CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS fa* JAAKGAN13 WOEN5ÜAG 21 JULI 1926 NUMMER IS?^ COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.5G Per weekI 0.19 Franco per post per kwartaal I 2.90 Oit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. V Belastingplannen. De „Maasbode" herinnert nog eens aan het voor haar vaststaande feit, dat het bedrag noodig voor verminde ring van de successiebelasting met f 10 millioen en van een personeele belasting met f 8 millioen, gevonden kan worden uit het surplus van het leenigingfonds, zoodat een weeldebe lasting overbodig is, „Al het ach-en-wee, al de wichtig- thuerei vaü. would-be economische zij de, zegt het blad, maken de bereke ning, die wij voor een paar weken overlegden, niet ongedaan. Wanneer de Staatslieden meenen voorzichtig en conservatief te hande len met hun pogingen om den gun- stigen stand der Rijksmiddelen, en van het leeningfonds vooral, te ver heimelijken, wanneer zij meenen aan den hyper-veiligen kant te zullen blij ven bij het behouden en creëeren van rijksinkomsten, dan doen zij in hun al te groote behoudsgezinde slimheid niet veel anders dan het bedje sprei- 1 den voor een volgend bewind, dat mooi weer kan spelen, dat belasting kan verminderen en een paar kostbare maatregelen kan nemen, zonder dat er eenig tekort behoeft te ontstaan^ Voor een rose regeering wordt zoo'n toestand om te watertanden! Ook is het heffen van nieuwe be lastingen de beste methode om het staatsbudget op het veel te hooge peil van 600 millioen 's jaars te handhaven Wij concluderen, dat het parool moet worden: een flink bedrag aan belasting --verminderingen, desnoods al de vier verminderings- orltwerpen van De Geer aannemen (of schoon wij voor een enkel daarvan wat anders liever zouden zien) en vooral geen nieuwe heffing. Wanneer, wij in de omstandigheden leefden van een jaar of drie terug, toen de dreigende inflatie moest wor den afgewend, toen de gulden be dreigd werd, dan zou een nieuwe hef fing als de weeldebelasting aanvaard moeten worden. Colijn geeselde met roeden, maar had hij het niet gedaan dan had de huidige Regeering ons met schorpioe nen moeten geeselen, zooals de Belgi sche Regeering, met den socialist Van dervelde als steunpilaar, thans bij on ze zuiderburen moet handelen. Nu wij echter de geeseling achter den rug hebben en nog navoelen, nu onze gulden veilig is, nu moeten wij niet behandeld worden alsof wij nog in 1923 leefden. Trouwens verlaging van het budget en zeker niet nieuwe belastingen is economisch de meest aangewezen maatregel. Uit dit algemeen standpunt moet men strijd voeren tegen de ontworpen weelde-belasting, die het budget hoog helpt houden, die zelfs boven de kas- behoeften van den Staat uitgaat en dus onnoodig is; men moest dit dus nog doen, indien de weeldebelasting op zich zelf een welgeslaagd stuk werk was. Doch, nu de ontworpen nieuwe be lasting belooft kwellend, drukkend, onbillijk te zullen worden, is verzet ten zeerste gemotiveerd". Het komt ons voor, dat dit betoog van de „Maasbode" niet van overdrij ving is vrij te pleiten. Dat de voorgestelde weeldebelasting en weeldeverteringsbelasting kwel lend, drukkend en onbillijk beloven te worden, kan niet zonder meer worden toegegeven. Wel echter zijn wij het eens met de „Maasbode", dat het parool moet zijn: belastingvorminderi n-g.' Aan de veel te hoog opgevoerde di recte belastingen moet een einde ko men. Er is geen enkele reden om het de toch al bovenmate zwaar belaste belas stingbetalers extra zwaar te belasten teneinde een eventueel volgend Ka binet