CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS
fa* JAAKGAN13
WOEN5ÜAG 21 JULI 1926
NUMMER IS?^
COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.5G
Per weekI 0.19
Franco per post per kwartaal I 2.90
Oit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V Belastingplannen.
De „Maasbode" herinnert nog eens
aan het voor haar vaststaande feit,
dat het bedrag noodig voor verminde
ring van de successiebelasting met
f 10 millioen en van een personeele
belasting met f 8 millioen, gevonden
kan worden uit het surplus van het
leenigingfonds, zoodat een weeldebe
lasting overbodig is,
„Al het ach-en-wee, al de wichtig-
thuerei vaü. would-be economische zij
de, zegt het blad, maken de bereke
ning, die wij voor een paar weken
overlegden, niet ongedaan.
Wanneer de Staatslieden meenen
voorzichtig en conservatief te hande
len met hun pogingen om den gun-
stigen stand der Rijksmiddelen, en
van het leeningfonds vooral, te ver
heimelijken, wanneer zij meenen aan
den hyper-veiligen kant te zullen blij
ven bij het behouden en creëeren van
rijksinkomsten, dan doen zij in hun al
te groote behoudsgezinde slimheid
niet veel anders dan het bedje sprei-
1 den voor een volgend bewind, dat mooi
weer kan spelen, dat belasting kan
verminderen en een paar kostbare
maatregelen kan nemen, zonder dat
er eenig tekort behoeft te ontstaan^
Voor een rose regeering wordt zoo'n
toestand om te watertanden!
Ook is het heffen van nieuwe be
lastingen de beste methode om het
staatsbudget op het veel te hooge peil
van 600 millioen 's jaars te handhaven
Wij concluderen, dat het parool
moet worden: een flink bedrag aan
belasting --verminderingen,
desnoods al de vier verminderings-
orltwerpen van De Geer aannemen (of
schoon wij voor een enkel daarvan
wat anders liever zouden zien) en
vooral geen nieuwe heffing.
Wanneer, wij in de omstandigheden
leefden van een jaar of drie terug,
toen de dreigende inflatie moest wor
den afgewend, toen de gulden be
dreigd werd, dan zou een nieuwe hef
fing als de weeldebelasting aanvaard
moeten worden.
Colijn geeselde met roeden, maar
had hij het niet gedaan dan had de
huidige Regeering ons met schorpioe
nen moeten geeselen, zooals de Belgi
sche Regeering, met den socialist Van
dervelde als steunpilaar, thans bij on
ze zuiderburen moet handelen.
Nu wij echter de geeseling achter
den rug hebben en nog navoelen, nu
onze gulden veilig is, nu moeten wij
niet behandeld worden alsof wij nog
in 1923 leefden.
Trouwens verlaging van het budget
en zeker niet nieuwe belastingen is
economisch de meest aangewezen
maatregel.
Uit dit algemeen standpunt moet
men strijd voeren tegen de ontworpen
weelde-belasting, die het budget hoog
helpt houden, die zelfs boven de kas-
behoeften van den Staat uitgaat en
dus onnoodig is; men moest dit dus
nog doen, indien de weeldebelasting
op zich zelf een welgeslaagd stuk
werk was.
Doch, nu de ontworpen nieuwe be
lasting belooft kwellend, drukkend,
onbillijk te zullen worden, is verzet
ten zeerste gemotiveerd".
Het komt ons voor, dat dit betoog
van de „Maasbode" niet van overdrij
ving is vrij te pleiten.
Dat de voorgestelde weeldebelasting
en weeldeverteringsbelasting kwel
lend, drukkend en onbillijk beloven te
worden, kan niet zonder meer worden
toegegeven.
Wel echter zijn wij het eens met de
„Maasbode", dat het parool moet zijn:
belastingvorminderi n-g.'
Aan de veel te hoog opgevoerde di
recte belastingen moet een einde ko
men.
Er is geen enkele reden om het de
toch al bovenmate zwaar belaste belas
stingbetalers extra zwaar te belasten
teneinde een eventueel volgend Ka
binet gelegenheid te geven met het
zuur bespaarde belastinggeld mooi
weer te spelen.
De belastingen moeten omlaag.
