsten bij te wonen en zullen
ze zeker niet den moed hebben open
lijk partij te kiezen en uit de samen
komsten, waarin een vrijzinnig predi
kant voorgaat, weg te blijven.
Juist zij, voor wie dit wel bet aller
minst gewenscht is, de slappe broe
ders, zullen uit vrees van om hunne
godsdienstige gevoelens lastig geval
len te worden, ook bij de vrijzinnige
predikanten van de partij zijn.
En dat dit ook in gezonde dagen
niet zonder gevaar is, vertelde mij een
militair die zulk een samenkomst
meemaakte en daarbij de ervaring
opdeed, dat de predikant door een. ge
wiekst antimilitarist filiaal van de
vlakte werd gepraat. De vrijzinnige
predikant, die zelf aan den Bijbel geen
houvast had, moest het tenslotte af
leggen.
'Welk een indruk moet zulks maken
op slappe en vreesachtige soldaten,
die zooals Ds. P. in zijn eerste schrij
ven betoogde niet den moed hebben
des Zondags naar de Kerk te gaan,
maar die nog wel een samenkomst
met den legerpredikant als ze zich
achter een .,<dan ben ik vrij van dienst'
kunnen verschuilen, willen' bijwonen,
is gemakkelijk na te gaan.
Dat de toestand in de kazerne veel
veranderd is de laatste jaren, geven
wij gaarne toe. Maar niet in ongumti-
gen zin. Met den godsdienst wjrdt
meer officieel gerekend. De diensttijd
J9 sfceik verkort. Het aantal Zondagen
dat men in de kazerne doorbrengt,
sterk verminderd. En wij hebben ook
niet den indruk, dat er onrechtvaar
diger opgetreden wondt, dan vroeger.
Trouwens, wat dit betreft moet men
niet overdrijven. Zeker, er zijn en er
waren wel eens meerderen die onrecht
vaardig optreden en er is wei eens on
behoorlijk gestraft, maar de ervaring
heeft ons geleerd, dat wie behoorlijk
E'jn plicht doet en voor zijn overtui
ging 'ïitkomt, bet als regel in de ka
zerne heel goed kan uithouden. Zoo
wa» het vroegen en zoo is het, naar
BUREAU: Hooigracht 35
- Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
.Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 221/» cent
Ingezonden Mededeelingen, dobbel tarief.
Bij contract, belangrijke redactie.
Kleine advertentiSn bij vooruitbetaling
van ten hoogate 30 woorden, worden dege
lijke geplaatst ad 40 cent
kazernebewoners ons meermalen ver
zekerden, ook nu nog.
Ds. Petersen heeft op overtuigende
wijze aangetoond, dal van de legerpre
dikanten een mviced ten goede kan
uitgaan. Wij hebben dat ook niet ont
kend.
Maar daarmee is de vraag waarover
hot bier eigenlijk ging, of de geestelij
ke verzorging in kerkelijke banen ge
leid moet worden of dat, zooals Ds.
Petersen meent, de Overheid bier door
middel van hare ambtenaren moet
optreden, niet beantwoord.
Wat dit punt bèireft, zijn wij door
het schrijven van Ds. Petersen aller
minst overtuigd.
Waarvan we echter w e 1 overtuigd
zijn, het is dit dat bet meer dan tijd
wordt dat de kerken zich hunne roe
ping bewust worden en dat aA de
ouders zich meer met de geestelijke
belangen van hunne jongens in de ka
zerne inlaten.
Er is bier en 'tis de verdienste
van Ds. Petersen dit duidelijk in bet
licht te hebben gesteld 'n schrome
lijk tekort. Wat Ds. P. meedeelt, is
werkelijk o n t s t e 11 e nd.
Geen legerpredikanten, beteekent,
zegt Ds. Petersen, geen geestelijke ver
zorging der militairen.
Welnu, als dat juist is, dan wordt
het hoog tijd, dat hierin door samen
werking van ouders, plaatselijke ker
keraden en garnizoenskerken, veran
dering wordt gebracht.
Voor de legerpredikanten en hun
arbeid hebben wij volle respect. Maar
het instituut der „Officieren van gees
telijk welzijn' zagen wij gaarne over
bodig gemaakt.
En dat temeer omdat, zooals Ds P.
duidelijk lieit uitkomen, de predikan
ten in garnizoensplaatsen nu steeds
meer den arbeid onder de militairen
loslaten. Zij gaan steunen op de leger
predikanten, terwijl er en daaraan
mag ook wel aandacht worden ge
schonken niet de minste zekerheid
is dat hier de vrijzinnigen straks niet
de leiding zullen nemen.