gelegenheid te geven met het zuur bespaarde belastinggeld mooi weer te spelen. De belastingen moeten omlaag. En het blijft te betreuren, dat door de Kabinetswisseling de uitvoering van de plannen van Minister Colijri achterwege bleef Maar daarnaast is ook gewenscht. dat b.v. door het heffen van een weel debelasting een betere verhouding tus schen directe en indirecte belastingen wordt verkregen. t Is toch al te dwaas, dat wie spaar zaam is en kapitaal vormt als een ci troen tot den laatsten druppel wordt uitgeknepen, terwijl wie zijn geld in weelde verteert den belastingdans ontspringt. BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Gewone adrertentiSn per regel 22l/» cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel Uriel Bij contract, belangrijke reductie. Kleine adrertentiSn bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst sd 40 cent. V Samenwerking. De bekende industrieel C. F. Stork heeft jaren geleden enkele wenken ge geven voor het sociale leven, die ook in onze dagen nog wel overweging ver dienen. „De patroon, zoo zeide hij, moet ge voelen iets anders en beters te zijn dan de onbeperkte beerscher in zijn rijk, dan onverantwoordelijk eigenaar van een schoone bezitting. Hij beheert, maar moet van zijn be heer rekenschap kunnen afleggen aan de geheele gemeenschap, wier be langen hij door zijn handelingen be vorderen of bedreigen kan; hij is rent meester van een eigendom, waarop hij slechts beperkte rechten mag doen gelden. De ondergeschikte van zijn kant moet in de zaak, waarvoor hij werkt, waaraan hij zijn bestaan dankt, iets meer zien dan de gelegenheid om zijn loon te verdienen; hij moet haar als de zijne leeren beschouwen en voor hare belangen opkomen als voor zijn eigene." Dat zjjn zeer juiste opmerkingen. Alleen, wie staat op den bodem der Christelijke belijdenis, kan verder gaan; hij kan het krachtiger zeggen. Immers naar Christelijke beschou wing is de patroon rent meeste r van goederen door God hem toever trouwd. Hij moet rekenschap van zijn beheer afleggen niet maar aan de ge meenschap, maar aan God, die hom in een verantwoordelijke positie plaatste en hem met het rentmeesterschap be kleedde. En omgekeerd zijn ook de onderge schikten rekenschap schuldig van de wijze waarop zij hun taak verrichten. Wanneer zij in de zaak, waaraan zij hun bestaan danken, niets meer zien dan de gelegenheid om loon te verdie nen, dan zullen zij zeker hunne godde lijke roeping niet naar behooren kun nen vervullen. Werd dit meer verstaan, de sociale verhoudingen zouden minder scberp Zijn. de sociale nood minder gropt; de menigmaal scherpe strijd zou plaats maken voor samenwerking. 'Het is te betreuren, dat aan deze gezonde beginselen niet meer aan dacht wördt geschonken en dat met name ook in Christelijke kringen van. de zoo gewenschte samenwerking vaak zoo weinig gezien wordt. STADSNIEUWS. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland. IV, Dakpannen. Uit het staatje,, waarvan in ons overzicht van gisteren isprake was, blijkt dat in 1925 werd ingevoerd 23870 K.G. met een waar de van f535009. De uitvoer bedroeg! 