En het blijft te betreuren, dat door
de Kabinetswisseling de uitvoering
van de plannen van Minister Colijri
achterwege bleef
Maar daarnaast is ook gewenscht.
dat b.v. door het heffen van een weel
debelasting een betere verhouding tus
schen directe en indirecte belastingen
wordt verkregen.
t Is toch al te dwaas, dat wie spaar
zaam is en kapitaal vormt als een ci
troen tot den laatsten druppel wordt
uitgeknepen, terwijl wie zijn geld in
weelde verteert den belastingdans
ontspringt.
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
Gewone adrertentiSn per regel 22l/» cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel Uriel
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine adrertentiSn bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst sd 40 cent.
V Samenwerking.
De bekende industrieel C. F. Stork
heeft jaren geleden enkele wenken ge
geven voor het sociale leven, die ook in
onze dagen nog wel overweging ver
dienen.
„De patroon, zoo zeide hij, moet ge
voelen iets anders en beters te zijn dan
de onbeperkte beerscher in zijn rijk,
dan onverantwoordelijk eigenaar van
een schoone bezitting.
Hij beheert, maar moet van zijn be
heer rekenschap kunnen afleggen
aan de geheele gemeenschap, wier be
langen hij door zijn handelingen be
vorderen of bedreigen kan; hij is rent
meester van een eigendom, waarop
hij slechts beperkte rechten mag
doen gelden.
De ondergeschikte van zijn kant
moet in de zaak, waarvoor hij werkt,
waaraan hij zijn bestaan dankt, iets
meer zien dan de gelegenheid om zijn
loon te verdienen; hij moet haar als
de zijne leeren beschouwen en voor
hare belangen opkomen als voor zijn
eigene."
Dat zjjn zeer juiste opmerkingen.
Alleen, wie staat op den bodem der
Christelijke belijdenis, kan verder
gaan; hij kan het krachtiger zeggen.
Immers naar Christelijke beschou
wing is de patroon rent meeste r
van goederen door God hem toever
trouwd. Hij moet rekenschap van zijn
beheer afleggen niet maar aan de ge
meenschap, maar aan God, die hom in
een verantwoordelijke positie plaatste
en hem met het rentmeesterschap be
kleedde.
En omgekeerd zijn ook de onderge
schikten rekenschap schuldig van de
wijze waarop zij hun taak verrichten.
Wanneer zij in de zaak, waaraan zij
hun bestaan danken, niets meer zien
dan de gelegenheid om loon te verdie
nen, dan zullen zij zeker hunne godde
lijke roeping niet naar behooren kun
nen vervullen.
Werd dit meer verstaan, de sociale
verhoudingen zouden minder scberp
Zijn. de sociale nood minder gropt; de
menigmaal scherpe strijd zou plaats
maken voor samenwerking.
'Het is te betreuren, dat aan deze
gezonde beginselen niet meer aan
dacht wördt geschonken en dat met
name ook in Christelijke kringen van.
de zoo gewenschte samenwerking vaak
zoo weinig gezien wordt.
STADSNIEUWS.
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rijnland.
IV,
Dakpannen. Uit het staatje,,
waarvan in ons overzicht van gisteren
isprake was, blijkt dat in 1925 werd
ingevoerd 23870 K.G. met een waar
de van f535009. De uitvoer bedroeg!
25305 K.G. met een waarde van
f 660.000
B oi e k b i n d e r ij e n. Da toiestand
der Boekbinderijen in 1925 was over
het algemeen iets beter dan vorigie
jaren, vooral het laatste kwartaal gaf
in verschillende binderijen nogal be
weging door het maken van ka^nders,
kantoorboeken, bloks, enz.
De machinale binderijen en bro*
oheerderijen hebben mees.al hun druk
te en slapte, naarmate de drukkerijen
het druk óf slap hebben.