Geestelijke verzorging, uitnemend
Maar dan geleid zoo mogelijk, in
kerkelijke hanen.
Wij hopen, dat het resultaat van
deze discussie zal zijn, dat zoowel van
de zijde der ouders als van de zijde
der kerken meer aandacht aan deze
kwestie wordt geschonken en dat ern
stig onder de oogen wordt gezien de
vraag wat er gedaan kan en moet wor
den om geestelijke verzorging der mi
litairen te bevorderen.
Is dat het geval, dan is ook het
schrijven van Ds. Petersen waar
voor wij hem gaarne dank zeggen
niet tevergeefs geweest.
STADSNIEUWS.
Prof, Dr. D. Cohen.
De Amsterdamsche gemeenteraad,
benoemde gisteren tot gewoon hojg-
lieeraar in de Oude Geschiedenis en
Ide Romeinsche antiquiteiten, dr. D.
Gqhen, bijzonder hooglaaraar aan de
Rijksuniversiteit alhier.
Prof. dr. D. Cohen, bijzonder hoog-
ieeraar vanwege het Leidsche Univer-
eitedtsfonds aan de Leidsche Universi
teit in de oude geschiedenis, in het
bijzonder die van den Hellenistischen
tijd, werd 31 December 18S1 te De
venter geboren. Hij bezocht daar de
lagere school en het gymnasium. Daar
[na studeerde hij te Leiden' en, na zijn
(doctoraal examen te Leipzig en ,Göt-
tingen' te hebben gedaan, waar }iij
zich speciaal op studiën van het Hel
lenistisch tijdvak en .de papyrologie
(toelegde.
In 1910 werd hij benoemd tot lee-
iraar in de klassieke talen aan het Ne-
Iderlandsch Lyceum te 's-Gravenhage
jen .in 1919 werd hij belast met het
comrectoraat aan deze school, <een ambt
dat hij thans nog bekleedt. Ondertus-
schen was hij te Leiden gepromot-
veerd, namelijk in 1912,. tot 'doctor
in de klassieke letteren op een proef
schrift: De magistratibus Aegyptiis
externas Lagidarum provincias admi-
nistrantibus. Hij verwierf daarbij het
praedicaat cum laude. In 1922 werdi
hij toegelaten als privaat docent aan
de Leidsche universiteit in de Griek-
sche papyrologie, welken werkkring hij
aanvaardde met het houden van een
openbare les over: De Grieksche papy
rologie en hare beteekenis voor de
kennis der antieke beschavingsgeschie
denis.
Den lOden December 1924 aan.
vaardde hij het ambt van bijzonder
hoogleeraar te Leiden met een rede
over; Universalisme en particularisme
in den aanvang van het Hellenislïseb
tijdperk.
Van zijn hand verscheen, naast ar
tikelen over onderwerpen met betrek-
werkje, getiteld: De Hellenistische
king tot het Hellenistisch tijdvak, een
Cultuur. Verder in samenwerking met
anderen: De aardrijkskunde van het
(Middellandsche.Zeegebied en nog een
Grieksch leesboek, waarin ook frag
menten uit de Hellenistische littera
tuur en oorkonden zijn opgenomen.
Stadsevangelisatie der Gerei. Kerk.
Gisteravond is in de Evangelisatie-
tent bij de Lammermarkt een samen
komst gehouden, uitgaande van de
commissie voor Evangelisatie der Ger.
Kerk te Leiden.
Niettegenstaande de regen bij stroo
men neerviel, was de tent geheel ge
vuld met belangstellenden
De 'heer A. M. Verschoor opende de
samenkomst, l;et zingen Ps. 95:1 en 4,
ging voor in gebed en heette, nadat bet
koor eerst een tweetal liederen (God i3
mijn licht, en Vaste rots van mijn be
houd) gezongen had, de aanwezigen
hartelijk welkom. Vervolgens gaf hij
het woord aan Ds. K. Schilder van
Spr. begon met te herinneren aan
een beeld, dat de apostel Paulus ge
bruikt in 2 Cor. 5, waar hij het lichaam
des menschen vergelijkt niet een tent.
Eenmaal zal de doodswind waaien en
die tent aan flarden scheuren. Daar
om is het noodig, dat wij een vaste
verblijfplaats zoeken, een huis eeuwig
in de hemelen.
Deze samenkomst gaat uit van de
Evangelisatie der Geref. Kerk. Doch
z,ijn Gereformeerden wel de geschikte
menschen voor Evangelisatie? Zijn ze
niet te bekrompen en te benepen om
het ruime Evangelie van Gods genade
te verkondigen?