25305 K.G. met een waarde van f 660.000 B oi e k b i n d e r ij e n. Da toiestand der Boekbinderijen in 1925 was over het algemeen iets beter dan vorigie jaren, vooral het laatste kwartaal gaf in verschillende binderijen nogal be weging door het maken van ka^nders, kantoorboeken, bloks, enz. De machinale binderijen en bro* oheerderijen hebben mees.al hun druk te en slapte, naarmate de drukkerijen het druk óf slap hebben. In de particuliere binderijen, die veelal op werken van bibliotheken, rijksinstellingen en intellectueel en zijn aangewezen en die in de laatste jaren een zeer moeilijken tijd hebben mede gemaakt door ae epidemische bezuini gingsmethode, begint ook wel eenige verbetering te komen. Veel werk, dat jaren lang vastgehouden was, moest eindelijk eens ingebonden worden' (de afleveringen der tijdschriften raateten zoek of werden beschadigd, zoodat boe ken en tijdschriften in waarde vermini iderden.j De prijzen van materialen, als leer, linnen en papier zijn belang rijk gedaald vergeleken bij eenige ja ren geleden. Dit alles heeft medege werkt, weer eenige levendigheid in ideze werkplaatsen te geven. Het laat zich aan ziep, dat dit nog wel eeniglenj tijd zal voortduren en wij hebben hoop 'dat 1926 ons niet te veel in onze ver wachtingen zal teleurstellen. Chemische Industrie. Deze industrie, welke wegens het geringe binnen] andsche verbruik, vooral op ex port is aangewezen, ondervindt vooral belemmering door buiienlandsche ta; rieven, terwijl zij bovendien niet anders dan schade kan lijden door binnen landsche, waarmede genaard giaat een moeilijke aankoop an r ndstoffen op de goedkoorste bui e U ho markt Het gevolg hier dn deze indus trie dient te rebn ei .iia een stééds fellere concur ren i?. Conserven fa! r i en. Het conserven bedrijf he f: in 1 et algemeen te klagen over onbevredigende afzet. De export, naar ve'e landen werd on mogelijk door de daar geldende hoo ge invoerrechten.terwijl ons laag ta rief w de Belgische en. Fransche va luta 'de conservenindustrie wan deze landen in staat stelt, met aanmerke lijk lager prijzen aan de Nederland- sche markt te komen, temoe. daar in deze landen ruimer gelegenheid tot verkrijging van de overwerkvergunninr gen bestaat. Een meer -actie» e han delspolitiek zal in deze industrie wor den toegejuicht. Een der Leidsche Coats er venfabriej ken meldt in verband hiermede o.m.: „De ongunstige factoren, zooals in (het vorig jaaroverzicht beschreven, deden zich ook in 1925 gelden en b e ven hun nadeeligen invloed uitoefe nen. Zelfs is de toestand nog verergerd door het in werking treden vati het. nieuwe Tarief van Invoerrechten, het welk een verlaging voor geconserveer de groenten, verpakt in blik, aangeeu. H.erdoor werden de buitenlandsche la brieken, in België en Frankrijk, ge steund door hunne lage valuta's in ptaat gesteld hun producten tegen zeer lage prijzen op onze markt te plaat sen. Waren geconserveerde groenten on der het oude Tarief belast met f25 per 100 K.G., overeenkomend met 45 pCt. der waarde*, het nieuwe tarief be last ooaiserven in verpakking van 1 K.G. en kleiner met 20 pCt. der waar- |de. Onze markt werd dan ook met Belgische en Fransohe conserven over stroomd en de prijzen werden dusda nig gedrukt, dat van een winstgevend bedrijf geen sprake meer was. Beschermd door het oude tarief, zijn er heir te lande groote conserven fabrieken onts aan, welke in staat wa ren, de binnenlandsche markt ruim van eerste kwaliteit groen.emoonser- ven te voorzien, waarvan de prijzen ,door de onderlinge concurrentie niet hoog te noemen waren. Plotseling worden deze fabrieken, zonder ©eni gen overgangstijd, voor deze verla ging van het larief geplaats. en zal in krimping der productie, ontslag van personeel wel het gevolg moeten zijn. Ook zal deze oms.andigheid niet na laten een nadeeligen terugzag op den tuinbouw ten gevolge te hebben, daar de verminderde vraag naar versch© groenten, een belangrijke daling der prijzen veroorzaakt. D eken f ab riek en. De afzet van [Wiollen Dekens was onbevrcd'gend en ibedroeg minder