In de particuliere binderijen, die
veelal op werken van bibliotheken,
rijksinstellingen en intellectueel en zijn
aangewezen en die in de laatste jaren
een zeer moeilijken tijd hebben mede
gemaakt door ae epidemische bezuini
gingsmethode, begint ook wel eenige
verbetering te komen. Veel werk, dat
jaren lang vastgehouden was, moest
eindelijk eens ingebonden worden' (de
afleveringen der tijdschriften raateten
zoek of werden beschadigd, zoodat boe
ken en tijdschriften in waarde vermini
iderden.j De prijzen van materialen,
als leer, linnen en papier zijn belang
rijk gedaald vergeleken bij eenige ja
ren geleden. Dit alles heeft medege
werkt, weer eenige levendigheid in
ideze werkplaatsen te geven. Het laat
zich aan ziep, dat dit nog wel eeniglenj
tijd zal voortduren en wij hebben hoop
'dat 1926 ons niet te veel in onze ver
wachtingen zal teleurstellen.
Chemische Industrie. Deze
industrie, welke wegens het geringe
binnen] andsche verbruik, vooral op ex
port is aangewezen, ondervindt vooral
belemmering door buiienlandsche ta;
rieven, terwijl zij bovendien niet anders
dan schade kan lijden door binnen
landsche, waarmede genaard giaat een
moeilijke aankoop an r ndstoffen op
de goedkoorste bui e U ho markt
Het gevolg hier dn deze indus
trie dient te rebn ei .iia een stééds
fellere concur ren i?.
Conserven fa! r i en. Het
conserven bedrijf he f: in 1 et algemeen
te klagen over onbevredigende afzet.
De export, naar ve'e landen werd on
mogelijk door de daar geldende hoo
ge invoerrechten.terwijl ons laag ta
rief w de Belgische en. Fransche va
luta 'de conservenindustrie wan deze
landen in staat stelt, met aanmerke
lijk lager prijzen aan de Nederland-
sche markt te komen, temoe. daar in
deze landen ruimer gelegenheid tot
verkrijging van de overwerkvergunninr
gen bestaat. Een meer -actie» e han
delspolitiek zal in deze industrie wor
den toegejuicht.
Een der Leidsche Coats er venfabriej
ken meldt in verband hiermede o.m.:
„De ongunstige factoren, zooals in
(het vorig jaaroverzicht beschreven,
deden zich ook in 1925 gelden en b e
ven hun nadeeligen invloed uitoefe
nen.
Zelfs is de toestand nog verergerd
door het in werking treden vati het.
nieuwe Tarief van Invoerrechten, het
welk een verlaging voor geconserveer
de groenten, verpakt in blik, aangeeu.
H.erdoor werden de buitenlandsche la
brieken, in België en Frankrijk, ge
steund door hunne lage valuta's in
ptaat gesteld hun producten tegen zeer
lage prijzen op onze markt te plaat
sen.
Waren geconserveerde groenten on
der het oude Tarief belast met f25
per 100 K.G., overeenkomend met 45
pCt. der waarde*, het nieuwe tarief be
last ooaiserven in verpakking van 1
K.G. en kleiner met 20 pCt. der waar-
|de. Onze markt werd dan ook met
Belgische en Fransohe conserven over
stroomd en de prijzen werden dusda
nig gedrukt, dat van een winstgevend
bedrijf geen sprake meer was.
Beschermd door het oude tarief,
zijn er heir te lande groote conserven
fabrieken onts aan, welke in staat wa
ren, de binnenlandsche markt ruim
van eerste kwaliteit groen.emoonser-
ven te voorzien, waarvan de prijzen
,door de onderlinge concurrentie niet
hoog te noemen waren. Plotseling
worden deze fabrieken, zonder ©eni
gen overgangstijd, voor deze verla
ging van het larief geplaats. en zal in
krimping der productie, ontslag van
personeel wel het gevolg moeten zijn.
Ook zal deze oms.andigheid niet na
laten een nadeeligen terugzag op den
tuinbouw ten gevolge te hebben, daar
de verminderde vraag naar versch©
groenten, een belangrijke daling der
prijzen veroorzaakt.
D eken f ab riek en. De afzet van
[Wiollen Dekens was onbevrcd'gend en
ibedroeg minder dan in vorige jaren.
Werkloosheid kwam weinig voor. De
verwachting voor 1926 is weinig hoop
vol.
De toestand van donzen en gewat
teerde dekens is bevredigend er komt
weinig werkloosheid voor.