Spr. zal eenige bezwaren tegen het
Ger. geloof weerleggen, 't Is niet waar,
dat iemand die gelooven gaat, niets
meer doen mag en een ellendig leven
krijgt. Jüist wie gelooft, heeft het wa
re fundament voor zijn blijdschap ge
vonden omdat hij naar een bruiloft
gaat Vrijheid is geen losbandigheid,
vrij is wie in zijn element is. De ware
vrijheid bestaat in.de gebondenheid
aan God. „Ik ben nog nooit zoo blij ge
weest" zingt Nelly van Kol, die het ge
loof gevonden had.
Er zijn nog meer bezwaren. Hoe is
het ruime aanbod der genade, te rijmen
met de uitverkiezing?
Toch is die leer, die de menschen
zoo hard en stroef noemen, de meest
barmhartige. Als de zaligheid in de
hand van den mensch zelf lag, zag het
er slecht voor hem uit, want des men
schen grootste vijand is hijzelf. Het is
beter te vallen in de hand Gods dan in
de hand des menschen.
Een laatste bezwaar is, dat men
zegt: de Gereformeerden maken den
mensch zoo klein. Doch wij die den
Bijbel gelooven, leeren juist dat de
mensch eeuwig blijft bestaan. De
mensch wil zijn: groot of dood, de
bergen beklimmen of vermorzeld
worden door die bergen: ber
gen, valt op ons! Doch nimmer kan
de mensch uit de schepping worden
weggewerkt; zijn daden hebben een
eeuwig gevolg.
Dit is een vreeselijke gedachte, maar
God is ons in Christus barmhartig ge
weest. Hij maakt het mogelijk, dat wij
eeuwig kunnen danken en jubelen.
Ds. Schilder liet vervolgens zingen
Ps. 42:1, waarna de heer Verschoor
Matth. 11:16—19 en 2830 las en een
toespraak hield naar aanleiding van
de gelijkenis van de kinderen op de
markt en ten slotte wees op de noodi-
ging van Christus: komt herwaarts
tot mij, allen die vermoeid en belast
zijt, en ik zal u rust .geven.
Aan Jjet eind der samenkomst wer
den door het koor nog een tweetal lie
deren gezongen, waarna de heer Ver
schoor voorging in dankgebed.
Hedenmiddag 5 uur wordt een kin-
dersamenkomst gehouden en van
avond om 8 uur een bijeenkomst voor
volwassenen, beide uitgaande van de
Commissie voor Evangelisatie der Ger.
Kerk.
Zendingsdag op „Oud-Poelgeest".
(Vervolg).
In de middagbijeenkomst, die te 2
uur met het zingen van Psalm 87 2,
3 en 4 geopend werd, sprak allereerst
Dr. D. K. Wielenga van Voorschoten
over: De Zending en het einde.
Wat uit stof is neemt een end
Door den tijd, die alles schendt.
Dit geldt, ving spr. aan van alles
wat wij zien, van het leven des men
schen, maar ook van de geheole schep
ping.
Geheele cultuurstelsels hebheii wij
in den loop der eeuwen zien opkomen
en ook weer zien verdwijnen
En nu is het zeker opmerkenswaar
dig, dat vooral na den oorlog velen de
Westersche cultuur die van de z g.
Avondlanden een dergelijk lot voor
spellen.
Inderdaad is er veel dat deze voor
spelling schijnt te wettigen. De gods
dienstloosheid in Europa neemt tos.
Hoe langer 'zoo meer beweegt zich al
les om de macht van het geld. D j ge
dachte, dat het volk moet regeoren
vindt steeds meer ingang, en daarne
vens zien we de onmacht' van de volks
regeering en de opkomst van het dic
tatorschap.
God zegt ons iets anders.
Hij spreekt ons in Zijn Woord van
eeuwige geheiligde cultuurschatten,
van geheele koninkrijken, die in het
hemelsch Jerusalem zullen worden in
gebracht.
God zoekt het weggedreven©. Hij
redt de volken. Niet in dien zin, dat
allen zalig worden, maar dat toch de
uitverkoren kern der menschheid zal
worden verlost.
Bij dit toebrengen van de Konink
rijken der aarde hebben ook wij een
taak gekregen. Wij kunnen de teeke
nen der tijden, waarvan Christus heeft
gesproken, rustig, hoopvol en werk
zaam aanzien.
Rustig, omdat God bij alles wat ge
beurt, Zijn maatregelen beeft getrof
fen.