dan in vorige jaren. Werkloosheid kwam weinig voor. De verwachting voor 1926 is weinig hoop vol. De toestand van donzen en gewat teerde dekens is bevredigend er komt weinig werkloosheid voor. Vanwege het verbod van invoer in Duitschland van donzen ein gewatteer de dekens en de hooge invoerrechten op deze artikelen in België, kan niei- meer voldoende voor export naar deze landen worden gewerkt. De lagie va-, luta der Belgische en Fransohe frank maakte de concurrentie met 'deze lan1 den zelfs moeilijk'. De verwachting voor 1926 is dan1 •ook niet hoog gespannen. Fabrikanten zijn van rneeming, dat een actieve han delspolitiek ten zeerste gesteund moet worden. D i s t i 11 e e r d e r ij en. Algemeen wordt geklaagd over een onbevredi- gendeh afzet, hetgeen voornamelijk wordt toegeschreven aan de hooge ac cijns, aan smokkelarij ein aan fraudu-< leus stoken, die er een gevolg van' worden geacht. Door de lage frankenkoers werden! vele buiten1 andsche aanbiedingen recht streeks aan particulieren gedaan, waar van gebruik werd gemaakt ten nadcela van den binnènlancïschen producent. Drukkers, en U i t g ver s be- drijf. Naar A. W. Sijthoff's Uitge vers Mij. mededeelde, was de toe stand in 1925 bevredigend. Verder wordt er op gewezen, dat de uitgever vooral een groot risico heeft, daar hem in 't algemeen de gegevens ontbreken om de vraag naar zijn ar tikel te beoordeel en; hij weet van te voren nooit met eenige zekerheid te zeggen, wat hij moet uitgeven om isucces te hebben. In de jaren onmiddellijk na dein oorlog, en ook nu nog! wel, wil de groote massa gaarne avonturen-ver fhalen lezen; hier valt wel is waar van leen omlijnde „vraag" te spreken, waar op dan ook een duidelijk „aanbod" is gevolgd. Maar deze uitgeversbe- Idrijvigheid speelt zich toch af op een zijterrein en is niet kenmerkend voor het Neder]andsche uitgeversbedrijf in het algemeen, dat er een •eer in stel't. leiding te geven. In bet algemeen koopt het groot© publiek nog weinig boeken, tenzij dan minderwaavdige verstrooingslecuur zij, die gaarna boeken zouden knopen, zijn daartoe niet (niet meer) financieel in staat. Het uitgeverspersoneel is niet zoo danig gespecialiseerd of techn sch een zijdig gevormd, dat het niet ook el ders, in andere bedrijven, kantoor werk zou kunnen verrichtenwe ik; loosheid komt daarom in de C geverij practisch niet voor. De tariefwet 1925 heeft tengevolge dat ingevoerd papier, en ingevoerde grondstoffeai voor de fabricagie van papier dit wil dus zeggende groo te meerderheid van papier en grond stoffen duurder geworden zijn. Boe ken in hun geheel betrekt de uitgever niet uit het buitenland, zoodat invoer rechten daarop geen invloed uitoefe nen. Een hinderlijk en dwaas gevolg van de tariefwet 1925 is, dat de uitgever, die zijn uitgaven naar een filiaal, de pot of vertegenwoordiger in het bui tenland met name naar het Ne- Iderlaiidsch overzeesch gebied tenl verkoop heeft gezonden, voor de te rugkomende, niet verkochte, dikwijls verouderde of beschadigde exempla ren invoerrecht moet betalen, hetgeen zijn expansie-zucht en daarmede den Ned«rlandschen boekenhandel in 't algemeen fnuikt. Ergerlijker nog is, dat dit invoer recht ook den uitgever treft, die (bij voorkeur kostbare) uitgavei naar een buitenlandsche tentoonstelling zendt; voor deze poging om bij te dragen tot het aanzien van Nederland in den* (Vreemde wordt hij door den Staat met boete gestraft. De verwachting van 1926 is vrijwel dezelfde als zij voor 1925 was; weinig bevredigende omzet, financieele nood bij de meeste boekverkoopers; vrij tal rijke faillissementen