Vanwege het verbod van invoer in
Duitschland van donzen ein gewatteer
de dekens en de hooge invoerrechten
op deze artikelen in België, kan niei-
meer voldoende voor export naar deze
landen worden gewerkt. De lagie va-,
luta der Belgische en Fransohe frank
maakte de concurrentie met 'deze lan1
den zelfs moeilijk'.
De verwachting voor 1926 is dan1
•ook niet hoog gespannen. Fabrikanten
zijn van rneeming, dat een actieve han
delspolitiek ten zeerste gesteund moet
worden.
D i s t i 11 e e r d e r ij en. Algemeen
wordt geklaagd over een onbevredi-
gendeh afzet, hetgeen voornamelijk
wordt toegeschreven aan de hooge ac
cijns, aan smokkelarij ein aan fraudu-<
leus stoken, die er een gevolg van'
worden geacht.
Door de lage frankenkoers werden!
vele buiten1 andsche aanbiedingen recht
streeks aan particulieren gedaan, waar
van gebruik werd gemaakt ten nadcela
van den binnènlancïschen producent.
Drukkers, en U i t g ver s be-
drijf. Naar A. W. Sijthoff's Uitge
vers Mij. mededeelde, was de toe
stand in 1925 bevredigend.
Verder wordt er op gewezen, dat de
uitgever vooral een groot risico heeft,
daar hem in 't algemeen de gegevens
ontbreken om de vraag naar zijn ar
tikel te beoordeel en; hij weet van te
voren nooit met eenige zekerheid te
zeggen, wat hij moet uitgeven om
isucces te hebben.
In de jaren onmiddellijk na dein
oorlog, en ook nu nog! wel, wil de
groote massa gaarne avonturen-ver
fhalen lezen; hier valt wel is waar van
leen omlijnde „vraag" te spreken, waar
op dan ook een duidelijk „aanbod"
is gevolgd. Maar deze uitgeversbe-
Idrijvigheid speelt zich toch af op een
zijterrein en is niet kenmerkend voor
het Neder]andsche uitgeversbedrijf in
het algemeen, dat er een •eer in stel't.
leiding te geven.
In bet algemeen koopt het groot©
publiek nog weinig boeken, tenzij dan
minderwaavdige verstrooingslecuur
zij, die gaarna boeken zouden knopen,
zijn daartoe niet (niet meer) financieel
in staat.
Het uitgeverspersoneel is niet zoo
danig gespecialiseerd of techn sch een
zijdig gevormd, dat het niet ook el
ders, in andere bedrijven, kantoor
werk zou kunnen verrichtenwe ik;
loosheid komt daarom in de C geverij
practisch niet voor.
De tariefwet 1925 heeft tengevolge
dat ingevoerd papier, en ingevoerde
grondstoffeai voor de fabricagie van
papier dit wil dus zeggende groo
te meerderheid van papier en grond
stoffen duurder geworden zijn. Boe
ken in hun geheel betrekt de uitgever
niet uit het buitenland, zoodat invoer
rechten daarop geen invloed uitoefe
nen.
Een hinderlijk en dwaas gevolg van
de tariefwet 1925 is, dat de uitgever,
die zijn uitgaven naar een filiaal, de
pot of vertegenwoordiger in het bui
tenland met name naar het Ne-
Iderlaiidsch overzeesch gebied tenl
verkoop heeft gezonden, voor de te
rugkomende, niet verkochte, dikwijls
verouderde of beschadigde exempla
ren invoerrecht moet betalen, hetgeen
zijn expansie-zucht en daarmede den
Ned«rlandschen boekenhandel in 't
algemeen fnuikt.
Ergerlijker nog is, dat dit invoer
recht ook den uitgever treft, die (bij
voorkeur kostbare) uitgavei naar een
buitenlandsche tentoonstelling zendt;
voor deze poging om bij te dragen tot
het aanzien van Nederland in den*
(Vreemde wordt hij door den Staat
met boete gestraft.
De verwachting van 1926 is vrijwel
dezelfde als zij voor 1925 was; weinig
bevredigende omzet, financieele nood
bij de meeste boekverkoopers; vrij tal
rijke faillissementen onder deze laat
sten; gebrek aan vlottende middelen
bij vele uitgevers, wier kapitaal hoe
langer hoe meer in hun voorraden
vastligt; zorgelijke toestanden in me
nig uitgeversbedrijf; ook in enkele,
oude, geziene zaken.