Hoopvol, ómdat het einde ons brengt
in de gemeenschap der heiligen.
Maar ook werkzaam, omdat wij het
proces der voleinding kunnen versnel
len, dat de vervulling zal brengen van
al Gods beloften..
Ons Nederland beeft in dit opzicht
wel een zeer bijzondere taak met bet
oog óp ons eilandenrijk in Indië.
Naar den mensch gesproken hebben
die heidenen op Java hun grooten Lijd
al achter den rug. Wij vinden nog
slechts de overblijfselen van de rijke
cultuur welke daar heeft geheerscht.
Maar dit is voor ons juist een prikkel
om den Javanen bekend te maken met
het Evangelie.
Dr. John Matt en Dr. Zwemer, de des
Lundigen, die een reis door alle zen-
dingsgebieden hebben gemaakt, spra
ken hun blijde verrassing uit over den
kennelijken zegen, die rust op de zen
ding der Geref. Kerken in Indië.
Ik zag zoo gaarne, aldus spr., dat go
uw gebed, uw arbeid, uw offer voor
de zending steeds meer gaat zien in
het licht van de christelijke hoop, van
het verlangen naar den Gruidegom.
Wij moeten hopen. En de grond vooi
die hoop moet zijn ons persoonlijk ge
loof.
Groot worden we dan in het besef
onzer voorrechten. Maar klein in het
besef van onze zwakheid, tegenover
ide geweldige taak di.e Christus ons
heeft opgelegd.
In de wereld, maar niet van de we
reld. Gedragen door Christus. Gedre
ven door gehoorzaamheid aan Hem.
Laten wij, als Christus binnen Jeru
salem, waarover hij pas het oordeel
liad uitgesproken, op deze aarde ons
kruis willen dragen.
Gedreven door liefde voor den Heb
land,«bezield door den H. Geest.
Nadat gezongen was Gez. 245 1 en
2 hield mej. H. H e m m e s, directrice
van de Kon. Emma(Meisjes)-schooL te
Solo een toespraak over: Lof uit kin
dermonden.
De spreekster ving aan met een her
innering aan het Psalmwoord: Uit den
mond der zuigelingen en der jonge
kinderen hebt Gij sterkte gegrondvest.
Wij vinden het zoo gewoon, wanneer
onze kinderen volgen in den dienst
des Heeren. Maar hoeveel heerlijker is
het niet wanneer kinderen, die er niet
in opgevoed zijn, er vroeger zelfs niet
van gehoord hebben, tot Jezus komen,
en zij mede den lof des Heeren verkon
digen.
In dit verband vertelde zij van den
arbeid van het Chr. onderwijs in Indië
waarbij zij ook werkzaam is.
Er is, aldus spr., in de laatste tien
tallen jaren onder de inlanders en de
vele Chineezen op Java een zeer ster
ke drang ontstaan naar Hollandsen
onderwijs.
Aanvankelijk werd dat onderwijs
alleen uit een zakelijk oogpunt be
geerd. Maar de zending heeft al spoe
dig gezien welk een prachtig hulpmid
del dit Hollandsch-Inlandsch onder
wijs zou kunnen zijn.
Wanneer de kinderen op hun 6de
jaar op school komen spreken ze geen
woord Hollandsch. Dat leeren ze in
het begin slechts langzaam, woordje
voor woordje, zooals wij vroeger de
•kennis in de modern© talen met moei
te veroverden.
Eenmaal met het Hollandsch ver
trouwd, maken z© gemakkelijk vorde
ringen, en dan komt ook het oogen-
blik, dat een meer veelzijdig onderwijs
kan worden gegeven.
Daaronder is in de eerste plaats hot
Bijbelsch onderwijs. Dit is voor de
ouders die hun kinderen zenden bij'
zaak, maar voor ons is dat natuurlijk
de hoofdzaak. Evenals op de Hol-
landsche Christelijke scholen vangt
in de Indische iedere schooltijd aan
met het vak Bijbelsch© Geschiedenis.
Er is in de subsidievoorwaarden een
veelbesproken bepaling volgens wel
ke de leerlingen wier ouders dit wen-
schen moeten worden vrijgesteld van
hét Bijbelsch onderricht. Het merk
waardige is echter dat dit in de prak
tijk van spr. en haar omgeving nog
niet is voorgekomen. Wel een bewijs,
dat er een goede invloed uitgaat ei;
dat de kinderen zelf het onderricii
gaarn© ontvangen.