onder deze laat sten; gebrek aan vlottende middelen bij vele uitgevers, wier kapitaal hoe langer hoe meer in hun voorraden vastligt; zorgelijke toestanden in me nig uitgeversbedrijf; ook in enkele, oude, geziene zaken. Opgemerkt zij in dit verband, dat ook in tijden van voorspoed het vast liggen van kapitaal in slechts lang zaam verminderende voorraden een kenmerkende moeilijkheid van het uitgeversbedrijf was Een uitstapje. Evenals voorgaande jaren, hopen ook dit jaar de Jongelieden- en Knapen- vereen., onderafdeelingen der C. J. V. Pred. XIIa met hun leiders eenige dagen onze Sleutelstad te verlaten, om elders hun bivak op te ölaan. De zoo schitterend geslaagde 3-daag sche tocht naar Bussum, verleden jaai gehouden, was voor de leiders een aan sporing, en- voor de leden natuurlijk met minder, ook dit jaar 3 dagen „er tusschen uit te gaan"'. Maar waar nu naar toe? We richtten onze schreden naar Arn hem en met gunstig gevolg, dank zrj da welwillende medewerking van den heei J. B. Primus, eigenaar van het hotel restaurant „De Waterberg" te dief Genoemde hotelhouder kon n.l. een stelletje „druktemakers" wel drie da gen herbergen, voor een niet buiten d,64 begrooting jler vereeniging gaanue prjjs en daardoor is het den leiders gelukt voor het luttele bedrag van i 5>75 .per lid (reiskosten inbegrepen) een reis naar de hoofdstad van Gelder land aa nte bieden. De Jongeliedenvereeniging zal D.V. Dinsdag 3, Woensdag 4 en Donderdag 5 Aug., en de Knapenverg. veertien dagen later, dus den 17 den, iSderi eL i9den Augustus in de schoone omg^r ving vertoeven. Indien de pers ong weer ter wille is waar we geen oogehblik aan twij felen hopen, we later 't een en antlei over Qte reis mede te deelen. Zendingsdag op „Oud-Poelgeest." Hedenmorgen 11 uur is op de bui tenplaats „Oud Poelgeest" te üegst- geest aangevangen de ze§ en twintig ste Zendingsdag van de Geref. Ker ken in de classis Leiden. Scheen het gisteren of het weer zoo ongunstig zou zijn, dat we in het koetshuis de toevlucht zouden moe ten nemen, gelukkig is dit niet noo dig geweest en konden we als gewoon lijk in de open lucht vergaderen. Een flinke schare van belangstellen den had zich ook thans weer opge maakt om den Zendingsdag bij te wo nen. Nadatj begeleid door het muziekge zelschap „Benvenuto" van Voorscho ten, Psalm 108 1 en 2 was gezongen, ging Ds N. PI. Koers van Noord wijk aan Zee voor in gebed en sprak daar na het openingswoord uit. „Zullen er velen of weinigen zijn?" zoo vroegen we ons gisteren af, toen de regen met stroomen neerviel en ons zendingsfeest 'n mislukking dreig dd te worden, Doch de Heere heeft ouze vrees beschaamd. „Zullen er velen of weinigen zijn?" diezelfde vraag kunnen we ook stel len met betrekking tot den Zendings arbeid. Gelukkig, dat we op die vraag hetzelfde antwoord kunnen geven: Het zullen er velen zijn die den Heere zullen toegebracht worden. Reeds de profeten hebben in dien geest geprofeteerd, en Jezus zelf heeft verklaard, dat al den volken tot een getuigenis het Evangelie zaï verkon digd worden, en dat velen zullen ko men van Oost en West en aan zullen Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. Ds. van den Brink te Zandvoort door de classis Haarlem der Geref. Kerken afgezet. De Koningin nog steeds in Zwitser land. Buitenland. De levenskansen van het kabinet- Herriot. In Engeland wordt propaganda ge maakt voor een particuliere leening aan de mijnindustrie. in België zal een vreemdelingenbe lasting worden ingevoerd. Groote hitte in Amerika. zitten met Abraham, Izak en Jacob in het Koninkrijk der