Opgemerkt zij in dit verband, dat
ook in tijden van voorspoed het vast
liggen van kapitaal in slechts lang
zaam verminderende voorraden een
kenmerkende moeilijkheid van het
uitgeversbedrijf was
Een uitstapje.
Evenals voorgaande jaren, hopen ook
dit jaar de Jongelieden- en Knapen-
vereen., onderafdeelingen der C. J. V.
Pred. XIIa met hun leiders eenige
dagen onze Sleutelstad te verlaten, om
elders hun bivak op te ölaan.
De zoo schitterend geslaagde 3-daag
sche tocht naar Bussum, verleden jaai
gehouden, was voor de leiders een aan
sporing, en- voor de leden natuurlijk
met minder, ook dit jaar 3 dagen „er
tusschen uit te gaan"'.
Maar waar nu naar toe?
We richtten onze schreden naar Arn
hem en met gunstig gevolg, dank zrj da
welwillende medewerking van den heei
J. B. Primus, eigenaar van het hotel
restaurant „De Waterberg" te dief
Genoemde hotelhouder kon n.l. een
stelletje „druktemakers" wel drie da
gen herbergen, voor een niet buiten
d,64 begrooting jler vereeniging gaanue
prjjs en daardoor is het den leiders
gelukt voor het luttele bedrag van
i 5>75 .per lid (reiskosten inbegrepen)
een reis naar de hoofdstad van Gelder
land aa nte bieden.
De Jongeliedenvereeniging zal D.V.
Dinsdag 3, Woensdag 4 en Donderdag
5 Aug., en de Knapenverg. veertien
dagen later, dus den 17 den, iSderi eL
i9den Augustus in de schoone omg^r
ving vertoeven.
Indien de pers ong weer ter wille is
waar we geen oogehblik aan twij
felen hopen, we later 't een en antlei
over Qte reis mede te deelen.
Zendingsdag op „Oud-Poelgeest."
Hedenmorgen 11 uur is op de bui
tenplaats „Oud Poelgeest" te üegst-
geest aangevangen de ze§ en twintig
ste Zendingsdag van de Geref. Ker
ken in de classis Leiden.
Scheen het gisteren of het weer zoo
ongunstig zou zijn, dat we in het
koetshuis de toevlucht zouden moe
ten nemen, gelukkig is dit niet noo
dig geweest en konden we als gewoon
lijk in de open lucht vergaderen.
Een flinke schare van belangstellen
den had zich ook thans weer opge
maakt om den Zendingsdag bij te wo
nen.
Nadatj begeleid door het muziekge
zelschap „Benvenuto" van Voorscho
ten, Psalm 108 1 en 2 was gezongen,
ging Ds N. PI. Koers van Noord wijk
aan Zee voor in gebed en sprak daar
na het openingswoord uit.
„Zullen er velen of weinigen zijn?"
zoo vroegen we ons gisteren af, toen
de regen met stroomen neerviel en
ons zendingsfeest 'n mislukking dreig
dd te worden, Doch de Heere heeft
ouze vrees beschaamd.
„Zullen er velen of weinigen zijn?"
diezelfde vraag kunnen we ook stel
len met betrekking tot den Zendings
arbeid. Gelukkig, dat we op die vraag
hetzelfde antwoord kunnen geven:
Het zullen er velen zijn die den
Heere zullen toegebracht worden.
Reeds de profeten hebben in dien
geest geprofeteerd, en Jezus zelf heeft
verklaard, dat al den volken tot een
getuigenis het Evangelie zaï verkon
digd worden, en dat velen zullen ko
men van Oost en West en aan zullen
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
Ds. van den Brink te Zandvoort door
de classis Haarlem der Geref. Kerken
afgezet.
De Koningin nog steeds in Zwitser
land.
Buitenland.
De levenskansen van het kabinet-
Herriot.
In Engeland wordt propaganda ge
maakt voor een particuliere leening
aan de mijnindustrie.
in België zal een vreemdelingenbe
lasting worden ingevoerd.
Groote hitte in Amerika.
zitten met Abraham, Izak en Jacob
in het Koninkrijk der Hemelen..