Er zijn in de omgeving van Solo 'm
10 Christelijke, Hollands rhc m lui i I
sche scholen. De oudste u v u h- eerst
negen jaar,
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
Dr. Cohen is benoemd tot hoog
leeraar aan de Gemeentelijke Univer
siteit te Amsterdam.
Bnitenland.
Het Kabinet-Herriot is gevallen.
Poincaré kabinetsformateur in Frank
rijk.
Het oordeel der Amerikaansche ban
kiers over de daling van den Frann
schen franc.
Ernstige toestand te Calcutta.
Dezen groei achten we een grooten
zegen van God. Hoewel het onderwijs
nog jong is, kan toch reeds op vruch
ten worden gewezen.
Door de leerlingen vinden werken
uit Chr. Bibliotheken hun weg naar
de woningen der Mohammedaanscli©
ouders en worden deze soms ook zelf
tot onderzoek gedreven. In elk geval is
de school van zeer veel beteekenis
voor den Hoofddienst.
Maar er is ook tegenwerking. Dik
wijls laten de inlanders hun kinderen
slechts op de Chr. school omdat deze
anders in hun mooie ontwikkeling
worden gestuit, want de scholen,
ook de Openbare Holl.-Inl. scholen,
zijn overvol.
Ontroerend is hetgeen de spreekster
vertelde van de kwellingen en moei
lijkheden, die de jeugdige, onder den
invloed van het Evangelie gebraente,
inlandertjes moeten ondervinden van
hun heidensch gezinde omgeving.
Dikwijls worden zij verstooten, ver
vreemd van ouders en familieleden en
worden hep rechten ontnomen. Dat :ij
geslagen worden gebeurt niet zelden,
en dat zij, wanneer ze naar de kerk
willen, opgesloten wórden, dikwijls.
En tot het ondergaan van dat alles
stelt hen de liefde tot Jezus in staat.
Wij willen hen wel graag helpen m
hun moeilijkheden, maar er zijn .nog
zooveel dingen, bepaaldelijk wat het
breken met de traditie en de familie
aangaat, die zij zelf moeten doorma
ken.
En toch gevoelen zij goed welk een
zegen zij in de kennis van de christe
lijke religie hebben ontvangen. Een
der leerlingen van de Javaansche
Meisjesschool, waaraan spr. verbon
den was, sprak het in een onder wijs
bijeenkomst voor baar vertrek uit, dat
het kostbaarste dat zij van haar leer-
aressen ontvangen had, de bekendma
king was met Jezus. Dat is een schat,
sprak zij, die niemand ons ooit meer
kan ontnemen.
Met een krachtige opwekking om
dit werk met gebed te steunen eindig
de de spreekster. Het gebed der ge
meente, dat is het, zoo besloot zij, wat
wijjbovenal noodig hebben.
Mej. Hemmes werd met bijzondere
aandacht gevolgd. Staande werd haar
de zegenbede uit Psalm 134 toegezon
gen.
Ds. D. S c h e e 1 e van Oudewater,
sprak hierna over: Zending en geest
drift.
Wij zijn samengekomen, aldus spr.,
om met elkaar te spreken over het
heerlijke werk dat God ons in de Zen
ding op de schouders heeft gelegd.
Het is reeds een zegen dat God in
Zijn algemeene genade de menschen
gevoel heef gegeven voor het ware, het
goede en het schoone. Maar daarboven
uit gaat de liefde die zich richt op hot
koninkrijk Gods.
Wij kunnen voor dingen, die in het
tijdelijke leven van groote beteekenis
zijn, in geestdrift geraken, om even
wel bezield te kunnen zijn met liefde
en geestdrift, die onder alle omstan
digheden trouw blijft aan de roeping
van Godswege ten aanzien van de ver
breiding van bet Evangelie, moeten
we aangeraakt zijn door den Heiligen
Geest.
Er is nog zooveel te doen in de hei
denwereld, nog zooveel nood te leni
gen.
Wij hebben Indië niet slechts gekre
gen om daardoor economisch groot te
worden, maar veelmeer om het te la
ten deelen in de geestelijke schatten,
die ons God heeft gegeven.
Wanneer wij onze zendingsbladen
lezen, komt wel eens de vr^ag op
waarom niet meerderen worden toe
gebracht.
Maar wij moeten het niet in de eer
ste plaats zoeken in het groote aantal.
De waarde van een menschenziel is
niet te omschrijven.
Allo bijkomstige motieven moeten
/.wijgen als het gaat om de Zending.
Onder den nadruk van den geestelij
ke'» nood der heidenwereld en den
geestelijken rijkdom, dien wij hebben
ontvangen zullen we gaarne hei Evan-