Hemelen.. Heeft de Heere Jezus dan niet ge zegd, dat velen op den hreeden Weg zullen wandelen en slechts weinigen door de nauwe poort ingaan? Zeker, doch dit werd gezegd tot het den Mes sias verwerpend volk, doch dit mag in geen geval, toegepast worden op de groote heiden wereld. Johannes ziet 'n schare van toegebrachten, die nie mand tellen kan. Het is een wonder van Gods genade, dat zoovele zondaren tot bekeering ge bracht worden, alleen Goddelijke al macht is tot zooiets in staat. Het is dezelfde almacht, die God betoond heeft in de opwekking van Zijn Zoon uit den dood. 'Lis nu niet meer, zooals onder het oude Verbond, dat uit de heidenwe reld slechts enkelen werden aangeno-, men: een Rachab, een Ruth, een Noa- man de Syriër, ook niet zóoals tijdens Christus' komst in het vleesch: enkele wijzen uit het Oosten en nog enkele anderen, maar de groote heidenapost.eL Paulus is uitgegaan en heeft het Evan gelie verkondigd tot in Rome toe. Spr.schetste dien voortgang des Evangelies in 't bijzonder in Europa, en boe inzonderheid in de vorige e£uw de zendingsijver is ontwaakt. Het is thans zulk een heerlijke tijd, omdat juist in onze Oost deze arbei 1 zoo rijk gezegend wordt. Toch blijft er nog veel te doen over, want nog slechts 1/3 der menschheicl is met het Evangelie hekend. Spr. eindigt met den wensch uit te spreken, dat ook deze zendingsdag mag medewerken om onze liefde tot de zending te verlevendigen. Vervolgens werd gezongen Lied No. 7 vs. 1 en 5 (Daar is uit 's werelds duistre wolken), waarna Ds. J. de Waard van Rijnsburg het spreekge stoelte betrad, die tot onderwierp had: „Nood en Wee." Spr. begon met een schildering van de aantrekkelijkheid, die een Zendings feest voor velen biedt en de critiek, (lie door sommigen daarop geoefend wordt die daarin weinig anders kunnen zien dan een soort van Christelijke kermis. Hebben zij gelijk in die critiek? Het antwoord daarop wil spr. geven aan de hand van een woord van Paulus in 1 C01*. 9:16. De apostel spreekt daan'rt van den nood die hem tot den zendings arbeid drijft en het gewicht van liet wee, waaronder hij dit werk verricht. Moeten wij de Zending in onze da- ger. ook zien onder den druk van nood! en wee? Paulus stond er immers an ders tegenover dan wij gewone m?n- sclien, voor hem was de zending een, levensarbeid. Doch de nood ligt niet in het doen van het werk, doch in de roeping tot het werk. De zending is een noodzaak, een zaak van nood, want het gebocU; van God dwingt er toe. De nood is mi/ opgelegd, zegt Paulus. En bij dién nood komt nog het wee. Wee mij. in'dien ik het Evangelie niet verkondig, dan lig ik onder den toüra Gods. Stel dat Paulus na zijn bekee ring in de gemeente gebleven was als ouderling of als een zeer voornaam lid, dan zou Paulus naar zijn eigen besef Gods gramschap dubbel waardig geweest zijn. Want Paulus had oen zeer bijzondere roeping om het Evan gelie in de heidenwereld te verkon digen. Paulus werkte onder den hoogen druk van het moeten en zoo heeft hif zijn levensarbeid verricht. Onder dezelfde roeping (de nood is mij opgelegd) en onder hetzelfde wee als zij haar roeping verzaakt, verkeert ook de kerk van Christus. De Zen ding is voor ons niet maar een zaak van eigen verkiezing, die we mogen doen of ook nalaten. Het moet Gods ge bod zijn, dat ons daartoe drijft. Ook vandaag op dezen Zendingsdag moei onze liefde tot de Zending bepaald worden door den nood en het wee. De een moet met Paulus naar het Zei.dingsveld, de ander moet thuis blfj- vpn om dnt mogelijk te maken en dign.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1