Heeft de Heere Jezus dan niet ge
zegd, dat velen op den hreeden Weg
zullen wandelen en slechts weinigen
door de nauwe poort ingaan? Zeker,
doch dit werd gezegd tot het den Mes
sias verwerpend volk, doch dit mag in
geen geval, toegepast worden op de
groote heiden wereld. Johannes ziet 'n
schare van toegebrachten, die nie
mand tellen kan.
Het is een wonder van Gods genade,
dat zoovele zondaren tot bekeering ge
bracht worden, alleen Goddelijke al
macht is tot zooiets in staat. Het is
dezelfde almacht, die God betoond
heeft in de opwekking van Zijn Zoon
uit den dood.
'Lis nu niet meer, zooals onder het
oude Verbond, dat uit de heidenwe
reld slechts enkelen werden aangeno-,
men: een Rachab, een Ruth, een Noa-
man de Syriër, ook niet zóoals tijdens
Christus' komst in het vleesch: enkele
wijzen uit het Oosten en nog enkele
anderen, maar de groote heidenapost.eL
Paulus is uitgegaan en heeft het Evan
gelie verkondigd tot in Rome toe.
Spr.schetste dien voortgang des
Evangelies in 't bijzonder in Europa,
en boe inzonderheid in de vorige e£uw
de zendingsijver is ontwaakt.
Het is thans zulk een heerlijke tijd,
omdat juist in onze Oost deze arbei 1
zoo rijk gezegend wordt.
Toch blijft er nog veel te doen over,
want nog slechts 1/3 der menschheicl
is met het Evangelie hekend.
Spr. eindigt met den wensch uit te
spreken, dat ook deze zendingsdag
mag medewerken om onze liefde tot de
zending te verlevendigen.
Vervolgens werd gezongen Lied No.
7 vs. 1 en 5 (Daar is uit 's werelds
duistre wolken), waarna Ds. J. de
Waard van Rijnsburg het spreekge
stoelte betrad, die tot onderwierp had:
„Nood en Wee."
Spr. begon met een schildering van
de aantrekkelijkheid, die een Zendings
feest voor velen biedt en de critiek, (lie
door sommigen daarop geoefend wordt
die daarin weinig anders kunnen zien
dan een soort van Christelijke kermis.
Hebben zij gelijk in die critiek? Het
antwoord daarop wil spr. geven aan
de hand van een woord van Paulus in
1 C01*. 9:16. De apostel spreekt daan'rt
van den nood die hem tot den zendings
arbeid drijft en het gewicht van liet
wee, waaronder hij dit werk verricht.
Moeten wij de Zending in onze da-
ger. ook zien onder den druk van nood!
en wee? Paulus stond er immers an
ders tegenover dan wij gewone m?n-
sclien, voor hem was de zending een,
levensarbeid.
Doch de nood ligt niet in het doen
van het werk, doch in de roeping tot
het werk. De zending is een noodzaak,
een zaak van nood, want het gebocU;
van God dwingt er toe. De nood is mi/
opgelegd, zegt Paulus.
En bij dién nood komt nog het wee.
Wee mij. in'dien ik het Evangelie niet
verkondig, dan lig ik onder den toüra
Gods. Stel dat Paulus na zijn bekee
ring in de gemeente gebleven was als
ouderling of als een zeer voornaam
lid, dan zou Paulus naar zijn eigen
besef Gods gramschap dubbel waardig
geweest zijn. Want Paulus had oen
zeer bijzondere roeping om het Evan
gelie in de heidenwereld te verkon
digen.
Paulus werkte onder den hoogen
druk van het moeten en zoo heeft hif
zijn levensarbeid verricht.
Onder dezelfde roeping (de nood is
mij opgelegd) en onder hetzelfde wee
als zij haar roeping verzaakt, verkeert
ook de kerk van Christus. De Zen
ding is voor ons niet maar een zaak
van eigen verkiezing, die we mogen
doen of ook nalaten. Het moet Gods ge
bod zijn, dat ons daartoe drijft. Ook
vandaag op dezen Zendingsdag moei
onze liefde tot de Zending bepaald
worden door den nood en het wee.
De een moet met Paulus naar het
Zei.dingsveld, de ander moet thuis blfj-
vpn om dnt mogelijk te maken en dign.